fb .v
.
Cursus
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
Morele Oordeelsvorming
Auteur: Floortje Vissers Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers Titel: Morele oordeelsvorming
©
tie
ISBN: 978 90 3724 1259
fb .v
Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl
.
Colofon
Edu’Actief b.v. 2018
u' Ac
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Ed
Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl).
ij
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
U
itg
ev
er
Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.
Inhoud Over deze cursus
Normen en waarden Ethiek en moraliteit Morele dilemma's Beroepscode
fb .v
.
7 10 19 25
32
Theoriebron Normen en waarden Theoriebron Ethiek en moraliteit
38 40
u' Ac
Theoriebron Morele dilemma's
36
tie
OriĂŤntatie
4
43
U
itg
ev
er
ij
Ed
Theoriebron Beroepscode
3
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 01 VW Over deze cursus.xml
Over deze cursus
u' Ac
tie
fb .v
.
Deze cursus gaat over het belang van het moreel handelen door jou als sociaal werker. Dat betekent dat jij je handelen wilt en kunt onderbouwen en verantwoorden. De cursus gaat onder andere in op lastige morele beslissingen waarbij normen en waarden een grote rol spelen. Je leert over je eigen normen en waarden en die van je medestudenten. Je zult merken dat deze verschillend kunnen zijn, maar niet beter of slechter zijn dan andere normen en waarden. Daarnaast leer je over het stappenplan waarmee je stapsgewijs een standpunt kunt vormen zodat je zo moreel mogelijk kunt handelen.
Ed
Morele oordeelsvorming gaat over het vormen van een goed oordeel.
Leerdoelen
Je hebt kennis van diverse normen en waarden in het sociaal werk. Je hebt kennis van ethiek en moraliteit. Je hebt kennis van morele dilemma's en hoe daar mee om te gaan. Je hebt kennis van de beroepscode van sociaal werk.
U
itg
ev
er
ij
• • • •
4
In gesprek gaan met elkaar is een belangrijk onderdeel van moraliteit en ethiek.
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 01 VW Over deze cursus.xml
Beoordeling Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van twee beroepsproducten. Deze wordt op verschillende punten beoordeeld: op inhoud (de producteisen) en op actieve deelname aan de lessen, nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het Beoordelingsformulier.
fb .v
.
Werkmodel: Beoordelingsformulier <
Planning
Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het Planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.
tie
Werkmodel: Planningsformulier <
Prezi <
Je gaat in tweetallen een verslag schrijven over de beroepscode van de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk (BPSW) toegespitst op een door jullie gekozen functie bij een organisatie. De beroepscode staat vast en kun je lezen op de pagina Beroepscode, jullie gaan deze toespitsten op een functie en organisatie met behulp van voorbeelden. Jullie schrijven het verslag en vervolgens presenteer je deze met behulp van Prezi. Bij de docent lever je dus twee producten in: het document Beroepscode in en de Prezi presentatie die je tevens gaat presenteren.
Ed
Pagina Beroepscode van Beroepsvereniging van professionals in sociaal werk <
u' Ac
Beroepsproducten: Verslag Beroepscode en presentatie
• • • • • •
Maak een planning en stel een samenwerkingscontract op. Bedenk een interessante functie en werk deze uit. Bedenk een organisatie waarvoor je werkt. Beschrijf kort de inhoud van elk onderdeel. Werk elk onderdeel van de beroepscode uit. Maak een verslag van alle onderdelen zodat het een document wordt. Zorg voor een passende titelpagina, inhoudsopgave en bronnenlijst.
U
itg
ev
er
Werkmodel: samenwerkingscontract <
ij
Processtappen Verslag Beroepscode
Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.
Eisen aan het Verslag beroepscode • • • •
Een inleiding waarin de keuze voor een functie en organisatie is beschreven en onderbouwd. De centrale waarde is beschreven en toegespitst met voorbeelden op de functie in hetverslag. De beroepshouding is beschreven en toegespitst met voorbeelden op de functie in het verslag. De verhouding professional - cliënt is beschreven en toegespitst met voorbeelden op defunctie in het verslag.
5
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 01 VW Over deze cursus.xml
• • • • •
.
• •
Het onderdeel vertrouwelijkheid is beschreven en toegespitst met voorbeelden op de functie in het verslag. Hoe om te gaan met dossiers is beschreven en toegespitst met voorbeelden op de functie in het verslag. De samenwerking met andere professionals is beschreven en toegespitst met voorbeelden op de functie in het verslag. De verhouding tussen professional en de organisatie is beschreven en toegespitst met voorbeelden op de functie in het verslag. Het Verslag Beroepscode is een geheel en ziet er netjes uit met een passende titelpagina. Het Verslag Beroepscode bevat een inhoudsopgave. Het Verslag Beroepscode bevat een bronnenlijst.
tie
Processtappen Presentatie Beroepscode
fb .v
•
u' Ac
• Verwerk de inhoud van het Verslag beroepscode in een Prezi. • Zorg ervoor dat de Prezi aantrekkelijk oogt. Maak een afspraak met de docent voor het presenteren van de Prezi. • Zorg ervoor dat het verhaal duidelijk is voor de luisteraars.
Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.
Eisen aan de Presentatie Beroepscode
Ed
De presentatie duurt minimaal 8 minuten en maximaal 10 minuten. In de presentatie is de inleiding besproken. In de presentatie is de centrale waarde besproken met voorbeelden. In de presentatie is de beroepshouding besproken met voorbeelden. In de presentatie is de verhouding professional - cliënt besproken met voorbeelden. In de presentatie is het onderdeel vertrouwelijkheid besproken met voorbeelden. In de presentatie is het onderdeel hoe om te gaan met dossiers besproken met voorbeelden. In de presentatie is het onderdeel samenwerking met andere professionals besproken metvoorbeelden. In de presentatie is de verhouding tussen de professional en de organisatie besproken met voorbeelden. De Prezi oogt aantrekkelijk en het verhaal is duidelijk.
ij
• • • • • • •
er
• •
U
itg
ev
•
6
Oriëntatie
Oriëntatie Opdracht 1
Jouw normen en waarden
fb .v
.
Vaak leer je normen en waarden van je ouders of verzorgers tijdens je opvoeding. Gaandeweg je leven zal je soms je normen en waarden bijstellen.
a. Welke normen en waarden vind jij het belangrijkste in je leven? Vul het schema in, benoem minstens drie waarden en de bijbehorende normen. Leg je antwoord uit. Normen:
Uitleg:
u' Ac
tie
Waarde:
Ed
b. Bots je weleens met vrienden of studiegenoten over deze normen en waarden? Leg je antwoord uit.
er
ij
c. Heb jij weleens je normen en waarden aangepast? Leg je antwoord uit.
Opdracht 2
Lege stoel discussie
U
itg
ev
Jullie gaan klassikaal discussiëren over een stelling. Lees hiervoor eerst de casus, de stelling en de uitleg van de discussie. Een van de regels van de stichting waar je werkt, is dat er niet generaliserend over groepen wordt gesproken. Er wordt dus op gelet dat niet wordt gezegd dat de Marokkaanse jongeren zorgen voor overlast of dat de bezoekers van de bejaardensoos allemaal zeurpieten zijn. Het gebruiken van bijnamen voor deelnemers en bepaalde groepen is ook ongewenst.
Stelling: 'Je mag best generaliserend over groepen spreken want dan weet iedereen over wie je het hebt'. Uitleg discussie: • Zes stoelen staan in een cirkel. Vijf studenten gaan zitten op de stoelen, een stoel blijft leeg. Om de stoelen zit of staat de rest van de klas. • De studenten in de cirkel discussiëren over de stelling.
7
Oriëntatie
b. Wat is de uitkomst van de discussie?
Opdracht 3
Woordzoeker waarden
.
a. Wat is jouw mening over de stelling?
fb .v
•
De studenten buiten de cirkel kunnen inspringen door op de lege stoel te gaan zitten op het moment dat ze een bijdrage willen leveren. Op hetzelfde moment moet een leerling binnen de cirkel een stoel vrijmaken door buiten de cirkel plaats te nemen (zodat er altijd een lege stoel over blijft). De studenten blijven wisselen van stoelen zodat elke student een keer in de cirkel heeft gezeten en een bijdrage aan de discussie heeft geleverd.
tie
•
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
In de onderstaande woordzoeker zijn 18 waarden verstopt. Zoek (horizontaal en verticaal) naar de waarden in de onderstaande woordzoeker.
8
OriĂŤntatie
fb .v
b. Welke waarde vind je in jouw leven het meest belangrijk? Leg je antwoord uit.
.
a. Welke waarden heb je gevonden?
tie
c. Welke waarde vind je voor een sociaal werker het meest belangrijk? Leg je antwoord uit.
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
d. Benoem drie normen (gedragsregels) bij deze waarde.
9
Normen en waarden
Normen en waarden
Je kunt het begrip normen en waarden uitleggen. Je hebt kennis van waarden die voor iedereen geldend zijn. Je hebt kennis van verschillen tussen normen en waarden. Je kunt je eigen normen en waarden beschrijven en verantwoorden.
er
ij
Ed
u' Ac
tie
• • • •
fb .v
.
Als sociaal werker zal je veel in contact zijn met andere mensen. Om een ander te kunnen helpen is het belangrijk dat je de ander begrijpt. Maar om een ander te begrijpen moet je eerst jezelf begrijpen: je moet weten hoe je zelf over iets denkt. Dat kun je dan vergelijken met de manier van denken van iemand anders en zo kun je je begeleiding afstemmen op de ander.
Uit elke waarde komen meerdere normen.
Betekenis normen en waarden
ev
Opdracht 4
U
itg
Je gaat nadenken over de begrippen normen en waarden. Geef antwoord op onderstaande vragen.
10
a. Zoek op internet een definitie van het begrip normen die je goed vindt. Leg uit waarom je deze definitie goed vindt. Beschrijf ook de bron.
Normen en waarden
fb .v
.
b. Zoek op internet een definitie van het begrip normen die je niet goed vindt. Leg uit waarom je deze definitie niet goed vindt. Beschrijf ook de bron.
tie
c. Zoek op internet een definitie van het begrip waarden die je goed vindt. Leg uit waarom je deze definitie goed vindt. Beschrijf ook de bron.
Er is een verschil tussen normen en waarden. In deze opdracht ga je hiermee aan de slag. Geef van onderstaande zinnen aan of er sprake is van een norm of van een waarde. Leg je keuze uit. Maak gebruik van de Theoriebron Normen en waarden. a. Zin 1: Het is belangrijk dat iedereen zich veilig voelt op straat.
er
ij
Theoriebron: Normen en waarden <
Een norm of een waarde?
Ed
Opdracht 5
u' Ac
d. Zoek op internet een definitie van het begrip waarden die je niet goed vindt. Leg uit waarom je deze definitie niet goed vindt. Beschrijf ook de bron.
ev
b. Zin 2: Iedereen die kan werken, moet werken.
U
itg
c. Zin 3: Je mag het onderwijs niet verlaten voordat je een startkwalificatie behaald hebt.
d. Zin 4: Goed onderwijs is belangrijk voor een kenniseconomie.
11
Normen en waarden
Opdracht 6
a. Individueel geef je van onderstaande zinnen aan of er sprake is van een norm of van een waarde. Vervolgens combineer je de normen bij de waarden en leg je je antwoord uit door het schema in te vullen. Maak gebruik van de Theoriebron Normen en waarden. 1. Als iemand je helpt met iets, bedank je die persoon. 2. Als je ergens iets van vindt, mag je dat gewoon zeggen. 3. Als je het niet met iemand eens bent, ga je niet schelden. 4. Als je iets gestolen hebt, dan wordt je daarvoor gestraft. 5. Als je je aan iemand voorstelt, geef je die persoon een hand. 6. Als je op een scooter rijdt, doe je een helm op. 7. Beleefdheid. 8. Dankbaarheid. 9. Eerlijkheid. 10. Geduld. 11. Gelijkwaardigheid. 12. In de bus sta je voor een zwangere vrouw op zodat zij op jouw plaats kan zitten. 13. Je gooit geen afval uit je auto. 14. Rechtvaardigheid. 15. Respect voor het milieu. 16. Veiligheid. 17. Vrijheid van meningsuiting. 18. Wanneer je in de rij wacht voor de kassa wacht je netjes tot je aan de beurt bent. 19. Wanneer je ziet dat iemand iets laat vallen, zeg je dat tegen die persoon. 20. Zelfbeheersing. Waarde:
U
itg
ev
er
ij
Ed
Norm:
u' Ac
tie
fb .v
.
Theoriebron: Normen en waarden <
Koppelen maar!
12
Uitleg:
Normen en waarden
Waarde:
Uitleg:
u' Ac
tie
fb .v
.
Norm:
b. Vergelijk je antwoorden met een studiegenoot. Hebben jullie dezelfde antwoorden of juist niet? Hoe komt dat denk je? Leg je antwoord uit.
Geef van onderstaande afbeeldingen aan welke norm (gedragsregel) je ziet. Bedenk ook een passende waarde bij het voorbeeld. Maak indien nodig gebruik van de Theoriebron Normen en waarden.
U
itg
ev
er
ij
Theoriebron: Normen en waarden <
Welke norm bij welke waarde?
Ed
Opdracht 7
13
Normen en waarden
Afbeelding 1 a. Welke norm zie je hier terug?
d. Bij welke waarde past deze norm?
u' Ac
Afbeelding 3 e. Welke norm zie je hier terug?
tie
Afbeelding 2 c. Welke norm zie je hier terug?
fb .v
.
b. Bij welke waarde past deze norm?
f. Bij welke waarde past deze norm?
Ed
Afbeelding 4 g. Welke norm zie je hier terug?
h. Bij welke waarde past deze norm?
Over normen en waarden valt veel te discussiĂŤren. Enkele waarden zijn zo belangrijk dat ze worden aangehangen door alle mensen. Amnesty International spreekt over universele waarden: waarden die voor iedereen, waar ook ter wereld gelden. Deze zijn waarden zijn opgenomen in de Rechten van de mens. Beschrijf in je eigen woorden de betekenis van onderstaande waarden. Geef ook een voorbeeld bij elke waarde. Maak gebruik van de Theoriebron Normen en waarden.
ev
er
Theoriebron: Normen en waarden <
Universele waarden
ij
Opdracht 8
U
itg
a. Geluk.
14
b. Liefde.
Normen en waarden
.
c. Vrede.
fb .v
d. Vrijheid.
Ed
g. Democratie.
u' Ac
f. Gelijkheid.
tie
e. Rechtvaardigheid.
er
ij
h. Wat is een nadeel van dat deze waarden altijd en voor iedereen ter wereld gelden?
Bespreek je antwoorden met een studiegenoot. Denken jullie over de waarden hetzelfde? Of juist verschillden? Leg je antwoord uit.
U
itg
ev
i.
15
Normen en waarden
Website Amnesty International < Filmpje Wat is Amnesty? <
In deze opdracht gaan jullie een campagne maken voor Amnesty International. Amnesty International is een vereniging die opkomt voor de naleving van de mensenrechten. Zij gaan uit van universele waarden, waarden die voor iedereen ter wereld geldig zijn. Elke student maakt een poster met behulp van Lino over een van de volgende waarden: • geluk • liefde • vrede • vrijheid • rechtvaardigheid • gelijkheid • democratie.
.
Website Lino <
Campagne Amnesty International
fb .v
Opdracht 9
tie
Bekijk de site van Amnesty International en het filmpje ‘Wat is Amnesty?’. Jullie hebben dus in totaal zeven posters, een poster per waarde.
u' Ac
Zorg dat de poster past bij de vereniging. Maak de poster aantrekkelijk door gebruik van teksten en passende afbeeldingen die je kunt zoeken op google. Maak indien nodig gebruik van de Theoriebron Normen en waarden.
Wetten komen voort uit normen en waarden die mensen belangrijk vinden. Zo zijn er in Amerika in sommige staten veel discussies over abortus. Tegenstanders van abortus willen dat er een anti abortuswet komt, de voorstanders van abortus willen dit niet. Bekijk het filmpje ‘Abortus onder vuur in de VS’ en geef antwoord op de vragen. Maak indien nodig gebruik van de Theoriebron Normen en waarden.
er
Theoriebron: Normen en waarden <
Normen in wetten
ij
Opdracht 10
Ed
Jullie printen de posters uit, plakken ze op het bord en presenteren ze aan de groep. De andere studenten in de klas geven feedback. Welke feedback hebben jullie gekregen? En ben je het eens met de feedback? Leg je antwoord uit.
a. Welke waarde hangen de tegenstanders van abortus aan denk je?
U
itg
ev
Filmpje Abortus onder vuur in de VS <
Opdracht 11
b. Welke norm hangen de tegenstanders van abortus aan?
c. Welke waarde hangen de voorstanders van abortus aan denk je?
d. Welke norm hangen de voorstanders van abortus aan?
Verschillen Cliënten en sociaal werkers kunnen flink van mening verschillen als het gaat over normen en waarden. Lees onderstaande casussen en beantwoord de vragen.
16
Normen en waarden
.
Jozef is sociaal werker in buurtcentrum De Twinkel. Elke zaterdagmiddag organiseert Jozef kinderactiviteiten. Piet en zijn zoon, Mees van 7 zijn elke week van de partij. Jozef maakt zich echter zorgen om Mees. Elke keer wanneer Piet zijn zoontje iets vraagt, en deze reageert niet op tijd dan krijgt Mees een tik van zijn vader. Ook schreeuwt Piet regelmatig naar Mees dat hij op moet letten en dat hij moet luisteren. Piet is erg streng voor Mees. Jozef gaat met Piet in gesprek en komt erachter dat Piet simpelweg een goede opvoeding wil voor zijn.
fb .v
a. Welke waarde streeft Piet na?
tie
b. Welke norm heeft Piet bij deze waarde?
u' Ac
c. Welke norm zou jij hebben als je Jozef was?
Ed
Vincent en Lotte zijn collega's bij stichting De Twern. Na een drukke werkweek achter de rug te hebben besluiten ze op vrijdagavond samen een hapje te gaan eten in de stad. Als de rekening komt pakt Vincent gelijk het bonnetje en staat op om te gaan pinnen. Lotte vindt dit niet leuk, ze wil zelf haar deel betalen want daar heeft ze toch zelf voor gewerkt. Vincent vindt dit onzin, de man betaalt voor de vrouw vindt hij. d. Welke waarde streeft Vincent na denk je?
ij
e. Welke waarde streeft Lotte na denk je?
ev
er
f. Welke waarde zou jij nastreven in deze situatie? Leg je antwoord uit.
Opdracht 12
itg
Website Coggle <
U
Theoriebron: Normen en waarden <
Mindmap normen en waarden Normen en waarden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Toch kunnen mensen bij eenzelfde waarde tal van verschillende normen aanhangen. In deze opdracht ga je eerst individueel een mindmap maken met behulp van Coggle over jouw normen, gedragsregels, bij de waarde 'aandacht voor de cliĂŤnt'. Schrijf alles op van wat jij vindt dat een sociaal werker moet doen om aandacht te hebben voor de cliĂŤnt. Maak indien nodig gebruik van de Theoriebron Normen en waarden. Print je mindmap uit. Bespreek de mindmap met drie studiegenoten. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten in jullie mindmaps?
17
Normen en waarden
a. Je presenteert je Prezi aan de klas. Geef elkaar feedback door middel van een tip (iets wat beter kan) en een top (iets wat erg goed was). Welke tip heb jij ontvangen? Ben je het daarmee eens? Leg je antwoord uit.
tie
Theoriebron: Normen en waarden <
Bij eenzelfde waarde kunnen de normen die mensen hanteren erg verschillen. Je gaat een presentatie voorbereiden met behulp van Prezi over drie waarden die jij belangrijk vindt bij een sociaal werker. Bij elke waarde geef je vijf normen, dit leg je uit met een voorbeeld. Zorg ervoor dat je presentatie aantrekkelijk oogt en uniek is, hij moet bij jouw persoonlijkheid passen. Maak indien nodig gebruik van de Theoriebron Normen en waarden.
.
Website Prezi <
Presenteer jezelf
fb .v
Opdracht 13
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
b. Welke top heb jij ontvangen? Wat vindt je daarvan? Leg je antwoord uit.
18
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 04 LA Ethiek en moraliteit.xml
Ethiek en moraliteit
tie
Je kunt het begrip ethiek uitleggen. Je kunt het begrip moraliteit uitleggen. Je kunt het verschil tussen ethiek en moraliteit uitleggen. Je kunt de relatie tussen ethiek en moraliteit uitleggen. Je hebt kennis van het Ethisch Actorschap.
Ed
u' Ac
• • • • •
fb .v
.
Moraliteit en ethiek zijn sterk verbonden met normen en waarden. Waarden zijn de uitgangspunten voor ons handelen, normen zijn toegepaste gedragsregels op die waarden. Ethiek en moraliteit zijn de basis van normen en waarden. In de praktijk worden ethiek en moraliteit vaak door elkaar gebruikt. Ze zijn ook sterk aan elkaar verbonden maar toch is er wel degelijk een verschil. In deze opdrachtenset leer je over de betekenis van de begrippen, de verschillen en de relatie.
Ethiek gaat over het stellen van kritische vragen.
Opdracht 14
Zoek de vraag
U
itg
ev
er
ij
Ethiek is nauw verbonden met moraliteit. In onderstaande woordzoeker zoek je woorden die samen een zin vormen. Zoeken de woorden op, formuleer hiermee een vraag en beantwoord de vraag.
19
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 04 LA Ethiek en moraliteit.xml
a. Welke woorden heb je gevonden?
fb .v
c. Wat is jouw antwoord op deze zin?
.
b. Welke zin kun je hiermee maken?
Je gaat nadenken over het begrip moraliteit. Maak gebruik van de Theoriebron Ethiek en moraliteit. a. Schrijf in je eigen woorden op wat het begrip moraal betekend.
Ed
Theoriebron: Ethiek en moraliteit <
Wat is de betekenis van moraliteit?
u' Ac
Opdracht 15
tie
d. Bespreek jouw antwoord op de vraag met een medestudent. Komen jullie uit op dezelfde antwoord of juist niet? Leg je antwoord uit.
b. Je gaat nu op zoek naar een definitie van het begrip moraal op het internet. Welke definitie heb je gevonden? Beschrijf ook de bron.
er
ij
c. Komt jouw gevonden definitie overeen met je eigen beschrijving? Leg je antwoord uit.
Moraliteit roken
ev
Opdracht 16
U
itg
Reclame poster More Doctors Smoke Camels than any other cigarette! <
Poster Roken kan echt niet meer < Theoriebron: Ethiek en moraliteit <
20
Moraliteit is sterk verbonden met normen en waarden. Wat in het verleden als normaal beschouwd werd kan nu als abnormaal worden beschouwd. Je gaat nadenken over een veranderende moraliteit door de jaren heen. Maak gebruik van de Theoriebron Ethiek en moraliteit. a. Bekijk de reclame poster van vroeger More Doctors Smoke Camels than any other cigarette! Hoe werd er vroeger gedacht over roken? En hoe komt dat denk je?
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 04 LA Ethiek en moraliteit.xml
Ethiek en moraliteit wordt vaak door elkaar gebruikt. Het is sterk aan elkaar verbonden maar heeft wel degelijk een andere betekenis. Maak gebruik van de Theoriebron Ethiek en moraliteit. a. Beschrijf het verschil tussen ethiek en moraliteit.
u' Ac
Theoriebron: Ethiek en moraliteit <
Verschil ethiek en moraliteit
tie
Opdracht 17
fb .v
c. Wat kun je na deze twee posters gezien hebben over de moraal over roken?
.
b. Bekijk nu de poster Roken kan echt niet meer. Hoe wordt er tegenwoordig gedacht over roken? Hoe komt dat denk je?
Lees onderstaand citaat over anticonceptie en abortus uit een ingezonden brief uit het NRC Handelsblad van 9 januari 2013.
Ed
"Vanuit een ethisch standpunt is de verspreiding, het voorschrijven en het innemen ervan net zo onjuist als abortuspraktijken" (NRC, 2013). b. Wat is juist aan dit citaat?
er
ij
c. Wat is er onjuist aan dit citaat?
U
itg
ev
d. Hoe kan het citaat aangepast worden zodat het wel juist is?
Als je geen geld hebt om eten te kopen, mag je dan eten stelen?
21
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 04 LA Ethiek en moraliteit.xml
Er is een verschil tussen moraal en ethiek. Geef van onderstaande zinnen aan of er sprake is van moraal of van ethiek en leg je antwoord uit. Maak gebruik van de Theoriebron Ethiek en moraliteit. a. Zin 1: Als je geen geld hebt om eten te kopen dan mag je eten stelen.
fb .v
Theoriebron: Ethiek en moraliteit <
Ethiek of moraliteit
.
Opdracht 18
tie
b. Zin 2: Is het rechtvaardig dat mensen met een hoger inkomen meer belasting moeten betalen?
Opdracht 19
u' Ac
c. Zin 3: Je ouders kennen je het best, het is dan ook logisch dat zij een partner voor jou zoeken.
Post-its ethiek en moraliteit
Ed
a. Je gaat nadenken over de relatie tussen ethiek en moraliteit. Beschrijf in je eigen woorden wat deze relatie inhoudt volgens jou.
U
itg
ev
er
ij
b. Je krijgt een stapeltje post-its van de docent. Schrijf op elke post-it een morele vraag over het omgaan met cliĂŤnten met een geestelijke beperking. Vervolgens worden alle post-its op het bord geplakt. Klassikaal worden de post-its besproken door middel van een klassengesprek, kunnen er categorieĂŤn gemaakt worden? Morele vragen die bij elkaar horen?
22
c. Zijn er veel overeenkomsten in de morele vragen of juist veel verschillen? Leg je antwoord uit.
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 04 LA Ethiek en moraliteit.xml
Opdracht 20
Bekijk het filmpje ‘Wat doet macht met je?’ en geef antwoord op de vragen. Maak indien nodig gebruik van de Theoriebron Ethiek en moraliteit. a. In het filmpje wordt een relatie gelegd tussen macht en ethiek en moraal. Leg deze relatie uit.
fb .v
.
Theoriebron: Ethiek en moraliteit <
Wat doet macht met je?
Filmpje Wat doet macht met je? <
tie
b. Als sociaal werker heb je ook in zekere zin macht over de cliënt. Geef een argument voor de stelling dat deze macht misbruikt kan worden door de sociaal werker.
u' Ac
c. Hoe denk je dat voorkomen kan worden dat de sociaal werker misbruik kan maken van de macht?
Onderzoeksprojecten van de Hogeschool Utrecht hebben aangetoond dat het reflecteren op ethische- en morele kwesties een oplossing kunnen bieden voor het omgaan met ethiek voor professionals in het sociale werkveld. Zij stellen dat het ethisch handelen niet van buiten komt, in de vorm van protocollen en codes, maar van binnen. Hiervoor hebben zij een model ontwikkeld genaamd Ethisch Actorschap. Dit model bestaat uit zes dimensies. Leg de betekenis van de dimensies in je eigen woorden uit. Maak gebruik van de Theoriebron Ethiek en moraliteit.
er
Theoriebron: Ethiek en moraliteit <
Ethisch Actorschap
ij
Opdracht 21
Ed
d. Empowerment is een begrip in het sociale werkveld. Het houdt in dat de sociaal werker de cliënt in zijn krachten zet. Wat is de invloed van empowerment op de macht van de sociaal werker?
U
itg
ev
a. Ethische bekwaamheid
b. Ethische motivatie
c. Ethische referentiekaders
23
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 04 LA Ethiek en moraliteit.xml
d. Ethische sensibiliteit
Website Ethiek Werk <
Het model voor ethisch actorschap geeft de professional de kans te onderzoeken hoe hij omgaat met ethische- en morele kwesties. Hiervoor is een reflectietool ontwikkeld. In deze opdracht ga je met deze tool aan de slag. Loop onderstaande stappen door. Maak indien nodig gebruik van de Theoriebron Ethiek en moraliteit. • • • • • • •
u' Ac
Theoriebron: Ethiek en moraliteit <
Reflectietool Ethisch Actorschap
Maak eerst een account aan op de site Ethiek Werk. Je krijgt een bevestigingsmail met een link, klik op de link zodat je account geactiveerd wordt. Je keert nu terug naar ethiekwerk.hu.nl, volg dan de volgende stappen: Ga naar de reflectietool Ethisch actorschap. Voor het eerste gebruik van de reflectietool klik je in dit menu op: Meld me aan bij deze cursus. Op de volgende pagina klikt u op: Laat me in deze cursus. Vervolgens word je teruggeleid naar de ethische reflectietool. Kies het onderdeel waarmee je aan de slag wilt gaan en klik op: Start. Op de volgende pagina kies je voor: vragen beantwoorden.
Ed
Opdracht 22
tie
f. De context waarin de professional werkt
fb .v
.
e. Ethische identiteit
er
ij
Bespreek samen met de docent hoeveel en welke dimensies je gaat onderzoeken. Wanneer je klaar bent met een vragenset klik je op 'bewaar'. Je gaat nu samen met een andere student die dezelfde vragenset heeft beantwoord jullie antwoorden bespreken.
U
itg
ev
Zijn er veel overeenkomsten of juist verschillen tussen jullie antwoorden? Leg je antwoord uit.
24
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 05 LA Morele dilemma.xml
Morele dilemma's
Opdracht 23
Je kunt de betekenis van het begrip moreel dilemma uitleggen. Je kunt uitleggen wanneer er sprake is van een moreel dilemma. Je hebt kennis van het begrip integriteit. Je kunt voorbeelden noemen van morele dilemma's. Je hebt kennis van het zevenstappenplan.
Wat is een moreel dilemma?
tie
• • • • •
fb .v
.
Morele dilemma's zijn sterk verbonden met ethiek. Een dilemma is ethisch wanneer je er kritisch over nadenkt. Het wordt een moraal dilemma wanneer je een keuze gaat maken en gaat handelen. In deze opdrachtenset wordt er gesproken over morele dilemma's maar doordat je na gaat denken over deze dilemma's is er ook altijd sprake van ethiek.
Je gaat nadenken over het verschil tussen een normaal dilemma en een moreel dilemma.
u' Ac
a. Zoek op internet een definitie van het woord dilemma.
Ed
b. Bedenk een voorbeeld van een normaal dilemma.
ij
c. Zoek op internet een definitie van het woord moreel dilemma.
ev
er
d. Bedenk een voorbeeld van een moraal dilemma.
Opdracht 24
itg
Theoriebron: Morele dilemma’s <
U
Website Popplet <
Morele dilemma's in jouw droomfunctie In welke functie je ook terecht komt na je opleiding, er is een grote kans dat je morele dilemma's tegen zal komen. Bedenk wat jouw droomfunctie is die jij graag wilt uitoefenen. Bedenk welke morele dilemma's je hier tegen zou kunnen komen, hiervan maak je een overzicht met behulp van Popplet. Je noteert alle mogelijke dilemma's en verduidelijkt ze door afbeeldingen toe te voegen. Maak gebruik van de Theoriebron Morele dilemma's. a. Nu ga je de popplet presenteren aan drie medestudenten. Vertel eerst wat volgens jou de betekenis is van een moreel dilemma.
25
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 05 LA Morele dilemma.xml
Theoriebron: Morele dilemmaâ&#x20AC;&#x2122;s <
Kenmerken dilemma's
In de Theoriebron Morele dilemma's kun je lezen dat deze dilemma's bepaalde kenmerken hebben. In deze opdracht ga je het morele dilemma euthanasie uitwerken. Lees de casus en geef antwoord op de vragen. Maak gebruik van de Theoriebron Morele dilemma's.
tie
Opdracht 25
fb .v
.
b. Vervolgens vertel je wat jouw droomfunctie is en presenteer je de popplet. Je licht de morele dilemma's toe en geeft aan waarom dit morele dilemma's zijn. Jullie geven elkaar feeedback met behulp van een tip (iets wat beter kan) en een top (iets wat goed is). Welke tip en top heb jij ontvangen? Ben je het daarmee eens? Leg je antwoord uit.
u' Ac
Jaap Theunissen is ongeneeslijk ziek. Hij is 46 jaar en vijf jaar geleden is er kanker bij hem geconstateerd. Inmiddels is het helemaal uitgezaaid en zijn er geen kansen op verbetering. Hij is getrouwd met Tieneke en samen hebben zij twee kinderen van zestien en twaalf jaar. De schatting is dat Jaap nog zo'n drie jaar te leven heeft. Zelf denkt hij aan euthansie omdat hij dagelijks veel pijn heeft en het leven ondraaglijk voor hem wordt. Zijn vrouw en kinderen reageren hier heftig op zij willen dit niet, ze willen hun man en vader zo lang mogelijk bij zich houden.
Ed
a. Leg uit dat er in deze casus een keuze gemaakt moet worden.
er
ij
b. Leg uit dat andere mensen betrokken zijn bij deze casus.
ev
c. Leg uit dat elke keuze die er gemaakt zal worden in deze casus van belang is voor de anderen die erbij betrokken zijn.
e. Welke keuze zou jij maken in dit morele dilemma? Leg je antwoord uit.
U
itg
d. Leg uit dat er in deze casus niet aan alle belangen voldaan kan worden.
Opdracht 26 Theoriebron: Morele dilemmaâ&#x20AC;&#x2122;s <
26
Wat zou jij doen? Lees onderstaande dilemma's en leg uit waarom dit wel of geen morele dilemma's zijn en wat jij zou doen. Maak indien nodig gebruik van de Theoriebron Morele dilemma's.
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 05 LA Morele dilemma.xml
tie
b. Wat zou jij doen? Leg je antwoord uit.
fb .v
a. Moreel dilemma? Waarom wel of waarom niet?
.
Dilemma 1 Stel je voor dat een trein heel hard over een spoor rijdt. Op het spoor liggen vijf mensen vastgebonden. De trein rijdt rechtdoor en de vijf mensen zullen dood gaan. Maar: jij staat bij de wissel. En jij hebt een hendel waardoor je kunt zorgen dat de trein de andere kant op gaat, maar dan rijdt de trein over jou heen want jij staat op dat spoor. Wat zou je doen? De hendel overhalen of niet?
u' Ac
Dilemma 2 Weer komt er een trein aangereden en er liggen vijf mensen vastgebonden op het spoor. De trein zal rechtdoor rijden en de vijf mensen zullen dood gaan. Maar: jij staat bij de wissel. En jij hebt een hendel waardoor je kunt zorgen dat de trein de andere kant op gaat, waar maar één persoon op het spoor ligt vastgebonden. Wat zou je doen? Haal je de hendel over of niet?
Ed
c. Moreel dilemma? Waarom wel of waarom niet?
ij
d. Wat zou jij doen? Leg je antwoord uit.
ev
er
Dilemma 3 Weer rijdt er een trein heel hard en liggen er vijf mensen vastgebonden op het spoor, maar dit keer is er maar één spoor. Jij staat op een brug. Naast jou staat een hele dikke man. Als je de dikke man een duw geeft zal deze voor de trein op de grond vallen. De trein zal stoppen en de vijf mensen zullen gered worden, maar die ene man is dood. Zou je de dikke man duwen?
f. Wat zou jij doen? Leg je antwoord uit.
U
itg
e. Moreel dilemma? Waarom wel of waarom niet?
Jullie gaan nu in viertallen discussiëren over jullie antwoorden door elk dilemma apart te bespreken.
27
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 05 LA Morele dilemma.xml
.
g. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen tussen jullie antwoorden bij het eerste dilemma? Leg je antwoord uit.
Het omgaan met morele dilemma's vraagt om integriteit van de sociaal werker. Maak gebruik van de Theoriebron Morele dilemma's en geef antwoord op de vragen. a. Beschrijf wat je onder integer handelen verstaat.
Ed
Theoriebron: Morele dilemma’s <
Integriteit
u' Ac
Opdracht 27
Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen tussen jullie antwoorden bij het derde dilemma? Leg je antwoord uit.
tie
i.
fb .v
h. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen tussen jullie antwoorden bij het tweede dilemma? Leg je antwoord uit.
er
ij
b. Hoe kun je aan de cliënt laten zien dat je integer handelt?
ev
c. Bespreek je antwoord met een medestudent. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen jullie antwoorden? Leg je antwoord uit.
itg
Opdracht 28
U
Meldcode Huiselijke geweld en kindermishandeling op de website van de Rijksoverheid <
28
Meldcode huiselijk geweld a. Een professional kan zich soms in lastige situaties verkeren. Stel je voor dat je vermoedens hebt van seksueel misbruik, de cliënt laat er mondjesmaat iets over los. Maar zegt daarbij wel heel duidelijk dat je het niet door mag vertellen! Hoe zou jij hier mee omgaan? Leg je antwoord uit.
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 05 LA Morele dilemma.xml
Theoriebron: Morele dilemmaâ&#x20AC;&#x2122;s <
Morele dilemma's in casussen
Beschrijf naar aanleiding van iedere casus die hierna vermeld staat, de betekenis van de begrippen moraal, dilemma en ethiek. Leg ook uit op welk tekstonderdeel je dat baseert door het schema in te vullen. Maak gebruik van de Theoriebron Morele dilemma's.
tie
Opdracht 29
fb .v
.
b. Sinds 1 juli 2013 is het voor hulpverleners verplicht om de meldcode te gebruiken bij vermoedens van huiselijk geweld. Dit is vastgelegd in de Wet verplichte meldcode. Bekijk op de site van de Rijksoverheid het Basismodel huiselijk geweld en kindermishandeling. Leg uit hoe je met deze kennis in je achterhoofd te werk zou gaan.
Casus 1
a.
Ed
Uitleg
u' Ac
Op de crisisopvang is deze week een vrouw binnengekomen. Ze heeft veel verschillende seksuele contacten. Haar kinderen zijn uit huis geplaatst en ze heeft medicatie die schadelijk is voor een eventueel ongeboren kindje. Ze gebruikt onregelmatig anticonceptie. Kan de crisisopvang haar dwingen tot de prikpil (hormoonpreparaat dat contraceptie garandeert voor twee tot drie maanden)?
Moraal
Dilemma
er
ij
Ethiek
Casus 2
U
itg
ev
Als sociaal werker ondersteun je enkele ouderen die nog zelfstandig wonen, maar al wel moeite hebben met het organiseren van hun administratie. Wanneer je met meneer Koot zijn kosten en betalingen van de afgelopen maanden zit door te nemen zie je dat er ieder week op maandag â&#x201A;Ź 350,- bij de pinautomaat wordt opgenomen. Meneer Koot betaalt daarnaast zijn wekelijkse boodschappen ook met zijn pinpas. Wanneer je wat vragen stelt aan meneer Koot over waarvoor hij zo veel geld nodig heeft, vertelt hij dat hij dit geld leent aan de huishoudelijke hulp van Stichting Kaptein die op maandag 3 uur bij hem het huis komt schoonmaken. De huishoudelijke hulp heeft wel tegen hem gezegd dat hij dit tegen niemand mag zeggen. Meneer Koot moet nu geld van zijn spaarrekening naar zijn betaalrekening overschrijven om de huur van zijn huis te kunnen betalen.
29
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 05 LA Morele dilemma.xml
Uitleg b.
Moraal
.
Dilemma
Theoriebron: Morele dilemma's <
Zevenstappenplan
Het maken van morele keuzes kan lastig zijn. Het zevenstappenplan kan je hierbij helpen. In zeven stappen zet je dan argumenten voor en tegen je keuze op een rij en beslis je welk argument het meest telt en dus de doorslag moet geven. Beschrijf in je eigen woorden de betekenis van de stappen. Maak gebruik van de Theoriebron Morele dilemma's.
tie
Opdracht 30
fb .v
Ethiek
Ed
b. Stap 2.
u' Ac
a. Stap 1.
c. Stap 3.
er
ij
d. Stap 4.
ev
e. Stap 5.
U
itg
f. Stap 6.
30
g. Stap 7.
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 05 LA Morele dilemma.xml
Filmpje Rijdende Rechter over de schutting <
De voormalige rijdende rechter Frank Visser gaat op bezoek bij een gezin in Veldhoven. Bekijk het filmpje ‘Rijdende Rechter over de schutting’ en geef antwoord op de vragen. Maak hierbij gebruik van de Theoriebron Morele dilemma's. In tweetallen gaan jullie een weloverwogen beslissing maken voor Frank Visser. Doe dit met behulp van het zevenstappenplan. Vul elke stap in.
.
Theoriebron: Morele dilemma’s <
De Rijdende rechter
fb .v
Opdracht 31
a. Stap 1
tie
b. Stap 2.
Ed
d. Stap 4
u' Ac
c. Stap 3
e. Stap 5
er
ij
f. Stap 6
h. Bespreek jullie oordeel met een ander tweetal. Zijn jullie tot hetzelfde oordeel gekomen of juist niet? Leg je antwoord uit.
U
itg
ev
g. Stap 7
31
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 06 LA Beroepscode.xml
Beroepscode
fb .v
.
In een beroepscode wordt beschreven hoe het professioneel handelen er voor een bepaald beroep uit hoort te zien. In de code geeft de beroepsgroep aan welke normen en waarden voor de uitoefening van het beroep belangrijk worden gevonden.
u' Ac
tie
• Je kunt het begrip beroepscode uitleggen. • Je kunt de functie en het belang van een beroepscode uitleggen. • Je hebt kennis van de basishoudingen in de beroepscode van sociaal werk.
Opdracht 32
Beroepscode
Je gaat nadenken over het begrip Beroepscode. Lees de Theoriebron Beroepscode en geeft antwoord op de vragen. a. Wat is de betekenis volgens jou van het begrip Beroepscode?
er
ij
Theoriebron: Beroepscode <
Ed
Elke beroepsgroep heeft zijn eigen Beroepscode.
ev
b. Waarom is het belangrijk dat er een Beroepscode wordt opgesteld?
itg
c. Voor wie is de Beroepscode bedoeld?
Opdracht 33
U
Beroepscode <
32
BPSW De Beroepsvereniging voor Professionals in Sociaal Werk (BPSW) zijn verantwoordelijk voor de publicatie van de beroepscode voor sociaal werk. Als sociaal werker kun je soms voor morele dilemma's komen te staan. Voor morele dilemma's zijn geen kant- en klare oplossingen. Een beroepscode kan wel richtlijnen geven over hoe het best gehandeld kan worden.
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 06 LA Beroepscode.xml
fb .v
.
a. Bekijk de Beroepscode van de BPSW. Welke onderdelen worden er beschreven in de beroepscode?
tie
b. Je gaat aan een nieuwe stagiair, bij de instelling waar je werkt, uitleggen wat de betekenis van een beroepscode is en hoe dit terugkomt in de praktijk bij jouw instelling. Hoe zou je dit uitleggen? Betrek ook de onderdelen van de beroepscode van de BPSW bij je uitleg.
Opdracht 34
Woordwolk belang beroepscode
Je gaat nadenken over het belang van een beroepscode. Maak een Woordwolk en schrijf alle redenen op waarom een beroepscode belangrijk is.
ij
Woordwolk <
Ed
u' Ac
c. Nu ga je de beschreven uitleg in de praktijk brengen. Je legt het uit aan een vriend of vriendin, een student van een andere opleiding of een student van een ander leerjaar die deze cursus nog niet gevolgd heeft. Vraag of hij je uitleg begrepen heeft. Dit kun je doen door te vragen om een samenvatting van hetgeen dat jij verteld hebt. Heeft de student je uitleg begrepen? Waarom wel of waarom niet? Leg je antwoord uit.
ev
er
a. Print je woordwolk uit en bespreek deze met een medestudent. Wat zijn de overeenkomsten van jullie woordwolken? Leg je antwoord uit.
c. Ga in discussie over de verschillen tussen jullie woordwolken. Probeer samen tot een nieuwe woordwolk te komen. Is het gelukt om tot een nieuwe woordwolk te komen? Waarom wel of waarom niet? Leg je antwoord uit.
U
itg
b. Wat zijn de verschillen tussen jullie woordwolken? Leg je antwoord uit.
33
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 06 LA Beroepscode.xml
Opdracht 35
Klassengesprek over functies (klassikaal) <<leerdoelcode>> De functie van een beroepscode is het richting geven aan het beroepsmatig handelen van de professional. Zeker bij situaties waarin ethische dilemma's voorkomen kan de professional handvatten krijgen over hoe hier mee om te gaan.
fb .v
.
In deze opdracht gaan jullie klassikaal in gesprek over de functies van een beroepscode. De docent hangt drie posters op het bord met op elke poster een stelling. De stellingen zijn: 1. Een beroepscode moet concrete handvatten bieden voor de professional. 2. Een beroepscode moet zowel voor de cliĂŤnt als voor de professional zijn. 3. Een beroepscode moet enkel waarden benoemen waaruit de professional moet handelen. Elke student krijgt een sticker. Je plakt de sticker bij de stelling die jij het meest belangrijk vindt. Nadat alle studenten hun sticker op een poster geplakt hebben volgt er een klassengesprek.
u' Ac
tie
a. Bij welke stelling heb jij je sticker geplakt? Leg uit waarom je voor die stelling gekozen hebt.
b. Zou je, na het voeren van het klassengesprek, nog steeds je sticker bij dezelfde stelling hebben geplakt? Leg je antwoord uit.
Theoriebron: Beroepscode <
Beroepshoudingen
Ed
Opdracht 36
In deze opdracht ga je aan de slag met de beroepshoudingen. Deze staan beschreven in de Beroepscode van de Beroepsvereniging voor Professionals voor Sociaal Werk (BPSW). Maak gebruik van de Theoriebron Beroepscode en beantwoord de vragen.
er
ij
a. Wat is de relatie tussen de basishoudingen en de beroepscode?
U
itg
ev
b. Beschrijf in je eigen woorden de betekenis van de vier basishoudingen: Respect.
34
c. Verantwoordelijkheid.
d. Deskundigheid.
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 06 LA Beroepscode.xml
e. Integriteit.
.
Bedenk twee voorbeelden bij de beroepshoudingen voor een sociaal werker. De voorbeelden hoeven niet perse opgenomen te worden in een beroepscode. Het gaat erom dat je nadenkt over de betekenis voor jou van deze houdingen. Maak indien nodig gebruik van de Theoriebron Beroepscode.
fb .v
Theoriebron: Beroepscode <
Voorbeelden bedenken
a. Respect
c. Deskundigheid
U
itg
ev
er
ij
Ed
d. Integriteit
u' Ac
b. Verantwoordelijkheid
tie
Opdracht 37
35
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 07 BR Theoriebron Normen en waarden.xml
.
Theoriebron Normen en waarden
u' Ac
tie
fb .v
Normen en waarden gaan over twee kanten van de moraal. Moraal is het geheel van morele regels (essentiële gedragsregels) en principes die mensen er als individu of als groep op nahouden en waaraan zij zich gebonden achten. Normen zijn waarden uitgewerkt in gedragsregels. Bijvoorbeeld de norm ‘je moet stoppen voor een zebrapad’. Dit gaat over de waarde ‘veiligheid’. Een norm verantwoord je ook aan de hand van een waarde.
Ed
Mensen kunnen verschillende normen bij dezelfde waarde hebben.
Verschil normen en waarden
er
ij
Normen zijn welomlijnde gedragsregels die mensen verondersteld worden na te leven. Waarden zijn belangrijke maatstaven of principes die het eigen gedrag sturen en op grond waarvan men het eigen gedrag en dat van anderen beoordeelt. Normen zijn onlosmakelijk verbonden met waarden. De waarden die mensen belangrijk vinden in het leven zijn vaak hetzelfde voor iedereen, echter de gedragsregels die mensen daaraan hangen kunnen sterk uiteenlopen.
U
itg
ev
Universele waarden
36
Amnesty International spreekt over universele waarden: waarden die voor iedereen, waar ook ter wereld altijd gelden. Deze waarden zijn opgenomen in de Rechten van de mens. Deze mensenrechten omvatten rechten waarop iedereen aanspraak op kan maken. Het maakt niet uit wat je afkomst, nationaliteit, overtuiging, geslacht of wettelijke status is, je hebt er altijd recht op. Deze rechten zijn opgenomen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM). Alle lidstaten van de Verenigde Naties worden geacht de UVRM te aanvaarden, maar het is niet bindend waardoor de rechten soms geschonden worden door landen. De universele waarden zijn: • geluk • liefde • vrede • vrijheid
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 07 BR Theoriebron Normen en waarden.xml
rechtvaardigheid gelijkheid democratie.
fb .v
Voorbeelden normen en waarden
.
