27 minute read

50 JAAR FIZI

Dit artikel geeft inzicht in de geschiedenis van Fizi, vijftig jaar geleden ontstaan als HEAD Vereniging. Zoals Gerard van Berlo bij zijn aantreden als voorzitter in 2002 aangaf: “HEAD is een bijzondere vereniging. Nergens is er een groep vak- en beroepsgenoten die elkaar op zo’n unieke wijze ondersteunt”. HEAD is voor hem ook een begrip van ‘thuis’ en ‘vertrouwd zijn’. Het is dan ook geen toeval dat bij de jubileumviering op 2 juni de term ‘familie’ als thema gekozen is. Dit artikel is daarom eigenlijk ook een familiegeschiedenis.

De kraamkamer, de impuls vanuit de NZR Op 16 mei 1972 komen 25 ’administrateurs’ van ziekenhuizen bijeen in een vergaderzaaltje van het Johannes Ziekenhuis in Zaandam. Ze zijn uitgenodigd door bestuurders van het district Noord-Holland van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuiseconomen (NVZE)1. De reden van dit initiatief is de wens van de Nationale Ziekenhuisraad, waar de NVZE bij was aangesloten, dat er een vereniging van de hoofden van economisch-administratieve diensten opgericht zou worden2. Het blijkt een succesvolle actie te zijn.

Advertisement

Nog tijdens de bijeenkomst wordt er een voorbereidingscommissie gevormd die zich, met ondersteuning van de NVZE en de juridische afdeling van de NZR, gaat bezighouden met het opstellen van een concept van de statuten en het huishoudelijk regelement.

De voorbereidingscommissie roept intramurale ziekenhuisinstellingen vervolgens op om een of meer medewerkers 'die belast zijn met de informatieverwerking in de ruimste zin van het woord en die rechtstreeks verantwoording schuldig zijn aan de directie van een ziekeninrichting' te stimuleren op 2 mei 1973 naar de oprichtingsvergadering van de HEAD Vereniging in het Jaarbeurs-congrescentrum in Utrecht te komen. Dat

Bij de oprichtingsvergadering zijn 203 geïnteresseerde aspirantleden uit heel het land en vertegenwoordigers van de NVZE en de NZR aanwezig. Zij beklinken gezamenlijk de geboorte van de HEAD Vereniging. De statuten en het huishoudelijk regelement worden vastgesteld en er wordt een voorlopig bestuur gekozen. Op de oprichtingsvergadering, maar ook op de eerste officiële jaarvergadering in het najaar, wordt de nadere structuur en de werkwijze van de vereniging ingetekend. Daarbij worden veel elementen van de NVZE overgenomen: een organisatie met eenzelfde districtsindeling, met parallel ook een vage opdeling in ‘secties’, de A-ziekenhuizen, de psychiatrische ziekenhuizen, de zwakzinnigeninstellingen en de verpleeghuizen. Een twee-systemen-benadering die tijdens de eerste twee decennia van de vereniging van tijd tot tijd voor onenigheid zal zorgen. Tot 1991 vormen echter de districten met de districtsbesturen de organisatorische laag tussen hoofdbestuur en leden. De laatste sluitsteen voor de oprichting wordt op 21 juni 1974 gelegd met koninklijke goedkeuring, waarmee de vereniging ook rechtspersoon wordt. Een klein jaar later wordt de HEAD Vereniging ook formeel erkend door de NZR, waarmee zij voor haar ook een officiële gesprekspartner is geworden.

1974-1991

De jonge vereniging: bouwen en pionieren

Het bestuur moet de kar trekken

Bestuurlijk zijn de eerste twee jaren wat rommelig. De eerste voorzitter, Rademaker, is nog geen jaar in functie als hij wegens gezondheidsredenen moet stoppen. Zijn opvolger, Turkenburg, moet na anderhalf jaar al vervangen worden omdat hij zijn headfunctie kwijt is geraakt. Gelukkig is Paul Verbruggen in staat de vacature op te vullen. Hij blijft een heel lange periode op zijn post.

Niet dat het daarmee rustig wordt voor het bestuur. Er komt veel op het bord van de bestuurders terecht, mede door de toenemende externe contacten, waarvan het accent (in tegenstelling tot de jaren

’90 en later) bij het hoofdbestuur ligt. De externe gesprekspartners, de NZR, het NZI (de voorloper van PRISMANT) en de Nationale Ziekenfondsraad waren landelijk en bovensectoraal georganiseerd. Er zijn nog geen categorale koepelorganisaties. De ‘buitenwereld’ wordt dus gespiegeld in de ‘binnenwereld’ van de vereniging. Vanwege de werkdruk wordt het bestuur in 1981 met twee leden uitgebreid.

In de eerste decennia moet er ook heel hard aan de participatie van leden getrokken worden, wat in de eerste jaren (1973-1974) wat gemopper van leden oplevert. Er zijn blijkbaar verschillende verwachtingspatronen. En er wordt zelfs aan het bestaansrecht van de vereniging getwijfeld. Bij het bestuur zijn deze twijfels er niet. Ondanks alle aanloopmoeilijkheden meent het bestuur dat voor de vereniging een belangrijke taak is weggelegd. Het bestuur kaatst de verwijten ook terug: de leden zijn zelf niet actief genoeg. In de meeste districten is weinig activiteit te melden; het bezoek aan de districtsvergaderingen is mager. District Zuid-West wordt zelfs na drie jaar al opgeheven.

Omdat het activiteitenniveau van sommige districten zorgen blijft baren, gaat een delegatie van het hoofdbestuur met ingang van 1984 elk jaar bij een districtsvergadering langs om zo voeling met de leden te houden. De werklast van de bestuursleden is extra zwaar omdat een aantal van hen ook lid is van de redactiecommissie van het Mededelingenblad (de eerste voorloper uit 1975 van HEAD tekst, HEADline en vervolgens de huidige Fizier). Er zijn domweg geen anderen die dat karwei willen klaren.

Congressen, vele commissies en deskundigheidsbevordering Maar niet alles is in het begin moeizaam. Er zijn ook echte successen te melden. In 1975 wordt al het eerste congres gehouden, toen nog ‘Studiekongres’ genoemd, in het Troel- straoord in Beekbergen. De congressen volgen elkaar met een vaste regelmaat van eens in de drie jaar op. Ze blijken altijd een succes te zijn. Zowel inhoudelijk en als bindmiddel binnen de vereniging. Vaak zijn ze een effectief middel om nieuwe leden aan te trekken.

Ook nemen er leden – wellicht wel vanuit een beperkte groep – deel aan de talrijke commissies, project- en werkgroepen. Vaak gebeurt dat in samenwerking of op aanvraag van de NZR en het NZI. Onderwerpen als Handleiding Budgettering, Vereenvoudiging Calculatieschema, Beheer Patiëntgelden, Röntgenformulier en Financieel Medische Administratie passeren de revue. Een fraai voorbeeld is de HEAD-commissie ‘Renovatie Rekeningschema’ onder leiding van Leen Jordaan die in 1989 een rapport uitbrengt met een nieuwe opzet van het rekeningschema voor de zorginstellingen. Er ontstaat daarover een inhoudelijk verschil van mening met de NZI, dat het HEAD-ontwerp terzijde schuift. Het NZI komt met een eigen schema dat voor HEAD weer onaanvaardbaar is. Twee bemiddelaars (Lettink van het NZI en Gerard Krijnsen, secretaris HEAD) moeten de kwestie vlot trekken. Dat lukt uiteindelijk met een resultaat waarmee aan de bezwaren van de HEAD tegemoet wordt gekomen. Een ander voorbeeld met impact is het rapport van de HEAD-studiegroep Informatiebeleid over het Bedrijfsinformatiesysteem (BIS) dat in 1988 naar de HEADleden en naar NZR en NZI wordt gestuurd. Dat levert, hoewel het vooral betrekking had op algemene ziekenhuizen, veel positieve reacties op. De NZR en het NZI organiseren er zelfs een studiedag over.

Al vanaf het begin is er bij de vereniging een duidelijke behoefte aan bijscholing, vooral aan een managementopleiding, maar dat kan de HEAD Vereniging niet alleen trekken. Al tijdens de ledenvergadering in 1977 komt dat ter sprake. Er wordt via de NZR gekeken of dit samen met de andere professionele verenigingen wel haalbaar is. Het gaat een paar jaar duren voordat dit van de grond komt. Pas in het voorjaar van 1982 begint de eerste lichting. Het wordt uiteindelijk de opleiding Intern Management Intramurale Gezondheidszorg (IMIG) met het functioneren van een ziekenhuis als een systeem als uitgangspunt. Gericht op het managementoverleg tussen directie en MT en bestemd voor alle MT-leden van een ziekenhuis en niet specifiek voor head’s. Om in die behoefte te voorzien, wordt in samenwerking met het Instituut voor Sociale Wetenschappen (ISW) een kortdurende meerdaagse training ontwikkeld die alleen op de HEAD-leden is gericht. De eerste proefcursus start in 1981 op de Buunderkamp in Wolfheze met leden van het hoofdbestuur en leden van de onderwijscommissie. Uiteindelijk nemen daar gedurende een aantal jaren meer dan 200 head’s met succes aan deel. Naar aanleiding van een afnemend aantal aanmeldingen zet de onderwijscommissie in 1988 een totaal herziene HEAD-managementtraining op stapel. Naast de managementtraining organiseert de onderwijscommissie in 1989 voor het eerst ook studiedagen. Die zijn erg succesvol.

Quo Vadis? Een omslagpunt

Zoals al aangegeven heeft de vereniging vanaf het begin in een spagaat gestaan met betrekking tot de verenigingsstructuur. Hoewel er gekozen was voor een geografische districtenindeling, is de schoen wel blijven wringen. Het functioneren van de districten wordt mede gehinderd doordat er ’te veel vogels van verschillend pluimage’ aan deelnemen. Er wordt ook wel geklaagd dat ‘kleine groeperingen’ onvoldoende aan hun trekken komen door de dominantie van de A-ziekenhuizen. Daarom wordt er op 30 maart 1977 in Utrecht als proef een sectie psychiatrie (inclusief zwakzinnigenzorg en verpleeghuizen) opgericht. Dat initiatief strandt uiteindelijk na ruim een jaar. Er komt te weinig respons van de leden, en er zijn negatieve reacties in de districten. Het blijft op twee benen hinken: districten of secties/sectoren.

Daar komt begin 90’er jaren weer beweging in. In 1989 wordt de projectgroep ‘head et HEAD. Quo Vadis?‘ ingesteld. Deze haalt veel input bij de districten op. Op basis van haar rapport wordt een beleidsnota PLOT 19901993 opgesteld, op basis waarvan verdere discussie plaatsvindt. Door verzet van de districtsbesturen wordt er nog wel wat aan de beleidsnota veranderd, maar op de ALV van 7 juni 1991 wordt uiteindelijk de gewijzigde tekst goedgekeurd.

Al met al worden er echt wat oude patronen doorbroken! Er komt een nieuwe hoofdstructuur op basis van vier sectoren (ziekenhuizen, psychiatrische instellingen, zwakzinnigeninstellingen en verpleeghuizen) waar een zwaar accent op komt te liggen. De districten en hun besturen blijven nog wel bestaan, maar zijn alleen nog een klankbord voor plenaire, sectoroverstijgende onderwerpen. De districtsbesturen worden weer samengesteld uit de bestuurders van de districten van de sectoren.

Het hoofdbestuur wordt omgevormd in een algemeen bestuur (AB) met twee vertegenwoordigers (sectorvoorzitter en sectorsecretaris) uit de sectoren en de voorzitter van de onderwijscommissie en een dagelijks bestuur (DB) van drie personen, een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Tenslotte wordt de zittingstermijn van DB- en AB-leden beperkt tot ten hoogste tweemaal vier jaar. De redactieraad wordt bij het bestuur weggehaald en bemenst met vertegenwoordigers uit de sectoren. De ‘oude’ onderwijscommissie treedt af omdat, ondanks het succes met de managementtrainingen, het bestuur meent dat er een herbezinning nodig is. Opmerkelijk is dat er toch nog districtsbesturen actief blijven, maar die zijn niet meer de schakel tussen bestuur en leden. Verder wordt de beperking dat alleen head’s uit intramurale instellingen lid mogen worden opgeheven. Ook head’s vanuit het extramurale veld zijn nu welkom en er kunnen vanaf 1992 meerdere personen per instelling lid worden.

De aanname van het nieuwe beleidsplan is tegelijk de laatste bestuurshandeling van voorzitter Paul Verbruggen en penningmeester Kleuters, die respectievelijk achttien en zeventien jaar in functie zijn geweest. Als nieuwe voorzitter wordt Lex Stegeman gekozen.

1992-2000

Professionalisering en de fusie met de VEA

Professionalisering

De omslag in de vereniging is ook direct zichtbaar in de wijze waarop HEAD zich presenteert. Weg zijn de wat stoffige kleine boekjes met jaarverslag en ALV-notulen. Ze worden vanaf 1993 in een meer glossy A4- formaat gecombineerd met een veel professionelere opmaak uitgegeven. Dat zal ook de invloed zijn geweest van het PR-advies van Marla Sträter van Szulc Publicaties die vanaf me- dio 1992 wordt ingehuurd. Zowel ter ondersteuning van het bestuur als voor HEAD tekst. Een nieuwe lente, een nieuw geluid, zou je kunnen zeggen.

De professionalisering vertaalt zich ook in een apart geformuleerd sponsorbeleid. Een van de sponsoren treedt daarbij op als wetenschappelijk bureau van HEAD en geeft gevraagd en ongevraagd advies bij de standpuntbepaling van de vereniging. Coopers & Lybrand vervult met een driejarig contract als eerste die rol. In samenwerking met deze sponsor wordt het rapport De functie van vermogen bij een instelling in de gezondheidszorg opgeleverd, gezien de discussies over rentenormering met het COTG een actueel onderwerp.

Bestuurlijke besognes

De externe omgeving van de HEAD Vereniging is ook heftig in beweging. Vertaling van de ontwikkelingen in een toekomstvisie is noodzakelijk. Het nieuwe bestuur gaat daarom gelijk aan de slag om, met professionele ondersteuning door KHG Consultancy, een nieuw beleidsplan 1994-1998 op poten te zetten. Met het concept in de hand gaat het DB langs de districtsbesturen voor een intensieve consultatie. Een van de resultaten van het beleidsplan is een statutenwijziging. Daarin is een verbreding van het werkterrein van de leden al afgetekend. De naam van de vereniging wordt gewijzigd van ’Vereniging Hoofden van Economische en/of Administratieve Dienst in Instellingen voor Gezondheidszorg’ in ’HEAD, Vereniging voor het financieel, bedrijfskundig en informatiemanagement in de zorg’. De benaming van de vier sectoren wijzigt ook om meer aan te sluiten op de terminologie van de brancheverenigingen waarmee de sectorleden te maken hebben:

• De Sector Ziekenhuizen wordt: Sector Ziekenhuizen en Revalidatie-instellingen

• De Sector Psychiatrie wordt: Sector Geestelijke Gezondheidszorg

• De Sector Verpleeghuizen wordt: Sector Verpleeghuiszorg

• De Sector Zwakzinnigenzorg wordt: Sector Gehandicaptenzorg

Er zijn bestuurlijk nog wat noten te kraken omdat er organisatorisch nog steeds op twee benen wordt gehinkt, de districtenstructuur voor sectoroverstijgende activiteiten en de sectoren in de hoofdassen van HEAD. Op de ALV van 9 mei 1996 wordt aangekaart dat in de nieuwe beleidsperiode de overlegstructuur via districten om een heroverweging vraagt. Het op een zinvolle manier beleggen van districtsbijeenkomsten blijkt niet altijd mogelijk en ook de bemensing van de districtsbesturen verloopt niet altijd soepel. Dat terwijl de sectoren als een trein lopen. Er zijn succesvolle sectordagen en de externe contacten verlopen ook hoofdzakelijk via de sectoren. De districten hebben zichzelf eigenlijk overleefd. In de nieuwe strategienota voor de periode 1999-2003 wordt de knoop definitief doorgehakt. De opheffing van de districten wordt eindelijk gerealiseerd. Zoals het bestuur op de ALV van 1998 aangeeft: van de opheffing van de districten was feitelijk in de voorgaande twee beleidsnota’s al sprake '...maar de acceptatie vergde tijd'. Uiteindelijk dus ruim zes jaar!

Het is ook de prestatie van Lex Stegeman om dat voor elkaar te krijgen. Op de ALV van 1998 is zijn zittingstermijn voorbij en kan Sipke Dijkstra verder met het bouwwerk van zijn voorgangers. Zoals bij de afscheidsrede van Lex Stegeman werd gezegd: 'Zonder het verleden geweld aan te doen, kan worden gesteld dat de ver- eniging een forse metamorfose heeft ondergaan. Op dit moment staat een professionele vereniging professioneel op de rails, voorzien van alle eigentijdse kenmerken en een eigen gezicht.'

Congressen en andere activiteiten

De informele contactmomenten bij activiteiten van de vereniging zijn voor de leden heel waardevol en sfeerbepalend. Ze vormen een gezond tegenwicht tegen af en toe optredende organisatorische en bestuurlijke beslommeringen. De boeiende driejaarlijkse congressen zijn daarbij vaak de spreekwoordelijke kers op de taart. Het congres ’Gezondheidsmarkt in Europa’ van 1993 is wel heel bijzonder. De congresgangers varen met twee luxe cruiseschepen door Duitsland. De Duitse en de Belgische gezondheidszorg presenteren zich en er komen EU-ambtenaren langs om een programmaonderdeel te verzorgen. De head’s zien een heel duidelijk verschil tussen de Duitse gründlichkeit en de schijnbare Belgische achteloosheid. Het is een evenement waarover de meevarende leden het later nog vaak hebben.

Daarnaast organiseert de Onderwijscommissie veel studiedagen en workshops die goed worden bezocht. Er wordt zelfs de mogelijkheid geboden om op universiteiten een collegereeks te volgen, bijvoorbeeld over de economie van de gezondheidszorg.

HEAD presenteert zich in 1997 ook naar de opleidingsinstituten door, in samenwerking met de SNS-bank, een scriptieprijs voor studenten toe te kennen. Een initiatief dat tot in 2001 gecontinueerd wordt.

Het samengaan met de VEA

Van 1991 tot 1998 wordt samenwerking met de VEA, de vereniging van financials in de verzorgingshuizen en bejaardenoorden, gezocht. Maar de samenwerking blijft op een basaal niveau. Men bezoekt over en weer elkaars sector- of districtsvergaderingen en de redacties van HEAD tekst en het VEA Journaal wisselen sinds enige jaren artikelen uit. Maar in 1998 komt de samenwerking in een stroomversnelling. Er is een serieus naar samenwerking opgestart onderzoekstraject onder begeleiding van Twijnstra & Gudde. Het resultaat wordt op een extra ALV op 28 oktober 1999 besproken waarbij het bestuur gemachtigd wordt om de samenwerking om te zetten in een fusie. Dat resulteert in 2000 tot een daadwerkelijke fusie. Dat geeft de vereniging alleen al in ledental een enorme boost, van 521 naar 937 leden! De sector Verpleeghuiszorg wordt ongevormd tot de sector Verpleging & Verzorging en wordt met 590 leden meteen de grootste sector. Dat geeft ook in financieel opzicht (contributie!) de nieuwe samengevoegde vereniging een springplank voor verdere ontwikkelingen. Genoeg kansen voor verdere uitbouw!

2001-2016

Ondernemingszin, een antwoord op turbulente ontwikkelingen

De grote uitdagingen

Deze periode bevinden HEAD en haar leden zich in een steeds turbulenter speelveld. De financiering van de zorg gaat in verschillende stappen helemaal op de schop. Deels omdat vanuit de overheid en de politiek naarstig gezocht wordt naar manieren om op de steeds verder oplopende zorgkosten te bezuinigen, maar ook vanuit een visie dat de zorg zo dicht mogelijk bij de burger moet worden georganiseerd. We zien de introductie van DBC’s, DOT, ZZP’s, de omzetting van de AWBZ naar de Wmo en de Wlz en de scheiding van wonen en zorg. Daar bovenop komt de introductie van de Zorgverzekeringswet en de intensivering van materiële controles en de invoering van Horizontaal Toezicht. Uitdagingen die het uiterste van de financials in de zorg vergen.

De vereniging moet daar in haar aanbod naar de leden een antwoord op vinden. Daarvoor worden vele activiteiten opgetuigd. Een in deze jaren steeds uitgebreider netwerk aan sponsoren speelt daarbij een actieve rol. Dat vereist ook het nodige van de verenigingsorganisatie. Er moeten telkens grote stappen gezet worden om de ontwikkelingen bij te houden. Het oude moet worden losgelaten, terwijl er vaak nog gezocht moet worden naar de juiste of meest succesvolle aanpak. Dat gaat soms met vallen en opstaan, maar aan durf ontbreekt het niet.

Naar een volwaardig professioneel verenigingsbureau

Gedurende 29 jaar heeft het verenigingsbureau kunnen floreren dankzij één persoon, Ria Boere- ma, die dit domein al die tijd vanuit haar huis in Westerbork heeft bestierd. Al lezende in de jaarverslagen en ALV-notulen wordt er, met uitzondering van een vermelding van ‘het aantrekken van een secretaressenotuliste’ in 1975 en een ‘ambtelijk secretaris te Beilen’ in 1994, met geen woord over Ria gerept! Een continue stille kracht waar alle toenmalige leden op een of andere manier wel mee te maken krijgen. Bescheidenheid van Ria zelf? Wie zal het zeggen! In 2004 geeft zij aan dat het tijd is om afscheid te nemen.

Om de opvolging te regelen wordt er, gezien de kwetsbaarheid van het secretariaat, de mogelijkheid tot outsourcing uitgeprobeerd. Als dat geen succes blijkt te zijn, wordt er toch voor gekozen om een nieuw verenigingsbureau op te zetten. Martiene Bottema en Petra de Lange worden in dienst genomen om in de nieuwe vestiging in Assen het bureau te gaan bemensen. Zij worden daarbij bijgestaan door Meijer & Kok Communicatie, die al sinds 1998 de vereniging op het gebied van PR en communicatie en de uitgave van HEAD tekst en HEADline ondersteunen. Door de druk van alle nieuwe activiteiten wordt de formatie stapsgewijs uitgebreid, in eerste instantie met Wanda Zintel.

De uiteindelijke trend is dat steeds meer activiteiten in eigen beheer worden uitgevoerd. Meijer en Kok worden daarom eind 2009 afgelost door manager sponsoring en activiteiten Jaap Doedens en manager communicatie Mirjam Flantua. Mirjam wordt in 2011 de leidinggevende op het bureau. Ook de jaren daarop vindt er nog uit- breiding van de formatie plaats door het aantrekken van Wiesje Elsinga op het secretariaat en Hilde Boerema als projectmedewerker digitaal. Een heel andere situatie dan bij het vertrek van Ria Boerema.

Bestuur op zoek naar nieuwe wegen

Het opzetten van een verenigingsbureau nieuwe stijl is vooral toe te schrijven aan Gerard van Berlo, de nieuwe voorzitter van 2003 tot 2010. Er wordt op allerlei terreinen aan de weg getimmerd. Op wetenschappelijk gebied wordt er eerst nog aangesloten bij de eerdere praktijk dat één van de grote accountantskantoren gedurende diens tijd als sponsor elk jaar in samenwerking met HEAD een wetenschappelijke publicatie uitgeeft. In deze periode is dat eerst Deloitte en vervolgens PWC. Vanaf 2009 wordt elk jaar een andere sponsor benaderd, zoals Q-consult met een publicatie van managementcontrolsystemen en in 2012 Finance Ideas met de uitgave Kapitaal in de zorg. Een nieuw fenomeen op kennisterrein is de instelling van de Expertgroep Belastingen, van waaruit frequent een artikel in HEADline (het huidige Fizier) verschijnt.

In zijn bestuursperiode wordt ook het lidmaatschap opengesteld voor niet-head’s. Vanaf 2008 kan ook de organisatielaag onder de head lid worden, zolang men maar aan een head, een financieel manager of operationeel directeur rapporteert. Vervolgens wordt mogelijk gemaakt dat het lidmaatschap toegankelijk is voor financials die voor minimaal 50 procent werkzaam in de zorg zijn, al dan niet in loondienst. Dat maakt het voor zzp’ers makkelijker om toe te treden.

Door de verbreding van het lidmaatschap is het niet verwonderlijk dat tijdens de strategiediscussies op de ALV van 2009 de vraag wordt gesteld wie de head op dat moment eigenlijk is. Er is een grote verscheidenheid aan functie-inhoud, werkkring en kennisniveau. Het bestuur stelt voor dat de vereniging zich richt op de brede groep van hoger opgeleide fi nancials. De tra-

Wetenschappelijke o n d ersteu nin g

Symposium

Doelmatigheid staat nog altijd hoog op de agenda van de zorgsector. Daarom hebben de Vereniging HEAD en sponsor Deloitte het initiatief genomen tot het rapport ‘Doelmatigheid in de zorg’. Dit rapport gaat in op de wijze waarop een zorginstelling haar doelmatigheid kan vergroten en de rol die de head daarbij kan vervullen.

rapport te komen.

In het kort kwam zijn betoog erop neer dat tactische en strategische aspecten van bedrijfsvoering ook in de zorg steeds belangrijker worden. Organisaties staan voor ingrijpende veranderingen waarbij heroverweging van de (zorg)productenportfolio waarschijnlijk niet te vermijden is. De head speelt een belangrijke rol in deze doelmatigheidsslag. Vandaar dat het idee ontstond om head’s met een praktisch rapport daarbij te ondersteunen. Van Berlo dankte allen die bij de totstandkoming van de publicatie een rol hebben gespeeld.

Edwin Sinnema van Deloitte gaf vervolgens een inkijkje in de achtergronden en de opbouw van het rapport. Toen was de tijd daar om het eerste exemplaar van het onderzoeksrapport te overhandigen en het daarmee officieel te publiceren. Frank de Gave, voormalig minister, staatssecretaris en wethouder en tegenwoordig voorzitter van de Zorgautoriteit in oprichting, was zo vriendelijk om het eerste exemplaar in ontvangst te nemen. Hij sprak van een ‘prachtig initiatief’ en ‘praktische casussen’. Aan alles merk je dat de Grave gewend is voor publiek te spreken. Dat is hem tijdens zijn periode bij defensie en als wethouder van Amsterdam met de paplepel ingegoten. Hij put dan ook gretig uit die periodes om zijn punt te maken. Samenwerken, dat is pas doelmatig, volgens De Grave. Dus riep hij alle aanwezigen op om toch vooral samen te werken met de Zorgautoriteit i.o. “Doelmatigheid isals geluk, je wordt er warm van als het er is en het is een nastrevenswaardig ideaal.” ditionele head bestaat (bijna) niet meer. Vanuit de leden wordt dan toch bepleit een aparte doelgroep van oorspronkelijke head-leden te vormen. De meerderheid van leden stemt in met een bijzondere doelgroep HEAD-kernlid. Achteraf gezien – en dat is natuurlijk makkelijk – een zwanenzang voor een functie die eigenlijk in die specifi eke vorm aan het uitsterven was.

Vervolgens was het tijd om in een paneldiscussie met elkaar van gedachten te wisselen over doelmatigheid in de zorg.

Tijdens dezelfde vergadering wordt besloten een doelgroepenbeleid in te voeren om richting te geven aan het activiteitenaanbod voor een steeds heterogener gezelschap. Er wordt daarbij gewaarborgd dat dit voor niemand een belemmering mag vormen om aan specifieke activiteiten deel te nemen.

Onder het voorzitterschap van Gerard van Berlo worden er ook wegen gezocht om tot uitwisseling met zusterorganisaties in Engeland en Duitsland te komen.

Contacten met de Engelse Healthcare Financial Management Association (HFMA) uit Birmingham leidt tot een bezoek van een Engelse delegatie in het najaar van 2006. In het jaar daarop brengen leden van de HEAD een tegenbezoek. Het blijkt moeilijk om dat contact verder gaande te houden.

Tijdens de ALV van 2010 in Houten wordt voor het eerst een vergoeding voor de leden van het DB van 4.500 euro per jaar ingevoerd. Er is zoveel op het bord van DB-leden terecht gekomen dat er toch iets tegenover moet staan. AB-leden blijven onbezoldigd. Op dezelfde

ALV treedt Gerard van Berlo af en begint de bestuurstermijn van Gerard Born. Al snel blijkt dat dit geen gemakkelijke periode zal worden.

Nadat een delegatie van de Vereniging HEAD in mei vandit jaar een bezoek bracht aan de Engelse vakbroeders aan de overzijde van het Kanaal, was het begin november de beurt aan een vertegenwoordiging van de Healthcare Financial Management Association (HFMA) om het zorglandschap achter onze dijken eens aan een nadere beschouwing te onderwerpen.

De risico’s van het ondernemerschap

op Schiphol. Dat vereiste dus al enige organisatie om iedereen teverzamelen. Daar kwam nog bij dat Gerard, Hans en Paul bijna net zoveel reistijd nodig hadden om Schiphol te bereiken als de gasten uit Engeland. En ofschoon Engelsen écht wel iets gewend zijn op het gebied van files, gaven de overvolle

Nederlandse wegen toch aanleiding tot verbazing. Toen het gezelschap op vrijdagochtend dan ook zonder oponthoud naar de Gelderse Roos kon rijden, kon een cynische opmerking niet achterwege blijven: “Look, the road is almost empty.

That’s amazing, make a photo!”

Verschillen en ov ereen kom sten Vanaf Schiphol voerde de route eerst langs het ING-house inAmsterdam. HEAD-hoofdsponsor ING had daar een vergaderzaal geregeld zodat de gasten konden worden bijgepraat over het Nederlandse systeem van financiering en bekostiging van de gezondheidszorg. Voor Engeland is ons systeem, dat uitgaat van een verzekeringsstelsel, betrekkelijk onbekend. Engeland kent immers al zeer lange tijd de National Health Service (NHS) dat volledig gefinancierd wordt uit belastingen. Een ander groot verschil is dat gezondheidszorginstellingen in Engeland geen zelfstandige organisaties zijn, maar allemaal overheidsinstellingen.

In 2010 wordt een boekje uitgegeven met door sponsoren aangeboden opleidingen, de Onderwijspiramide. Op zich wordt dat goed ontvangen, maar het bestuur en de onderwijscommissie willen verder gaan en zelf een HEAD Academy met een eigen onderwijsaanbod door middel van e-learning neerzetten. Doel is om onder meer de in 2007 met PWC opgezette handleiding Financiering en bedrijfsvoering van de Nederlandse gezondheidszorg te actualiseren en als digitale modules uit te geven. Het is een risicovolle onderneming die op de ALV van 2012 tot een bestuurscrisis leidt. Penningmeester Hans Bonté treedt af omdat hij zich niet kan verenigen met de financiële risico’s die met e-learning en de HEAD Academy worden genomen. Die vereisen stevige investeringen die een behoorlijke impact op het eigen vermogen van de vereniging hebben. De ledenvergadering kan ook niet instemmen met de begroting van 2013. Deze wordt slechts voor een half jaar goedgekeurd tot de volgende ALV in 2013. Een commissie van drie leden (Gerard van Berlo, Michael Ehlen en WiebeJan Stuursma) zal de kwestie analyseren en op de ALV van 2013 verslag uitbrengen en met aanbevelingen komen. Een nieuwe penningmeester zal met een nieuwe begroting komen.

Op de ALV van 2013 rapporteert de commissie haar bevindingen. Kort samengevat komt het erop neer dat er in het verleden te onvoorzichtig is omgegaan met investeringen zoals de vernieuwing van HEADline en de HEAD Academy. De begroting was ook te opportunistisch opgesteld. Daarom wordt geadviseerd om de begroting stringent te handhaven. Ook moet men kritisch zijn op de e-learning-activiteiten. In de begroting voor de tweede helft van 2013 worden dan ook bezuinigingsmaatregelen genomen. Hoewel het verenigingsbureau op het huidige personele niveau blijft ge- handhaafd, wordt er naar een andere huisvesting gezocht. E-learning wordt in ieder geval gecontinueerd tot 1 juli 2014, maar bij discontinuering zijn er personele consequenties. Het bestuur gaat op de locatie van het verenigingsbureau vergaderen. De sinds 2009 ongewijzigde contributie wordt met 40 euro verhoogd naar 315 euro.

Op deze ALV treedt Gerard Born af na het bereiken van de maximale zittingstermijn als DB-lid en volgt Ellen Kalkhoven hem op als de eerste vrouwelijke voorzitter van de vereniging.

De HEAD Academy blijft een zorgenkindje. Na wat incidentele successen wordt uiteindelijk in 2016 afscheid genomen van de HEAD Academy in eigen beheer. Er is onvoldoende capaciteit in huis om dergelijke tools te onderhouden. Er wordt wel vastgesteld dat het onderwijs, in welke vorm dan ook, belangrijk blijft, maar dat de vereniging zich meer als kennispartner wil positioneren. Bijvoorbeeld in een makelaarsrol of het formeren van kennisgroepen. Het is een bezinning op wat wel en wat niet tot de kernactiviteiten of kerncompetenties van de vereniging behoort.

Een update van de communicatie en andere initiatieven

Ook met de communicatie treedt HEAD de nieuwe tijd tegemoet. In het begin van het millennium wordt, na de fusie met de VEA, HEAD tekst door de redactieraad en Meijer & Kok omgevormd tot HEADline. De lay-out wordt verbeterd en aangepast aan een nieuwe huisstijl. Op de ALV van 2001 in Biddinghuizen wordt de stap naar de digitale wereld gezet als de nieuwe website headonline.nl wordt gepresenteerd. Een siteraad wordt opgezet om de ontwikkeling en de kwaliteit te borgen. Overigens worden de redactieraad en de siteraad een jaar later samengevoegd tot de communicatiecommissie. In 2008 volgt de lancering van een tweewekelijkse nieuwsbrief per e-mail, in 2015 gevolgd door het lanceren van een LinkedIn-account dat als modern communicatiekanaal moet gaan dienen.

Met het aantrekken van Mirjam Flantua als manager communicatie op het verenigingsbureau wordt er na elf jaar afscheid genomen van Meijer & Kok en de samenwerking met een grote uitgever, Kluwer gezocht. Met hun begeleiding wordt er een geheel nieuwe opzet van HEADline gerealiseerd, waarvan het eerste nummer in 2011 uitkomt. Kluwer wordt in 2014 ingewisseld voor Bohn Stafleu van Loghum (Springer Media Groep). Daarbij wordt er ook een link met SKIPR gelegd, waarvan beide hopen te profiteren. Sinds 2019 geeft Fizi Fizier in eigen beheer uit.

Naast de ontwikkelingen op communicatiegebied springen ook andere initiatieven in het oog. In samenwerking met HEAD-partner Finance Ideas wordt in het tweede kwartaal van 2011 voor het eerst de Financiële

Zorgthermometer gepubliceerd, het resultaat van een digitale enquête onder HEAD-leden waarbij zij over actuele thema’s in de zorg bevraagd worden. Een proces dat tot op heden elk kwartaal met succes herhaald wordt. In een aantal gevallen wordt met het resultaat van de thermometer zelfs de landelijke pers gehaald. Een andere noviteit bij de vereniging is de verkiezing van de ‘Financial van het jaar’. Jaspert Meijburg valt in 2009 als eerste die eer toe. Het wordt een traditie om eens in de twee of drie jaar deze verkiezing te houden. Jaspert wordt gevolgd door Peter Langenbach (2011), Ingrid Hissink (2014), Bas van Riet Paap (2016), Tjerk Overduin (2018) en Marika Roodzant (2021).

