34046 Rehabiliteit en herstel

Page 1

fb .v

.

Cursus

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Rehabiliteit en herstel


Colofon

fb .v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Marie-Suzan Venema Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf Titel: Rehabiliteit en herstel

©

tie

ISBN: 9789037234046 Edu’Actief b.v. 2017

u' Ac

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl).

ht

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

C

op

yr

ig

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoudsopgave Over deze cursus

Benadering

.

7 8

Methoden en interventies

17

Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen

22

25

Werk en dagbesteding

tie

Herstel na een diagnose

27

30

u' Ac

Reflectie

fb .v

OriĂŤntatie

4

Theoriebron Presentietheorie Theoriebron (Zelf)stigma

32

34

Theoriebron Methoden en interventies in de ggz

36

45

Ed

Theoriebron Herstel, empowerment en ervaringsdeskundigheid Theoriebron Participatie

51

C

op

yr

ig

ht

Theoriebron Casussen

49

3


Over deze cursus

Over deze cursus

.

Inleiding

Leerdoelen • • •

ht

Je kunt de begrippen presentie, herstel, empowerment, stigmatisering en ervaringsdeskundigheid uitleggen. Je kunt de interventies Strengths Model, WRAP, SRH en de crisiskaart benoemen en beschrijven. Je kunt aan de hand van een persoonlijk herstelverhaal de fasen in een herstelproces herkennen en verwoorden. Je kunt de methodiek Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen beschrijven en de volgende onderdelen beschrijven en toepassen: het persoonlijk profiel, de sociaal-netwerkanalyse en het signaleringsplan. Je kunt verwoorden waarom participatie belangrijk is voor ggz-cliënten. Je herkent IPS en IRB als methodieken die hierop gericht zijn. De Participatieladder kun je beschrijven en toepassen.

Ed

u' Ac

tie

fb .v

Als agogisch medewerker ggz kun je in diverse settings werken. Denk aan een behandelsetting waar in een multidisciplinair team cliënten worden ondersteund bij het aanleren van vaardigheden om met hun psychiatrische kwetsbaarheid om te gaan, maar ook aan een beschermende woonvorm, waar mensen de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben om hun leven in zekere zin stabiel te kunnen leiden. Een derde mogelijkheid is ambulante begeleiding, waarbij je mensen ondersteunt in hun thuissituatie. Je krijgt te maken met behandelaars, verpleegkundigen, begeleiders, ervaringsdeskundigen, ggz-agogen en nog veel meer rollen. Al deze mensen dragen bij aan het herstel en de rehabilitatie van psychisch kwetsbare mensen. Hoewel het in alle gevallen het allerbelangrijkst is om heel goed te kijken en te luisteren naar de cliënt zelf, is het goed om te weten welke verschillende interventies ondersteunend zijn aan het rehabilitatieproces van de cliënt. In deze cursus ga je ontdekken wat de meestgebruikte interventies zijn in het agogisch werkveld van de geestelijke gezondheidszorg. Je leert waarom ze gebruikt worden en hoe je ze toe kunt passen.

ig

Beoordeling

Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van twee beroepsproducten. Deze worden op verschillende punten beoordeeld: op inhoud en op de uitvoering. Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen en nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier.

C

op

yr

Beoordelingsformulier <

Planningsformulier <

4

Planning Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.


Over deze cursus

Beroepsproduct 1: Presentatie casus Je gaat op basis van een film een cliëntpresentatie voorbereiden en uitvoeren.

Stap 2. Kies een casus.

fb .v tie

Stappenplan Stap 1. Vorm een tweetal met een medestudent.

.

Gebruik als casus een van de volgende films: • A beautiful mind • De gelukkige huisvrouw • Shine • Rainman • Silver linings playbook • Girl, Interrupted.

u' Ac

Stap 3. Maak een planning voor de volgende onderzoeken. Bepaal in welke volgorde je een persoonlijk profiel, een signaleringsplan en een netwerkanalyse wilt maken. Hoeveel tijd heb je voor de onderzoeken nodig? Stap 4. Spreek met je klas af wanneer je de presentatie geeft.

Ed

Stap 5. Bekijk samen de film en maak op basis van deze film individueel een persoonlijk profiel, signaleringsplan, Participatieladder en netwerkanalyse. Stap 6. Lees elkaars werk en geef feedback op het taalgebruik. Schrijft je medestudent respectvol? Zou het personage zich kunnen vinden in de manier waarop het verslag is opgesteld? Wat valt jou op?

ht

Stap 7. Pas je beschrijvingen eventueel aan op basis van de feedback die je ontvangen hebt. Beschrijf welke ondersteuning van zijn begeleiders deze cliënt nodig heeft bij zijn rehabilitatie en herstel, en waarom.

ig

Stap 8.Reflecteer op je eigen proces. Beschrijf hierin: • wat je heeft geraakt • wat je hebt geleerd van de casus • wat je hebt geleerd van de feedback van je medestudent.

C

op

yr

Stap 9. Bereid de presentatie voor.

Stap 10. Presenteer jouw uitwerkingen in de klas alsof je medestudenten jouw collega's zijn die de cliënt gaan begeleiden.Laat elke processtap goedkeuren door je docent voordat je begint aan de volgende processtap. Eisen aan het beroepsproduct • Het verslag bevat minimaal: – een persoonlijk profiel – een netwerkanalyse – een signaleringsplan – een ingevulde Participatieladder – je planning – een feedbackverslag van je klasgenoot – een reflectie van je eigen leerproces – een conclusie en verantwoording.

5


Over deze cursus

de presentatie bevat: – een presentatie van de cliënt en de onderzoeken die je hebt gedaan – een samenvatting van jouw eigen proces Wat heeft je geraakt? Wat heb je geleerd van de casus? Wat heb je geleerd van de feedback van je klasgenoot? – een korte samenvatting van je conclusies.

Je gaat een eigen interventie bedenken die bijdraagt aan een van de onderstaande drie doelen: • het bevorderen van het herstel van een cliënt • het bevorderen van een presente houding bij begeleiders • het tegengaan van stigmatisering. Stappenplan Stap 1. Vorm werkgroepjes van drie personen.

tie

Werkmodel Brainwriting <

fb .v

Beroepsproduct 2: Een nieuwe interventie

.

u' Ac

Stap 2. Maak samen een mindmap, waarop je alles wat je bedenkt bij presentie, herstel en stigmatisering noteert. Stap 3. Kies met welk doel jullie een interventie gaan ontwikkelen: herstelbevorderend voor de cliënt, bevorderen van een presente houding bij begeleiders, of tegengaan van stigmatisering.

Ed

Stap 4. Neem alle drie de tijd om een idee te bedenken dat een interventie zou kunnen zijn. Ga door middel van brainwriting zie werkmodel Brainwriting in stilte brainstormen. Stap 5. Kies uit de brainwriting één idee dat jullie gaan uitwerken. Stap 6. Maak een overzichtelijke taakverdeling waarbij zichtbaar is wie wat doet, wanneer het klaar is en hoeveel tijd je eraan besteedt.

ig

ht

Stap 7. Formuleer een verantwoording waarin je verwoordt waarom jullie denken dat deze interventie bijdraagt aan het doel dat jullie hebben gekozen. Gebruik hierbij de theorie die je hebt geleerd. Stap 8. Presenteer jullie idee in de klas.

C

op

yr

Stap 9. Laat je klasgenoten evalueren of jullie interventie voldoet aan de eisen

6

Eisen aan het beroepsproduct • De interventie draagt bij aan een presente houding van begeleiders óf bevordering van herstel van cliënten óf tegengaan van stigmatisering (of een combinatie hiervan). • De interventie moet op verschillende plekken uit te voeren zijn. • De interventie moet door anderen uit te voeren zijn. (Bijvoorbeeld bij een spel denk je ook aan spelregels, bij een oefening aan instructies.) • De interventie is laagdrempelig en levert plezier op. • Het uiteindelijke product bevat de beschreven interventie, een verantwoording, het brainwriting-formulier en de evaluatie van de klasgenoten.


Oriëntatie

Oriëntatie

.

Wat weet jij al van rehabilitatie en herstel? Doe de quiz op de Website Kahoot.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Website Kahoot <

Oriëntatie

fb .v

Opdracht 1

7


Benadering

Benadering

.

Inleiding

fb .v

In het werkveld van de agogisch medewerker ggz heb je veel te maken met volwassen mensen met gemiddeld IQ die een heel gewoon leven hebben of hebben gehad. Op het eerste gezicht is er misschien niets bijzonders waar te nemen. Maar achter deze façade gaat soms een hele geschiedenis schuil. Een heftige gebeurtenis kan dan de aanleiding zijn dat de psychiatrische kwetsbaarheid zich manifesteert. Is iemand dan voor de rest van zijn leven ziek of afhankelijk van zorg? Kan hij dan niet meer voor zichzelf zorgen?

Ed

u' Ac

tie

De opdrachten in dit hoofdstuk gaan over jouw houding als begeleider van cliënten in de geestelijke gezondheidszorg. De volgende aspecten belichten we: • present/beschikbaar zijn • aandacht hebben voor herstel de cliënten • benaderen zonder vooroordelen.

ht

Voorzichtige kennismaking.

Leerdoelen

Je kent de presentiebenadering van Andries Baart en kunt de theorie koppelen aan het gedrag dat erbij hoort. Je kunt onderscheid maken tussen persoonlijke ervaring, deskundigheid en ervaringsdeskundigheid. Je kunt de begrippen herstel, empowerment en ervaringsdeskundigheid uitleggen. Je kunt het begrip (zelf)stigmatisering uitleggen en een interventie bedenken die helpt om stigma te bestrijden.

ig

yr

C

op

• •

8


Benadering

Theoriebron Presentietheorie <

Presentie Lees Theoriebron Presentietheorie. Noteer voor jezelf de woorden die je niet begrijpt en zoek de betekenis op. a. Omschrijf wat volgens jou de kern van de presentietheorie is.

.

Opdracht 1

tie

b. Noteer vijf kenmerken van een begeleider die werkt vanuit de presentiebenadering.

Werkmodel Feedbacklijst kenmerken presentiebenadering <

u' Ac

Filmpje Presentietheorie <

fb .v

Filmpje Samen sterk <

c. Bekijk het Filmpje Samen sterk. Noteer per kenmerk welk gedrag past bij dit kenmerk. Waargenomen gedrag

C

op

yr

ig

ht

Ed

Kenmerken

d. Bekijk het Filmpje Presentietheorie. Noteer wat je opvalt. Is je beeld van presentie veranderd?

e. Kies iemand uit je netwerk voor wie je de komende week present wilt zijn. Overleg of diegene wil meewerken aan jouw ontwikkeling als begeleider. Het moet iemand zijn die jij de komende week minimaal drie keer tegenkomt en met wie je ook werkelijk optrekt. Gedraag je waar mogelijk als iemand die contact maakt volgens de principes van de presentietheorie. Laat de ander drie keer aan het einde van de dag het Werkmodel Feedbacklijst kenmerken presentiebenadering invullen.

9


Benadering

a. Noteer in de tabel jouw persoonlijke mening over de stellingen: Stelling

Jouw mening

Deskundigheid betekent dat je ergens goed in bent.

Filmpje Ervaringsdeskundige <

.

Filmpje Ervaringsdeskundigheid <

Ervaring of deskundigheid?

fb .v

Opdracht 2

Je mag alleen als hulpverlener werken als je een diploma als ervaringsdeskundige hebt.

u' Ac

Iemand die ervaring heeft als cliĂŤnt in de psychiatrie is ervaringsdeskundig zodra hij is hersteld.

tie

Als iemand zijn persoonlijke ervaring gebruikt voor zijn eigen persoonlijke herstel, valt dat niet onder ervaringsdeskundigheid.

Ed

Een professionele begeleider kan geen ervaringsdeskundige zijn.

ht

b. Bekijk het Filmpje Ervaringsdeskundigheid. Noteer wat je opvalt. Is je beeld van ervaringsdeskundigheid veranderd?

C

op

yr

ig

c. Bespreek de stellingen waarover je jouw mening hebt opgeschreven in de klas. Stel een gespreksleider aan. Verdeel de ruimte in twee delen. De gespreksleider leest de stellingen een voor een voor. Als je het met de stelling eens bent, ga je aan de ene kant staan. Ben je juist tegen, dan neem je de andere kant. Spreek van tevoren duidelijk af welke kant waarvoor staat. De gespreksleider stelt verdiepende, kritische vragen. Stel je je mening bij? Stap dan over naar de andere kant van de streep. d. Schrijf een verslag over dit debat. Beschrijf wat je heeft geraakt en wat je aan het denken heeft gezet. e. Bekijk het Filmpje Ervaringsdeskundige. Wat doet een ervaringsdeskundige?

10


Benadering

Filmpje Woonbegeleiding <

a. Omschrijf wat volgens jou de kern is van herstelondersteunende zorg.

b. Noteer zeven kenmerken van een begeleider die herstelondersteunend werkt.

Ed

u' Ac

Filmpje Herstelondersteunende zorg <

Herstel

tie

Opdracht 3

fb .v

.

f. Wat is het verschil tussen de rol van een ervaringsdeskundige en de rol van de agogisch begeleider ggz?

c. Bekijk het Filmpje Woonbegeleiding. Noteer per kenmerk welk gedrag van Evelien past bij dit kenmerk. Waargenomen gedrag

C

op

yr

ig

ht

Kenmerken

11


Benadering

Waargenomen gedrag

fb .v

d. Bekijk met elkaar het Filmpje Herstelondersteunende zorg. Heb je je beeld van herstelondersteunende zorg bijgesteld?

.

Kenmerken

tie

e. Werk in drietallen. Je mag alle informatie die je kunt bedenken gebruiken: de bibliotheek, kranten, projecten, websites en je eigen netwerk. Zoek met elkaar drie projecten, interventies of activiteiten die herstel bevorderen. Maak van elk project, elke interventie of activiteit een beschrijving aan de hand van de aspecten in het format.

Titel van de activiteit

u' Ac

Format beschrijving activiteit Herstel bevorderen

Waar heb je deze activiteit gevonden? Doelgroep Doel

Ed

Inhoud van de activiteit

Welke aspecten in de activiteit maken dat deze herstelbevorderend is?

Opdracht 4

Empowerment

a. Omschrijf wat volgens jou de kern is van empowerment.

yr

ig

Filmpje Psycho <

ht

Wat zou jij als verbetertips geven voor deze activiteit?

C

op

Filmpje Herstel en empowerment <

12

b. Noteer zeven kenmerken van iemand die we geĂŤmpowerd zouden kunnen noemen.


Benadering

c. Bekijk het Filmpje Psychose. Noteer per kenmerk welk gedrag van Angele past bij dit kenmerk. Waargenomen gedrag

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Kenmerken

d. Bekijk met elkaar het Filmpje Herstel en empowerment. Noteer wat je opvalt. Is jouw beeld van empowerment bijgesteld?

13


Benadering

e. Vorm tweetallen. Noteer bij elk kenmerk wat je herkent bij jezelf en wat je herkent bij je klasgenoot. Bespreek dit samen.

Wat herken je bij jezelf?

Wat herken je bij je klasgenoot?

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

fb .v

Kenmerken

.

Feedbacklijst Kenmerken empowerment

f. Werk in drietallen. Je mag alle informatie die je kunt bedenken gebruiken: de bibliotheek, kranten, projecten, websites en je eigen netwerk. Zoek met elkaar drie projecten, interventies of activiteiten op die empowerment bij cliĂŤnten bevorderen. Maak van elk project, elke interventie of activiteit een beschrijving aan de hand van de aspecten in het format.

14


Benadering

Format beschrijving activiteit die empowerment bevordert Titel van de activiteit Waar heb je deze activiteit gevonden?

.

Doelgroep

fb .v

Doel Inhoud van de activiteit Welke aspecten in de activiteit maken dat deze empowerend werkt?

Opdracht 5

tie

Wat zou jij als verbetertips geven voor deze activiteit?

Stigma

u' Ac

Lees Theoriebron (Zelf)stigma. Noteer voor jezelf welke begrippen je niet kent en zoek de betekenis op.

Theoriebron (Zelf)stigma <

a. Wat is volgens jou de kern van stigmatisering?

b. Bekijk het Filmpje Stigma. Wat is stigmatiserend in dit filmpje? Bespreek dit met elkaar. c. Wat is volgens jou de kern van zelfstigma?

ht

Filmpje Samen sterk zonder stigma <

Ed

Filmpje Stigma <

ig

d. Bekijk het Filmpje Samen sterk zonder stigma. Hoe stigmatiseert Danny zichzelf? Bespreek dit met elkaar.

C

op

yr

e. Werk in drietallen. Je mag alle informatie die je kunt bedenken gebruiken: de bibliotheek, kranten, projecten, websites en je eigen netwerk. Zoek met elkaar drie projecten, interventies of activiteiten op die stigmatisering tegengaan. Maak van elke activiteit een beschrijving aan de hand van de aspecten in het format. Zoek met elkaar drie projecten, interventies of activiteiten die stigmatisering tegengaan. Maak van elke activiteit een beschrijving aan de hand van de aspecten in het format. Format beschrijving activiteit Anti-stigma Titel van de activiteit Waar heb je deze activiteit gevonden? Doelgroep Doel Inhoud van de activiteit

15


Benadering

Welke aspecten in de activiteit maken dat deze werkt tegen stigma? Welke aspecten in de activiteit maken dat deze werkt tegen zelfstigma?

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Wat zou jij als verbetertips geven voor deze activiteit?

16


Methoden en interventies

Methoden en interventies

.

Inleiding

Welke kant gaan we kiezen?

Leerdoelen

Opdracht 1

Wat is een methode of interventie? Een onafhankelijke commissie onderzoekt en beoordeelt of bepaalde interventies werkelijk helpend zijn. Bekijk de Website Trimbos-instituut. Hier zijn enkele methoden en interventies op een rijtje gezet.

ig

Website Trimbos-instituut <

ht

• •

Je weet wat we bedoelen met een interventie. Je kunt van zes specifieke ggz-interventies de doelgroep, het doel en de werkwijze beschrijven. Je kunt aan de hand van een casus beschrijven welke interventie passend is en waarom. Je kent de toepassing van Strengths Model, WRAP en de crisiskaart.

Ed

• •

u' Ac

tie

fb .v

In dit hoofdstuk verken je methoden of interventies die veel worden gebruikt in het werkveld van de ggz. In het volgende hoofdstuk ga je inhoudelijk wat dieper in op de methodiek Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen. Deze methodiek is belangrijk genoeg om er apart aandacht aan te besteden. Je zult in je werkomgeving merken dat veel collega's gewend zijn de begeleiding van de mensen met psychische kwetsbaarheden hierop te baseren. Maar eerst volgen enkele andere interventies.

b. In welke vier categorieën zijn de interventies bij het Trimbos-instituut onderverdeeld?

C

op

yr

a. Wat is een ander woord voor interventie?

17


Methoden en interventies

fb .v

.

c. Voor elke interventie is op de Website Trimbos-instituut een volledige beschrijving te vinden in een pdf-bestand dat je kunt downloaden. Kies uit de volgende interventies één die je wilt uitdiepen: • Libermanmodule Omgaan met psychotische symptomen • Herstellen doe je zelf • Hallucinate integrative therapy • Triadekaart. Lees de beschrijving van de interventie goed door en vat deze samen. Format beschrijving interventie

Voor welke doelgroep is deze geschikt? Wat is het doel? Wat is de werkwijze in het kort?

u' Ac

Welk materiaal wordt gebruikt?

tie

Wat is de titel van de methode of interventie?

Onderbouw waarom deze interventie geschikt is

Wat spreekt jou aan in deze methode?

• • • • • •

WRAP Strengths Model Crisiskaart Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen Mindfulness Cognitive Based Therapy Begeleide lotgenotengroepen voor mensen met psychosegevoeligheid.

C

op

yr

Werkmodel Interventies <

a. Gebruik Theoriebron Methoden en interventies in de ggz en de Website Trimbos-instituut. Beschrijf, met behulp van Werkmodel Interventies, van de volgende interventies voor welke doelgroep ze geschikt zijn, wat het doel van de interventie is en wat de werkwijze is.

ig

Website Trimbos-instituut <

Ed

Theoriebron Methoden en interventies in de ggz <

Onderzoek je werkveld

ht

Opdracht 2

b. Werk in drietallen. Ga op zoek naar instellingen die zich inzetten voor mensen met ggz-problematiek. Je mag in je geografische omgeving gaan zoeken in het gemeentelijk informatieboekje, maar ook op internet is heel veel te vinden. Beschrijf drie verschillende instellingen die allemaal iets anders doen voor ggz-cliënten. Welke verschillen kom je tegen? Welke methoden zetten ze in? Maak een overzicht.

18


Methoden en interventies

Format beschrijving instellingen Doel van de zorg of dienst die geboden wordt

Welke methoden herken je?

Werkmodel WRAP Persoonlijk actieplan, triggers <

tie

Stap 2. Bespreek samen wat je nodig hebt om je veilig te voelen in de klas. Noteer de belangrijkste punten op een groot vel papier. Stap 3. Hang de papieren van alle tweetallen op in het lokaal. Loop rond in de klas om te lezen wat anderen hebben opgeschreven. Stap 4. Maak van alle dingen die zijn genoemd een groepsovereenkomst op een nieuw vel papier. Deze groepsovereenkomst blijft in de klas hangen zolang jullie met deze cursus bezig zijn. Je kunt hem in de volgende lessen nog eens bespreken en eventueel dingen toevoegen. Deel 2 Gereedschapskoffer voor een goed gevoel Stap 1. Maak een lijst van dingen die jou helpen om je goed te voelen. Wat helpt je altijd en overal? Stap 2. Bespreek de lijst met de klasgenoot met wie je de vorige opdracht hebt gedaan. Stel elkaar open vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarmee). Maak je lijst zo concreet mogelijk. Stap 3. Neem een (schoenen)doos en vul hem met materialen die symbool staan voor de dingen die jij hebt genoemd op je lijst. Dit is je gereedschapskoffer.

ig

Werkmodel WRAP Persoonlijk actieplan, vroege waarschuwingstekens <

Deel 1 Groepsovereenkomst Stap 1. Bespreek in tweetallen wat de volgende begrippen voor jou betekenen: hoop, persoonlijke verantwoordelijkheid, eigen ontwikkeling, opkomen voor jezelf en steun.

u' Ac

Werkmodel WRAP Persoonlijk actieplan, dagelijks onderhoud <

Je gaat in deze opdracht een aantal delen van het Wellness Recovery Action Plan opstellen.

Ed

Theoriebron Methoden en interventies in de ggz <

Uitwerken: WRAP

ht

Opdracht 3

fb .v

.

Naam van de instelling

C

op

yr

Voorbeeld Kees krijgt last van tandvleesontsteking als hij een dag geen fruit eet. Voor hem is fruit dus een belangrijk onderdeel van zijn gereedschapskoffer. Hij heeft een trosje nepdruiven in zijn doos gedaan.

Deel 3 Persoonlijk actieplan Stap 1. Maak een plan voor dagelijks onderhoud aan de hand van Werkmodel WRAP Persoonlijk actieplan, dagelijks onderhoud. Voeg het plan toe aan je gereedschapskoffer. Stap 2. Maak een plan voor triggers aan de hand van Werkmodel WRAP Persoonlijk actieplan, triggers. Voeg het plan toe aan je gereedschapskoffer.

19


Methoden en interventies

Stap 3. Maak een plan voor vroege waarschuwingstekens aan de hand van Werkmodel WRAP Persoonlijk actieplan, vroege waarschuwingstekens. Voeg het plan toe aan je gereedschapskoffer.

Theoriebron Methoden en interventies in de ggz <

Uitwerken: Strengths Model

Lees nogmaals de theorie over het Strengths Model in Theoriebron Methoden en interventies in de ggz en beantwoord de vragen. a. Wat zijn de basisprincipes waar een krachtenonderzoek aan voldoet?

u' Ac

Opdracht 4

ht

b. Wat zijn de basisprincipes waar een herstelplan aan voldoet?

c. Stap 1. Bekijk het Filmpje Gil the Grid. Stap 2. Maak aan de hand van zijn verhaal een krachtenonderzoek met behulp van Werkmodel Strengths Model krachtenonderzoek.

ig

Werkmodel Strengths Model herstelplan <

Ed

Filmpje Gil the Grid < Werkmodel Strengths Model krachtenonderzoek <

tie

fb .v

.

Je hebt nu ervaren hoe het is om stil te staan bij wat je allemaal zelf kunt doen om te zorgen dat je in evenwicht blijft. Bespreek met je klasgenoot hoe je het vond om de opdrachten te maken. Helpt dit om je veilig te voelen in de groep? Wat heb je geleerd over jezelf? Voel je je verantwoordelijk voor je eigen welbevinden? Geloof je dat je invloed hebt op je eigen welbevinden?

yr

Stap 3. Maak voor hem een herstelplan met behulp van Werkmodel Strengths Model herstelplan.

C

op

Opdracht 5

20

Casusbespreking

Rutger Een aantal weken geleden is er een man op de beschermende woonvorm komen wonen. Zijn naam is Rutger en hij is in de kliniek opgenomen geweest omdat hij in een manische episode zijn hele appartement heeft gesloopt. Hij had grootse plannen met verbouwingen, maar helaas is hij depressief geworden en toen kon hij zichzelf niet meer aan het werk zetten. In de kliniek heeft Rutger de diagnose bipolaire stoornis met schizo-affectieve kenmerken gekregen. Hij was weer redelijk stabiel en nam trouw zijn medicatie en daarom vond het team in de kliniek dat hij wel naar een beschermende woonvorm kon overgaan. Hij wilde dit zelf ook graag. Nu woont hij op de woonvorm. Rutger is niet te spreken over de behandelaar in de kliniek. Hij heeft geen vertrouwen in het signaleringsplan dat daar


Methoden en interventies

fb .v

.

is opgesteld. Hij herkent zich er niet meer in en heeft het weggegooid. Ook is hij boos over zijn diagnose, het stempeltje dat hij gekregen heeft. Hij is het er niet mee eens. Vanwege Rutgers verhuizing is zijn dossier overgedragen aan een andere behandelaar in de plaats waar hij nu woont. Deze heeft hij nog niet gesproken. Sinds de verhuizing is hij ook uit zijn ritme. Het valt jullie op dat Rutger veel praat en heel vaak nieuwe dingen koopt voor in zijn woning. Uit de overdracht van de kliniek blijkt dat deze signalen kunnen duiden op een nieuwe maniforme periode. De begeleider die aan Rutger is gekoppeld, vraagt jullie als collega's om mee te denken over deze situatie. a. Welke termen in deze casus ken je nog niet? Zoek de betekenis op. Betekenis

u' Ac

tie

Woord

Ed

b. Vorm een groepje van drie studenten. Bespreek de casus aan de hand van de vragen in het stappenplan: Stap 1. Wat is het doel van de cliĂŤnt? Stap 2. Wat is de vraag van jullie collega precies?

ht

Stap 3. Wat is er al gedaan waar jullie gebruik van kunnen maken? Stap 4. Zoek in de theoriebron op welke interventie passend is.

C

op

yr

ig

Stap 5. Maak een verslag waarin jullie de voorgaande stappen beschrijven. In dit verslag is te lezen waarom jullie vinden dat deze specifieke interventie passend is.

21


fb .v

Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen

.

Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen

Inleiding

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

In de meeste instellingen waar je als begeleider kunt gaan werken, zul je werkwijzen en principes tegenkomen die voortkomen uit het Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen (SRH). Iedereen die werkt in de ggz is dus in zekere zin 'besmet' met deze methodiek. Je gaat oefenen met het maken van een persoonlijk profiel, een netwerkanalyse en een signaleringsplan. Deze onderzoeken zijn vaak de basis waarop een begeleidingsplan of ondersteuningsplan wordt gemaakt.

C

op

Voorbeeld van een signaleringsplan.

Leerdoelen • • • •

22

Je kunt de kern van het Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen beschrijven. Je kunt een signaleringsplan maken, een persoonlijk profiel en een sociaal-netwerkanalyse maken. Je kunt de gegevens uit deze onderzoeken analyseren en met elkaar in verband brengen. Je kunt een cliënt presenteren aan collega's en instructies geven over welke ondersteuning nodig is en dit verantwoorden.


Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen

Filmpje Dwangstoornis <

Persoonlijk profiel Het persoonlijk profiel uit het SRH lijkt erg op het Krachtenonderzoek in het Strengths Model. Het Strengths Model is eigenlijk een vernieuwde toepassing van het SRH. Bekijk het Filmpje Dwangstoornis en schrijf een persoonlijk profiel met behulp van Werkmodel SRH Persoonlijk profiel.

.

Opdracht 1

Opdracht 3 Artikel Psychose Roel <

Vorm tweetallen. Maak voor je klasgenoot een sociaal-netwerkanalyse met behulp van Werkmodel Sociaal-netwerkanalyse.

Signaleringsplan

Lees het Artikel Psychose Roel. Maak voor Roel een signaleringsplan met behulp van Werkmodel SRH signaleringsplan.

Portfolio

Ed

Werkmodel SRH signaleringsplan <

Opdracht 4

tie

Werkmodel Sociaal-netwerkanalyse <

Sociaal-netwerkanalyse

u' Ac

Opdracht 2

fb .v

Werkmodel SRH Persoonlijk profiel <

Werk in tweetallen.

Stap 2. Maak een persoonlijk profiel. Gebruik hiervoor Werkmodel SRH persoonlijk profiel.

ig

Werkmodel SRH persoonlijk profiel <

Stap 1. Kies een van de casussen uit de theoriebron om deze opdracht uit te voeren. De casus zal niet alle informatie bevatten die je nodig hebt, maar probeer zo veel mogelijk informatie te verwerken in je verslag. (Je mag er zelf informatie bij bedenken zolang die maar passend is bij de casus.)

ht

Theoriebron Casussen <

Stap 3. Maak een sociaal-netwerkanalyse. Gebruik hiervoor Werkmodel SRH Sociaal-netwerkanalyse. Stap 4. Maak een signaleringsplan. Gebruik hiervoor Werkmodel SRH signaleringsplan.

yr

Werkmodel SRH sociaal-netwerkanalyse <

C

op

Werkmodel SRH signaleringsplan <

Opdracht 5

Theoriebron Methoden en interventies in de ggz <

Stap 5. Voeg alles samen en bespreek met elkaar wat deze cliĂŤnt nu nodig heeft en wat jullie rol als begeleider daarin is.

Theorie SRH Lees nogmaals de theorie over het SRH in Theoriebron Methoden en interventies in de ggz. Beantwoord daarna de vragen. a. Wat bedoelen we met rehabilitatie?

23


Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

d. Op welke acht domeinen wordt er ondersteuning geboden?

fb .v

c. Welke drie uitgangspunten zijn voor de rehabilitatiewerker belangrijk?

24

.

b. Wat zijn de drie kerndoelen van het SRH?


Herstel na een diagnose

Herstel na een diagnose

fb .v

Je verdiept je in herstel als onderdeel van het leven met een psychiatrische aandoening.

Leerdoelen

Theoriebron Herstel, empowerment en ervaringsdeskundigheid <

Theorie Herstel

Lees Theoriebron Herstel, empowerment en ervaringsdeskundigheid en beantwoord de vragen.

u' Ac

Opdracht 1

Je kunt op een respectvolle manier een herstelverhaal beschrijven. Je kunt een persoonlijk verhaal van een (ex-)cliënt vertalen naar de fasen van herstel.

tie

• •

.

Inleiding

a. Wat verstaan we onder herstel?

Ed

b. Waar richt de herstelondersteunende zorg zich op?

ht

c. Welke fasen zijn er te onderscheiden in een herstelproces en wat gebeurt er in deze fasen? Fasen van herstel

Beschrijving

C

op

yr

ig

Fase

d. Wat kenmerkt een begeleider die herstelondersteunend werkt?

25


Opdracht 2

fb .v

.

Herstel na een diagnose

Casus Bram

a. Hoe ziet het herstel van Bram eruit? Welke fasen van herstel herken je?

tie

Filmpje Bram <

Opdracht 3

Herstelverhaal

u' Ac

b. Welke mensen hebben in het verhaal van Bram een herstelondersteunende rol gespeeld? Welke houdingsaspecten heb je gezien?

Ed

Je gaat in gesprek met een (ex-)cliënt of ervaringsdeskundige over zijn levensverhaal. Maak van dit gesprek een verslag waarin je het levensverhaal dat je hebt gehoord in eigen woorden vertelt. De criteria zijn: • Het verslag bevat maximaal één A4'tje. • Alle drie de fasen van herstel komen in het verslag voor. • Het verslag is respectvol geschreven. • Het verslag bevat een reflectie waarin je beschrijft wat je geraakt heeft.

ht

Stap 1. Bedenk met elkaar tien vragen die je wilt stellen aan de (ex-)cliënt of ervaringsdeskundige die zijn herstelverhaal komt vertellen in jullie klas. Dit doe je voorafgaand aan de les.

ig

Stap 2. Luister naar het verhaal en stel je vragen als daar ruimte voor is.

yr

Stap 3. Schrijf per persoon het verhaal uit aan de hand van de fasen van herstel.

C

op

Stap 4. Laat je verslag lezen aan je klasgenoot en vraag feedback op het taalgebruik. Voeg de feedback bij je verslag.

26

Stap 5. Maak een reflectieverslag waarin je beschrijft wat je heeft geraakt en wat je hebt geleerd. Voeg de reflectie bij je verslag.


Werk en dagbesteding

Werk en dagbesteding

.

Inleiding

Participeren.

Leerdoelen

Lees Theoriebron Participatie en beantwoord de vragen. a. Wat wordt er bedoeld met participatie?

ig

Theoriebron Participatie <

Theorie Participatie

ht

Opdracht 1

Je kunt het begrip participatie beschrijven aan de hand van de Participatieladder. Je kunt uitleggen waarom participatie in de samenleving zo belangrijk is voor zowel de cliënt als de maatschappij. Je herkent in grote lijnen de methodieken Individuele Plaatsing en Steun en Individuele Rehabilitatie Benadering als methodieken die zich richten op participatie in de samenleving.

Ed

• •

u' Ac

tie

fb .v

Een van de domeinen in het leven van mensen die van grote invloed zijn op hun welbevinden, is werk en nuttig bezig zijn. Ook de overheid stimuleert dat iedere burger een bijdrage levert aan de maatschappij. We noemen dat ook wel participatie.

yr

Werkmodel Participatieladder <

C

op

b. Waarom is participatie belangrijk voor ggz-cliënten?

c. Welke aspecten spelen een rol bij participatie?

27


fb .v

d. Welke methoden of interventies zijn vooral gericht op participatie?

.

Werk en dagbesteding

Opdracht 2

tie

e. De Participatieladder wordt in gemeenten veel gebruikt om in kaart te brengen in hoeverre mensen participeren en welke vervolgstap ze zouden kunnen zetten. Neem Werkmodel Participatieladder. Hoe participerend ben jij zelf?

Onderzoek

Participatiewet Arbeidsbeperking Wajong

u' Ac

a. Wat kun je zelf te weten komen over de volgende onderwerpen? Noteer bij elk onderwerp de informatie die je hebt gevonden.

Theoriebron Participatie <

Indicatie voor dagbesteding

Ed

Werkervaringsplaats

Arbeidsmatige dagbesteding Trajectbegeleiding

ht

Jobcoaching

b. Stap 1. Vorm tweetallen.

ig

Stap 2. Stel met je klasgenoot twaalf vragen op die met deze onderwerpen te maken hebben en waar je antwoord op wilt hebben.

C

op

yr

Stap 3. Ga op onderzoek uit, duik in Theoriebron Participatie en zoek op internet. Misschien is het zelfs mogelijk om een gastdocent, bijvoorbeeld een trajectbegeleider, uit te nodigen.

Opdracht 3 Theoriebron Casussen <

28

Stap 4. Reflecteer: noteer wat jij geleerd hebt van dit onderzoek. Wat was nieuw voor je? Wat wist je al? Stap 5. Maak met je klasgenoot een eenvoudig filmpje, animatiefilmpje of digitale fotocollage waaruit blijkt dat een nuttige bezigheid (zoals werk of dagbesteding) helpend is bij het herstel van een cliĂŤnt.

Casus Participatie Lees Theoriebron Casussen. Kies een van de casussen uit om te gebruiken bij deze opdracht. a. Verzin samen met je klasgenoten alle mogelijke redenen waarom deze cliĂŤnt een stap verder in participatie zou kunnen zetten.


Werk en dagbesteding

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

b. Verzin samen met je klasgenoten alle mogelijke redenen waarom deze cliĂŤnt niet een stap verder in participatie zou willen doen. c. Als agogisch begeleider heb je de rol om op te komen voor de belangen van je cliĂŤnt. Hoe kom je in deze casus op voor de belangen van de cliĂŤnt? Is dat een stap verder zetten op de Participatieladder of juist niet? Waarom?

29


Reflectie

Reflectie Opdracht 1

Reflectie op de lesstof

fb .v

.

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

b. Wat wist je al?

Opdracht 2

u' Ac

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Kritisch en creatief denken

ht

Ed

a. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

yr

ig

b. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

op

c. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

C

Opdracht 3

Zelfregulatie en zelfsturing a. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

30


Reflectie

.

b. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

Samenwerken

tie

Opdracht 4

fb .v

c. Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

u' Ac

a. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

Ed

b. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

C

op

yr

ig

ht

c. Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

31


Theoriebron Presentietheorie

.

Theoriebron Presentietheorie

fb .v

Inleiding

Presentiegroet.

u' Ac

tie

De presentietheorie is niet een methode met stappen en hulpmiddelen, maar een manier om mensen met een kwetsbaarheid te benaderen.

Ed

Wat houdt de theorie in?

ht

Professor Andries Baart is de bedenker van de theorie en hij heeft velen geĂŻnspireerd tot een nieuwe manier van werken in de ggz: niet meer zoeken naar problemen die moeten worden opgelost, maar radicaal de cliĂŤnt volgen. Het gaat om een bewuste houding die je aanneemt ten opzichte van de cliĂŤnt. Deze benadering kun je dus toepassen terwijl je tegelijkertijd andere interventies of methoden inzet.

C

op

yr

ig

Het woord 'presentie' zelf zegt het al een beetje: de kern van de presentiebenadering is aandachtig aanwezig zijn. De zorgverlener wijdt zich met aandacht aan de ander, zodat hij werkelijk gaat zien wat voor die ander belangrijk is, waar hij naar verlangt en waar hij bang voor is. Een zorgverlener die echt gefocust is op de ander, kan zien wat er gedaan zou kunnen worden en wie hij/zij daarbij voor de ander kan zijn.

32

Waar wordt deze benadering toegepast? De presentiebenadering wordt vooral ingezet bij mensen die moeilijk benaderbaar zijn of mensen met zeer complexe problematiek. Als het contact en de vertrouwensrelatie niet met gangbare gesprekstechnieken zijn op te bouwen, is soms een meer bewuste manier van benaderen nodig. De presentiebenadering wordt op dit moment actief toegepast in de psychiatrie, de zorg voor ouderen en mensen met dementie, bij verstandelijk gehandicapten, dak- en thuislozen, in ziekenhuizen en in de verslavingszorg. Maar ook binnen het onderwijs, het politiewerk en de woningbouw zijn presentieprojecten gaande.


Theoriebron Presentietheorie

Casus

fb .v

.

In een woonvorm voor jonge mensen is een jongen van 20 komen wonen, die al jaren op straat, bij zijn tante of een vriend woont. Door omstandigheden is hij met de politie in aanraking gekomen. Nadat hij zijn straf had uitgezeten, is hij uiteindelijk op de woonvorm komen wonen, omdat hij nergens anders meer terechtkon. Hij is agressief tegen zijn begeleiders en ontloopt afspraken en taken. Hoewel de irritatie over zijn gedrag oploopt, houden de begeleiders zich aan de presentiebenadering. Dat betekent dat ze zijn gedrag niet veroordelen, en als deze jongen aanklopt bij het kantoor, reageren ze op zijn vraag. Na een paar weken zien ze dat het vertrouwen in de begeleiding begint te groeien en dat de jongen zich ook aan afspraken met zijn vaste begeleider begint te houden.

• • •

De begeleider volgt de ander in plaats van andersom. De begeleider benadert de ander als mens in zijn eigen context in plaats van als iemand met een specifiek probleem dat opgelost moet worden. De begeleider is aanwezig in het hier en nu in het leven van de ander in plaats van voortdurend bezig te zijn met registratie, administratie en bureaucratie. Het goede van de ander staat voorop in plaats van de goede bedoelingen van de begeleider zelf. Er is ten minste een begeleider die de ander ziet en erkent.

u' Ac

• •

tie

Kenmerken van een presente houding

• •

C

op

yr

ig

Neem de tijd om de ander echt te leren kennen. Luister met aandacht naar wat de ander te zeggen heeft en laat tot je doordringen hoe het voor die ander is wat hij vertelt. Zorg dat er altijd iemand beschikbaar is die naar de vraag kan luisteren. Als je er op dat moment niet voor de ander kunt zijn, communiceer dan duidelijk wanneer dat wel kan, of wie dat wel kan. Ga mee naar de plekken waar die ander zich thuis voelt en doe mee met de activiteiten die hij doet.

ht

• •

Ed

Present zijn, hoe doe je dat?

33


Theoriebron (Zelf)stigma

Theoriebron (Zelf)stigma

.

Inleiding

Wat is stigma?

u' Ac

tie

fb .v

Hier wordt uitgelegd wat het begrip stigma is, waarom het zo veel voorkomt in de ggz en wat helpt tegen stigma.

Ed

Stigma is een krachtig negatief sociaal stempel dat de manier beĂŻnvloedt waarop mensen zichzelf zien en gezien worden. Bron: Samen sterk zonder stigma.

yr

ig

ht

Als je iets niet begrijpt en je er niet in verdiept, is de kans groot dat je er een oordeel over hebt op basis van je eerdere ervaring of opgedane kennis. Soms is dat een beeld dat in de media is geschetst of een verhaal van een buurvrouw over de moeder van een buurman en daar weer een tante van... Iedereen heeft vooroordelen. Maar als je je niet bewust bent van de vooroordelen die je hebt, zul je ze in stand houden en soms zelfs de informatie die je krijgt zo interpreteren dat die je vooroordeel bevestigt. En als jij dan ook niet de enige bent die dit brandmerk koppelt aan een groep mensen met dezelfde kenmerken, ontstaat er een collectief stigma.

C

op

Wat zijn de gevolgen? Ongeveer de helft van de mensen met psychische aandoeningen ervaart stigmatisering als de grootste drempel bij hun deelname aan de maatschappij. Sociale afwijzing wordt breed ervaren, met als gevolg dat mensen met psychische aandoeningen de neiging hebben om steeds minder te ondernemen. Door stigmatisering gaan mensen zichzelf op de achtergrond plaatsen of worden ze door hun omgeving op de achtergrond geplaatst. Daardoor worden de drempels om deel te nemen aan de maatschappij nog groter. Mensen nemen minder deel aan sociale activiteiten, voelen zich niet goed genoeg om mee te doen met werk, vrijwilligerswerk en dergelijke. Zeker in de jeugdjaren levert dit structurele achterstanden op met betrekking tot de belangrijkste levensgebieden zoals wonen, werken en relaties. Je kunt je voorstellen dat dit een vicieuze cirkel is.

34


Theoriebron (Zelf)stigma

Zelfstigma

fb .v

.

Zelfstigma versterkt dit negatieve effect nog eens. Uit angst te worden afgewezen zoeken mensen niet langer naar werk of vriendschappen, of ze ondernemen niets meer ('Waarom zou ik dat nog proberen?'). Geen wonder dat velen van hen ervoor kiezen hun aandoening te verbergen. Bijna de helft van de mensen met een psychische aandoening gaat gebukt onder zelfstigma. Dit houdt in dat iemand een beeld van zichzelf heeft dat klopt met het beeld in de media, geschiedenis of theorieën over de diagnose. Dit beeld kan soms veel nadrukkelijker aanwezig zijn in iemands gedachten over zichzelf dan het beeld van de mens die hij is.

tie

Wat helpt?

Ed

Casus

u' Ac

Praten over de psychische kwetsbaarheden werkt bevrijdend. Ook helpt het voor de omgeving om te weten waarom iemand bepaald bijzonder gedrag vertoont. Door te praten en te luisteren komt er begrip en acceptatie. Het helpt dus om te zien wie die ander werkelijk is, los van het stempeltje 'ggz-cliënt' of zijn diagnose. Maar het helpt ook om de kennis te vergroten over de kwetsbaarheid of diagnose en wat dit betekent in iemands leven. Ook zelfstigma kun je helpen tegengaan. De kennis die de cliënt zelf heeft over zijn diagnose kan vaak verbeterd worden. Het wordt dan makkelijker om de gevolgen van de kwetsbaarheid in zijn of haar leven te accepteren. Er bestaan cursussen die mensen helpen hun eigen inzicht in hun kwetsbaarheid te vergroten. We noemen dit psycho-educatie. Accepteren dat zelfstigma er is helpt ook. De cliënt kan dan vaardigheden aanleren om ermee om te gaan.

