.v .
Project
co
py r
ig h
tE
du
'A
ct ie
fb
Dak- en thuislozenzorg
Colofon
.v .
Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl
fb
Auteur: Nellie Klaassen Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers Titel: Project Dak- en thuislozenzorg ISBN: 978 90 3724 157 0
ct ie
© Edu’Actief b.v. 2015
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
du
'A
Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl).
tE
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
co
py r
ig h
Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.
Over dit project Inleiding 4
4
Vooronderzoek
6
8
Voorbereiding Realisatie
13
fb
Ontwerp
.v .
Inhoudsopgave
14 15
co
py r
ig h
tE
du
'A
ct ie
Evaluatie en reflectie
3
Over dit project
Over dit project
.v .
Inleiding In dit project gaan jullie samen een plan schrijven voor een opvang voor dak- en thuislozen. Jullie mogen zelf bepalen hoe deze opvang eruit komt te zien.
ct ie
fb
Om samen te bedenken hoe deze opvang eruit zou moeten zien, moet je eerst meer weten over de doelgroep en de problemen waar zij tegenaan loopt. Hier ga je je eerst in verdiepen. Er zijn in ons land al veel andere opvangprojecten. Deze gaan jullie opzoeken en onderzoeken welke projecten het beste werken en wat de reden hiervan is. Er is een aantal wetten en regels waar een opvang aan moet voldoen, ook hier ga je je in verdiepen.
ig h
tE
du
'A
Als jullie dit allemaal weten, gaan jullie een plan schrijven over de keuzes die jullie hebben gemaakt.
Leerdoelen
py r
• Je kunt de psychosociale problematiek van dak- en thuislozen in kaart brengen. • Je kunt de relevante wet- en regelgeving rondom dak- en thuislozen in kaart brengen. • Je kunt politieke besluitvorming en wetgeving vertalen naar adviezen op beleidsniveau en een bijdrage leveren aan het beleid van een organisatie.
co
Projectbeschrijving
4
Casus In de gemeente Pettendam is in het laatste jaar het aantal dak- en thuislozen toegenomen. In de voorgaande jaren werd deze doelgroep opgevangen in een gemeente naast de gemeente Pettendam. Vanaf 1 januari is de gemeente Pettendam verantwoordelijk voor de opvang van deze doelgroep en de burgemeester wil deze doelgroep zelf gaan opvangen.
Over dit project
Opdrachtgever De opdrachtgever is burgemeester Öçil van de gemeente Pettendam.
fb
Projectopdracht (4)
.v .
Hij heeft er echter nog weinig ervaring in en heeft het advies van deskundigen nodig. Hij heeft in de krant en op internet een oproep geplaatst met de vraag wie hem zou willen adviseren. Jullie hebben daarop gereageerd.
'A
Projectproduct
ct ie
Gefeliciteerd! Jullie hebben geld gekregen van burgemeester Öçil van de gemeente Pettendam. Het is voldoende geld om een opvang voor alle dak- en thuislozen van de gemeente Pettendam hulpverlening te bieden. Jullie mogen zelf een passende naam bedenken. Hoe jullie de dak- en thuislozen willen opvangen mogen jullie zelf bepalen. De burgemeester wil wel graag weten wat jullie gaan doen en hij wil graag dat jullie dit uitleggen in een projectplan.
ig h
tE
du
Het plan wat de burgemeester wil ontvangen bestaat uit verschillende onderdelen: • Jullie brengen eerst de doelgroep in kaart en beschrijven voor de burgemeester welke problematiek deze doelgroep heeft. • Jullie beschrijven ook hoe andere gemeentes dak- en thuislozen opvangen en wat hier wel en wat niet goed werkt. Jullie vertellen ook wat de verschillen en overeenkomsten zijn met jullie beleid. • Jullie vertellen in jullie plan hoe jullie de dak- en thuislozen willen helpen; welke vormen van hulpverlening en welk beleid. • Samen onderzoeken jullie aan welke wetten en regels jullie nieuwe opvang moet voldoen, het moet aansluiten bij de gemeente en bij de wijk.
Beoordeling
Het project eindigt met een beoordelingsformulier. Hierin worden de onderdelen van het projectproduct beoordeeld. Tijdens het project wordt een logboek bijgehouden. Aan het einde van het project gaan jullie evalueren wat jullie van het projectproduct vinden en hoe jullie de samenwerking in de projectgroep vonden gaan.
co
py r
Beoordelingsformulier <
5
Vooronderzoek
Vooronderzoek
Aflevering Gonzo - Jalal in de wereld van daken thuislozen (NPR, 9 februari 2014) via npo.nl <
.v .
