41235 Kunstzinnige activiteiten voor kinderen

Page 1

fb .v

.

Training

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Kunstzinnige activiteiten voor kinderen


Colofon

fb .v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Floortje Vissers Titel: Kunstzinnige activiteiten voor kinderen ISBN: 9789037241235 ©

u' Ac

tie

Edu’Actief b.v. 2017 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

C

op

yr

ig

ht

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Over deze training

Over deze training

.

Inleiding

fb .v

Een onderdeel van sociaal-cultureel werk is het bedenken, organiseren, begeleiden maar ook evalueren van activiteiten. In deze training gaat het om kunstzinnige activiteiten voor kinderen, oftewel activiteiten op cultureel en kunstzinnig gebied. Deze zijn gericht op het zelf deelnemen aan kunst en cultuur, op het maken van kunst en het doen van culturele activiteiten. Binnen deze activiteiten is er veel aandacht voor creativiteit, spelen, uitproberen en ontdekken.

ht

Ed

u' Ac

tie

Door middel van kunstzinnige activiteiten werk je aan de kunstzinnige vorming van kinderen. In deze training ga je zulke activiteiten bedenken en uitvoeren en ga je zelf kunst maken.

ig

Bij het thema Kerst zijn veel kunstzinnige activiteiten voor kinderen te bedenken.

Leerdoelen Je hebt kennis van kunstzinnige activiteiten voor kinderen. Je kunt inzicht verwerven in je eigen creatieve proces. Je kunt een kunstzinnige activiteit ontwikkelen voor kinderen. Je kunt een groep instrueren en begeleiden bij de uitvoering van een kunstzinnige activiteit.

C

op

yr

• • • •

3


In deze training werk je ook aan je eigen creativiteit!

Beoordeling

tie

Je wordt op verschillende punten beoordeeld. Deze punten kun je in het beoordelingsformulier terugvinden. De volgende punten zijn belangrijk bij de beoordeling: • Je doet actief mee aan de lessen. • Je hebt een evenredige bijdrage geleverd aan de uitvoering van de groepsopdrachten. • Je hebt alle opdrachten en oefeningen uitgevoerd. • Je mondelinge taalgebruik was net en correct. • Je past communicatieve vaardigheden en theoretische kennis toe bij de demonstratie.

Planning

Aan het einde van de training moet je een demonstratie uitvoeren. Plan deze demonstratie tijdig in. Lees eerst de demonstratie goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere oefeningen van deze training op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

Ed

Planningsformulier <

u' Ac

Beoordelingsformulier <

fb .v

.

Over deze training

ig

ht

Demonstratie: Kunstzinnige activiteit bedenken en uitvoeren Je gaat een kunstzinnige activiteit bedenken aan de hand van de volgende casus. De introductie van de activiteit en de instructie en begeleiding van de deelnemers tijdens de uitvoering van de activiteit laat je als demonstratie zien in de les.

yr

Werkmodel Observatieformulier <

op

Werkmodel Stappenplan activiteit <

C

Werkmodel STARRT-methode < Website YouTube <

4

Casus Je bent kinderwerker in een buurthuis. Elke vrijdagmiddag komen de kinderen van de naastgelegen basisschool van 15.00 tot 17.00 uur naar de instuif in het buurthuis. Binnen het team van het buurthuis is afgesproken om elke maand met een thema te werken. Voor de komende maand moeten een thema en een kunstzinnige activiteit bedacht worden. De kinderen kunnen vier weken bezig zijn met de activiteit. In de vijfde week worden de resultaten van het harde werken van de kinderen gepresenteerd, waarbij ook de ouders uitgenodigd zijn.


Over deze training

fb .v

.

Bijzonderheden: • De activiteit die je bedenkt, moet geschikt zijn voor kinderen in de leeftijd van 5 tot 11 jaar. • De introductie en instructie van de kunstzinnige activiteit geef je aan een deel van je medestudenten. Zij observeren je gedrag met behulp van Werkmodel Observatieformulier. • Vervolgens wordt de activiteit uitgevoerd. Je begeleidt de doelgroep (je medestudenten) bij de uitvoering. Je medestudenten vullen achteraf Werkmodel Observatieformulier aan met observaties gericht op jouw begeleiding bij de uitvoering. • Tijdsindicatie: de demonstratie neemt ongeveer vijf minuten in beslag, de begeleiding bij de uitvoering van de activiteit ongeveer vijftien minuten. • Je levert je activiteitenplan samen met de observaties van je medestudenten in bij de docent.

• •

u' Ac

• •

Ed

Kies een thema passend bij de doelgroep. Bedenk een activiteit van gemiddeld dertig minuten passend bij het thema en de doelgroep. Bereid de activiteit voor volgens het 3 x 3 stappenplan met behulp van Werkmodel Stappenplan activiteit. Je schrijft deze voorbereiding uit in een verslag, dat je later inlevert bij de docent. Zorg voor opnameapparatuur waarmee je uitvoering gefilmd kan worden. Zet de opnameapparatuur aan en voer de kunstzinnige activiteit uit voor vier medestudenten. Je introduceert de activiteit, geeft een instructie en begeleidt de deelnemers bij de uitvoering van de activiteit. De vijfde medestudent observeert jou met behulp van Werkmodel Observatieformulier. Na afloop worden de observaties besproken. Bekijk de opname terug en schrijf een reflectieverslag met behulp van Werkmodel STARRT-methode over de voorbereiding en uitvoering van je kunstzinnige activiteit. Dit voeg je ten slotte toe aan het verslag. De observaties en feedback van je medestudent voeg je toe als bijlage aan het verslag. Upload je filmpje op YouTube en zet de verwijzing naar de link in de bijlage in je verslag.

ht

• •

tie

Processtappen

Eisen aan de demonstratie In het verslag is het gekozen thema beschreven. In het verslag is de activiteit genoemd en de functie van de activiteit beschreven. De kunstzinnige activiteit is ontwikkeld met behulp van het 3 x 3 stappenmodel en uitgeschreven in het verslag. De kunstzinnige activiteit is uitgevoerd voor medestudenten. Daarbij zijn een introductie en instructie gegeven en zijn de medestudenten begeleid bij de uitvoering van de activiteit. Aan het verslag is een reflectieverslag op basis van de STARRT-methode toegevoegd. De bijlage van het verslag bevat de observaties, feedback en een link naar het filmpje.

ig

• • •

• •

Plan voor jezelf een datum waarop je de demonstratie gaat uitvoeren. Vul deze datum in op je planningsformulier.

C

op

yr

5


Oriëntatie

Oriëntatie Oefening 1

Kunstzinnig en creatief verleden

fb .v

.

Kunstzinnige activiteiten worden door kinderen, jongeren, volwassen en ouderen ondernomen. Deze training richt zich alleen op activiteiten voor kinderen. Je gaat bedenken wat jij als kind en als jongere hebt gedaan op kunstzinnig en cultureel gebied. a. Bedenk welke culturele en kunstzinnige activiteiten je gedaan hebt op welke leeftijd en vul deze in het volgende schema in. Leeftijd 5–12

Leeftijd 13–18

u' Ac

tie

Leeftijd 0–4

Ed

Als je alle activiteiten opgeschreven hebt, geef je aan bij welke kunstdiscipline de activiteiten horen. Dit doe je door de vakken in het schema een kleur te geven of door de letter van de kleur erachter te schrijven: theater = geel, muziek = groen, beeldend = blauw, dans = rood. b. Welke kleur overheerst in het schema?

ht

c. Welke activiteiten zou je zelf met een groep kinderen willen ondernemen?

ig

d. Zijn alle activiteiten geschikt voor de leeftijd waarop je ze gedaan hebt?

C

op

yr

e. Wat vind je de leukste van deze activiteiten? Leg je antwoord uit.

f. Is er een eindresultaat van een activiteit waarop je trots bent?

Als het schema helemaal ingevuld is, vergelijk je jouw antwoorden met die van een medestudent.

6


Oriëntatie

Oefening 2

Jij en kunst

fb .v

.

Wat zijn je eigen ervaringen met kunst en cultuur? Probeer de volgende vragen zo goed mogelijk te beantwoorden. a. Wat is de laatste kunstuiting die je gezien hebt? Bijvoorbeeld een film, cabaretvoorstelling of concert. Hoe vond je die?

tie

b. Ben je zelf actief als muzikant, zanger, toneelspeler, majorette, spelleider, tekenaar, ontwerper of iets dergelijks? Wat doe je dan precies?

u' Ac

c. Noem een voorwerp dat je thuis hebt en dat volgens jou kunst is. Vertel waarom dit volgens jou kunst is.

Oefening 3

Zelf tekenen

Ed

d. Wat is volgens jou de belangrijkste functie van kunstzinnige activiteiten?

Bij een kunstzinnige activiteit speelt creativiteit een belangrijke rol. Creativiteit kan heel persoonlijk zijn en is voor iedereen anders. Om te oefenen hoe je creativiteit binnen een activiteit kunt gebruiken, ga je een zelfportret maken zonder daarin je gezicht of lichaam te laten zien. Toch zorg je ervoor dat je herkenbaar bent in het zelfportret.