Bij verandering ook veel continuïteit Naast alle veranderingen is er ook een brede basis van continuïteit. De sectoren van de verenigingen zijn levendig aanwezig. De animo voor regiobijeenkomsten is wisselend, maar de vaak heel interessante sectordagen worden heel goed bezocht. Samen met de congressen en de door de onderwijscommissie georganiseerde studiedagen vormen zij de ruggengraat van de vereniging.

De congressen veranderen wel van karakter. In 2005 wordt voor het eerste een andere formule geïntroduceerd: minder plenair en meer workshops. En de traditionele feestavond met partners verdwijnt. Vanaf 2008 wordt de congresfrequentie verhoogd van eenmaal per drie jaar naar jaarlijks.

Naast de congressen zijn er ook bijzonder leuke en leerzame lustrumbijeenkomsten. Bij het 35-jarig jubileum in 2007/2008 zijn er bijeenkomsten in het Groninger Museum, bij Spyker Cars, AKZO-NOBEL, Heineken en de Luchtmachtbasis Eindhoven. Bij het 40-jarig bestaan is er een bijeenkomst bij Van der Valk in Harderwijk over het thema hospitality. Soms vond de ALV ook op bijzondere congreslocaties plaats, zoals het Twenteborg Stadion (toen ARKE Stadion) in Enschede in 2006 en het TT-circuit bij Assen in 2007.

The young ones

In de jaren van het voorzitterschap van Ellen Kalkhoven was één van de meest in het oog springende initiatieven het vormen van de intervisiegroepen voor young financials. Op de ALV van 2011 wordt er al vanuit de zaal gevraagd of er wat voor jonge financials gedaan kan worden. Die handschoen is door Ellen opgepakt en via een door het bestuur opgesteld ‘doorbraakteam’ uiteindelijk gerealiseerd. In 2015 is er een geslaagde start met twee intervisiegroepen van elk 20 personen. In juli 2016 is de groep young financials al uitgegroeid naar 75, waarbij de leeftijdsgrens op 35 jaar ligt. Deelname aan dit programma geeft de young financials de mogelijkheid ervaringen uit te wisselen, feedback op te halen en hun eigen netwerk op te bouwen. Een aantal van hen, onder meer de huidige voorzitter Jorrit Wigchert, vormt ook een ad hoc-redactie voor het themanummer ‘Toekomst’ van HEADline in 2016. Het is een geslaagde poging om de vereniging daadwerkelijk jong te houden. In 2021 wordt het belang van de Young Financials ook nog eens extra benadrukt door Marlien Alkema-Stronkhorst als eerste ‘Young Financial van het Jaar’ uit te roepen.

2017-heden

Fizi en corona

Naamswijziging HEAD in Fizi

Op de ALV van 2017 wordt een historische stap gezet door de naam van de vereniging helemaal te wijzigen. De term ‘head’ en daarmee de verenigingsnaam HEAD heeft zodanig aan betekenis ingeboet dat een verandering noodzakelijk werd. We hebben al eerder, tijdens de ALV van 2009 gezien, dat eigenlijk niet meer duidelijk was wat ‘head’ in de praktijk inhield.

De term ‘financial’ heeft in het spraakgebruik van onze vereniging in de zorg een steeds dominantere plaats ingenomen. Het is dan ook een natuurlijk gevolg dat de nieuwe naam de F van financial bevat en de Z van zorg: Fizi. De subtitel ‘Netwerk Zorgfinancials’ doet recht aan datgene wat de vereniging is en wil zijn: een netwerk waar financials op basis van hun expertise in de zorg kennis met elkaar delen en zo aan de zorg willen bijdragen. Ook het verenigingsblad HEADline wordt aangepast en omgedoopt in Fizier. Dat alles wordt gevisualiseerd in een nieuwe huisstijl met een nieuw fris logo. Officieel geldt de nieuwe naam per 1 september 2017.

Ontmoetingen en gedeelde inzichten

Een andere belangrijke wijziging op deze vergadering is de verkorting van de zittingstermijn van bestuursleden naar maximaal 2 x 3 jaar. Dat draagt eraan bij dat er tijdig verversing van de bestuurskracht plaats kan vinden. Ellen Kalkhoven begint dan ook aan haar tweede en dus ingekorte laatste termijn.

Het jaarcongres is nog steeds een vast ankerpunt in de jaaragenda van Fizi. Van 2009 tot en met 2017 vindt dat steeds plaats in Hotel Houten van de Van der Valkketen. Vanaf 2018 wordt voor een wisselende locatie gekozen, want verandering van smaak doet eten. Vanaf dat moment wordt ook over een jaarevent in plaats van een congres gesproken.

De coronapandemie en erna

Net als velen in ons land heeft de coronapandemie Fizi overvallen. Maar het heeft ook direct de veerkracht van de organisatie laten zien. Het vraagt een snelle omschakeling van het verenigingsbureau. Heel snel worden er maatregelen genomen om online vanuit huis of andere locaties te werken. In rap tempo wordt geregeld dat alle vergaderingen en bijeenkomsten van de vereniging online via Zoom kunnen plaatsvinden.

De ALV van 17 juni 2020 is daardoor dan ook een wat onwerkelijk gebeuren. Vanwege de coronacrisis is er een noodwet van kracht die het uitschrijven van een digitale ledenvergadering mogelijk maakt, ook al voorzien de statuten daar niet in. Tijdens deze ALV via Zoom treedt Ellen Kalkhoven af en neemt Jorrit Wigchert het stokje over om de vereniging in deze vreemde periode verder te brengen, een uitdaging die hij met verve aangaat.

De coronaperiode levert ook mooie initiatieven op. Er is een tijdelijke samenwerking op landelijk niveau tussen de koepelorganisaties in de zorg en Fizi om de ontstane situatie het hoofd te kunnen bieden. Er is tweewekelijks digitaal overleg. Dat leidt onder meer tot het samen opstellen van de Handreiking coronacompensatie. Deze periode heeft ook nog andere, positieve ‘bijwerkingen’. Er wordt nu veel meer gebruik gemaakt van webinars. Dat trekt ook veel belangstellenden van buiten de kring van Fizi-leden, die op deze wijze in contact met Fizi komen en dat contact eventueel omzetten in een lidmaatschap.

Een van de grootste ontwikkelingen is het invoeren van het bedrijfslidmaatschap, een idee dat wordt uitgewerkt door Goeran de Pater, sinds eind 2019 manager van het verenigingsbureau. Er is een keuze uit meerdere mogelijkheden op maat. Ze zijn een enorm succes en dat is maar goed ook, want in 2018 en 2019 was het ledental rap aan het afnemen. Dat tij is nu helemaal gekeerd. De bedrijfslidmaatschappen leveren al in 2021 en 2022 substantieel hogere contributie-inkomsten op. Dat vormt een mooie basis om verdere activiteiten te initiëren. Daar is, zowel tijdens als na het wegebben van de corona, voldoende vraag naar. Er is veel te doen. In 2022 zijn er wel 60 bijeenkomsten (al dan niet digitaal) die ook allemaal door het verenigingsbureau geregeld moeten worden.

Daarnaast wordt er op het gebied van communicatie en publicaties in 2022 de aanzet gegeven tot het publiceren van whitepapers. Op hun beurt kunnen die mogelijk weer de kiem van verdere activiteiten zijn, zoals een whitepaper over rolling forecast die een aanleiding blijkt te zijn voor een door Fizi-partner Verstegen Accountants aangeboden cursus ‘Implementatietraject Rolling Forecast’. Er is over het algemeen ook weer een aanbod van een herboren Academy bij Fizi, die zodanig gepositioneerd is dat Fizi als makelaar optreedt en de ontwikkeling, de uitvoering en het risico bij externe partijen zijn ondergebracht.

Zo zien we dat Fizi zich op een strategisch verstandige manier doorontwikkelt. Met een toenemend ledenaantal, een groep young financials, betrokken partners en een stevige financiële uitgangspositie is dat een belofte voor de toekomst.

Conclusie

Fizi (en HEAD Vereniging) heeft zich direct of indirect altijd ten dienste willen stellen voor de zorg en de rol van de financial daarin. Het is vaak pionieren geweest binnen een steeds turbulentere externe omgeving. Het fenomeen van de originele head kwam daarin steeds meer onder druk te staan, vervaagde om uiteindelijk te regenereren tot lid van een meer heterogene groep van financials in de zorg. Er zijn momenten geweest dat het behouden van het bekende en vertrouwde de vereniging hinderde en afremde, zoals het lang vasthouden aan de districtenstructuur en misschien ook de gehechtheid aan de naam en term ‘head’. Maar in grote lijnen heeft Fizi zich opmerkelijk goed kunnen ontwikkelen tot een kennisnetwerk waarin zij de leden het nodige te bieden heeft. Als daarbij de plank wel eens werd misgeslagen, wist Fizi zich te herpakken en zich met veerkracht als een lerende en innoverende organisatie op te stellen. Kenmerkend is daarbij het culturele waardeaspect dat Fizi een groep vak- en beroepsgenoten is die elkaar op een unieke wijze ondersteunt door hun kennis en ervaring met elkaar te delen. Met een bijzonder familiegevoel, een ‘thuis’.

Verantwoording:

Het hele artikel is gebaseerd op de jaarverslagen en notulen van de HEAD Vereniging/Fizi en een artikel over het verenigingsbureau in Fizier 2022-02. Daarnaast is het eerste hoofdstuk ook gebaseerd op de stukken in het archief van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuiseconomen, ondergebracht in het Nationaal Archief te Den Haag onder nr. 2.19.110.01, dozen 20, 52 en 57.

1 De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuiseconomen wordt in november 1921 opgericht als Vereeniging van Administratieve of Economische Hoofden van Ziekeninrichtingen. In 1937 vond een naamswijziging plaats; volgens nieuwe statuten heet de vereniging dan Vereniging voor Administratie en Economie in Ziekeninrichtingen. Bij een statutenwijziging in 1963 neemt zij de naam van Nederlandse Vereniging van Ziekenhuiseconomen aan. Samen met de Geneeskundige Vereniging ten behoeve van het Ziekenhuiswezen en de Vereniging van Verpleegkundige Directeuren sluit zij zich aan bij het Centrum van Ziekenhuisdirecteuren. Toen dat zich in de jaren 1978-1980 omvormde tot een Vereniging van Ziekenhuisdirecteuren ging de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuiseconomen daarin op. Opmerkelijk genoeg begint deze vereniging met een bijna gelijkluidende functie als de latere head’s. De leden van deze oude vereniging zijn gedurende het bestaan van die vereniging blijkbaar geëvolueerd naar directiefuncties in ziekenhuizen. De head’s van 1972 hebben op dat moment geen eigen vereniging. De waarschijnlijk geleidelijke upgrade van de ziekenhuiseconomen heeft in verenigingsland een lacune doen ontstaan. 2 De nationale Ziekenhuisraad (NZR) heeft zich in 1971 van stichting omgevormd tot een vereniging, waarvan de verschillende geledingen uit ziekenhuisdirecties lid werden. Daarnaast is er de uitdrukkelijke wens om ook andere professionele groeperingen binnen het ziekenhuiswezen, alhoewel niet als lid, bij het werk van de raad – het formuleren van het nationale ziekenhuisbeleid – te betrekken. De eventuele beroepsverenigingen zouden een aparte erkenning van de NZR kunnen krijgen waarmee hun gevraagde en ongevraagde adviezen bij de beleidsvorming zouden worden betrokken. De hoofden van de economische en administratieve diensten, de heads, worden daarbij ook als een te betrekken beroepsgroep gezien. (Rapport van de door het Bestuur van de Nationale Ziekenhuisraad ingestelde Structuurcommissie II inzake de relatie tussen de N.Z.R. en de directie – respectievelijk professionele groeperingen op het gebied van het ziekenhuiswezen.)

This article is from: