9789037241174 gevaren van de straat

Page 1

.v .

Project

co

py r

ig h

tE

du

'A

ct ie

fb

Gevaren van de straat


Colofon

.v .

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Miriam de Heer

fb

Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers Titel: Gevaren van de straat

© Edu’Actief b.v. 2016

ct ie

ISBN: 978 90 3724 117 4

'A

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

tE

du

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

co

py r

ig h

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Over dit project Inleiding 4

4

Vooronderzoek

7 12 13

Realisatiefase/oplevering Reflectie en evaluatie

fb

Voorbereidingsfase

14

16

Theoriebron: Adolescent en maatschappij 22

17

co

py r

ig h

tE

du

'A

Theoriebron Plan van aanpak

ct ie

Ontwerpfase

.v .

Inhoudsopgave

3


Over dit project

Over dit project

.v .

Inleiding Werken aan een project doe je met meer mensen gedurende een langere periode. Je werkt met anderen samen omdat het te veel werk is om alles alleen uit te voeren en ook omdat je van elkaar kunt leren.

tE

du

'A

ct ie

fb

Je gaat samen met medestudenten een begeleidingsplan maken voor jongeren die op een middelbare school een voorlichting gaan geven over jeugdcriminaliteit en probleemgedrag. Deze voorlichting is effectief voor de middelbare scholieren, maar ook voor de jongeren zelf, want zij zijn ‘probleemjongeren’. Houd tijdens het project contact met de opdrachtgever om te checken of je op de goede weg bent. In dit project vertegenwoordigt je docent de opdrachtgever.

Begeleiden van jongeren met probleemgedrag: een uitdaging?

ig h

Leerdoelen

py r

• Je kunt jongeren met probleemgedrag begeleiden bij het organiseren van een voorlichtingsactiviteit. • Je kunt de wijze van begeleiden van jongeren met probleemgedrag bij een activiteit beschrijven.

co

Projectbeschrijving

4

Rob is docent Maatschappijleer op een middelbare school. Voor zijn havo 4-klas wil hij een aantal lessen over ‘Gevaren van de straat’ organiseren. Deze lessen gaan over de problemen waar je als jongere mee in aanraking kunt komen: criminaliteit, loverboys, seksueel risicogedrag, verslaving. Rob heeft gelezen over een project waarbij jongeren met probleemgedrag voorlichting geven aan andere jongeren.


Over dit project

.v .

Rob weet dat jongeren beter luisteren naar hun leeftijdsgenoten dan naar volwassenen. Maar hoe vindt Rob jongeren met probleemgedrag, die bereid zijn te komen vertellen over hun leven? En hoe organiseert hij dan die lessen waar deze jongeren bij betrokken zijn? Rob neemt contact op met het sociaal jeugdteam in zijn gemeente. De teamleider wijst een projectgroep aan, die deze activiteit gaat voorbereiden en uitvoeren.

Opdrachtgever

fb

Rob is de opdrachtgever. Je docent/begeleider vertegenwoordigt Rob en kan je informatie geven over zijn vraag.

ct ie

Omvang van de projectgroep Je werkt in een groep van vijf of zes studenten.

Projectopdracht

'A

Maak een begeleidingsplan voor het begeleiden van de jongeren bij het voorbereiden, uitvoeren en afsluiten van de voorlichtingsactiviteit. Speel een situatie na in een rollenspel en maak daar een filmpje van.

co

py r

ig h

tE

du

Om dit begeleidingsplan en het rollenspel te kunnen maken, gaan jullie je eerst verdiepen in jeugdcriminaliteit en probleemgedrag bij jongeren. Jullie gaan ook bestuderen wat de voordelen zijn van een voorlichting door leeftijdsgenoten. Voor de voorlichtingsbijeenkomst maken jullie een draaiboek. Om te laten zien hoe de begeleiding van de jongeren eruitziet, spelen jullie een rollenspel. Jullie maken daar een filmpje van om aan de docent/opdrachtgever te laten zien.

Projectproducten De uiteindelijke projectproducten van deze opdracht zijn een begeleidingsplan en een filmpje. Het is een begeleidingsplan voor de organisatie van een voorlichtingsactiviteit. Jullie gaan niet echt een voorlichtingsactiviteit organiseren, jullie maken wel een filmpje van een situatie uit dit project.

5


Over dit project

.v .

Ook de tussenstappen zijn projectproducten: • een verslag van het vooronderzoek naar gevaren van de straat in de vorm van een infographic • een verslag van het vooronderzoek naar voorlichting door leeftijdsgenoten • een draaiboek voor de voorlichtingsactiviteit.

Producteisen

ct ie

fb

Begeleidingsplan • Het begeleidingsplan is realistisch (uitvoerbaar en haalbaar). • Het begeleidingsplan bevat de vijf onderdelen, genoemd in de opdracht. • De doelen en gewenste resultaten zijn SMART geformuleerd. • Het begeleidingsplan is in correct en goed leesbaar Nederlands geschreven en aantrekkelijk en netjes afgewerkt.

du

'A

Filmpje van rollenspel • Alle studenten hebben een rol (er is ook één filmer en één observator). • Er is een realistische situatie gekozen en het is duidelijk welk begeleidingsaspect de studenten wilden uitproberen. • De studenten hebben zich goed ingeleefd in hun rol (zichtbaar aan lichaamshouding, taalgebruik, eventueel kleding). • De interactie tussen de studenten is op het filmpje goed zichtbaar en te verstaan. • Het filmpje duurt ten minste vijf en maximaal tien minuten. • Het filmpje is aantrekkelijk gemaakt door editing (Dit is niet verplicht, je kunt er extra punten voor krijgen, maar alleen als de rest van het project ten minste voldoende is!).

tE

Vooronderzoek naar gevaren van de straat (infographic) De infographic is compact. • Er is voldoende ruimte tussen de verschillende stappen. • In de infographic staat informatie over vormen van probleemgedrag, cijfers en gevolgen, verschillen tussen jongens en meisjes. • De infographic wordt afgesloten met een conclusie, bronvermelding en de namen van de studenten.

ig h

Vooronderzoek naar voorlichting door leeftijdsgenoten (verslag literatuuronderzoek) • Het verslag heeft een inleiding, een vraagstelling, een inhoudelijke paragraaf en een conclusie. Maximaal vijf A4’tjes (2000 woorden). • Er is een literatuurlijst met ten minste vijf titels en/of internetverwijzingen volgens de eisen van jouw opleiding (APA).

co

py r

Draaiboek voor de voorlichtingsactiviteit • In het draaiboek staan alle stappen beschreven: voorbereiding, uitvoering, afsluiting. • De taken bij de stappen zijn duidelijk omschreven en realistisch verdeeld. • De tijdsplanning is realistisch en uitvoerbaar.

Beoordelingsformulier <

6

Beoordeling

Jullie worden beoordeeld op de uiteindelijke producten van de opdracht (het begeleidingsplan en het filmpje van het rollenspel) en op de tussenstappen (de infographic, het literatuurverslag en het draaiboek voor de voorlichting). Ook het groepsproces en jullie individuele bijdrage en reflectie zijn belangrijk! Op het beoordelingsformulier voor dit project staat precies hoe je beoordeeld wordt.


Vooronderzoek

Vooronderzoek Formeer de projectgroep en maak een samenwerkingscontract. Gebruik hierbij Werkmodel Samenwerkingscontract. Voordat je het samenwerkingscontract maakt, bespreek je met elkaar: • Hoe denken jullie over samenwerken? • Moet iedereen hetzelfde doen, of doet iedereen waar hij het best in is? • Hoe belangrijk vind je het om je aan afspraken te houden? • Hoe belangrijk vind je het dat de leraar precies weet wie hard gewerkt heeft en wie minder hard? Zorg dat je het samen eens bent (bereik consensus) met de afspraken in het samenwerkingscontract.

Werkmodel Planning <

Vooronderzoek Gevaren van de straat

Bestudeer de volgende opdracht. Maak eerst een takenlijst en een planning, voordat je de vragen beantwoordt: wie onderzoekt wat? Hoe informeren jullie elkaar daarover? Gebruik hierbij Werkmodel Planning en Werkmodel Takenlijst.

'A

Opdracht 2

ct ie

fb

Werkmodel Samenwerkingscontract <

Maak een samenwerkingscontract

.v .

Opdracht 1

Verdiep je in probleemgedrag bij jongeren. Zoek literatuur en zoek informatie op internet.

du

Theoriebron Adolescent en maatschappij <

Suggesties: • Crone, Eveline (2012), Het sociale brein van de puber. Prometheus, Amsterdam • Heer, Miriam de (2015) Kind en delict, balansthemaboek. Uitgeverij Lannoo, Tiel (lees vooral de inleiding en het eerste deel Preventie en (voor)zorgen) • Theoriebron Adolescent en maatschappij • Website De Viersprong, pagina Gedragsproblemen

tE

Werkmodel Takenlijst <

co

py r

ig h

Pagina Gedragsproblemen op Deviersprong.nl <

Waar vind je je informatie?

7


Vooronderzoek

Beantwoord de volgende vragen:

ct ie

c. Wat zijn de consequenties van probleemgedrag?

fb

b. Hoe verklaar je het ontstaan van probleemgedrag in de adolescentie?

.v .

a. Wat versta je onder ‘probleemgedrag’ bij jongeren? Hoe vaak komt het voor?

Website Piktochart <

Infographic Gevaren van de straat

Je gaat een infographic maken over jeugdcriminaliteit en probleemgedrag bij jongeren. Je gebruikt de informatie van de vorige opdracht voor de infographic. Bespreek de infographic met je docent.

tE

Opdracht 3

du

'A

d. Welke verschillen zijn er tussen jongens en meisjes met probleemgedrag?

co

py r

ig h

Zoek voorbeelden van infographics op internet. Je kunt de infographic op papier maken, met gekleurde stiften. Je kunt ook PowerPoint gebruiken of de website Piktochart. Bekijk de infographic ‘Hoe maak ik een infographic?’ voor tips.

8


ig h

tE

du

'A

ct ie

fb

.v .

Vooronderzoek

py r

Hoe maak ik een infographic?

Opdracht 4

co

Werkmodel Logboek en Evaluatie <

Opdracht Logboek Begin met het schrijven van het logboek. Maak gebruik van het Werkmodel Logboek en Evaluatie en beschrijf de samenwerking met je groepsgenoten tot zover. • Hoe is het samenwerken tot nu toe verlopen? • Wat ging goed en niet goed? • Wie heeft wat gedaan? Heeft iedereen een voldoende bijdrage geleverd? • Hebben jullie duidelijke afspraken gemaakt? Hoe is dit gegaan? Houd het logboek tijdens het project goed bij. De docent gebruikt het bij de beoordeling van het project.

9


Vooronderzoek

Bestudeer de opdracht. Maak een takenlijst en een planning: wie onderzoekt wat? Hoe informeren jullie elkaar daarover? Gebruik het Werkmodel Planning. Voorlichting door leeftijdsgenoten In deze opdracht ga je op zoek naar informatie over voorlichting door leeftijdsgenoten. Zoek literatuur en zoek informatie op internet. Suggesties • www.hetjit.nl (zoekwoord expex) • www.movisie.nl • Startdocument over ervaringsdeskundigheid, JSO 2014

.v .

Startdocument over ervaringsdeskundigheid, JSO 2014 <

Opdracht Vooronderzoek Voorlichting door leeftijdsgenoten

fb

Opdracht 5

ct ie

Geef antwoord op de volgende vragen en bedenk zelf drie vragen over dit onderwerp.

'A

a. Wat zijn de voordelen van voorlichting door leeftijdsgenoten (boven voorlichting door een deskundige)?

du

b. Welke eisen moet je stellen aan de ervaringsdeskundige voorlichters?

ig h

tE

c. Welke aandachtspunten zijn er bij voorlichting door leeftijdsgenoten?

py r

d. Eigen vraag 1:

co

e. Antwoord eigen vraag 1:

10

f. Eigen vraag 2:


Vooronderzoek

.v .

g. Antwoord eigen vraag 2:

Opdracht 6

Antwoord eigen vraag 3:

Opdracht verslag vooronderzoek

ct ie

i.

fb

h. Eigen vraag 3:

co

py r

ig h

tE

du

'A

Maak een verslag van minimaal een half A4’tje over het vooronderzoek Voorlichting door leeftijdsgenoten. Gebruik je antwoorden op de vragen in deze opdracht. Vermeld ook welke bronnen je gebruikt hebt en welke zoekwoorden je op internet hebt gebruikt. Maak het verslag in Word en spreek af met je docent hoe je het inlevert. Bespreek dit verslag met de docent.

11


Ontwerpfase

Ontwerpfase Bestudeer de opdracht. Maak een takenlijst en een planning: wie beschrijft wat? Hoe informeren jullie elkaar daarover? Gebruik het Werkmodel Planning.

Maak een begeleidingsplan voor dit project. Beschrijf: 1. hoe je contact gaat leggen met de jongeren 2. welke gegevens je van de jongeren nodig hebt en hoe je die verzamelt 3. de doelen van deze activiteit en de resultaten die je wilt behalen 4. plan van aanpak: de voorbereiding, het uitvoeren van het draaiboek en het afsluiten van het contact 5. resultaten en evaluatie. Hoe ga je de activiteit evalueren met de opdrachtgever, de jongeren en de leerlingen?

ct ie

Website Movisie.nl <

Bestudeer de Theoriebron Plan van aanpak. Gebruik ook de website Movisie.nl en zoek op Individuele begeleiding van jongeren.

.v .

Theoriebron Plan van aanpak <

Maak een begeleidingsplan

fb

Opdracht 1

du

'A

Denk aan de volgende punten: • Formuleer de doelen en de gewenste resultaten SMART. • Beschrijf twee of drie jongeren waarmee je gaat werken. Zij spelen een rol in het rollenspel. • Je gaat het begeleidingsplan later in het project nog bijwerken. Zorg nu alvast dat het er netjes uitziet en dat het in correct Nederlands gesteld is. Maak het begeleidingsplan in Word. Spreek met je docent af hoe je het inlevert. Bespreek het begeleidingsplan met je docent.

co

py r

ig h

tE

Werk vervolgens het logboek bij met behulp van het Werkmodel Logboek en Evaluatie.

12


Voorbereidingsfase

Voorbereidingsfase Werkmodel Draaiboek <

Maak een draaiboek Je gaat een draaiboek maken van de voorlichtingsbijeenkomst. Het is belangrijk om de ‘jongeren’ hierbij te betrekken. Zij krijgen ook taken bij de voorbereiding en uitvoering en zij zullen de voorlichting presenteren. Gebruik het Werkmodel Draaiboek.

.v .

Opdracht 1

ct ie

fb

In een draaiboek staat gedetailleerd beschreven wat er gebeuren moet, wanneer het gebeuren moet, wie welke taken heeft en wat ervoor nodig is. Je maakt een draaiboek voorafgaand aan de gebeurtenis, door te brainstormen, door in je verbeelding de hele gebeurtenis door te lopen en door informatie te zoeken over vergelijkbare gebeurtenissen. Het is handig om tijdens de feitelijke voorbereiding en uitvoering van de gebeurtenis het draaiboek bij te werken. Daar heb je een volgende keer profijt van.

co

py r

ig h

tE

du

'A

Maak het draaiboek in Word. Spreek met je docent af hoe je het inlevert. Bespreek het draaiboek met je docent.

13


Realisatiefase/oplevering

Realisatiefase/oplevering Gebruik het Werkmodel Rollenspel

Kies een situatie uit het project. Bijvoorbeeld: • het contact leggen met de jongeren (op straat?) • het samen maken van het draaiboek • het begeleiden van de jongeren bij de voorbereiding van hun presentatie • het begeleiden van de jongeren bij de presentatie. Kies een situatie van ongeveer vijf tot tien minuten.

fb

Werkmodel Rollenspel <

Doe een rollenspel

.v .

Opdracht 1

ct ie

Leef je in de situatie in. Welke knelpunten verwacht je in de begeleiding van de jongeren? Verdeel de rollen: • sociaal werkers (1 of 2) • jongeren (2) • observator/filmer (2).

tE

du

'A

Neem de tijd om je in je rol in te leven. Bespreek je rol met je ‘collega’. • Sociaal werkers (bespreek deze rol eventueel met de observator/filmer): Hoe oud ben je? Heb je ervaring met jongeren met probleemgedrag? Wat is jouw begeleidingsstijl? Wees zo veel mogelijk jezelf. • Jongeren: Hoe oud ben je? Waar woon je, wat is je dagbesteding, wat zijn je hobby’s? Gebruik je drugs en/of alcohol? Hoe kom je aan geld? Uit wat voor soort gezin kom je, heb je broers en zussen? Wat vind je van volwassenen, die ‘het beste met jou voor hebben’? Hoe gedraag je je tegen leraren, politie, sociaal werkers? • Observator/filmer: Help de anderen om zich in hun rol in te leven. Vraag de sociaal werkers waarop je moet letten. Zorg dat je goed weet hoe je de apparatuur moet bedienen en dat je papier/pen bij de hand hebt om observatiepunten te noteren. Volg de stappen van het werkmodel.

ig h

Je speelt het rollenspel twee keer. De eerste keer zijn er twee observatoren. Bespreek het rollenspel na. Wat ging goed, wat kan er beter? De tweede keer film je het rollenspel.

py r

Maak een keuze: • Je speelt (ongeveer) hetzelfde als de eerste keer. • Je speelt een verbeterde versie (op basis van de nabespreking). • Je speelt een andere situatie, met een andere rolverdeling.

co

Opdracht 2

Film het rollenspel Gebruik je smartphone of een andere camera. Maak een proefopname. Lever het filmpje in bij de docent. Je kunt door het filmpje te editen, zorgen dat je boodschap goed overkomt. Geef het filmpje in ieder geval een titel en een aftiteling. Je kunt ook speciale effecten toevoegen, denk bijvoorbeeld aan: • één van jullie geeft commentaar tijdens het rollenspel • je geeft commentaar door middel van ondertiteling • je zoomt in op een detail, zoals de gebalde vuisten van de jongere. Bespreek ook het tweede rollenspel na.

14


Realisatiefase/oplevering

Opdracht 3

Werk het begeleidingsplan bij en rond het af Pak het begeleidingsplan dat je in de eerdere opdracht hebt gemaakt. Bespreek het. Je kunt ervoor kiezen om de twee ‘jongeren’ uit het rollenspel in hun rol te laten.

fb

.v .

a. Wat vinden zij van de begeleidingsafspraken?

Pas zo nodig het begeleidingsplan aan en breid het uit. Besteed extra aandacht aan de afsluitende fase.

'A

ct ie

b. Hoe ga je de activiteit afsluiten met de jongeren? En wat is voor hen het vervolg? Gaan ze weer terug naar hun oude leven of bied je hen mogelijkheden voor hulp. Wat kan het sociaal wijkteam hen bieden?

co

py r

ig h

tE

du

Bespreek het begeleidingsplan met je docent.

15


Reflectie en evaluatie

Reflectie en evaluatie Opdracht 1

Evalueren

In deze opdracht ga je reflecteren over het project.

a. Bespreek de resultaten in de groep. Maak ieder een kort verslag van jouw bevindingen. b. Bedenk een moment of situatie tijdens het werken aan de training waarvan je nu vindt dat je het in het vervolg anders zou moeten aanpakken. Kijk terug en doe dit met behulp van het Werkmodel STARRT-methode.

ct ie

Werkmodel STARRT-methode <

Reflecteren

fb

Opdracht 2

.v .

Evalueer met elkaar het project en doe hiervan verslag in het logboek met behulp van het Werkmodel logboek en Evaluatie. Besteed hierbij ook aandacht aan de uitkomsten van het samenwerkingscontract.

co

py r

ig h

tE

du

'A

Lever het reflectieverslag in bij je docent.

16


Theoriebron: Adolescent en maatschappij

Theoriebron: Adolescent en maatschappij

'A

ct ie

fb

.v .

Sinds mensen op deze aarde rondlopen, is de puberteit altijd een periode geweest waarin kinderen lichamelijk en geestelijk gingen groeien tot een volwassene. Ook is het altijd zo geweest dat jongeren in deze periode zelfstandiger werden en zich emotioneel gingen losmaken van hun ouders. Nog een reden om zich los te maken was om iemand uit een andere familie of stam te zoeken zodat voorkomen werd dat binnen de eigen familie nieuwe kinderen geboren werden. Als er binnen een familie zussen en broers, of neven en nichten trouwen en kinderen krijgen, is de kans op erfelijke afwijkingen groot en is het nageslacht niet gezond. Daarom trokken de jongens vaak van de eigen familie weg en ging op zoek naar een meisje of vrouw om mee te trouwen en kinderen mee te krijgen. In deze moderne tijd wonen in West-Europa zo veel verschillende mensen, families en volkeren in steden en dorpen dat de jongens geen lange reis meer hoeven te maken. In sommige landen bestaan nog stammen die nog rituelen uitvoeren waarbij jongens en meisjes van een jaar of 16, 17 van de ene op de andere dag als volwassen gezien worden. Ze moeten een soort proef of ritueel doorstaan waarna ze door de anderen als volwassen mens behandeld worden. Soms wordt wel eens beweerd dat de jeugd in werelddelen als NoorAmerika en Europa er langer over lijken te doen om volwassen te worden.

du

Autonomie en afzetten tegen ouders

co

py r

ig h

tE

Bij jeugd in de vroege adolescentieperiode, rond de 13 jaar, wordt vaak de uitdrukking ‘tussen servet en tafellaken’ gebruikt. Dit betekent dat deze jeugd niet bij de kleintjes maar ook niet bij de groten hoort. Pubers zijn, als zij 13, 14 jaar zijn, aan de ene kant nog afhankelijk van hun ouders en aan de ander kant kunnen ze al heel veel zelfstandig. Vanaf de brugklas wordt ook meer zelfstandigheid verwacht. Ze moeten zelf hun tas in kunnen pakken, huiswerk plannen, zorgen dat ze alles bij zich hebben en op tijd op school komen. De ouderparticipatie op scholen voor voortgezet onderwijs is minder dan op de basisscholen. Ouders zijn dus minder op de hoogte van wat op school gebeurt en in de vriendengroep. Aan de andere kant zijn het de ouders die de kinderen nog moeten beschermen tegen impulsieve ideeën waarvan een volwassene wel de gevolgen kan overzien, maar de puber nog niet. Pubers merken dan bijvoorbeeld op: ‘Behandel me niet al een kind’ of ‘Ik ben oud genoeg om zelf te bepalen hoe laat ik thuis kom en met wie ik omga.’ Meiden kunnen zich in discussies met volwassenen gedragen als echte ‘drama queens’ en jongens als ‘drama kings’. Rond de 16 jaar kunnen midden adolescenten meer zelfstandigheid aan. Ze zijn zelfbewuster en kunnen al beter nadenken over de gevolgen van hun eigen gedrag. Doordat ze abstracter denken, lukt het beter om plannen en keuzen te maken. Er is meer sprake van een helikopterview (overzicht houden). Zij durven beter een eigen standpunt in te nemen dat afwijkt van de mening van de vriendengroep. Verstandige besluiten nemen en emotioneel reageren, wisselen elkaar echter nog veel af. Afzetten tegen ouders en volwassenen hoort bij de adolescentie. Toch blijkt uit onderzoek dat 90% van de adolescenten zich veilig voelt bij hun ouders en dat 90% van de adolescente na school graag naar huis gaat. Ook geeft onderzoek aan dat adolescenten vaak veel hebben aan te merken op hun ouders, maar wel aangeven dat het contact met ouders goed is en de meerderheid van de adolescenten heeft het thuis naar hun zin.

17


Theoriebron: Adolescent en maatschappij

Gevaren van grensoverschrijdend gedrag

ct ie

fb

.v .

Het is al eerder in deze cursus genoemd. In de puberteit groeien de hersenen en verandert de structuur en samenwerking. In het voorste deel van de hersenen ligt de hersenfunctie inhibitie die het afremmen en stoppen van het gedrag regelt. In het puberbrein werkt deze functie nog niet goed samen met de emotionele gebieden en de rationele gebieden. Hierdoor is de drang naar snel iets willen doen, voelen en ervaren te groot. Een puber in de vroege en midden adolescentieperiode is dan ook vaak nog ook nog niet goed in staat om iedere keer veilig en sociaal aangepast gedrag te laten zien. Hierdoor kan een puber impulsief en onoverdacht gedrag laten zien. De uitdaging en thrill van wat op korte termijn gebeurt, is dan te groot. Het doen en beleven gebeurt eerst en later wordt vaak pas duidelijk wat er gebeurd is en wat de gevolgen zijn. Grensoverschrijdend gedrag van een adolescent heeft hier voor een groot deel mee te maken en heeft grote invloed op hoe adolescenten in een groep met elkaar omgaan en grenzen opzoeken of grenzen niet zelf kunnen aanvoelen.

Als een groep jongeren samen is, kan het voorkomen dat er door de jongere zelf en de groepsdruk te weinig remming is op wat ze doen. Er worden te grote risico’s genomen met nadelige gevolgen. Jongeren overzien niet welke nadelige gevolgen alcohol en drugs voor hun hersenen heeft en denken niet na over de gevolgen en risico’s van hun gezondheid.

du

'A

Uit onderzoek blijkt dat te veel drinken van alcohol een remmende werking op de hersenen heeft. Bij overmatige alcoholgebruik, zoals bij comazuipen, kunnen delen van de hersenen afsterven of krimpen. Dit is op hersenscans te zien. Omdat de hersenen nog niet voldoende uitgerijpt zijn en de drang naar snelle bevrediging groot is, kunnen adolescenten ook extra vatbaar zijn voor een snelle en hardnekkige verslaving. Comazuipen of het zogenaamde binge drinking en drugs hebben dus langdurige gevolgen voor de rest van je leven.

tE

Veel verkeersongelukken vinden plaats doordat dronken 17-jarigen op de brommer of fiets naar huis rijden en niet goed beseffen dat hun reactiesnelheid niet meer goed is.

ig h

Door overmatig alcohol- en/of drugsgebruik kan het ook voorkomen dat adolescenten niet bewust voorbehoedsmiddelen gebruiken en er onbeschermd gevreeën wordt. Dit kan een tienerzwangerschap tot gevolg kan hebben. Ook kunnen geslachtsziektes overgebracht worden tijdens het vrijen. Door een geslachtsziekte, maar ook door te veel alcohol of druggebruik kunnen meisjes en jongens onvruchtbaar worden. Dit betekent dat je op latere leeftijd geen kinderen meer kunt krijgen.

co

py r

Vrije tijd

18

Jongeren hebben een eigen manier van vrijetijdsbesteding. Het liefst trekken vriendengroepen samen op, het liefst met elkaar en zonder volwassenen in de buurt. Hiermee laten ze zien dat ze onafhankelijk zijn en hun eigen boontjes kunnen doppen. Meisjes hebben belangstelling voor muziek, lezen graag tijdschriften zijn met mode bezig. Ze gaan vaak graag shoppen. Jongens luisteren ook graag naar muziek en gaan graag samen op pad om wat te chillen. Het graag willen chillen heeft ook een lichamelijke oorzaak. Door de groeispurt van het lichaam en de hersenen, zijn adolescenten vaak moe en dan is chillen wel een relaxte activiteit. Voor zowel jongens als meisjes zijn sporten, muziek, verenigingsleven en uitgaan populaire vrijetijdsbezigheden. Muziek speelt in het leven van adolescenten een belangrijk rol. Liedjes gaan vaak over verliefd zijn, liefdesverdriet, liefde. Thema’s waar adolescenten mee bezig zijn. Het luisteren naar deze liedjes geeft troost, herkenning. De teksten geven de verwarring, emoties en teleurstelling en verlangen van de puber weer.


Theoriebron: Adolescent en maatschappij

Gamen

'A

ct ie

fb

.v .

Een groot deel van de vrije tijd wordt door veel adolescentenadolescenten (met name jongens) besteed aan gamen. Gamen is ontspannend en uitdagend voor jongeren. Sommige games worden in groepen gespeeld en het is ook een veilige manier om contact met leeftijdgenootjes te hebben. Volwassenen maken zich vaak zorgen over het gamegedrag. Adolescenten kunnen heftig reageren als een spel niet naar hun zin verloopt. Ze kunnen zich helemaal afsluiten van de wereld. Ouders zijn vaak bang dat het gamen verslavend is of lichamelijke klachten oplevert. Toch zijn er ook zeker voordelen te noemen. Door te gamen, leren jongeren doorzetten, resultaatgericht en precies werken. Het reactievermogen wordt groter. Doordat er vaak met meerderen online gespeeld wordt, leren ze samenwerken, organiseren en multitasken. Ook is uit onderzoek gebleken dat door het spelen van games het visuele geheugen, het visuele inzicht en de oog-handcoรถrdinatie verbeteren. Verder is uit onderzoek gebleken dat chirurgen die gamen, beter werk doen dan collega-chirurgen die niet gamen. Net zoals het te veel roken, naar agressieve films kijken of te veel drinken niet goed is voor de gezondheid kan te veel gamen schadelijk zijn. Gamen om lekker even af te reageren of te ontspannen is prima, maar ook hierover moeten afspraken gemaakt worden, over hoelang er gegamed mag worden. Risico op verslaving blijft aanwezig. Vooral voor die puber die weinig sociale contacten heeft of het gamen als vlucht uit de werkelijkheid gebruikt.

Relaties

co

py r

ig h

tE

du

De vriendschappen van kinderen tussen de 10 en 14 jaar veranderen. Er wordt meer gelet op het eigen uiterlijk en of dit overeenkomt met de normen van de vriendengroep. In de vroege adolescentie, vanaf 10 jaar, gaan vriendengroepen en vriendschappen steeds belangrijker worden. Een vriendengroep biedt veiligheid en zekerheid en het gevoel bij een groep te horen. Met deze groep worden meerdere activiteiten gedaan. Jongeren doen moeite om zich met uiterlijk, kleding en gedrag aan de groepsregels te houden. Rond 15 en 16 jaar durven adolescenten vaker af te wijken van de mening van de groep en oordelen ze zelf over wat wel en niet goed is. Meisjes schrijven vaak in dagboeken en beschouwen die als een goede vriendin. Vriendengroepen hebben eindeloos vaak en lang contact door middel van social media. Vriendinnengroepen zijn vaak kleiner dan jongensvriendengroepen, ze zijn geslotener en duurzamer. Jongensvriendengroepen hebben een samenstelling die vaker verandert en minder gesloten is. Aan het begin van de puberteit zijn er vooral meisjes- of jongensvriendengroepen, maar in de midden en late adolescentieperiode ontstaan ook gemengde vriendengroepen doordat de belangstelling voor de ander sekse toeneemt. Tijdens feesten en uitgaan komen vriendengroepen en culturen met elkaar in contact en daaruit ontstaan weer stelletjes jongens en meisjes die verkering krijgen en zich meer gaan afzonderen van de steungroep. De grotere groepen vallen daardoor nog wel eens uiteen.

19


Multimedia

ct ie

fb

.v .

Theoriebron: Adolescent en maatschappij

co

py r

ig h

tE

du

'A

In het leven van de adolescent zijn multimedia en social media niet meer weg te denken. Tv en kranten waren al bekend in het leven van kinderen en informeren uitgebreid over de wereld om het kind heen. Aan de einde van de basisschoolperiode is bijna ieder kind wel bekend met een vorm van social media. Op de basisschool hebben ouders vaak nog wel zicht op de activiteiten van hun kinderen, maar eenmaal op het voortgezet onderwijs wordt dit lastiger omdat een puber niet meer altijd inzage wil geven in de berichtjes die hij verstuurt.. Jongeren zijn de hele dag met elkaar in verbinding en willen de hele dag met elkaar in verbinding zijn en foto’s ervaringen delen. Via Facebook, Twitter, Hyves en sms’jes worden de hele dag berichtjes naar elkaar gestuurd en het liefst meteen gelezen. Vooral meisjes gebruiken social media om met elkaar te communiceren. Jongens gebruiken het vooral voor video’s en gamen. Naast de voordelen zijn er ook gevaren aan het gebruik van social media. Het gebeurt nog wel eens dat ruzies tussen jeugd online voortgezet worden. Adolescenten realiseren zich vaak niet dat de berichtjes die geschreven worden op Hyves door iedereen gelezen kunnen worden en heel hard en beangstigend over kunnen komen. Achteraf blijkt vaak dat het niet zo bedoeld was, of dat een emotioneel berichtje in een impulsieve bui verzonden is. De verzender is het dan alweer vergeten, maar de ontvanger zit wekenlang nog met een rotgevoel. Een ander gevaar is dat iedereen op de profielen op Hyves en Facebook kan lezen en kan reageren. Het gebeurt nog wel eens dat mensen met opzet een andere naam, leeftijd of foto doorsturen naar een profiel. Nietsvermoedende meisjes of jongens reageren dan zonder te weten wie of wat er achter de zender zit. Er zijn helaas al meerdere gevallen van seksueel misbruik en afpersing via de webcam bekend. Ook een gevaar is dat veel berichten en video’s die eenmaal op internet staan heel moeilijk te verwijderen zijn. Als er een bericht of rare foto van iemand op internet staat, kan dit vervelende gevolgen hebben voor de toekomst. Veel werkgevers gaan bijvoorbeeld via Facebook en Hyves na wat voor persoon er gesolliciteerd heeft. Bijna iedere puber heeft tegenwoordig een eigen mobieltje of iPhone. Vaak wordt een abonnement gekocht dat in de aanbieding is. Na een tijdje blijkt het abonnement erg duur en kunnen adolescenten in geldproblemen komen. Wat ook voor kan komen, is dat sms’jes die naar de mobieltjes toegestuurd worden een erg hoge telefoonrekening opleveren. Dit kan voor een onoplettende puber wel oplopen tot hoge bedragen per maand.

20


Theoriebron: Adolescent en maatschappij

Bijbaantjes

Beroepskeuze

ct ie

fb

.v .

Vanaf 15 jaar mogen kinderen een bijbaantje hebben. Dit doen ze vaak na schooltijd of in het weekend. Het begint vaak een krantenwijk of oppassen. Later gaan jongeren vaak in de horeca of in een winkel werken. Het salaris dat ze verdienen is nog te laag om zelfstandig van te leven, maar vaak is dit ook nog helemaal niet nodig. Jongeren wonen vaak nog gewoon thuis. Het voordeel is wel dat zij door hun baantje dingen kunnen doen, sparen of kopen die ze normaal niet van hun zakgeld zouden kunnen kopen. Er is meer ruimte en vrijheid voor ze. Door een bijbaantje te nemen, leren adolescenten heel veel. Ze leren dat je je aan de werktijden moet houden en dat je de opdrachten van een baas op moet volgen. Ook leren ze overleggen en samenwerken met collega’s. Deze vaardigheden leren adolescenten ook door schoolmaatschappelijke stages te lopen. Deze worden ook in de vrije tijd gedaan. De activiteiten worden niet uitbetaald. Bijbaantjes zorgen er vaak voor dat de puber zich meer verantwoordelijk voelt en zelfstandiger wordt. Bijbaantjes worden meestal gekozen omdat het geld oplevert maar ze worden niet gekozen als opstart voor een latere beroepskeuze of baan.

tE

du

'A

Midden en late adolescenten moeten in hun schoolperiode al snel keuzes maken welke sector of welk profiel ze gaan kiezen. Een paar jaar later volgt de keuze voor een vervolgopleiding of werk. Het is voor de 16-jarige die een vmbo-diploma op zak heeft erg lastig om een keuze te maken. De hersenen van een 16-jarige, in de midden adolescentieperiode, zijn nog niet zo gerijpt dat hij goed kan vooruitdenken over langer termijn keuzes. Het wordt helemaal moeilijk doordat het aanbod erg groot is voor schoolverlaters. Het is dan ook niet vreemd dat er een hoge uitval is in het vervolgonderwijs. Begeleiding van de leerling vanuit de school voor voortgezet onderwijs en de toekomstige opleiding maar ook de ouders betrekken bij een studie keuze zijn dan ook erg belangrijk. Leerlingen die de havo/vwo verlaten, zijn vaak ouder en kunnen daardoor beter overwogen keuzes maken.

co

py r

ig h

Werkgevers van nu merken dat hun jonge werknemer er andere normen en waarden op na houdt dat de oudere werknemers. Nieuwe werknemers zijn zelfverzekerd, en willen uitgedaagd worden. Ze kunnen vaak goed samenwerken en willen een goed salaris. Ze vinden werk en privĂŠ even belangrijk en willen aan beide evenveel tijd besteden.

21


Theoriebron Plan van aanpak

Theoriebron Plan van aanpak

.v .

Wanneer je methodisch werkt is het van belang dat je werkwijze word vastgelegd. Daarvoor maak je een Plan van Aanpak.

ct ie

fb

Je maakt het Plan van Aanpak voor: • de jongere, zodat hij/zij weet wat er gedaan wordt • alle andere betrokkenen bij de uitvoering van het Plan van Aanpak, zodat zij weten wat er gedaan moet worden • jezelf, zodat je niets vergeet en kan reflecteren op je eigen handelen • de evaluatie, om nadien te kijken of alles is gedaan zoals gepland en om de aan-pak te kunnen bijstellen.

'A

Een goed format/werkmodel voor het Plan van Aanpak, volgt de fasen van de methodisch werkcyclus. De methodisch werkcyclus is een veelgebruikte methode in het welzijnswerk om bijvoorbeeld de begeleiding van jongeren planmatig aan te pakken. Bekijk voor meer informatie over de cyclus de theoriebron die over de methodisch werkcyclus gaat.

Basisindeling voor het Plan van Aanpak:

du

1. Beginsituatie De gegevens van de jongere worden beschreven. De aanleiding voor het Plan van Aanpak. Waarom het Plan van Aanpak wordt opgesteld? Het probleem wordt geformuleerd.

tE

2. Doel formuleren Het doel wordt volgens de SMART criteria beschreven: Specifiek, Meetbaar, Accep-tabel, Realistisch, Tijdgebonden.

ig h

3. Plannen De kern van het Plan van Aanpak. Wat moet er gebeuren, wie gaat het doen, wat is de volgorde, wanneer wordt het gedaan, waar wordt het gedaan? 4. Uitvoering De concrete uitvoering. Bijvoorbeeld een stappenplan, ‘hoe te handelen’ instructies voor de uitvoering .

co

py r

5. Evaluatie Hoe en wanneer wordt er geëvalueerd? En hoe wordt er gemeten of het doel is bereikt?

22

In de voorbereidingsfase van de methodisch werkcyclus werk je het Plan van Aanpak uit, waarin alle stappen van de methodisch werkcyclus beschreven worden. Het is afhankelijk van het doel, hoeveel vragen er beschreven worden. Dit kunnen er meer of minder zijn in een bepaalde fase. Dit is op papier of in een digitaal bestand, zodat het voor alle betrokken partijen inzichtelijk is.


Theoriebron Plan van aanpak

.v .

Het Plan van Aanpak krijgt dan vaak de naam van het doel waarvoor het is opgesteld, bijvoorbeeld: • een activiteitenplan • een begeleidingsplan • een zorgplan • een stimuleringsplan • enzovoort.

fb

Veel instellingen en zelfs ook verschillende disciplines binnen de instelling (orthopedagoog, speltherapeut, groepsleiders, enzovoort) hebben een eigen format (= vaste indeling) voor het Plan van Aanpak binnen hun werkgebied.

ct ie

Een Plan van Aanpak wordt ook gebruikt voor projecten. Het maakt dan onderdeel uit van het projectplan. Hierin kom je meestal dezelfde fasen tegen, als bij de methodisch werkcyclus. Alleen is er bij een project geen cyclus, maar heeft het een begin en een eind. En er zijn extra fasen die bij projectmatig werken horen. Let op: In het Plan van Aanpak wordt vooral fase 5, de evaluatie, nogal eens vergeten. Toch is, wanneer je werkt volgens de methodisch werkcyclus, deze fase erg belangrijk. Het moet namelijk vastgelegd zijn, hoe je bepaalt of de doelen behaald zijn en hoe er verder wordt gegaan.

co

py r

ig h

tE

du

'A

Ook wanneer de doelen zijn behaald, stopt de cyclus niet. Er moeten dan voor de nieuwe situatie weer nieuwe doelen worden gesteld. Bijvoorbeeld: In de Jeugdzorg kan het een overplaatsing zijn van een jongere. Het Plan van Aanpak is belangrijk voor een goede overdracht voor de nieuwe beginsituatie.

23


co p

yr ig ht tie fb .v

Ac

u'

Ed

.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.