fb .v
.
Project
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
Deskundigheidsbevordering 2
Auteur(s): Nienke Koopman Inhoudelijke redactie: Napona Smid Titel: Deskundigheidsbevordering 2
©
tie
ISBN: 978 90 3724 036 8
fb .v
Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl
.
Colofon
Edu’Actief b.v. 2018
u' Ac
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Ed
Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
U
itg
ev
er
ij
Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.
4
Vooronderzoek
8
Ontwerpfase
9
Voorbereidingsfase Realisatiefase
11 12
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
Oplevering
10
fb .v
Over dit project
.
Inhoudsopgave
3
Over dit project
Over dit project
.
Inleiding
fb .v
Dit is een project waar je in tweetallen aan werkt. Je profileert jezelf op een bepaald onderwerp.
Je gaat aan de slag met een onderwerp uit de beroepspraktijk waarin je jezelf wilt ontwikkelen, bijvoorbeeld taalontwikkeling, kinderparticipatie, het stimuleren van de motoriek of een ander onderwerp dat je tijdens de beroepspraktijkvorming bent tegengekomen.
Ed
u' Ac
tie
Bij dit project is jullie docent/begeleider degene die de opdrachtgever vertegenwoordigt. Het is belangrijk om tijdens het werken aan het project contact te houden met de opdrachtgever om steeds te kunnen checken of je op de goede weg bent.
ij
Professionals in de kinderopvang.
er
Leerdoelen •
ev
•
Je hebt kennis van maatschappelijke, technologische en vakinhoudelijke ontwikkelingen binnen het beroep (PW/OA). Je kunt onderbouwen waarom je voor een bepaald onderwerp hebt gekozen en je kunt aangeven welke kennis je nog wilt verbreden op dit gebied. Je kunt informatie over de beroepsontwikkelingen vertalen naar de huidige beroepspraktijk. Je doet voorstellen om de beroepspraktijk te verbeteren door het ontwikkelen van een product. Je bediscussieert verbeteringen met collega's/betrokkenen. Je reflecteert op het resultaat van voorgestelde verbeteringen.
•
U
itg
•
4
• •
Collega’s.
Projectbeschrijving
u' Ac
Casus
tie
fb .v
.
Over dit project
Kinderopvang Bij de Stichting Peuterspeelzalen kunnen kinderen van 2 en 3 jaar terecht voor peuteropvang. Dieneke Bloemers is manager van Stichting Peuterspeelzalen.
Ed
Dieneke wil graag dat de pedagogisch medewerkers hun kennis en vaardigheden blijven ontwikkelen. Daarom wil Dieneke dat er in duo’s een actueel onderwerp wordt gekozen waar de pedagogisch medewerkers meer over willen weten. Het is de bedoeling dat het onderwerp aansluit bij de doelgroep en dat er een product ontwikkeld wordt dat gebruikt kan worden in de beroepspraktijk.
ij
Onderwijs Bij de Leonardoschool kunnen hoogbegaafde kinderen van 4 t/m 12 jaar terecht voor onderwijs. Tjarda van Santen is directrice van de Leonardoschool.
ev
er
Tjarda wil graag dat de leerkrachten en onderwijsassistenten op de school op de hoogte zijn van de actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Daarom wil Tjarda dat er in duo’s een actueel onderwerp wordt gekozen waar de onderwijsassistenten meer over willen weten. Het is de bedoeling dat het onderwerp aansluit bij de doelgroep en dat er een product ontwikkeld wordt dat gebruikt kan worden in de beroepspraktijk.
U
itg
Opdrachtgever Kinderopvang De opdrachtgever is manager Dieneke Bloemers van Stichting Peuterspeelzalen, waar jullie als pedagogisch medewerker werkzaam zijn. Stichting Peuterspeelzalen biedt peuteropvang aan kinderen van 2 en 3 jaar. Jullie docent/begeleider treedt op als vertegenwoordiger van de opdrachtgever. Onderwijs De opdrachtgever is Tjarda van Santen van de Leonardoschool, waar jullie als onderwijsassistent werkzaam zijn. De Leonardoschool biedt onderwijs aan hoogbegaafde kinderen van 4 t/m 12 jaar. Jullie docent/begeleider treedt op als vertegenwoordiger van de opdrachtgever.
5
Over dit project
Projectopdracht
fb .v
.
Kinderopvang Je krijgt de opdracht om een actueel onderwerp te kiezen waarin je je verder wilt verdiepen, bijvoorbeeld taalstimulering, kinderparticipatie of het stimuleren van de motoriek. De opdrachtgever wil graag dat je literatuuronderzoek doet en met behulp van de opgedane kennis een product ontwikkelt. Het is belangrijk dat het product gebruikt kan worden in de beroepspraktijk en goed aansluit bij de doelgroep en de visie van de Stichting Peuterspeelzalen. Wanneer je bijvoorbeeld kinderparticipatie als onderwerp hebt gekozen, doe je studie naar dit onderwerp en maak je vervolgens een product waarmee kinderparticipatie wordt bevorderd.
u' Ac
tie
Onderwijs Je krijgt de opdracht om een actueel onderwerp te kiezen waarin je je verder wilt verdiepen, bijvoorbeeld taalstimulering, kinderparticipatie of het stimuleren van de motoriek. De opdrachtgever wil graag dat je literatuuronderzoek doet en met behulp van de opgedane kennis een product ontwikkelt. Het is belangrijk dat het product gebruikt kan worden in de beroepspraktijk en goed aansluit bij de doelgroep en de visie van de Leonardoschool. Wanneer je bijvoorbeeld hebt gekozen voor het stimuleren van de motoriek, doe je studie naar dit onderwerp en maak je vervolgens een product waarmee de motoriek wordt gestimuleerd.
Ed
Projectproduct Je levert vijf producten op: 1. een vooronderzoek 2. een plan van aanpak 3. een productplan 4. een presentatie 5. een definitief product.
ij
Vooronderzoek • De doelgroep is duidelijk omschreven. • Het onderwerp is duidelijk omschreven. • De wet- en regelgeving rondom het onderwerp is duidelijk omschreven. • Niveau 3 gebruikt bij het vooronderzoek minimaal drie literatuurbronnen. • Niveau 4 gebruikt bij het vooronderzoek minimaal vijf literatuurbronnen.
U
itg
ev
er
Plan van aanpak • De organisatie en doelgroep zijn duidelijk omschreven. • De visie van de peuterspeelzaal/school is duidelijk omschreven. • De beginsituatie is duidelijk omschreven. • De doelen zijn duidelijk geformuleerd. • Het plan van aanpak is volledig.
6
Productplan • Het productplan is voorzien van een inhoudsopgave. • Het gekozen onderwerp is duidelijk omschreven met daarbij een verantwoording voor het gekozen onderwerp. • Het productplan sluit goed aan bij de doelgroep. • Het voorstel voor een product sluit aan bij de visie van de peuterspeelzaal/school. • De wet- en regelgeving rondom het onderwerp is duidelijk omschreven. • Niveau 4 maakt een literatuurlijst (boeken, websites, artikelen) met minimaal tien tips voor pedagogisch medewerkers/onderwijsassistenten voor meer informatie over het onderwerp van het productplan. • Niveau 4 maakt een agenda met daarop minimaal vijf cursussen, lezingen, symposia en dergelijke die interessant kunnen zijn voor pedagogisch medewerkers/onderwijsassistenten om meer te weten te komen over het onderwerp van het productplan.
Over dit project
fb .v
.
Presentatie • De organisatie en de doelgroep zijn duidelijk toegelicht. • Het onderwerp van het productplan is duidelijk uitgelegd (let op theoretische onderbouwing). • De belangrijkste punten uit het vooronderzoek zijn duidelijk benoemd. • Het product wordt gepresenteerd en de gemaakte keuzes worden verantwoord. • Tijdens de presentatie is de discussie gevoerd met collega’s/medestudenten over het product. Er worden suggesties ter verbetering gedaan. • Niveau 4 maakt een koppeling tussen theoretische onderbouwing en het ontwikkelde product.
tie
Definitief product • De feedback van collega’s/medestudenten is verwerkt in het definitieve product. • De ontvangen feedback en de suggesties ter verbetering zijn beschreven in een kort verslag.
Beoordeling
u' Ac
Jullie worden op verschillende punten beoordeeld. De punten zijn terug te vinden in het beoordelingsformulier. Belangrijke punten bij de beoordeling zijn: • het vooronderzoek • het productplan • de presentatie • het definitieve product.
U
itg
ev
er
ij
Ed
Beoordelingsformulier <
7
Vooronderzoek
Vooronderzoek
Werkmodel Planning <
a. Voordat je start met het vooronderzoek, maak je een planning en vul je een takenlijst in. Maak een lijst van alle activiteiten/taken die je voor dit project gaat doen en verdeel deze. Laat de takenlijst en planning goedkeuren door de opdrachtgever voordat je begint met het vooronderzoek. b. Maak een verslag van het vooronderzoek en leg dit voor aan je docent. c. Neem dit verslag op in je projectplan.
.
Werkmodel Samenwerkingscontract <
Vooronderzoek
fb .v
Opdracht 1
d. Om een productplan te kunnen maken, doe je een vooronderzoek. De opdrachtgever wil dat je een duidelijk beeld hebt van de doelgroep en het onderwerp. De informatie uit het vooronderzoek kun je gebruiken bij het ontwikkelen van het productplan.
tie
Werkmodel Takenlijst <
u' Ac
Het productplan moet theoretisch onderbouwd zijn en moet recente informatie bevatten. Je kunt bijvoorbeeld gebruikmaken van boeken, vaktijdschriften en artikelen op internet. Zorg ervoor dat de informatie betrouwbaar is en probeer informatie te verzamelen die niet ouder is dan twee jaar. Voor het vooronderzoek maakt niveau 3 gebruik van minimaal drie literatuurbronnen en niveau 4 van minimaal vijf literatuurbronnen.
Begin met het schrijven van het logboek. • Wat ging goed en wat ging minder goed? • Heb je je aan de planning gehouden? Houd het logboek tijdens het project goed bij. De docent gebruikt het bij de beoordeling van het project.
U
itg
ev
er
Werkmodel Logboek en evaluatie <
Logboek
ij
Opdracht 2
Ed
De resultaten van het vooronderzoek leg je vast in een verslag dat ter beoordeling wordt voorgelegd aan de opdrachtgever. In het verslag beschrijf je: • de doelgroep • het onderwerp • de wet- en regelgeving rondom het onderwerp.
8
Ontwerpfase
Ontwerpfase Opdracht 3
Ontwerpfase
fb .v
.
a. Je maakt een productplan voor een peuterspeelzaal/school over een onderwerp waarin je je verder wilt verdiepen. Het is belangrijk dat het productplan en het product goed aansluiten bij de doelgroep en bruikbaar zijn in de beroepspraktijk. b. Laat het ontwerp goedkeuren door de opdrachtgever en neem het inclusief begroting op in je projectplan.
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
c. Werk vervolgens het logboek bij.
9
Voorbereidingsfase
Voorbereidingsfase Je maakt een plan van aanpak voor het productplan. In het plan van aanpak beschrijf je: • de organisatie en doelgroep • de visie van de peuterspeelzaal/school • de beginsituatie • de doelen die je met het product wilt bereiken.
.
Plan van aanpak schrijven
fb .v
Opdracht 4
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
Laat het plan van aanpak goedkeuren door de opdrachtgever voordat je begint met het productplan.
10
Realisatiefase
Realisatiefase Je gaat aan de slag met het maken van het productplan. Het productplan bevat: • een inhoudsopgave • een beschrijving van het gekozen onderwerp • een verantwoording voor het gekozen onderwerp • de visie van de peuterspeelzaal/school • de wet- en regelgeving rondom het onderwerp.
.
Productplan maken
fb .v
Opdracht 5
u' Ac
tie
Niveau 4 • een literatuurlijst met minimaal tien tips voor pedagogisch medewerkers/onderwijsassistenten voor meer informatie over het onderwerp van het productplan (boeken, websites, artikelen) • een agenda met daarop minimaal vijf cursussen, lezingen, symposia en dergelijke die interessant kunnen zijn voor pedagogisch medewerkers/onderwijsassistenten om meer te weten te komen over het onderwerp van het productplan.
U
itg
ev
er
ij
Ed
Werk het logboek steeds bij wanneer je een opdracht hebt uitgevoerd. • Noteer wat goed en minder goed is gegaan en waardoor dit kwam. • Tegen welke problemen liep je aan en hoe heb je dit opgelost?
11
Oplevering
Oplevering Oplevering
fb .v
Spreek met de opdrachtgever af wanneer je het productplan oplevert.
.
Opdracht 6
Je presenteert het productplan aan de groep. Tijdens de presentatie geef je toelichting op de volgende punten: • de organisatie en de doelgroep • het onderwerp van het productplan • de belangrijkste punten uit het vooronderzoek • de presentatie van het ontwikkelde product.
tie
Niveau 4 Verantwoording van gemaakte keuzes in de ontwikkeling van het product. Er is een koppeling met de theorie.
u' Ac
Je gaat in discussie met de collega’s/medestudenten over het productplan om verbeterpunten boven tafel te krijgen. Na afloop van de presentatie reflecteer je op de discussie met de collega’s/medestudenten en op de verbeterpunten die naar voren zijn gekomen. Je schrijft een reflectieverslag. Na afloop van de presentatie beschrijf je jouw ervaringen in dit project. • Wat ging goed en wat ging minder goed? Waardoor kwam dit? • Wat zou je een volgende keer anders doen?
Evalueer met elkaar het project en doe hiervan verslag in het logboek.
er
Werkmodel Logboek en evaluatie <
Evaluatie
ij
Opdracht 7
Ed
Je verwerkt de feedback en verbeterpunten die naar voren zijn gekomen tijdens de presentatie in het definitieve product.
Reflecteren
ev
Opdracht 8
U
itg
Werkmodel STARRT-methode <
12
Bedenk een moment of situatie tijdens het project waarvan je nu vindt dat je het in het vervolg anders zou moeten aanpakken. Kijk terug en doe dit met behulp van de STARRT-methode. Lever het reflectieverslag in bij je docent.