3 minute read

Hoofdpunt

Wat voor ons ligt...

Het is voor mij bijna vakantie als ik deze column schrijf. Deze zomer was tot nu toe anders dan andere zomers. Helaas geen mogelijkheid om uit te rusten, want het is tot op de laatste dag druk in de ziekenhuizen en zeker in onze regio Rotterdam. Niet alleen de eerste tekenen van de vierde golf maakten het onrustig, vooral de vele thuisblijvers die met acute klachten via de SEH het ziekenhuis binnen kwamen, zorgden voor een drukke zomer. Ook bestuurlijk, omdat er regionale afstemming nodig was binnen de ROAZ en ook de RCPS en LCPS moesten helpen met het overplaatsen van Covid-19-patiënten binnen en buiten de regio. Gelukkig is de samenwerking nog steeds goed en lukt het ons om solidair te zijn en voor de patiënt goede oplossingen te vinden.

Advertisement

Peter Langenbach, voorzitter raad van bestuur, Maasstad Ziekenhuis Deze periode is ook het moment om het kader voor het volgende jaar (in dit geval 2022) vast te stellen en te communiceren binnen de organisatie. Zelf vind ik de kaderbrief een belangrijk document, omdat daarmee vanuit de raad van bestuur concreet richting wordt gegeven aan de nabije toekomst, uiteraard binnen de strategie die voor een langere termijn is afgesproken. Deze keer voelde het anders. Er waren collega’s die vonden dat er helemaal geen kaderbrief moest komen en dat 2022 helemaal gelijk aan 2021 moet worden met dezelfde doelstellingen. Daar ben ik het niet mee eens. We hebben nu bijna anderhalf jaar te maken met Covid-19 en we moeten ook weer door met andere ontwikkelingen, zoals de juiste zorg op de juiste plek en in ons geval de herijking van de strategie en de uitbouw van ons topklinisch en acuut profiel.

De vertaling van het inhoudelijke deel van de kaderbrief leidt tot het financiële kader. Ik vind dat altijd enigszins spannend, want er worden veel inschattingen gemaakt aan zowel de kant van de opbrengsten als kosten. Wat wordt de nieuwe cao, hoe hoog is de inflatie en wat kunnen we afspreken met zorgverzekeraars. Toch wil ik deze analyse gemaakt hebben voor de zomervakantie om het tweede deel van het jaar de tijd te hebben om samen met de organisatie de uitkomsten van het financiële kader te kunnen ombouwen tot concrete plannen. Het zal u als lezer niet verbazen dat er wederom een financiële taakstelling dan wel ombuiging uit is gekomen. Al jarenlang zitten we aan een gelijkblijvend omzetplafond en de compensatie voor de kostenstijgingen zoals de cao zijn ieder jaar weer onvoldoende. En ook nu komt er dus weer een tekort uit het financiële kader en moeten we op een creatieve manier ruimte vinden om meer te doen met dezelfde hoeveelheid geld of hetzelfde met minder geld. Geen prettig vooruitzicht om na de vakantie te kijken waar we de sinaasappel nog verder kunnen uitknijpen.

Dat laatste is wel wat te negatief geformuleerd, maar dat heeft waarschijnlijk te maken met de drukke periode die we allemaal achter de rug hebben. Mooier gezegd: hoe kunnen we door de kwaliteit te verbeteren uiteindelijk meer waarde toevoegen tegen lagere kosten. En daar zijn nog ruim voldoende mogelijkheden voor, waarbij het voor mij cruciaal is dat we ook oog hebben dat onze zorgprofessionals goed gefaciliteerd blijven en plezier in het werk houden. Een gedachte die ik ga meenemen bij onze financiële uitdagingen is de uitspraak ‘als je alleen maar aandacht geeft aan het nieuwe en het bestaande verwaarloost, dan krijg je verdorring’. Vertaald naar organisaties betekent dit dat projecten en ontwikkelingen eerst moeten worden afgemaakt voordat nieuwe worden opgestart. Of anders gezegd, voordat nieuwe projecten worden gestart eerst besluiten welke projecten al zo lang lopen dat ze niet meer van waarde zijn en dus kunnen worden gestopt. Met die (zonne)bril op ga ik vanaf morgen de vakantie in en nadenken over de uitdagingen die voor ons liggen.

Ik wens alle lezers van mijn columns veel inspiratie voor de tweede helft van 2021!

This article is from: