4 minute read

Hoofdpunt

Next Article
Refl ecties

Refl ecties

Hoe voorzichtig moeten we zijn?

Het is alweer herfst, de dagen worden korter en de bladeren vallen. Oppassen bij het fietsen over gladde fietspaden en er zijn weer files. Naast de afsluiting van de A12 staan de wegen weer vol en dat komt omdat we weer allemaal naar kantoor gaan en thuiswerken steeds meer naar de achtergrond wordt gedreven. We vallen weer terug in oude gewoontes en dat maakt mij wel wat mistroostig, of komt dat door de vallende bladeren.

Advertisement

Peter Langenbach, voorzitter raad van bestuur, Maasstad Ziekenhuis Naast de start van een nieuw jaargetijde is deze periode ook weer het seizoen van de begroting. Ieder jaar zien we hetzelfde beeld. De kosten stijgen harder dan de omzet die ongeveer gelijk blijft zoals afgesproken in het Hoofdlijnen Akkoord. De indexen zijn uiteraard weer niet voldoende om het resterende deel op te vangen. En we willen graag financiële ruimte voor nieuwe initiatieven. We moeten weer kiezen wat we niet of minder gaan doen. En natuurlijk wat we slimmer en innovatiever kunnen doen. Maar toch bekruipt mij het gevoel van de sinaasappel die nog weer verder wordt uitgeperst. Dat gaat niet meer, dus het moet anders.

Inmiddels hebben we een redelijk goed beeld van de prognose van het financieel resultaat over 2021 en ook dit keer komt het resultaat hoger uit dan de begroting. Ik moet bekennen dat dit niet de eerste keer is in mijn 17 jaar ervaring als financial in een ziekenhuis. Sterker nog, ik kan geen jaar bedenken waarin incidentele meevallers er niet voor zorgden dat bij het opstellen van de jaarrekening het er soms net en soms ruim positiever uitzag. Je kan je serieus afvragen of er niet sprake is van structurele incidentele meevallers. We zien keer op keer een lastig proces om de begroting sluitend te maken en uiteindelijk meevallende jaarrekeningen. Althans in de ziekenhuizen (en andere organisaties) waar ik zelf heb gewerkt. Tijdens mijn gebruikelijke fietstocht op de zaterdagochtend bedacht ik me wat de oorzaak is voor deze schijnbare tegenstelling, ook wel paradox genoemd. De oorzaak is het voorzichtigheidsbeginsel dat we allemaal als financial gebruiken bij zowel de begroting als de jaarrekening. Tijdens het fietsen vroeg ik mij af: “hoe voorzichtig moeten we zijn?”.

Het voorzichtigheidsbeginsel houdt in dat opbrengsten en winsten pas worden geboekt als het voldoende zeker is dat deze ook daadwerkelijk worden behaald en kosten en verliezen worden genomen zodra de kans hierop wordt geconstateerd. Stuk voor stuk zijn het vaak relatief kleine zaken waar je mogelijk wat voorzichtig in bent. Maar alles bij elkaar opgeteld, is het een substantieel deel van de begroting. Als je heel consequent het voorzichtigheidsbeginsel toepast dan valt het niet mee om een sluitende begroting op te stellen en komen er vele incidentele meevallers in de jaarrekening te staan. Niet zo verwonderlijk als je er goed over nadenkt en ook uit de praktijk blijkt dat er grote verschillen zijn tussen de begroting van opbrengsten en winsten en de gerealiseerde opbrengsten en winsten in de jaarrekening. De werkelijkheid is vaak gunstiger dan de pessimistischer insteek van het voorzichtigheidsbeginsel.

Het gevolg is tweeledig. Als eerste ontstaat er door onze voorzichtige wijze van begroten een tekort in het financieel kader, dat als basis voor de begroting voor het daaropvolgende jaar dient. Daarom volgt er tijdens het begrotingsproces een discussie in de organisatie welke keuzes moeten worden gemaakt om die maximaal hoge kosten in lijn te brengen met die voorzichtige minimale opbrengsten. Door die keuzes vallen mooie initiatieven zoals opleidingsmogelijkheden, oplossingen voor de hoge werkdruk, investeringen in innovaties ieder jaar weer uit de begroting. In het Maasstad Ziekenhuis hebben we gratis bonenkoffie voor alle patiënten, bezoekers, omwonenden en al mijn collega’s. Dat kost natuurlijk meer dan er in de begroting staat, maar het is me gelukt om dit te handhaven als een belangrijk teken van gastgerichtheid als onderdeel van onze ambitie “aandacht voor aandacht”. Ik hoop dit nog lang vol te kunnen houden. Het tweede effect van het voorzichtigheidsbeginsel is dat het uiteindelijke resultaat in de jaarrekening veel hoger uitvalt dan de begroting en de prognoses gedurende het lopende jaar. Daardoor denkt de organisatie: “het komt uiteindelijk financieel altijd wel weer goed”. Vaak is dat ook het geval, maar in situaties dat zich echt een financieel probleem openbaart is het urgentiebesef ver te zoeken. Tegen de tijd dat het urgentiebesef er dan wel is, is de nood mogelijk al te hoog en kunnen enkel nog rigoureuze maatregelen zoals bijvoorbeeld een vacaturestop worden getroffen.

Een totaaloplossing heb ik niet, want het voorzichtigheidsbeginsel heeft ook waarde, namelijk het voorkomen van een financiële crisis. Toch denk ik dat een beetje minder voorzichtig ook wel kan en kunnen bepaalde kansen prima voor een deel in de begroting worden verwerkt. Dan ontstaat er ruimte voor die goede investeringen in innovatie, kunnen we proberen de werkdruk te verlagen en verpleegkundigen tijd geven voor een opleiding. Ik verwacht dat er hierdoor meer ruimte komt voor nieuw elan en het resultaat in de begroting, de prognoses en de jaarrekening dichter bij elkaar zullen uitkomen.

This article is from: