9789037241693 actuele ontwikkelingen omzetten in beleid

Page 1

.v .

Cursus

co

py

rig

ht

Ed

u'

Ac

tie

fb

Actuele ontwikkelingen omzetten in beleid


Colofon

.v .

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

Titel: Actuele ontwikkelingen omzetten in beleid ISBN: 978 90 3724 169 3 Edu’Actief b.v. 2016

tie

©

fb

Auteur: Floortje Vissers

Ac

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

u'

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

co

py

rig

ht

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoudsopgave Over deze cursus 7

Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden

9

26

33

tie

Beleid en beleidsvoorstel

19

fb

Het ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust Beïnvloeden van veranderingen

.v .

Oriëntatie

4

Theoriebron Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden

Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust

44

47

Ac

Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen

41

49

co

py

rig

ht

Ed

u'

Theoriebron Beleid en beleidsvoorstel

3


Over deze cursus

Over deze cursus

Ac

tie

fb

.v .

Als SCW’er sta je midden in de samenleving. Er vinden veel ontwikkelingen plaats in de samenleving, maar ook in de buurt en in de organisatie waarin je werkt. Sommige ontwikkelingen kunnen leiden tot problemen, of zelfs tot maatschappelijke onrust. In deze cursus leer je over deze ontwikkelingen, hoe je ze kunt signaleren (bijvoorbeeld door gesprekken te voeren met buurtbewoners). Je leert dat je deze veranderingen kunt beïnvloeden en hoe je dat kunt doen: door het schrijven van een beleidsvoorstel.

Ed

Leerdoelen

u'

De SCW’er staat in de samenleving om ontwikkelingen te signaleren en aan te pakken.

ht

• Je hebt kennis van actuele ontwikkelingen in de samenleving in relatie met veranderende tijdsbeelden en generaties. • Je hebt kennis van informatiebronnen waarin je actuele onderwerpen en ontwikkelingen op het gebied van SCW kunt vinden. • Je hebt kennis van beïnvloeden via beleidsvoorstellen. • Je hebt kennis van beleid en het beleidsvoorstel.

rig

Beoordeling

co

py

Beoordelingsformulier <

Planningsformulier <

4

Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van een beroepsproduct. Het beroepsproduct wordt op verschillende punten beoordeeld: op inhoud (producteisen) en op de uitvoering (processtappen). Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen, nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier.

Planning Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.


Over deze cursus

Beroepsproduct: Beïnvloeden van cyberpesten

.v .

Trailer A Girl Like Her Official Trailer 2 (2015) <

Jullie gaan een actuele ontwikkeling analyseren: cyberpesten. Jullie analyseren dit probleem voor een door jullie zelf gekozen organisatie. Ter introductie bekijk je de twee trailers van de film A Girl Like Her uit 2015. Dit is een mockdocumentaire: een bestaand probleem wordt besproken zoals in een documentaire. De hele film is te zien op Netflix. Jullie analyseren het probleem cyberpesten en de wijze waarop je de mensen van de door jullie gekozen organisatie op dit gebied kunt beïnvloeden, bijvoorbeeld een activiteitencentrum, een buurthuis of een school. Jullie bevindingen worden beschreven in een verslag. Plan voor jezelf een datum waarop je dit beroepsproduct inlevert. Vul deze datum in op je planningsformulier.

fb

Trailer A Girl Like Her Official Trailer 1 (2015) <

• • • • • •

Maak een planning en stel een samenwerkingscontract op. Kies een organisatie waarvoor je het verslag schrijft. Bekijk de twee trailers en/of de hele film op Netflix. Zoek achtergrondinformatie over cyberpesten. Zoek achtergrondinformatie over het beïnvloeden van mensen. Verwerk de gevonden informatie in een verslag (met voorblad A4, lettertype Calibri 11, regelafstand 1).

Ac

Werkmodel Samenwerkingscontract <

tie

Processtappen

u'

Laat elke processtap goedkeuren door je docent voordat je begint aan de volgende processtap.

Ed

Eisen aan het beroepsproduct

co

py

rig

ht

Het verslag bevat de volgende onderdelen: • een beschrijving van de gekozen instelling • de betekenis van cyberpesten • een beschrijving van de oorsprong van het actuele probleem cyberpesten • een beschrijving van verschillende vormen van cyberpesten • een beschrijving van hoe je cyberpesten kunt signaleren • een beschrijving van de invloed van cyberpesten op de gepeste persoon, de pester en andere betrokkenen • een uitgewerkt voorbeeld van hoe jullie de mensen van de gekozen instelling willen beïnvloeden op het gebied van cyberpesten (inclusief beïnvloedingsstijlen) • een net verslag met hoofdstukken, een passende titelpagina en contactgegevens van de organisatie (met voorblad A4, lettertype Calibri 11, regelafstand 1).

Prezi <

Beroepsproduct: Onderzoek en presenteer een beleidsvoorstel Jullie gaan een bestaand beleidsvoorstel onderzoeken en vervolgens presenteren met behulp van Prezi. Jullie kiezen zelf een actueel onderwerp of actuele ontwikkeling en gaan op zoek naar een beleidsvoorstel/beleidsadvies op het internet. Vervolgens beschrijven jullie in een verslag of alle onderdelen van een beleidsvoorstel terugkomen in het bestaande beleidsvoorstel. Plan voor jezelf een datum waarop je dit beroepsproduct inlevert. Vul deze datum in op je planningsformulier.

5


Over deze cursus

Processtappen • • • • •

Maak een planning en stel een samenwerkingscontract op. Kies een actueel onderwerp of actuele ontwikkeling. Zoek op internet naar een beleidsvoorstel/beleidsadvies over dit onderwerp/deze ontwikkeling. Beschrijf per onderdeel uit het beleidsvoorstel of deze stappen terugkomen in het bestaande voorstel/advies en hoe dat gebeurt. Verwerk dit in de presentatie. Verwerk de gevonden informatie in een Prezi van 9 à 10 minuten.

.v .

Werkmodel Samenwerkingscontract <

fb

Laat elke processtap goedkeuren door je docent voordat je begint aan de volgende processtap.

Eisen aan het beroepsproduct

• • •

• •

co

py

tie

rig

ht

• •

Ac

u'

In de Prezi wordt het gekozen actuele onderwerp/ontwikkeling benoemd. In de presentatie wordt de organisatie of instelling die het beleidsvoorstel/beleidsadvies heeft geschreven benoemd. De Prezi legt uit of de aanleiding beschreven wordt in het bestaande beleidsvoorstel/beleidsadvies en hoe dit is gedaan. De Prezi legt uit of de probleemsituatie of de nieuwe ontwikkeling beschreven wordt in het bestaande beleidsvoorstel/beleidsadvies en hoe dit is gedaan. De Prezi legt uit of beschreven wordt welk beleid de organisatie erop moet voeren in het bestaande beleidsvoorstel/beleidsadvies en hoe dit is gedaan. De Prezi legt uit of het doel SMART beschreven wordt in het bestaande beleidsvoorstel/beleidsadvies en hoe dit is gedaan. De Prezi legt uit of de benodigde middelen of materialen beschreven worden (menskracht, informatie, regels, aanpassing van het gebouw, aanpassen van ander beleid, overleg, financiën) in het bestaande beleidsvoorstel/beleidsadvies en hoe dit is gedaan. De Prezi legt uit of het tijdspad beschreven wordt in het bestaande beleidsvoorstel/beleidsadvies en hoe dit is gedaan. De Prezi bevat uitleg over de opbouw van het bestaande beleidsvoorstel/beleidsadvies en het taalgebruik. In de Prezi wordt een conclusie gegeven over het voorstel. Ontbreekt er iets en zo ja wat? De Prezi oogt aantrekkelijk en duurt 9 à 10 minuten.

Ed

• •

6


Oriëntatie

Oriëntatie Veranderingen in jouw leven a. Beschrijf een (recente) verandering in jouw leven.

tie

fb

b. Geef aan wat de reden voor of oorzaak van deze verandering was.

.v .

Opdracht 1

Ac

c. Beschrijf wat de gevolgen van deze verandering voor jou waren.

u'

d. Heeft deze verandering voor jou positief of negatief uitgepakt? Leg uit waarom je dat zo ervaren hebt.

Opdracht 2

Ed

e. Wat zou je de volgende keer anders aanpakken en hoe zou je dat dan doen?

Kokosnotenspel

ht

Jullie gaan een spel spelen waarin jullie elkaar gaan beïnvloeden.

co

py

rig

1. De klas wordt in twee groepen verdeeld. De docent heeft voor elke groep een opdracht met een missie die zij moet volbrengen. Doel van het spel: wie met zo veel mogelijk kokosnoten voor zo weinig mogelijk geld naar huis gaat, heeft gewonnen. Tennisballen of plastic bakjes worden gebruikt voor de kokosnoten. 2. De studenten bevinden zich op een veiling van kokosnoten. Elke groep bedenkt hiervoor haar eigen strategie om de missie te volbrengen. Elke groep beschikt over maximaal € 40.000. 3. Er wordt in elke groep een woordvoerder aangewezen, die namens de groep de discussie met de andere woordvoerder aangaat. De andere groepsleden mogen tijdens het spel ‘pas’ roepen als ze de woordvoerder willen helpen. Of de woordvoerder roept ‘pas!’ als hij met zijn achterban wil overleggen.

7


Oriëntatie

Bespreek met elkaar hoe het spel verliep en beantwoord de volgende vragen.

.v .

a. Wat viel het meest op tijdens het spel?

fb

b. Was er aandacht voor de wensen, behoeften en bezwaren van de andere kant? Zo ja, hoe liet de woordvoerder dat merken? Zo nee, wat had beter gekund?

Opdracht 3

tie

c. Waarop zul je de volgende keer beter letten of wat zou je anders doen?

Woordwolk beleidsvoorstel

a. Je gaat individueel een woordwolk maken over het begrip ‘beleidsvoorstel’. Waar denk jij allemaal aan bij het woord beleidsvoorstel? Verwerk dit in de woordwolk. b. Na twee minuten print je de woordwolk en bespreek je deze met drie studiegenoten. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen? Maak nu samen op basis van jullie individuele woordwolken een nieuwe woordwolk.

co

py

rig

ht

Ed

u'

Ac

Woordwolk <

8


Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden

.v .

Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden Inleiding

tie

fb

Een samenleving is een dynamisch geheel en is voortdurend in beweging. Mensen en groepen mensen veroorzaken veranderingen in bestaande structuren en systemen, omdat deze bijvoorbeeld niet meer van deze tijd zijn. Structuren en systemen worden met het oog op de gewenste veranderingen (tijdsbeeld) aangepast. Vervolgens moeten mensen en groepen mensen zich weer aanpassen aan gewijzigde structuren en systemen.

rig

ht

Ed

u'

Ac

• Je hebt kennis van actuele ontwikkelingen in de samenleving in relatie met veranderende tijdsbeelden en generaties. • Je kunt de betekenis van het begrip actuele ontwikkeling uitleggen en kunt voorbeelden noemen. • Je kunt het begrip generatie uitleggen en kunt de verschillen tussen generaties uitleggen. • Je kunt diverse veranderende tijdsbeelden uitleggen. • Je kunt uitleggen hoe actuele ontwikkelingen ontstaan en hoe mensen daarop reageren. • Je kunt uitleggen waar je de juiste informatie vindt over actuele ontwikkelingen.

py

De vluchtelingencrisis is een actuele ontwikkeling.

co

Opdracht 1

Betekenis actuele ontwikkeling Je gaat nadenken over het begrip actuele ontwikkeling. a. Zoek op internet naar een definitie van het woord actueel. Schrijf er ook de bron bij.

b. Zoek op internet naar een definitie van het woord ontwikkeling. Schrijf er ook de bron bij.

9


Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden

c. Als je beide definities met elkaar combineert, wat is dan de betekenis van het begrip actuele ontwikkeling?

Opdracht 2

fb

.v .

d. Vergelijk je definitie van een actuele ontwikkeling met die van een medestudent. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen? Leg je antwoord uit.

Actuele veranderingen

Jullie gaan nadenken over de actuele veranderingen in de jaren 1990-2000, 2000-2010 en 2010-heden. Denk hierbij ook aan de voor- en de nadelen. Hierover gaan jullie vervolgens klassikaal in discussie.

tie

Theoriebron Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden <

u'

Ac

a. Beschrijf eerst individueel de actuele veranderingen in de jaren 1990-2000. Welke veranderingen heb je opgeschreven?

Ed

b. Wat is het voordeel van deze veranderingen?

ht

c. Wat is het nadeel van deze veranderingen?

rig

d. Beschrijf individueel de actuele veranderingen in de jaren 2000-2010. Welke veranderingen heb je opgeschreven?

co

py

e. Wat is het voordeel van deze veranderingen?

10

f. Wat is het nadeel van deze veranderingen?

g. Beschrijf individueel de actuele veranderingen in de jaren 2010-heden. Welke veranderingen heb je opgeschreven?


Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden

h. Wat is het voordeel van deze veranderingen?

Wat is het nadeel van deze veranderingen?

.v .

i.

Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen tussen de door jullie opgeschreven ontwikkelingen? Leg je antwoord uit.

Ac

tie

j.

fb

Vorm groepjes van drie studenten. Per groepje krijg je drie flip-overvellen. Boven aan de flip-overvellen schrijf je de volgende jaartallen: 1990-2000, 2000-2010, 2010-heden. Daaronder schrijf je de actuele veranderingen van de drie studenten samen, met daaronder de voor- en nadelen van de ontwikkelingen. Doe dit voor alle drie periodes. Nu gaan jullie in discussie met elkaar over de beschreven veranderingen en voor- en nadelen.

Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen tussen de door jullie opgeschreven nadelen van de ontwikkelingen?

ht

l.

Ed

u'

k. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen tussen de door jullie opgeschreven voordelen van de ontwikkelingen?

py

rig

m. Zijn jullie het eens met de door jullie opgeschreven informatie? Waarom wel of waarom niet? Leg je antwoord uit.

co

Opdracht 3

Generatie Je gaat nadenken over het begrip generatie en over de voor- en nadelen van dit begrip. a. Wat is de betekenis van het begrip generatie?

11


Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden

.v .

b. Leg onderstaand citaat in je eigen woorden uit. ‘Het onder één noemer brengen van een organisatie of groep heeft soms veel weg van een vooroordeel, zoals een patat-generatie.’

fb

c. Waarom is het hebben van een vooroordeel over een generatie een nadeel?

Verschillende generaties

Ac

Opdracht 4

tie

d. Is het makkelijker of juist moeilijker om van een generatie te spreken wanneer een groep mensen samen een ingrijpende gebeurtenis zoals een oorlog heeft meegemaakt? Leg je antwoord uit.

Geboortejaren

Ed

Generatie:

u'

Gemiddeld wordt een generatie gezien als een periode tussen de vijftien en twintig jaar. Vul onderstaand schema in: geboortejaren van deze generatie, de kenmerken en een andere benaming. Maak indien nodig gebruik van Theoriebron Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden en het internet.

Theoriebron Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden <

Veteranengeneratie

rig

ht

Babyboomers

co

py

X-generatie

12

Y-generatie

Z-generatie

Kenmerken

Andere benaming


Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden

Opdracht 5

De Y-generatie op de werkvloer De Y-generatie en de Z-generatie worden vaak samengevoegd, omdat er veel overeenkomsten zijn tussen deze generaties. Ze worden ook wel de Einstein-generatie, de achterbankgeneratie en de mediageneratie genoemd. Je gaat een filmpje bekijken over de Y-generatie (en dus gedeeltelijk ook de Z-generatie) op de werkvloer. Bekijk het filmpje De wondere wereld van Generatie Y en beantwoord de vragen.

.v .

Filmpje De wondere wereld van Generatie Y < Theoriebron Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden <

fb

a. Er wordt gesproken over een kloof tussen generaties. Tussen welke generaties?

tie

b. Waarom wordt er gesproken over een cultuurkloof? Leg je antwoord uit.

Ac

c. Welke verschillen zijn er tussen de generaties?

u'

d. In het filmpje wordt gezegd dat de Y'tjes anders zijn geprogrammeerd. Wat wordt hiermee bedoeld?

Ed

e. Er wordt gezegd dat wanneer de oudere werknemer de strijd aangaat, hij de strijd wint maar de organisatie de oorlog verliest. Wat wordt hiermee bedoeld?

rig

ht

f. Hoe moet de oudere generatie volgens het filmpje omgaan met generatie Y?

co

py

g. Bekijk Theoriebron Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden. Met welke generaties zal Generatie Y (en Z) het meest botsen op de werkvloer? Leg je antwoord uit.

13


Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden

Opdracht 6

Veranderende tijdsbeelden De samenleving is in de loop van de jaren sterk veranderd, omdat de wensen en behoeften van mensen sterk zijn veranderd en de politiek andere eisen aan de samenleving stelt.

Theoriebron Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden <

Beschrijving tijdsbeeld

fb

Periode

tie

1950-1960

Ac

1960-1970

Ed

u'

1970-1980

1980-1990

rig

ht

1990-2000

co

py

2000-2010

14

2010-heden

.v .

Vul de tabel in met korte typeringen van de volgende periodes. Beschrijf vooral hoe mensen toen tegen de samenleving en zichzelf aankeken. Maak gebruik van Theoriebron Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden en raadpleeg het internet.


Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden

Opdracht 7

Back to the 90's Wanneer het gaat over de muziek uit de jaren ’90, kun je denken aan Paul Elstak, Peter André enzovoort. Deze muziek wordt door de jeugd van toen als een doorbraak gezien in de muziekgeschiedenis: dance, trance en happy hardcore waren nieuw en populair! Regelmatig worden er Back to the 90's-feesten georganiseerd. Bekijk het filmpje Back to the 90's 2016 van het feest in Tilburg. Geef antwoord op onderstaande vragen en zoek indien nodig informatie op het internet.

.v .

Filmpje Back to the 90's 2016 < Theoriebron Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden <

fb

a. Aan welke artiesten denk jij wanneer je terugdenkt aan de muziek uit de jaren ’90?

tie

b. Welke generatie(s) gaan voornamelijk naar Back to the 90's-feesten? Leg je antwoord uit.

Ed

u'

Ac

c. In de jaren ’90 werd vastgesteld dat ongeveer 80% van de bezoekers van houseparty's drugs gebruikt. Leg dit uit met behulp van de kennis over de generatie van de bezoekers en het tijdsbeeld van de jaren ’90.

ht

d. Zou het gebruik van drugs op feesten in het tijdsbeeld van de jaren ’50-’60 passen? Leg je antwoord uit.

Veranderende publieke opinie Een publieke opinie is de algemeen heersende mening van de meerderheid van het volk. Deze kan door de jaren heen veranderen. Bekijk onderstaande reclameposters over roken en geef antwoord op de vragen. Maak indien nodig gebruik van het internet.

rig

Opdracht 8

co

py

Theoriebron Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden <

15


Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden

a. Uit welk periode komt deze poster? Maak hierbij een schatting.

.v .

b. Hoe wordt of werd er over roken gedacht in die periode, denk je?

Ac

tie

fb

c. Bekijk de volgende reclameposter.

u'

Uit welk periode komt deze poster? Maak hierbij een schatting.

Ed

d. Hoe wordt of werd er over roken gedacht in die periode, denk je?

ht

e. Hoe komt het dat de publieke opinie over roken is veranderd?

co

py

rig

f. De publieke opinie over roken is snel gekanteld, hoe komt dit?

16

g. Het duurde even voordat de politiek zich ging bemoeien met het roken, eerst door middel van voorlichting en later door middel van wet- en regelgeving over het rookbeleid. Leg dit uit en geef daarbij minstens twee redenen.


Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden

Opdracht 9

Ontstaan actuele ontwikkeling Je gaat een verslag schrijven van één A4t’je in Word over het ontstaan van een actuele ontwikkeling in de samenleving en de betrokkenen. Vervolgens presenteer je de bevindingen met behulp van Prezi aan twee medestudenten. Maak gebruik van Theoriebron Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden. Zoek ook aanvullende informatie op internet.

Prezi <

.v .

Theoriebron Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden <

tie

fb

Volg onderstaande stappen: • Kies en beschrijf een actuele ontwikkeling die jullie alle drie individueel gaan uitwerken. • Bedenk en beschrijf hoe deze actuele ontwikkeling tot stand is gekomen. • Bedenk en beschrijf wie er allemaal betrokken zijn bij deze ontwikkeling. • Bedenk en beschrijf een nadeel van deze actuele ontwikkeling. • Bedenk en beschrijf een voordeel van deze actuele ontwikkeling. • Bedenk en beschrijf hoe jouw generatie waarschijnlijk denkt over deze actuele ontwikkeling. • Bedenk en beschrijf wat de invloed is van het tijdsbeeld waarin je nu leeft op deze actuele ontwikkeling.

u'

Ac

a. Print je verslag en presenteer het aan twee andere studenten. De twee medestudenten geven feedback en stellen vragen. Wanneer jullie het niet met elkaar eens zijn, gaan jullie hierover in gesprek. Welke feedback hebben jullie ontvangen? Leg je antwoord uit.

ht

Ed

b. Vervolgens bedenken jullie samen hoe deze ontwikkeling in de toekomst verder zal gaan. Deze bespreking voeg je toe aan het verslag. Hoe denken jullie dat deze ontwikkeling in de toekomst verder zal gaan? Leg je antwoord uit.

Opdracht 10

Je kunt op diverse manieren op de hoogte blijven van het internationale, landelijke en plaatselijke nieuws.

co

py

rig

Theoriebron Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden <

Nieuws volgen

a. Welke televisieprogramma's ken je van de publieke omroep (NPO 1, 2, 3) om op de hoogte te blijven van het nieuws?

b. Welke televisieprogramma's ken je van commerciële zenders (RTL 4, 5, 7, SBS6) om op de hoogte te blijven van het nieuws?

c. Welke internationale televisieprogramma's of zenders ken je om op de hoogte te blijven van het nieuws?

17


Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden

d. Welke lokale televisieprogramma's of zenders ken je om op de hoogte te blijven van het nieuws?

fb

.v .

e. Welke internetsites ken je om op de hoogte te blijven van het nieuws?

tie

f. Welke (landelijke) kranten ken je om op de hoogte te blijven van het nieuws?

Opdracht 11

Post-its met bronnen

Ac

g. Bespreek je antwoorden met twee andere studenten. Heb je bronnen gehoord die je nog niet kende?

a. Informatie over wet- en regelgeving kun je op diverse sites vinden. Waar ga jij op zoek? Schrijf je antwoorden op een post-it. Welke woorden heb je opgeschreven?

Ed

u'

Theoriebron Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden <

ht

Alle studenten hangen de post-its op het bord. De docent of een aangewezen student treedt op als gespreksleider. Vervolgens worden de bronnen op de post-its bestudeerd. Alle post-its met dezelfde bronnen worden verwijderd, zodat er van elke bron nog maar ĂŠĂŠn post-it op het bord hangt.

co

py

rig

b. Welke nieuwe bronnen heb je gehoord?

18


Het ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust

.v .

Het ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust

fb

Inleiding

tie

Maatschappelijke onrust en spanningen in de samenleving doorlopen vaak verschillende fasen. Als sociaal-cultureel werker kom je vaak in aanraking met maatschappelijke ontwikkelingen die soms uitmonden in maatschappelijke onrust. Het is daarom belangrijk dat je weet wat je kunt verwachten en hoe dit kan worden aangepakt.

py

rig

ht

Ed

u'

Ac

• Je hebt kennis van informatiebronnen waarin je actuele onderwerpen en ontwikkelingen op het gebied van SCW kunt vinden. • Je kunt benoemen waarom je als medewerker SCW op de hoogte moet zijn en blijven van actuele onderwerpen en ontwikkelingen in de samenleving. • Je kunt uitleggen met welke actuele ontwikkelingen je te maken kunt krijgen als SCW’er. • Je kunt uitleggen volgens welke fasen maatschappelijke onrust en spanningen ontstaan. • Je kunt vier methodieken benoemen voor (vroegtijdige) signalering van maatschappelijke onrust en spanningen in buurten.

Opdracht 1

co

Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust <

Door te praten met buurtbewoners kun je mogelijke onrust herkennen.

Op de hoogte blijven a. Beschrijf waarom het belangrijk is dat je als medewerker SCW op de hoogte bent en blijft van actuele onderwerpen en ontwikkelingen in de samenleving. Leg je antwoord uit. Maak indien nodig gebruik van Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust.

19


Het ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust

Als SCW’er moet je op de hoogte zijn en blijven van ontwikkelingen in de samenleving. Beschrijf hoe jij in onderstaande situaties zou handelen. Maak gebruik van Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust.

a. Situatie 1 Elke woensdagmiddag verzorg je activiteiten voor kinderen in buurthuis De Zender in Barendrecht. Dit kost per middag € 7,50 per kind. Yunis, een jongetje van 7 jaar, is komen kijken met zijn vader. Hij is enthousiast en zou graag vaker willen komen. Zijn vader geeft aan dat hij niet elke week € 7,50 kan betalen. Hoe zou jij reageren?

u'

Ac

Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust <

Waarom?

tie

Opdracht 2

fb

.v .

b. Je werkt bij een buurthuis in Rotterdam. Hier komen veel Turkse Nederlanders en de laatste tijd zijn er vaak ruzies onder de gasten. De ruzies gaan voornamelijk over de mislukte staatsgreep in Turkije, van 15-16 juli 2016. Je hebt het bericht van de mislukte staatsgreep op televisie gezien, maar je er verder niet in verdiept. Denk je dat het nodig is voor je werk in het buurthuis? Leg je antwoord uit.

ht

Ed

b. Situatie 2 Je voert wekelijks gesprekken en speelt spelletjes met cliënten in een nachtopvang in Eindhoven. Wanneer je aankomt bij de nachtopvang, zie je een oudere dakloze man buiten zitten. ‘Ik kom er niet in, terwijl ik hier elke nacht slaap,’ zegt hij. Hoe zou jij reageren?

py

rig

c. Situatie 3 Je gaat een voorlichtingsbijeenkomst geven over terrorisme op een middelbare school. Hoe bereid je je voor?

co

Opdracht 3

Coggle < Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust <

20

Mindmap maatschappelijke onrust Ontwikkelingen in de samenleving kunnen leiden tot maatschappelijke onrust. Maak een mindmap met behulp van Coggle over vijf actuele ontwikkelingen die tot onrust leiden in de samenleving. Vervolgens schrijf je erbij hoe deze ontwikkelingen tot onrust leiden.


Het ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust

.v .

a. Print je mindmap en vergelijk deze met die van een medestudent. Hebben jullie dezelfde actuele ontwikkelingen opgeschreven of juist andere? Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen?

Nederland is in ontwikkeling naar een participatiesamenleving. Dit brengt veel veranderingen met zich mee op het gebied van wet- en regelgeving. Geef antwoord op onderstaande vragen over de veranderingen in de AOW, WAO en Wmo. Maak gebruik van Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust.

tie

Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust <

Veranderingen wet- en regelgeving

Ac

Opdracht 4

fb

b. Vergelijk je beschrijvingen van hoe deze ontwikkelingen tot onrust leiden met de beschrijvingen van je medestudent. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen?

a. Waar staat de afkorting AOW voor?

Ed

u'

b. Wat is het doel van de AOW?

ht

c. Wat is er veranderd in deze wet?

rig

d. Leiden de veranderingen in de AOW tot maatschappelijke onrust? Leg je antwoord uit.

co

py

e. Waar staat de afkorting WAO voor?

f. Wat is het doel van de WAO?

g. Wat is er veranderd in de WAO?

21


Het ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust

Waar staat de afkorting Wmo voor?

j.

Wat is het doel van de Wmo?

Leiden de veranderingen met de Wmo tot maatschappelijke onrust? Leg je antwoord uit.

Opdracht 5

Opdracht Fasering

Maatschappelijke onrust en spanningen verlopen vaak in bepaalde fasen. Beschrijf de fasen in je eigen woorden. Maak gebruik van Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust. a. Rust.

rig

ht

Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust <

Ed

u'

l.

Ac

tie

k. Wat is er veranderd met de komst van de Wmo?

fb

i.

.v .

h. Leiden de veranderingen in de WAO tot maatschappelijke onrust? Leg je antwoord uit.

co

py

b. Dreigende maatschappelijke onrust.

22

c. Maatschappelijke onrust.

d. Escalatie.


Het ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust

e. Terugkeer naar rust.

Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust <

.v .

In deze opdracht ga je de fasering van de ontwikkeling van maatschappelijke onrust of spanningen in beeld brengen met behulp van Popplet. Kies een actueel voorbeeld van maatschappelijke onrust of spanningen en werk dit uit volgens de fasen. Als er nog geen sprake is van escalatie en terugkeer naar rust, beschrijf je hoe je denkt dat dit voorbeeld gaat aflopen. Maak gebruik van Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust.

fb

Popplet <

Actuele maatschappelijke onrust of spanningen

a. Welk actuele voorbeeld heb je gekozen?

Ac

b. Hoe ziet de fase van rust eruit?

tie

Opdracht 6

Ed

u'

c. Hoe ziet de fase van dreigende maatschappelijke onrust eruit?

d. Hoe ziet de fase van escalatie eruit?

rig

ht

e. Hoe ziet de fase van terugkeer naar rust eruit?

co

py

Verwerk je beschrijvingen in Popplet. Voeg bij elke fase een afbeelding toe van je voorbeeld in die fase. Print de Popplet en presenteer deze aan je groep. Jullie geven elkaar feedback door middel van een top (iets wat goed is) en een tip (iets wat beter kan). f. Welke tip heb jij gekregen? Ben je het daarmee eens? Leg je antwoord uit.

g. Welke tip heb jij gekregen? Ben je het daarmee eens? Leg je antwoord uit.

23


Het ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust

De spanningsindex is een instrument om de mate van spanningen tussen bevolkingsgroepen in beeld te brengen. Het is een signaleringsinstrument van acht stellingen: drie stellingen meten de verschillen in ‘spanningen’ en vijf stellingen geven inzicht in mogelijke oorzaken van de spanningen. Vul de volgende vragenlijst in over de buurt waar jij woont. Maak indien nodig gebruik van Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust. a. In deze buurt wonen bevolkingsgroepen waar ik niet zo positief over denk. Ja of nee?

fb

Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust <

Spanningsindex

.v .

Opdracht 7

tie

b. Ik voel wel eens spanningen met buurtgenoten die uit een andere cultuur dan ikzelf afkomstig zijn. Ja of nee?

Ac

c. Spanningen tussen bevolkingsgroepen in deze buurt zorgen ervoor dat mensen uit verschillende bevolkingsgroepen contact met elkaar vermijden. Ja of nee?

d. Sterke verschillen in religieuze achtergronden van bevolkingsgroepen in deze buurt zorgen voor spanningen. Ja of nee?

Ed

u'

e. Het geeft mij een onprettig gevoel dat er in deze buurt bevolkingsgroepen wonen met andere normen en waarden. Ja of nee?

f. Overlast van jongeren uit andere bevolkingsgroepen zorgt voor spanningen in deze buurt. Ja of nee?

rig

ht

g. Het geeft mij een onprettig gevoel dat er in deze buurt bevolkingsgroepen wonen met andere omgangsvormen. Ja of nee?

co

py

h. Verschillen in opvattingen tussen bevolkingsgroepen over het schoonhouden van deze buurt zorgen voor spanningen. Ja of nee?

24

Laat je antwoorden door een medestudent lezen. Je gaat met elkaar in gesprek om te achterhalen waarom jullie voor deze antwoorden hebben gekozen. Stel elkaar vragen en vraag door. Vervolgens schrijf je in Word een verslag van één A4’tje over de antwoorden en de uitleg van je medestudent. Print het verslag en laat het je medestudent lezen. i.

Klopt het verslag dat je medestudent over jouw antwoorden en uitleg heeft geschreven? Waarom wel of waarom niet? Leg je antwoord uit.


Het ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust

Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust <

Methodieken voor signalering In Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust staan vier methodieken beschreven om onderhuidse spanningen in buurten te kunnen signaleren. Bestudeer de theoriebron en geef antwoord op de vragen. a. Wanneer zal een gemeente het Signaleringsinstrument Spanningen in buurten gebruiken?

.v .

Opdracht 8

tie

fb

b. Uit welke informatie bestaat de ‘zachte’ (kwalitatieve) informatie over ontwikkelingen in buurten?

Ac

c. Waarom is de ‘zachte’ (kwalitatieve) informatie belangrijk? Geef drie redenen.

Ed

u'

d. Waarom is het signaleren en melden van bewoners belangrijk? Geef drie redenen.

rig

ht

e. Beschrijf de betekenis van de vier stappen uit de risicofactorenanalyse en beleidsdiagnose in je eigen woorden.

co

py

f. In welk opzicht heeft het signaleren van risicofactoren te maken met beleid?

25


Beïnvloeden van veranderingen

.v .

Beïnvloeden van veranderingen Inleiding

fb

Elke verandering kun je ten goede keren door je invloed uit te oefenen, bijvoorbeeld door middel van een gesprek of een beleidsvoorstel. Wil je actief meewerken aan een positieve samenleving, dan is het belangrijk dat je je stem laat horen, meedenkt en meedoet. Via beleidsvoorstellen kun je een bijdrage leveren én veranderingen beïnvloeden.

Opdracht 1

u'

Ac

tie

• Je hebt kennis van beïnvloeden via beleidsvoorstellen. • Je kunt uitleggen wat het belang is van het beïnvloeden van veranderingen. • Je kunt vier verschillende vormen van beïnvloeden benoemen en bij elke vorm een voorbeeld noemen. • Je kunt benoemen waarom het belangrijk is om goed geïnformeerd te zijn over de andere partij als je de ander wilt beïnvloeden. • Je kunt vertellen wat het verschil is tussen beïnvloeden en manipuleren. • Je kunt uitleggen hoe je als SCW’er veranderingen in de praktijk kunt beïnvloeden.

Belang van het beïnvloeden

Ed

Beïnvloeden is een vaardigheid die je vaak zult gebruiken in je werk. Bedenk zo veel mogelijk redenen waarom het beïnvloeden van anderen belangrijk kan zijn. Welke redenen heb je bedacht? Eigen antwoord, bijvoorbeeld om de ander voor je te winnen, om tot een compromis te komen, om jezelf te laten zien, om je zin te krijgen.

rig

ht

Bespreek je antwoorden met twee studiegenoten. Hebben jullie dezelfde redenen bedacht of zijn er verschillen? Leg je antwoord uit.

Opdracht 2

co

py

Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen <

26

Je collega beïnvloeden Lees onderstaande situatie en geef aan hoe je je collega in deze situatie zou beïnvloeden. Maak gebruik van Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen. Je werkt bij buurthuis Het Tegeltje. Het is een berucht buurthuis en er komen regelmatig jongeren die messen onder hun kleding verstopt hebben. Een van de huisregels is dat wanneer er messen gevonden worden de politie direct wordt ingeschakeld. De zestienjarige Liam is het buitenbeentje van de groep. Hij wordt vaak uitgelachen en zelfs uitgescholden. Op een middag komt hij binnen en je merkt dat er iets aan de hand is, hij lijkt erg nerveus. Dan zie je het: uit zijn broekzak steekt een mesje. Je collega reageert heel fel en zegt dat ze gelijk de politie gaat bellen.


Beïnvloeden van veranderingen

.v .

a. Hoe zou jij je collega beïnvloeden zodat ze niet gaat bellen? Wat zou je zeggen?

fb

b. Stel je voor dat je collega juist niet wil bellen en jij wel. Hoe zou je dan je collega beïnvloeden? Wat zou je zeggen?

Vormen van beïnvloeden

Ac

Opdracht 3

tie

c. Bespreek je antwoord met een medestudent. Zijn er verschillen in jullie aanpak of juist overeenkomsten? Leg je antwoord uit.

Er zijn vier vormen van beïnvloeden. Bestudeer Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen. Lees onderstaande situatie en beantwoord de vragen.

Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen <

u'

Je werkt bij een cultuurcentrum in Rotterdam. Je wilt graag dat jij, je collega’s en de vrijwilligers hetzelfde T-shirt dragen. Binnenkort is er een evenement waarbij veel gasten zullen komen. Dan kunnen jullie het centrum goed promoten.

Ed

a. Waarom zou je een duw-stijl kunnen hanteren?

ht

b. Hoe zou jij dit brengen als je overtuigend te werk gaat?

co

py

rig

c. Hoe zou jij dit brengen als je de anderen wilt aansporen?

d. Waarom zou je een trek-stijl kunnen hanteren?

e. Hoe zou jij dit brengen als je onderzoekend te werkt wilt gaan?

f. Hoe zou jij dit brengen als je inspirerend wilt zijn?

27


Beïnvloeden van veranderingen

Opdracht 4

Inspireer!

Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen <

fb

a. Wat heb je bedacht, waarvoor ga je de buurtbewoners inspireren?

.v .

Wanneer je mensen wilt inspireren, probeer je de ander van zijn standpunt af te brengen. Maak een poster met behulp van Lino om buurtbewoners te inspireren om iets te gaan doen. Gebruik enkel plaatjes en afbeeldingen, je mag geen tekst gebruiken! Je mag zelf bedenken wat je wilt dat de bewoners gaan doen. Maak gebruik van Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen.

Lino <

Ac

tie

b. Maak de poster, gebruik passende afbeeldingen, maar geen tekst. Print je poster en laat deze aan je groepsgenoten zien. Zij moeten raden waarvoor je de buurtbewoners wilt inspireren. Als ze het niet raden, vertel je het. Je groepsgenoten geven na het raden feedback.

Goed geïnformeerd

Ed

Opdracht 5

u'

c. Hebben je groepsgenoten geraden waarvoor je de buurtbewoners wilt inspireren? Waarom wel of waarom niet? Welke feedback kreeg je? Leg je antwoord uit.

Lees onderstaande zin en beantwoord de vragen. Maak gebruik van Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen.

Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen <

ht

Zin: Wanneer je een ander wilt beïnvloeden, moet je goed geïnformeerd zijn over de andere partij.

rig

a. Leg bovenstaande zin uit.

co

py

b. Wat zou jij willen weten van je medestudenten als je een stapavondje wilt organiseren met de hele klas?

Opdracht 6 Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen <

28

c. Vergelijk je antwoord met dat van een medestudent. Willen jullie iets anders of juist dezelfde dingen weten van de klas (de andere partij)?

Beïnvloeden eigen situatie Bespreek in tweetallen een situatie die jij in jouw geval anders zou willen. Vertel de situatie zoals deze nu is, de IST-situatie. Je medestudent mag vragen stellen ter verduidelijking. Maak gebruik van Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen.


BeĂŻnvloeden van veranderingen

.v .

a. Beschrijf jouw situatie.

fb

b. Daarna vertel je de situatie zoals je deze zou willen hebben. Je medestudent mag vragen stellen ter verduidelijking. Beschrijf jouw situatie.

tie

Wissel nu van rol met je medestudent.

Bedenk wat er moet gebeuren om van jouw huidige situatie naar de door jou gewenste situatie te gaan, de SOLL-situatie. Beschrijf wat er moet gebeuren.

Ac

c. Wie is/zijn betrokken bij deze nieuwe en oude situatie?

1

Ed

u'

d. Bedenk een strategie hoe je deze persoon wilt beĂŻnvloeden door met hem mee te bewegen, om vervolgens de situatie om te buigen naar liefst een win-winsituatie. Dit doe je met behulp van de volgende vragen:

2

Wat vindt de andere partij belangrijk?

co

py

rig

ht

Wat zijn de belangen van de andere partij?

3

Wat zijn de overeenkomsten tussen jou en de andere partij ten aanzien van belangen, behoeften en wensen?

4

Bedenk argumenten, zodat je goed voorbereid bent als je kritiek of een reactie krijgt van de andere partij. Welke argumenten heb je bedacht?

5

Is er verder nog relevante informatie over de andere partij?

29


Beïnvloeden van veranderingen

Beïnvloeden en manipuleren

tie

Opdracht 7

fb

.v .

e. Beschrijf je strategie hoe je het doel gaat bereiken in het gesprek met de andere partij, waarbij je eerst meebeweegt en vervolgens de situatie ombuigt naar jouw voorstel.

Beïnvloeden is niet hetzelfde als manipuleren. Manipuleren is het naar je hand zetten van de ander of van een situatie. Manipuleren heeft meestal een negatieve lading. Maak gebruik van Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen.

Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen <

Ac

a. Beschrijf in je eigen woorden het verschil tussen beïnvloeden en manipuleren.

Ed

u'

b. Geef een voorbeeld van beïnvloeden.

ht

c. Geef een voorbeeld van manipuleren.

Opdracht 8

In deze opdracht ga je nadenken over het verschil tussen beïnvloeding en manipulatie. Lees de volgende beschrijvingen en geef antwoord op de vragen. Maak gebruik van Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen.

rig

Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen <

Beïnvloeding of manipulatie?

py

Fragment Pauw <

co

Artikel Wat supermarkten doen om jou te laten kopen <

Filmpje Voedingscentrum: Eet het goede voorbeeld <

30

Vlogger in Zaandam In de zomer van 2016 is landelijk bekend geworden dat er veel overlast van hangjongeren is in de wijk Poelenburg in Zaandam. Vlogger Ismail Ilgun filmt fragmenten waarin de politie belachelijk gemaakt wordt. Zijn filmpjes zijn populair en de groep lijkt erdoor te worden aangespoord. Bekijk het fragment van Pauw van 8 september 2016, minuut 21.40 tot 22.50. a. Is er in de fragmenten van de vlogger sprake van ‘gewone’ beïnvloeding of van manipulatie? Leg je antwoord uit.


Beïnvloeden van veranderingen

Reclame In reclames kan zowel sprake zijn van beïnvloeding als van manipulatie. Bekijk het reclamespotje van het Voedingscentrum: Eet het goede voorbeeld.

.v .

b. Is er in het reclamespotje sprake van ‘gewone’ beïnvloeding of van manipulatie? Leg je antwoord uit.

fb

Reclame In reclames kan zowel sprake zijn van beïnvloeding als van manipulatie. Bekijk het reclamespotje van het Voedingscentrum: Eet het goede voorbeeld.

Ac

tie

c. Is er in het reclamespotje sprake van ‘gewone’ beïnvloeding of van manipulatie? Leg je antwoord uit.

Indeling supermarkten Supermarkten zijn op een bepaalde manier ingedeeld om mensen meer te laten kopen. Lees het artikel Wat supermarkten doen om jou te laten kopen.

Ed

u'

d. Heb je ooit stilgestaan bij deze trucjes wanneer je in een supermarkt loopt? Waarom wel of waarom niet?

ht

e. Denk je dat het jou beïnvloed heeft bij het kopen van producten?

rig

f. Is hier sprake van ‘gewone’ beïnvloeding of van manipulatie? Leg je antwoord uit met een voorbeeld.

py

Opdracht 9

co

Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen <

Beïnvloeden in de praktijk Je kunt bewust of onbewust veranderingen beïnvloeden. Je kunt dit op verschillende manieren doen, bijvoorbeeld door middel van een gesprek, een groepsbijeenkomst of het wijzigen van het bestaande beleid met een beleidsvoorstel. Bedenk een probleem dat je graag wilt veranderen, bijvoorbeeld afval op straat rondom het buurthuis waarin je werkt. Geef aan wanneer je bij dat probleem voor een gesprek kiest, een groepsbijeenkomst en wanneer voor een beleidsvoorstel. Maak gebruik van Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen. a. Welk probleem heb je gekozen?

31


Beïnvloeden van veranderingen

.v .

b. Wanneer kies je voor het beïnvloeden van veranderingen door middel van een gesprek? Leg je antwoord uit met behulp van je gekozen probleem.

fb

c. Wanneer kies je voor het beïnvloeden van veranderingen door middel van een groepsbijeenkomst? Leg je antwoord uit met behulp van je gekozen probleem.

Opdracht 10

Ac

tie

d. Wanneer kies je voor het beïnvloeden van veranderingen door middel van een beleidsvoorstel? Leg je antwoord uit met behulp van je gekozen probleem.

Wat kies je?

Ed

u'

Met een beleidsvoorstel probeer je veranderingen te beïnvloeden. Lees de volgende situaties en bedenk of je voor het schrijven van een beleidsvoorstel kiest of voor een andere manier van beïnvloeden, zoals een gesprek of een groepsbijeenkomst. a. Er worden bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd, waardoor bepaalde activiteiten niet meer gedaan kunnen worden.

ht

b. De doelgroep is veranderd, waardoor de aanpak gewijzigd moet worden.

co

py

rig

c. Piet heeft weinig geld omdat hij steeds meer geld uitgeeft aan het kopen van sigaretten. Daardoor kan hij mogelijk in de toekomst niet meer deelnemen aan de biljartclub.

32

d. Er is een personeelstekort, waardoor de bezoekers langer moeten wachten voordat zij een kop koffie of thee krijgen en aan de slag kunnen met de activiteiten.


Beleid en beleidsvoorstel

Beleid en beleidsvoorstel

.v .

Inleiding

fb

Beleid is een wijze van handelen van een organisatie of afdeling om de gestelde doelstellingen te kunnen behalen. Wanneer je ziet dat er iets verandert in de samenleving en er mogelijk problemen ontstaan, ga je uitzoeken of hier iets over geschreven is in het bestaande beleid. Wanneer dit niet het geval is, wil je iets nieuws invoeren of je wilt het bestaande beleid aanpassen. Dit kun je doen door het schrijven van een beleidsvoorstel. Je hebt kennis van beleid en het beleidsvoorstel. Je kunt het begrip beleid uitleggen. Je kunt het begrip beleidscyclus uitleggen. Je kunt uitleggen hoe de eerste fase van de beleidscyclus, de agendavorming, tot stand komt. • Je kunt uitleggen hoe de tweede fase van de beleidscyclus, de beleidsvoorbereiding, tot stand komt. • Je kunt de onderdelen van een beleidsvoorstel benoemen en de betekenis uitleggen. • Je kunt uitleggen waar je op moet letten na het schrijven van een beleidsvoorstel.

Ac

Betekenis beleid

u'

Opdracht 1

tie

• • • •

Ed

Je gaat nadenken over de betekenis van het begrip ‘beleid’. Zoek op internet een definitie die je goed vindt. a. Welke definitie heb jij gevonden? Vermeld ook de bron.

rig

ht

b. Bespreek je antwoord met twee medestudenten. Welke definities hebben je medestudenten gevonden?

py

c. Welke definitie vinden jullie het beste? Leg je antwoord uit.

co

Opdracht 2

Artikel Acht arrestaties na grote vechtpartij Veghel <

Hoezo beleid? Veel onrust in de samenleving heeft met beleid te maken. Lees het artikel Acht arrestaties na grote vechtpartij Veghel. Wat heeft dit met beleid te maken?

33


Beleid en beleidsvoorstel

Opdracht 3

Beleidscyclus In deze opdracht ga je nadenken over de betekenis van het begrip ‘beleidscyclus’. Ook ga je aan de slag met de verschillende onderdelen.

fb

b. Zet de zeven fasen van de beleidscyclus in de juiste volgorde.

.v .

a. Leg in je eigen woorden het begrip beleidscyclus uit.

beleid beëindigen, bijstellen, veranderen of continueren

beleidsevaluatie agendavorming beleidsuitvoering

terugkoppeling

Opdracht Methodisch werken

u'

Opdracht 4

Ac

beleidsvoorbereiding

tie

beleidsbepaling

Ed

a. De beleidscyclus is een vorm van methodisch werken. Waarom is het een vorm van methodisch werken?

ht

b. Kan er (mogelijk) een fase overgeslagen worden? Leg je antwoord uit.

Opdracht 5

De agendavorming is de eerste fase van de beleidscyclus. Dit is het proces waardoor het probleem aandacht krijgt en ‘op de agenda wordt gezet’. Maak gebruik van Theoriebron Beleid en beleidsvoorstel.

co

py

rig

Theoriebron Beleid en beleidsvoorstel <

Agendavorming

34

Lees de volgende casus en beantwoord de vragen. Sofie werkt als jongerenwerker in buurthuis De Regenboog in Tilburg Noord. Er komen steeds meer klachten binnen van bezoekers over hangjongeren die de buurt lijken te terroriseren. Regelmatig worden er auto’s bekrast, eieren tegen ramen gegooid en worden er mensen uitgescholden. Sofie weet niet of dit probleem door alle buurtbewoners zo wordt ervaren, omdat niet iedereen naar het buurthuis komt. a. Welke methoden zou je inzetten om erachter te komen hoe de overige buurtbewoners tegen dit probleem aan kijken? Kies twee methoden en leg je antwoord uit.


Beleid en beleidsvoorstel

.v .

b. Welke vragen zou je willen stellen aan de buurtbewoners over dit probleem? Bedenk vijf vragen.

Opdracht 6

Ac

tie

fb

c. Bespreek je antwoorden met een medestudent. Hebben jullie dezelfde of juist andere vragen opgeschreven? Maak samen een lijstje van de vijf belangrijkste vragen voor de fase agendavorming.

Tijdlijn

In de agendavorming staat het signaleren van actuele ontwikkelingen centraal. In deze opdracht ga je een tijdlijn maken met behulp van ReadWriteThink over een actuele ontwikkeling.

Ed

u'

ReadWriteThink <

a. Vorm tweetallen. Jullie kiezen samen een actuele ontwikkeling. Welke actuele ontwikkeling hebben jullie gekozen?

ht

Vervolgens maken jullie individueel een tijdlijn over deze actuele ontwikkeling. Zorg voor passende foto’s en teksten.

py

rig

b. Print beiden jullie tijdlijn en vergelijk ze door de overeenkomsten en verschillen te bespreken. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen jullie tijdlijnen? Leg je antwoord uit.

Opdracht 7

co

Theoriebron Beleid en beleidsvoorstel <

Gegevens verzamelen In de fase beleidsvoorbereiding ga je onderzoeken hoe burgers denken over de beleidsvoornemens en of ze wellicht zelf oplossingen hebben. Geef van de volgende methoden aan wat je precies wilt onderzoeken. (Denk aan meer vragen dan de vraag die in de theoriebron genoemd staat.) Beschrijf ook hoe je deze methoden vorm zou geven in de praktijk. Waarop moet je letten bij de uitvoering? a. Burgerjury.

35


Beleid en beleidsvoorstel

.v .

b. Uitvoering burgerjury.

fb

c. Debat.

Uitwerken en ordenen van gegevens

Ac

Opdracht 8

tie

d. Uitvoering debat.

Wanneer je gegevens hebt verzameld voor een beleidsvoorstel, is het de bedoeling dat je deze gaat analyseren. Daarvoor moet je eerst alle gegevens uitwerken en in kaart brengen.

Ed

a. Interviews.

u'

Bedenk zo veel mogelijk manieren waarop je de volgende gegevens kunt uitwerken en kunt ordenen.

ht

b. Debat.

co

py

rig

c. Focusgroep.

Opdracht 9

Theoriebron Beleid en beleidsvoorstel <

36

d. Bespreek je antwoord met een klasgenoot. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen tussen jullie antwoorden?

Maak een SWOT-analyse Nadat je de verkregen informatie hebt geordend, kun je beginnen aan de analyse van de informatie. Een methode om informatie te analyseren is de SWOT-analyse. Maak gebruik van Theoriebron Beleid en beleidsvoorstel. In deze opdracht beschrijf je eerst de betekenis van de afkorting SWOT, vervolgens maak je zelf een SWOT-analyse.


Beleid en beleidsvoorstel

a. Waar staat de afkorting SWOT voor?

.v .

Lees de casus en maak daarna een SWOT-analyse.

Casus

tie

fb

Buurtcentrum Hazenoog heeft sinds twee dagen zijn deuren geopend in een gebied waar geen andere buurtcentra zijn gelegen. Weinig bewoners weten dat er een nieuw buurtcentrum is gekomen. Hazenoog ligt midden in een wijk met veel jonge gezinnen. De buurtbeheerder heeft een onderzoek gedaan. Veel ouders blijken twijfels te hebben over de verkeersveiligheid van hun wijk in verband met hun (jonge) kinderen.

Ac

b. S:

u'

c. W:

ht

e. T:

Ed

d. O:

SMART

rig

Opdracht 10

co

py

Filmpje Doelen S.M.A.R.T. formuleren <

Je schrijft een beleidsvoorstel omdat je iets wilt veranderen. Datgene wat je wilt veranderen (of aanpassen in bestaand beleid), moet je helder maken. Een manier om dat te doen, is volgens de SMART-methode. In deze opdracht ga je oefenen met het SMART formuleren van doelen. Bedenk voor jezelf wat jij graag wilt bereiken dit jaar; dit kan op carrièregebied zijn, maar ook op het gebied van sport of iets anders. a. Wat wil jij bereiken dit jaar?

b. Bekijk het filmpje Doelen S.M.A.R.T. formuleren. Welke vragen kun je jezelf volgens dit filmpje stellen bij de S van Specifiek?

37


Beleid en beleidsvoorstel

fb

d. Welke vraag kun je jezelf stellen bij de M van Meetbaar?

.v .

c. Formuleer datgene wat jij dit jaar wilt bereiken zo specifiek mogelijk door de vragen uit het filmpje te beantwoorden.

tie

e. Formuleer datgene wat jij dit jaar wilt bereiken zo meetbaar mogelijk door de vraag uit het filmpje te beantwoorden.

Ac

f. Welke vraag kun je jezelf stellen bij de A van Acceptabel?

Ed

u'

g. Formuleer datgene wat jij dit jaar wilt bereiken zo acceptabel mogelijk door de vraag uit het filmpje te beantwoorden.

h. Welke vragen kun je jezelf volgens dit filmpje stellen bij de R van Realistisch?