C

op

yr

ig

ht

Jelle reageert vaak geprikkeld op zijn broer en zus als ze met z'n tweeën tegelijk in zijn buurt zijn. Hij gaat dan heel boos met boeken gooien. Hij schaamt zich voor dat gedrag en begrijpt niet dat hij dit doet. Bij de psycholoog volgt Jelle een cursus waarin hij leert dat zijn hersenen te veel geluiden, beelden en gevoelens tegelijk niet kunnen verwerken. De trechter is te smal voor de hoeveelheid prikkels. De trechter stroomt dan over. Het is dus niet gek dat Jelle gefrustreerd raakt. Doordat hij dit weet en accepteert, leert hij om eerder weg te lopen bij de situatie.

35


Theoriebron Methoden en interventies in de ggz

Als agogisch begeleider ggz kun je in verschillende soorten organisaties komen te werken. Denk aan een psychiatrische afdeling in een ziekenhuis (PAAZ), een organisatie die behandeling biedt, RIBW's, opvang van daklozen, vrouwenopvang, tbs-klinieken. Binnen dit brede spectrum hebben al deze organisaties hun eigen expertise en zetten ze allemaal weer andere middelen in om de behandeling en begeleiding te laten slagen. En iedereen werkt aan hetzelfde doel: dat cliënten optimaal met hun kwetsbaarheid kunnen leven. In deze theoriebron krijg je een beeld van de meestgebruikte en meest effectieve interventies waarmee jij te maken kunt krijgen. Op de websites Trimbos-instituut en Movisie kun je nog meer interventies en methoden gericht op specifieke thema's vinden die je in jouw werkveld kunt tegenkomen.

Ed

u' Ac

tie

Website Trimbos-instituut <

Inleiding

fb .v

Website Movisie <

.

Theoriebron Methoden en interventies in de ggz

ht

Herstelwerkzaamheden.

Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen

C

op

yr

ig

Wat is Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen (SRH)? Uit het woord rehabilitatie zijn twee woorden te halen het woord 'habilitas"dat vaardigheid, vermogen betekend en het woord 'habitat' dat letterlijk: natuurlijk leefgebied betekend. Je habitat is je leefomgeving, niet alleen je geografische leefomgeving, maar ook je leefomgeving in sociale en culturele zin. Welke mensen zijn voor jou belangrijk, waar haal je je energie uit en wat voedt jou? Denk aan je vrienden, je school, je sportclub. Met rehabilitatie bedoelen we iemand zijn goede naam teruggeven, eerherstel. Systematisch staat voor stapsgewijs en in een bepaalde volgorde. Het Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen is een methode die iemand helpt om stapsgewijs opnieuw zijn eigenwaarde in zijn natuurlijke leefomgeving te vinden. Een psychiater die een belangrijke rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van deze methodiek in Nederland, is Detlef Petry. Hij heeft velen in de ggz geïnspireerd om zich te richten op wat de patiënt of cliënt als kwaliteit van leven ervaart. Dit kan voor iedereen anders zijn.

36


Theoriebron Methoden en interventies in de ggz

fb .v

.

Wat is het doel van de methode? Het SRH hanteert drie kerndoelen: • doelen en wensen realiseren met betrekking tot kwaliteit van leven op het gebied van de domeinen • beter leren omgaan met kwetsbaarheid en leren versterken van krachten • toegang vinden tot omgevingen waarvan iemand deel wil uitmaken en het zo groot mogelijk maken van de kwaliteit van de leefomgeving en het sociale netwerk.

tie

Voor deze doelen heeft het SRH drie uitgangspunten. Er is aandacht voor het proces dat de cliënt doormaakt na de ontwrichtende omstandigheden, het herstelproces (zie theoriebron Herstel, Empowerment en Ervaringsdeskundigheid). Werkers richten zich op de kracht van een cliënt. De kwetsbaarheid is iets waar je rekening mee houdt en niet het probleem dat moet worden opgelost. Het derde uitgangspunt is beschikbaar zijn voor de cliënt. Inspiratie hiervoor vindt het SRH in de presentietheorie. Je bent met aandacht aanwezig in de leefwereld van de cliënt.

u' Ac

Voor welke doelgroep is het SRH geschikt? Het SRH is ontwikkeld voor patiënten in de ggz die na een ontwrichtende situatie hun eigenwaarde verloren zijn en niet in staat zijn deze op eigen kracht te hervinden. Als er in iemands leven sprake is van een diagnose, is dat ontwrichtend. De symptomen die vaak al langer spelen voordat de diagnose is gesteld, hebben vaak uitstoting, onbegrip en schaamte tot gevolg. De mate waarin dit speelt - en op welk gebied precies - hangt af van meerdere factoren, die voor iedereen anders zijn. Je kunt je voorstellen dat daarom ook het proces van rehabiliteren bij iedereen weer anders verloopt.

Ed

Wie voert de methode uit? De hulpmiddelen in het SRH worden veelal gebruikt in de regionale instituten voor beschermd wonen, organisaties die zich richten op het behandelen van de psychiatrische problematiek en organisaties die zich richten op de mensen met psychiatrische en psychosociale problematiek. Je gaat deze methode of onderdelen ervan toepassen als je komt te werken in de rol van verpleegkundige, woonbegeleider, agogisch medewerker ggz of ggz-agoog.

C

op

yr

ig

ht

Wat is de werkwijze? Omdat het rehabilitatieproces voor iedereen anders verloopt, zijn er verschillende middelen die je kunt inzetten op het moment dat het past bij het proces van de cliënt. Er zijn kort gezegd twee richtlijnen: de acht domeinen waarin we kunnen ondersteunen (zie de tabel) en de methodische cyclus: 1. opbouwen en onderhouden van een relatie waarin je samen kunt werken 2. verzamelen van informatie en met de cliënt een persoonlijk profiel maken; je brengt als het ware de cliënt in kaart 3. de cliënt helpen om wensen te formuleren, keuzes te maken en doelen te stellen 4. de cliënt helpen om een persoonlijk plan te maken, inclusief een ondersteuningsplan 5. het plan helpen uitvoeren 6. het proces volgen, leren, evalueren en bijstellen. Overzicht van de domeinen waar een rehabilitatiewerker werkzaam is Persoonlijke domeinen

Levensdomeinen

Zelfzorg

Wonen

Gezondheid

Werken

Zingeving

Leren

Sociale relaties

Recreëren

37


Theoriebron Methoden en interventies in de ggz

Welke middelen worden gebruikt? In de methodische cyclus kun je van heel veel verschillende 'tools' gebruikmaken om een goed beeld te krijgen van wie de cliënt is, wat hij wil en wat hij nodig heeft van zijn omgeving. In deze theoriebron behandelen we drie tools: het persoonlijk profiel, de sociaal-netwerkanalyse en het signaleringsplan.

fb .v

.

Met het persoonlijk profiel breng je samen systematisch in kaart wie die ander is, wat hij vroeger kon en wat hij nu kan. Met de sociaal-netwerkanalyse maak je een overzicht van de mensen die een rol spelen in het leven van de ander. Welke relaties heeft iemand eigenlijk? Is dit ook hoe hij of zij het wenst? Of wil hij of zij investeren in nieuwe relaties? Een signaleringsplan helpt de ander om inzicht te krijgen in de vraag welke omstandigheden helpend zijn en welke juist niet. Welke signalen duiden erop dat er ingegrepen moet worden. Voor jou en je collega's biedt dit plan handvatten hoe te handelen in bepaalde situaties.

Filmpje Uitbehandeld maar niet opgegeven <

Wat is het Strengths Model? Het hoofddoel van de Strengths-benadering (oftewel de krachtenaanpak) is het vergroten van de maatschappelijke participatie van mensen met langdurige psychische problematiek, met het oog op herstel. Een belangrijk uitgangspunt van deze aanpak is de focus op de individuele krachten van de cliënt en niet op de beperkingen. Een conclusie is dat de aanpak met name lijkt te helpen om concrete vooruitgang te boeken op het gebied van sociale contacten.

Ed

Website Rehabilitatie ’92 <

u' Ac

Strengths Model

tie

Waar vind je verdieping? Wil je meer weten over SRH, bekijk dan het Filmpje 'Uitbehandeld maar niet opgegeven' of de Website Rehabilitatie '92.

ht

Wat is het doel van de methode? Het Strengths Model heeft tot doel om een breed beeld van de cliënt te krijgen. Het is gericht op participatie in de maatschappij. De nadruk ligt op de persoonlijke kwaliteiten, talenten en krachten van de cliënt en zijn omgeving. Het Strengths Model helpt om meer oog te hebben voor de mogelijkheden die de leefomgeving van de cliënt biedt.

C

op

yr

ig

Voor welke doelgroep is het geschikt? De doelgroep van deze interventie zijn mensen met langdurige psychische problematiek, die geïsoleerd leven. Denk aan mensen die geen werk of dagbesteding hebben als gevolg van hun psychische problematiek, mensen die geen sociaal netwerk meer over hebben of een combinatie van beide.

38

Wie voert de methode uit? In veel gevallen wordt deze methode toegepast door een trajectbegeleider of SPV’er en soms ook door een ggz-agoog of een ggz-arts. Zowel in behandelende settings als in organisaties die begeleiding bieden, is deze methode toepasbaar. Als begeleider zul je niet altijd degene zijn die deze methode toepast, maar het is wel goed om er bekend mee te zijn. Wat is de werkwijze? De methode heeft zes uitgangspunten waarop de werkers hun werk baseren: 1. Mensen hebben de capaciteit om hun leven te herstellen, herpakken en transformeren. 2. We richten ons op de individuele krachten en niet op de beperkingen. 3. De leefomgeving wordt gezien als een oase van mogelijkheden. 4. De cliënt is de regisseur van het hulpverleningsproces. 5. De relatie tussen de begeleider en de cliënt komt op de eerste plaats. 6. Het werk vindt bij voorkeur plaats in de leefomgeving van de cliënt.


Theoriebron Methoden en interventies in de ggz

De begeleiders vermijden een beperkende houding, respectloze interactie en beperkende dienstverlening. Om hierin zuiver te blijven handelen en reflecteren, volgen de werkers supervisie met collega's.

u' Ac

tie

fb .v

.

Welke middelen worden gebruikt? Er wordt gebruikgemaakt van twee assessments: 1. Het Strengths-assessment maakt de cliënt en de hulpverlener bewust van de hulpmiddelen die de cliënt al heeft opgebouwd en welke bronnen er nog zijn aan te boren. Basisprincipes: – Het onderzoek is concreet. – Het is een proces dat regelmatig wordt bijgesteld. – Het wordt uitgevoerd in voortdurende interactie met de cliënt. – Het wordt daar gemaakt waar de cliënt thuis is. – Het wordt geschreven in de taal van de cliënt. 2. Het recovery worksheet (zie Werkmodel Herstelplan) geeft de hulpverlener de persoonlijke planning weer van de doelen van de cliënt. Basisprincipes: – Het herstelplan is bedoeld om te werken aan zinvolle en waardevolle doelen. – De cliënt bepaalt de agenda voor de acties, rekening houdend met dromen en wensen. – De werker luistert, verduidelijkt en bevestigt de ambities en helpt om vast te stellen welke stappen nodig zijn om doelen te bereiken.

Wellness Recovery Action Plan

Ed

Wat is WRAP? WRAP is een zelfhulpmethode, ontwikkeld als middel om mensen te leren hun eigen ervaringskennis in te zetten voor hun eigen herstel, ook in crisissituaties. Mensen die lang te maken hebben met psychische klachten, worden vaak afhankelijk van zorg en vergeten dan hun oorspronkelijke hulpvraag. WRAP helpt om dit te voorkomen en waar nodig te doorbreken. WRAP helpt ook voor het doorbreken van zelfstigma, doordat er bewust geen diagnostische taal wordt gebruikt. WRAP stimuleert dus de eigen regie van de cliënt, omdat het een plan is waarmee de cliënt zichzelf helpt.

ig

ht

Wat is het doel van de methode? Het doel van WRAP is dat mensen een handvat krijgen om zich bewust te worden van wat helpt in hun eigen herstel, en wat juist niet. Door die bewustwording leren ze zichzelf en hun psychische kwetsbaarheid te hanteren in de diverse fasen van het herstelproces. WRAP is dus bedoeld om mensen te helpen ontdekken hoe ze zelf betekenis kunnen geven aan hun ervaringen en hoe de ervaringen kunnen bijdragen aan hun herstel.

C

op

yr

Deelnemers leren signaleren wat hen uit balans brengt en wat hen helpt om in balans te blijven of deze terug te vinden. Voor welke doelgroep is de methode geschikt? WRAP is geschikt voor mensen met langdurige en ernstige psychische aandoeningen, bij wie sprake is van psychische en/of maatschappelijke ontwrichting. Dit kan gaan om ontwrichtende ervaringen van psychiatrische aard, maar ook om ontwrichtende ervaringen met een meer maatschappelijke achtergrond (bijvoorbeeld met stigmatisering en uitsluiting). Vaak gaan deze aspecten overigens hand in hand. Wie voert de methode uit? De WRAP-workshop wordt geleid door twee geschoolde WRAP-facilitators. Dit kunnen hulpverleners zijn, maar ook ervaringsdeskundigen. De WRAP-facilitators worden weer getraind door mensen die in de VS zijn opgeleid. De methode wordt ingezet in veel ggz-instellingen in Nederland, maar ook steeds meer in de maatschappelijke opvang en in samenwerking met gemeenten.

39


Theoriebron Methoden en interventies in de ggz

tie

Welke middelen worden gebruikt? 1. groepsovereenkomst (overeenkomst waarin opgenomen wordt wat deelnemers nodig hebben om zich veilig te voelen in de groep) 2. gereedschapskoffer voor een goed gevoel

ht

Ed

u' Ac

Werkmodel WRAP Voorbeeld groepsovereenkomst <

fb .v

.

Wat is de werkwijze? WRAP wordt standaard aangeboden in een WRAP-workshop van acht wekelijkse groepsbijeenkomsten van 2,5 uur voor maximaal twaalf deelnemers. Er wordt een overeenkomst gemaakt om de veiligheid in de groep te borgen. In de eerste bijeenkomst wordt aandacht besteed aan de sleutelbegrippen van herstel: hoop, persoonlijke verantwoordelijkheid, eigen ontwikkeling, opkomen voor jezelf en steun. De volgende twee bijeenkomsten gaan over een persoonlijke ‘gereedschapskoffer voor een goed gevoel’. Er worden middelen verzameld die iemand tot zijn beschikking heeft om het eigen welbevinden te ondersteunen. De focus ligt op de vraag welke middelen een positieve uitwerking hebben. Dit vormt een basis voor de volgende zes bijeenkomsten, waarin zes actieplannen heel concreet worden uitgewerkt. Bij elke bijeenkomst wordt de groepsovereenkomst opnieuw bekeken en zo nodig aangepast.

Gereedschapskoffer voor een goed gevoel. actieplannen: plan voor dagelijks onderhoud ('Wanneer voel ik me goed, wat helpt?') triggers en een actieplan (situaties of gebeurtenissen die iemand van slag kunnen brengen) vroege waarschuwingstekens en een actieplan (eerste tekenen van uit evenwicht raken) signalen van ontsporing en een actieplan (signalen dat het niet goed gaat, maar waarbij iemand nog steeds zelf wat kan doen) crisisplan (gericht op wat anderen kunnen signaleren en doen) postcrisisplan (bedoeld om gefaseerd weer terug te komen in een situatie van dagelijks welbevinden).

C

op

yr

ig

3. • • • •

40

• •


Theoriebron Methoden en interventies in de ggz

Individuele Plaatsing en Steun

fb .v

.

Wat is IPS? Individuele Plaatsing en Steun is een methode om mensen met psychiatrische kwetsbaarheden te helpen participeren op de arbeidsmarkt. Veel mensen hebben nog niet (of niet meer) de veerkracht, ervaring en vaardigheden die nodig zijn om werk te krijgen en te behouden. Het gaat in deze methode daarom niet alleen om het vinden van betaald werk, maar juist ook om het behouden hiervan. Wat is het doel van de methode? Het doel van IPS is integratie van mensen met ernstige psychische aandoeningen in betaald regulier werk dat aansluit bij hun wensen en mogelijkheden.

u' Ac

tie

Voor welke doelgroep is de methode geschikt? De doelgroep bestaat uit mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen, zoals schizofrenie en andere psychoses, bipolaire stoornissen, ernstige depressies en persoonlijkheidsstoornissen, die geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschiktheid zijn verklaard of behoren tot de groep cliënten van de sociale dienst met een zogeheten grote afstand tot de arbeidsmarkt. Bron: werkblad beschrijving interventie Individuele Plaatsing en Steun, Trimbos-instituut

Ed

Wie voert de methode uit? IPS wordt uitgevoerd door trajectbegeleiders die lid zijn van een ambulant ggz-team; bijvoorbeeld een FACT-team of een team van ambulante begeleiders. De trajectbegeleiders hebben een caseload van zeventien tot twintig cliënten. Er wordt in deze methode nauw samengewerkt met andere hulpverleners, zoals psychiaters, ggz-agogen, agogisch begeleiders en verpleegkundigen. Zo wordt de kans van slagen vergroot.

ht

Wat is de werkwijze? Er is sprake van een methodische cyclus: 1. intake en assessment (kennismaken en in kaart brengen interesses) 2. acquisitie en plaatsing 3. coaching en begeleiding op de werkplek en, indien nodig, aanpassen van de werkplek.

ig

Nadat in kaart is gebracht wie iemand is, wat hij kan en wat hij wil, wordt deze persoon dus eerst geplaatst in de gekozen functie. Pas daarna wordt hij getraind in de benodigde werkvaardigheden. De ondersteuning vindt plaats zolang deze nodig is. Een uitgangspunt van IPS is dat de begeleiding zo veel mogelijk ‘in de samenleving’ gebeurt en niet in het kantoor van de ggz-instelling.

C

op

yr

Welke middelen worden gebruikt? Er is een werkboek, een soort handleiding voor IPS-professionals en -trainers met informatie over de principes van IPS, de werkwijze en de benodigde vaardigheden. Dit bevat diverse formulieren en checklists voor de verwijzing, het arbeidsprofiel, het trajectplan, het zoeken van banen en de werkbegeleiding.

De Individuele Rehabilitatie Benadering Wat is IRB? IRB is een methode die ingezet wordt voor een brede doelgroep kwetsbare mensen, met als doel de participatie te vergroten. De methode is vooral gericht op het versterken van vaardigheden van de individuele cliënt.

41


Theoriebron Methoden en interventies in de ggz

.

Wat is het doel van IRB? Het doel van de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB) is: mensen met beperkingen ondersteunen bij eigen participatiedoelen. Participatiedoelen zijn met name: met succes en naar tevredenheid wonen en werken, dagbesteding en vrijetijdsbesteding hebben, leren en sociale en familiecontacten hebben, in de omgeving van eigen keuze en met zo min mogelijk professionele hulp

tie

fb .v

Voor welke doelgroep is de methode geschikt? De doelgroep bestaat uit mensen met (ernstige en langdurige) beperkingen, die door hun beperkingen belemmerd worden bij het vervullen van maatschappelijke/sociale rollen. De methode is toepasbaar bij mensen uit alle leeftijdscategorieën en met verschillende soorten beperkingen. IRB wordt veelvuldig gebruikt in de volwassenenpsychiatrie, de verslavingszorg en in de zorg voor dak- en thuislozen, adolescenten, verstandelijk gehandicapten, mensen met autisme, ouderen. De benadering wordt gebruikt in de arbeidsrehabilitatie en in begeleid-lerentrajecten.

u' Ac

Wie voert de methode uit? IRB wordt in alle mogelijke settings toegepast. De methode wordt gebruikt door medewerkers van psychiatrische ziekenhuizen, regionale instellingen voor beschermd wonen, arbeidsprojecten, FACT-teams en wijkteams, in poliklinische settings en in toeleidingstrajecten naar onderwijs en werk. Meestal zijn het (sociaal)psychiatrisch verpleegkundigen, woonbegeleiders, medewerkers dagbesteding, arbeidsreïntegratiemedewerkers, trajectbegeleiders, ergotherapeuten, maatschappelijk werkenden, sociaalpedagogisch hulpverleners, rehabilitatiewerkers, psychologen en psychiaters die werken vanuit deze benadering.

Ed

Wat is de werkwijze? De kern van de IRB is mensen ondersteunen bij het inventariseren en realiseren van hun eigen wensen en doelen. Stap 1. Verkennen Als eerste stap verkent de cliënt met zijn hulpverlener of hij toe is aan een verandering. Wat wil de cliënt veranderen in zijn leven? Wat kan hij zelf doen? Heeft hij anderen nodig?

ht

Stap 2. Kiezen De cliënt verheldert samen met zijn begeleider wat hij precies wil en op welk terrein.

ig

Stap 3. Verkrijgen Wat gaat de cliënt doen? Wanneer en met welke ondersteuning?

C

op

yr

Stap 4. Behouden Hoe kan de cliënt zorgen dat hij behoudt wat hij heeft verworven? Wie en wat heeft hij daarbij nodig?

Voorbeeld Verkennen: Tarik bespreekt met zijn begeleider dat hij graag zijn dochter in Duitsland wil bezoeken. Vanwege neuroses heeft hij tot nu toe niet zelf met het openbaar vervoer kunnen reizen. Kiezen: hij wil graag een volgende stap zetten door zich zelfstandig te kunnen verplaatsen met het openbaar vervoer. Verkrijgen: stap voor stap oefent Tarik met een zus, vriend of begeleider telkens grotere en ingewikkeldere trajecten met het OV. Hij heeft nauw contact met zijn psychiater voor afstemming van de medicatie.

42


Theoriebron Methoden en interventies in de ggz

Behouden: na de reis naar zijn zus in Duitsland spreekt Tarik met zijn begeleider af dat hij elke maand een reisje gaat maken met of zonder begeleiding, om niet weer terug te vallen in de angst voor het reizen.

.

fb .v

Website Rehabilitatie '92 <

Welke middelen worden gebruikt? Deze benadering is uitgewerkt in handleidingen voor de werker en werkbladen voor cliënten. Deze werkbladen zijn te vinden op de Website Rehabilitatie '92.

Crisiskaart

tie

Wat is de crisiskaart? De crisiskaart is een samenvatting van een crisisplan wat de cliënt maakt. Het crisisplan is een overeenkomst tussen de kaarthouder en derden (hulpverleners, familie, politie en andere betrokkenen). Het bevat afspraken over wie wat moet doen in welke situatie om een crisis te voorkomen of in te grijpen tijdens een crisis.

u' Ac

Wat is het doel van de methode? Het belangrijkste doel is het behouden van zelfregie, het voorkomen van crises en ervoor zorgen dat op het juiste moment de juiste zorg geboden kan worden door de juiste mensen. Voor welke doelgroep is de methode geschikt? De methode is bedoeld voor mensen die eerder een psychische/psychiatrische crisis hebben meegemaakt en/of bang zijn om die in de toekomst mee te zullen maken.

Ed

Onder een crisis verstaan we dan een situatie waarin een persoon (voor een langere of kortere periode) niet meer kan functioneren op een wijze zoals hij/zij gewoon is dit te doen, daarop niet aanspreekbaar is en niet kan verwoorden wat hij/zij nodig heeft om weer op een voor zichzelf en anderen acceptabel functioneringsniveau te komen.

ht

Wie voert de methode uit? Een cliënt maakt samen met een onafhankelijke consulent een crisisplan. De consulent is verbonden aan een van de projecten van regionale cliëntenorganisaties in het land en dus niet aan hulpverlenende instanties.

C

op

yr

ig

Wat is de werkwijze? Na een gesprek met een onafhankelijke consulent wordt een crisisplan opgesteld. De cliënt overlegt over dit plan met de personen waarvan hij wenst dat ze een rol spelen bij een eventuele crisis: vertrouwenspersonen uit de directe omgeving, behandelaar, huisarts en/of anderen. Nadat de betrokkenen akkoord gaan met de inhoud, ondertekenen zij het crisisplan. Hiermee geven partijen aan dat zij instemmen met de in het crisisplan vermelde afspraken. Alle partijen ontvangen een kopie. Hierna ontvangt de cliënt een crisiskaart; deze bevat een samenvatting van de gegevens en afspraken in het crisisplan. Het crisisplan wordt op een centraal punt in de regio bewaard (adres is op de kaart aangegeven) en is zeven maal 24 uur opvraagbaar. Stap 1. Het eerste contact Stap 2. Het eerste gesprek Stap 3. Opstellen concept-crisisplan Stap 4. Kaartaanvrager bespreekt het concept-crisisplan met omgeving Stap 5. Aanpassen concept-crisisplan

43


Theoriebron Methoden en interventies in de ggz

Stap 6. Definitief crisisplan en verzamelen handtekeningen Stap 7. Opstellen definitieve crisiskaart Stap 8. Verspreiden crisisplan

fb .v

.

Stap 9..Jaarlijkse check door de consulent.

C

op

yr

ig

ht

Crisiskaart.

Ed

u' Ac

tie

Welke middelen worden gebruikt? Een crisiskaart bestaat uit een crisisplan (ook wel crisiskaartplan of crisisdossier genoemd), waarin afspraken staan opgeschreven, en een samenvatting daarvan op een crisiskaartje, samengevouwen tot het formaat van een bankpas.

44


fb .v

Theoriebron Herstel, empowerment en ervaringsdeskundigheid

.

Theoriebron Herstel, empowerment en ervaringsdeskundigheid

Inleiding

u' Ac

tie

Jaren is er in de ggz vooral aandacht geweest voor de ziektebeelden en het behandelen van de symptomen. In de afgelopen jaren is er meer aandacht gekomen voor de tijd en aandacht die nodig is voor het herstel van mensen met psychiatrische aandoeningen. Deze theoriebron gaat over herstelprocessen, hoe jij als begeleider hier aandacht voor kunt hebben en wat ondersteunend is aan deze processen.

Wat bedoelen we met herstel?

Ed

Herstellen is iets anders dan genezen. Genezen doe je van een ziekte. Als je weer gezond bent, ben je weer in de situatie zoals deze voorheen was. Maar mensen met psychiatrische kwetsbaarheden hoeven niet altijd ziek te zijn. Soms duiken de uiterlijke verschijnselen alleen in bepaalde situaties op en gaat het herstelproces erom dat men ermee leert omgaan. In andere situaties kunnen symptomen verdwijnen of op de achtergrond raken door aanpassingen in het gedrag of door medicatie, maar de gevolgen van de kwetsbaarheid zijn dan nog niet meteen verdwenen. Herstel is een proces waarin iemand na een heftige ervaring zijn balans hervindt. Er kan dan ook nog sprake van zijn dat iemand moet herstellen van de traumatische gevolgen van zijn kwetsbaarheid.

ht

Casus

C

op

yr

ig

Nelleke is na heel lang proberen eindelijk zwanger geraakt. Zij en haar vriend waren al bijna gewend geraakt aan het idee dat er nooit een kindje zou komen. Na de bevalling raakt ze in de war en begint ze te geloven dat ze het kindje niet alleen mag laten. Ze bindt het kindje in een doek aan haar eigen lichaam vast, zodat het niet kan bewegen. Ook in de nacht moet het kindje aan haar vast blijven. Dat is belangrijker dan het risico dat het kindje stikt. Haar vriend vindt dat Nelleke zich vreemd gedraagt en belt de dokter. Nelleke heeft een kraambedpsychose. Als de psychose voorbij is en Nelleke na een opname weer terugkomt, schaamt ze zich voor wat er is gebeurd. Ze voelt zich schuldig tegenover haar kindje en haar vriend, en is het vertrouwen in haar moederschap verloren.

Hoe verloopt een herstelproces? Een herstelproces verloopt bij iedereen anders. Wel zijn er drie fasen die in ieder herstelproces terugkeren. Ze zijn niet als een stappenplan te volgen, want de fasen kunnen dwars door elkaar heen lopen. Soms kan iemand bijvoorbeeld vanuit een fase van re-integratie opnieuw in een stabilisatiefase komen.

45


Theoriebron Herstel, empowerment en ervaringsdeskundigheid

fb .v

.

1. Stabilisatiefase In deze fase staat het vinden van controle en balans centraal. 2. Heroriëntatiefase In deze fase is men toe aan verwerking van het trauma, het stellen van nieuwe doelen, en het maken van keuzes. 3. Re-integratiefase In deze fase is men ook werkelijk toe aan het uitvoeren of realiseren van de wensen en doelen op het gebied van wonen, werken, leren en recreëren.

Casus

u' Ac

tie

Job is zijn baan kwijtgeraakt door een heel depressieve periode in zijn leven. Hij raakte in de schulden en heeft veel relaties verloren. In zijn herstelperiode heeft hij samen met zijn psychiater na een lange zoektocht (stabilisatiefase) een evenwicht gevonden. Hij weet welke medicijnen hem helpen. Bovendien weet hij welke omstandigheden hem helpen om stabiel te blijven in het leven en welke hem juist belemmeren. Met zijn trajectbegeleider heeft hij een plan gemaakt voor het vinden van passend werk (heroriëntatiefase) Nu is hij aan het solliciteren bij werkgevers (re-integratiefase). Bij de eerste werkgever waar hij solliciteerde werd hij aangenomen, maar dat maakte hem zo angstig dat hij niet kwam opdagen. Hierdoor is hij maanden van slag geweest en depressief geworden (stabilisatiefase).

Herstelondersteunende zorg

ig

ht

Ed

Net als een herstelproces bestaat de herstelondersteuning vaak uit meerdere aspecten. Bijvoorbeeld de psychiatrische zorg, vrienden, familie, lotgenotencontact of werkkring kunnen allemaal een rol spelen. Herstelondersteunende zorg richt zich op het voorkomen dat mensen hun rollen in de maatschappij verliezen en op het helpen om rollen opnieuw te verkrijgen. Degene die herstelt, is altijd zelf de eigenaar van het proces. Maar juist wanneer de cliënt het allemaal niet meer weet, is het voor hem vaak lastig om zich te gedragen als verantwoordelijke voor het herstelproces. Daarvoor zijn zelfhulpmethoden ontwikkeld, die kunnen helpen weer scherp te krijgen wat bij iemand past. Wanneer de regie tijdelijk overgenomen moet worden, gebeurt dit op de manier zoals dat door de cliënt is aangegeven.

C

op

yr

Kenmerken van een herstelondersteunende houding

46

1. 2. 3. 4. 5. 6.

De begeleider is met aandacht aanwezig. De begeleider is zich bewust van zijn professionele kijk, maar zet die niet op de voorgrond. De begeleider maakt ruimte voor het eigen verhaal van de cliënt. De begeleider stimuleert het benutten van de kracht van de cliënt. De begeleider stimuleert de ervaringsdeskundigheid van de cliënt. De begeleider stimuleert dat belangrijke anderen in het netwerk van de cliënt ondersteuning bieden. 7. De begeleider is gericht op het verlichten van lijden en vergroten van eigen regie.


Theoriebron Herstel, empowerment en ervaringsdeskundigheid

Empowerment

fb .v

.

Een begrip dat je veel tegenkomt in de herstelondersteunende zorg is empowerment. Hiermee wordt een bewustwordingsproces bedoeld. Het gaat erom dat de cliĂŤnt probeert bij zijn eigen mogelijkheden en kracht te komen en die te activeren. Misschien is de belangrijkste hulp die iemand nodig heeft wel het vinden van deze kracht en het inzetten ervan. Empowerment betekent dat je je eigen keuzes kunt maken en dat je in staat wordt gesteld om iets met die keuzes te doen. In die zin gaat het niet alleen om een psychologisch proces, maar ook om erkenning van je wensen en ambities.

tie

Uit: herstelproces.nl: wat is empowerment?

Waaraan herken je empowerment?

ig

ht

Ed

u' Ac

Mensen met empowerment: 1. zien in dat ze de mogelijkheid om hun houding te veranderen, helemaal in eigen hand hebben 2. accepteren het niet als anderen hen intimideren 3. laten zich niet langer betuttelen door de omgeving 4. weten vaak als geen ander dat een relatie niet altijd prettig en volgens verwachting verloopt 5. durven de angst van henzelf en anderen onder ogen te zien 6. stappen met een gerust en goed gevoel op de ander af 7. maken zich geen (of nauwelijks) zorgen over de problemen die op hun pad komen; ze proberen deze stap voor stap op te lossen 8. accepteren geen dominant gedrag van een ander en zullen zelf ook voorkomen dat ze dominant tegenover de ander zijn 9. durven risico’s te nemen door zelf weer beslissingen te nemen in hun leven 10. vergroten hun eigenwaarde 11. geloven weer in zichzelf 12. maken afspraken met zichzelf die ze ook na willen komen.

Ervaringsdeskundigheid

C

op

yr

Om het herstel te ondersteunen wordt veel gebruikgemaakt van ervaringsdeskundigheid. Ervaringsdeskundigen zijn mensen die vanuit hun persoonlijke ervaring als cliĂŤnt in de ggz kennis hebben ontwikkeld over het herstel van mensen met psychiatrische aandoeningen. In het beroepscompetentieprofiel van de ervaringsdeskundige staat: Ervaringsdeskundigheid is het vermogen om op grond van eigen herstelervaring voor anderen ruimte te maken voor herstel.

Wanneer wordt ervaringskennis deskundigheid? Er is een verschil tussen ervaring, ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid. Ervaring gaat over gebeurtenissen in iemands leven en de betekenis die diegene eraan geeft. Ervaringen worden ervaringskennis als je er bewust iets mee gaat doen. We spreken dan van individuele

47


Theoriebron Herstel, empowerment en ervaringsdeskundigheid

ervaringskennis. Door deze kennis te delen met anderen en samen te reflecteren ontstaat collectieve ervaringskennis. Als je deze collectieve kennis kunt inzetten om ruimte te maken voor het herstel van anderen, dan word je deskundig.

fb .v

.

