9 minute read
Met nieuwbouw heeft Isala Meppel de voor 2030 geplande CO2-reductie al gehaald
Jochem Pluijmackers en Hans Gellekink
MET NIEUWBOUW HEEFT ISALA MEPPEL VOOR 2030 GEPLANDE CO2-REDUCTIE AL GEHAALD
Advertisement
Met het nieuwe all electric ziekenhuis in Meppel heeft Isala een nieuwe standaard voor duurzame ziekenhuizen neergezet. Binnen de afgesproken tijd én binnen budget. ‘We hadden heel veel geleerd van de verhuizing van ons ziekenhuis in Zwolle in 2013.’
Toen er acht jaar geleden werd gesproken over een fusie tussen het Isala-ziekenhuis in Zwolle en het Diaconessenhuis in Meppel, en er al werd nagedacht over nieuwbouw in Meppel, vreesden sommigen van die stad eigenlijk dat hún ziekenhuis gewoon zou verdwijnen. Maar niets was minder waar. Onlangs opende het nieuwe Isala-ziekenhuis in Meppel zijn deuren, stijlvolle laagbouw, pal tegenover de leegstaande torens van de oude vestiging. Het aantal vierkante meters is weliswaar meer dan gehalveerd tot zo’n 18.000, maar het nieuwe ziekenhuis herbergt naast alle gebruikelijke regionale zorg, spoedeisende eerstehulp en operatiekamers, ook topklinisch zorg op het gebied van orthopedie en ouderengeneeskunde. En wat misschien nog wel belangrijker is: de nieuwe vestiging is het duurzaamste ziekenhuis van Nederland. ‘Met dit ziekenhuis hebben we de klimaatdoelstellingen voor 2030 nu al gehaald’, zegt Hans Gellekink, directeur finance en control bij Isala, met gepaste trots.
Isala had net de verhuizing naar een nieuw pand in Zwolle achter de rug toen Gellekink acht jaar geleden de overstap van het Groninger Martini Ziekenhuis naar Isala maakte. ‘Er werd nog wat gemopperd over kinderziektes’, herinnert Gellekink zich. ‘Maar voor de organisatie lagen grote uitdagingen in het verschiet, waaronder de fusie en de nieuwbouw.’ Jochem Pluijmackers, sinds vijf jaar hoofd gebouwenbeheer van Isala, vult meteen aan dat de organisatie veel heeft geleerd van die verhuizing. ‘Er waren heel veel lessons learned.’ Gellekink: ‘Het is allemaal mooi gelopen. Het was fijn dat er mensen aan het proces deelnamen die zoiets al eens eerder hebben gedaan. Daardoor treden er minder kinderziektes op.’ Voor alle duidelijkheid: ten tijde van die verhuizing waren Gellekink en Pluijmackers nog niet aan boord. ‘Acht jaar geleden wisten we al dat de fusie tussen Zwolle en Meppel door zou gaan, maar waren er zorgen over de noodzakelijke nieuwbouwplannen. Het oude gebouw was gewoon op’, vertelt Gellekink. ‘Maar de ziekenhuisorganisatie in Meppel twijfelde of ze zich zelfstandig de financieringsopgave zou kunnen permitteren. Dat was een van de drivers achter die fusie. In 2017, meteen na de juridische fusie, zijn we met het nieuwbouwproces begonnen, nadenken over de vraag hoeveel vierkante meters we zouden terugbouwen, hoeveel ok’s er moesten komen, hoe de meerjarige financiële prognose eruit zou komen te zien.’
Op de vraag of toen ook al werd nagedacht over verhuizen van specialistische afdelingen van Zwolle naar Meppel, omdat zoiets tot grotere efficiency en kwaliteitsverbetering zou leiden, antwoordt Gellekink dat meteen besloten werd tot een volledige integratie tussen Zwolle en Meppel. ‘We hebben meteen besloten dat de stafafdelingen naar Zwolle zouden verhuizen en we hier dus geen grote kantoorfaciliteit hoefden te bouwen. De verdere invulling is een reis geweest.’ Uiteindelijk is, zo verwoordt Pluijmackers het, ‘gekozen voor een profiel richting oudere patiënten’. Zo opent het ziekenhuis binnenkort het Heupcentrum. Gellekink: ‘Ouderenzorg, bewegen, is een speerpunt van Isala, en er is voor gekozen om dat hier in Meppel te doen. Dit ziekenhuis heeft een eigen smoelwerk.’
Duurzaamheid
Duurzaamheid vormde vanaf het allereerste moment een van de uitgangspunten bij de nieuwbouwplannen. ‘Het afzien van een aansluiting op het gasnet bijvoorbeeld was vanaf het begin geplot’, vertelt Pluijmackers. ‘We beseften toen al dat verduurzaming niet alleen een
algemene maatschappelijke opgave was, maar ook een van ziekenhuizen, al hadden we verduurzaming nog niet als concept in onze strategie opgenomen – dat is pas in 2019 gebeurd. In 2018 had de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen al wel de Green Deal 2.0 ondertekend, waarvan reductie van CO2-uitstoot een van de pijlers was. Dat paste naadloos bij wat we hier voor ogen hadden, wij tekenden het jaar erop. Wij zijn al sinds 2015 bezig met die reductie. Met de ingebruikname van dit ziekenhuis en de uitfasering van het oude hebben we ons tussendoel voor 2030 al gehaald. We stoten nu al minder dan 49% van de CO2 uit ten opzichte van de uitstoot in 2016. Dat geeft ons het comfort om verdere stappen te combineren met natuurlijke stappen van vernieuwing en verbouwen. Dat is veel goedkoper. We hoeven geen aparte projecten voor verduurzaming te plannen.’
Lachend vertelt Gellekink dat Pluijmackers een paar dagen geleden tijdens een werkoverleg vertelde over duurzaamheid. ‘Ik zag dat alle mensen een stap naar voren deden. Je zag als het ware hoeveel energie dat verhaal losmaakte. Duurzaamheid leeft onder de Isalanders, de medewerkers, het geeft iedereen een gevoel van trots dat we gasloos zijn en die milestone van 2030 nu al gehaald hebben. We moeten alleen nog een oplossing vinden voor de oudbouw.’ Later vertelt Gellekink dat er met de gemeente wordt overlegd over tijdelijke huisvesting van Oekraïense vluchtelingen in die gebouwen.
Geen experimenten
Bij de bouw van het nieuwe ziekenhuis heeft Isala volgens Pluijmackers bewust gekozen voor proven technology. ‘Een ziekenhuis leent zich niet voor experimenten, het draait bij ons om patiëntenzorg. Maar we hebben elders-wel-bewezen technologie binnengehaald, zoals het concept gasloos, all electric – wat overigens uniek was voor ziekenhuizen. Daar hebben we geen fratsen voor hoeven uit te halen, we konden putten uit een mandje bestaande technologie. We kopen 100% duurzaam opgewekte elektriciteit in via de collectieve inkooporganisatie Intrakoop. We hebben natuurlijk zonnepanelen op het dak, maar dat is bij lange na niet voldoende. In noodsituaties kunnen we stroom opwekken met behulp van een dieselaggregaat.’
Het hele bouwproces was traditioneel opgezet: een aanbesteding, overleg met aannemers, het inschakelen van een architect en het inhuren van een adviseur. ‘Aardig om te melden’, zegt Pluijmackers, ‘is dat de periode 2017-2022 misschien lang lijkt, maar voor een ziekenhuis heel compact is. We hebben alle bouwfasen gecomprimeerd, maar vroegen ons wel af of het zou lukken.’ Een heel mooie prestatie, vindt Gellekink. ‘Zeker gezien het feit dat er ook twee jaar corona in zat, met alle risico’s met bijvoorbeeld leveringstijden van dien. En we zijn binnen budget gebleven.’ Bij de bouw zijn nauwelijks lokale bedrijven ingeschakeld en is niet gekozen voor het cradle-to-cradle-concept van hernieuwbare bouwmaterialen. ‘Dat was een bewuste keuze. Van tevoren hebben we overwogen een materialenpaspoort te vragen, maar dat hebben we niet gedaan vanwege de tijdsdruk’, legt Pluijmackers uit.
Gecombineerd contract
Een van de lessons learned van de verhuizing in Zwolle was het sluiten van een gecombineerd bouw- en onderhoudscontract met een looptijd van 25 jaar. Een zogeheten DBM&O-contract, design, build, maintain and operate, iets wat in Zwolle niet was gedaan. Pluijmackers: ’25 jaar betekent dat daar ook de mid-term renovatie binnen valt en dat je kunt blijven optimaliseren.’ ‘Zo’n contract garandeert ook dat de bouwer meedenkt over wat er gedurende die periode allemaal nodig is. Als hij ergens op bespaart, komt hij zichzelf weer tegen’, vult Gellekink aan. ‘Het stimuleert goede TCO- afwegingen.’ Later wordt ook nog verteld dat contractueel is vastgelegd dat het energieverbruik op termijn met een derde wordt gereduceerd. Hoe dat moet gebeuren, is niet vastgelegd.
Eveneens naar aanleiding van de ervaringen bij de verhuizing in Zwolle werden de beheer- en onderhoudsmensen vanaf het begin bij de nieuwbouw betrokken. ‘De mensen die echt verstand hebben van techniek hebben we een duwtje laten geven. Als je daar aan de voorkant mee begint, wordt het resultaat beter exploiteerbaar’, zegt Pluijmackers. ‘Dat lijkt goed gelukt te zijn. Het geheel was bij ingebruikname al op een hoger niveau dan destijds bij de oplevering in Zwolle. De nasleep, die bij Zwolle redelijk groot was, lijkt nu heel beperkt.’
Ook de gebruikers, het verplegend personeel en andere medewerkers, zijn in een vroeg stadium geraadpleegd.
‘Onze dominante managementfilosofie is lean. Alle processen werden van tevoren tot in detail uitgewerkt. Op een gegeven ogenblik hebben we zelfs een loods afgehuurd waarin onder meer patiëntenkamers in karton werden nagebouwd, zogeheten mock-ups, om te zien of wat de architect had bedacht, ook echt werkbaar was’, zegt Gellekink. Pluijmackers vult aan dat die mock-ups ook nodig waren omdat er onder de medewerkers grote angst heerste of er wel voldoende ruimte zou zijn nu de oppervlakte van het ziekenhuis van 45.000 naar 18.000 vierkante meters zou gaan. Die ruimte bleek er inderdaad te zijn.
Standaardisatie
Er is, zo blijkt tijdens het interview, gekozen voor een multifunctioneel gebouw, wat interne veranderingen gemakkelijker zou maken. ‘We hebben bewust voor flexibiliteit door standaardisatie gekozen’, legt Pluimackers uit. ‘Dat is een must, omdat intern verbouwen in bestaande gebouwen een dure exercitie is waarbij de kosten drie tot acht keer hoger kunnen uitpakken.’ Gellekink vult aan dat de beperking van het aantal vierkante meters grote impact op het werkproces heeft. ‘Dokters bijvoorbeeld hebben geen eigen werkruimten, maar draaien mee in de pool van poli-ruimtes.’
Tot nu toe hebben zich geen onverwachte tegenvallers voorgedaan. ‘Qua gebouwen en installaties zijn we die nog niet tegengekomen. Voor medewerkers is het oude gebouw natuurlijk het referentiepunt, maar dat moeten ze loslaten. Dat gaat vanzelf’, zegt Pluijmackers. ‘Precies’, vult Gellekink aan. ‘In de laatste fase hebben we ook gezegd: zo gaan we het doen! Laat ons eerst maar eens een half jaar kijken hoe het gaat. Je moet nauurlijk op een gegeven ogenblik de boeken binnen het projectbudget kunnen sluiten.’
Gellekink is er trots op dat de nieuwbouw niet alleen binnen de tijd, maar ook binnen budget is gerealiseerd. ‘Bij de invoering van het nieuwe EPD hebben een aparte assurance-organisatie opgezet, vanuit het vier-ogenprincipe. Dat hebben we nu weer gedaan. Onze interne auditafdeling heeft steeds samen met de bouwers naar de voortgang gekeken. Daarnaast hebben we – dat hadden we ook van Zwolle geleerd – financiers en verzekeraars meegenomen nog voordat er één tekening was gemaakt.’
Financiering
Bij de financiering was een consortium betrokken van de drie commerciële banken die ook de hypotheek voor het nieuwe ziekenhuis in Zwolle hadden verstrekt, het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ), en de Europese Investeringsbank (EIB). Samenwerking met drie zo verschillende, en niet allemaal als flexibel bekend staande partijen bleek af en toe knap lastig, blijkt uit Gellekinks woorden. ‘Die drie moesten bijvoorbeeld overeenstemming bereiken over zekerheden. Wat moest er gebeuren als we niet zouden kunnen betalen? En intussen moest iemand van ons ze manen om snelheid te maken, want wíj waren aan het investeren. Uiteindelijk zijn we er gezamenlijk goed in geslaagd.’
‘Van het benodigde investeringsprogramma van driehonderd miljoen euro hebben we 150 miljoen via de EIB geleend. Dan zie je dat die organisatie heel anders is dan de traditionele financiers. Waar die laatsten je doorzagen over rendement en ebitda, onderwerpen waarop we ons ook bij de EIB hadden voorbereid, ging het bij die laatste al na vijf minuten over duurzaamheid. Niet alleen over het feit dat we all electric zijn, maar ook: hoe wordt het ziekenhuis ingebed in het landschap? Hoe ga je om met ooievaars? Hoe staat het met de natuurgebieden in de directe omgeving? Dat soort dingen. We hebben daar later een aparte presentatie voor moeten geven.’
‘De helft van de benodigde driehonderd miljoen wordt via de eigen kasstroom gefinancierd, terwijl de andere helft wordt geleend van het European Fund for Strategic Investments van de EIB, ook wel het Juncker-fonds genoemd. ‘Het intake-proces bij de EIB was pittig, maar vervolgens zijn de voorwaarden en tarieven erg gunstig’, aldus aldus Gellekink. Dit ziekenhuis is volgens hem het eerste niet-academische ziekenhuis dat door de EIB wordt gefinancierd. ‘Als kleine speler kom je er normaal niet tussen, maar omdat we ook met die nieuwbouw in Zwolle zaten en de invoering van één nieuw EPD voor alle Isala-ziekenhuizen, wat ook een grote operatie was, waren we interessant genoeg voor ze.’
Bernard de Vries Robles & Reinald van der Meer, in samenwerking met René Bogaars, Bogaarts Communicatie