9789037236057 administratieve werkzaamheden

Page 1

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Administratieve werkzaamheden

fb .v

.

Training


Auteur: Nienke Koopman Eindredactie: Floortje Vissers Titel: Administratieve werkzaamheden

©

tie

ISBN: 978 90 3723 605 7

fb .v

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

.

Colofon

Edu’Actief b.v. 2018

u' Ac

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl).

ij

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

U

itg

ev

er

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoudsopgave 4

Verslagleggen en rapporteren Kasboek

11

17 23

Begroting

29

Factuur en offerte

33

40 41

u' Ac

Theoriebron Administratie

Theoriebron Verslagleggen en rapporteren Theoriebron Kasboek Theoriebron Budget

43

45

47

49

Ed

Theoriebron Begroting

tie

Budget

Reflectie

7

.

Administratieve werkzaamheden

fb .v

Over deze training

51

U

itg

ev

er

ij

Theoriebron Factuur

3


Over deze training

Over deze training

.

Inleiding

u' Ac

tie

fb .v

Als sociaal werker ondersteun je in de beroepspraktijk cliënten bij praktische diensten en bij het wegwijs worden in de voorzieningen op het gebied van wonen, werken en vrije tijd. Daarnaast horen er ook administratieve werkzaamheden bij die je zelf of met cliënten uitvoert.

Administratieve werkzaamheden.

Je hebt kennis van administratieve werkzaamheden. Je kunt op een professionele wijze verslagleggen en rapporteren. Je kunt samen met een cliënt een kasboek opstellen voor de cliënt. Je kunt samen met een cliënt een budget opstellen voor de cliënt. Je kunt samen met een cliënt een begroting opstellen voor de cliënt. Je kunt een factuur en een offerte opstellen voor een cliënt of een organisatie.

er

ij

• • • • • •

Ed

Leerdoelen

ev

Beoordeling

U

itg

Beoordelingsformulier <

4

Je wordt op verschillende punten beoordeeld. Deze punten kun je in het beoordelingsformulier terugvinden. De volgende punten zijn belangrijk bij de beoordeling: • Je doet actief mee aan de lessen. • Je hebt een evenredige bijdrage geleverd aan de uitvoering van de groepsopdrachten. • Je hebt alle opdrachten en oefeningen uitgevoerd. • Je mondelinge taalgebruik was net en correct. • Je past communicatieve vaardigheden en theoretische kennis toe bij de demonstratie.


Over deze training

Planning Aan het einde van de training moet je een demonstratie uitvoeren. Plan deze demonstratie tijdig in. Lees eerst de opdracht van de demonstratie goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere oefeningen van deze training op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

Demonstratie 1: Werkboekje Casus

fb .v

.

Planningsformulier <

u' Ac

tie

Je werkt als sociaal werker binnen de geestelijke gezondheidszorg en begeleidt cliënten met problemen op het gebied van huisvesting, inkomen, sociale voorzieningen en hulpverlening. Veel cliënten hebben moeite om hun administratie bij te houden. Samen met een collega besluiten jullie om een werkboekje te maken wat in de praktijk gebruikt kan worden om samen met de cliënt de administratie op orde te krijgen.

Ed

Jullie ontwikkelen een werkboekje voor cliënten waarin beschreven staat hoe zij hun administratie kunnen ordenen en bij kunnen houden. Het is de bedoeling dat het werkboekje bruikbaar is in de praktijk en gebruikt wordt om samen met een cliënt de administratie op orde te krijgen. Daarnaast kan de cliënt zelf informatie teruglezen in het werkboekje. De belangrijkste regels rondom administratie worden in het werkboekje beschreven en er wordt in begrijpelijke taal uitleg gegeven over eventuele moeilijke woorden.

Processtappen

Maak een planning. Beschrijf de organisatie en de doelgroep. Ontwikkel een werkboekje.

ij

• • •

er

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

ev

Eisen voor de demonstratie

U

itg

• • • • • • • •

In het werkboekje is de doelgroep en organisatie beschreven. In het werkboekje wordt beschreven hoe cliënten de administratie kunnen ordenen, toegelicht met vijf voorbeelden. In het werkboekje wordt beschreven hoe cliënten de administratie bij kunnen houden, toegelicht met vijf voorbeelden. Het werkboekje is bruikbaar in de praktijk. Het werkboekje is geschreven in begrijpelijke taal. In het werkboekje worden moeilijke woorden uitgelegd. Het werkboekje is netjes en oogt aantrekkelijk. Het werkboekje bevat minimaal vijf bladzijden.

Plan voor jezelf een datum waarop je de demonstratie uitvoert. Vul deze datum in op je planningsformulier.

5


Over deze training

Demonstratie 2: Kasboek Casus

fb .v

.

Tijdens jouw werkzaamheden als budgetconsulent help je cliënten regelmatig met het opstellen van een kasboek. Samen met een collega ontwikkel je een nieuw format voor een kasboek dat goed bruikbaar is in de praktijk en zowel samen met cliënten als individueel door cliënten gebruikt kan worden. Je bedenkt een doelgroep en werkt een casus uit, op basis van deze casus vul je het kasboek in.

tie

Jullie ontwikkelen een kasboek dat ingevuld kan worden door cliënten. Het kasboek mag op papier of digitaal worden gemaakt. Het kasboek dient goed bruikbaar te zijn in de praktijk, zowel samen met cliënten als individueel door cliënten. Zorg ervoor dat bij een digitaal kasboek alle invulvelden beveiligd zijn zodat de berekeningen kloppend blijven. Jullie vullen het kasboek in voor een cliënt in een zelfbedachte casus.

• • •

u' Ac

Processtappen

Maak een planning. Beschrijf een casus van een cliënt met financiële problemen. Ontwikkel een kasboek.

Ed

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

Eisen voor de demonstratie •

er

ij

• • • • •

De casus is uitgebreid beschreven en bevat alle inkomsten (salaris, toeslagen, heffingskortingen) en uitgaven (huur/hypotheek, auto, gas/water/licht, internet, telefoon, verzekeringen). Het format kasboek bevat alle mogelijke inkomsten. Het format kasboek bevat alle mogelijke uitgaven. Het format kasboek is bruikbaar in de praktijk. Het format kasboek is geschikt voor gebruik door cliënten. Alle onderdelen uit de casus zijn ingevuld in het format kasboek.

U

itg

ev

Plan voor jezelf een datum waarop je de demonstratie uitvoert. Vul deze datum in op je planningsformulier.

6


Administratieve werkzaamheden

.

Administratieve werkzaamheden

fb .v

Inleiding

In de beroepspraktijk heb je als sociaal werker te maken met verschillende administratieve gegevens. Je houdt verschillende gegevens bij en helpt cliënten bijvoorbeeld met hun persoonlijke administratie.

• •

Website Coggle <

Mindmap

Jullie maken een mindmap over ‘administratieve werkzaamheden’. De mindmap mag op papier gemaakt worden of digitaal met Coggle. Bespreek wat jullie allemaal weten over ‘administratieve werkzaamheden’. Noteer alle informatie en maak gebruik van zowel woorden als afbeeldingen.

Ed

Oefening 1

tie

Je kunt uitleggen wat het begrip ‘administratieve werkzaamheden’ inhoudt. Je kunt uitleggen welke administratieve taken uitgevoerd worden in de beroepspraktijk van een sociaal maatschappelijk dienstverlener. Je kunt uitleggen wat belangrijke vaardigheden zijn bij het uitvoeren van administratieve werkzaamheden in de beroepspraktijk. Je kunt uitleggen hoe je richtlijnen op kunt stellen voor een overzichtelijke administratie. Je kunt uitleggen met welke wet- en regelgeving, op het gebied van administratie, een sociaal maatschappelijk dienstverlener in de beroepspraktijk te maken heeft.

u' Ac

• •

ij

Presenteer jullie mindmap aan de groep. In de groep worden alle mindmaps besproken. Vul jullie mindmap eventueel aan met nieuwe informatie.

ev

er

Hebben jullie de mindmap nog aangepast? Leg je antwoord uit.

Oefening 2

U

itg

Theoriebron Administratie <

Administratieve werkzaamheden Lees in de Theoriebron Administratie de informatie over administratie en beantwoord de vragen. a. Wat wordt er bedoeld met het begrip ‘administratie’?

b. Wat zijn jouw eigen ervaringen met ‘administratieve werkzaamheden’?

7


Administratieve werkzaamheden

Oefening 3

Lees in de Theoriebron Administratie de informatie over administratie en zoek op internet naar informatie over de administratieve taken van een sociaal werker. Jullie maken een overzicht van verschillende administratieve taken van een sociaal werker in de beroepspraktijk.