Formuleer datgene wat jij dit jaar wilt bereiken zo realistisch mogelijk door de vragen uit het filmpje te beantwoorden.

rig

ht

i.

co

py

j.

38

Welke vragen kun je jezelf volgens dit filmpje stellen bij de T van Tijdgebonden?

k. Formuleer datgene wat jij dit jaar wilt bereiken zo tijdgebonden mogelijk door de vragen uit het filmpje te beantwoorden.


Beleid en beleidsvoorstel

Nu is het de kunst om jouw antwoorden op de vragen te formuleren in één of twee zinnen. Begin het doel met ‘Ik’ en probeer zo bondig mogelijk te zijn, maar er moet wel aandacht zijn voor alle letters. Formuleer nu het SMART-doel.

.v .

l.

Opdracht 11

tie

fb

m. Maak groepjes van vier studenten. Bespreek jouw SMART geformuleerde doel met drie andere studenten. Zij geven jou feedback. Komen alle letters aan bod? Zo niet, dan formuleer je het doel opnieuw. Welke feedback heb je gekregen?

Beleidsvoorstel

ht

3.

Ed

1.

2.

Voorbeeld actueel probleem of ontwikkeling

u'

Onderdeel beleidsvoorstel

Ac

In Theoriebron Beleid en beleidsvoorstel staan de acht onderdelen die altijd in een beleidsvoorstel terug moeten komen. Leg in je eigen woorden uit wat er met de verschillende onderdelen wordt bedoeld. Geef ook bij elk onderdeel een voorbeeld van een (zelfbedacht) actueel probleem of actuele ontwikkeling.

Theoriebron Beleid en beleidsvoorstel <

rig

4.

co

py

5.

6.

7.

8.

39


Beleid en beleidsvoorstel

Opdracht 12

Check it! Wanneer je een beleidsvoorstel hebt geschreven, zijn er enkele punten die je nogmaals moet controleren voordat het voorstel definitief is. Lees Theoriebron Beleid en beleidsvoorstel en beantwoord de vragen.

Theoriebron Beleid en beleidsvoorstel <

.v .

a. Waarom is het van belang dat het voorstel gericht is op de door jou gekozen instelling?

tie

fb

b. Waarom moet het voorstel gebaseerd zijn op actuele ontwikkelingen?

Opdracht 13

Verbeter het voorstel

Ac

c. Waarom moeten er meerdere bronnen worden geraadpleegd in het voorstel?

Ed

u'

Nadat je het beleidsvoorstel hebt geschreven, is het van belang om nogmaals te controleren of alles in correct Nederlands is geschreven. Lees het zelf door en laat het door een collega nalezen. In deze opdracht ga je oefenen met het verbeteren van een onderdeel van een beleidsvoorstel. Eerst verbeter je de tekst zelf door de fouten te onderstrepen en de tekst opnieuw te schrijven. Daarna laat je het doorlezen door een studiegenoot.

ht

Tekst We hoorde van het probleem met de hangjongere in Tongeren van mevr. Klaassen. Zij is een buurtbewoner van de wijk Tegelvliet in het noorden van het dorp dongen. Mevr. Klaassen vertelde dat de hangjongere een stuk groter zijn als haar en vaak zegge dat ze moet oprotten, ze voelt zich niet meer veilig in haar wijk. Mevr. Klaassen is niet de enige die last heeft van de hangjongere ook mr. Jorritsma heeft geklaagd. Hij vertelde dat hun steeds agressiever worden, ze dreigden laatst zelfs met het inslaan van zijn autoruiten. De hangjongere zeide tegen hem ‘dat word leuk, als dat gebeurd!’

co

py

rig

a. Schrijf de tekst opnieuw.

40

b. Ruil met een studiegenoot van tekst. Verbeter de tekst indien er nog fouten in staan. Waren er in jouw tekst nog verbeteringen nodig? Leg je antwoord uit.


Theoriebron Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden

.v .

Theoriebron Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden

fb

Inleiding

Ed

u'

Ac

tie

Een samenleving kan alleen overleven door zich voortdurend aan te passen aan de veranderende eisen die we aan diezelfde samenleving stellen. Niet iedereen is daar altijd blij mee. Denk aan bezuinigingen door de overheid, dan kunnen bepaalde groepen ernstig worden benadeeld. Andere mensen zijn er wel blij mee, doordat er bij bezuinigingen op het ene gebied weer meer mogelijkheden voor een ander gebied zijn. Een ontwikkeling is actueel als die een richting op gaat die op dit moment belangrijk is. Hoe mensen met veranderingen omgaan, hangt af van het heersende tijdsbeeld, de generatie waarvan zij deel uitmaken en van de individuele kenmerken van mensen.

ht

Social media werd booming sinds het begin van de 21e eeuw.

co

py

rig

Generatie

Een generatie is een groep mensen die onder gelijke maatschappelijke omstandigheden zijn opgegroeid en herkenbaar zijn aan bepaalde kenmerken. Een generatie beslaat gemiddeld een periode van vijftien tot twintig jaar, maar let op: verschillende wetenschapers hanteren andere jaartallen. De mensen die bij een bepaalde generatie horen, hebben dezelfde leeftijd, dezelfde (ernstige) gebeurtenissen en dezelfde veranderingen meegemaakt. Een generatie is beter te onderscheiden van een andere generatie wanneer zij ingrijpende gebeurtenissen heeft meegemaakt. Een oorlog is een ingrijpende gebeurtenis, maar ook technologische ontwikkelingen zoals de komst van de smartphone kun je beschouwen als een ingrijpende gebeurtenis. Wetenschappers proberen generaties van elkaar te onderscheiden om menselijk gedrag beter te kunnen bestuderen. Ze gaan er hierbij van uit dat mensen van een bepaalde generatie worden beĂŻnvloed door dezelfde sociale, politieke, economische en technologische ontwikkelingen, en dat zij zich op basis van deze invloeden bepaalde opvattingen, meningen en gedragingen eigen maken. Er wordt dan ook wel gezegd dat elke generatie een kind van zijn tijd is. Wel is ieder mens uniek, vandaar dat een generatie vaak wordt beschreven aan de hand van een dominant kenmerk: een kenmerk dat op bijna iedereen in die generatie van toepassing is.

41


Theoriebron Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden

De veteranen en babyboomers

.v .

De mensen van de veteranengeneratie zijn geboren voor 1945. De oorlog en de daaraan voorafgaande crisisjaren hebben deze generatie getekend. Om succes te hebben moest er hard gewerkt worden. De leden van deze generatie hebben veel respect voor autoriteit, zoals artsen, schoolhoofden en burgemeesters. Ze hechten sterk aan discipline en traditie.

Ac

De X- en Y-generatie

tie

fb

De generatie daarna wordt gevormd door de babyboomers, geboren tussen 1946 en 1964. Ze maakten de wederopbouw van het land mee en kennen welvaart: voldoende werk en geld voor iedereen. Een kenmerk van deze generatie is idealisme: er wordt gestreden voor een betere positie van de vrouw (feminisme) en voor gelijke rechten voor iedereen (emancipatie). De mensen van deze generatie leggen de nadruk op zelfontplooiing, ze worden vaak getypeerd als zelfingenomen en arrogant. Ze zijn kritisch op de overheid, maar verwachten ook dat diezelfde overheid zorg draagt voor zaken waar mensen in het verleden zelf voor zorgden.

u'

De X-generatie bevat mensen die zijn geboren tussen 1965 en 1981. Het zijn de kinderen van de babyboomers. Het harde werken van hun ouders werd vaak gecompenseerd met veel cadeaus en verwennerij. De X-generatie is kritisch ten opzichte van autoriteit en vanwege de huidige economische situatie is de werkloosheid onder deze generatie hoog. Deze mensen zijn zelfredzaam en hebben een sterke neiging tot relativeren.

ht

Ed

De Y-generatie bestaat uit mensen die geboren zijn tussen 1982 en 1999. Zij groeien op in een digitale wereld met social media. Wel hebben zij nog behoefte aan face-to-face contact met mensen. Ze doen veel dingen tegelijk, zijn flexibel en hebben een groot aanpassingsvermogen. Er wordt ook wel gesproken van een verwende en kieskeurige generatie. Er is een opvallende scheiding tussen werk en privĂŠ. Ze worden beschreven als zelfverzekerd, maar ook als arrogant en zijn vaak onvolwassen.

De Z-generatie

co

py

rig

De mensen van de Z-generatie zijn geboren na 2000. Ze worden ook wel de Ik-generatie genoemd. Van hen wordt gezegd dat ze een te groot ego hebben, en een te hoog zelfbeeld. Ze worden toegejuicht door hun ouders en groeien op met het idee dat alles wat ze doen geweldig is. Hierdoor zijn er veel narcistische en arrogante kinderen opgegroeid. Een wereld zonder internet kennen ze niet en ze zijn minder fysiek actief. Therapeuten geven aan steeds meer depressieve patiĂŤnten in deze leeftijdsgroep aan te treffen, die het leven niet aankunnen.

42

Het is niet altijd duidelijk waar de jongste generatie begint en eindigt. Want er kan pas van een generatie worden gesproken wanneer een groep voor een langere tijd is opgegroeid onder dezelfde omstandigheden. Dat is de reden dat de beschrijving van de Y-generatie ook van toepassing kan zijn op de Z-generatie.


Theoriebron Actuele ontwikkelingen, generaties en tijdsbeelden

Tijdsbeelden en ontwikkelingen Een tijdsbeeld is een kenmerkende beschrijving van een bepaald tijdperk. In deze cursus gaan we uit van tijdsbeelden van elk tien jaar. Enkele tijdsbeelden met actuele ontwikkelingen: verzuiling, tradities, sociale controle

1960 - 1970:

opstand en verzet, vrijheid/blijheid

1970 - 1980:

individualisering, verschil in gezag wordt bestreden

1980 - 1990:

behoefte aan structuur en duidelijkheid, onder andere vanwege werkloosheid

1990 - 2000:

grote welvaart, globalisering

2000 - 2010:

financiĂŤle crisis, verharding van de samenleving

2010 - heden:

einde van de verzorgingsstaat in zicht, participatie.

tie

fb

.v .

1950 - 1960:

u'

Informatiebron

Ac

De ontwikkelingen die bij een bepaald tijdsbeeld horen zijn eindeloos. Ze komen tot stand door maatschappelijke, economische, sociale, politieke en technologische veranderingen. Hoe mensen met deze ontwikkelingen omgaan, hangt samen met het tijdsbeeld waarin iemand leeft, met de generatie waartoe iemand behoort en individuele kenmerken.

co

py

rig

ht

Ed

Een bron is de oorsprong van informatie. Bronnen kunnen cijfers geven over spanningen in een buurt, maar ook informatie die niet gedrukt of beschreven is, kan een bron zijn. Denk aan een buurtbewoner die jou vertelt dat er gisterenavond weer eieren tegen zijn raam zijn gegooid, of een collega die jou toevertrouwt dat ze een vreemd onderbuikgevoel heeft bij een cliĂŤnt. Maar ook nieuwsberichten van televisie of radio, internetsites of vlogs kunnen een bron zijn. Door het raadplegen van bronnen kun je je kennis over ontwikkelingen in de samenleving up-to-date houden.

43


Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust

.v .

Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust

fb

Inleiding

tie

Ontwikkelingen in de samenleving kunnen uitmonden in spanningen en maatschappelijke onrust. Als sociaal-cultureel werker sta je midden in de samenleving en vanzelfsprekend zul je dan ook vaak in aanraking komen met maatschappelijke problemen. Het is belangrijk dat je weet wat je kunt verwachten, hoe je maatschappelijke onrust en spanningen kunt herkennen en dat je weet hoe ze aangepakt kunnen worden.

Ac

Ontwikkelingen en de SCW’er

Ed

u'

In je werk als medewerker SCW heb je te maken met doelgroepen die geregeld last of moeite hebben met maatschappelijke veranderingen. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van de bezuinigingen op het persoonsgebonden budget (pgb) voor veel mensen. Opeens worden ze geconfronteerd met het doemscenario dat ze straks hun eigen specifieke zorg niet meer kunnen inkopen, waardoor ze misschien niet meer zelfstandig kunnen wonen. Deze mensen zien zich in de toekomst weer in een instelling wonen, waar ze afhankelijk zijn van opgelegde zorg en niet meer kunnen deelnemen aan de samenleving. Juist dat is zo belangrijk voor hen en dat konden zij met hun specifieke zorg wel voor elkaar krijgen (bijvoorbeeld werk, vrijetijdsbesteding buiten de deur, participatie in de wijk).

ht

Actuele ontwikkelingen

co

py

rig

Een samenleving – en daarmee ook de individuen van deze samenleving – is een dynamisch geheel en is voortdurend in beweging. Denk bijvoorbeeld aan: • de jongerencultuur en hoe deze de taal beïnvloedt • immigranten, die hun cultuur meebrengen en integreren in de bestaande cultuur (keuken, mode, taal, tradities) • de politiek, die bezuinigingen doorvoert, waardoor bepaalde zaken anders georganiseerd moeten worden (Wmo, kunst en cultuur, onderwijs).

44

Het is van groot belang dat elke verandering, hoe nadelig ook, goed onderzocht, bekeken en besproken wordt. De ervaring leert dat mensen in tijden van grote onzekerheid en crisis de beste ideeën ontwikkelen om toch vooruit te komen, ondanks de beperkte middelen. Deze vorm van creativiteit of oplossingsgerichtheid is een bron van nieuwe ideeën, die de basis vormen voor het ombuigen van veranderingen naar positieve ontwikkelingen. Om dat te kunnen is het nodig om de (actuele) veranderingen goed te onderzoeken en te kennen.


Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust

Ontwikkelingen in wet- en regelgeving

fb

.v .

De laatste jaren is er sprake van veel veranderingen in de wet- en regelgeving. Dit heeft te maken met het feit dat de klassieke verzorgingsstaat wordt omgevormd tot een participatiesamenleving. In een verzorgingsstaat draagt de staat de primaire verantwoordelijkheid voor het welzijn van zijn burgers; denk aan gezondheidszorg, onderwijs, werkgelegenheid en sociale zekerheid. Dit wordt betaald uit belastingen, premies en uit de algemene middelen. De laatste jaren is de verzorgingsstaat te duur geworden en met de overgang naar een participatiesamenleving moet daar verandering in komen. Een participatiesamenleving is een samenleving waarin iedereen die daartoe in staat is, verantwoordelijkheid neemt voor zijn of haar eigen leven en omgeving, zonder hulp van de overheid.

Ac

tie

De grootste verandering heeft betrekking op de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Dit was een verplichte, collectieve ziektenkostenverzekering voor niet individueel verzekerbare ziektekostenrisico's. De wet is per 1 januari 2015 vervallen en is ondergebracht in: • de Jeugdwet (gemeenten) • de Wmo (gemeenten) • de Wlz (overheid) • de Zvw (zorgverzekeraars).

u'

Ontstaan van spanningen en onrust

rig

ht

Ed

Maatschappelijke onrust en spanningen doorlopen vaak bepaalde fasen. Deze fasen zijn niet strikt afgebakend, ze zijn constant in beweging, met rustige en minder rustige – of zelfs onrustige – momenten. Soms word je opgeschrikt door een plotselinge gebeurtenis, maar bij nader inzien bleek er al langer onrust of spanning te bestaan. Meestal vinden er enkele ontwikkelingen plaats voordat het uitgroeit tot maatschappelijke onrust. Het is een proces dat vaak verloopt volgens de volgende fasen: 1. rust 2. dreigende maatschappelijke onrust 3. maatschappelijke onrust 4. escalatie 5. terugkeer naar rust.

co

py

Dankzij deze fasen kun je een mogelijk probleem herkennen en daarop inspelen. Dat geeft hoop, want dan kan er mogelijk iets aan gedaan worden. Hoe eerder een probleem gesignaleerd wordt, hoe groter de kans is dat het niet uitloopt op een escalatie – met alle gevolgen van dien.

45


Theoriebron Ontstaan en herkennen van maatschappelijke onrust

Methodieken voor signalering

co

py

rig

ht

Ed

u'

Ac

tie

fb

.v .

Het signaleren van problemen kan op diverse wijzen gebeuren. Onderhuidse spanningen zijn vroegtijdig te signaleren door: • een spanningsindex. Dit is een instrument om de mate van spanningen tussen bevolkingsgroepen in een buurt in beeld te brengen. De index bevat acht stellingen waar buurtbewoners op reageren. Zo wordt onderzocht of er meer of minder spanningen in de buurt zijn dan in andere buurten. • ‘zachte’ (kwalitatieve) informatie. Naast cijfermateriaal zijn vooral verhalen en ervaringen van betrokkenen belangrijk om problemen in kaart te brengen. Denk aan buurtbewoners, maar ook aan collega’s en samenwerkingspartners. • signaleren en melden door bewoners. Bewoners weten vaak beter wat er speelt dan professionals, doordat zij hun buurt kennen en professionals niet altijd ter plaatse zijn. • risicofactorenanalyse en beleidsdiagnose. Door het simpelweg tellen van risicofactoren kan er een inschatting worden gemaakt van mogelijke risico’s op problemen. Deze bestaat uit vier stappen: 1. inventarisatie beschikbaarheid gegevens 2. risicofactoren per buurt in beeld brengen 3. risicofactorenbenadering 4. beleidsdiagnose: staan de risicofactoren in het bestaande beleid?

46


Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen

.v .

Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen Inleiding

tie

fb

Elke verandering kun je ten goede keren door je invloed aan te wenden, bijvoorbeeld door middel van een gesprek of een beleidsvoorstel. Wil je actief meewerken aan een positieve samenleving, dan is het belangrijk dat je je stem laat horen, meedenkt en meedoet. Via beleidsvoorstellen kun je een bijdrage leveren én veranderingen beïnvloeden.

Beïnvloeden

u'

Ac

Beïnvloeden betekent iets of iemand proberen te veranderen. Het is een belangrijke vaardigheid als je samenwerkt. Als SCW’er werk je veel samen met andere mensen, zoals buurtbewoners, collega's en andere professionals. Wanneer je andere doelen of belangen hebt dan de andere partij, kun je ervoor kiezen om je doelen en belangen los te laten en anderen te laten bepalen wat er gaat gebeuren. Je kunt er ook voor kiezen om de ander te beïnvloeden, zodat jouw doelen en belangen meer aandacht krijgen.

Ed

Om de ander te beïnvloeden kun je een duw-stijl hanteren. Dit wil zeggen dat je uitgaat van je eigen belangen en wensen. Je bent gericht op het resultaat en wilt dat dan ook zo snel mogelijk bereiken. Bij een trek-stijl start je bij het belang of de mening van de ander. Je sluit je aan bij zijn gevoelens, om hem vervolgens jouw kant op te trekken. Je moet elke stijl kunnen toepassen en daarmee aansluiten bij de situatie.

ht

Duw-stijl

co

py

rig

De duw-stijl, waarin je uitgaat van je eigen standpunt, kent twee vormen. De eerste vorm is overtuigen: door goede argumenten te gebruiken of voorstellen te doen, probeer je de ander te beïnvloeden. Dit werkt wanneer je ‘gelijk’ bent aan de anderen, wanneer je evenveel macht hebt. De andere partij moet de tijd hebben om naar jouw argumenten te luisteren en de situatie moet ontspannen zijn. De tweede vorm is het aansporen van de ander: je probeert de ander iets te laten doen. Dit kun je doen door het stellen van grenzen wanneer je een hogere functie hebt, want dan kun je je mening of eisen makkelijker doorduwen. Je kunt de ander ook positief beoordelen, zodat je hem aanspoort om het de volgende keer weer zo te doen.

Trek-stijl Ook binnen de trek-stijl, waarin je wilt aansluiten bij de mening van de ander om hem vervolgens toch jouw kant op te trekken, zijn er twee vormen. De eerste vorm is onderzoeken: door het stellen van open vragen wordt jou duidelijk wat de ander wil. Je moet goed luisteren en de antwoorden van de ander samenvatten, zodat hij merkt dat je naar hem luistert. Hij zal dan ook eerder geneigd zijn om naar jouw argumenten te luisteren. Je kunt ook je eigen

47


Theoriebron Beïnvloeden van veranderingen

gevoelens laten zien, zodat de ander merkt dat je hem echt nodig hebt. Ook kun je coalities sluiten; door meer medestanders te zoeken voor jouw doelen of belangen heb je meer invloed.

fb

De kunst van het beïnvloeden

.v .

De tweede vorm is het inspireren van de ander: zorgen dat de ander helemaal voor het doel gaat. Belangrijk hierbij is wel dat je beiden hetzelfde belang hebt. Je kunt dit doen door je collega’s enthousiast te maken met een spannend verhaal dat aansluit bij de organisatie. Creëer een sfeer van ‘wij kunnen dit samen’. Samen sta je sterk!

u'

Ac

tie

Om effectief te kunnen beïnvloeden, moet je je goed voorbereiden: 1. Je moet goed weten wie je tegenover je hebt. Hoe meer je weet over deze persoon (zoals zijn werkstijl, sterke en zwakke kanten en stokpaardjes), hoe meer je hierop kunt inspelen. Informeer je zo goed mogelijk over de belangen van de ander. Als je hierop kunt inspelen, zul je iemand gemakkelijker voor jouw ideeën kunnen interesseren. 2. Probeer van tevoren medestanders voor jouw idee te vinden. Zij kunnen je helpen bij het versterken van je argumenten, jou steunen in het overleg en wellicht ook anderen weer beïnvloeden. Samen sta je altijd sterker. 3. Zorg dat je steekhoudende argumenten paraat hebt, goed voorbereid bent en weet wat je wilt gaan zeggen. Een idee dat met zelfvertrouwen en enthousiasme wordt gebracht, komt veel beter over dan een warrig en slecht voorbereid verhaal. De ander voelt zich dan niet serieus genomen en zal zeker niet overtuigd zijn van je verhaal.

Ed

Verschil beïnvloeding en manipulatie

co

py

rig

ht

Er is een verschil tussen ‘gewoon’ beïnvloeden en manipuleren. Beïnvloeden wil zeggen dat je de ander wilt overtuigen, aansporen, onderzoekend wilt veranderen of wilt inspireren om de juiste beslissing te nemen, voor zijn eigen bestwil. Dit doe je dagelijks, bij jezelf bijvoorbeeld wanneer je tegen jezelf zegt: ‘Nu moet ik echt vaker gaan sporten.’ Maar ook bij anderen, bijvoorbeeld op je werk wanneer je wilt dat er nu toch eindelijk iets wordt gedaan aan het afval rondom het buurthuis waarin je werkt. Wanneer je de ander wilt beïnvloeden om een beslissing te nemen die niet goed voor díe persoon is maar wel voor jouzelf, dan ben je aan het manipuleren. Manipuleren lijkt dus erg op beïnvloeden. Je gebruikt dezelfde technieken, alleen de motivatie is anders. De lijn tussen beïnvloeden en manipuleren is dus erg dun.

48

In de praktijk Wanneer je in de praktijk als SCW’er veranderingen wilt beïnvloeden, kun je dit doen door middel van een gesprek; bijvoorbeeld wanneer je ziet dat een bezoeker van het buurthuis waarin je werkt afval op de grond gooit. Wanneer je merkt dat meer mensen dit doen, kun je een groepsbijeenkomst organiseren, waarin je aandacht vraagt voor het probleem. Zo zijn er verschillende manieren om veranderingen door te voeren. Een ander voorbeeld is het schrijven van een beleidsvoorstel waarin je het bestaande beleid wilt veranderen. Of, wanneer er nog geen beleid is op dit gebied, de eerste stap zetten voor het maken van beleid door het schrijven van een voorstel. In de praktijk wordt deze stap gezet wanneer er al diverse acties zijn ondernomen, zoals een gesprek of bijeenkomst, die geen (blijvend) resultaat hebben opgeleverd.


Theoriebron Beleid en beleidsvoorstel

.v .

Theoriebron Beleid en beleidsvoorstel Inleiding

Het maken van beleid

tie

fb

Beleid is een wijze van handelen van een organisatie of afdeling om de gestelde doelstellingen te kunnen behalen. Dit wordt gedaan door de doelen, de middelen en het tijdpad op elkaar af te stemmen in een plan. Elke organisatie, instelling of afdeling heeft zijn eigen beleid. Wil je iets veranderen aan het bestaande beleid of wil je iets geheel nieuws aankaarten, dan kun je een beleidsvoorstel schrijven.

u'

Ac

Bij het maken van beleid noemen we de huidige situatie – de ongewenste situatie waarvoor men een oplossing zoekt – de IST-situatie. De IST-situatie is wat het is, in het hier en nu. 'IST' komt van het Duitse werkwoord sein (zijn). De situatie waar men naartoe wil, hoe het moet worden, noemt men bij het maken van beleid de SOLL-situatie, naar het Duitse werkwoord sollen (moeten). Tussen de IST- en de SOLL-situatie ligt de uitdaging: het veranderingspad dat geplaveid moet worden om van de oude situatie naar de gewenste situatie te komen.

Ed

Kortom, onder beleid maken verstaan we het opstellen van een plan (een document) waarmee richting wordt gegeven en middelen worden bepaald, zodat de organisatie de gestelde doelen kan gaan realiseren. Een beleidsplan beschrijft het geheel van doelen, middelen, aanpak en een tijdpad in onderlinge samenhang.

ht

Beleidscyclus

co

py

rig

Beleid is een cyclus, een vorm van methodisch werken. Methodisch werken is werken volgens een vooropgezet plan om een vooraf gesteld doel te bereiken. Dit doe je aan de hand van een cyclus, zodat er geen dingen worden vergeten. De beleidscyclus ziet er als volgt uit: 1. agendavorming (signaleren, actuele ontwikkelingen kennen, bespreken) 2. beleidsvoorbereiding (onderzoeken, beleidsvoorstel maken) 3. beleidsbepaling (beleid vaststellen) 4. beleidsuitvoering 5. beleidsevaluatie 6. terugkoppeling (bijstellen of veranderen van het beleid) 7. beleid beĂŤindigen, bijstellen, veranderen of continueren. Als jij op grond van signalen en nieuwe ontwikkelingen vindt dat nieuw of ander beleid nodig is, zorg je dat je dit idee met de juiste mensen bespreekt. Denk aan jouw team of jouw leidinggevende. Als je mensen overtuigd hebt van de noodzaak, ga je het beleid voorbereiden. In deze cursus gaan we niet verder dan agendavorming en beleidsvoorbereiding.

49


Theoriebron Beleid en beleidsvoorstel

Agendavorming

.v .

De agendavorming is de eerste fase in de cyclus. In deze fase wordt het probleem op de ‘agenda’ gezet. Dit kan door het signaleren van problemen, nieuwe groepen, nieuwe behoeften of gebreken in de organisatie en door nieuwe ontwikkelingen in het werkveld en de samenleving.

fb

Signalen komen uit verschillende bronnen, zoals: • Observatie: in het contact met de doelgroep(en), wijkbewoners en vrijwilligers merk je op dat zij wensen en behoeften hebben die binnen jouw organisatie niet (voldoende) aan bod komen. • Netwerk: als SCW’er heb je een netwerk van professionals en wijkbewoners. Je overlegt, formeel of informeel, en hoort ook hun signalen.

Ac

tie

De vragen die je stelt in de fase agendavorming zijn: hoe kijken burgers aan tegen door ons geïdentificeerde problemen? Zitten burgers nog met andere problemen? Leggen burgers andere prioriteiten? Kan de mening van burgers een aanleiding zijn om een onderwerp hoger op de beleidsagenda te zetten? Deze vragen kun je beantwoorden door middel van een enquête, focusgroep, interviews, debat of opiniewijzer. Dit om erachter te komen of het onderwerp op de agenda moet komen te staan.

u'

Beleidsvoorbereiding stap 1

Ed

In de tweede fase van de beleidscyclus, de beleidsvoorbereiding, ga je het onderwerp/probleem onderzoeken en het beleidsvoorstel schrijven. Dit is een omvangrijke fase, waarbij je begint met het zoeken van achtergrondinformatie over nieuwe ontwikkelingen in het werkveld en in de samenleving. Deze informatie kun je vinden op internet, maar ook via vakbladen of (ervarings)deskundigen. In deze fase stel je enkele vragen en denk je na over hóe je deze vragen gaat stellen.

ht

Welke vragen stel je in de fase van beleidsvoorbereiding en hoe vraag je dit?

Methode

Wat vinden de burgers van onze beleidsvoornemens?

Enquête, focusgroep, interviews, debat of opiniewijzer

Welke oplossingen hebben burgers zelf voor het probleem?

Burgerjury, burgerpanel of burgerplatform

Kunnen we samen met burgers een beleidsvraag aanscherpen?

Coproductie

Kunnen we samen met burgers beleidsvoorstellen formuleren?

Coproductie

co

py

rig

Vragen

50

Voordat je begint met de analyse, ga je de gevonden informatie verwerken. Zo kun je interviews of een debat filmen met een videocamera (vraag wel toestemming!) en ze later uitwerken door de argumenten te noteren. Na de verwerking ga je de informatie ordenen. Wat heeft direct met het onderwerp te maken en wat zijdelings? Vervolgens formuleer je een SMART-doel, wat wil je bereiken met het beleidsvoorstel?


tie

fb

.v .

Theoriebron Beleid en beleidsvoorstel

Ac

SMART-doelen om het beleidsvoorstel realistisch te maken

Beleidsvoorbereiding stap 2: SWOT-analyse

co

py

rig

ht

Ed

u'

Een SWOT-analyse is een analytische tool die je kan helpen bij het analyseren van een organisatie, een activiteit of een dienst voor de fase beleidsvoorbereiding. De tool maakt de sterke en zwakke punten inzichtelijk. SWOT staat voor: • Strengths - Sterkten Positieve factoren van de organisatie, de dienst of het product die beter zijn dan gemiddeld. Denk aan beschikbare middelen, kennis en vaardigheden. • Weaknesses - Zwakten Negatieve factoren van de organisatie, de dienst of het product die slechter zijn dan gemiddeld. Denk aan beschikbare middelen, kennis en vaardigheden. • Opportunities - Kansen Positieve factoren vanuit de omgeving die van invloed zijn op de organisatie, de dienst of het product. Denk aan trends en ontwikkelingen in de samenleving of problemen bij de concurrentie. Dit kunnen kansen zijn voor jouw organisatie. • Threats - Bedreigingen Negatieve factoren vanuit de omgeving die van invloed zijn op de organisatie, de dienst of het product. Denk aan nieuwe concurrenten of nadelige veranderingen in wet- en regelgeving. Dit kunnen bedreigingen zijn voor jouw organisatie.

Je kunt een SWOT-analyse maken door de vier vakjes in te vullen

51


Theoriebron Beleid en beleidsvoorstel

Beleidsvoorbereiding stap 3: beleidsvoorstel Na het ordenen van de informatie begin je met het schrijven van het beleidsvoorstel. Een beleidsvoorstel bevat in ieder geval de volgende onderdelen:

.v .

Wat is de aanleiding van het probleem of de ontwikkeling? Geef de beschrijving van de probleemsituatie of nieuwe ontwikkeling. Welk beleid moet de organisatie hierop voeren? Wat is het doel van het beleid? (SMART) Welke instrumenten of middelen zijn nodig om het doel te bereiken? Wat is het tijdpad vanaf de vaststelling van het beleid? Het voorstel is logisch opgebouwd (begin, midden en eind). Het voorstel is in correct Nederlands geschreven. Zinsbouw en spelling zijn in orde.

fb

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

co

py

rig

ht

Ed

u'

Ac

tie

Check als je klaar bent met schrijven of je voorstel voldoet aan de volgende eisen: • Het voorstel is gericht op de gekozen instelling. Het is een aanvulling op het bestaande beleid en past binnen de doelstelling van de organisatie. • Het voorstel is gebaseerd op actuele ontwikkelingen in de doelgroep, wijk of samenleving. • Er zijn verschillende bronnen geraadpleegd: je netwerk, vakbladen, gemeente of kenniscentra. • Het voorstel is haalbaar en uitvoerbaar. • Het voorstel is in correct Nederlands geschreven.

52


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.