42843 Begeleiden en zorgen intramuraal in GGZ

Page 1

.v

.

Cursus

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Begeleiden en zorgen intramuraal in GGZ


Colofon

.v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

fb

Auteur: Marcella Spithoven | Fundamentaal Inhoudelijke redactie: Agnes Schouten Titel: Begeleiden en zorgen intramuraal in GGZ

ie

ISBN: 9789037242843 ©

Ac t

Edu’Actief b.v. 2017 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

u'

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

C

op

yr

ig

ht

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoud Over deze cursus

.v

Intramurale ggz

.

7 8

Zorg en ondersteuning in de intramurale ggz

13

Welke intramurale zorg voor welke doelgroep?

Theoriebron Intramurale ggz

22

ie

Begeleiden van cliĂŤnten in de intramurale ggz

19

fb

OriĂŤntatie

4

27

30

Ac t

Theoriebron Financiering en wetgeving in de intramurale ggz Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg Theoriebron Indicatietraject intramurale ggz

33

36

39

u'

Theoriebron Begeleiden van cliĂŤnten in de intramurale ggz 43

C

op

yr

ig

ht

Ed

Theoriebron Begeleiden van groepen

3


Over deze cursus

Over deze cursus

.

Inleiding

fb

.v

In deze cursus leer je wat de huidige intramurale zorg voor cliënten in de ggz, de geestelijke gezondheidszorg, inhoudt. De cursus gaat over de nieuwe wetgeving rondom de financiering en opname en de manieren van begeleiden op individuele basis en in de groep.

Leerdoelen

ie

Je kunt uitleggen wat intramurale ggz is, welke visie en opvattingen achter intramurale ggz zitten en hoe intramurale ggz kan bijdragen aan kwaliteit van leven en wonen. Je kunt uitleggen hoe de zorg en ondersteuning binnen de intramurale ggz georganiseerd is. Je kunt vertellen voor welke cliënten intramurale ggz geschikt is en welke vorm van intramurale ggz passend is voor verschillende doelgroepen en verschillende ondersteuningsbehoefte. Je kunt cliënten begeleiden binnen intramurale ggz: individueel en in de groep.

Ac t

Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van beroepsproducten. Deze worden op verschillende punten beoordeeld: op inhoud en op de uitvoering. Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn actieve deelname aan de lessen en nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier.

Ed

Beoordelingsformulier <

u'

Beoordeling

Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

C

op

yr

ig

Planningsformulier <

ht

Planning

4

Beroepsproduct: Presentatie intramurale ggz-instelling Bezoek in tweetallen een intramurale ggz-instelling. Bedenk vooraf wat je wilt weten over deze instelling en welke vragen je wilt stellen. Maak tijdens je bezoek aantekeningen, foto’s en neem eventueel informatiefolders van de instelling mee. Je mag ook informatie over de instelling gebruiken die je van het internet haalt. Maak hier een presentatie van in de vorm van een PowerPoint of Prezi. Probeer in je presentatie een reëel beeld van de instelling te laten zien. Geef ook aan of gebruik wordt gemaakt van een specifieke begeleidingsmethode en hoe deze wordt toegepast.


Over deze cursus

.v

• • • • •

Bespreek samen met je groepsgenoot de opdracht en de aanpak. Maak een planning en een taakverdeling. Bestudeer de theoriebronnen: – Intramurale ggz – Zorg en ondersteuning in de intramurale ggz Bedenk welke instelling je wilt bezoeken. Informeer bij de instelling of dit mogelijk is. Maak een afspraak voor een bezoek. Ontwerp op papier of op de computer de presentatie. Maak de presentatie.

fb

• • •

.

Stappen

Ac t

Eisen aan het beroepsproduct

ie

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

Ed

u'

De punten waarop het beroepsproduct wordt beoordeeld kun je lezen in het beoordelingsformulier van deze cursus. Je geeft in je presentatie aan: • Welke instelling jullie bezocht hebben. • Waarom deze instelling een intramurale ggz-instelling is en wat dit inhoudt. • Wat de visie en opvatting van de instelling is en in hoeverre dit overeenkomt met de gangbare visies en opvattingen over intramurale ggz. • Wat de doelstelling van deze instelling is. • Wat de doelgroep van deze instelling is. • Hoe de zorg en ondersteuning binnen deze instelling georganiseerd zijn. • Welke deskundigen bij de zorg en ondersteuning betrokken zijn en hoe zij samenwerken. • Wat de pluspunten en de minpunten van de instelling zijn. • Welke begeleidingsmethode wordt toegepast in de instelling.

ig

ht

Beroepsproduct 2: Een poster met voor- en nadelen van intramurale zorg

Stappen • • •

C

op

yr

Maak een poster waarin je de voordelen en nadelen van intramurale ggz in beeld verwoordt. Laat zien welke zorg geboden wordt, hoe deze zorg gefinancierd wordt, om welke doelgroep het gaat en waar de knelpunten zitten.

Bespreek samen de opdracht en de aanpak. Maak een planning en een taakverdeling. Bestudeer de Theoriebronnen: – Intramurale ggz – Financiering en wetgeving in de intramurale ggz – Zorg en ondersteuning in de intramurale ggz – Welke intramurale zorg voor welke doelgroep? Zoek op internet naar beeldmateriaal, maar probeer ook zelf nieuw beeldmateriaal te maken.

5


Over deze cursus

• • •

Verzamel al het materiaal en probeer het om te zetten in een verhaal waarin de vooren nadelen duidelijk worden. Maak de poster. Presenteer je product aan de groep. Licht jullie poster toe.

.v

.

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

fb

Eisen aan het beroepsproduct

Ac t

ie

De punten waarop het beroepsproduct wordt beoordeeld, kun je lezen in het beoordelingsformulier van deze cursus. Je laat in je product zien: • Welke zorg en ondersteuning er in de intramurale ggz geboden wordt. • Om welke cliënten het gaat. • Wat volgens jullie de voordelen zijn van intramurale ggz en hoe intramurale ggz kan bijdragen aan kwaliteit van leven en wonen. • Wat volgens jullie de nadelen zijn van intramurale ggz. • Wat het verschil is met ambulante ggz. • Hoe de intramurale ggz gefinancierd wordt.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

In het product gebruik je bestaand beeld en beelden die je zelf gemaakt hebt.

6


Oriëntatie

Oriëntatie Bingo

Ac t

ie

fb

Er staan vijftien moeilijke woorden op het bord die met het onderwerp van de les te maken hebben. Maak een bingoblaadje met negen vakken:

.

.v

Opdracht 1

Opdracht 2

Ed

u'

• Schrijf in willekeurige volgorde in ieder vak een woord van het bord. • Geef je blaadje aan je buurman links. • De docent geeft nu een uitleg over een woord zonder het woord te noemen. • Als het woord voorkomt op het blaadje dat voor je ligt, streep je het door. • Nadat je alle woorden hebt doorgestreept, roep je ‘bingo!’. • Alle woorden die nog niet genoemd zijn, worden kort besproken. Wist je welke woorden de docent bedoelde op basis van de uitleg?

Heb je ervaring met?

ht

Heb jij ervaring met het omgaan met of bieden van ondersteuning aan mensen met psychische problemen? Beschrijf je ervaring in een kort verslag met behulp van onderstaande vragen:

C

op

yr

ig

• Waar heb je de ervaring opgedaan? • Waarom had de ‘cliënt’ ondersteuning nodig? • Hoe heb je de ondersteuning geboden? • Kwam je problemen tegen? Hoe heb je die eventueel opgelost? De ervaringen worden hierna klassikaal besproken.

7


Intramurale ggz

Intramurale ggz

.

Inleiding

fb

.v

De afgelopen jaren is de intramurale zorg in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) voor alle betrokkenen ingrijpend veranderd. Niet alleen nieuwe wetgeving maar ook andere financiering en een nieuwe kijk op gezondheid spelen hierbij een rol.

Leerdoelen

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Je kunt: • uitleggen wat intramurale ggz is • de verschillende gangbare visies en opvattingen over intramurale ggz toelichten • uitleggen hoe intramurale ggz kan bijdragen aan kwaliteit van leven en wonen.

ig

Binnen de ggz zijn er speciale instellingen gericht op verslavingszorg.

Opdracht 1

a. Wat houdt intramurale ggz in? Noem twee voorbeelden van cliënten die van deze vorm van zorg gebruik kunnen maken.

C

op

yr

Theoriebron Intramurale ggz <

Wat is intramurale ggz?

b. Welke overheidsinstantie heeft een grote rol in het organiseren van de zorg?

c. Wat betekenen de veranderingen voor de zorgorganisaties?

8


Intramurale ggz

d. Wat betekenen de veranderingen voor de zorgzwaarte van cliënten in de intramurale zorg?

Opdracht 2

.v

.

e. Welke gevolgen hebben de veranderingen voor de aanbieders van zorg?

De cliënt centraal

fb

Uit verschillende visies blijkt dat de cliënt steeds meer centraal staat in de intramurale zorg. a. Maak een woordspin met een begrip. Kies uit: eigen regie, herstelondersteunende zorg, sociale inclusie. Maak hierbij gebruik van het Werkmodel Woordspin. b. Bij ‘eigen regie’ worden vier aspecten genoemd die belangrijk zijn. Noem van elk van deze vier aspecten een concreet voorbeeld.

ie

Theoriebron Intramurale ggz <

u'

Ac t

Werkmodel Woordspin <

a. Er zijn verschillende ideeën over hoe de intramurale ggz eruit zou moeten zien. Hoe ziet jouw visie eruit? Zoek informatie op internet en vorm hiermee jouw eigen visie. Vat deze visie kort samen in een informatiefolder op A4-formaat. In je visie geef je antwoord op de volgende vragen: - Hoe ziet volgens mij de ideale intramurale ggz eruit? - Hoe kan ik als hulpverlener hieraan bijdragen? - Hoe haalbaar is deze visie? b. Vergelijk je visie hierna met de visie van een andere student. Wat zijn overeenkomsten? En wat zijn verschillen?

C

op

yr

ig

Theoriebron Intramurale ggz <

Visie op intramurale zorg

ht

Opdracht 3

Ed

c. Noteer drie uitgangspunten van herstelondersteunende zorg.

9


Intramurale ggz

Opdracht 4

Wat is HIC? Lees het onderdeel HIC in de Theoriebron. Zoek in het Artikel HIC-monitor meer informatie over HIC-opname. Maak met behulp van Stappenplan Pixton een strip waaruit duidelijk wordt wat een HIC-opname inhoudt. Lever je strip in bij je docent. Beantwoord in je strip de volgende vragen: – Wat is het? – Voor wie is het? – Wat is het doel van HIC?

.

Theoriebron Intramurale ggz <

fb

.v

Stappenplan Pixton <

Opdracht 5

Ac t

Kwaliteit van zorg

u'

Opdracht 6

Ed

Artikel HIC-monitor <

ht

Over de kwaliteit van zorg wordt veel gediscussieerd. Dit lijkt vooral bij de intramurale ggz een uitdaging. Om de kwaliteit van de intramurale zorg te kunnen bewaken, worden regelmatig onderzoeken en screenings gedaan. Bekijk een van die onderzoeken, Systematische analyse Geestelijke Gezondheidszorg, op de website van Zorginstituut Nederland. Vorm tweetallen en maak de volgende opdrachten. Beantwoord de volgende vragen: a. Wat zijn de bronnen van Systematische analyse Geestelijke Gezondheidszorg?

yr

ig

Website Zorginstituut Nederland <

HIC-monitor

Lees in de Theoriebron de onderdelen ‘Kwaliteit van zorg en leven in de intramurale zorg’ en ‘HIC’. a. Een team van een HIC kan zich laten toetsen. Zo’n toetsing geeft aan wat kwaliteit is. Bekijk de HIC-monitor. Er zijn 52 criteria waarop wordt getoetst. Maak in Word een lijstje van de tien criteria die jij het belangrijkst vindt en zet erbij waarom je dat vindt. b. Maak tweetallen. Bekijk welke tien criteria je studiegenoot heeft gekozen. Vergelijk jullie criteria en toelichtingen met elkaar. Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen?

Theoriebron Intramurale ggz <

Theoriebron Intramurale zorg <

ie

Artikel HIC-monitor <

C

op

b. Hoe kun jij zelf bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van zorg?

10

c. Bedenk samen minstens twee oplossingen om de kwaliteit van de intramurale ggz te verbeteren.


Intramurale ggz

ie

a. Zoek op internet drie intramurale voorzieningen in de ggz. Zoek uit wat er over de kwaliteit van deze voorzieningen te vinden is. Als er op internet niet voldoende informatie te vinden is, probeer je door een telefonisch interview antwoord op je vragen te krijgen. Dit kan bijvoorbeeld met iemand van de cliĂŤntenraad. Verwerk de gegevens in een overzicht. Kijk naar zaken als cliĂŤnttevredenheid, hoe ervaren familieleden de zorg en wat vindt het zorgpersoneel van de kwaliteit van zorg? Gebruik ook de Website De Staat van Volksgezondheid en Zorg.

Ac t

Website De Staat van Volksgezondheid en Zorg <

Kwaliteit en visie

fb

Opdracht 7

.v

.

d. Bedenk samen een onderwerp waarmee je jullie deskundigheid in de intramurale ggz kunnen verbeteren. Zoek hierover een artikel in een vaktijdschrift en maak er een samenvatting van. e. Vorm een viertal. Beschrijf en leg aan het andere tweetal uit wat je van het artikel hebt geleerd.

Ed

u'

b. Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen in de kwaliteit van de instellingen?

ig

ht

c. Welke voorziening van de instellingen die je hebt onderzocht, biedt volgens jou de beste zorg? En waarom vind je dit? Geef minstens drie argumenten.

e. Zie je je eigen visie op de ggz in de visies terug? Op welke manier?

C

op

yr

d. Zie je de visies op de ggz terug in de kwaliteit van de instellingen? Op welke manier?

11


Intramurale ggz

.v

.

f. Zou jij bij deze instelling willen werken, als je jouw visie op de ggz vergelijkt met die van de instelling? Waarom wel/niet?

Maak tweetallen en lees de casus.

Ac t

Werkmodel Rollenspel <

Kwaliteit van leven

ie

Opdracht 8

fb

g. Beschrijf je belangrijkste bevindingen bij deze opdracht.

Dineke

u'

Dineke is een vrouw van 36 jaar. Ze is getrouwd en heeft twee jonge kinderen. Dineke heeft ernstige meervoudige psychische problemen. Het advies van haar behandelaar is om ten minste drie maanden in een ggz-instelling te verblijven om intensieve therapie te kunnen volgen.

C

op

yr

ig

ht

Ed

Speel een rollenspel. Maak hierbij gebruik van het Werkmodel Rollenspel. Jij bent de hulpverlener en gaat in gesprek met de echtgenoot van de vrouw. In het rollenspel moet het volgende terugkomen: – Wat betekent het voor de man en de kinderen om hun vrouw/moeder een tijd thuis te missen? – Hoe regelt de man nu de zorg voor de kinderen? – Hoe zal de vrouw het vinden om haar man en kinderen te missen? – Hoe vaak mogen de man en kinderen op bezoek komen bij de vrouw? Kortom: Welke invloed heeft de opname? Hoe zal dit het leven van Dineke veranderen? Hoe zal dit het leven van haar man en kinderen veranderen? Wat zal dit betekenen voor haar kwaliteit van leven? Vergeet niet om ook de positieve punten van de opname te bespreken.

12


Zorg en ondersteuning in de intramurale ggz

.

Zorg en ondersteuning in de intramurale ggz

.v

Inleiding

fb

In de afgelopen jaren is er veel veranderd in de intramurale ggz. Cliënten en hulpverleners zijn afhankelijk van strengere wetgeving. Cliënten die worden opgenomen hebben vaak meer complexe problemen waardoor de kwaliteit van zorg onder druk komt te staan.

ie

Leerdoelen

Wordt jij ‘wegwijs’ in de intramurale ggz en de wet- en regelgeving?

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

Je kunt: • de doelstellingen van intramurale ggz beschrijven en uitleggen wat de Wmo, Wlz en Bopz inhouden • uitleggen welke deskundigen betrokken zijn bij intramurale ggz, welke functies deze deskundigen hebben, hoe jij met hen kunt samenwerken en hoe deze samenwerking is ingebed in de ketenzorg • uitleggen hoe hulpverleners binnen de intramurale ggz werken, welke kennis en vaardigheden zij nodig hebben en hoe zij hun kennis en vaardigheden op peil kunnen houden.

13


Zorg en ondersteuning in de intramurale ggz

Opdracht 1

.

De behandeling en begeleiding die instellingen bieden wordt betaald uit vijf verschillende regelingen. Noem deze vijf regelingen en leg in je eigen woorden uit wat ze betekenen voor de intramurale geestelijke gezondheidszorg a. Regeling 1:

Ac t

ie

fb

.v

Theoriebron Financiering en wetgeving <

Financiering

yr

ig

ht

Ed

c. Regeling 3:

u'

b. Regeling 2:

C

op

d. Regeling 4:

14


Zorg en ondersteuning in de intramurale ggz

Ac t

b. Door de bezuinigingen wordt de zorg commerciĂŤler en zakelijker. Leg uit hoe de zorg van een ggz-instelling gefinancierd wordt.

ht

Ed

Website Centraal Bureau voor de Statistiek <

a. Zoek op internet drie verschillende organisaties op die intramurale zorg binnen de ggz aanbieden. Beschrijf wat elke organisatie over haar doelstelling zegt. Bespreek daarna met een medestudent de overeenkomsten en de verschillen.

u'

Theoriebron Financiering en wetgeving in de intramurale zorg <

Organisatie en financiering

ie

Opdracht 2

fb

.v

.

e. Regeling 5:

d. Bedenk hoe de bezuinigingen invloed hebben op jouw dagelijkse werkzaamheden en op de cliĂŤnten. Geef hier twee concrete voorbeelden van uit ervaringen die je al hebt opgedaan. Als je deze ervaring nog niet hebt opgedaan, zoek je voorbeelden op internet.

C

op

yr

ig

c. Zoek uit wat in Nederland in 2010 en in 2015 is uitgegeven aan intramurale zorg. De informatie kun je vinden op de website van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Wat valt je op als je deze twee jaren vergelijkt? Geef hiervoor een verklaring.

15


Zorg en ondersteuning in de intramurale ggz

Opdracht 3

Multidisciplinair team Lees het onderdeel Multidisciplinair team in de Theoriebron.

Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale ggz <

.v

.

a. Beschrijf een concreet voorbeeld van multidisciplinaire samenwerking binnen de ggz.

fb

b. Zoek uit welke deskundigen betrokken zijn bij de zorg in een ggz-instelling bij jou in de buurt. Beschrijf welke functies deze deskundigen hebben en hoe zij samenwerken.

Lees het onderdeel Multidisciplinair team in de Theoriebron. Maak een drie- of viertal. Speel met dit groepje studenten een MDO na waar verbetering van de zorg voor een cliënt in de intramurale ggz centraal staat. Bedenk eerst welke cliënt en welk probleem je wilt bespreken. Verdeel dan de rollen: wie is voorzitter, welke deskundigen zijn aanwezig? Je kunt kiezen voor rollen als hulpverlener, arts, verpleegkundige, psycholoog, fysiotherapeut, ergotherapeut, maatschappelijk werker, logopedist of diëtist.

ht

Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale ggz <

MDO

Ed

Opdracht 4

u'

Ac t

ie

c. Is er volgens jou genoeg deskundigheid aanwezig in de ggz-instelling? Of zou je nog andere deskundigen kunnen bedenken? Geef aan welke rol zij kunnen hebben in de ggz-instelling.

yr

ig

Vervolgens bespreekt iedere deelnemer vanuit zijn eigen rol en deskundigheid het probleem, de ideeën over hoe het probleem kan worden opgelost en hoe de zorg verbeterd kan worden voor de cliënt.

C

op

Film het MDO met je mobiel en stuur het door naar je docent.

16


Zorg en ondersteuning in de intramurale ggz

Opdracht 5

Kwaliteit intramurale ggz

Ac t

ie

fb

.v

.

Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale ggz <

Website Prezi <

Maak tweetallen. Zoek informatie op over de kennis en vaardigheden die jij denkt nodig te hebben om te werken in de intramurale ggz. Verwerk deze informatie in een Prezi. In je Prezi besteed je aandacht aan: • op welke specifieke cliënt(kenmerken) je informatie is gericht • welke kennis en vaardigheden hierbij van belang zijn • wat je nog moet doen om deze kennis en vaardigheden te bereiken Vervolgens presenteer je dit voor de groep.

C

op

yr

ig

Stappenplan Prezi <

Prezi

ht

Opdracht 6

Ed

u'

Als je eenmaal weet welke zorg de cliënt prettig vindt en wat de cliënt misschien anders zou willen, kun je dit gebruiken in je werk. Soms hoor je dit van de cliënt zelf, maar het kan ook informatie zijn van naasten of feedback van je collega’s op hoe jij je werk doet. Maak tweetallen. Bedenk een casus over een cliënt in een ggz-instelling, waarin duidelijk wordt dat de kwaliteit moet worden verbeterd. Beschrijf in de casus welke kwaliteit verbeterd moet worden. Maak vervolgens gebruik van de PDCA-cyclus om dit om te zetten in een plan. Werk dit uit in een Word-document dat je naar je docent stuurt.

17


Zorg en ondersteuning in de intramurale ggz

Opdracht 7

.

a. Welke competenties van een hulpverlener in de intramurale ggz vind jij belangrijk? Lees het onderdeel ‘Kwaliteit van hulpverleners in de ggz’ in de Theoriebron. Bekijk het Beroepscompetentieprofiel Agogisch medewerker ggz mbo en/of het Beroepsprofiel Zorgkundige om ideeën op te doen. Noem de vijf voor jou belangrijkste competenties en leg uit waarom je dat vindt.

.v

Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale ggz <

Kennis en vaardigheden hulpverlener

ie

fb

Artikel Beroepscompetentieprofiel Agogisch medewerker ggz mbo <

b. Welke competenties passen het beste bij jou? Waar ben jij goed in? Schrijf dit op.

Ac t

Artikel Beroepsprofiel Zorgkundige <

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

c. Maak tweetallen. Bespreek met je medestudent wat je hebt opgeschreven bij opdracht b en geef elkaar feedback. d. Zoek een vacature op internet van hulpverlener ggz intramuraal (op leefgroep) op jouw niveau. Zou jij solliciteren op deze functie als je deze vacature leest? Waarom wel of niet?

18


Welke intramurale zorg voor welke doelgroep?

.

Welke intramurale zorg voor welke doelgroep?

.v

Inleiding

fb

In deze opdrachten verdiep je je in de huidige stand van zaken van de intramurale zorg in de ggz. Wanneer komt iemand in aanmerking voor intramurale zorg in de ggz en met welke wetten en regels krijgt hij dan te maken?

ie

Leerdoelen

Opdracht 1

Ac t

Je kunt: • uitleggen wanneer iemand in aanmerking komt voor intramurale ggz • uitleggen welke vorm van intramurale ggz past bij verschillende doelgroepen en verschillende ondersteuningsbehoeften.

Doelgroep

u'

a. Hier volgt een aantal voorbeelden van mogelijke cliënten. Maak tweetallen. Bespreek of deze mensen in aanmerking komen voor intramurale zorg. Beargumenteer steeds waarom je dit denkt.

b. Zoek op internet namen van instellingen waar de personen uit opdracht a behandeld kunnen worden. Noteer per persoon/voorbeeld drie instellingen. Beschrijf kort welke ondersteuning deze instellingen kunnen bieden.

C

op

yr

ig

ht

Ed

Voorbeelden: • Maartje is 15 jaar en heeft anorexia nervosa. Ze heeft sinds een half jaar ambulante cognitieve gedragstherapie. Haar situatie verslechtert echter. • Meneer Jacobs is 78 jaar en heeft last van ernstige somberheid. • Jolijn de Vries is net bevallen van haar eerste kind. Ze heeft een postnatale depressie met psychoses. Daardoor kan ze niet voor haar kind zorgen. Ze is bang dat ze haar kind iets aandoet.

19


Welke intramurale zorg voor welke doelgroep?

Opdracht 2

Kerncijfers Bekijk de Website De Staat van Volksgezondheid en Zorg. Zoek het volgende op, onder Kerncijfers, GGZ: • hoeveel ggz-instellingen er zijn in het kader van de AWBZ/Wlz-regeling • hoeveel suïcides er plaatsvinden in ggz-instellingen • hoeveel separaties er zijn in ggz-instellingen. Zoek op onder Kerncijfers, Verslavingszorg: • welke soort verslaving het meeste voorkomt.

.v

.

Theoriebron Indicatietraject intramurale ggz <

fb

Website Geestelijke gezondheidszorg <

a. Wat is een zorgprofiel?

u'

Theoriebron Indicatietraject intramurale ggz < Website De Staat van Volksgezondheid en Zorg <

ht

Ed

b. Zoek uit welke zorgprofielen er zijn in de intramurale zorg in de ggz. Maak hierbij gebruik van het artikel Zorgprofielen 2015.

c. Kies een van de vijf zorgprofielen uit. Beschrijf drie kenmerken van de cliënten.

yr

ig

Artikel Zorgprofielen 2015 <

Zorgprofiel

Ac t

Opdracht 3

ie

Website Verslavingszorg <

Opdracht 4

C

op

Website Regelhulp <

20

Regelhulp

Lucas Lucas is 19 jaar. Hij woont bij zijn moeder. Zijn ouders zijn gescheiden. Een jaar geleden is Lucas voor het eerst gaan gokken. Het begon onschuldig met een keer naar het casino. Hij won een klein bedrag. Dat was voor hem een reden om vaker te gaan gokken. Sinds die ene keer heeft Lucas niets meer gewonnen. Hij verliest alleen maar geld. Zo veel dat hij geldproblemen heeft. Zijn moeder heeft laatst ontdekt dat Lucas geld van haar heeft gestolen om te kunnen gokken. Lucas besteedt geen aandacht meer aan zijn studie. Ook zijn vrienden spreekt hij niet vaak meer. Hij zegt wel dat hij naar vrienden gaat, maar volgens zijn moeder gaat hij dan stiekem naar de gokhal. De sfeer in huis is niet goed. Lucas ligt veel op bed, heeft nergens meer zin in en doet niets anders dan gokken. De moeder van Lucas zou het liefst willen dat haar zoon intensieve hulp krijgt, bijvoorbeeld in een verslavingskliniek.


Welke intramurale zorg voor welke doelgroep?

fb

.v

.

a. Onderzoek op de website Regelhulp welke hulp Lucas kan ontvangen op basis van de informatie die je hebt. Je schrijft voor jezelf in steekwoorden op: – Wat is de wens van de moeder van Lucas? – Op welke hulp zou Lucas volgens de genoemde website recht hebben? – Komen deze twee zaken overeen? Spreek de voicemail van de moeder in (neem audiofragment op) waarin je aangeeft waar haar kind terecht kan en wat voor hulp er is. Stuur het audiofragment naar je docent.

Ac t

ie

b. Zoek drie ggz-instellingen op die gespecialiseerd zijn in verslavingszorg en waar Lucas zou kunnen worden opgenomen.

Opdracht 5

Lees de onderdelen Inbewaringstelling en Rechterlijke machtiging in de Theoriebron. Bekijk de beslisschema’s Inbewaringstelling en Voorlopige rechterlijke machtiging op de website Dwang in de zorg. Noteer twee verschillen tussen ibs en RM.

ig

Website Dwang in de zorg <

ibs en RM

ht

Theoriebron Indicatietraject intramurale ggz <

Ed

u'

c. Wat is het belangrijkste dat jij hebt geleerd in deze opdracht?

C

op

yr

Website Dwang in de zorg <

Opdracht 6

Website Lino <

Brochure Vorm tweetallen. Een instelling in de psychiatrie vraagt jullie een brochure te maken. In die brochure willen ze laten zien welke mensen er bij hen terecht kunnen. Zoek samen op internet een ggz-instelling. Maak voor deze instelling een aantrekkelijke brochure van vier pagina’s. Maak hierbij gebruik van Lino. In de brochure moet onder andere duidelijk naar voren komen: • welke zorg geboden wordt • voor wie de zorg bedoeld is • hoe iemand voor die zorg in aanmerking komt. Toon alle brochures in de groep en geef de andere tweetallen een tip en een top over hun brochure.

21


Begeleiden van cliënten in de intramurale ggz

.

Begeleiden van cliënten in de intramurale ggz

.v

Inleiding

ie

fb

In de intramurale zorg leven cliënten vaak (noodgedwongen) in groepen met elkaar. Dit heeft voordelen en nadelen voor zowel de cliënten als de hulpverleners. Cliënten voelen zich minder eenzaam, maar hebben ook weinig privacy. Hulpverleners moeten hun aandacht over iedereen verdelen en proberen te zorgen voor een positief groepsklimaat. In dit onderdeel wordt het begeleiden van groepen behandeld. Ook leer je wat komt kijken bij het begeleiden van individuele cliënten. Zelfredzaamheid en zelfmanagement staan hierbij voorop.

Ac t

Leerdoelen

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Je kunt: • cliënten begeleiden binnen de intramurale ggz door middel van: dagprogramma, activiteitenbegeleiding en ondersteuning bij zelfredzaamheid • een begeleidingsplan in de intramurale ggz toepassen • uitleggen hoe je cliënten in de intramurale ggz kunt ondersteunen bij participatie/inclusie • cliënten begeleiden en specifieke begeleidingsmethodieken binnen de intramurale ggz toepassen • uitleggen wat groepsdynamica inhoudt en hoe je dit op een positieve manier kunt beïnvloeden.

Een herstelondersteunend begeleidingsplan opstellen doe je samen.

Opdracht 1 Theoriebron Begeleiden van cliënten in de intramurale ggz <

22

Zelfredzaamheid a. Op welke activiteiten heeft zelfredzaamheid betrekking?


Begeleiden van cliënten in de intramurale ggz

b. Wat is het verschil tussen zelfredzaamheid en zelfmanagement?

fb

.v

.

c. Waar kan zelfredzaamheid op gericht zijn als je een optimale situatie voor een cliënt wilt bereiken?

Opdracht 2

Maak tweetallen. Jullie krijgen de opdracht om voor een ggz-instelling een activiteit te organiseren voor een groep cliënten met weinig cohesie. De groep bestaat uit cliënten met een alcoholverslaving.

u'

Theoriebron Begeleiden van cliënten in de intramurale zorg <

Ed

Werk een concreet voorbeeld uit. Je kunt hierbij gebruik maken van het Werkmodel Activiteitenplan een activiteit organiseren. In dit voorbeeld laat je zien: • welke activiteit je gekozen hebt • waarom je deze gekozen hebt • wat je met de activiteit wilt bereiken • hoe de planning van de activiteit eruitziet • hoe je de activiteit gaat uitvoeren • hoe je door middel van een activiteit aandacht besteedt aan het mentale en lichamelijke welbevinden van de groep cliënten • hoe je aansluit op de mogelijkheden en beperkingen van de doelgroep • hoe je de activiteit gaat evalueren.

ig

ht

Theoriebron Begeleiden van groepen < Werkmodel Activiteitenplan een activiteit organiseren <

Een activiteit organiseren

Ac t

ie

d. Welke twee factoren zijn belangrijk om zelfredzaamheid te kunnen behouden of vergroten?

Begeleidingsplan en WRAP

yr

Opdracht 3

C

op

Theoriebron Begeleiden van cliënten in de intramurale ggz <

Lees het onderdeel Herstelondersteunend begeleidingsplan en WRAP in de Theoriebron. Bekijk de website van het Trimbos instituut. a. Beschrijf de verschillen tussen een herstelondersteunend begeleidingsplan en een WRAP.

Website Trimbos Instituut <

23


Begeleiden van cliënten in de intramurale ggz

.v

.

b. Wat zijn volgens jou de voor- en nadelen van beide plannen?

Opdracht 4

Ondersteunen bij participatie en inclusie

ie

fb

c. Welk plan heeft jouw voorkeur? Licht dit toe.

Ac t

Lees het onderdeel Ondersteunen bij participatie en inclusie in de Theoriebron. a. Wat wordt met de begrippen participatie en inclusie voor cliënten in de ggz bedoeld?

u'

Theoriebron Begeleiden van cliënten in de intramurale ggz <

Ed

b. Geef een voorbeeld van hoe jij bij een cliënt met psychische problemen het begrip inclusie toepast.

Lees de Theoriebron en de Werkmodellen Oplossingsgericht Werken en Motiverende gespreksvoering. a. Taal is heel belangrijk bij oplossingsgericht werken. Het is belangrijk dat je je ook in je taalgebruik richt op vooruitgang en oplossingen. Hieronder staan enkele zinnen die zich richten op het probleem. Bedenk alternatieven voor deze zinnen, zodat ze zich richten op de oplossing.

yr

ig

Werkmodel Oplossingsgericht werken <

Oplossingsgericht werken en motiverende gespreksvoering

ht

Opdracht 5

C

op

Werkmodel Motiverende gespreksvoering < Theoriebron Begeleiden van cliënten in de intramurale ggz <

24

Probleemgericht Waar heb je last van? Hoe beperken de klachten jou? Wanneer is het probleem het allerergst? Heeft de omgeving last van jouw klachten? Stel dat het heel slecht met je zou gaan, wat zou je dan doen?

Oplossingsgericht


Begeleiden van cliënten in de intramurale ggz

.

b. Het doel van motiverende gespreksvoering is om cliënten te motiveren. Waar denk jij aan bij motivatie?

fb

.v

c. Zoek op internet een definitie van motivatie.

Opdracht 6

u'

Beantwoord de volgende vragen. a. Geef een definitie van de term ‘groep’.

b. Tot welke groepen behoor jijzelf?

ig

ht

Website Pixiclip <

Groepen

Ed

Theoriebron Begeleiden van groepen <

Ac t

ie

d. Maak tweetallen. Bedenk een casus over een cliënt in de intramurale ggz, die een probleem heeft. Zorg dat dit probleem duidelijk in de casus omschreven wordt. Geef deze casus door aan een ander tweetal. Lees de casus. Per tweetal speel je een rollenspel, waarbij je de oplossingsgerichte methode en motiverende gespreksvoering toepast. Een persoon is hulpverlener en een persoon is cliënt. Pas eerst de oplossingsgerichte methode toe (ongeveer vijf minuten) en vervolgens motiverende gespreksvoering (ongeveer vijf minuten). Wissel vervolgens van rol. e. Bespreek in de gehele groep jullie ervaringen over het toepassen van de oplossingsgerichte methode en de motiverende gespreksvoering.

C

op

yr

c. Beschrijf aan welke groep jij deelneemt. Beschrijf: • waarom je deelneemt aan deze groep • wat voor jou belangrijk is aan deze groep • wat de groep voor jou betekent en welke plek jij inneemt in de groep.

d. Maak met behulp van Pixiclip een ‘prikbord’ met plaatjes, teksten en tekeningen die voor jou belangrijk en kenmerkend zijn voor deze groep.

25


Begeleiden van cliënten in de intramurale ggz

Opdracht 7

Begeleiden van groepen Kies het juiste woord.

Theoriebron Begeleiden van groepen <

Opdracht 8

ie

fb

.v

.

1. Groepsdynamica richt zich op het gedrag / de zorgvraag van mensen in groepen en de relaties tussen groepen onderling. 2. Een netwerk van relaties tussen de groepsleden noemt men de groepsstructuur / groepscohesie. 3. Alle normen en waarden van groepsleden vormen samen de sfeer / de groepscultuur in een groep. 4. Wanneer er een wij-gevoel heerst binnen een groep, heeft een groep een lage / hoge cohesie. 5. In een groep met een positief groepsklimaat kunnen ook conflicten zijn / zijn geen conflicten.

Poster maken en groepsrollen

Vorm tweetallen. Jullie maken een poster met daarop de groepsnormen van jullie eigen groep. Bekijk en bespreek de poster met een ander tweetal. Welke verschillen zijn jullie opgevallen?

Opdracht 9

u'

Ac t

Theoriebron Begeleiden van groepen <

Presenteer een project

Binnen de intramurale ggz zijn er diverse projecten om de zorg te verbeteren. Vorm drietallen of viertallen. Zoek op internet een project over de intramurale ggz. Kies een project dat jullie interessant vinden. Kijk bijvoorbeeld op de Website Landelijk platform Psychische gezondheid.

Ed

Website Landelijk Platform Psychische Gezondheid <

ig

ht

Maak een presentatie over dit project. Verwerk in de presentatie de volgende punten: • korte omschrijving van het project • door wie het project uitgevoerd werd • doel van het project • uitkomst/conclusie van het project: was het succesvol of niet?

Opdracht 10

Vorm viertallen. Je gaat met elkaar een discussie voeren over dwang in de ggz. Van tevoren bepaal je voor jezelf je standpunt over dwang in de zorg. Bekijk daarvoor de website Dwang in de zorg. Wanneer mag dwang wel worden toegepast en wanneer niet? Welke vormen van dwang vind je acceptabel en welke niet? Voer nu met je groepje een discussie volgens het Werkmodel Discussie.

op

yr

Werkmodel Discussie <

Discussie dwang in de ggz

C

Website Dwang in de zorg <

26


Theoriebron Intramurale ggz

.

Theoriebron Intramurale ggz

.v

Inleiding

Ac t

Wat is intramurale ggz

ie

fb

Als mensen psychische problemen hebben, kunnen ze terecht bij een psycholoog of psychiater. Ze krijgen dan ambulante zorg. Soms zijn de problemen zo groot dat deze zorg niet voldoende is. Dan kunnen cliënten worden opgenomen in een ggz-instelling. Ze verblijven daar dag en nacht. Zorg voor mensen die in een instelling wonen, wordt zorg met verblijf of intramurale zorg genoemd.

Ed

u'

Intramurale geestelijke gezondheidszorg is de zorg die cliënten ontvangen tijdens een onafgebroken verblijf in een instelling. In de geestelijke gezondheidszorg (ggz) zijn er instellingen speciaal voor kinderen, voor jongeren, voor volwassenen en voor ouderen. Mensen worden opgenomen in een instelling met als doel daar te herstellen. Ze verblijven er voor korte of lange tijd. Gemeenten hebben een grote rol bij het organiseren van de zorg. Zij zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen met een psychische stoornis. Dit kunnen ze doen door samen te werken met instanties op het gebied van welzijn, wonen en jeugdzorg. Aanbieders werken in netwerken samen met gemeenten, zorgverzekeraars en andere aanbieders. Dit vraagt om onderhandeling, gezamenlijke afspraken en vertrouwen.

ht

Bekostiging van intramurale ggz

C

op

yr

ig

In wetten is bepaald wie wat wanneer vergoed krijgt en wie hier verantwoordelijk voor is. In Nederland wordt gebruikgemaakt van de DSM om te bepalen of iemand recht kan hebben op psychische hulp. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) werkt aan een nieuw model voor de bekostiging van de ggz. Dit doet de NZa samen met zorgaanbieders, verzekeraars en patiëntenorganisaties. De bekostiging zal in dit nieuwe model niet meer worden gebaseerd op de DSM. In plaats daarvan komen er zorgclusters waarin cliënten zijn ingedeeld op basis van zorgvraagzwaarte. Naar verwachting is dit model in 2020 gereed. Zorgorganisaties doen de komende jaren meer met minder. Ze hebben minder financiële middelen en minder personeel. Toch is er een grotere en stijgende zorgvraag. Hoewel er veel minder intramurale zorgverlening beschikbaar is, is de zorgzwaarte van mensen die intramurale zorg ontvangen groter.

Soorten intramurale ggz Voor de diverse cliëntengroepen zijn er geschikte ggz-instellingen. Er zijn speciale instellingen waar kinderen en jongeren terechtkunnen. Voor volwassenen zijn er grote en kleine ggz-instellingen waar men hulp kan krijgen. Ook is er gespecialiseerde zorg, zoals verslavingszorg en klinieken voor anorexiapatiënten.

27


Theoriebron Intramurale ggz

.v

.

Forensische psychiatrie richt zich op mensen met psychische stoornissen die in aanraking zijn gekomen met justitie. Er zijn verschillende vormen van forensische zorg. Iemand die een tbs-maatregel opgelegd heeft gekregen, wordt opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) om daar behandeld te worden. De lichtere vormen van forensische psychiatrie zijn opname in een forensisch psychiatrische kliniek (FPK) of op een forensische psychiatrische afdeling (FPA) van een ggz-instelling. Ook zijn er speciale instellingen die zich richten op ouderen met psychiatrische problemen.

fb

De cliënt centraal in de intramurale ggz

Ac t

ie

De opvattingen over hoe goede zorg eruitziet zijn aan het veranderen: zelfredzaamheid en eigen regie van cliënten worden steeds meer gezien als elementen die bijdragen aan kwaliteit van leven. Hierbij wordt de cliënt steeds meer centraal gesteld. Er wordt uitgegaan van de kracht en mogelijkheden van de cliënt en zijn naasten. Vraaggerichte zorg sluit aan bij de vragen van de cliënt. Het centraal stellen van de cliënt zie je ook goed terug in het begrip positieve gezondheid. Hierbij wordt gezondheid niet meer gezien als de afwezigheid van ziekte, maar als het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan en zo veel mogelijk eigen regie te voeren.

u'

Eigen regie

ig

ht

Ed

Eigen regie gaat om het zelf beslissen over je leven en de zorg en ondersteuning daarbij. Het gaat om het kunnen vasthouden van je eigen leven op een manier die bij je past, juist als het moeilijk wordt. Eigen regie gaat om de volgende vier aspecten: 1. uitgaan van het positieve Wat kan ik wel, waar ligt mijn kracht? 2. de cliënt versterken door inzicht in zijn eigen drijfveren en situatie Op welke gebieden gaat het goed, op welke gebieden gaat het niet zo goed, wat wil ik nog of weer kunnen doen? 3. de zeggenschap over ondersteuning en hulp zo veel mogelijk bij de cliënt laten Wat wil ik met mijn leven, waar wil ik aan werken, welke hulp heb ik daarbij nodig en hoe wil ik dat die hulp eruitziet? 4. het versterken en inschakelen van informele en sociale netwerken.

C

op

yr

Herstelondersteunende zorg

28

Bij herstelondersteunende zorg staan persoonlijk herstel en bevordering van kwaliteit van leven centraal. In de zorg voor mensen met langdurige psychiatrische problemen is vaak nog te weinig aandacht voor zingeving en het ontdekken van de eigen mogelijkheden. Herstelondersteunende zorg focust op die eigen mogelijkheden en niet zozeer op de psychische aandoening en bijbehorende onmacht. Herstelondersteunende zorg is erop gericht om mensen hun eigen doelen te laten verkennen, kiezen, verkrijgen en behouden. Er wordt niet gedacht en gewerkt vanuit belemmeringen en (veronderstelde) onmogelijkheden, maar vanuit kracht en mogelijkheden.


Theoriebron Intramurale ggz

Sociale inclusie

fb

.v

.

Mensen met ernstige psychiatrische problematiek hebben vergeleken met de gemiddelde burger minder sociale contacten en meer gevoelens van eenzaamheid. Toch willen zij net als ieder ander erbij horen en meedoen. Dit noemen we ook wel sociale inclusie. Vaak ondervinden deze mensen hierbij meer barrières dan de gemiddelde mens. Het is daarom van groot belang dat zorgprofessionals in hun opleiding of in nascholing leren hoe ze sociale inclusie kunnen bevorderen. Een goed sociaal netwerk geeft meer kwaliteit van leven. Participatie en contacten helpen mensen om problemen beter de baas te zijn of te relativeren. Ook het zelfvertrouwen en het gevoel van eigenwaarde verbetert hierdoor. Dit is weer een belangrijke voorwaarde voor herstel.

Ac t

ie

Kwaliteit van zorg en leven in de intramurale zorg

ht

HIC

Ed

u'

De kwaliteit van leven van cliënten in de ggz-sector heeft te maken met psychosociale factoren, zoals emoties (bijvoorbeeld angst en depressie) en coping (de manier waarop iemand met problemen en stress omgaat). Om de kwaliteit van zorg te kunnen bewaken zijn verschillende instrumenten ontwikkeld. Sinds januari 2017 is het Model Kwaliteitsstatuut ggz van kracht voor alle aanbieders van geneeskundige ggz. In dit model staat wat zorgaanbieders in de ggz geregeld moeten hebben op het gebied van kwaliteit en verantwoording. Elke ggz-aanbieder is verplicht om op basis van het model een kwaliteitsstatuut op te stellen. Dit kwaliteitsstatuut moet ervoor zorgen dat de cliënt de juiste hulp krijgt, op de juiste plaats en door de juiste zorgprofessional. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en Zorginstituut Nederland zijn overheidsinstanties die de kwaliteit van de zorg in Nederland toetsen en bewaken.

C

op

yr

ig

HIC staat voor High & Intensive Care. Het is een nieuw concept voor kortdurende klinische opname in de geestelijke gezondheidszorg. Als iemand in ernstige psychische nood verkeert, kan hij of zij worden opgenomen in een HIC. Daar wordt de psychiatrische crisis behandeld en er wordt veiligheid geboden. Het doel van een HIC is de autonomie van de cliënt te herstellen op een moment van ernstige ontregeling. Mensen die in ernstige psychiatrische nood verkeren worden op de High & Intensive Care goed en menswaardig opgevangen en behandeld. Dit gebeurt in een omgeving waar veiligheid en bescherming gecombineerd worden met respectvolle zorg en behandeling. Een aantal uitgangspunten van een HIC zijn: • het terugdringen van dwang en drang • het herwinnen van de eigen regie van de cliënt • het ambulante behandelproces is leidend • zorgafstemming tussen de HIC-behandelaar, de ambulante behandelaar, de cliënt en zijn directe naasten.

29


Theoriebron Financiering en wetgeving in de intramurale ggz

.v

.

Theoriebron Financiering en wetgeving in de intramurale ggz

fb

Inleiding

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

De zorg en ondersteuning voor cliënten binnen de ggz is heel complex. Om alles goed te kunnen organiseren is goede wetgeving noodzakelijk. De afgelopen jaren is er veel veranderd in de wetgeving en financiering in de ggz. Welke wetten gelden er en wie is daarvoor verantwoordelijk? Hoe wordt er op toegezien dat de wetten goed worden uitgevoerd?

yr

De nieuwe wetgeving heeft grote invloed op de herinrichting van de intramurale zorg. Bron: VGZ.nl.

C

op

Doelstelling ggz

30

‘Mensen met een psychische stoornis moeten volwaardig kunnen deelnemen aan de maatschappij.’ Dat is het doel van de geestelijke gezondheidszorg. De Nederlandse regering ondersteunt dit doel. De regering streeft naar een samenleving waarin iedereen meedoet. Om dit doel te bereiken, werken diverse instanties zoals ggz-instellingen, gemeenten en jeugdzorg, met elkaar samen. Die samenwerking en de financiering daarvan zijn vastgelegd in een aantal wetten. Voor 2015 werd dit geregeld via één wet: de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Sinds 2015 is deze wet vervangen door drie wetten: de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015), de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz). Naast deze drie wetten gelden er nog enkele regelingen: de Jeugdwet en regelingen bij forensische zorg en onvrijwillige opname.


Theoriebron Financiering en wetgeving in de intramurale ggz

Wmo 2015

fb

.v

.

Sinds 2015 geldt de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Volgens deze wet is de gemeente verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen die niet zelfredzaam zijn. De gemeente staat dicht bij de burger en kent zijn sociale en maatschappelijke omgeving goed. De gemeente is verantwoordelijk voor het kortdurend verblijf (korter dan drie jaar) in een psychiatrische instelling. Daarnaast kunnen mensen met psychische problemen bij de gemeente terecht voor ambulante ggz, huisvesting, uitkeringen en re-integratie naar werk. Het verblijf en de behandeling in een ggz-instelling wordt vergoed door de Zorgverzekeringswet (Zvw). Dit geldt alleen voor cliënten die minder dan drie jaar intramurale zorg nodig hebben.

ie

Wlz

Ed

u'

Ac t

Als iemand langer dan drie jaar in een ggz-instelling verblijft, dan valt dit onder de Wet langdurige zorg (Wlz). Deze wet regelt het verblijf, de zorg en de behandeling. De kosten hiervoor worden (gedeeltelijk) vergoed via de Wlz. Niet elke cliënt heeft recht op vergoeding via de Wlz. Eerst vraagt de cliënt of de huisarts een Wlz-indicatie aan bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het CIZ beoordeelt onafhankelijk of burgers recht hebben op zorg via de Wet langdurige zorg. De beoordeling gebeurt op basis van richtlijnen van het ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport (VWS). Als de indicatie wordt gegeven heeft de cliënt recht op (gedeeltelijke) vergoeding van alle zorg die nodig is. Naast deze vergoeding zijn cliënten een eigen bijdrage verschuldigd. Deze eigen bijdrage is een landelijk verplichte regeling, die is vastgesteld door het ministerie. Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) voert deze regeling uit.

Jeugdwet

ig

ht

Behandeling en verblijf voor jongeren met een psychische stoornis valt sinds 1 januari 2015 niet meer onder de Zvw, maar onder de Jeugdwet. De Jeugdwet wordt uitgevoerd door de gemeenten en geldt voor iedereen onder de achttien jaar. Een verwijzing voor jeugd-ggz kan gegeven worden door een deskundige van de gemeente, een huisarts, een medisch specialist of een jeugdarts.

C

op

yr

Forensische zorg Voor de forensische zorg gelden aparte wetten. Forensische ggz wordt bekostigd via een Diagnose Behandeling en Beveiliging Combinatie (DBBC). Dit wordt geregeld door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Het ministerie van Justitie werkt aan de Wet Forensische zorg (WFz). Dit is een nieuwe wetgeving rond de forensische zorg. De nieuwe wet moet ervoor zorgen dat cliënten op de juiste plek terechtkomen en de juiste zorg krijgen. Ook moet deze wet ervoor zorgen dat de ggz beter aansluit op de strafmaatregel.

31


Theoriebron Financiering en wetgeving in de intramurale ggz

Wet Bopz

ie

fb

.v

.

De Wet Bopz regelt de rechten van cliënten tijdens een onvrijwillige opname in een psychiatrische instelling. Als mensen gedwongen zijn opgenomen in een instelling is een behandelplan verplicht. Ook hebben ze volgens de Wet Bopz het recht om een klacht in te dienen over de (dwang)behandeling. Verder hebben de cliënten recht op contact met een patiëntenvertrouwenspersoon (PVP), advocaat, officier van justitie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De minister van VWS is primair verantwoordelijk voor de Wet Bopz en het bijbehorende beleid. Gedwongen opnames en gedwongen zorg zijn alleen mogelijk in instellingen met een Bopz-aanmerking. Ggz-instellingen kunnen een verzoek voor een Bopz-aanmerking indienen bij het ministerie van VWS. Het ministerie van VWS vraagt hiervoor advies bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Iedere zorginstelling met Bopz-aanmerking heeft een Bopz-klachtencommissie. Cliënten of naasten van de cliënt kunnen hier een klacht indienen over de zorg en behandeling die te maken hebben met de gedwongen opname.

Ac t

IGZ

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

De IGZ, de Inspectie voor de Gezondheidszorg, houdt toezicht op onder andere de intramurale ggz. Het gaat om ggz-instellingen, psychiatrische afdelingen van ziekenhuizen en de forensische zorg. Bij het toezicht op zorg in justitiële inrichtingen werkt de IGZ samen met het ministerie van Veiligheid en Justitie. Zowel zorgverleners als cliënten kunnen hun klacht melden bij de IGZ. Dat kan via de website van de Inspectie. Voor cliënten is er een speciaal meldpunt: het Landelijk Meldpunt Zorg. Hulpverleners moeten bepaalde zaken verplicht melden, zoals geweld in de zorgrelaties en suïcides in ggz-instellingen.

32


fb

Inleiding

.v

Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg

.

Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Om te werken in de intramurale ggz heb je verschillende competenties en kwaliteiten nodig. Je werkt als hulpverlener samen in een team van hulpverleners en je werkt samen met andere disciplines. Welke disciplines dat zijn en wat zij doen, wordt besproken in deze theoriebron. Verder wordt ingegaan op ketenzorg in de ggz.

Samenwerken en elkaar aanvullen in de ggz.

ig

Multidisciplinair team

C

op

yr

In de intramurale zorg werken verschillende disciplines met elkaar samen. Dit wordt het multidisciplinaire team genoemd. Een multidisciplinair team kan bestaan uit een begeleider/agoog, gedragswetenschapper (basispsycholoog, gz-psycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut, klinisch neuropsycholoog), medici/artsen (psychiater, basisarts, klinisch geriater), geestelijk verzorger, vaktherapeut (creatief therapeut: dans, muziek, drama en beeldend), psychomotorisch therapeut (lichamelijke activiteiten en oefeningen), (sociaal psychiatrisch) verpleegkundige, activiteitenbegeleiders en/of maatschappelijk werkers. Zij zorgen ervoor dat de cliĂŤnt de zorg ontvangt die is vastgelegd in het begeleidingsplan. Tijdens het multidisciplinair overleg (MDO) bespreken de verschillende zorgverleners de gezondheidssituatie en het begeleidingsplan van de cliĂŤnt. Bij veranderingen wordt het begeleidingsplan aangepast, in overleg met de cliĂŤnt.

33


Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg

Ketenzorg

ie

fb

.v

.

Bij de behandeling van cliënten met een psychische aandoening zijn verschillende zorgverleners uit verschillende disciplines betrokken. Bij ketenzorg bundelen al die zorgverleners hun krachten, met één gezamenlijk doel: de kwaliteit van leven van de cliënt verbeteren. Zorgverleners kijken over de muren van hun praktijk of instelling heen en stemmen de zorg af op de behoeften van de cliënt. Ze werken samen in de organisatie en uitvoering van de zorg en brengen samenhang hierin. Aangesloten zorgverleners hebben meestal toegang tot een speciaal informatiesysteem: het Ketenzorg Informatie Systeem (KIS). Hierin leggen zij alle informatie vast die te maken heeft met de psychische aandoening. In het systeem kunnen ze zien wat een collega heeft gedaan, welk advies is gegeven, wat de uitkomsten van onderzoeken zijn en aan welke doelen iemand wil werken. Invulling van het KIS gebeurt al door de eerste verwijzer, zoals de huisarts. Dus vanaf het begin is alle informatie over de cliënt gedocumenteerd.

Ac t

Ketenzorg bij ontslag uit een ggz-instelling

Ed

u'

Bij de beslissing of een patiënt klinisch genezen is worden diverse richtlijnen gevolgd. Als een cliënt wordt ontslagen uit een ggz-instelling is hij of zij vaak nog niet in staat om het ‘gewone’ leven weer op te pakken. Vervolgzorg, vaak ambulante zorg, is dan noodzakelijk. Zorgaanbieders, zorgverzekeraars en gemeenten zijn vanaf 2017 bezig om hiervoor protocollen te ontwikkelen. Hierin komen afspraken te staan over hoe te handelen bij het (aankomende) ontslag van een cliënt uit een ggz-instelling. Dit moet ervoor zorgen dat de cliënt op tijd de juiste zorg of voorziening krijgt. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars moeten zorgen voor voldoende ambulant ggz-aanbod, dat aansluit op de intramurale ggz.

Kwaliteit van hulpverleners in de ggz

yr

ig

ht

Om in de geestelijke gezondheidszorg te werken heb je bepaalde competenties en vaardigheden nodig. Een aantal van die kwaliteiten zijn: belangstelling voor mensen en een goed inlevingsvermogen hebben, flink kunnen aanpakken, flexibel zijn, goed kunnen communiceren, een vertrouwensband op kunnen bouwen en methodisch kunnen werken. Kwaliteiten kunnen ook zorgen voor valkuilen. Een valkuil bij een goed inlevingsvermogen kan bijvoorbeeld zijn dat je snel te sterk emotioneel betrokken raakt bij de situatie van een cliënt.

C

op

Verbeten van de kwaliteit door de PDCA-cyclus

34

Een van de manieren waarop je de kwaliteit van zorg kunt verbeteren is door de PDCA-cyclus (ook wel Deming-cirkel genoemd) toe te passen. De cyclus bestaat uit de vier herhalende stappen Plan, Do, Check en Act. 1. Plan Stel een helder en haalbaar doel. Bedenk goed voor jezelf hoe en wanneer je het doel wilt bereiken. 2. Do Ga aan de slag zodat je de doelen die je gesteld hebt bereikt. Acties die je kunt ondernemen zijn het volgen van een training of bijscholing of het extra oefenen van een handeling.


Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

.

3. Check Onderzoek hoe staat het met je doelen. Is de aanpak en de planning die je bedacht had goed of zijn andere acties nodig om je doel te behalen? 4. Act Nadat je stil hebt gestaan bij het doel dat je jezelf gesteld hebt en eventueel je doel en/of acties hebt aangepast, ga je weer verder tot je het doel behaald hebt.

35


Theoriebron Indicatietraject intramurale ggz

.v fb

Inleiding

.

Theoriebron Indicatietraject intramurale ggz

Ac t

ie

Er is steeds meer gespecialiseerde hulp beschikbaar voor cliënten met psychische problemen die thuis wonen. Maar sommige cliënten hebben 24 uur per dag begeleiding of toezicht nodig. In die gevallen is opname in een ggz-instelling nodig. Bij welke indicaties krijgt iemand een verwijzing naar intramurale zorg? En welke regels en wetten moeten worden gevolgd?

Voor wie is intramurale ggz bedoeld?

Ed

u'

Voor veel mensen biedt extramurale of ambulante zorg voldoende hulp. Bijvoorbeeld consultaties bij een psycholoog, een psychiater of een cursus mindfulness. Maar bij ernstige psychische problemen is intramurale zorg nodig. Het kan gaan om diverse psychische problemen, zoals een angststoornis, autisme, een depressie, een eetstoornis, Korsakov, een persoonlijkheidsstoornis, posttraumatische stress, een psychotische stoornis, seksuele problemen of verslaving. Intramurale zorg is meestal tijdelijke zorg, variërend van een aantal weken tot een aantal jaar. Na ‘ontslag’ uit een ggz-instelling schakelt de cliënt meestal over naar ambulante zorg.

ht

Vrijwillige opname en onvrijwillige opname

C

op

yr

ig

De meeste mensen willen graag geholpen worden met hun psychische problemen. Zij kiezen er zelf voor om in een ggz-instelling te verblijven en daar de nodige hulp te krijgen. Sommige mensen willen echter niet worden opgenomen, maar hun situatie is dusdanig ernstig dat gedwongen of onvrijwillige opname noodzakelijk is. Een belangrijk uitgangspunt bij gedwongen opnamen is 'het afwenden van gevaar' voor de persoon zelf, anderen of zijn omgeving. Alleen als dat gevaar niet op een andere manier is af te wenden dan door een opname, kan iemand zonder toestemming worden opgenomen. Er zijn twee soorten gedwongen opname: inbewaringstelling en rechterlijke machtiging.

36

Inbewaringstelling Een inbewaringstelling (ibs) is een spoedmaatregel om iemand gedwongen op te nemen in een psychiatrische instelling. De cliënt zelf wil geen opname. De burgemeester beslist over een inbewaringstelling (ibs). Hij bekijkt daarvoor de geneeskundige verklaring die hij van een arts krijgt. Na goedkeuring wordt de cliënt binnen 24 uur naar een instelling gebracht. Een ibs is alleen mogelijk in een noodsituatie: als deskundigen vaststellen dat iemand een gevaar is voor zichzelf of voor anderen. De cliënt denkt dan bijvoorbeeld aan zelfmoord of is heel agressief.


Theoriebron Indicatietraject intramurale ggz

Rechterlijke machtiging

.v

.

Bij een rechterlijke machtiging (RM) beslist de rechter dat iemand gedwongen moet worden opgenomen. Het verschil met een ibs is dat een RM niet bedoeld is voor acute noodsituaties. Meestal zet een huisarts of andere arts een procedure voor een RM in gang. Dat verzoek gaat naar de officier van justitie. Die stuurt het door naar de rechter. De rechter is degene die beslist.

fb

Indicatie

Indicatietraject

Ac t

ie

Als iemand blijvend 24 uur per dag zorg of toezicht nodig heeft, kan hij een indicatie aanvragen voor de Wet langdurige zorg (Wlz) bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het CIZ kijkt of iemand voldoet aan de voorwaarden voor de Wlz. Het CIZ stelt een aantal eisen aan een aanvraag. Er moeten gegevens over de zorgverzekeraar, (medische) gegevens over de situatie van een cliënt en een handtekening worden aangeleverd.

ht

Ed

u'

Nadat een aanvraag is ingediend bij het CIZ ontvangt iemand in principe binnen zes weken een besluit. Soms is er nog extra informatie nodig om de aanvraag goed te beoordelen. Het CIZ belt vervolgens met de aanvrager of maakt een afspraak voor een huisbezoek. Hierna ontvangt de aanvrager het indicatiebesluit per brief. Daarin staat op welke zorg iemand recht heeft en waarom. Deze informatie wordt doorgegeven aan het zorgkantoor. Als er meer zorg nodig is dan in het best passende zorgprofiel beschikbaar is, kan het CIZ het zorgkantoor vragen onderzoek te doen naar ‘meerzorg’. Deze regeling is bedoeld om extra zorg voor cliënten met een zeer intensieve zorgvraag te financieren. Er is sprake van een zeer intensieve zorgvraag als de totale zorgvraag van de cliënt uitstijgt boven de zorg die de cliënt krijgt op basis van het geïndiceerde zorgprofiel.

ig

Zorgprofiel

C

op

yr

Niet iedereen met een Wlz-indicatie heeft dezelfde soort en hoeveelheid zorg nodig. Daarom bestaan er zorgprofielen, voorheen ook zorgzwaartepakketten (ZZP's) genoemd. Een zorgprofiel is een globale omschrijving van de zorgbehoefte. Een zorgprofiel geeft aan wat voor zorg iemand nodig heeft. De profielen hebben nu namen, maar waren tot 2015 genummerd. Het CIZ indiceert het zorgprofiel dat het beste past bij de ziekte of aandoening en de beperkingen die daaruit voortkomen. Er zijn verschillende reeksen zorgprofielen. Er zijn zorgprofielen voor: • Verpleging en Verzorging (V&V) • Verstandelijk Gehandicapt (VG) • Licht Verstandelijk Gehandicapt (LVG) • Sterk Gedragsgestoord Licht Verstandelijk Gehandicapt (SGLVG) • Lichamelijk Gehandicapt (LG) • Zintuiglijk Gehandicapt Auditief (ZGaud) en Visueel (ZGvis) • Geestelijke Gezondheidszorg (ggz): GGZ-B (verblijf vanwege behandeling).

37


Theoriebron Indicatietraject intramurale ggz

Crisiskaart en zelfbindingsverklaring

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

.

Sommige mensen dragen een crisiskaart bij zich. Dit is een klein kaartje waarop staat hoe mensen (hulpverleners, naasten, omstanders) kunnen handelen wanneer de cliënt bijvoorbeeld een paniekaanval of een psychose krijgt. De cliënt kan dat op dat moment immers niet meer goed zelf vertellen. Op de crisiskaart staan onder andere de symptomen, de behandelaar en de medicatie. Het doel van een crisiskaart is om ervoor te zorgen dat er goede en snelle zorg wordt geleverd zodra zich een crisis voordoet. In een zelfbindingsverklaring legt een cliënt vast hoe, waar en hoe lang hij behandeld wil worden als het niet goed met hem gaat. De cliënt bepaalt in een goede periode, als hij wilsbekwaam is, hoe hij ten tijde van een slechte periode behandeld wil worden. Hij wordt dan op die manier behandeld, ook als hij het er op dat moment niet meer mee eens is.

38


.v

Theoriebron Begeleiden van cliënten in de intramurale ggz

.

Theoriebron Begeleiden van cliënten in de intramurale ggz

fb

Inleiding

Ac t

ie

Bij het begeleiden van cliënten in de intramurale ggz is het belangrijk om de juiste begeleidingsmethodiek te gebruiken. Kijk goed naar de cliënt en sluit aan bij zijn wensen en mogelijkheden. Zelfredzaamheid en zelfmanagement staan hierbij voorop. Je gaat vooral uit van de mogelijkheden en niet van de beperkingen.

Herstelondersteunend begeleidingsplan en WRAP

ig

ht

Ed

u'

In steeds meer ggz-instellingen worden de oude begeleidingsplannen vervangen door herstelondersteunende begeleidingsplannen. Een herstelondersteunend begeleidingsplan heeft als doel om het herstelproces van de cliënt te bevorderen. Er is bij het maken van een herstelondersteunend begeleidingsplan een bijna gelijkwaardige relatie tussen cliënt en hulpverlener. Het plan is gebaseerd op de persoonlijke kennis, ervaring en vaardigheden van zowel de cliënt als de hulpverlener. Daarnaast wordt sinds kort in Nederland gewerkt met het Wellness Recovery Action Plan (WRAP). Een WRAP is een plan dat de cliënt zelf maakt met ondersteuning van een ervaringsdeskundige. In een cursus van een aantal weken schrijft de cliënt in een groep zijn eigen WRAP. In het plan beschrijft de cliënt wat hij of zij nodig heeft in een bepaalde situatie om zich goed of weer beter te voelen. Het is een instrument voor zelfhulp en zelfmanagement. De inzet van ervaringsdeskundigheid ondersteunt het herstel.

C

op

yr

Ondersteunen bij zelfredzaamheid en zelfmanagement Zelfredzaamheid gaat over algemene dagelijkse activiteiten: jezelf wassen, je huis of kamer verzorgen, contacten met anderen onderhouden. Zelfmanagement gaat niet alleen over goed kunnen omgaan met de psychische problemen en de gevolgen daarvan, maar vooral ook over een goed leven hebben mét de aandoening. Soms moet je in het begin extra ondersteuning bieden om iemand op langere termijn zelfredzamer te maken. Werken aan zelfredzaamheid kan erop gericht zijn problemen met zelfredzaamheid te voorkomen, te herstellen of de mate van zelfredzaamheid te behouden of te vergroten. Hierbij zijn de volgende factoren belangrijk: 1. Wat doet iemand zelf om zelfredzaam te kunnen zijn? Beweegt hij bijvoorbeeld genoeg en hoe is zijn leefstijl? Je kunt iemand ondersteunen door te motiveren om meer te bewegen en bijvoorbeeld gezonder te eten. 2. Wat zijn de sociale, financiële, fysieke en cognitieve mogelijkheden? Hoe past een cliënt zich aan zijn mogelijkheden aan?

39


Theoriebron Begeleiden van cliënten in de intramurale ggz

Ondersteunen bij participatie en inclusie

Ac t

ie

fb

.v

.

In het ondersteuningsplan, begeleidingsplan of behandelplan is participatie een belangrijk onderdeel. Participatie betekent ‘daginvulling volgens eigen interesse en het onderhouden van sociale contacten’. De hulpverlener stimuleert de cliënt bij het aangaan en onderhouden van contacten. Voor participatie van cliënten geldt een aantal aandachtspunten: • Betrek bij voorkeur familie of anderen die de cliënt goed kennen. • Investeer tijd en aandacht om met de cliënt in gesprek te gaan. • Probeer te ontdekken wat voor de cliënt belangrijk is in het leven. Doe dit ook door activiteiten uit te proberen. Hiervoor is het nodig dat je je verdiept in het leven en de interesses van de cliënt. Inclusie gaat over het meedoen en erbij horen van mensen met een psychische stoornis. Het vertrekpunt bij inclusie is een goed leven. Dit wordt ook wel kwaliteit van bestaan genoemd. De hulpverlener probeert bij de cliënt een verandering in gang te zetten. Dit kan door middel van een sociale netwerkanalyse. Je brengt de maatschappelijke positie en het sociale netwerk van de cliënt in kaart. Wie zijn voor de cliënt belangrijk en waar liggen de knelpunten in relaties met anderen? Daarna ga je hier samen met de cliënt mee aan de slag.

Activiteitenbegeleiding

ht

Ed

u'

Het is voor cliënten in de ggz belangrijk om leuke en zinvolle activiteiten te ondernemen. Activiteiten kunnen bijdragen aan het herstel. Cliënten in de ggz hebben als gevolg van hun problematiek vaak moeite met dagritme en met het nakomen van afspraken. Dagelijkse activiteiten kunnen voor sommige cliënten een houvast zijn gedurende de dag. Voor andere cliënten is het juist fijn als activiteiten vrijblijvend zijn. Vaak zijn mensen met psychische problemen of verslavingen niet gemotiveerd of kunnen ze hun bezigheden moeilijk volhouden. Als gevolg van hun psychische problemen weten cliënten soms niet meer wat ze willen of kunnen. Dagbesteding en activiteiten kunnen de cliënt weer laten bemerken wat ze leuk vinden en waar ze goed in zijn.

ig

Preventie

C

op

yr

In de Meerjarenvisie van GGZ Nederland is veel aandacht voor preventie van psychische aandoeningen, voor vroege signalering en voor vroege diagnostiek. In het document ‘2013-2020, De ggz in beweging’ staat: ‘Een geestelijk gezonde bevolking is van belang voor welzijn, voor een goed functionerende economie, draagt bij aan veiligheid en leefbaarheid en zorgt voor lagere kosten in andere delen van het publieke (openbare) domein en het zorgdomein.’ Preventie wordt vaak ingezet buiten een ggz-instelling, bijvoorbeeld op scholen. Een voorbeeld van preventie buiten een ggz-instelling is het Netwerk Verslavingszorg van GGZ Nederland. Deze organisatie heeft een pakket ontwikkeld dat kan worden ingezet om verslavingen te voorkomen. Een voorbeeld van preventie binnen een ggz-instelling is suïcidepreventie. Als hulpverlener kun je bepaalde maatregelen treffen om zelfdoding van een cliënt proberen te voorkomen.

40


Theoriebron Begeleiden van cliënten in de intramurale ggz

Psycho-educatie

fb

.v

.

Psycho-educatie is een methodiek waarmee de hulpverlener de cliënt helpt om met zijn beperking om te gaan. Je informeert de cliënt over de aandoening, de oorzaken, de symptomen, het verloop en de behandeling. Daarnaast help je de cliënt bij het accepteren van de ziekte of aandoening. Bij pycho-educatie leer je de cliënt dus welke psychische aandoening hij heeft en bespreek je met hem wat dit betekent voor hem en voor zijn omgeving. Ook krijgt de cliënt tips van jou om beter met zijn diagnose om te gaan.

Dwang in de zorg

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Elke ggz-instelling heeft een beleid om agressie te beperken of te voorkomen, zoals een signaleringsplan of een preventiecoach. Toch kan het gebeuren dat een cliënt geweld gebruikt of agressief wordt. Als hulpverlener kun je te maken krijgen met zo’n bedreigende situatie. Je moet zo’n situatie dan snel herkennen en op een juiste manier handelen. Als dat niet lukt, is dwang de enige mogelijkheid. Er is een aantal middelen en maatregelen: • afzondering De cliënt wordt rust geboden door in een kamer te blijven met alleen een bed, tafel, stoel, kast en wastafel. De deur is op slot. • separatie De cliënt wordt rust geboden door in een kale kamer te blijven met alleen een matras en een deken. De deur is op slot. • fixatie De cliënt wordt vastgebonden op een stoel of bed of vastgehouden. • medicatie De cliënt krijgt tegen zijn wil kortwerkende medicatie. • toediening van vocht en voedsel De cliënt krijgt vocht of voedsel via een infuus of slangetje in de neus, tegen zijn wil. Middelen en maatregelen kunnen alleen toegepast worden als de cliënt gedwongen is opgenomen met een inbewaringstelling (ibs) of rechterlijke machtiging (RM) en alleen in noodsituaties (levensbedreigende situaties). Als het echt niet anders kan. Tegenwoordig wordt geprobeerd om ‘dwang en drang’ in de ggz zo veel mogelijk te beperken. Dit uitgangspunt wordt bijvoorbeeld op een HIC gehanteerd.

yr

Begeleidingsmethodiek Oplossingsgericht werken Vaak kunnen cliënten in de ggz heel goed omschrijven wat ze niet (meer) willen. Oplossingsgericht werken draait dit om: de cliënt vertelt wat hij wél wil. Bij oplossingsgericht werken begin je met het bepalen van het doel. De cliënt bepaalt zijn eigen doel. Je richt je niet op de probleemanalyse, maar op de oplossing. Bekijk het Werkmodel Oplossingsgericht werken voor meer informatie.

C

op

Werkmodel Oplossingsgericht werken <

41


Theoriebron Begeleiden van cliënten in de intramurale ggz

Begeleidingsmethodiek Motiverende gesprekvoering

.v

.

Vaak zijn cliënten niet gemotiveerd om te veranderen. Motiverende gespreksvoering is een methode om cliënten te motiveren om zich voor iets in te zetten, een behandeling bijvoorbeeld. Hulpverleners kunnen motiverende gespreksvoering vrij gemakkelijk in hun bestaande werkwijze inpassen. Dit heeft vaak een positief effect op de cliënt. In het Werkmodel Motiverende gespreksvoering kun je hierover meer lezen.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Werkmodel Motiverende gespreksvoering <

42


Theoriebron Begeleiden van groepen

.

Theoriebron Begeleiden van groepen

.v

Inleiding

ie

fb

De meeste mensen zijn sociale wezens. Zij maken zowel gedwongen als ongedwongen deel uit van allerlei verschillende groepen. In elke groep is er een dynamiek, zijn er bepaalde processen en interacties. In de ene groep is de dynamiek goed te herkennen terwijl die in een andere groep onduidelijk kan zijn. Het is belangrijk dat je als hulpverlener verhoudingen, rollen, processen en interacties binnen een groep kunt herkennen. Daarnaast heb je oog voor de individuen binnen de groep.

Ac t

Groepen

Ed

u'

Met een groep wordt een grote of kleine verzameling mensen bij elkaar bedoeld. Wanneer er twee mensen bij elkaar zijn, ontstaat al een groep. Als er meer mensen bij komen, wordt de groep groter en moeten er meer afspraken gemaakt worden. Een groep, bijvoorbeeld een woongroep, die gezamenlijk wil eten maakt afspraken over bijvoorbeeld het tijdstip van de maaltijd. Groepsleden hebben regelmatig en intensief contact met elkaar en kunnen elkaar beïnvloeden. Cliënten met psychische problemen op bijvoorbeeld een gesloten afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis maken deel uit van een groep. Iedere groep ontwikkelt een eigen groepssfeer. De karakters en gedragingen van de mensen in een groep hebben effect op elkaar.

ht

Groepsdynamica

C

op

yr

ig

In de beroepspraktijk zijn groepen vaak willekeurig samengesteld. Mensen kiezen niet zelf voor een groep, maar worden er in geplaatst. De groep bestaat soms al. Een nieuw groepslid moet zijn plaats in de groep nog vinden. Door de verschillende mensen binnen een groep en de verschillende situaties die zich voordoen, ontstaat er dynamiek. Bijvoorbeeld wanneer een cliënt ruzie heeft gehad met een andere cliënt en niet meer met hem aan dezelfde tafel wil zitten. Groepsdynamica is een wetenschap die zich bezighoudt met het gedrag van mensen in groepen en met de relaties tussen groepen onderling. Groepsdynamica gaat over het groepsproces, het gedrag en de verschillende rollen van de groepsleden in een groep en de invloed die groepsleden in een groep op elkaar hebben.

43


Theoriebron Begeleiden van groepen

Groepsstructuur

fb

.v

.

Binnen een groep nemen groepsleden een bepaalde positie in, ieder groepslid krijgt een eigen plaats binnen de groep. Er ontstaat een netwerk van relaties tussen de groepsleden: de groepsstructuur. Bij een groep die goed functioneert, is vaak sprake van een goede groepsstructuur. Een goede groepsstructuur wil zeggen dat de groepsleden met elkaar een samenhangend geheel vormen. De relaties en de rollen van de groepsleden zijn goed op elkaar afgestemd. Een goede groepsstructuur geeft de veiligheid en bescherming die ieder groepslid nodig heeft om zich verder te kunnen ontwikkelen.

ie

Groepscultuur

Ed

u'

Ac t

Alle normen en waarden van groepsleden vormen samen de groepscultuur. Dit zijn de regels over hoe iemand zich dient te gedragen binnen de groep en over wat de groepsleden belangrijk vinden. Het is belangrijk dat de cultuur in een groep zodanig is, dat de groepsleden zich veilig voelen. Als hulpverlener moet je weten hoe je een positieve groepscultuur kunt stimuleren. Een cultuur waarin groepsleden rekening houden met elkaar, elkaar kunnen motiveren om positief gedrag te laten zien en elkaar helpen met het oplossen van problemen. Samen kun je afspraken en groepsregels maken. Je geeft zelf het goede voorbeeld door je aan de regels te houden. Wanneer iemand zich niet aan de regels houdt, kun je deze bespreken met de groep. Dit zorgt voor vertrouwen en een gevoel van veiligheid.

Groepscohesie

C

op

yr

ig

ht

Om zich te kunnen ontwikkelen is het voor mensen belangrijk dat er een goede groepscohesie is: de groepsleden vormen met elkaar een geheel. Groepsleden willen bijvoorbeeld graag bij elkaar zijn, vertrouwen elkaar en zijn zorgzaam voor elkaar. Wanneer er een wij-gevoel heerst binnen een groep, heeft de groep een hoge cohesie. In groepen met een lage cohesie is weinig wij-gevoel en zijn groepsleden minder betrokken. Groepscohesie kan verstoord worden door bijvoorbeeld het ontstaan van subgroepjes binnen de groep. Negatieve reacties en negatieve feedback van mensen buiten de groep en het wisselen van de leiding van de groep of andere grote veranderingen kunnen de groepscohesie verstoren. Je kunt de groepscohesie versterken door groepsleden bijvoorbeeld de mogelijkheid te geven om hun verhaal kwijt te kunnen en met ideeën te komen. Ook gezamenlijke groepsactiviteiten en het geven van taken en verantwoordelijkheden kunnen bijdragen aan een goede groepscohesie.

44

Groepsklimaat Een positief groepsklimaat is belangrijk voor het welzijn van de groep. Als groepsleden zich veilig voelen en goed in hun vel zitten, functioneren zij beter. Ook de hulpverlener functioneert beter wanneer dit het geval is. Bij een positief groepsklimaat zal er onderling minder ‘gedoe’ zijn, waardoor meer tijd overblijft om activiteiten te ondernemen. In een positieve groep kunnen best conflicten zijn, maar die zijn vaak goed op te lossen. Het is belangrijk dat je aandacht besteedt aan het bevorderen van een positief groepsklimaat. In een positieve groep corrigeren groepsleden elkaar en hoeven hulpverleners zich minder bezig te houden met begrenzen en het ombuigen van negatief gedrag van groepsleden.


Theoriebron Begeleiden van groepen

Het is belangrijk dat er afspraken gemaakt worden voor gewenst gedrag. Ook kun je zorgen voor wederzijds vertrouwen door jezelf te zijn, inlevingsvermogen te tonen en goed te luisteren naar de groepsleden. Daarnaast kan het gebruik van humor spanningen doorbreken.

.v

.

Groepsrollen

ie

fb

In een groep met een positief groepsklimaat zijn er vaak veel verschillende rollen zoals: • actieve groepsleden Deze mensen nemen veel initiatief, komen met ideeën en reageren vaker op de inbreng van andere groepsleden. • socialen Zij zijn meer op elkaar gericht en zorgen voor een positieve sfeer. • neutralen Zij nemen weinig initiatief. In een groep met veel neutralen is het lastiger om keuzes te maken.

u'

Ac t

Door de verschillende rollen vinden alle groepsleden een plekje binnen de groep. Wanneer alle groepsrollen evenwichtig aanwezig zijn, is er een goede structuur binnen de groep. De rol die je aanneemt, heeft invloed op de groep. Wanneer je werkt met een groep met veel sociale maar weinig actieve groepsleden, kun je de actieve rol op je nemen en hierdoor de actieve kanten van de groepsleden versterken. Dit kun je doen door bijvoorbeeld zelf met ideeën of voorstellen te komen en te vragen hoe de groep hierover denkt.

Ed

Structuur en dagritme

ig

ht

Wanneer er in de groep structuur en dagritme is, voelt de groep sneller vertrouwd aan. Een dagritme biedt cliënten en begeleiders houvast. De meeste mensen vinden het prettig om te weten wat er komen gaat. Tips voor structuur en dagritme: • Stel samen regels op. • Maak gebruik van routines en rituelen. • Gebruik dagritmekaarten (hierop staat aangeven hoe de dag eruitziet) om de structuur zichtbaar te maken. • Breng naasten op de hoogte van het dagritme. Vertel erbij waarom het ritme deze vorm heeft.

C

op

yr

Actie ondernemen bij pesten Cliënten die elkaar negeren, negatieve opmerkingen maken of elkaar buitensluiten. Dit zijn voorbeelden van pestgedrag. Er is steeds meer aandacht voor pesten in de intramurale zorg en er zijn zelfs pestprotocollen opgesteld om dit tegen te gaan. Voor het behouden van een veilig groepsklimaat is het belangrijk dat je snel actie onderneemt wanneer sprake is van pesten. Laat je dit na, dan kunnen pesters denken dat hun gedrag wordt geaccepteerd. Nog mooier is het wanneer je pesten kunt voorkomen. Het is belangrijk om zelf het goede voorbeeld te geven. In groepen waar de hulpverlener als voorbeeld wordt gezien, komt pesten minder vaak voor. Ook is het belangrijk om ervoor te zorgen dat iedereen bij de groep hoort.

45


ht

ig

yr

op

C

u'

Ed ie

Ac t

fb

.

.v


ht

ig

yr

op

C

u'

Ed ie

Ac t

fb

.

.v


ht

ig

yr

op

C

u'

Ed ie

Ac t

fb

.

.v


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.