Vooronderzoek
In deze fase ga je vooronderzoek doen. Je bekijkt eerst enkele filmpjes, daarna beantwoord je de vragen en ten slotte schrijf je een verslag van je opgedane kennis. Bekijk eerst de aflevering van Gonzo over een winteropvang voor dak- en thuislozen, en het fragment van Buitenlui van Omroep Brabant. Beantwoord de volgende vragen. a. Welke kenmerken van de doelgroep dak- en thuislozen zie je?
b. Welke problemen hebben deze doelgroep?
du
Filmpje Buitenlui van omroepbrabant.nl <
fb
Opdracht 2
1. Stel samen een projectplan op voor het hele project. Maak hierbij gebruik van het Werkmodel Een projectplan opstellen. 2. Laat het projectplan goedkeuren door de docent.
ct ie
Werkmodel Een projectplan opstellen <
Projectplan
'A
Opdracht 1
tE
c. Welke vormen van hulpverlening zie je?
ig h
d. Wat vind je van deze manier van hulp? Zou jij dat ook zo doen? Motiveer je antwoord.
co
py r
e. Schrijf een verslag van je vooronderzoek. Je schrijft over de gevonden informatie maar ook over informatie die jij mist maar wel wilt toevoegen aan je project. Laat het verslag goedkeuren door je docent.
6
ct ie
fb
.v .
Vooronderzoek
Vooral grote steden hebben te maken met daklozenproblematiek.
Werkmodel Planning <
Opdracht 4
'A
Logboek
Begin met het schrijven van het logboek door de samenwerking tot zover te beschrijven. Maak hierbij gebruik van het Werkmodel Logboek en Evaluatie. Geef antwoord op de volgende vragen: • Hoe is het samenwerken tot nu toe verlopen? • Wat ging goed en niet goed? • Wie heeft wat gedaan? Heeft iedereen een voldoende bijdrage geleverd? • Hebben jullie duidelijke afspraken gemaakt? Hoe is dit gegaan?
ig h
Werkmodel Logboek <
1. Formeer de projectgroep en maak een samenwerkingscontract. Maak hierbij gebruik van het Werkmodel Samenwerkingscontract. 2. Bepaal wat jullie moeten weten voordat je aan het project begint. 3. Maak een takenlijst en een planning: wie onderzoekt wat? Hoe informeren jullie elkaar daarover? Maak hierbij gebruik van het Werkmodel Planning. 4. Voer de afspraken uit. 5. Maak een verslag van het vooronderzoek en leg dit voor aan je docent. 6. Neem dit verslag op in je projectplan.
du
Werkmodel Samenwerkingscontract <
Projectgroep
tE
Opdracht 3
co
py r
Houd het logboek tijdens het project goed bij. De docent gebruikt het bij de beoordeling van het project.
7
Ontwerp
Ontwerp
Opdracht 2
1. Vul samen met je medestudenten de verschillende onderdelen van het Werkmodel Een projectplan opstellen in. 2. Laat het ontwerp goedkeuren door de docent en de opdrachtgever en neem het inclusief begroting op in je projectplan. 3. Werk vervolgens het logboek bij.
.v .
Werkmodel Een projectplan opstellen <
Vormgeven product
fb
Opdracht 1
Informatie verzamelen
ct ie
Jullie gaan in de volgende opdrachten informatie verzamelen en opzoeken over de verschillende onderdelen van het project.
ig h
tE
du
'A
Het zoeken van informatie en het schrijven van een verslag hiervan doe je aan de hand van de volgende punten: • Voorbereiden: waarom wil je de tekst lezen? Waarover gaat de tekst? Wat is het doel van de tekst? Zoek naar de hoofdzaken uit de tekst. Is het geschikt? • Zoeken: kijk naar je vraag, zoek je antwoorden in de tekst door globaal te lezen: titel, kernzinnen. Noteer per alinea de belangrijkste onderdelen of onderstreep het in de tekst. • Studeren: zoek de betekenis van de woorden die je niet kent. Maak een samenvatting van elke alinea door de hoofdzaken te noteren. Of maak een conclusie (oorzaken en gevolgen), maak een schema of noteer de kern of noteer je mening over de tekst met argumenten. • Schrijf de tekst: denk na over het doel; wat wil je bereiken? Gebruik de verzamelde informatie. Schrijf eerst een kladversie, deel de tekst in alinea’s en zorg dat je feiten weergeeft. Bij een eigen mening moet je dit vermelden. • Laat de kladversie aan iemand anders lezen en vraag feedback. • Herschrijf je kladversie en voeg een illustratie toe als het de tekst ondersteunt. • Zorg voor een rustige en duidelijke lay-out. • Vermeld de bronnen die je hebt gebruikt.
Opdracht 3
Je gaat op zoek naar informatie over de psychosociale problemen van de doelgroep dak- en thuislozen. Je kunt deze informatie in je schoolboeken, in boeken in de bibliotheek en op het internet vinden. Een voorbeeld is de site van het Trimbos Instituut en de site van de GGD.
py r
Website Trimbos Instituut <
Psychosociale problemen dak- en thuislozen
Geef antwoord op de volgende vragen:
co
Website GGD <
8
a. Wat is de definitie van de doelgroep dak- en thuislozen?
Ontwerp
ig h
tE
du
'A
ct ie
fb
.v .
b. Waaruit bestaat de doelgroep? Welke cijfers en gegevens kun je hierover vinden? Hoe kun je de doelgroep indelen? Denk aan de indeling: dreigend dakloos, kansrijk dakloos, zorgmijdend dakloos en chronisch dakloos.
Een drankprobleem kan zowel een oorzaak als een gevolg zijn van dakloosheid.
co
py r
c. Welke problemen heeft de doelgroep dak- en thuislozen vaak? Maak een indeling in deze problemen: • financieel • sociaal • medisch • psychologisch.
9
Ontwerp
fb
.v .
d. Welke psychosociale problemen heeft deze doelgroep vaak? Maak een indeling in deze problemen: • verslaving • psychotische aandoeningen • depressie • persoonlijkheidsstoornissen.
Participatiewiel Movisie <
Wetten en regels
Ga op zoek naar de verschillende wetten waar de doelgroep dak- en thuislozen mee te maken hebben. Gebruik hiervoor het participatiewiel van Movisie.
tE
Opdracht 4
du
'A
ct ie
e. Welke psychische, lichamelijke en sociaal- emotionele kenmerken en symptomen hebben deze problemen? Schrijf de kenmerken en symptomen per probleem uit.
Geef antwoord op de volgende vragen:
co
py r
ig h
a. Wat staat er in de participatiewet over dak- en thuislozen?
10
b. Wat staat er in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning staat over dak- en thuislozen?
Ontwerp
ct ie
fb
d. Heeft een dak- en thuisloze recht op een uitkering, zo ja welke?
.v .
c. Wat staat er in de Wet Langdurige Zorg over dak- en thuislozen? -
'A
e. Wat moet een dak- of thuisloze doen voor een uitkering en wat zijn de voorwaarden?
du
f. Moet een dak- en thuisloze verzekerd zijn via de zorgverzekering?
ig h
tE
g. Welke regelingen zijn er tijdens de winter rondom dak- en thuislozen?
co
py r
h. Welke regelingen zijn er voor illegale dak- en thuislozen?
Opdracht 5
Beleid De definitie van beleid is het stellen van doelen, middelen en een tijdspad. Onder beleid wordt dus verstaan: de richting en de middelen waarmee een doel bereikt moet worden. Er zijn verschillende soorten beleid: micro, macro en meso. Ga op zoek naar wat de verschillen zijn van deze soorten beleid. Deze kun je vinden op de website van de gemeente waar je woont. Denk aan integraal beleid, proces beleid en interregionaal beleid. Kijk hiervoor op de website van de gemeente waar jullie wonen en op de website van de dichtstbijzijnde instelling voor dak- en thuislozen.
11
Ontwerp
Elke gemeente heeft een beleid voor de doelgroep dak- en thuislozen. Ga op zoek naar het beleid van de gemeente waar je woont of op school zit en vergelijk dit met een gemeente 100 kilometer van jullie vandaan. Je mag zelf kiezen welke gemeente dit is. Maak een schema met de overeenkomsten en verschillen.
fb
.v .
In Nederland zijn er veel instellingen die dak- en thuislozen helpen en opvangen. • Zoek twee instellingen in jullie gemeente of naastliggende gemeente op en zoek uit welke vormen van hulp zij bieden. Maak een schema met de overeenkomsten en verschillen tussen deze instellingen. • Welke doelen hebben deze instellingen en hoe willen zij deze doelen bereiken? • Hebben zij of andere instellingen onderzocht of de manier van hulpverlenen effectief is? • Wat is de reden dat zij kiezen voor deze manier van hulpverlenen? • Wat vinden deze instellingen goed werken van hun vormen van hulpverlenen?
tE
du
'A
ct ie
Wanneer het te lastig is deze vragen alleen met behulp van internet te beantwoorden kunnen jullie de instelling bellen of bij hen langs gaan om antwoorden te krijgen.
co
py r
ig h
Veel gemeenten hebben een eigen opvanginstelling voor daken thuislozen.
12
Voorbereiding
Voorbereiding
Opdracht 2
Maak gebruik van het Werkmodel Takenlijst. Het is nu bijna tijd om het plan te gaan schrijven. In de voorbereidingsfase ga je kijken of de informatie die je tot nu toe gevonden hebt, juist is.
.v .
Werkmodel Takenlijst <
Verdeel de taken
Verslag voorbereiding
fb
Opdracht 1
ct ie
1. Laat de informatie die je tot nu toe gevonden hebt controleren door je docent. Op basis van deze antwoorden beslist de docent of jij en je projectgroep verder kunnen gaan met de uitvoerende fase. 2. Werk je logboek bij: â&#x20AC;&#x201C; Zijn jullie het eens over de informatie die jullie in het plan willen beschrijven? â&#x20AC;&#x201C; Waar liepen jullie als groep tegenaan en hoe hebben jullie dit opgelost? 3. Maak een overzicht van informatie die jullie in je plan willen beschrijven. Laat dit samen met de planning en takenlijst goedkeuren door de docent.
co
py r
ig h
tE
du
'A
Alles goedgekeurd? Dan kunnen jullie aan de slag.
13
Realisatie
Realisatie Opdracht 1
Plan schrijven
fb
ct ie
Je beschrijft in dit plan de volgende onderdelen: 1. inleiding 2. omschrijving doelgroep dak- en thuislozen 3. wetten en regels 4. beleidsvoorstel opvang.
.v .
Jullie hebben nu in drie onderdelen veel informatie gevonden en verzameld. Je hebt nu genoeg om een plan te schrijven voor de burgemeester. Verdeel de taken van het schrijven van het plan. Je kunt delen individueel schrijven of samen gaan schrijven.
1: In de inleiding vertel je waarom je dit plan schrijft. Je bedenkt samen een passende naam voor jullie opvang/instelling. Jullie leggen ook uit waarom jullie voor deze naam hebben gekozen.
'A
Je vertelt ook: • voor wie je dit plan schrijft • hoe dit plan tot stand is gekomen • wat je ervoor gebruikt hebt • hoe je dit plan geschreven hebt.
du
2: Je schrijft hier een duidelijk stuk over de doelgroep dak- en thuislozen. De burgemeester wil weten hoe de doelgroep eruit ziet en welke problemen zij hebben.
tE
3: Je schrijft onder welke regels en wetten de doelgroep dak- en thuislozen vallen. De burgemeester wil graag op een rijtje hebben wat de rechten en plichten van de dak- en thuislozen zijn.
ig h
4: De burgemeester wil graag weten hoe de opvang/instelling eruit komt te zien. Welke vormen van hulp worden geboden en hoe. Hij wil ook graag weten waarom jullie kiezen voor de geboden hulp. Je legt dit uit aan de hand van de omschrijving van de doelgroep die je hebt gemaakt en de rechten en plichten die zij hebben.
Oplevering
py r
Opdracht 2
co
Wanneer het plan af is leveren jullie dit in bij de docent samen met de evaluatie, het logboek en het individuele reflectieverslag.
14
Evaluatie en reflectie
Evaluatie en reflectie
Opdracht 2 Werkmodel STARRT-methode <
.v .
Evalueer met het groepje waarmee je gewerkt hebt. Bespreek met elkaar het project en doe hiervan verslag in het logboek. Maak hierbij gebruik van het Werkmodel Logboek en Evaluatie.
fb
Werkmodel Logboek en evaluatie <
Evalueren
Reflecteren
Bedenk een moment of situatie tijdens het werken aan de training waarvan je nu vindt dat je het in het vervolg anders zou moeten aanpakken. Kijk terug en doe dit met behulp van de STARRT-methode.
ct ie
Opdracht 1
'A
Reflectie op de lesstof a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.
tE
du
b. Wat wist je al?
ig h
c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?
py r
Kritisch en creatief denken d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in 1 keer lukken? Noem één voorbeeld.
co
e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.
15
Evaluatie en reflectie
fb
Zelfregulatie en zelfsturing g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.
.v .
f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.
'A
Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?
du
i.
ct ie
h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.
ig h
tE
Samenwerken j. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.
py r
k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.
co
l.
16
Kan je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.