Ervaringsdeskundigheid verwerf je door te reflecteren op je eigen ervaringen Ên die van anderen, daaruit collectieve ervaringskennis te filteren en deze aan anderen over te dragen en/of anderen daarmee te ondersteunen – in hun herstel of empowerment. Bron: Bergen, Poll, Werf & Eleonoor, 2015.

Wil je meer weten?

tie

Over herstel is veel informatie te vinden op het internet. Lees bijvoorbeeld eens de informatie op de Website Herstelproces of in het Artikel Herstelspecial. Er zijn ook veel filmpjes die te maken hebben met het begrip herstel en ervaringsdeskundigheid.

u' Ac

Website Herstelproces <

Ed

Artikel Herstelspecial <

C

op

yr

ig

ht

Filmpjes Herstel en ervaringsdeskundigheid <

48


Theoriebron Participatie

Theoriebron Participatie

.

Inleiding

ht

Ed

u' Ac

tie

fb .v

In het werkveld van de geestelijke gezondheidszorg kom je veel cliënten tegen die geïsoleerd leven. In veel gevallen ligt de oorzaak in de psychiatrische kwetsbaarheid zelf, maar ook de omstandigheden en de intelligentie van de cliënt spelen mee. De afgelopen jaren is participatie vanuit de gemeenten een belangrijk begrip geworden. Niet alleen de burgers zelf hebben er belang bij dat mensen meedoen in de maatschappij. Langdurige uitkeringen kosten de gemeenten veel geld. Bovendien is de kans groter dat mensen meer en meer geïsoleerd gaan leven, waardoor ze nog minder vitaal worden.

De Participatieladder.

ig

Wat is participatie?

C

op

yr

Participeren betekent letterlijk meedoen. We bedoelen met deze term meedoen in de maatschappij. Het begrip is met de komst van de Participatiewet een belangrijk begrip geworden. Veel mensen die een (bijstands)uitkering ontvangen, worden vanuit de gemeentelijke overheid gestimuleerd om (vrijwilligers)werk te gaan doen.

Waarom is participatie belangrijk? Psychiatrische kwetsbaarheden gaan vaak samen met eenzaamheid, isolatie en stigmatisering. Het geïsoleerde bestaan wordt in stand gehouden doordat er een kloof lijkt te ontstaan tussen iemands eigen beleving van zijn omgeving en de beleving van de mensen om hem heen. Mensen met autisme of depressies zullen dit herkennen. Maar het kan ook ontstaan doordat iemand in sociale situaties of werksituaties steeds weer hetzelfde probleem tegenkomt bij zichzelf en daar maar niet uitkomt. Mensen met ADHD en persoonlijkheidsstoornissen herkennen dit misschien. Iemand kan op die manier een angst

49


Theoriebron Participatie

fb .v

Welke factoren spelen een rol?

.

ontwikkelen om in herhaling te vallen en opnieuw een teleurstelling op te lopen. Eropuit gaan wordt dan steeds moeilijker. Een beweging de andere kant op draagt juist sterk bij aan het zelfvertrouwen, de sociale contacten, de financiële situatie en het gevoel van ergens bij horen.

Ed

u' Ac

tie

Bij de mate waarin iemand participeert in de maatschappij spelen diverse factoren een rol: • Cognitieve vaardigheden In hoeverre overziet iemand de gevolgen van de keuzes die hij maakt en kan hij vooruitdenken? • Sociale vaardigheden In hoeverre heeft iemand geleerd welk gedrag gewaardeerd wordt in sociaal opzicht en welk gedrag niet? • Psychiatrische diagnoses: depressies, psychoses, autisme • Socialisatie Het voorbeeld dat de ouders hebben gegeven, heeft invloed op de manier waarop iemand in het leven staat. Ook de gevolgde opleiding beïnvloedt de manier van denken en handelen en is daardoor onderdeel van het socialisatieproces. • Zelfvertrouwen Als iemand keer op keer faalt in een werksituatie, bijvoorbeeld door eerdergenoemde factoren, is de kans groot dat diegene in een vicieuze cirkel blijft ronddraaien en steeds minder gelooft dat hij kan leren en zich ontwikkelen. • Werkgelegenheid Is er in de omgeving überhaupt werk beschikbaar dat bereikbaar is? • Geografische woonomgeving Woont iemand in een dorp, ver weg van de steden met werkgelegenheid, dan vraagt dat vaak een extra investering om aan werk te komen, omdat er sprake is van vervoerskosten.

Om de participatie van burgers in kaart te brengen is de Participatieladder ontwikkeld. Dit model wordt gebruikt in gemeenten om te bepalen in hoeverre burgers participanten zijn. Als agogisch medewerker ggz zul je de term tegenkomen als je met Wmo-consulenten spreekt. De ladder kan ook hulpverleners inzicht geven in de status van cliënten (zie Werkmodel Participatieladder).

C

op

yr

ig

Werkmodel Participatieladder <

ht

De Participatieladder

50


Theoriebron Casussen

Theoriebron Casussen

.

Inleiding

fb .v

In deze theoriebron vind je drie casussen die je kunt gebruiken voor jouw onderzoeken in deze cursus. De casussen zijn niet direct verbonden aan bestaande cliënten, maar wel geïnspireerd op ervaringen van begeleiders in de ggz.

Lennard

Ed

u' Ac

tie

Lennard is een man van 56, die inmiddels al vier keer is opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Hij is behandeld met medicatie en heeft een psychiatrisch onderzoek ondergaan, waar meerdere diagnoses uit zijn gekomen. De nieuwste versie is een bipolaire stoornis, persoonlijkheidsstoornis en kenmerken uit het autistisch spectrum. Hij is jarenlang alleen geweest en op zijn 38e vond hij een vrouw, Karin. Ze kregen samen twee kinderen, die nu allebei bij Karin wonen. Ze zijn gescheiden, omdat Karin niet meer met Lennard kon leven. Ze wilde voor haar kinderen een rustig thuis creëren en dat ging niet met deze man. Lennard heeft hier veel verdriet van en kan de scheiding niet accepteren. Ook heeft hij nog heel wat te verwerken van zijn laatste opname, een halfjaar geleden. Hij is toen door politieagenten geboeid meegenomen als een misdadiger. Hijzelf was juist volledig in paniek op dat moment en kon niet anders dan tieren, vloeken en om zich heen slaan. Hij was ongecontroleerd woest geweest in een manische episode. Omstanders waren bang voor hem geworden, alsof hij gevaarlijk was. Lennard wist zelf dat hij niet gevaarlijk was, hij zou een vreemde nooit iets aandoen. Tegen Karin en de kinderen kon hij wel erg tekeergaan, maar ook die zou hij nooit slaan.

ht

Lennard heeft geen contact meer met zijn ex-vrouw en evenmin met zijn kinderen. Hij durft niet en zij weten zelf vermoedelijk ook niet goed wat ze met de situatie aan moeten. Lennard heeft geen broers en zussen. Hij heeft een broer gehad, maar die is overleden aan een ernstige ziekte. Zijn ouders zijn oud. Zijn moeder dementeert en zijn vader is erg slecht ter been. Bovendien wonen ze ver bij hem vandaan.

C

op

yr

ig

Lennard is een handige man. Hij heeft diverse banen gehad, waar hij veel technisch werk heeft gedaan. Hij was altijd goed in snelle oplossingen vinden, daarom wilde men hem graag hebben. Maar hij heeft zijn vertrouwen in zijn eigen kunnen verloren. Er is ook veel veranderd. Veel werk is gedigitaliseerd en geautomatiseerd. Hij is voor honderd procent afgekeurd en hoeft dus niet te werken. Hij vermaakt zich nu af en toe met gezelschap op de schietbaan. Maar echte vrienden wil hij de mensen daar niet noemen. Er is wel een buurman die altijd met zijn hondje langsloopt en met wie Lennard af en toe een praatje maakt. Hij merkt dan dat het klikt, omdat ze beiden veel van honden weten.

51


Theoriebron Casussen

Roos

fb .v

.

De 48-jarige Roos is een gelovige vrouw. Ze heeft haar hele leven voor haar moeder Teuntje gezorgd, die ziek, zwak en eenzaam was. Vader is heel lang geleden weggelopen. De broer van Roos is met zijn vrouw naar Spanje verhuisd. Roos bleef bij haar moeder. Ze was Teuntje dankbaar voor alles wat zij voor Roos heeft gedaan en daarom wilde ze graag voor Teuntje blijven zorgen. Vroeger gingen ze op zondag samen naar de kerk, maar later ging dat niet meer. Ze hadden samen een mooi evenwicht gevonden. Roos deed sinds de basisschool de administratie, de steunkousen, de boodschappen, het huishouden - eigenlijk alles in huis. Zo leerde ze met heel weinig geld rond te komen. Teuntje kreeg een uitkering. En met haar dominante karakter nam zij alle beslissingen en commandeerde ze Roos. Roos hoefde nooit beslissingen te nemen en verantwoordelijkheid te dragen. Ze deed altijd gedwee wat Teuntje wilde.

u' Ac

tie

Toen Teuntje anderhalf jaar geleden overleed, bleef Roos alleen in de woning achter. Alles wat ze had, was ze kwijt. Ze bouwde schulden op, verwaarloosde zichzelf en haar leefomgeving. Omdat haar buren zich zorgen begonnen te maken, is uiteindelijk bemoeizorg ingeschakeld. Nu woont ze in een groepswoning, waar ze zich voornamelijk op haar kamer terugtrekt. Op een activeringscentrum blijkt dat ze van Teuntje veel recepten voor gebak heeft geleerd. Ze vindt bakken leuk om te doen, maar wil het liefst alleen zijn in de keuken.

Jurre

C

op

yr

ig

ht

Ed

Jurre is 19 jaar en sinds zijn achtste wees. Hij heeft al in diverse woongroepen voor jongeren gewoond. Uit het eerste huis moest hij weg omdat de instelling failliet ging. Er is toen een tijdelijk pleeggezin voor hem gezocht, waar hij terechtkon totdat er een plek op een nieuwe woongroep was. In dat pleeggezin is hij gewelddadig behandeld, omdat het gezin onder grote druk leefde en Jurre niet begrepen werd. Hij is er weggelopen. Hij heeft drie maanden in een leegstaand pakhuis gewoond, samen met een volwassen man die genoot van zijn gezelschap. Hij leefde van het eten dat de man voor hem vond. Toen hij ontdekt werd door een medewerker van het Leger des Heils, kwam hij weer bij Jeugdzorg terecht. Ze vonden een woongroep voor hem, waar hij niet de structuur kreeg die hij zocht. Door de vele wisselingen van begeleiding raakte hij overprikkeld en geagiteerd. De begeleiding besloot dat hij onhandelbaar was en dat hij naar een meer gestructureerde woongroep moest. Zo ging het een tijdje door, tot hij op zijn vijftiende besloot bij een vriend te gaan wonen. Hij raakte uit het zicht van Jeugdzorg. De vriend was wat ouder en had een bedrijf in de handel in messen. Jurre kon hem helpen. Hij was verbaal sterk en leek ouder dan hij werkelijk was. Hij bleek een gewiekste handelaar en kon verschrikkelijk hard rennen. Jurre vertelt over deze tijd dat hij veel vertrouwen in zichzelf had en dat dit de beste periode uit zijn leven is geweest. Samen hebben ze zo een tijdje geleefd van de messenhandel, totdat hij gevonden en herkend werd door een sociaal werker en zijn vriend werd opgepakt door de politie. Voor Jurre zat er niets anders op dan weer in een woongroep te gaan wonen. Hier kan hij vaardigheden aanleren om een zelfvoorzienend leven te leiden.

52


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.