3.2Versnijden enontbenen Bron: Kwaliteit en technologie van vlees
E. Claeys en N.Lauwers onderleiding van Prof. D. Demeyer
VERSNIJDINGVAN HETRUND Verschillende benamingen van karkasonderdelen en spieren Benaming
Andere benamingen en handelsbenamingen
.
nekstuk (= nek + keel samen)
1.Voorkwartier of voorvoet Hals: - nek - keel
.
Voorromp: - voorrug - middenrug
- voorrib - middenrib middenrib + voorrib
.
- voorborst - middenborst - naborst Schouder - valsefilet - klein zenuwstuk - schouderbal - bladstuk
- opperarmstuk
- (voorjschenkel
vierrib, onderrib, lage rib, spier, spiering, boef vijfrib, zesrib (afhankelijk van de grootte van het voorkwartier), ribstuk, tussenrib,eerste rib, bolle, dikke rib + deel fijne rib pastoorshoed,gedeelte borst, dun kortsel gedeelte klaprib, dik kortsel platte rib, fijne rib, afkortsel, ribgedeelte, platte ontblote ribben, narib dikke borst, gedeelte borst dunne borst, naborst met gedeelte dunne borst
bovenkamstuk, voorfilet, schoudermuis, spiering, peeskant van de schouder,schouderfilet onderkamstuk, sukadestuk,muis, schelp (Brussel), zenuwstuk gebraadvan de schouder,bloemstuk, muis (Brussel), schelp, dik gedeeltevan de schouder gepelde schouderblad, gepelde van de schouder,gepelde biefstuk, baklap, opleg zenuwstuk, plat zenuwstuk, schouderlap, plat van de muis, schouderfilet, gepelde van de schouderplaat boegschenkel,deel van de voorschenkel, los van de schouder,groot zenuwstuk, punt van de bal van de schouder,boezem van de jumeaux, peeskant schenkel, deel van de voorschenkel
2. Achterkwartier.achtervoet
.
. .
lendenstuk
- narug (ruggenwervels10- 13) - lende (lendenwervels 1 tot 6) - haas lap
filetstuk, entrecote, tussenrib dunne lende, contrefilet filet pur, pure filet, echte filet buiklap met vang, vang + buik, flank, langdradige gepelde
Bil met heup
- dikke bil - filetd'Anvers - platte bil - heupstuk - dijstuk - peeseind - liesstuk - (achter)schenkel
binnenbil, bovenbil, fletsel, dikstuk der bil achterbil, muis, muisstuk, athtermuis, ronde filet buitenbil, staartschotel,staartstuk dikke lende, dikke ziel, rompstuk, rumpsteak, kleinhoofd, ijsbeen, heup groothoofd, spierstuk,nootstuk, boon, walm, kogel kuitstuk, gepelde, scheenbeenlap, ankestaartschotel, zwaan, zenuwstuk van de platte bil lies, ezeltje, naaldje, aiguillette, afgepeld nootstuk, slip van de lende schenkel