Oefening 4

tie

fb .v

.

Theoriebron Administratie <

Administratieve taken

Werkweek

Jullie kiezen een bepaalde functie van een sociaal werker in de beroepspraktijk. Vervolgens maken jullie met behulp van Easel.ly een poster en brengen de werkweek van de sociaal werker in beeld met tekst, plaatjes en foto’s. De poster laat zien welke administratieve taken de sociaal werker heeft gedurende de werkweek.

Website Easel.ly <

Jullie presenteren de poster aan de groep. Lees in het Werkmodel Presenteren de informatie over presenteren.

u' Ac

Werkmodel Presenteren <

Ed

a. De groep geeft jullie feedback door een tip en een top te geven. Welke tip hebben jullie gekregen? Wat vind je daarvan?

er

ij

b. Welke top hebben jullie gekregen? Wat vind je daarvan?

Oefening 5

Lees in de Theoriebron Administratie de informatie over administratie en zoek op internet naar aanvullende informatie over de vaardigheden die een sociaal werker nodig heeft voor het uitvoeren van administratieve werkzaamheden.

ev

Theoriebron Administratie <

Vaardigheden

U

itg

Welke vaardigheden heeft een sociaal werker nodig voor het uitvoeren van administratieve werkzaamheden?

Oefening 6

Website Prezi <

Administratieve vaardigheden Jullie zoeken op internet naar aanvullende informatie over de administratieve vaardigheden van een sociaal werker. Jullie kiezen een bepaalde functie van een sociaal werker in de beroepspraktijk.

8


Administratieve werkzaamheden

Met behulp van Prezi maken jullie een presentatie voor de groep over de administratieve vaardigheden die bij de functie van de sociaal werker passen. De groep geeft jullie feedback door een tip en een top te geven.

fb .v

.

a. Welke tip hebben jullie gekregen? Wat vind je daarvan?

Oefening 7

tie

b. Welke top hebben jullie gekregen? Wat vind je daarvan?

Richtlijnen

u' Ac

Jullie zoeken op internet naar informatie over richtlijnen voor een overzichtelijke administratie voor cliënten. a. Waarom is een overzichtelijke administratie belangrijk?

Jullie maken een stappenplan voor het opzetten van een overzichtelijke administratie voor Joris, een jongen met een lichte verstandelijke beperking. Het stappenplan kan op papier gemaakt worden of digitaal. • Zorg ervoor dat het stappenplan echt bij het begin begint, het openmaken van de post. • Vervolgens wordt stap voor stap uitgelegd hoe Joris voor een overzichtelijke administratie kan zorgen. • De uitleg van de stappen moet duidelijk zijn voor Joris. Maak daarom gebruik van plaatjes en foto’s om de stappen te verduidelijken. • Bekijk met een ander tweetal jullie stappenplan en geef elkaar feedback. • Pas het stappenplan eventueel aan met behulp van de ontvangen feedback.

U

itg

ev

er

Theoriebron Administratie <

Stappenplan administratie Joris

ij

Oefening 8

Ed

b. Wat heb je nodig voor het starten met een overzichtelijke administratie?

a. Welke feedback hebben jullie gekregen? Wat vind je daarvan?

Lees in de Theoriebron Administratie de informatie over administratie en zoek op internet naar aanvullende informatie over regels voor het omgaan met administratie in de beroepspraktijk van een sociaal werker.

9


Administratieve werkzaamheden

b. Bedenk vijf vragen over regels voor het omgaan met administratie in de beroepspraktijk die je kunt stellen aan een sociaal werker. 1. 2.

4. 5.

fb .v

.

3.

Houd een kort interview met een sociaal werker en maak een verslag van de verzamelde informatie. Lever het verslag in bij de docent.

tie

Theoriebron Administratie <

Omgaan met administratie

Lees in de Theoriebron Administratie de informatie over administratie en wetgeving en zoek op internet naar aanvullende informatie. a. Jullie kiezen een werkplek en een bepaalde functie voor een sociaal werker. Welke werkplek en functie hebben jullie gekozen?

u' Ac

Oefening 9

Website Popplet <

Jullie maken met behulp van Popplet een overzicht van de belangrijkste regels voor het omgaan met administratie in de beroepspraktijk van de sociaal werker.

U

itg

ev

er

ij

Ed

b. Jullie bekijken het overzicht met een ander tweetal en geven elkaar feedback. Pas het overzicht eventueel aan met behulp van de ontvangen feedback. Welke feedback hebben jullie gekregen? Wat vind je daarvan?

10


Verslagleggen en rapporteren

.

Verslagleggen en rapporteren

fb .v

Inleiding

In de beroepspraktijk lees en schrijf je als sociaal werker regelmatig verslagen en rapporten. Rapporten en verslagen worden voor verschillende doelgroepen en doelen gebruikt.

Theoriebron Verslagleggen en rapporteren < Werkmodel Een interview houden <

tie

Interview

Jullie houden een interview met een sociaal werker in de beroepspraktijk over verslagleggen en rapporteren. Vraag bijvoorbeeld naar administratieprogramma’s, registratielijsten enzovoort. Maak gebruik van de Theoriebron Verslagleggen en rapporteren en van het Werkmodel Een interview houden. Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier. Uitvoering c. Jullie kiezen een professional voor het interview en bereiden een interview voor. Welke professional hebben jullie gekozen?

Ed

Oefening 10

Je kunt op diverse wijzen verslagleggen. Je kunt op diverse wijzen rapporteren. Je kunt een overzicht maken met regels voor het omgaan met vertrouwelijke informatie van cliënten binnen een instelling.

u' Ac

• • •

U

itg

ev

er

ij

d. Maak een vragenlijst van minimaal vijf vragen voor het interview. Welke vragen hebben jullie bedacht?

e. Jullie voeren het interview uit. f. Jullie maken een korte samenvatting van de antwoorden die gegeven zijn tijdens het interview. Lever de samenvatting in bij de docent. Controle g. Wat ging er goed en wat niet?

11


Verslagleggen en rapporteren

Oefening 11

Was het Werkmodel Een interview houden een hulpmiddel voor je bij deze oefening? Leg je antwoord uit.

fb .v

i.

.

Reflectie h. Hoe is de samenwerking binnen het groepje verlopen?

Casus

tie

Jullie bedenken een casus uit de beroepspraktijk van een sociaal werker en gebruiken twee verschillende manieren voor de verslaglegging van de situatie.

u' Ac

Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier. Uitvoering c. Jullie kiezen een cliënt/doelgroep uit de beroepspraktijk voor een casus. Welke cliënt/doelgroep hebben jullie gekozen?

Ed

d. Jullie beschrijven het probleem van de cliënt/doelgroep. Welke probleem hebben jullie bedacht?

er

ij

e. Bedenk welke twee manieren van verslaglegging passen bij de casus. Welke twee manieren hebben jullie gekozen?

U

itg

ev

f. Jullie maken met behulp van Word twee verslagen van maximaal één A4 over de situatie in de casus en leveren deze ter beoordeling in bij de docent. Controle g. Is het gelukt een casus te bedenken?

12

Reflectie h. Wat was jouw aandeel tijdens de verslaglegging?


Verslagleggen en rapporteren

Oefening 12

Registratielijsten

fb .v

Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier. Uitvoering c. Jullie zoeken naar verschillende registratielijsten en kiezen er twee uit. Welke twee registratielijsten hebben jullie gekozen?

.

Jullie zoeken naar verschillende registratielijsten die gebruikt worden binnen peuterspeelzalen. Denk bijvoorbeeld aan registratielijsten voor ongevallen, veiligheid of schoonmaak.

tie

d. Jullie kiezen een cliënt/doelgroep uit de beroepspraktijk voor een casus. Welke cliënt/doelgroep hebben jullie gekozen?

u' Ac

e. Jullie beschrijven het probleem van de cliënt/doelgroep. Welke probleem hebben jullie bedacht?

ij

Ed

f. Jullie vullen twee verschillende registratielijsten in voor de casus en leveren deze ter beoordeling in bij de docent. Controle g. Is het gelukt om goede registratielijsten te vinden?

ev

er

Reflectie h. Wat heb je geleerd van deze oefening?

U

itg

Oefening 13

Rapportageformulieren Jullie zoeken naar verschillende rapportageformulieren die gebruikt worden binnen de verslavingszorg. Denk bijvoorbeeld aan rapportagelijsten voor gedrag, hygiëne en middelengebruik. Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier. Uitvoering c. Jullie zoeken naar verschillende rapportageformulieren en kiezen twee verschillende uit. Welke twee rapportageformulieren hebben jullie gekozen?

13


Verslagleggen en rapporteren

d. Jullie kiezen een cliënt/doelgroep uit de beroepspraktijk voor een casus. Welke cliënt/doelgroep hebben jullie gekozen?

fb .v

.

e. Jullie beschrijven het probleem van de cliënt/doelgroep. Welke probleem hebben jullie bedacht?

u' Ac

tie

f. Jullie vullen twee verschillende rapportageformulieren in voor de casus en leveren deze ter beoordeling in bij de docent. Controle g. Wat ging er goed en wat niet?

Reflectie h. Wat vond je moeilijk? Hoe kwam dat?

Vertrouwelijk informatie

Ed

Oefening 14

Jullie bespreken in groepjes van vier jullie eigen ervaringen met het omgaan met vertrouwelijk informatie.

ev

er

ij

Voorbereiding a. Maak groepjes van vier studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier. Uitvoering c. Bespreek in het groepje jullie eigen positieve en minder positieve ervaringen met het omgaan met vertrouwelijk informatie. d. Welke positieve ervaring viel het meeste op?

U

itg

e. Welke minder positieve ervaring viel het meeste op?

14

f. Bespreek wat jullie zeker wel en niet zouden doen als jullie in de beroepspraktijk te maken krijgen met vertrouwelijke informatie. g. Wat zou je zeker wel doen?


Verslagleggen en rapporteren

fb .v

Controle i. Is het gelukt om zowel positieve als minder positieve punten te bespreken?

.

h. Wat zou je zeker niet doen?

Werkmodel Presenteren <

Jullie maken in groepjes van twee met behulp van Lino een prikbord over het omgaan met vertrouwelijk gegevens voor medewerkers binnen een bepaalde organisatie. Jullie presenteren het prikbord aan de groep. Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier. Uitvoering c. Jullie maken een prikbord met daarop minimaal vijf regels voor het omgaan met vertrouwelijk gegevens voor medewerkers binnen een bepaalde organisatie. d. Welke regels hebben jullie bedacht?

er

ij

Ed

Website Lino <

Prikbord

u' Ac

Oefening 15

tie

Reflectie j. Wat neem je mee van deze ervaring voor een volgende opdracht?

Reflectie g. Wat kun je de volgende keer beter of anders aanpakken?

U

itg

ev

e. Lees in het werkmodel de informatie over presenteren. Jullie presenteren het prikbord aan de groep. Controle f. Wat was jouw aandeel tijdens de presentatie?

15


Verslagleggen en rapporteren

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

h. Heeft het Werkmodel Presenteren je geholpen bij de presentatie van het prikbord? Leg je antwoord uit.

16


Kasboek

Kasboek

.

Inleiding

Jullie lezen de Theoriebron Kasboek en bekijken op internet verschillende mogelijkheden voor een digitaal kasboek. Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier en een computer of tablet met internetverbinding. Uitvoering c. Bekijk op internet verschillende mogelijkheden voor een digitaal kasboek. d. Welke methoden hebben jullie gevonden?

Ed

Theoriebron Kasboek <

Digitaal kasboek

u' Ac

Oefening 16

Je kunt voorbeelden geven van mogelijkheden voor een digitaal kasboek. Je kunt een opzet maken voor een kasboek voor een cliënt. Je kunt in gesprek gaan met een cliënt over het kasboek en daarbij rekening houden met de passende wet- en regelgeving.

tie

• • •

fb .v

Als sociaal werker werk je in de beroepspraktijk met veel verschillende cliënten. Cliënten hebben soms schulden of geen overzicht in hun financiën. Het opstellen van een kasboek kan dan raadzaam zijn.

ev

er

ij

e. Jullie kiezen een methode die jullie prettig lijkt om mee te werken. Welke methoden hebben jullie gekozen? En waarom?

U

itg

f. Maak een kasboek met behulp van de gekozen methode. Wat vonden jullie positief aan de methode?

g. Wat vonden jullie minder positief?

Controle h. Is het gelukt om zowel positieve als minder positieve punten te benoemen?

17


Kasboek

Websites

fb .v

Oefening 17

.

Reflectie i. Wat was jouw aandeel tijden het invullen van het kasboek?

Jullie maken een overzicht van verschillende websites over het maken van een kasboek.

u' Ac

tie

Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier en een computer of tablet met internetverbinding. Uitvoering c. Jullie zoeken op internet naar websites met informatie over het maken van een kasboek. d. Welke informatie hebben jullie gevonden?

Ed

e. Jullie maken een overzicht van minimaal vijf verschillende websites die nuttig kunnen zijn voor cliĂŤnten bij het maken van een kasboek. Welke websites hebben jullie gevonden?

er

ij

f. Welke website is volgens jullie in de praktijk het makkelijkste te gebruiken door cliĂŤnten? En waarom?

U

itg

ev

Controle g. Wat ging er goed? Wat niet?

Oefening 18

Werkmodel Presenteren <

18

Reflectie h. Hoe is de samenwerking binnen het groepje verlopen?

Opzet kasboek Timon Jullie maken een opzet voor een kasboek voor Timon, een jongen van 16 jaar die in een traject zit van begeleid wonen voor jongeren. Jullie presenteren het kasboek aan de groep.


Kasboek

fb .v

.

Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier. Uitvoering c. In tweetallen maken jullie een opzet voor een kasboek voor Timon. Zorg ervoor dat het kasboek volledig is en gebruiksklaar. d. Bestudeer het Werkmodel Presenteren. e. Jullie presenteren het kasboek aan de groep en krijgen feedback. Welke feedback hebben jullie gekregen op het kasboek?

tie

Controle f. Wat was jouw rol?

Theoriebron Kasboek <

Opzet kasboek gezin

Jullie maken een opzet voor een kasboek voor een gezin met een vader, een moeder en drie kinderen. De vader werkt een paar uur in de week, de moeder ontvangt een uitkering en het gezin ontvangt huurtoeslag, zorgtoeslag en een kindgebonden budget. De uitgaven van het gezin hebben vooral te maken met de kinderen. Maak gebruik van de Theoriebron Kasboek.

Ed

Oefening 19

u' Ac

Reflectie g. Ben je het eens met de ontvangen feedback? Waarom wel of niet?

U

itg

ev

er

ij

Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier. Uitvoering c. In tweetallen maken jullie een opzet voor een kasboek voor het gezin. Zorg ervoor dat het kasboek volledig is en gebruiksklaar voor het gezin. d. De groep geeft jullie feedback door een tip en een top te geven. Welke tip hebben jullie gekregen? Wat vind je daarvan?

e. Welke top hebben jullie gekregen? Wat vind je daarvan?

Controle f. Wat kun je de volgende keer beter of anders aanpakken?

19


Kasboek

Jullie voeren in groepjes van vier gesprekken over het bijhouden van een kasboek. Jullie werken met jongeren van 16 jaar en ouder die in een traject zitten van begeleid wonen.

Voorbereiding a. Maak groepjes van vier studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier en een ruimte waar jullie gesprekken kunnen voeren. Uitvoering c. Jullie voeren in tweetallen een gesprek over het kasboek. Om de beurt zijn jullie cliënt of sociaal werker. De cliënt houdt sinds kort een kasboek bij, maar dit gaat nog niet zo goed. Als sociaal werker beantwoord je de vragen van de cliënt. d. Welke vragen wil je als sociaal werker aan de cliënt stellen?

u' Ac

tie

Werkmodel Observatieformulier <

Gesprek kasboek jongere

fb .v

Oefening 20

.

Reflectie g. Wat neem je mee van deze ervaring voor een volgende opdracht?

er

ij

Ed

e. De andere twee studenten observeren het gesprek met behulp van het Werkmodel Observatieformulier en noteren positieve punten en verbeterpunten voor de student in de rol van sociaal werker. f. Voer het gesprek en observeer het gesprek. g. De observatoren bespreken de observaties met de studenten die het gesprek hebben gevoerd, ze gaan in op positieve punten en op verbeterpunten. h. Wissel van rol zodat nu het andere tweetal het gesprek voert. i. Welke positieve punten en verbeterpunten heb je ontvangen? Wat vind je hiervan?

ev

Controle j. Is het gelukt om de vragen van de cliënt te beantwoorden?

U

itg

Reflectie k. Hoe vond je het om een gesprek te voeren met een cliënt?

20

l.

Heeft het Werkmodel Observatieformulier je geholpen bij het geven en ontvangen van feedback? Leg je antwoord uit.


Kasboek

Voorbereiding a. Maak groepjes van vier studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier en een ruimte waar jullie gesprekken kunnen voeren. Uitvoering c. In tweetallen voeren jullie een gesprek over het kasboek. Om de beurt zijn jullie vader of sociaal werker. Het gezin houdt sinds kort een kasboek bij, maar dit gaat nog niet zo goed. De moeder geeft het meeste geld uit maar heeft vaak geen bonnetjes en vergeet om alles in het kasboek te noteren. Als sociaal werker geef je tips en beantwoord je de vragen van de vader. d. Welke vragen wil je als sociaal werker aan de cliënt stellen?

u' Ac

tie

Werkmodel Reflectiemodelgesprek <

Jullie voeren in groepjes van vier gesprekken over het bijhouden van een kasboek. Jullie werken met een gezin van een vader, een moeder en drie kinderen en voeren het gesprek met de vader.

.

Werkmodel Observatieformulier <

Gesprek kasboek gezin

fb .v

Oefening 21

e. De andere twee studenten observeren het gesprek met behulp van het Werkmodel Observatieformulier en maken hiervoor zelf categorieën waarop ze het gesprek observeren. Welke categorieën heb jij bedacht?

er

ij

Ed

f. Voer het gesprek en observeer het gesprek. g. Wissel van rol zodat alle studenten de rol van sociaal werker hebben gespeeld. h. De observatoren bespreken de observaties met de studenten die het gesprek gevoerd hebben. Ze gaan in op de zelfbedachte categorieën. Wat zeiden de observatoren over jou? Wat vind je hiervan?

U

itg

ev

i. Na afloop van het gesprek vul je individueel het Werkmodel Reflectiemodelgesprek in. Controle j. Wat ging er goed? Wat niet?

Reflectie k. Waar ben je trots op?

l.

Heeft het Werkmodel Observatieformulier je geholpen bij het geven en ontvangen van feedback? Leg je antwoord uit.

21


Kasboek

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

m. Heeft het Werkmodel Reflectiemodelgesprek je geholpen bij het schrijven van een reflectie? Leg je antwoord uit.

22


Budget

Budget

.

Inleiding

Jullie maken in groepjes van twee een overzicht van verschillende voorbeelden van uitgaven. Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier. Uitvoering c. Jullie maken een overzicht met daarop verschillende soorten uitgaven (dagelijkse uitgaven, vaste lasten en incidentele uitgaven). Het overzicht moet in de praktijk bruikbaar zijn voor cliënten. Geef van iedere vorm van uitgaven minimaal drie voorbeelden. d. Welke voorbeelden hebben jullie bedacht?

Ed

Werkmodel Presenteren <

Overzicht uitgaven

u' Ac

Oefening 22

Je kunt een overzicht maken van verschillende inkomsten en uitgaven. Je kunt een budget opstellen. Je kunt een gesprek voeren met een cliënt over het budget en daarbij rekening houden met de passende wet- en regelgeving.

tie

• • •

fb .v

Door het opstellen van een budget kun je de financiën onder controle houden. Je weet door alle uitgaven vast te leggen waar je geld aan uitgeeft en waar je eventueel op kunt besparen.

ev

er

ij

e. Jullie presenteren het overzicht aan de groep. f. De groep geeft jullie feedback door een tip en een top te geven. Welke tip hebben jullie gekregen? Wat vind je daarvan?

U

itg

g. Welke top hebben jullie gekregen? Wat vind je daarvan?

Controle h. Is het gelukt om bij iedere vorm van inkomsten drie voorbeelden te bedenken?

Reflectie i. Heb je tijdens de presentatie kunnen doen wat je wilde doen en hoe heb je dit ervaren?

23


Budget

Voorbereiding a. Maak groepjes van vier studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier en een computer of tablet met internetverbinding. Uitvoering c. Bekijk het filmpje Budgetteren: Hoe ga je met geld om? d. Bespreek jullie persoonlijke ervaringen met budgetteren. Wat weet je al van budgetteren?

tie

Filmpje Budgetteren: Hoe ga je met geld om? <

Jullie lezen de Theoriebron Budget en bekijken het filmpje ‘Budgetteren: Hoe ga je met geld om?’

.

Theoriebron Budget <

Budget

fb .v

Oefening 23

u' Ac

e. Jullie bespreken jullie persoonlijke ervaringen met jullie budget. Houden jullie iedere maand geld over of komen jullie geld te kort?

Ed

f. Bespreek samen op welke uitgaven je kunt besparen om iedere maand voldoende budget over te houden. Bedenk samen tien tips om geld te besparen.

ev

er

ij

g. Presenteer de tien bespaartips aan de groep. Controle h. Wat neem je mee van deze ervaring voor een volgende opdracht?

itg

Reflectie i. Hoe is de samenwerking in het groepje verlopen?

Oefening 24

U

Theoriebron Budget <

Digitaal budget Mira Jullie lezen de Theoriebron Budget en bekijken op internet verschillende mogelijkheden om digitaal een budget op te stellen. Jullie stellen een budget op voor Mira, een alleenstaande moeder met een bijstandsuitkering en twee thuiswonende kinderen. Mira woont met haar kinderen in een huurhuis en ontvangt huurtoeslag en een kindgebonden budget. Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten.

24


Budget

fb .v

.

b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier en een computer of tablet met internetverbinding. Uitvoering c. Bekijk op internet verschillende mogelijkheden voor het digitaal opstellen van een budget. d. Welke mogelijkheden hebben jullie gevonden?

tie

e. Jullie kiezen een methode die jullie prettig lijkt om mee te werken. Welke methode hebben jullie gekozen? En waarom?

u' Ac

f. Stel een budget op met behulp van de gekozen methode. Wat vonden jullie positief aan de methode?

g. Wat vonden jullie minder positief?

Ed

Controle h. Is het gelukt om zowel positieve als minder positieve punten te benoemen?

ev

er

ij

Reflectie i. Wat was jouw aandeel tijden het opstellen van het budget?

Oefening 25

Eigen budget

U

itg

Je leest Theoriebron Budget en je maakt een overzicht van jouw eigen budget. Voorbereiding a. Zorg ervoor dat je beschikt over pen en papier. b. Bedenk wat jouw budget is. Uitvoering c. Je maakt een overzicht van jouw eigen inkomsten. d. Welke vormen van inkomsten heb je?

e. Je maakt een overzicht van jouw eigen uitgaven.

25


Budget

Jullie maken een overzicht met punten die je bij het opstellen van een budget kunt bespreken met een cliënt met schulden bij verschillende schuldeisers. Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier. Uitvoering c. Jullie maken een overzicht met minimaal tien punten die je kunt bespreken met een cliënt tijdens het opstellen van een budget. Welke punten hebben jullie in het overzicht gezet?

U

itg

ev

er

ij

Werkmodel Observatieformulier <

Budget bespreken

Ed

Oefening 26

u' Ac

Reflectie j. Wat vond je moeilijk? Hoe kwam dat?

tie

Controle i. Wat ging er goed? Wat niet?

fb .v

g. Bereken wat jouw budget is door de uitgaven van de inkomsten af te trekken. h. Klopte jouw budget met wat je van tevoren verwacht had?

.

f. Welke vormen van uitgaven heb je?

26

d. Jullie voeren een gesprek met de cliënt over het budget. Om de beurt zijn jullie cliënt of sociaal werker. Jullie bespreken de tien punten die jullie in het overzicht hebben gezet. Welke vragen heb je als sociaal werker aan de cliënt gesteld?

e. Bespreek met een ander tweetal jullie overzicht. Vul jullie overzicht eventueel aan met punten van het andere tweetal. Welke punten hebben jullie toegevoegd aan jullie overzicht?


Budget

fb .v

Reflectie g. Hoe is de samenwerking in het groepje verlopen?

.

Controle f. Is het gelukt om tien punten voor het overzicht te bedenken?

Jullie voeren in groepjes van vier gesprekken met volwassenen met een verslavingsprobleem over het budget. Voorbereiding a. Maak groepjes van vier studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier en een ruimte waar jullie gesprekken kunnen voeren. Uitvoering c. In tweetallen voeren jullie een gesprek over het budget. Om de beurt zijn jullie cliënt of sociaal werker. De cliënt heeft een verslaving en weet niet goed wat zijn inkomsten en uitgaven zijn. Als sociaal werker bespreek je hoe jullie samen een budget op kunnen stellen. Aan het einde van het gesprek maak je afspraken met de cliënt over het vervolg. d. De andere twee studenten observeren het gesprek met behulp van het Werkmodel Observatieformulier en noteren positieve punten en verbeterpunten voor de student in de rol van sociaal werker. Welke positieve punten en verbeterpunten heb je ontvangen? Wat vind je hiervan?

ev

er

ij

Werkmodel Reflectiemodelgesprek <

u' Ac

Werkmodel Observatieformulier <

Gesprek budget

Ed

Oefening 27

tie

h. Heeft het Werkmodel Observatieformulier je geholpen bij het observeren van het gesprek? Leg je antwoord uit.

U

itg

e. Welke vragen heb je als sociaal werker aan de cliënt gesteld?

f. Welke afspraken heb je met de cliënt gemaakt?

g. Na afloop van het gesprek vul je individueel het Werkmodel Reflectiemodelgesprek in. h. Hierna wisselen jullie van rol zodat elke student een keer de rol van sociaal werker heeft gespeeld.

27


Budget

Welke feedback heb je gekregen? Wat vind je daarvan?

fb .v

j.

.

Controle i. Is het gelukt om afspraken te maken met de cliĂŤnt over het vervolg?

Heeft het Werkmodel Observatieformulier je geholpen bij het observeren van het gesprek? Leg je antwoord uit.

u' Ac

l.

tie

Reflectie k. Hoe vond je het om een gesprek te voeren met een cliĂŤnt?

U

itg

ev

er

ij

Ed

m. Wat heb je geleerd van het invullen van het Werkmodel Reflectiemodelgesprek? Leg je antwoord uit.

28


Begroting

Begroting

.

Inleiding

Theoriebron Budget <

Eigen begroting

Lees de Theoriebron Budget en maak een begroting van jouw eigen inkomsten en uitgaven. Voorbereiding a. Zorg ervoor dat je beschikt over pen en papier. b. Wat verwacht je dat de uitkomst is van je begroting?

u' Ac

Oefening 28

Je kunt een begroting opstellen. Je kunt een gesprek voeren met een cliënt over de begroting en daarbij rekening houden met de passende wet- en regelgeving.

tie

• •

fb .v

Als sociaal werker help je in de beroepspraktijk ook cliënten met financiële problemen. Door samen met een cliënt een begroting te maken kun je duidelijkheid krijgen over wat de cliënt per jaar te besteden heeft.

Ed

Uitvoering c. Je maakt een begroting van jouw eigen inkomsten en uitgaven. d. Klopte jouw begroting met wat je van tevoren verwacht had?

er

ij

Controle e. Is het gelukt een begroting te maken?

itg

ev

Reflectie f. Wat vond je moeilijk? Hoe kwam dat?

Oefening 29

U

Theoriebron Begroting <

Digitale begroting Jullie lezen de Theoriebron Begroting en bekijken op internet verschillende mogelijkheden om een digitale begroting te maken. Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier en een computer of tablet met internetverbinding. Uitvoering c. Bekijk op internet verschillende mogelijkheden voor het maken van een digitale begroting.

29


Begroting

.

Welke mogelijkheden hebben jullie gevonden?

fb .v

d. Jullie kiezen een methode die jullie prettig lijkt om mee te werken. Welke methode hebben jullie gekozen? En waarom?

u' Ac

f. Wat vonden jullie minder positief?

tie

e. Maak een begroting met behulp van de gekozen methode. Wat vonden jullie positief aan de methode?

Ed

Controle g. Is het gelukt om zowel positieve als minder positieve punten te benoemen?

er

ij

Reflectie h. Wat was jouw aandeel tijdens het maken van de begroting?

Oefening 30

Begroting Ellen

U

itg

ev

Jullie maken een overzicht met punten die je bij het maken van een begroting kunt bespreken met Ellen, een meisje van 17 jaar dat voor het eerst op zichzelf gaat wonen.

30

Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier. Uitvoering c. Jullie maken een overzicht met minimaal tien punten die je kunt bespreken met Ellen tijdens het maken van een begroting. Welke punten hebben jullie in het overzicht gezet?


Begroting

Jullie voeren in groepjes van vier gesprekken met cliënten over de begroting. Bedenk hiervoor zelf een casus. Voorbereiding a. Maak groepjes van vier studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier en een ruimte waar jullie gesprekken kunnen voeren. c. Bedenk een casus. Welke casus hebben jullie bedacht?

ij

Werkmodel Reflectiemodelgesprek <

u' Ac

Werkmodel Observatieformulier <

Gesprek begroting

Ed

Oefening 31

tie

Reflectie f. Waar ben je trots op?

fb .v

Controle e. Wat kun je de volgende keer beter of anders aanpakken?

.

d. Bespreek met een ander tweetal jullie overzicht. Vul jullie overzicht eventueel aan met punten van het andere tweetal. Welke punten hebben jullie toegevoegd aan jullie overzicht?

U

itg

ev

er

Uitvoering d. In tweetallen voeren jullie een gesprek over de begroting. Om de beurt zijn jullie cliënt of sociaal werker. Als sociaal werker bespreek je met de cliënt de uitkomsten van de begroting. Aan het einde van het gesprek maak je afspraken met de cliënt over het vervolg. e. De andere twee studenten observeren het gesprek met behulp van het Werkmodel Observatieformulier en noteren positieve punten en verbeterpunten voor de student in de rol van sociaal werker. f. Voer het gesprek en observeer het gesprek. g. De observatoren bespreken de feedback met de studenten die het gesprek gevoerd hebben door in te gaan op positieve punten en verbeterpunten. h. Welke positieve punten en verbeterpunten heb je ontvangen? Wat vind je hiervan?

i. j.

Na afloop van het gesprek vul je individueel het Werkmodel Reflectiemodelgesprek in. Hierna wisselen jullie van rol zodat elke student een keer de rol van sociaal werker heeft gespeeld.

31


Begroting

fb .v

Reflectie l. Heb je kunnen doen wat je wilde doen en hoe heb je dit ervaren?

.

Controle k. Is het gelukt om afspraken te maken met de cliĂŤnt over het vervolg?

tie

m. Heeft het Werkmodel Observatieformulier je geholpen bij het observeren van het gesprek? Leg je antwoord uit.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

n. Heeft het Werkmodel Reflectiemodelgesprek je geholpen bij het schrijven van de reflectie? Leg je antwoord uit.

32


Factuur en offerte

Factuur en offerte

.

Inleiding

Jullie lezen de Theoriebron Factuur en verzamelen verschillende facturen.

Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier en een computer of tablet met internetverbinding. Uitvoering c. Jullie verzamelen minimaal tien verschillende facturen. Welke facturen hebben jullie gevonden?

Ed

Theoriebron Factuur <

Oefening Facturen

u' Ac

Oefening 32

Je kunt een factuur opstellen voor een cliënt. Je kunt een factuur opstellen voor een organisatie. Je kunt een offerte opstellen voor een cliënt. Je kunt een offerte opstellen voor een organisatie.

tie

• • • •

fb .v

In de beroepspraktijk heb je als sociaal werker regelmatig te maken met facturen en offertes. Hierbij kan het gaan om offertes en facturen voor cliënten en ook voor organisaties.

er

ij

d. Jullie vergelijken de facturen met elkaar en zoeken naar overeenkomsten en verschillen. Welke overeenkomsten hebben jullie gevonden?

f. Jullie maken een checklist met daarop minimaal tien punten die niet mogen ontbreken bij het opstellen van een factuur. g. Bespreek met een ander tweetal jullie overzicht. Vul jullie overzicht eventueel aan met punten van het andere tweetal. h. Welke punten hebben jullie toegevoegd aan jullie overzicht?

U

itg

ev

e. Welke verschillen hebben jullie gevonden?

i.

Jullie maken een factuur voor een cliënt voor een eigen bijdrage voor een dagje weg. In de factuur zijn in ieder geval de tien punten van het overzicht verwerkt. Jullie leveren de factuur in bij de docent.

33


Factuur en offerte

Theoriebron Factuur <

Factuur Maico

Jullie lezen de Theoriebron Factuur en stellen een offerte op. Jullie werken voor een organisatie voor thuisbegeleiding. De factuur die jullie maken is voor Maico de Jonge, een cliĂŤnt die iedere week een uur begeleiding krijgt.

tie

Oefening 33

fb .v

Reflectie k. Wat vond je moeilijk? Hoe kwam dat?

.

Controle j. Wat zou je de volgende keer op dezelfde manier aanpakken?

Ed

u' Ac

Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier en een computer of tablet met internetverbinding. Uitvoering c. Jullie stellen een factuur op voor Maico. Zorg ervoor dat de factuur duidelijk en compleet is. Op de factuur moeten in ieder geval de geleverde diensten staan, de gegevens van Maico, de gegevens van de organisatie, de betaaltermijn en de datum. d. Bespreek met een ander tweetal jullie factuur en geef elkaar feedback. e. Welke feedback hebben jullie ontvangen?

ev

er

ij

f. Pas de factuur eventueel aan met behulp van de ontvangen feedback. Lever de factuur in bij de docent. Controle g. Wat was jouw taak?

U

itg

Reflectie h. Waar ben je trots op?

Oefening 34

Website Belastingdienst <

34

Factuur Belastingdienst Jullie bekijken de website van de Belastingdienst en lezen de informatie over het opstellen van een factuur. Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier en een computer of tablet met internetverbinding.


Factuur en offerte

fb .v

.

Uitvoering c. Jullie lezen de informatie op de website van de Belastingdienst over het opstellen van een factuur. d. Welke punten mogen niet ontbreken op een factuur?

tie

e. Jullie zoeken naar drie facturen en controleren of de facturen voldoen aan de eisen van de Belastingdienst. Welke punten ontbreken op de facturen?

u' Ac

Controle f. Is het gelukt om drie facturen te controleren?

Jullie lezen de Theoriebron Factuur en stellen een factuur op voor een organisatie. Jullie hebben een lezing gegeven voor ouders van verslaafde jongeren bij een oudervereniging. De factuur is bedoeld voor de oudervereniging.

er

Theoriebron Factuur <

Factuur oudervereniging

ij

Oefening 35

Ed

Reflectie g. Wat heb je van deze oefening geleerd?

U

itg

ev

Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier en een computer of tablet met internetverbinding. Uitvoering c. Jullie stellen een factuur op voor een organisatie. Zorg ervoor dat de factuur duidelijk en compleet is. Bespreek met een ander tweetal jullie factuur en geef elkaar feedback. d. Welke feedback hebben jullie ontvangen?

e. Pas de factuur eventueel aan met behulp van de feedback. Lever de factuur in bij de docent. Controle f. Wat zou je de volgende keer op dezelfde manier aanpakken?

35


Factuur en offerte

Jullie lezen de Theoriebron Factuur en verzamelen verschillende facturen.

Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier en een computer of tablet met internetverbinding. Uitvoering c. Jullie verzamelen minimaal vijf verschillende offertes. d. Welke offertes hebben jullie gevonden?

u' Ac

tie

Theoriebron Factuur <

Offertes

fb .v

Oefening 36

.

Reflectie g. Waar ben je trots op?

Ed

e. Jullie vergelijken de offertes met elkaar en zoeken naar overeenkomsten en verschillen. Welke overeenkomsten hebben jullie gevonden?

f. Welke verschillen hebben jullie gevonden?

U

itg

ev

er

ij

g. Jullie maken een checklist met daarop minimaal tien punten die niet mogen ontbreken bij het opstellen van een offerte. h. Bespreek met een ander tweetal jullie overzicht. Vul jullie overzicht eventueel aan met punten van het andere tweetal. i. Welke punten hebben jullie toegevoegd aan jullie overzicht?

36

Controle j. Wat ging er goed? Wat niet?

Reflectie k. Hoe is de samenwerking in het groepje verlopen?


Factuur en offerte

Oefening 37 Theoriebron Factuur <

Offerte Dinja Jullie lezen de Theoriebron Factuur en stellen een offerte op. Jullie werken voor een organisatie die begeleiding bij thuisadministratie biedt. Dinja Brouwers wil graag weten wat de kosten hiervoor zijn.

tie

fb .v

.

Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier en een computer of tablet met internetverbinding. Uitvoering c. Jullie stellen een offerte op voor Dinja. Zorg ervoor dat de offerte duidelijk en compleet is. Bespreek met een ander tweetal jullie offerte en geef elkaar feedback. d. Welke feedback hebben jullie ontvangen?

u' Ac

e. Pas de offerte eventueel aan met behulp van de feedback. Lever de offerte in bij de docent. Controle f. Is het gelukt om een complete offerte op te stellen?

Ed

Reflectie g. Wat heb je van deze oefening geleerd?

In een offerte staat vaak veel informatie, soms te veel maar soms ook te weinig. Wat moet er eigenlijk precies in een offerte staan?

er

Filmpje Hoe maakt u een goede offerte? <

Offertes opstellen

ij

Oefening 38

U

itg

ev

Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier en een computer of tablet met internetverbinding. Uitvoering c. Jullie bekijken het filmpje over het opstellen van een offerte. d. Welke punten mogen niet ontbreken op een offerte?

37


Factuur en offerte

fb .v

.

e. Jullie zoeken naar drie offertes en controleren of de offertes voldoen aan de punten. Welke punten ontbreken op de offertes?

Controle f. Wat kun je de volgende keer beter of anders aanpakken?

Theoriebron Factuur <

Jullie lezen de Theoriebron Factuur en stellen een offerte op voor een organisatie voor gezinsbegeleiding. De organisatie wil graag een informatiedag houden voor ouders en vraagt of jullie een workshop kunnen houden over communicatie en wat de kosten hiervoor zijn. De offerte die jullie maken is bedoeld voor de organisatie. Voorbereiding a. Maak groepjes van twee studenten. b. Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier en een computer of tablet met internetverbinding. Uitvoering c. Jullie stellen een offerte op voor een organisatie. Zorg ervoor dat de offerte duidelijk en compleet is. Bespreek met een ander tweetal jullie offerte en geef elkaar feedback. d. Welke feedback hebben jullie ontvangen?

ev

er

ij

Werkmodel Feedback geven en ontvangen <

Offerte workshop

Ed

Oefening 39

u' Ac

tie

Reflectie g. Wat neem je mee van deze ervaring voor een volgende opdracht?

U

itg

e. Pas de offerte eventueel aan met behulp van de feedback. Lever de offerte in bij de docent. Controle f. Wat vond je moeilijk? Hoe kwam dat?

38

Reflectie g. Wat heb je van deze oefening geleerd?


Factuur en offerte

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

h. Heeft het Werkmodel Feedback geven en ontvangen je geholpen tijdens deze opdracht? Leg je antwoord uit.

39


Reflectie

Reflectie Bedenk een moment of situatie tijdens het werken aan de training waarvan je nu vindt dat je het in het vervolg anders zou moeten aanpakken. Kijk terug en doe dit met behulp van de STARRT-methode. Lever het reflectieverslag in bij je docent.

.

Werkmodel STARRT-methode <

Reflecteren

fb .v

Oefening 40

Wat heb je geleerd van deze training? Wat is de relatie van het geleerde met de beroepspraktijk?

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Op welk moment was je tevreden over jouw eigen inbreng tijdens het werken aan deze training en waarom?

40


Theoriebron Administratie

Theoriebron Administratie

.

Inleiding

Administratie

fb .v

Als sociaal werker heb je in de beroepspraktijk te maken met verschillende administratieve gegevens. Je helpt cliënten bijvoorbeeld met hun persoonlijke administratie, maar je houdt zelf ook verschillende gegevens bij.

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Met administratie wordt het vastleggen en verzamelen van gegevens bedoeld, zowel digitaal als op papier. Voorbeelden van deze gegevens zijn kassabonnen, facturen, contracten en afschriften. Het bijhouden van de administratie kun je op verschillende manieren doen, bijvoorbeeld in mappen, met een administratie softwareprogramma of een in een Excel-sheet. Wanneer je kiest voor digitale administratie kun je documenten scannen. Het goed bijhouden van de administratie zorgt voor overzicht en kan bijvoorbeeld een duidelijk overzicht geven van inkomsten en uitgaven. Als sociaal werker houd je ook een administratie bij. Je schrijft bijvoorbeeld verslagen en rapporten over cliënten. En je helpt cliënten met het opstellen en bijhouden van de administratie.

ev

Administratie.

U

itg

Taken De administratieve taken van een sociaal werker kunnen heel verschillend zijn. Je schrijft bijvoorbeeld verslagen en rapporten, je registreert telefoontjes en archiveert documenten. Daarnaast controleer je gegevens, wissel je informatie uit met organisaties en help je cliënten bijvoorbeeld met hun administratie. Binnen de beroepspraktijk worden op verschillende manieren gegevens geregistreerd. Bij een VVE peuterspeelzaal worden bijvoorbeeld observatie- en registratielijsten gebruikt om de ontwikkeling van kinderen in beeld te brengen. Bij de buitenschoolse opvang moet bijvoorbeeld bijgehouden worden welke kinderen op welke dagen aanwezig zijn. En binnen de verslavingszorg worden bijvoorbeeld infectieziekten geregistreerd om goede zorg te kunnen leveren.

41


Theoriebron Administratie

Vaardigheden

fb .v

.

Voor administratieve taken heb je verschillende vaardigheden nodig. In de beroepspraktijk schrijf je bijvoorbeeld brieven, je controleert gegevens, beantwoordt telefoontjes en vult formulieren in. Hiervoor heb je kennis nodig van bijvoorbeeld Word, Excel, e-mail en internet en daarnaast heb je goede communicatieve vaardigheden nodig. Het is belangrijk dat je administratieve werkzaamheden goed kunt plannen en organiseren. Om bepaalde doelen te bereiken moet je prioriteiten kunnen stellen en de benodigde tijd voor activiteiten kunnen bepalen. Daarnaast is het belangrijk dat je de werkzaamheden goed kunt ordenen zodat alle gegevens waar je mee werkt overzichtelijk blijven. En door de wisselde taken en verantwoordelijkheden is het noodzakelijk dat je flexibel bent.

tie

Wetgeving

u' Ac

In de beroepspraktijk moeten organisaties rekening houden met bepaalde regels en wetgeving rondom administratie. Een peuterspeelzaal is bijvoorbeeld verplicht de gegevens van de ingeschreven kinderen bij te houden, zoals naam, geboortedatum, adres, telefoonnummer en de dagdelen waarvoor kinderen staan ingeschreven. Daarnaast moeten persoonlijke gegevens van medewerkers geregistreerd worden en de afschriften van de verklaringen van gedrag. Ook wordt aan ouders bepaalde informatie verstrekt, zoals het beleid van de speelzaal. Dit moet allemaal terug te vinden zijn in de administratie van de peuterspeelzaal.

U

itg

ev

er

ij

Ed

Het is verstandig om administratieve gegevens in ieder geval vijf jaar te bewaren. De Belastingdienst mag bijvoorbeeld tot vijf jaar terug belasting navorderen. Maar particulieren zijn wettelijk niet verplicht om administratieve gegevens te bewaren. Voor de Belastingdienst moeten administratieve gegevens van bedrijven en zelfstandigen zeven jaar bewaard worden.

42


Theoriebron Verslagleggen en rapporteren

Inleiding

fb .v

.

Theoriebron Verslagleggen en rapporteren

Verslaglegging

tie

Als sociaal werker lees en schrijf je regelmatig verslagen en rapporten. Verslagleggen en rapporteren wordt voor verschillende doelen en voor verschillende doelgroepen gedaan.

u' Ac

Met verslaglegging wordt het vastleggen van gegevens bedoeld over een bepaalde situatie. In een verslag wordt een bepaalde gebeurtenis, handeling of bevinding beschreven. Zoals een verslag over een observatie of een signalering van een probleem of risico. Het taalgebruik in het verslag hangt af van de doelgroep en met welk doel het verslag geschreven wordt.

ev

er

ij

Ed

In de beroepspraktijk ben je als sociaal werker regelmatig bezig met verslaglegging. Je schrijft bijvoorbeeld notulen na een vergadering of een evaluatie- of reflectieverslag. Daarnaast schrijf je bijvoorbeeld een verslag van een onderzoek, een studiemiddag of na een gesprek met een cliënt. Je kunt ook een verslag schrijven voor eigen gebruik, bijvoorbeeld een samenvatting van gelezen informatie.

U

itg

Verslagleggen en rapporteren.

Rapporteren Met rapporteren wordt het schriftelijk of mondeling overdragen van informatie bedoeld. Rapporteren is in de beroepspraktijk een belangrijk communicatiemiddel met derden, bijvoorbeeld met collega’s of andere instanties. In een schriftelijke rapportage beschrijf je bijvoorbeeld wat de uitkomsten zijn van een onderzoek of je geeft een bepaald advies. Je kunt ook gebruikmaken van rapportagelijsten, beoordelingsschalen of observatieschema’s. Daarnaast is het ook mogelijk om mondeling te rapporteren. In een mondelinge rapportage kun je informatie toelichten en je kunt direct waarnemen welk effect de informatie heeft op anderen.

43


Theoriebron Verslagleggen en rapporteren

Bij rapporteren is het belangrijk dat je zo objectief mogelijk rapporteert, zakelijke taal gebruikt en dat je rekening houdt met de doelgroep. Binnen organisaties gelden vaak bepaalde richtlijnen voor het opstellen van een rapportage.

fb .v

.

Vertrouwelijke informatie

Tijdens je werkzaamheden als sociaal werker krijg je van cliënten en professionals veel informatie. Cliënten vertellen je bijvoorbeeld over schulden, alcoholgebruik of problemen met de omgeving. Voor andere professionals kan het soms belangrijk zijn om op de hoogte te zijn van de informatie die jij van een cliënt of de omgeving hebt ontvangen. Het omgaan met deze informatie kan soms zorgen voor dilemma’s. Welke informatie deel je wel en welke informatie niet?

u' Ac

tie

Binnen organisaties worden persoonsgegevens van cliënten gebruikt en uitgewisseld. Het is belangrijk dat je zorgvuldig omgaat met persoonsgegevens van cliënten en dat je steeds nadenkt over het middel dat je kiest om informatie te verstrekken en welke informatie je wel of niet geeft. In Nederland zijn de regels voor het omgaan met persoonsgegevens vastgelegd in de Wet bescherming persoonsgegevens. In deze wet staat wat er wel en niet mag met persoonlijke gegevens. Bijvoorbeeld het recht op inzage in persoonlijke gegevens.

Informatie delen

Waarom? Met welk doel deel je bepaalde informatie? Welke belangen spelen mee? Het belang van de cliënt moet hierbij steeds centraal staan. Wie? Aan wie geef je bepaalde informatie door? Welke band heeft de persoon met de cliënt? Moet de persoon zich houden aan het beroepsgeheim? Wat? Is de informatie die gegeven/gevraagd wordt nodig om de cliënt verder te helpen? Alleen de hoofdzaken delen is meestal wel voldoende. Hoe? Op welke manier wordt de informatie gedeeld? Zijn er andere personen aanwezig? Wordt de informatie opgenomen in een dossier? Wie hebben toegang tot de informatie?

ij

Ed

Het is belangrijk dat je zorgvuldig omgaat met de informatie die je van cliënten ontvangt en dat je van tevoren goed nadenkt over de informatie die je wel of niet deelt met andere personen. De volgende vragen kunnen hierbij helpen.

er

U

itg

ev

44


Theoriebron Kasboek

Theoriebron Kasboek

.

Inleiding

fb .v

In de beroepspraktijk werk je als sociaal werker met veel verschillende cliënten. Cliënten hebben soms schulden of geen overzicht in hun financiën, dan kan het opstellen van een kasboek raadzaam zijn. Door het bijhouden van een kasboek kun je precies zien waar het geld vandaan komt en waar het naartoe gaat.

tie

Kasboek

ij

Ed

u' Ac

Een kasboek is een hulpmiddel om overzicht en inzicht te krijgen in geldzaken. In een kasboek worden alle inkomsten en uitgaven genoteerd. Hierdoor is duidelijk te zien waar het geld naartoe gaat. Wanneer je een kasboek zorgvuldig bijhoudt, kun je snel en gemakkelijk inzicht krijgen in de dagelijkse uitgaven. Voor een kasboek kan bijvoorbeeld een schrift of notitieboekje gebruikt worden of een computerprogramma zoals Excel. Daarnaast zijn er ook verschillende digitale kasboeken.

er

Kasboek bijhouden.

U

itg

ev

Inkomsten en uitgaven Wanneer je begint met een kasboek, bepaal je wat je precies wilt bijhouden. Je noteert alle inkomsten en telt deze bij elkaar op. Je maakt een overzicht met daarin bijvoorbeeld het salaris, toeslagen, uitkeringen en subsidies. Dit doe je bijvoorbeeld op de ene bladzijde van een boekje. Op de andere bladzijde noteer je dan alle uitgaven. Datum

Inkomsten

Categorie

22-6

935,40

Bijstandsuitkering

28-6

125,36

Huurtoeslag

29-6

193,00

Kindgebonden budget

Totaal

1253,76

45


Theoriebron Kasboek

Datum

Eten en drinken

12-7

14,80

Huisdieren

63,00 Uitgave

12-7

14,80

13-7

29,95

13-7

63,00

Nibud

er ev itg

U 46

Categorie

Eten en drinken Kleding

Verzekering

Op de website van het Nibud is veel informatie te vinden over uitgaven, inkomsten, sparen en lenen. Het Nibud heeft verschillende tools ontwikkeld om financiële situaties te berekenen en te vergelijken. Om bijvoorbeeld te weten te komen op welke toeslagen en subsidies je recht hebt kun je gebruikmaken van de rekenhulp op Bereken uw recht.

ij

Pagina Bereken uw recht op Nibud.nl <

29,95

Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) is een onafhankelijke stichting die voorlichting geeft over geldzaken. Het Nibud heeft kennis over huishoudfinanciën en verzamelt hier gegevens over. Er wordt onderzoek gedaan en gegevens worden geanalyseerd waardoor adviezen en hulpmiddelen ontwikkeld kunnen worden.