• • •
Je moet altijd onthouden dat mensen bij eenzelfde waarde verschillende normen kunnen aanhangen. Hieronder staan enkele voorbeelden van normen gekoppeld aan een waarde. Norm: Je slaat je kat niet. Waarde: Respect voor dieren.
tie
Norm: Als je iets gestolen hebt, wordt je daarvoor gestraft. Waarde: Rechtvaardigheid.
Conflicten
u' Ac
Norm: Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. Waarde: Gelijkwaardigheid, religie.
Ed
Normen en waarden kunnen zorgen voor conflicten: uit een waarde kunnen verschillende normen worden afgeleid. Deze zijn afhankelijk van iemands religieuze, culturele, sociale en maatschappelijke achtergrond. Wat binnen de ene achtergrond absoluut niet kan, kan bij een andere achtergrond geen probleem zijn of als positief gezien worden. Dit kan leiden tot conflicten. Bijvoorbeeld de waarde ‘beleefdheid’. In de ene cultuur is het de bijbehorende norm om iemand die je niet kent aan te kijken. Doe je dit niet, dan ben je onbeleefd. In een andere cultuur is het de norm om iemand niet aan te kijken. Dat wordt als zeer onbeleefd en brutaal beschouwd.
U
itg
ev
er
ij
Het is dus belangrijk dat je je kunt inleven in de ander, je moet zaken vanuit het perspectief van een ander kunnen zien om hem te begrijpen. Dat kan wel erg lastig zijn omdat je natuurlijk gewend bent om vanuit je eigen perspectief te kijken. Je moet dus als het ware even een andere bril opzetten.
37
Theoriebron Ethiek en moraliteit
.
Theoriebron Ethiek en moraliteit
u' Ac
tie
fb .v
Moraliteit en ethiek zijn sterk verbonden met normen en waarden. Waarden zijn de uitgangspunten voor ons handelen, normen zijn toegepaste gedragsregels op die waarden. Ethiek en moraliteit zijn de basis van normen en waarden.
Ethiek gaat over het maken van goede keuzes.
Ed
Ethiek
ij
Ethiek is de wetenschap die de moraal bestudeert. Dit wil zeggen dat er wordt nagedacht over wat mensen een goed leven of de juiste manier van handelen vinden of zouden moeten vinden. Ethiek begint dan ook met het stellen van vragen aan jezelf en aan elkaar. Ethiek raakt iedereen omdat iedereen handelt vanuit bepaalde ideeën, gevoelens of intuïties over wat goed is om te doen.
U
itg
ev
er
Een taak van de ethiek is het opstellen van morele regels en principes. Dit kan in het algemeen worden gedaan, maar ook voor specifieke groepen. Een voorbeeld daarvan is de beroepscode: van oudsher geldt voor beroepsgroepen van artsen en notarissen een beroepscode, een schriftelijk document met een aantal regels waarin staat hoe zij zich als beroepsbeoefenaar dienen te gedragen, wat hun moraal is. Een beroepscode geeft voor een aantal specifieke, veelvoorkomende situaties antwoord op de vraag ‘Wat is goed handelen?’ Moet een arts bijvoorbeeld altijd open zijn tegenover een patiënt over zijn toestand en vooruitzichten? Tegenwoordig stellen steeds meer beroepsgroepen een dergelijke code op en roepen daarbij vaak de hulp van een ethicus in.
38
Moraliteit Moraliteit is het geheel van morele regels (essentiële gedragsregels) en principes die mensen er als individu of als groep op nahouden en waaraan zij zich gebonden achten. Waarom worden morele kwesties door veel mensen als moeilijk ervaren, terwijl ze er toch regelmatig mee te maken hebben? Ieder mens leeft immers min of meer volgens die essentiële gedragsregels. Deze morele regels zijn in de vroege jeugd geleerd. Voor velen zal het geen probleem zijn om deze te herkennen: ‘Je mag niet liegen’, ‘Je mag niet doden’, 'Je moet je belofte houden’ enzovoort.
Theoriebron Ethiek en moraliteit
Samenhang en verschil
fb .v
.
Bij moraal gaat het steeds om het spanningsveld tussen morele regels en principes aan de ene kant en de praktijk van alledag aan de andere kant. Hoe worden morele regels in de praktijk vertaald en in hoeverre worden deze regels weer door de praktijk aangepast? Morele opvattingen komen tot stand doordat een voortdurende wisselwerking plaatsvindt tussen de theorie en de praktijk. Moraal gaat dus niet zozeer over de vraag wat in theorie de betekenis van bepaalde morele regels is, maar moraal gaat vooral over de vraag hoe deze regels in de praktijk functioneren.
u' Ac
tie
Moraliteit en ethiek worden in de praktijk vaak door elkaar gebruikt. In het normale taalgebruik wordt dan ook hetzelfde bedoeld. Moraliteit en ethiek zijn dus nauw verwant maar toch is er wel degelijk een verschil. In het kort komt het hier op neer: ethiek is het kritisch en systematisch bestuderen van de moraal, je weet dus nog niet of je iets goed of fout vindt. Moraal is het samenhangend geheel van opvattingen dat een persoon of groep personen als leidraad hanteert om als mens goed samen te leven of juist te handelen. Bij moraliteit heb je dus al wel min of meer een oordeel en daar handel je naar.
In de praktijk
Ed
Ethiek en moraliteit zijn een belangrijk onderdeel van het sociaal werk. Professionals worden voortdurend voor ethische- en morele vraagstukken geplaatst. De samenleving is namelijk hevig aan het veranderen de laatste tijd: de uitkleding van de verzorgingsstaat en de toegenomen diversiteit zijn enkele voorbeelden. Onderzoeksprojecten van de Hogeschool Utrecht hebben aangetoond dat door middel van meer samenwerking en het samen reflecteren over ethische- en morele kwesties een oplossing gevonden kan worden voor het omgaan met ethische- en morele vraagstukken.
U
itg
ev
er
ij
Een voorbeeld hiervan is het model van ethisch actorschap. Het uitgangspunt van dit model is dat ethisch handelen, niet van buiten komt, denk aan ethische codes, protocollen en richtlijnen. Het ethisch handelen komt van binnen, het is uiteindelijk de professional die in de dagelijkse praktijk ethische beslissingen neemt. Het model bestaat uit zes dimensies die onderdeel zijn van het ethisch actorschap van de professional. 1. Ethische bekwaamheid 2. Ethische motivatie 3. Ethische referentiekaders 4. Ethische sensibiliteit 5. Ethische identiteit 6. De context waarin de professional werkt. Op basis van dit model is er een reflectitool ontwikkeld. Bij deze tool beantwoord de professional zelfstandig vragen bij elke dimensie. Op deze wijze kan reflecteren op je ethisch handelen.
39
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 09 BR Theoriebron Morele dilemma.xml
.
Theoriebron Morele dilemma's
Ed
u' Ac
tie
fb .v
In morele dilemma’s gaat het om een ingewikkelde beslissing waar het vaak om twee mogelijkheden gaat die allebei goed of allebei slecht zijn. Bij morele dilemma’s kunnen vragen spelen als: Kies je voor het leven van de ene persoon of voor het leven van de andere? Mag je een belofte breken om iemand te helpen? Keuzes en beslissingen, of die nou groot of klein zijn, moet je vaak nemen. Je moet dan zelf bepalen wat goed, minder goed of slecht is.
Geen keuze maken is ook een keuze.
Kenmerken morele dilemma's
U
itg
ev
er
ij
Een dilemma heeft een moreel karakter als ze voldoen aan vijf criteria. 1. Je kunt ze niet ontwijken. Je staat als het ware op een T-splitsing. Je gaat links of rechts. Ook als je geen keuze maakt, maak je een keuze. 2. Bij een mordeel dilemma zijn ook andere mensen zijn erbij betrokken. Zelfs als ze zich ver weg van je bevinden. 3. Elke keuze die gemaakt wordt is van belang voor degenen die er bij betrokken zijn. Het kan gevolgen hebben voor het gevoel en het zelfrespect en het geluk van andere mensen. 4. Je kunt niet alle belangen tegemoet komen. Je kunt niet iedereen die betrokken is compleet tevreden stellen bij de keuze die je maakt. 5. De morele actor is vrij om te kiezen maar moet integer omgaan met het dilemma.
40
Integriteit Integriteit staat voor betrouwbaarheid en eerlijkheid. Dit zegt iets over jouw professionele houding als sociaal werker. Voor de cliënt is het belangrijk dat jij de door hem aan jou toevertrouwde informatie vertrouwelijk en met respect behandelt. Dit doe je door oprecht geïnteresseerd te zijn in de cliënt en te handelen in het belang van de cliënt. De sociaal werker zet zijn eigen normen en waarden opzij en oordeelt niet over die van de cliënt. Je mag geen misbruik maken van de aan jou toevertrouwde informatie.
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 09 BR Theoriebron Morele dilemma.xml
Moreel juist handelen
Argumenten
fb .v
.
De beslissing die je neemt kan juist of onjuist zijn. Dat is ervan afhankelijk of je voldoende rekening hebt gehouden met anderen en niemand over het hoofd hebt gezien. Je handelt moreel juist wanneer je voldoende rekening hebt gehouden met anderen. Wanneer je niet voldoende rekening hebt gehouden of houdt met anderen, neem je een verkeerde beslissing en handel je moreel verkeerd. Dat mag je niet doen want moraal is dat je niet zo maar alles mag doen wat je leuk vindt. Als je bij een bepaalde keuze niet genoeg rekening houdt met anderen, dan is die keuze moraal verkeerd en dat is niet juist.
u' Ac
tie
Argumenten zijn de redenen waarom je een bepaalde keuze maakt. Argumenten geven een antwoord op de vraag: waarom? In de casus is een belangrijk argument om niet aan de docent te vertellen dat je vriendin niets had uitgevoerd: ‘vriendinnen verraden elkaar niet’. Een belangrijk argument om het wel te vertellen is: ‘nu krijgt iedereen een slecht cijfer en dat is niet eerlijk’ en ‘een echte vriendin doet zoiets niet’. Bijna altijd zijn er veel argumenten voor je keuze te vinden, maar ook een aantal argumenten om het juist niet te doen.
Ed
Argumenten kunnen voortkomen uit beginselen of uit gevolgen.Een beginselargument heeft te maken met de rechten van mensen. Het zijn argumenten die sterk samenhangen met de waarden die je hebt. Een gevolgargument heeft te maken met de voor- of nadelen van de keuze die wordt gemaakt. In de Casus van je vriendin die niets heeft gedaan bij het werken in het groepje is ‘je verraad je beste vriendin niet’ een beginselargument en ‘ik wil een voldoende halen’ een gevolgargument.
Het zevenstappenplan
er
ij
Het zevenstappenplan is een manier om je keuzes bij een moreel dilemma te onderzoeken. Soms heb je het gevoel dat je misschien de verkeerde morele keuze hebt gemaakt. Je kunt ook voor een dilemma staan en niet weten welke keuze je moet maken. Dan helpt het om je keuze te onderzoeken met behulp van het zevenstappenplan. In zeven stappen zet je dan argumenten voor en tegen je keuze op een rij en beslis je welk argument het meest telt en dus de doorslag moet geven.
U
itg
ev
1. Bepaal voor welke keuze je staat. Voorlopige keuze maken. 2. Bekijk welke anderen betrokken zijn bij jouw keuze. Je vraagt je af of alle betrokkenen even belangrijk zijn. Moet je met sommigen meer rekening houden dan met anderen? 3. Realiseer je wie de beslissing neemt. Als het jouw morele dilemma is, ben jij ook degene die de beslissing neemt. Hier schrijf je dus ‘ik’ op. 4. Bepaal of je meer informatie nodig hebt om je beslissing op een verantwoorde wijze te kunnen nemen. Verzamel de informatie die nodig is om de beslissing te nemen. 5. Wat zijn de argumenten voor je voorlopige keuze en welke argumenten kun je bedenken voor het alternatief? Je verzamelt alle argumenten die voor je keuze pleiten, maar ook alle argumenten voor het alternatief. Pas als je alle argumenten hebt verzameld, kun je de juiste beslissing nemen. 6. Welke beslissing neem je na het wegen van de argumenten? Je gaat nu voor elk argument na of dit argument te maken heeft met een gevolg (G) of een beginsel (B). Beginsels zijn principes zoals gelijkwaardigheid en recht op privacy. Bij gevolgen wordt gekeken naar wat het nuttigst is. Voor je uiteindelijke keuze wegen beginselen zwaarder dan gevolgen, tenzij de gevolgen zeer ernstig zijn. Na het wegen van de argumenten maak je de keuze: Ik doe …, omdat (belangrijkste argument voor) en dat is moreel juist ondanks ...
41
dps2_41259 Morele oordeelsvorming 09 BR Theoriebron Morele dilemma.xml
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
fb .v
.
(belangrijkste argument voor het alternatief). Hierna onderzoek je of je de schade of nadelen die voortkomen uit je beslissing, kunt beperken of goedmaken. 7. Bepaal hoe je je voelt over de beslissing die je hebt genomen.
42
Theoriebron Beroepscode
Theoriebron Beroepscode
fb .v
.
In een beroepscode wordt beschreven hoe het professioneel handelen er voor een bepaald beroep uit hoort te zien. In de code geeft de beroepsgroep aan welke normen en waarden voor de uitoefening van het beroep belangrijk worden gevonden.
Definitie
Belang
u' Ac
tie
Een beroepscode is een beschrijving van het waarden- en normenstelsel van een beroepsgroep. Ze biedt een samenhangend geheel van principes en regels met betrekking tot de uitoefening van het beroep. Het is een onderdeel van de professionalisering van een beroep. Een van de bekendste voorbeelden van een beroepscode is de eed van Hippocrates. Dit is de eed die artsen moeten afleggen wanneer ze hun beroep gaan uitoefenen: "Ik zal mijn vermogens gebruiken om zieken naar beste weten en oordeel te helpen; ik zal me onthouden van het schaden en tekort doen van wie ook. Wat ik zie en hoor, hetzij beroepshalve of persoonlijk, en wat niet verder mag worden verteld zal ik geheim houden en aan niemand meedelen.”
Ed
Het bestaan van een beroepscode is een teken van professionalisering. Net als veel andere beroepsgroepen hebben sociaal werkers ook een eigen beroepscode. De Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk (BPSW) is verantwoordelijk voor de publicatie hiervan.
er
ij
Enkele onderdelen die in veel beroepscodes voorkomen zijn: de kenmerken en de ontwikkeling van het beroep, de relatie van de beroepsbeoefenaar met de zorgvrager, de samenwerking met collega's en de relatie met de samenleving. Soms is er ook sprake van een gedragscode binnen een instelling. Een gedragscode kan over veel meer specifieke zaken gaan dan een beroepscode. De beroepscode richt zich er vooral op hoe een beroep dient te worden uitgevoerd. In de gedragscode wordt heel expliciet beschreven welke waarden en normen er gelden voor het gedrag in bepaalde situaties.
U
itg
ev
Functie
De beroepscode geeft richting aan het beroepsmatig handelen, waarbij de professional bereid is over dit handelen verantwoording af te leggen. Cliënten en de samenleving kunnen de professionals hierop aanspreken. De sociaal werker moet zijn Beroepscode kennen en weten hoe hij dit moet toepassen in de praktijk om professioneel om te kunnen gaan met beroepsethische dilemma's. De normen en waarden die zijn opgenomen in de Beroepscode zijn er al een tijdje maar worden om de paar jaar herschreven. De beroepscode voor profssionals in het sociaal werk zijn geschreven om: • de professional voor zijn dagelijkse praktijk richtlijnen en ondersteuning te bieden • de samenleving duidelijk te maken op welke waarden de professional steunt en welke normen hij daarbij hanteert • cliënten duidelijk te maken wat zij in hun contact met de professional kunnen verwachten • het beroepsmatig handelen toetsbaar te maken en daarvoor criteria aan te geven • elkaar er op aan te kunnen spreken binnen het eigen team of organisatie • de beroepsidentiteit te verstevigen en beroepsvervaging tegen te gaan.
43