C

op

yr

ig

ht

Zorg voor een vel A3-papier. • Zorg voor materialen waarmee je kunt tekenen; bijvoorbeeld: grijs potlood, kleurpotlood, balpen, stiften, fineliner, houtskool, Oost-Indische inkt. • Bedenk welke dingen allemaal bij jou passen. Maak hierbij gebruik van de antwoorden op de volgende vragen: – Welke karaktereigenschappen heb je? – Waar houd je van? – Welke kleding draag je het liefst? – Wat doe je het meest? – Wat past juist helemaal niet bij jou? • Teken de dingen waarvan je vindt dat deze bij jou passen. • Gebruik het hele blad, laat zo min mogelijk wit op het A3'tje. • Zorg dat de sfeer die jouw tekening uitstraalt, bij jou past. Vooral met kleur kun je de sfeer van een tekening bepalen. Houd hier rekening mee. a. Heb je al jouw creativiteit gebruikt om het zelfportret te maken?

7


OriĂŤntatie

b. Ben je tevreden over het zelfportret?

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

c. Wat zou je de volgende keer anders doen?

8


Kennis van kunstzinnige activiteiten

.

Kennis van kunstzinnige activiteiten

fb .v

Inleiding

tie

Kunstzinnige activiteiten zijn er in alle soorten en maten. Een rap schrijven bijvoorbeeld is een kunstzinnige activiteit, maar dat geldt ook voor met een groepje een zelfverzonnen kunstvogel bouwen of een bezoek brengen aan een voorstelling. Zoals je zult begrijpen, kan de functie van kunstzinnige activiteiten verschillen. Deze training richt zich op het vergroten van de creatieve en kunstzinnige vaardigheden van kinderen.

Leerdoelen • • •

yr

ig

ht

Ed

Je kunt het begrip kunst uitleggen en kunt uitleggen op welke gebieden een kind zich ontwikkelt met behulp van kunstzinnige activiteiten. Je kunt de functies van kunstzinnige activiteiten binnen het sociaal-cultureel werk uitleggen. Je kunt de begrippen actief, receptief en reflectief in relatie met kunstzinnige activiteiten uitleggen. Je kunt uitleggen welke thema’s geschikt zijn voor kinderen en kunt daarbij verschillende activiteiten benoemen. Je kunt uitleggen hoe je kinderen kunt motiveren om deel te nemen aan een activiteit.

u' Ac

C

op

Een kunstactiviteit binnen het thema herfst.

9


Kennis van kunstzinnige activiteiten

Kunstzinnige activiteiten zijn activiteiten op cultureel en kunstzinnig gebied. Maar wat is cultuur? En wat is kunst? In deze opdracht ga je daarmee aan de slag. a. Zoek op de website Encyclo een betekenis van het begrip kunst die je goed vindt. Leg uit waarom je deze goed vindt.

.

Theoriebron Kennis van kunstzinnige activiteiten voor kinderen <

Kunst en ontwikkeling van kinderen

fb .v

Oefening 1

b. Zoek op de website Encyclo een betekenis van het begrip cultuur die je goed vindt. Leg uit waarom je deze goed vindt.

u' Ac

Filmpje Esthetica in een notendop <

tie

Website Encyclo <

Ed

Binnen het sociaal-cultureel werk voer je kunstzinnige activiteiten uit met kinderen, omdat je een bepaald doel wilt bereiken. Maar buiten dit doel werkt een kind tijdens een kunstzinnige activiteit ook aan andere ontwikkelingsgebieden. Lees de volgende zinnen en geef aan op welk gebied het kind zich ontwikkelt. Maak gebruik van de theoriebron.

ht

c. Joeri is 12 jaar. Hij snijdt met behulp van een hobbymes een cirkel uit karton. Zijn zusje van 6 kan dit nog niet, zij heeft er de fysieke kracht nog niet voor.

C

op

yr

ig

d. Veerle houdt van tekenen en schilderen, het liefst in haar eentje. Mirjam, de sociaal-cultureel werker, wil met de kinderen een toneelstukje gaan voorbereiden en uitvoeren. Ze vraagt Veerle om een verhaal te schrijven. Veerle doet wat Mirjam vraagt, maar zegt wel dat ze niet creatief genoeg is om dit te kunnen bedenken. Volgens Mirjam gaat het uitstekend en Veerle kan samen met drie andere kinderen gaan oefenen.

10

e. Lieke bekijkt met enkele kinderen een filmpje over de schilderijen van Johannes Vermeer. Ze vertelt daarbij dat Vermeer schilderijen maakte waarin het tijdsbeeld goed terug te zien is: de tijd van de gouden eeuw. Finn van 12 zegt dat hij de schilderijen mooi vindt, niet om wat hij ziet maar om het idee van Vermeer erachter.


Kennis van kunstzinnige activiteiten

Oefening 3

• •

Maak in viertallen een lijst in Word met zo veel mogelijk kunstzinnige activiteiten die je kunt bedenken. Print de lijst en knip de activiteiten uit. Tip: zorg in Word dus voor voldoende regelafstand tussen de activiteiten. Pak zeven vellen A4-papier en schrijf op elk blad één functie. Nu kunnen jullie de activiteiten bij de juiste functie leggen. Als de activiteit bij meerdere functies past, leg je de activiteit bij de functie die in jullie ogen het belangrijkst is.

.

Functie van kunstzinnige activiteiten

Je gaat op zoek naar bestaande kunstzinnige activiteiten voor kinderen in jouw gemeente en bedenkt wat de functie van deze activiteiten is binnen het sociaal-cultureel werk. Je maakt hierbij gebruik van actieve, receptieve en reflectieve activiteiten. Beantwoord de volgende vragen. a. Wat zijn actieve kunstzinnige activiteiten?

u' Ac

Theoriebron Kennis van kunstzinnige activiteiten voor kinderen <

Kunstzinnige activiteiten kunnen diverse functies hebben.

fb .v

Theoriebron Kennis van kunstzinnige activiteiten voor kinderen <

Welke functies zijn mogelijk?

tie

Oefening 2

Ed

b. Wat zijn receptieve kunstzinnige activiteiten?

c. Wat zijn reflectieve kunstzinnige activiteiten?

ig

ht

Ga op het internet of in wijkkranten op zoek naar kunstzinnige activiteiten voor kinderen die in jouw gemeente georganiseerd worden. Print of knip afbeeldingen van de activiteiten uit en plak ze op een A4’tje. Noteer bij elke afbeelding een korte omschrijving en de functie van de activiteit in je overzicht.

e. Zijn er verschillen tussen de functies die jullie bij de activiteiten beschreven hebben?

C

op

yr

d. Vergelijk je overzicht met dat van een medestudent. Hebben jullie dezelfde activiteiten gevonden? Of juist andere? Hoe komt dat, denk je?

11


Theoriebron Kennis van kunstzinnige activiteiten voor kinderen <

Thema's en activiteiten bedenken

Als je een kunstzinnige activiteit gaat ontwikkelen, is het handig om een aantal thema’s voor activiteiten te kennen. Daarom ga je zelf thema’s bedenken die geschikt zijn voor kinderen en waarbij je activiteiten zou kunnen ontwikkelen.

u' Ac

Oefening 4

a. In de eerste plaats is het van belang dat je weet wat de drie soorten thema's inhouden. Noem de drie soorten thema's en leg ze in je eigen woorden uit.

ht

Website Nu.nl <

Uitleg:

yr

ig

Thema 2:

C

op

Uitleg:

Thema 3:

Uitleg:

12

Ed

Thema 1. Werkmodel Thema's en activiteiten voor kinderen <

tie

Doel, een verlaten dorp in BelgiĂŤ. Is dit kunst?

fb .v

.

Kennis van kunstzinnige activiteiten


fb .v

b. Vorm drietallen. • Bekijk Werkmodel Thema's en activiteiten voor kinderen. • Werk per student een van de drie soorten thema's uit: je bedenkt zes thema's (onderdeel 1. Thema's bedenken). Tip: je hebt dus ieder één werkmodel nodig. Tip: voor het bedenken van thema's kun je gebruikmaken van websites zoals nu.nl. • Bespreek de thema's met elkaar. Waarom heb jij voor deze thema's gekozen? • Welk thema vinden jullie het best? Leg je antwoord uit.

.

Kennis van kunstzinnige activiteiten

Een thema waarmee alle kinderen te maken hebben of krijgen, is school. Ook jij hebt te maken met school; je kent deze door en door. Je gaat het thema 'school' op een verrassende manier in beeld brengen door middel van fotografie. Dit doe je door binnen de school foto’s te maken, die jouw medestudenten op een andere manier naar de school laten kijken.

Ed

Theoriebron Kennis van kunstzinnige activiteiten voor kinderen <

Thema uitwerken

a. Welke plekken of dingen binnen de school die bijzonder, spannend, vreemd of verrassend zijn, zou je kunnen fotograferen?

Maak minimaal tien foto's van deze plekken of dingen. Doe dit op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door heel sterk in te zoomen op wat je wilt fotograferen, door een klein detail te fotograferen en door iets van bovenaf of onderaf te fotograferen. Zorg dat de foto’s er mooi uitzien. Als je voldoende foto’s gemaakt hebt, ga je terug naar het lokaal en zet je de foto’s op de computer. Bekijk ze goed. Kies samen de vijf beste exemplaren uit: de foto's waarvan jij vindt dat deze het best het thema 'school' op een verrassende manier laten zien. Presenteer de foto’s die jullie gemaakt hebben via de beamer aan de rest van de klas. Vertel waarom jullie juist deze foto’s uitgekozen hebben om te laten zien. Bespreek met de klas waarom deze foto’s het thema 'school' op een verrassende manier laten zien.

ig

ht

Oefening 5

u' Ac

tie

c. Jullie gaan individueel vier activiteiten bedenken bij het door jullie gekozen thema, namelijk een theater-, een dans-, een muziek- en een beeldende activiteit (onderdeel 2. Activiteiten bedenken). • Bespreek de activiteiten met elkaar. Hoe ben je op deze activiteiten gekomen? • Welke activiteit vinden jullie het best? Leg je antwoord uit.

yr

C

op

b. Vond de klas jullie foto’s bij het thema 'school' verrassend? Waarom wel of niet?

c. Wat zou je de volgende keer anders aanpakken?

13


Kennis van kunstzinnige activiteiten

Om kinderen te motiveren zijn zes sleutelfactoren beschreven. Leg de zes factoren in je eigen woorden uit. Beschrijf aan de hand van een voorbeeld hoe jij deze succesfactor in de praktijk zou kunnen toepassen bij een kunstzinnige activiteit. Factor 1: succesbeleving

.

Theoriebron Begeleiden bij kunstzinnige activiteiten <

Motiveren

fb .v

Oefening 6

u' Ac

Factor 2: individuele aanspreekbaarheid

Ed

Voorbeeld:

ig

ht

Factor 3: feedback, kennis van de resultaten

C

op

yr

Voorbeeld:

Factor 4: betekenis geven

Voorbeeld:

14

tie

Voorbeeld


Kennis van kunstzinnige activiteiten

.

Factor 5: interesse in de deelnemer en veiligheid

fb .v

Voorbeeld:

u' Ac

tie

Factor 6: positieve benadering

C

op

yr

ig

ht

Ed

Voorbeeld:

15


Je eigen creatieve proces

Je eigen creatieve proces

.

Inleiding

fb .v

Om een kunstzinnige activiteit goed te kunnen begeleiden, is het handig om te weten hoe het is om zelf een beeldend werkstuk, toneelstuk of gedicht te maken en uit te voeren. Bij het maken van bijvoorbeeld een beeldend werkstuk doorloop je meestal een aantal stappen. Dit wordt het creatieve proces genoemd. Een creatief proces bestaat uit de volgende onderdelen: oriëntatie, onderzoek, vaststellen product, uitvoeren, reflectie. In de komende opdrachten ga je hiermee aan de slag.

u' Ac

Je kunt je oriënteren op een onderwerp. Je kunt een (beeldend) onderzoek uitvoeren. Je kunt het ontwerp vaststellen. Je kunt het ontwerp uitvoeren. Je kunt het ontwerp presenteren en reflecteren op het creatieve proces.

ht

Ed

• • • • •

tie

Leerdoelen

C

op

yr

ig

Inzicht in jezelf is van belang als je kinderen wilt begeleiden in hun creatieve proces.

16


Je eigen creatieve proces

Theoriebron Kennis van kunstzinnige activiteiten voor kinderen <

Kies een thema uit dat jou geschikt lijkt voor kinderen in de leeftijdscategorie 4 tot 12 jaar, maar dat jou zelf ook aanspreekt. Je gaat je oriënteren op dat thema door het maken van een mindmap. Je mag dit doen op A3-papier, met behulp van Werkmodel Mindmap, of digitaal met behulp van een digitaal hulpmiddel zoals Lino. Voorbereiding • Zorg voor tijdschriften. • Je hebt een vel A3-papier nodig en tekenmateriaal. • Kies een thema uit dat je aanspreekt en waarmee je een tijdje bezig wilt zijn.

.

Theoriebron Creatief proces <

Oriënteren

fb .v

Oefening 1

Website Lino <

Uitvoering • Schrijf in het midden van het A3-papier/Lino het thema dat je gekozen hebt om er een werkstuk bij te maken. Denk uitgebreid na over dit thema. Schrijf alles waaraan je moet denken bij het thema op het A3-papier. Ga in tijdschriften op zoek naar plaatjes, foto’s en teksten die volgens jou passen bij het thema. Je mag er ook bij tekenen, schilderen of schetsen. • Probeer het blad/Lino zo vol mogelijk te krijgen en geef het bewust vorm. • Leg je mindmap uit aan een medestudent en bespreek waarom jij vindt dat de associaties, ideeën en afbeeldingen die je op de mindmap geplaatst hebt bij het thema passen.

Website MisterMotley.nl <

Reflectie a. Ben je tevreden over je mindmap? Heb je nog onderdelen aangepast na de bespreking met je medestudent?

Ed

Website Yayeveryday <

u' Ac

tie

Werkmodel Mindmap <

b. Als je naar de mindmap kijkt, krijg je dan een volledig beeld van het thema? Leg je antwoord uit.

Oefening 2

Beeldend onderzoek uitvoeren In een beeldend onderzoek probeer je erachter te komen op welke manier je het best bij een bepaald thema een werkstuk kunt maken. Aan het einde van het beeldend onderzoek maak je aan de hand van de schetsen en materiaalstudies die je gemaakt hebt een keuze voor het definitieve ontwerp van je werkstuk.

C

op

yr

ig

Theoriebron Creatief proces <

ht

Website Arts & Culture <

Voorbereiding • Bedenk of je een ruimtelijk werkstuk of een werkstuk op papier wilt maken. • Je hebt minimaal vier A4-tekenbladen nodig. • Je hebt verschillende materialen nodig voor het beeldend onderzoek. Bijvoorbeeld: verf, krijt, gekleurd papier, Oost-Indische inkt, aquarelpotloden, karton, ijzerdraad en/of hout. Vraag je docent welke materialen voorhanden zijn. • Noteer op een vel papier twee ideeën voor het maken van een werkstuk bij het thema. Uitvoering • Je gaat onderzoeken hoe je je beeldend werkstuk het best kunt maken, en op welke manier je jouw ideeën het best kunt uitvoeren. Maak minimaal vier uitgebreide schetsen bij de twee ideeën die je hebt voor het werkstuk bij het thema. • In elke schets gebruik je minimaal vier verschillende materialen. • Houd bij het maken van de schetsen rekening met de indeling van het blad en met de manier waarop je het materiaal gebruikt. Zorg ervoor dat de schetsen origineel zijn.

17


Je eigen creatieve proces

Reflectie a. Hoe vond je het om een beeldend onderzoek te doen?

.

Elke keer als je een schets hebt afgerond, schrijf je op de achterzijde wat je mooi vindt aan de schets en wat je er niet mooi aan vindt. Als je na deze vier schetsen nog niet goed weet hoe je het best je beeldend werkstuk zou kunnen vormgeven, ga je verder met het maken van schetsen. Dit doe je totdat je een idee hebt voor je werkstuk.

fb .v

tie

b. Zijn er schetsen waarover je meer tevreden bent dan over andere? Waardoor komt dit?

Oefening 3

Vaststellen en uitvoeren ontwerp

Je gaat vaststellen welk ontwerp je wilt uitvoeren, hoe je het beeldend werkstuk gaat maken. Dat doe je aan de hand van enkele vragen. Vervolgens ga je naar de volgende fase in het creatieve proces: je gaat het ontwerp uitvoeren. Ook tijdens het maken van je werkstuk kun je tussendoor nog schetsen maken om iets uit te proberen.

Ed

Theoriebron Creatief proces <

u' Ac

c. Kun je uit de schetsen die je gemaakt hebt een schets kiezen die je wilt uitvoeren?

ig

ht

Voorbereiding • Bekijk je schetsen nog eens goed. • Om een keuze te kunnen maken voor een ontwerp geef je antwoord op de volgende vragen. a. Welke van de vier schetsen vind je de beste en waarom?

C

op

yr

b. Welke materialen ga je gebruiken om je ontwerp uit te voeren?

c. Zijn er gereedschappen die je nodig hebt om je ontwerp te kunnen uitvoeren? Zo ja, welke?

d. Welke kleuren ga je gebruiken in je ontwerp? Hoe past dit bij het thema?

18


Je eigen creatieve proces

e. Welke vormen ga je gebruiken in je ontwerp (rond en zacht, hoekig of grillig)?

fb .v

.

f. Hoe is het thema terug te zien in je ontwerp?

Verzamel de materialen die je nodig hebt voor het maken van het werkstuk.

u' Ac

tie

Uitvoering • Voer het ontwerp van jouw keuze uit. Maak het werkstuk bij het thema. Teken, schilder, kneed, plak of bouw je werkstuk. Zorg dat het er goed uit komt te zien. • Als je denkt dat je klaar bent, vraag je een medestudent om je werkstuk te bekijken. Vraag of je studiegenoot nog tips heeft om het te verbeteren of aan te passen. Ben je het eens met de tips van je studiegenoot, voer ze dan uit. • Neem af en toe even wat afstand van je werkstuk en bekijk het dan grondig. Gaat het de goede kant op? Pas eventueel dingen aan waarover je nog niet tevreden bent. Reflectie g. Ben je tevreden over je werkstuk? Leg uit waarom.

Ed

h. Zou je het werkstuk dat je gemaakt hebt als voorbeeld bij een activiteit kunnen gebruiken? Waarom wel of niet?

De reflectie op het beeldend werkstuk kan op verschillende manieren plaatsvinden. De meest voorkomende is dat het werkstuk gepresenteerd wordt tijdens bijvoorbeeld een expositie, besproken wordt met een groep studiegenoten of aan bod komt door het schrijven van een tekst over het werkstuk. In deze opdracht ga je individueel aan de slag, je presenteert je werkstuk vervolgens aan drie medestudenten.

ig

Theoriebron Creatief proces <

Presentatie en reflectie

ht

Oefening 4

yr

Werkmodel Observatieformulier <

C

op

Voorbereiding a. Wat zijn de goede kanten van je werkstuk en wat zijn de minder goede kanten?

b. Is je werkstuk origineel? Heb je het helemaal zelf bedacht? Past het werkstuk bij jou als persoon?

19


Je eigen creatieve proces

fb .v

.

c. Bedenk een passende manier om jouw werkstuk te presenteren. Zorg dat de manier van presenteren past bij het thema waarbij je het werkstuk hebt gemaakt. Beschrijf hieronder hoe jij je werkstuk wilt presenteren en waarom dit bij jouw werkstuk past.

u' Ac

tie

Uitvoering • Bereid de presentatie voor zoals je hierboven beschreven hebt. • Zoek drie medestudenten aan wie je het werkstuk gaat presenteren. Deel aan hen Werkmodel Observatieformulier uit, zodat ze je kunnen observeren. • Voer je presentatie uit, je medestudenten observeren. d. De observatoren bespreken de observatie en geven feedback. Welke feedback heb je gekregen?

ht

Ed

Reflectie e. Is het gelukt om je werkstuk over te brengen op je medestudenten zoals je van plan was?

C

op

yr

ig

f. Ben je het eens met de feedback die je gekregen hebt? Leg je antwoord uit.

20


Kunstzinnige activiteiten ontwikkelen

.

Kunstzinnige activiteiten ontwikkelen

fb .v

Inleiding

tie

Wanneer je een kunstzinnige activiteit ontwikkelt, is het belangrijk dat deze aansluit bij de wensen en behoeften van de deelnemers. Je kunt op diverse manieren achterhalen wat deelnemers al weten en kunnen, en waar hun interesses liggen. Dit kun je bijvoorbeeld doen met behulp van een observatie of een vraaggesprek. Wanneer de beginsituatie helder is, kun je de activiteit verder gaan voorbereiden. Hiervoor is een stappenplan ontwikkeld. In deze set ga je hiermee oefenen.

Leerdoelen •

ig

ht

Ed

Je kunt een kunstzinnige activiteit voorbereiden door het beschrijven van de beginsituatie, het formuleren van doelen en het maken van een planbeschrijving. Je kunt beschrijven hoe je een kunstzinnige activiteit gaat uitvoeren door het beschrijven van de introductie, begeleiding en afsluiting. Je kunt beschrijven hoe je een kunstzinnige activiteit gaat evalueren door het beschrijven van een product- en procesevaluatie en het trekken van conclusies uit de evaluatie.

u' Ac

yr

De benodigde materialen en middelen neem je op in je plan voor de ontwikkeling.

C

op

Oefening 1

Theoriebron Kunstzinnige activiteiten ontwikkelen <

Theatervoorstelling voorbereiden Je gaat een theatervoorstelling voorbereiden op basis van een sprookje. Voorbereiding • Lees de casus.

Theatervoorstelling voor ouders en kennissen Website Sprookjes van Grimm <

Je werkt in een buurthuis. Jij en je collega hebben de taak om met een groep van twintig kinderen een theatervoorstelling te maken. In de herfstvakantie ga je de voorstelling met de kinderen instuderen. Aan het einde van de week wordt deze in een klein theater echt opgevoerd voor ouders en kennissen. Je kunt daar gebruikmaken van professionele

21


Kunstzinnige activiteiten ontwikkelen

• •

Lees je in op het gebied van sprookjes. Bekijk bijvoorbeeld de website Sprookjes van Grimm, die een overzicht bevat van de sprookjes van de gebroeders Grimm. Kies een verhaal waarvan je denkt dat het kinderen aanspreekt. Vorm een tweetal.

fb .v

.

theaterapparatuur. Jij en je collega willen de voorstelling grondig voorbereiden en gaan te werk als echte theaterregisseurs. Jullie kiezen een bestaand verhaal en schrijven hierbij een script, werken de personages uit en bedenken een compleet toneelbeeld, inclusief decor en kostuums.

Ed

u' Ac

tie

Uitvoering • De voorstelling die jullie met de kinderen gaan maken, moet minimaal veertig minuten duren. Vraag je af of het door jullie gekozen verhaal genoeg in zich heeft voor het vullen van een veertig minuten durende voorstelling. • Werk de voorstelling op papier helemaal uit. Schrijf een samenvatting van het verhaal en maak er een script van. In een script staan de scènes van de voorstelling, de dialogen, de monologen en de handelingen die de spelers op het toneel doen. Het is handig als je ook een overzichtje maakt van de rollen die gespeeld gaan worden. • Bedenk welke geluidseffecten je waar en wanneer in het theaterstuk inzet, hoe het decor eruitziet en welke kostuums de kinderen gaan dragen. Je moet minimaal twee muzieknummers verwerken in de voorstelling. • Maak een tekening waarmee je laat zien hoe het toneel eruit komt te zien. • Uiteindelijk heb je de onderstaande onderdelen als product van deze opdracht: – een samenvatting van het verhaal – een script van de voorstelling – een beschrijving van de rollen – een tekening van het toneel met daarop aangegeven waar het decor staat en hoe het eruitziet – een overzicht van de muziek en het geluid die gebruikt worden in de voorstelling.

ht

Reflectie a. Hoe ging het bedenken van de voorstelling?

yr

ig

b. Hoe verliep de samenwerking?

C

op

c. Ben je tevreden over de plannen voor de voorstelling?

22


Kunstzinnige activiteiten ontwikkelen

Oefening 2

.

Voorbereiding • Bekijk Werkmodel Stappenplan activiteit. Voor deze opdracht ga je later stap 1 tot en met 3 uitwerken. • Bedenk kunstzinnige activiteiten binnen het thema Zomer voor kinderen: activiteiten gericht op dans, theater, muziek en op beeldend gebied. • Zoek een kind dat je mag interviewen en observeren. Maak een afspraak met de ouders. • Noteer enkele vragen gericht op de interesses van het kind. Denk hierbij aan vragen als: – Wat vind jij leuk aan de zomer? – Houd je van knutselen, toneelspelen, dansen, muziek maken? • Stel observatiepunten op: als de situatie zich voordoet en je mag en kunt het kind observeren terwijl het bijvoorbeeld aan het knutselen is, waar ga je dan op letten? Als er geen mogelijkheid is om te observeren, kun je de ouders vragen naar 'werkjes' van het kind, zodat je kunt inschatten hoe ver het kind ontwikkeld is op dat gebied.

tie

Werkmodel Stappenplan activiteit <

In deze opdracht ga je een vraaggesprek en observatie uitvoeren met een kind. Dit doe je om een kunstzinnige activiteit binnen het thema Zomer voor te kunnen bereiden.

fb .v

Theoriebron Kunstzinnige activiteiten ontwikkelen <

Een kunstzinnige activiteit voorbereiden

u' Ac

Uitvoering • Stel de vragen aan het kind en noteer de antwoorden. • Als het mag en kan, observeer je het kind als het iets aan het knutselen of tekenen is, aan het toneelspelen is of iets anders kunstzinnigs doet. Als het niet mogelijk is om het kind te observeren, stel je vragen aan de ouders over de kunstzinnige vaardigheden van het kind. • Werk stap 1 tot en met 3 uit van Werkmodel Stappenplan activiteit.

ht

Ed

Reflectie a. Wat vond je lastig of juist makkelijk bij het achterhalen van de beginsituatie van het kind? Hoe kwam dat?

C

op

yr

ig

b. Hoe zou je dat de volgende keer anders kunnen doen?

23


Kunstzinnige activiteiten ontwikkelen

Oefening 3

Jullie gaan twee kunstzinnige activiteiten bedenken: één beeldende en één theateractiviteit. De activiteiten zijn bedoeld voor kinderen in de leeftijd van 10 tot 12 jaar. Voorbereiding • Bekijk Werkmodel Thema's en activiteiten voor kinderen. Vul individueel het eerste deel (thema's bedenken) en het tweede deel (activiteiten bedenken) in van het Werkmodel. Je bedenkt een theater-, dans-, muziek- en een beeldende activiteit. • Bedenk nogmaals bij hetzelfde thema activiteiten, maar deze keer alleen beeldende activiteiten. Vul vervolgens deel 3 van het Werkmodel in (nog meer activiteiten bedenken). • Bedenk nogmaals bij hetzelfde thema activiteiten, maar deze keer alleen muziekactiviteiten. Vul vervolgens deel 3 van het Werkmodel in (nog meer activiteiten bedenken). • Vergelijk de uitwerking van deze opdracht met die van twee medestudenten en bespreek samen het volgende: – Hebben jullie hetzelfde of een ander thema gekozen? – Welk soort activiteiten hebben jullie bedacht? – Wat zijn de overeenkomsten tussen de activiteiten die jullie bedacht hebben? – Op welke manier verschillen de activiteiten?

u' Ac

tie

Werkmodel Thema's en activiteiten voor kinderen <

fb .v

.

Theoriebron Kunstzinnige activiteiten ontwikkelen <

Werkmodel Stappenplan activiteit <

Een beeldende en een muziekactiviteit ontwikkelen

Ed

Uitvoering • Kies een beeldende activiteit en een theateractiviteit die je bij de voorbereiding bedacht hebt. Om de activiteiten verder uit te werken, maak je gebruik van het 3 x 3 stappenplan (beschreven in Werkmodel Stappenplan activiteit). Maak gebruik van het stappenplan en schrijf een voorbereiding voor de activiteiten (stap 1 tot en met 3). De activiteiten kun je tijdens de training niet uitvoeren. Wel kun je bedenken waar je tijdens het uitvoeren van de activiteiten rekening mee zou kunnen houden of tegenaan zou kunnen lopen. Daarom omschrijf je ook stap 4 tot en met 6 (het uitvoeren van activiteiten).

ht

Reflectie a. Ben je tevreden over de activiteiten die je bedacht hebt? Waarom wel of waarom niet?

ig

b. Wat zijn volgens jou aandachtspunten bij de activiteiten die je bedacht hebt?

C

op

yr

c. Kun je deze activiteiten ook een keer echt uitvoeren? Zou je dat willen?

24


Kunstzinnige activiteiten ontwikkelen

Oefening 4

.

Voorbereiding • Kies een bestaand kunstwerk uit dat je aanspreekt, bijvoorbeeld een schilderij, film, theatervoorstelling, muzieknummer.

Uitvoering • Je gaat naar aanleiding van het door jou gekozen kunstwerk een kunstzinnige activiteit bedenken die hierop geïnspireerd is. In de kunstzinnige activiteit die je bedenkt, moet een actief, receptief en reflectief onderdeel zitten. De kinderen moeten dus kunst bekijken/luisteren (receptie), kunst maken en reflecteren op hetgeen zij gemaakt hebben. En belangrijk: in de kunstzinnige activiteit moeten twee verschillende kunstdisciplines verwerkt zitten. Werk de kunstzinnige activiteit uit met behulp van Werkmodel Stappenplan activiteit. • Als je de activiteit hebt afgerond, laat je deze aan een medestudent zien. Laat hem of haar beoordelen of de activiteit aan de opdracht voldoet zoals die beschreven is.

u' Ac

tie

Werkmodel Stappenplan activiteit <

Je gaat een kunstzinnige activiteit maken waarin meerdere kunstdisciplines een rol spelen en waarin je meerdere vormen van kunstzinnige leerprocessen laat plaatsvinden. Bij kunstzinnige activiteiten wordt er onderscheid gemaakt tussen leerprocessen waarbij je zelf iets maakt (actieve kunstopdracht) en leerprocessen waarbij je kijkt/luistert naar een kunstwerk (kunstbezoek).

fb .v

Theoriebron Kunstzinnige activiteiten ontwikkelen <

Meerdere kunstdisciplines

Ed

Reflectie a. Is het kunstwerk dat je als inspiratiebron hebt gebruikt, te herkennen in de activiteit?

b. Ben je tevreden over de activiteit die je bedacht hebt? Licht je antwoord toe.

C

op

yr

ig

ht

c. Hoe vond je het om een kunstzinnige activiteit te bedenken naar aanleiding van een bestaand kunstwerk?

25


Kinderen begeleiden bij een kunstzinnige activiteit

.

Kinderen begeleiden bij een kunstzinnige activiteit

fb .v

Inleiding

tie

Bij een activiteit hoort altijd een introductie. In de introductie maakt een kind dat deelneemt aan een activiteit er voor het eerst kennis mee. Het is dan ook een belangrijk onderdeel van een activiteit. Wanneer de kunstzinnige activiteit omvangrijker is, of uit meerdere bijeenkomsten bestaat, is het raadzaam om een uitgebreide instructie te geven. In deze set ga je hiermee aan de slag en oefen je tevens met het stimuleren en motiveren van de creativiteit van de kinderen.

Leerdoelen

u' Ac

Je kunt een kunstzinnige activiteit introduceren bij kinderen. Je kunt een instructie geven aan kinderen. Je kunt vragen van kinderen beantwoorden en vragen stellen. Je kunt kinderen motiveren om zich actief in te zetten voor de activiteit. Je kunt kinderen stimuleren om origineel te denken, te denken en flexibel te denken.

ig

ht

Ed

• • • • •

C

op

yr

Praten over motivatie helpt alleen bij mensen die al gemotiveerd zijn.

26


Kinderen begeleiden bij een kunstzinnige activiteit

Werkmodel Observatieformulier <

.

Voorbereiding • Zorg voor pen en papier. • Bespreek met je docent wanneer hij een opdracht of oefening bij jullie gaat introduceren. Uitvoering • Observeer de introductie en instructie van je docent bij een opdracht of oefening. Noteer alles zorgvuldig volgens het observatieschema. • Nadat je het schema volledig hebt ingevuld, vergelijk je dit met de ingevulde schema’s van twee medestudenten. Zijn jullie andere dingen opgevallen? Waardoor komt dit? Reflectie a. Zijn jou dingen opgevallen die je zelf ook zou willen toepassen? Zo ja, welke en waarom?

u' Ac

Artikel Wat is jouw dominante zintuig? <

Om zelf goed een kunstzinnige activiteit te kunnen introduceren en de instructie bij de activiteit te kunnen geven, is het handig als je weet hoe anderen dit doen. Daarom ga je observeren hoe jouw eigen docent de introductie en instructie van een opdracht doet. Voer de observatie uit aan de hand van Werkmodel Observatieformulier.

fb .v

Theoriebron Begeleiden bij kunstzinnige activiteiten <

Observeren bij een instructie

tie

Oefening 1

Oefening 2 Website Creativ Company <

Ed

b. Wat zou je zelf anders doen en waarom?

Introductie van een activiteit

Je gaat een introductie bedenken voor een creatieve en kunstzinnige activiteit. Samen met een medestudent verzin je zo’n activiteit. De introductie gaan jullie individueel helemaal uitschrijven en daarna onderling vergelijken.

ig

ht

Voorbereiding • Vorm een tweetal. • Bedenk samen een creatieve en kunstzinnige activiteit die jullie beiden aanspreekt. Je kunt hierbij gebruikmaken van de website Creativ Company. • Omschrijf de activiteit in je eigen woorden en geef aan voor welke leeftijd deze bedoeld is.

C

op

yr

Uitvoering • Je werkt nu individueel verder aan de opdracht. Bedenk allebei apart een voor kinderen aansprekende introductie. • Schrijf de introductie helemaal uit. Omschrijf daarbij de volgende punten: – Wat ga je vertellen en hoe doe je dit? Ga je het voorlezen, presenteren via een Prezi/PowerPoint of laat je een kort filmpje zien? – Wat heb je nodig voor de introductie? – Wat ga je laten zien en hoe doe je dit? – Hoelang gaat de introductie duren? • Als jullie klaar zijn met het schrijven van de introducties, ga je ze met elkaar vergelijken en bespreek je wat de verschillen en overeenkomsten zijn. a. Wat zijn de overeenkomsten tussen jullie introducties?

27


Kinderen begeleiden bij een kunstzinnige activiteit

Geef elkaar tips over wat er nog verbeterd zou kunnen worden.

fb .v

.

b. Wat zijn de verschillen tussen jullie introducties?

c. Welke tips heb jij ontvangen?

tie

Reflectie d. Ben je tevreden over de introductie zoals je die nu geschreven hebt? Leg uit waarom.

u' Ac

e. Welke van de twee introducties zou je liever uitvoeren? Waarom?

Ed

f. Welk element binnen de introductie zorgt ervoor dat kinderen enthousiast worden over de activiteit?

Instructie voorbereiden en uitvoeren Jullie krijgen van de docent ieder één kaartje met daarop een kunstzinnige activiteit. Voor deze activiteit bereid je een instructie voor. Vervolgens voer je deze instructie uit en motiveer je de kinderen (je medestudenten) in een rollenspel. Een andere medestudent observeert.

ig

Oefening 3

ht

g. Zou je de introductie zoals je die nu bedacht hebt bijvoorbeeld door een kleine aanpassing ook kunnen inzetten bij andere activiteiten?

yr

Theoriebron Begeleiden bij kunstzinnige activiteiten <

C

op

Werkmodel Instructie voorbereiden <

Werkmodel Observatieformulier <

28

Voorbereiding • Vorm groepjes van vier studenten. • Lees de activiteitenbeschrijving op het kaartje dat je van de docent gekregen hebt. • Bekijk Werkmodel Instructie voorbereiden. • Bereid je instructie voor met behulp van het Werkmodel. • Verdeel de rollen: één student gaat als eerste zijn instructie geven, twee studenten spelen de rol van kind en één student observeert.


Kinderen begeleiden bij een kunstzinnige activiteit

fb .v

.

Uitvoering • De eerste student geeft instructie en motiveert de kinderen bij de uitvoering. De twee kinderen luisteren en voeren de opdracht uit. De observator observeert met behulp van Werkmodel Observatieformulier gericht op motivatie en instructie. • Na gemiddeld twintig minuten wordt de activiteit afgesloten en wordt de uitvoering nabesproken. Aan de hand van zijn observaties geeft de observator feedback op het gebied van instructie en motivatie. • Hierna wisselen jullie van rol, zodat elke student eenmaal instructie heeft gegeven en geobserveerd. Elk rollenspel wordt afgesloten met een bespreking.

tie

Reflectie a. Wat ging er goed en wat ging er minder goed bij het geven van je instructie?

u' Ac

b. Heb je de kinderen goed gemotiveerd? Leg je antwoord uit.

Ed

c. Welke feedback heb je ontvangen? Ben je het eens of oneens met de feedback? Leg je antwoord uit.

ig

ht

d. Zijn er dingen die je, door het observeren van je medestudent, anders gaat doen in jouw wijze van instructie geven en motivering? Leg je antwoord uit.

Oefening 4

Tijdens een kunstzinnige activiteit zullen de kinderen vaak vragen hebben. Jij op jouw beurt zult vragen voor de kinderen hebben. Hoe ga je hiermee om? In deze opdracht ga je hiermee aan de slag.

C

op

yr

Theoriebron Begeleiden bij kunstzinnige activiteiten <

Vragen stellen en vragen beantwoorden

Artikel Dansende sjaals < Website Toondoo < Stappenplan Toondoo <

Voorbereiding • Lees het Artikel ‘Dansende sjaals’. • Kies een van de vier beschreven opdrachten. • Bekijk de website Toondoo. Uitvoering • Maak de stappen in de door jou gekozen opdracht inzichtelijk met behulp van een strip, zónder woorden te gebruiken. • Print je strip en leg deze voor aan twee medestudenten. Vertel hun aan de hand van de strip wat ze in deze opdracht gaan doen. • Je medestudenten stellen vragen om zaken verduidelijkt te krijgen, of wanneer ze meer informatie over iets willen hebben.

29


Kinderen begeleiden bij een kunstzinnige activiteit

.

Reflectie a. Heb je veel geduld als er veel vragen zijn of juist niet? Leg je antwoord uit.

Voorbereiding • Lees de volgende casus.

Breien lukt niet

De achtjarige Marijke is boos omdat het haar niet lukt een poppensjaaltje te breien. Haar handen worden zweterig en stroef en ze laat steeds steken vallen. Ze wil niet meer breien. Livia, de sociaal-cultureel werker, probeert voor elkaar te krijgen dat Marijke haar taak toch tot een goed einde brengt.

Ed

Werkmodel Observatieformulier <

Probeer uit of het je lukt iemand door middel van empathie, bevestigen en uitnodigen in een andere stemming te krijgen.

tie

Theoriebron Begeleiden bij kunstzinnige activiteiten <

Gedragswijziging

u' Ac

Oefening 5

fb .v

b. Wat zou je nog willen leren als het gaat om vragen beantwoorden en vragen stellen aan deelnemers tijdens activiteiten?

Verdeel de rollen: een van jullie speelt Marijke, een ander Livia en twee studenten observeren. Gebruik Werkmodel Observatieformulier.

ht

Uitvoering • Speel de casus na. Wissel eventueel van rol als het spel vastloopt. Zo maak je er een inspringspel van. • Bespreek het verloop van het spel. Lukte het Livia om Marijke op een ander spoor te krijgen? Gebruikte ze daarbij de drie vaardigheden uit de Theoriebron goed?

C

op

yr

ig

Reflectie a. Wat heb je geleerd over het gebruik van empathie, bevestigen en uitnodigen?

30

b. Lukte het je deze werkwijze juist toe te passen? Licht toe wat jou goed afging en wat je een volgende keer anders wilt doen.


Kinderen begeleiden bij een kunstzinnige activiteit

Voorbereiding • De klas wordt verdeeld in drie groepjes van vier studenten. Elke groep richt zich op één soort denken: creatief denken, divergent denken of flexibel denken. Binnen die groep richt elke student zich op een ander soort kunstzinnige activiteit: theater, dans, muziek, beeldend. • Bedenk individueel een kleine activiteit van gemiddeld vijf minuten die je de rest van de klas wilt laten uitvoeren (een theater-, dans-, muziek- of beeldende activiteit en gericht op creatief, divergent of flexibel denken). • Maak een planning: welke student gaat als eerste zijn activiteit presenteren en wie komt daarna?

tie

Artikel Denken met een – zeg maar gerust KUIP – bocht(je) <

Om de creativiteit van kinderen te stimuleren moet je activiteiten zo inrichten dat de kinderen anders moeten denken dan normaal, zodat ze 'out of the box' gaan denken. In deze opdracht gaan jullie daarmee aan de slag.

.

Theoriebron Begeleiden bij kunstzinnige activiteiten <

Creatief denken, divergent denken en flexibel denken stimuleren

fb .v

Oefening 6

u' Ac

Uitvoering • Voer de activiteiten uit volgens de planning. De student presenteert zijn activiteit en de medestudenten voeren de activiteit uit. Na gemiddeld vijf minuten wordt de activiteit nabesproken. Kan er geraden worden welk soort denken gestimuleerd werd? Waren je medestudenten creatief?

Ed

Reflectie a. Is het je gelukt om met je activiteit de creativiteit van je medestudenten te stimuleren? Waaruit bleek dat?

C

op

yr

ig

ht

b. Welke ideeën neem jij mee voor de toekomst?

31


fb .v

Theoriebron Kennis van kunstzinnige activiteiten voor kinderen

.

Theoriebron Kennis van kunstzinnige activiteiten voor kinderen

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Binnen het vakgebied van de sociaal-cultureel werker zijn er verschillende soorten activiteiten te onderscheiden: recreatieve, educatieve en culturele activiteiten. Met deze activiteiten wordt ernaar gestreefd om mensen als zelfstandig burger te betrekken bij de samenleving.

Een museum bezoeken is een voorbeeld van een kunstzinnige activiteit.

ht

Functies van activiteiten

ig

Binnen het sociaal-cultureel werk wordt er gesproken over ‘functies’ van kunstzinnige activiteiten om aan te geven waarom je de doelgroep de activiteit laat uitvoeren.

C

op

yr

De functies van de activiteiten zijn: • ontmoeting • inspannen en ontspannen • verandering en ontwikkeling • bewustwording en emancipatie • toeleiding naar activiteiten, arbeid en scholing • participatie in de samenleving • ontwikkelen van creatieve en kunstzinnige vaardigheden.

32

Tijdens een goede activiteit komen alle genoemde functies aan bod. Binnen deze training richten we ons op kunstzinnige activiteiten, met als voornaamste doel om te werken aan de creatieve en kunstzinnige vorming van kinderen. Je vergroot hiermee de creatieve en kunstzinnige vaardigheden n kinderen. Ze maken kennis met kunst en cultuur en leren over zichzelf en anderen door creatieve en kunstzinnige producten te bekijken en te maken.


Theoriebron Kennis van kunstzinnige activiteiten voor kinderen

Kunstzinnige activiteiten

fb .v

.

Kunstzinnige activiteiten zijn activiteiten op cultureel en kunstzinnig gebied. De activiteiten zijn gericht op het zelf doen en deelnemen aan kunst en cultuur. Binnen deze activiteiten is er veel aandacht voor creativiteit, spelen, uitproberen en ontdekken. Creatieve en kunstzinnige activiteiten kunnen worden ondernomen door kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen. Deze training richt zich op activiteiten voor kinderen. Wat is cultuur? Er zijn meer betekenissen aan cultuur toe te kennen. De meestgebruikte betekenis is dat cultuur de leefstijl van een samenleving is. Deze is samengesteld uit een mix van subculturen met hun religies, gewoonten en gebruiken. Cultuur bestaat uit de kunsten, het cultureel erfgoed en de media. Samengevat is cultuur alles wat mensen doen en maken.

u' Ac

tie

Wat is kunst? Kunst is geen vaststaand begrip, maar verandert steeds. Kunst kan gezien worden als een verzamelbegrip voor alle kunstuitingen. Wat wij kunstuitingen vinden, is bepaald door diverse factoren: historische, sociologische en psychologische factoren. Binnen de kunst wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende kunstdisciplines: theater, muziek, dans en beeldende kunst. Onderdelen van kunst zijn ‘vakmanschap’, het uitdagen van een toeschouwer, expressiviteit en verrassen.

Actief, receptief en reflectief

ig

actieve kunst activiteiten waarbij je zelf iets maakt, creëert receptieve kunst activiteiten waarbij je aanwezig bent bij een beeld, tentoonstelling of een voorstelling maar nauwelijks actief bent, je ondergaat wat er geboden wordt (in de praktijk komt dit zelden voor omdat je automatisch nadenkt over wat je ziet) reflectieve kunst activiteiten waarbij je actief betrokken bent bij een beeld, tentoonstelling of voorstelling en reageert op wat er geboden wordt, je verwerkt het.

ht

Ed

Bij kunstactiviteiten kunnen meerdere leerprocessen een rol spelen; we spreken van actieve, receptieve en reflectieve kunst:

C

op

yr

Het blijkt dat kunstbeoefening en kunstbezoek elkaar versterken: je krijgt beter inzicht in theater als je ook zelf ervaring hebt met acteren en je leert beter te tekenen door goed naar tekeningen van kunstenaars te kijken.

33


fb .v

.

Theoriebron Kennis van kunstzinnige activiteiten voor kinderen

tie

Kleien draagt bij aan de ontwikkeling van de fijne motoriek.

u' Ac

Ontwikkeling: visueel, motorisch, emotioneel en esthetisch Wanneer kinderen een kunstzinnige activiteit uitvoeren, kunnen ze zich op diverse gebieden ontwikkelen. Het is van belang dat je op de hoogte bent van de ontwikkeling van het kind en zo nodig een activiteit kunt bijsturen naar het juiste niveau van het kind.

Ed

Visuele ontwikkeling Hierbij gaat het om het waarnemen van kleuren, vormen, lijnen en ruimte, maar ook om het maken van onderscheid tussen materialen en het ordenen. Denk hierbij ook aan de ontwikkeling op het gebied van ruimtelijk denken naar tweedimensionaal vormgeven. Dit is voor oudere kinderen makkelijker dan voor jonge.

ig

ht

Motorische ontwikkeling Dit is het ontwikkelen van de motoriek van grof naar fijn. Heel jonge kinderen kunnen de duim en wijsvinger niet tegen elkaar brengen, ze kunnen dan ook nog geen potlood vasthouden. De motorische ontwikkeling heeft ook te maken met kracht. Een zesjarig kind kan bijvoorbeeld nog geen hobbymes gebruiken om karton uit te snijden – nog los van het feit dat dit gevaarlijk kan zijn!

C

op

yr

Emotionele ontwikkeling Het kind ontwikkelt zich door ervaring op te doen op het gebied van kunst, waardoor het zelfvertrouwen kan opbouwen. Daarnaast kan het kind leren samenwerken met andere kinderen. Esthetische ontwikkeling Esthetica is de leer van de zintuigelijke waarneming, ook wel een filosofische (wetenschappelijke) benadering van schoonheid en kunst. Je kunt bijvoorbeeld een bouwwerk qua vorm niet mooi vinden, maar wel de achterliggende bedoeling.

Thema's Bij kunstzinnige activiteiten wordt er vaak vanuit een thema gewerkt. Dit thema kan een onderwerp zijn dat zich in het leven van kinderen afspeelt, zoals op vakantie gaan of met de trein reizen. Het gaat dan om heel concrete thema’s die aansluiten bij de leefsituatie van de kinderen. Voor kunstzinnige activiteiten kan ook een thema gekozen worden uit de wijde

34


Theoriebron Kennis van kunstzinnige activiteiten voor kinderen

wereld om ons heen, een thema dat kinderen uitdaagt, nieuwsgierig maakt. Een uitdagend thema biedt ze de mogelijkheid om een onderwerp te onderzoeken en te ontdekken, en zich dat eigen te maken. Het maakt ze enthousiast over een activiteit en betrekt ze bij die activiteit. Het is daarom belangrijk dat je voor je activiteiten een goed thema kiest.

fb .v

.

Er zijn allerlei soorten thema’s te bedenken. Thema’s die geschikt zijn voor kinderen, zijn onder te verdelen in: 1. thema’s naar aanleiding van concrete onderwerpen uit de leefsituatie van kinderen 2. thema’s naar aanleiding van actuele gebeurtenissen rondom kinderen 3. thema’s naar aanleiding van onderwerpen uit de wijde wereld.

Voorbeelden van kunstzinnige activiteiten

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Schilderen, dansen, kleding maken, posters ontwerpen, cupcakes bakken en versieren, een museum bezoeken, gedichten maken, baklava bakken, straatkunst fotograferen, een gedichtenposter maken, een website bouwen, een pindaketting rijgen, een animatiefilmpje maken, kleien, een songtekst schrijven, breakdancen, 'Romeo en Julia' opvoeren, een musical bekijken, een strip tekenen, een choreografie bedenken, schminken, stoepkrijten, breien, een game ontwerpen, een T-shirt bedrukken, een verhaal schrijven, zingen, een videoclip opnemen, portretten tekenen, eetborden beschilderen, bestek ontwerpen, een slinger maken, een stoel maken, een fantasiedier schilderen.

35


Theoriebron Creatief proces

.

Theoriebron Creatief proces

fb .v

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Als je een kunstwerk maakt, doorloop je meestal enkele stappen. Dit wordt het creatieve proces genoemd en het bestaat uit de volgende onderdelen: oriëntatie, onderzoek, vaststellen product, uitvoeren, reflectie. Een creatief proces begint ermee dat je iets wilt maken. Dat kan een toneelstuk zijn, maar ook een beeldend kunstwerk. De stappen van het creatieve proces worden hierna beschreven, met als voorbeeld een beeldend kunstenaar die een kunstwerk gaat maken.

Je gaat zelf creatief aan de slag om je creatieve proces in beeld te brengen.

ht

Stap 1: Oriëntatie

C

op

yr

ig

In de oriëntatiefase pluist een kunstenaar een onderwerp uit. Hij gaat bekijken wat er allemaal met het onderwerp te maken heeft. Dat doet hij bijvoorbeeld door op zoek te gaan naar afbeeldingen, films, documentaires, foto’s, tekeningen of teksten die te maken hebben met het onderwerp. Ook kan hij bij zichzelf nagaan hoeveel hij al weet over een onderwerp en deze gedachten en associaties opschrijven of tekenen.

36

Stap 2: (Beeldend) onderzoek Als een kunstenaar eenmaal een compleet beeld van het onderwerp heeft, gaat hij bekijken op welke manier hij het onderwerp het best kan verbeelden en welke ideeën hij heeft bij het onderwerp voor een kunstwerk. Hij onderzoekt welke materialen, kleuren en vormen het best passen bij zijn ideeën en het onderwerp. Het beeldend onderzoek kan heel uitgebreid gedaan worden, maar ook kleiner gehouden worden. Het hangt ervan af of een kunstenaar er gauw achter komt wat de beste manier is om het onderwerp te verbeelden.


Theoriebron Creatief proces

Stap 3: Vaststellen ontwerp

fb .v

.

Na het onderzoek stelt de kunstenaar vast hoe hij het kunstwerk gaat maken. Hij kijkt nog eens goed naar het onderzoek dat hij heeft gedaan en besluit wat binnen het onderzoek het best past bij het kunstwerk. Hij beantwoordt dus de vraag hoe hij het kunstwerk het best kan maken. Meestal maakt een kunstenaar dan ook echt een plan van aanpak, met daarin de materialen die hij gaat gebruiken, de vorm van het kunstwerk en de tijd die hij nodig heeft om het te maken.

Stap 4: Uitvoeren ontwerp

u' Ac

tie

Bij het uitvoeren van het ontwerp gaat de kunstenaar het kunstwerk maken. Dit doet hij aan de hand van het ontwerp dat hij voor het kunstwerk heeft gemaakt. Toch kan de kunstenaar tijdens het uitvoeren van het ontwerp veranderingen aanbrengen ten opzichte van het vastgestelde ontwerp, als hij denkt dat het kunstwerk daar beter van wordt.

Stap 5: Presentatie ontwerp/reflectie

C

op

yr

ig

ht

Ed

Als het kunstwerk af is, gaat de kunstenaar reflecteren op het kunstwerk en het creatieve proces. De reflectie op het beeldend werkstuk kan op verschillende manieren plaatsvinden. De meest voorkomende manier is dat het werkstuk gepresenteerd wordt tijdens bijvoorbeeld een expositie, wordt besproken met medekunstenaars of aan bod komt door het schrijven van een tekst over het kunstwerk.

37


Theoriebron Kunstzinnige activiteiten ontwikkelen

.

Theoriebron Kunstzinnige activiteiten ontwikkelen

fb .v

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Kunstzinnige activiteiten kun je ontwikkelen met behulp van het 3 x 3 stappenplan. In Werkmodel Stappenplan Activiteit ontwikkelen staan deze stappen beschreven. In Theoriebron Begeleiden bij kunstzinnige activiteiten vind je het tweede onderdeel uit het stappenplan. In deze theoriebron worden enkele gedeelten van het eerste en derde onderdeel uit het stappenplan uitgebreider beschreven, zodat je deze goed kunt gebruiken bij het uitvoeren van de oefeningen.

Observatie is een goede methode om bij jonge kinderen de beginsituatie te achterhalen.

ht

Beginsituatie

C

op

yr

ig

Als je een kunstzinnige activiteit gaat ontwikkelen, moet je eerst weten welke kennis en vaardigheden al aanwezig zijn met betrekking tot de activiteit en wat de motivatie is. Het bepaalt mede of de gestelde doelen haalbaar zijn. De volgende factoren spelen mee bij het inschatten van de juiste beginsituatie: • Waar sluit je bij aan? Denk aan eerdere ervaringen, gevoeligheden, situaties, belevingswereld. • Wat kennen of weten de kinderen al van het onderwerp, of wat kunnen ze al? • Wat is hun niveau? • Hoe leren ze? • Hoe is hun motivatie en waarin zijn ze geïnteresseerd? • Hoe zijn de omstandigheden waaronder het doel bereikt moet worden? De beginsituatie kun je achterhalen door de kinderen simpelweg vragen te stellen. Zo kun je tevens de leervragen van de deelnemers achterhalen. Wat willen de deelnemers leren? Een andere manier is het uitvoeren van een observatie. Vooral bij jonge kinderen is observeren een goede methode, omdat zij zich soms nog niet goed kunnen uitdrukken.

38


Theoriebron Kunstzinnige activiteiten ontwikkelen

Formuleren van SMART leerdoelen

fb .v

.

Tijdens het voorbereiden van een activiteit gaat het om wat de kinderen gaan doen. Je formuleert als doel een gedragsvorm van de kinderen. Met andere woorden: wat kan het kind met deze activiteit bereiken? De deelnemer moet na afloop (iets): • kennen of weten • kunnen • ontdekt hebben • beleefd of ervaren hebben • geoefend hebben • kennisgemaakt hebben met ...

u' Ac

tie

Doelstellingen formuleer je zo concreet mogelijk. Hierbij maak je gebruik van het SMART-model. SMART staat voor: • Specifiek: wie, wat, waar, wanneer, welke, waarom, hoe? • Meetbaar: wanneer is het doel behaald (als de kinderen precies de opdracht hebben uitgevoerd of wanneer ze origineel zijn geweest)? • Acceptabel: niet te hoge of te lage eisen stellen. • Realistisch: doelen moeten worden afgestemd op wat de leerling werkelijk kan in een gegeven tijd. • Tijdgebonden: wanneer is het doel bereikt?

Evaluatie van de activiteit

Ed

Evalueren betekent ‘waarde bepalen’ of ‘belang bepalen’. Met een evaluatie bepaal je de waarde van je activiteiten. Heb je dankzij het uitvoeren van de activiteiten je doelen bereikt? Aan de hand van een evaluatie kun je vaststellen of dat gelukt is. Een onderdeel van de voorbereiding van een kunstzinnige activiteit is nadenken over de manier waarop je de activiteit na afloop gaat evalueren. Je kunt dan al evaluatievragen opstellen en bedenken aan wie je die gaat stellen en hoe je dat gaat doen.

C

op

yr

ig

ht

Twee vormen van evaluatie: 1. Een productevaluatie gaat over het behaalde (eind)resultaat. De evaluatievragen zijn gericht op het resultaat zelf, op de doelen die je vooraf hebt gesteld. Bijvoorbeeld: – Is het vooraf gestelde doel van de activiteit bereikt? – Heb je de kinderen bereikt die je wilde bereiken? – Waren de kinderen tevreden? 2. Bij de procesevaluatie evalueer je de voortgang van het proces. De evaluatievragen zijn gericht op de manier waarop je het resultaat hebt bereikt. Bijvoorbeeld: – Waren de taken goed verdeeld? – Was de manier van begeleiden goed gekozen? – Was er voldoende materiaal of waren de juiste hulpmiddelen aanwezig?

39


Theoriebron Begeleiden bij kunstzinnige activiteiten

.

Theoriebron Begeleiden bij kunstzinnige activiteiten

fb .v

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Bij een kunstzinnige activiteit wil je de kinderen zo goed mogelijk begeleiden, zodat ze zich optimaal willen en kunnen inzetten. Daarbij moet er eerst aan drie basisbehoeften worden voldaan: autonomie, relatie en competentie. Wanneer er aan die drie voorwaarden is voldaan, kun je de deelnemers motiveren en stimuleren om creatief te denken.

Bied andere materialen aan dan normaal om het creatief denken te stimuleren.

ht

Introductie en instructie

C

op

yr

ig

Bij een activiteit hoort altijd een introductie. In de introductie maakt een kind dat deelneemt aan een activiteit voor het eerst kennis met die activiteit. Het is dan ook een belangrijk onderdeel van een activiteit. Het is namelijk het moment waarop je de kinderen enthousiast kunt maken voor de activiteit, zodat ze zin hebben om eraan mee te doen. Dit kan bijvoorbeeld door een kunstwerk te laten zien dat past bij de activiteit, door zelf een theaterscène voor te spelen of een gedicht voor te lezen. De introductie wordt gevolgd door een instructie: een richtlijn voor hoe iets gedaan moet worden. Vaak geef je een instructie om de kinderen vervolgens zelfstandig aan het werk te kunnen zetten. In Werkmodel Instructie voorbereiden zie je de stappen die je kunt doorlopen voor het maken van een goede instructie.

Vragen krijgen en vragen stellen Deelnemers aan een educatieve activiteit zullen regelmatig vragen hebben voor de begeleider. Uiteraard sta je toe dat deelnemers vragen stellen, maar wees hier – vooral bij een instructie – wel voorzichtig mee. Als je bezig bent met een uitleg en je wordt constant onderbroken

40


Theoriebron Begeleiden bij kunstzinnige activiteiten

door vragen van deelnemers, kan dat ervoor zorgen dat je de draad verliest. Beter is het om aan te geven dat de deelnemers de vragen even moeten bewaren en dat ze die na de uitleg aan jou kunnen stellen.

Basisbehoeften

tie

fb .v

.

De begeleider moet zelf ook vragen stellen aan de deelnemers. Hierdoor wordt het denkproces van de deelnemers zichtbaar. De nieuwe informatie kan beter worden aangesloten op hetgeen ze al weten, waardoor de nieuwe informatie blijft hangen. Drie vuistregels: 1. stilte/wachttijd inbouwen Na het stellen van een vraag wacht je drie seconden om de denktijd te verlengen. 2. doorspelen van antwoorden Laat deelnemers reageren op elkaars antwoord. 3. waarderen Waardeer de antwoorden. Zeg nooit alleen 'mooi zo, goed', maar waardeer het antwoord op inhoud. Overdrijf echter niet!

ht

Ed

u' Ac

Voormalig hoogleraar orthopedagogiek Luc Stevens heeft drie psychologische basisbehoeften geformuleerd waaraan ieder mens behoefte heeft, wil hij überhaupt kunnen leren of goed uitvoeren. In het werken met kinderen is dit van nog groter belang dan bij volwassenen, omdat kinderen over minder reflectieve vaardigheden beschikken om situaties te kunnen overdenken. 1. Autonomie houdt in dat je het gevoel hebt iemand te zijn, dat je eigen besluiten kunt nemen en zelf verantwoordelijkheid kunt dragen. Je kunt de autonomie van kinderen stimuleren door ze keuzes aan te bieden: samenwerken of alleen? Of door ze zelf te laten kiezen wanneer ze wat gaan doen en in welke volgorde. 2. Relatie houdt in: het gevoel dat je ergens bij hoort. Zowel de relatie tussen kinderen onderling als de relatie met de begeleider moet goed zijn. Kinderen moeten zich fysiek én emotioneel veilig voelen, kinderen en begeleider moeten elkaar in hun waarde laten en conflicten moeten worden aangepakt. 3. Competentie houdt in dat je voelt en weet dat je iets kunt. Activiteiten moeten aansluiten bij de manier van leren en werken van de kinderen.

ig

Motivatie

C

op

yr

Motivatie is de drijfveer om iets te gaan doen. Praten over motivatie helpt alleen bij mensen – en dus ook kinderen – die al gemotiveerd zijn. Zes ‘ingrediënten’ voor motivatie: 1. succesbeleving Wanneer kinderen succes ervaren, groeit hun zelfvertrouwen en zijn ze gemotiveerd om te werken aan een volgend succes. 2. individuele aanspreekbaarheid Elk kind moet weten dat hij aangesproken kan worden op zijn gedrag. Iedereen wordt betrokken bij de activiteit. 3. betekenis geven De kinderen moeten weten waarom ze iets moeten doen. Waarvoor kunnen ze het geleerde gebruiken, waar kunnen ze vaardigheden toepassen? 4. interesse in het kind en veiligheid Wanneer iemand zich veilig voelt in de groep, motiveert dat. In een veilig klimaat kan een kind vragen stellen zonder bang te zijn.

41


Theoriebron Begeleiden bij kunstzinnige activiteiten

Stimuleren van origineel denken

fb .v

.

5. positieve benadering De begeleider moet enthousiast en 'echt' zijn en kinderen het vertrouwen geven dat iedereen iets kan. 6. feedback De begeleider moet de kinderen feedback geven, zodat ze weten of ze op de goede weg zitten.

tie

‘Origineel’ betekent volgens het woordenboek: niet van iemand overgenomen, niet nagemaakt. Vaak wordt er tegen kinderen gezegd: 'Wees creatief en origineel!' Dit kan kinderen echter onder druk zetten en stress bij hen opleveren. Beter is het om kinderen te stimuleren om origineel te denken, om de verbeelding van het kind uit te dagen. Dit kun je doen door twee onderdelen die eigenlijk niks met elkaar te maken hebben met elkaar te verbinden. Zo kom je tot iets nieuws.

Ed

u' Ac

Enkele voorbeelden: • beeld Teken twee verschillende honden met ieder aparte kenmerken. Bedenk nu hoe de puppy's van deze twee honden eruit komen te zien. Teken deze puppy's. • muziek Verzin een liedje voor je ouders. Welke instrumenten zou je hiervoor willen gebruiken? • theater Speel een scène waarbij je een zelfbedacht sprookje gaat uitvoeren. Enkele kernwoorden die je moet gebruiken, krijg je op een kaartje. • dans Kies drie bewegingen die je zou kunnen uitvoeren om te laten zien dat je enthousiast bent. Zet deze bewegingen achter elkaar, zodat er een kleine bewegingszin ontstaat. Voer deze uit op muziek en pas de bewegingen aan.

ht

Stimuleren van divergent denken

C

op

yr

ig

Divergent denken is de vaardigheid om verschillende oplossingen te bedenken en altijd verder te willen zoeken. Je moet dus veel oplossingen kunnen bedenken, dat stimuleert de creativiteit. Je kunt divergent denken stimuleren door naar meerdere oplossingen te vragen. In de praktijk wordt dit vaak toegepast als blijkt dat de kinderen extra aanwijzingen nodig hebben om zelf iets te kunnen bedenken.

42

Enkele voorbeelden: • beeld Teken een clown op papier. Wissel elke tien seconden van papier met een ander kind en vul zijn tekening aan. • muziek Kies een instrument uit het lokaal en zoek zo veel mogelijk manieren om geluid te maken met dit materiaal. Laat drie geluiden horen die je leuk vindt en leg uit waarom. • theater Speel op vijf verschillende manieren hoe je reageert op een vriendje of vriendinnetje dat je ziet en dat vandaag jarig is. • dans Bedenk vijf verschillende manieren om naar de deur te lopen.


Theoriebron Begeleiden bij kunstzinnige activiteiten

Stimuleren van flexibel denken

fb .v

.

Flexibel denken houdt in dat je in staat bent om soepel te denken en bekende patronen te doorbreken. Je kunt je losmaken van vooraf bedachte ideeën en stappen. Je kunt dit stimuleren door een hindernis te plaatsen waardoor kinderen iets anders moeten bedenken. Dit kun je op verschillende manieren doen, bijvoorbeeld door iets te noemen wat niet gebruikt mag worden, door een beperking op te leggen, of door andere materialen aan te bieden bij een opdracht.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

Enkele voorbeelden: • beeld Maak een feestmuts, maar die mag niet van papier zijn. • muziek Maak een geluid dat je alleen met drie mensen samen kunt maken. • theater Beeld een bepaald onderwerp uit zonder woorden te gebruiken. • dans Bedenk vijf manieren om de aandacht van de ander te trekken, maar je mag alleen maar bewegingen maken en geen woorden gebruiken.

43


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.