Ed

Website Nibud <

Cadeautjes

u' Ac

Datum

Kleding

tie

13-7

Verzekeringen

fb .v

.

Voor de uitgaven maak je een overzicht met daarin bepaalde categorieën. Bijvoorbeeld eten en drinken, huisdieren, cadeautjes, telefoonkosten, kleding, verzekeringen voor het huis en de auto. Bij iedere uitgave die je in de maand doet, noteer je de categorie. Dit kun je op verschillende manieren doen. Aan het einde van de maand kun je de totale kosten per categorie berekenen en dan weet je precies wat je die maand bijvoorbeeld hebt uitgegeven aan eten en drinken. Hierdoor krijg je overzicht en kun je bepalen waar je eventueel op wilt bezuinigen.


Theoriebron Budget

Theoriebron Budget

.

Inleiding

fb .v

Door het opstellen van een budget kun je de financiĂŤn onder controle houden. Je weet waar het geld naartoe gaat en je kunt genoeg opzij zetten om de rekeningen te betalen. Wanneer je alle uitgaven vastlegt weet je waar je geld aan uitgeeft en waar je eventueel op kunt besparen.

tie

Inkomsten

Uitgaven

u' Ac

Het bedrag wat je van een werkgever op je rekening ontvangt is het netto-inkomen. Dit is het bedrag wat overblijft van het bruto-inkomen na aftrek van belastingen en premies. Daarnaast kun je ook andere inkomsten hebben zoals een uitkering of bijvoorbeeld zorgof huurtoeslag. Bij het opstellen van een budget noteer je al deze inkomsten.

Geld voor dagelijkse uitgaven.

U

itg

ev

er

ij

Ed

Iedere maand heb je verschillende uitgaven. Bijvoorbeeld uitgaven die je regelmatig doet zoals boodschappen. Dit worden dagelijkse uitgaven genoemd. Daarnaast heb je uitgaven die regelmatig terugkeren met ongeveer hetzelfde bedrag, zoals de huur en gas, water en licht. Dit worden vaste lasten genoemd. En uitgaven die je maar af en toe doet zijn incidentele uitgaven, zoals het kopen van een nieuwe fiets.

47


Theoriebron Budget

Budget

Inkomsten per maand 1.800

Totaal

1.800

Uitgaven per maand

800

Verzekeringen

250

Boodschappen

400

Vervoer Totaal

u' Ac

Huur, gas, water en licht

Telefoon, tv, internet

100

ij

Ed

160

er ev itg

U

90

1.640

Budget

48

tie

Salaris

fb .v

.

Wanneer je een budget opstelt, noteer je alle maandelijkse inkomsten en uitgaven. Je maakt een berekening van de totale inkomsten en van de totale uitgaven. Wanneer je alle uitgaven van de inkomsten aftrekt, zie je wat je per maand overhoudt. Dit is het budget wat je te besteden heb. Maar het kan ook dat je geld tekort komt. Als blijkt dat je te veel geld uitgeeft, moet je prioriteiten stellen wat betreft je uitgaven.


Theoriebron Begroting

Theoriebron Begroting

.

Inleiding

fb .v

In de beroepspraktijk help je als sociaal werker ook cliënten met financiële problemen of mensen die het risico lopen om in de financiële problemen te komen. Samen met cliënten kun je een begroting maken om duidelijkheid te krijgen over wat de cliënt per jaar te besteden heeft. Daarnaast is het mogelijk dat je voor je werk een begroting op moet stellen.

tie

Begroting

Inkomsten per jaar Salaris

21.600

Ed

vakantiegeld Totaal

u' Ac

Een begroting is een voorlopige berekening van de inkomsten en uitgaven voor het komende jaar. Een begroting laat zien hoeveel geld je hebt en geeft duidelijkheid over wat je kunt besteden. Er zijn inkomsten en uitgaven die maandelijks terugkomen, ieder kwartaal, ieder halfjaar of ieder jaar. Op een bankafschrift of het rekeningoverzicht via internetbankieren of mobiel bankieren kun je vinden hoeveel geld er binnenkomt. Wanneer je alle inkomsten en uitgaven van een heel jaar berekent, kun je uitrekenen wat je er overblijft om bijvoorbeeld te sparen voor een grote uitgave.

1.728

23.328

9.600

Verzekeringen

3.000

Boodschappen

Telefoon, tv, internet

1.080

Vervoer

1.200

4.800

Totaal

19.680

Totaal

3.648

U

itg

ev

er

Huur, gas, water en licht

ij

Uitgaven per jaar

Wanneer je weet wat er per jaar overblijft, wil dit niet zeggen dat je dit bedrag vrij kunt besteden. Je kunt gedurende een jaar ineens onverwachte kosten hebben. De koelkast gaat bijvoorbeeld stuk of je moet aan het einde van het jaar toch nog bijbetalen voor gas, water en licht.

49


Theoriebron Begroting

Begrotingstekort

u' Ac

tie

fb .v

.

Een begrotingstekort ontstaat wanneer de uitgaven hoger liggen dan de inkomsten. De overheid maakt bijvoorbeeld ook ieder jaar een begroting en als blijkt dat er een begrotingstekort is moet er geld geleend worden. Het bedrag wat geleend moet worden, wordt het begrotingstekort genoemd. Door te zorgen voor meer inkomsten kun je het begrotingstekort verkleinen.

U

itg

ev

er

ij

Ed

Inkomsten en uitgaven berekenen.

50


Theoriebron Factuur

Theoriebron Factuur

.

Inleiding

Offerte.

Ed

Factuur

u' Ac

tie

fb .v

In de beroepspraktijk heb je als sociaal werker ook te maken met facturen. Op een factuur staat wat iemand heeft ontvangen en wat iemand moet betalen.

ij

Een factuur is een overzicht met daarop alle informatie over geleverde goederen en diensten en wat hiervoor betaald moet worden. Een factuur moet volgens de Belastingdienst aan verschillende eisen voldoen. Op een factuur moet bijvoorbeeld een datum staan, het volledige adres van de afnemer en om welke goederen of diensten het gaat. Ondernemers zijn verplicht om een facturenadministratie bij te houden.

er

Wanneer ontvang je een factuur? Facturen ontvang je bijvoorbeeld op papier wanneer je een nieuw bed koopt in de winkel. Bij een bestelling van een boek via internet, ontvang je vaak een factuur via e-mail. Facturen van een aankoop via internet of in de winkel ontvang je meestal eenmalig. Bij het afsluiten van een telefoon- of internetabonnement ontvang je vaak maandelijks een factuur. Van alle zaken die je koopt of bestelt ontvang je gewoonlijk een factuur. Ook een kassabon is een voorbeeld van een eenvoudige factuur. Op de site van Tuxx vind je verschillende voorbeelden van facturen.

U

itg

ev

Website Tuxx <

Offerte Een offerte is een aanbod van een opdrachtnemer naar een opdrachtgever. In een offerte staat wat de opdrachtnemer voor de opdrachtgever kan betekenen. Bijvoorbeeld een beschrijving van de uit te voeren werkzaamheden of producten en diensten die geleverd worden. Daarnaast worden bijvoorbeeld ook de tarieven, uren en geldigheidsduur vermeld.

51


Theoriebron Factuur

Offerte aanvragen

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Een offerte kun je aanvragen bij een bedrijf zodat je een keuze kunt maken voor de aanbieder. Wanneer je bijvoorbeeld het huis wilt laten schilderen, een advertentie wilt plaatsen of een professional wilt inhuren kun je bij verschillende bedrijven een offerte aanvragen. Door verschillende offertes met elkaar te vergelijken kun je bekijken wat het beste bij jouw situatie past. Op de site van Tuxx vind je verschillende voorbeelden van offertes.

52


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.