Afgiftekantoor Gent 1 P003831 Toelating gesloten verpakking B/43
BelgiĂŤ/Belgique P.B. Gent 1 3/6085
Driemaandelijks tijdschrift 39e jaargang JAN-FEB-MAART 2014 V.U. Martien Bode - Bennesteeg 2 - 9000 Gent
Het Forum van
Vlaamse Vrouwen FVV VZW
Woord vooraf Elke zondagavond zat half Vlaanderen wekenlang gekluisterd aan de weliswaar fictieve, maar toch erg beklijvende televisiereeks ‘In Vlaamse Velden’, een serie over de Groote Oorlog. De reeks werd opgebouwd rond het dagboek van de fictieve Marie Boesman uit Gent, het origineel waarop dit gebaseerd is, bevindt zich in het Flanders Fieldsmuseum in Ieper. De serie zet de waanzin van de oorlog met haar kenmerkend gebruik van mosterdgas, zeer sterk in de schijnwerpers. Er is ook aandacht voor de rol van de vrouwen tijdens WOI en de relaties met de Duitse bezetter, die uiteraard ook een heel menselijke kant hadden. Ook alle aspecten van de belangrijke evolutie van de Vlaamse beweging komen aan bod. Voor de oorlog kwamen de eerste reacties op de verfransing vanuit artistieke milieus, meer bepaald van schrijvers en dichters zoals Rodenbach, Gezelle en Jan Frans Willems. Daarna deinde de beweging uit tot alle andere disciplines, het zogenaamde cultuurflamingantisme. Er waren zowel mannen bij uit aristocratische middens als heren zoals Emiel Moyson en priester Daens, die de beweging een sterke sociale inslag gaven.
FVV • 2
Tijdens WOI viel de Vlaamse Beweging uiteen in drie groepen: de pacifisten, die elke samenwerking met de bezetter afwezen en de activisten die collaboreerden met de Duitse bezetter om hun doel te bereiken, in de serie gesymboliseerd door dokter Boesman die ijvert voor een leerstoel gynaecologie aan de vernederlandste universiteit. En tot slot de frontbeweging, een beweging aan het front die zich verzette tegen het Franstalig taalbeleid van het Belgische leger, in de serie gesymboliseerd door de figuur Vincent Boesman. Na de oorlog werd het ongenoegen gevisualiseerd door op de graven van de honderden gesneuvelde Vlaamse soldaten, grafstenen te zetten met de letters AVV-VVK: Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus. De impact van WOI op de evolutie van de Vlaamse Beweging was zeer groot, iets wat sowieso te weinig aan bod komt in het huidige geschiedenisonderwijs. Een volk dat zijn verleden niet eert is de toekomst niet weerd, zegt het spreekwoord. Persoonlijk hou ik het op: wie zijn verleden niet kent is onwetend en bijgevolg niet in staat te relativeren en alles in het juiste perspectief te zien. Ieder van ons is de optelsom van zijn of haar verleden en dat is voor de Vlaamse Beweging niet anders. Martien
Anneleen Lenaerts
p. 18
FVV-activiteiten
n Reportages Stampe & Vertongen Nancy Vermeulen Anneleen Lenaerts
n ACTIEF 4 12 18
n ACTUA Europees jubelen in Brussel 100 jaar Gazette van Detroit
p. 29
Kaat Tilley Vluchters in het landschap FVV-activiteitenkalender
25 28 29
n gelezen 22 26
Brussel. Een gehucht in het moeras
30
FVV • 3
‘ reportages
De vliegtuigen van Stampe & Vertongen: Vliegend Vlaams Erfgoed In 1903 slaagden de gebroeders Wright erin om als eersten met hun zwaarder-dan-de-lucht-toestel een ‘vlucht’ te maken. Een sensationeel evenement: we spreken over iets langer dan 1 minuut en over 36 meter. Desalniettemin schreven de heren geschiedenis. Het exploot van Orville & Wilbur Wright kreeg navolging in de hele wereld. Vooral autoconstructeurs en fietsenmakers gingen aan het experimenteren. In ons land gingen zo’n 100 vliegtuigpioniers aan de slag om met de vreemdste constructies – al was het maar voor even – van de grond te gaan. Eén man stak er evenwel met kop en schouders bovenuit: Jean Stampe. Zijn vliegtuigen doorstonden de tand des tijds en dwingen tot op de dag van vandaag respect af. Op de luchthaven van Deurne vind je een pareltje van een museum dat zijn naam draagt. We gingen er langs en lieten er ons rondleiden door Danny Cabooter, voorzitter van het Stampe & Vertongen Museum.
FVV • 4
FVV: Eerst en vooral Danny, van waar komt jouw interesse voor vliegtuigen?
Danny: Ik ben afkomstig van Veurne in West-Vlaanderen. Toen ik als kleine gast in de klas zat, hoorde ik de vliegtuigen overkomen van het militair vliegveld in Koksijde. En dat fascineerde mij. Zo hoorden we op een mooie dag een Spitfire sputteren en we zegden al grappend tegen elkaar “Lap, die is gevallen”. En effectief er lag er eentje half in het kanaal van Veurne naar Loon. De piloot was omgekomen. Erg impressionant was dat. FVV: Maar het heeft jou blijkbaar niet weerhouden?
Danny: Neen hoor, ik reed geregeld met de fiets helemaal van Veurne naar Koksijde om daar door de draad naar de Jets te kijken, prachtige vliegtuigen die met enorm veel gedonder opstegen. Indrukwekkend vond ik dat. Bovendien kenden wij in Veurne Dokter Denekkere, een chirurg met een houten been, die met een Ercoupe vloog, een vliegtuig speciaal gemaakt voor mensen met een beperking. Nog zoiets dat tot mijn verbeelding sprak. Met andere woorden, via de Spitfires, de Jets in Koksijde en Dokter Denekkere in Veurne heb ik een affiniteit gekregen met vliegtuigen. FVV: En dus wou Danny piloot worden.
Danny: Ja, ik wilde dat dolgraag, maar mijn ouders zagen dat niet zitten. Na een drama in ons gezin, mijn twee broertjes zijn
Danny Cabooter
tezelfdertijd in het kanaal verdronken, werd ik door mijn ouders overbeschermd. Alles wat maar enigszins als gevaarlijk kon worden aanzien, werd mij verboden. Vandaar dat ik mij ‘contenteerde’ op de job van luchtverkeersleider. Maar het bleef kriebelen en op een gegeven moment heb ik, achter de rug van mijn ouders, centen geleend om vlieglessen te volgen in Wevelgem. Tot 1978 was ik militair, vanaf dan wou ik mijn loopbaan verder zetten in de burgerij. Ik werd verdeler van de Cessna-vliegtuigen in Antwerpen. In 1982 heb ik op de luchthaven in Deurne de loods van de Flying Group gebouwd. Ik werd commercieel directeur van Transmarcom Air, een expeditiefirma. In 1986 konden wij evenwel geen enkel vliegtuig meer verkopen omdat de dollar zomaar eventjes 72,00 BEF stond. Daarbij kwam het probleem van de ‘liability’. In die tijd, tot in de jaren negentig, was een constructeur levenslang verantwoordelijk voor zijn toestellen. Een onhoudbare situatie. Mijn laatste toestel, een tweemotorig turbinevliegtuig heb ik verkocht aan de firma Bosal, die me naderhand een job aanbood als piloot. Dat heb ik vijftien jaar lang gedaan. Daarna ging Bosal in zee met de Flying Group, waar ik, tot aan mijn pensioen, chef-piloot was. De Flying Group heeft momenteel dertig vliegtuigen! FVV: En vanwaar je liefde voor onze vriend Stampe?
Danny: Wel, in Goetsenhoven heb ik leren vliegen in de tweedekker van Stampe.
was liefde op het eerste ‘ Het gezicht en de liefde is nooit meer overgegaan
In 1975 heb ik mijn eerste Stampe gekocht. Hij stond aan de grond in Sint-Denijs-Westrem, was eigendom van de directeur van C&A en was ‘einde potentieel’ m.a.w. hij moest gereviseerd worden. Naderhand ben ik op onderzoek getrokken, bleek dat er op dat moment nog een zestal SV-4’s rondvlogen in ons land. Vervolgens ben ik gaan zoeken in Engeland, Frankrijk en de VS. Momenteel zijn er in ons land nog een dertigtal vliegende SV-4’s. Ik heb ze allemaal naar ons land gehaald en bemiddeld om ze
FVV • 5
‘ reportages
Jean Stampe en Koning Albert I (coll. J. Stampe)
te laten aankopen door vrienden of kennissen van mij. Hier in ’t museum staan twaalf Stampes, de rest staat in private loodsen. FVV: Wie was Jean Stampe?
Danny: Jean Stampe werd geboren op 17 april 1889. Hij groeide op in Sint-Jans-Molenbeek. In 1915 nam hij als 26-jarige dienst in het Belgisch leger. Stampe slaagde erin om vrijstelling van dienst te krijgen om een vliegopleiding te volgen. Daarvoor klopte hij aan bij de Amerikaan Beatty, die een vliegschooltje, of wat daarvoor moest doorgaan, uitbaatte op een oude paardenrenbaan bij Hendon in Engeland. De kandidaat-piloten moesten in die tijd, zelf hun opleiding betalen, want de ‘Aéronautique Belge’ nam enkel gebrevetteerde piloten aan. Het kostte Stampe vele goudfranken alvorens hij het begeerde brevet kon behalen en hij zich ‘aviateur’ mocht noemen. Pittig detail: de Amerikaanse instructeur kon zelf niet vliegen (lacht). Aan het front vloog Stampe de hele geallieerde inventaris. Hij werd een bekwaam en plichtsbewust piloot, die nooit halsbrekende toeren uithaalde, iets wat bij zijn vliegende collega-piloten schering en inslag was. FVV: Naar verluidt schopte hij het tot privépiloot van koning Albert I?
Danny: Inderdaad, tot grote verbijstering van de Generale Staf gaf de koning op een gegeven moment te kennen dat hij het front vanuit de lucht wou inspecteren. De Staf zwichtte en koos
FVV • 6
na veel beraad Stampe als piloot. Zo werd Jean Stampe de man die met de koning over de loopgraven vloog. De eerste vlucht was Albert I zo zeer bevallen dat hij regelmatig met zijn – inmiddels – luitenant Stampe over het strijdtoneel vloog. Door de vele uren die beide mannen samen in de winderige cockpit doorbrachten, ontstond een vriendschapsband die nog vele jaren zal voortduren. FVV: Stampe overleeft de oorlog. Maar ook na de oorlog liet het vliegen hem niet los.
Danny: Juist. Pas in 1923 verliet Jean Stampe het leger om zijn droom te verwezenlijken, met name een eigen vliegschool en vliegtuigfabriek oprichten. Hij en zijn oorlogskameraad Maurice Vertongen staken de koppen bij elkaar. Vertongen zat van huis uit goed in de slappe was en hij besloot te investeren in de vliegtuigplannen van zijn maat Jean Stampe. Door het gebrek aan deugdelijke trainingsvliegtuigen in de naoorlogse periode besloten de heren om zelf oefenvliegtuigen te bouwen. Tijdens een reünie van oorlogspiloten bracht één van hun makkers hen in contact met de Brusselse ingenieur Alfred Renard, waarmee ze scheep gingen. Renards ontwerpen kregen de type-aanduiding RSV, naar hun drie namen Renard, Stampe, Vertongen. Hun eerste creatie kwam in zeer primitieve omstandigheden ter wereld, nl. in de kelder van een dancing in Evere. Het toestel werd op 23 april 1923 geïnspecteerd en kreeg diezelfde dag nog haar luchtdoop. In augustus van hetzelfde jaar
FVV: Ondertussen zijn we beland in de jaren dertig en de grote economische crisis.
Danny: Klopt. De economische depressie in de V.S. bereikte het Europees continent en de productie van RSV-toestellen liep snel terug. Renard verliet Stampe en Vertongen, die moesten uitkijken naar een nieuwe ontwerper. Via via kwamen ze in contact met George Ivanov, een beloftevolle, Russische vliegtuigbouwer. Tijdens de Russische revolutie was hij met vrouw en dochter halsoverkop naar Frankrijk gevlucht. Stampe en Vertongen haalden hem naar Deurne, waar hij de SV-1, de SV-2 en de SV-3 ontwierp. Drie vliegtuigen die zonder computer en met behulp van een rekenliniaal ter wereld kwamen. Een mens kan zich nu zoiets niet meer indenken! In die periode was Stampe ook de vertegenwoordiger in ons land van vliegtuigen van zijn Britse collega Geoffrey de Havilland. Zijn beroemde ‘Moth’ vliegtuigen rolden regelmatig de ateliers van Stampe & Vertongen binnen. Het bedrijf groeide en bloeide, maar op de lokale arbeidsmarkt waren nauwelijks ontwerp-tekenaars voorhanden. Voor Ivanov geen probleem, hij haalde prompt een klein contingent Russen naar Deurne om het tekenteam van Stampe & Vertongen te vervoegen. Na de SV-3, volgen de SV-4 en de SV-5. Naar typisch Belgische gewoonte, was de Generale Staf van het leger dol op buitenlandse producten, zodat Stampe een zware bestelling aan zijn neus zag voorbijgaan. Dit bleek een vergissing van jewelste, waardoor het leger in extremis toch nog snel een bestelling van 20 stuks SV-5’s plaatste.
streken ze neer in Deurne. Ze waren zodanig onder de indruk van de SV dat ze er prompt 10 aankochten.. Gek genoeg werden de toestellen betaald in natura, meer bepaald in graan. Later zou men in Riga overgaan tot de licentieproductie van de SV-5, Stampe is ze persoonlijk één voor één gaan invliegen. De SV-5 is het enige militaire vliegtuig van eigen bodem dat ooit aan het buitenland verkocht werd en het enige, samen met de SV-4, dat ooit in het buitenland onder licentie gebouwd werd. FVV: Waren er in die tijd al vrouwelijke piloten?
Danny: Ja hoor, zo onder meer Elza Leysen, moeder van André en grootmoeder van Christian Leysen, de bekende ondernemersfamilie die met het eerste model RSV vloog.
voorbehouden rechten*
was een tweede toestel klaar. In totaal werden er 57 van geproduceerd. Het werd het allereerste toestel van eigen bodem dat de militaire luchtvaart in dienst nam. Zijn zoektocht naar een geschikte locatie voor een vliegschool bracht Stampe naar Antwerpen, waar hij in Deurne de terreinen van het nieuwe vliegveld wel zag zitten. En zo geschiedde: in oktober 1923 ging de school van start. Het eerste jaar werden er 54 militaire piloten en twee burgers gevormd. Naast de school bouwde Stampe er met heel eenvoudige middelen ook werkplaatsen voor de bouw van de RSV’s.
een gegeven ‘ Op moment besliste
Jean Stampe om een damesmodel op de markt te brengen Elza Leysen (coll. F. Leysen)
FVV: Werden de vliegtuigen van Stampe & Vertongen ook in het buitenland verkocht?
Danny: Wel, in 1935 toerde een delegatie van Letland door Europa, op zoek naar een nieuw vliegtuig voor de Letse luchtmacht. Na bedrijfsbezoeken in Frankrijk, Engeland en Nederland
FVV • 7
‘ reportages
Jean Stampe en Maurice Vertongen (coll. J. Stampe)
In 1950 vond een memorabel exploot plaats. Manu Geerts, een veel gedecoreerd oorlogsveteraan, vloog een SV-4 van Brussel naar Kamina in Belgisch Congo. Hij trotseerde weer en wind, zandstormen en hagelbuien. Met beperkte navigatiemiddelen vloog hij hier en daar over vijandelijk gebied. Geerts deed er 23 dagen over en leverde het toestel in onberispelijke staat af. Een bewijs te meer van de kwaliteit van de Stampe & Vertongen-vliegtuigen!
Het was immers telkens een heel geklauter om in de cockpit te geraken, absoluut niet elegant dus voor een dame in vlieguitrusting. Het werd de SV-4b, een toestel waarin het Franse leger bijzonder geïnteresseerd was. Stampe rijfde een niet-onaanzienlijke bestelling binnen. Maar de nieuwe oorlogsdreiging nam hand over hand toe en de bestelling werd nooit uitgevoerd!
FVV • 8
FVV: Reeds in de laatste jaren voor WOII werd voelbaar dat Stampe & Vertongen op technisch vlak stilletjes aan een achterstand aan het oplopen waren.
Danny: Inderdaad, in de jaren voor WOII werd het kaf van het koren gescheiden en werd het pijnlijk duidelijk dat de kleine vliegtuigbouwers de strijd om hun plaatsje in de luchtvaartwereld aan het verliezen waren. In die tijd bouwde men in Duitsland, Frankrijk, Engeland, Japan en de Verenigde Staten reeds volledig aluminium machines, aangedreven door krachtige motoren, die hoogten en snelheden bereikten die voor Stampe & Vertongen ondenkbaar waren. En dat deed firma’s zoals Stampe & Vertongen, die nog met hout en zeildoek doende waren, uiteindelijk de das om. Je mag niet vergeten dat in het buitenland de vliegtuigbouwers ondersteund werden door de universiteiten en andere nationale instituten, waardoor ze onder meer gesofistikeerde windtunnels tot hun beschikking hadden.
Stampe & Vertongen schrijnwerkerij, 1935
FVV: Toch rolde er nog een SV-10 uit de loods.
Danny: Tja, Stampe & Vertongen waren zich niet echt bewust van wat er zich in het buitenland afspeelde en ze deden lustig voort. De SV-10 heeft trouwens een zeer tragische afloop gekend. Op 5 oktober 1935 stegen George Ivanov en de enige zoon van Jean Stampe, Leon – een ervaren piloot – voor het oog van de pers en onder massale publieke belangstelling op voor een proefvlucht. Boven Borsbeek geraakte het vliegtuig in moeilijkheden en stortte neer. Ivanov en Leon kwamen om het leven. Een van de naaste medewerkers van ivanov, Demdoff, nam de taak van Ivanov over. FVV: Oké, hoe spartelden Stampe & Vertongen door de wereldoorlog?
Danny: Wel, in september 1939 kwamen Frankrijk en Engeland in oorlog met Duitsland. In uiterste nood bestelde de Franse Armée de l’Air op 9 september nog 300 SV-4b’s. De Fransen waren bereid om er de gigantische som van 129.000 BEF per
stuk voor te betalen. Maar Stampe zat opgescheept met de Belgische neutraliteit, waardoor produceren voor een land in oorlog verboden was. De regeltjes werden evenwel omzeild door de SV-4b’s in licentie te laten bouwen door het Franse bedrijf Farman. Maar op 10 mei 1940 vielen de Duitsers ons land binnen. Na enkele dagen stonden ze in Antwerpen. Stampe ontruimt in allerijl zijn bedrijf. Een tiental onafgewerkte SV-4’s werden op vrachtwagens gereden en weggevoerd. Wat niet kon worden meegenomen werd noodgedwongen vernield. Via Oostende reisde Stampe per schip naar Le Havre, vanwaar hij naar zijn vriend Farman trok. Stampe dook onder in Parijs, waar hij zich de ganse oorlog bezighield met nieuwe ontwerpen. FVV: Man, man, wat een verhaal. Wat gebeurde er na de oorlog?
Danny: De laatste Duitsers waren in 1944 nog niet verdwenen uit het Parijse straatbeeld of Stampe nam de draad weer op.
FVV • 9
‘ reportages Twaalf nooit afgewerkte SV-4’s die verborgen waren gebleven na de capitulatie in 1940, werden onder zijn toezicht afgewerkt. Het werden de eerste naoorlogse trainingstoestellen van de Franse luchtmacht. Er volgden er nog 700! Daarna volgde nog een nabestelling van 350 stuks, terwijl een Algerijnse firma er nog eens 151 produceerde. Uiteindelijk werden er nog eens 300 gebouwd die nooit gemonteerd werden. Ze zouden als reserveonderdelen dienen voor de ganse vloot, waardoor veel SV-4’s tot begin de jaren negentig van vorige eeuw vliegwaardig bleven! Jean Stampe ging met pensioen in 1971, hij koos zich een nieuwe hobby en ging rozen kweken. ‘Johnny’ Stampe zoals hij genoemd werd, stierf in 1978, hij was 89 jaar. Datzelfde jaar werden de laatste SV-4’s van de Belgische luchtmacht uit dienst genomen. FVV: De vliegtuigen van Stampe & Vertongen werken echt wel op de verbeelding hé!
Danny: Oh ja, het zijn ronduit schitterende machines. Weet je dat de dag van vandaag er nog 200 stuks Stampe & Vertongens rondvliegen? Dat kan van geen enkel toestel uit die tijd gezegd worden!
FVV: Welke vliegtuigen zijn er te zien?
Danny: In het statische deel van het museum staan een aantal replica’s van toestellen uit de twee wereldoorlogen onder andere de Stampes uiteraard, maar ook een nooit ontplofte Duitse V1. Het vliegend gedeelte van het Stampe & Vertongen-museum bestaat uit een aantal SV’s. Zij staan in een loods naast het museum en zijn eigendom van privépersonen. FVV: Kunnen bezoekers een vlucht boeken in één van de SV-4’s?
Danny: Uiteraard, wie zin heeft kan bij ons een luchtdoop of een pleziertochtje boeken met de SV-4’s. Dit kan tijdens de jaarlijkse ‘Fly In’ op de luchthaven of op eenvoudig verzoek, naargelang de beschikbaarheid van de piloten en uiteraard de weersomstandigheden. Vliegen met een legende: een heerlijke sensatie! FVV: Met jou als piloot Danny! Zeker en vast! Bedankt voor dit gesprek.
Martien
FVV: Vandaar dan het initiatief om een museum op te richten.
Danny: Dankzij Johan Sauwens van de Volksunie kreeg ik in 1990 een concessie van dertig jaar op een stuk grond hier in Deurne, waarop we, dankzij de financiële steun van Karel Bos, CEO van Bosal, dit museum hebben kunnen bouwen. FVV: Wat valt er allemaal te beleven?
Danny: Door het Stampe & Vertongen-museum wandelen is een ervaring. Je komt er niet alleen oog in oog te staan met de eerste vliegtuigen, je leert er één en ander over Antwerpen en zijn rijke luchtvaartgeschiedenis. Getuige hiervan is het luchthavengebouw dat in 1930 één van de modernste in zijn soort was. Je maakt er naast Stampe & Vertongen kennis met Jan Olieslagers, bijgenaamd ‘de Antwerpse duivel’, wellicht de eerste man ter wereld, die op de motor de honderd kilometer per uur had overschreden. In 1909 verlegde hij zijn interesses en werd hij piloot. Na WOI werd hij vereerd als een echte volksheld. Officieel haalde hij vijf Duitse vliegtuigen neer, maar wellicht waren het er veel meer.
FVV • 10
je dat de dag van ‘ Weet vandaag er nog 200 stuks Stampe & Vertongens rondvliegen? Dat kan van geen enkel toestel uit die tijd gezegd worden!
Het Stampe & Vertongen-museum zamelt momenteel geld in voor een standbeeld, als bronzen eerbetoon aan Jean Stampe. Uw bijdrage, hoe klein ook, is welkom op rekeningnummer BE50 8508 1536 4618 van het museum.
Stampe & Vertongen-museum bezoeken: Individueel bezoek Het Stampe & Vertongen-museum is open voor het publiek op zaterdag en zondag (14u-17u).
(coll. J. Stampe)
Groepsbezoek Een groepsbezoek is mogelijk op om het even welke dag, ook ’s avonds, uiteraard steeds na afspraak. Prijs: 2,50 euro per persoon, met een minimum 50 euro per groep. Fotoshoots en bedrijfsevenementen Het museum kan eveneens gebruikt worden voor fotoshoots (huwelijk, communie,...) of als locatie voor bedrijfsevenementen. Inlichtingen en reservatie : www.stampe.be
Bronnen foto’s: Stampe en Vertongen Museum; Jouhaud Reginald, Les avions Stampe, Uitgerij Wimpel Amsterdam, 1999; Flickr: Simon Cope (*)Ondanks alle pogingen om de origine van bepaalde foto’s te achterhalen is de auteur van deze publicatie/de filmmaker hierin niet geslaagd. Indien rechthebbenden hun foto’s herkennen kunnen zij contact opnemen + contactgegevens van de uitgever/ van de producent”
FVV • 11
‘ reportages
Nancy Vermeulen: onze ambassadrice in de ruimte Er zijn straffe madammen, maar er is straf, straffer en strafst. En dat is het minste wat je kan zeggen van Nancy Vermeulen uit Hove bij Antwerpen. Nancy is gediplomeerd astrofysicus en lijnpiloot. Ze vloog onder meer met een Airbus 300-vrachtvliegtuig boven Bagdad, in volle Irak-oorlog. Jarenlang was ze wetenschappelijk onderzoekster aan achtereenvolgens de Technische Universiteit van Delft en het KMI. Sinds 2010 werkt ze als vlieginstructeur voor professionele lijnpiloten aan de Ben Air Flight Academy (BAFA) in Deurne. Daarnaast is ze onafhankelijk specialist in ‘ruimte-training’. Neen, het zijn niet alleen jongens die ervan dromen astronaut te worden. Een gesprek met een ‘bevlogen’ vrouw.
FVV • 12
FVV: Vanwaar je passie voor astronomie?
Nancy: Mijn papa werkte op de luchtmachtbasis van KleineBrogel in Peer. Als pakweg zesjarige kon ik urenlang turen naar de lucht, ik fantaseerde over de opstijgende F16’s en over de vele sterren aan de hemel. Ik herinner me nog hoe ik - in navolging van Maya de Bij, uit de gelijknamige animatiereeks op televisie - mijn eigen sterren kijker maakte door een vergrootglas uit elkaar te vijzen en op een keukenrol te bevestigen. Mijn ouders waren daar op dat moment niet echt blij mee, maar toch gaven ze me, voor mijn zevende verjaardag, mijn allereerste echte sterrenkijker. Tja, ik was niet echt een doordeweeks kind. Op school had ik weinig vriendjes die me begrepen en voelde ik me vaak erg eenzaam. FVV: Als tiener werd je lid van Oberon, de jeugdwerking van volkssterrenwacht Urania.
Nancy: Klopt, ik ontmoette er gelijkgestemde zielen en vond er helemaal mijn draai. Op mijn vijftiende was ik er één van de jongste gidsen ooit. Zo herinner ik me een clubje Vlaamse gepensioneerde vrouwen met één man in hun midden. Die vond het geweldig om me als prille puber in verlegenheid te brengen met de vraag waar je de planeet Venus kon zien. FVV: En daar vond je de motivatie om van hobby je beroep te maken.
Toen er een job vrij kwam bij DHL heb ik die met beide handen gegrepen. Ik moest immers een zware lening afbetalen. Bovendien bleek Sabena zes maanden later failliet. FVV: Hoe was het om te vliegen voor DHL?
Nancy: Twee jaar lang deed ik nachtvluchten op heel Europa met de lawaaierige Boeing 727, een schitterende toestel. Jammer genoeg werd het door Belgische politiek gekonkelfoes weggepest uit het luchtruim. Een vrij stresserende periode, want de piloten kregen de hele publieke opinie tegen zich in het harnas. Gelukkig kreeg ik de kans me om te scholen waardoor ik niet alleen op Europa maar ook op Afrika en het MiddenOosten kon vliegen. Tof! FVV: Als ik het zo hoor, hou je er toch mooie herinneringen aan over.
Nancy: Absoluut, spectaculaire zelfs. Zo vervoerden we op een gegeven moment materieel voor het Amerikaanse leger.
moet weten, vliegen onder ‘ Jemilitaire begeleiding, dat is echt kicken. Je bent immers veel vrijer in je vliegmaneuvers.
Nancy: Inderdaad, ik ben fysica gaan studeren met als afstudeerrichting astrofysica. Vermits er in ons land geen ruimtevaartrichting bestaat en om later kans te maken bij de ESA (European Space Agency) ben ik gaan studeren voor lijnpiloot, een opleiding die zomaar eventjes 1.500.000 frank gekost heeft. Een lening bleek op de koop toe niet evident, er kwam veel lobbywerk aan te pas. Maar, waar een wil is, is een weg! Ten andere, momenteel kost een opleiding zo’n slordige 90.000 euro. FVV: Jammer genoeg ging het in het jaar 2000, toen je afstudeerde absoluut niet goed met Sabena.
Nancy: Neen, ik stond nummer 36 op hun pilotenwachtlijst en er waren gemiddeld slechts drie rekruteringen per maand.
FVV • 13
‘ reportages
In Europa moet je je aan strikte procedures houden. Let op, vliegen op Bagdad was echt geen lachertje hé, zo werden collega’s van me op een gegeven moment letterlijk afgeschoten door een raket. Gelukkig ging het om verouderde munitie en kon het toestel veilig en wel aan de grond gezet worden. Mijn periode bij DHL was echt super… mocht het fysiek niet zo zwaar zijn, ik deed het nog steeds. Maar het voortdurende zware nachtwerk werd me na enkele jaren te zwaar. FVV: Op een gegeven moment is DHL haar activiteiten in Brussel gaan terugschroeven.
Nancy: DHL besliste inderdaad om van het Duitse Leipzig haar belangrijkste uitvalsbasis te maken. FVV: Oeps, en hoe moest het dan verder met jou?
Nancy: Wel, ondertussen was ik te oud voor een job bij maatschappijen zoals KLM, Lufthansa en Air France. Die werven trouwens enkel mensen aan uit hun eigen luchtvaartschool. Wees
FVV • 14
gerust, het is ‘eigen volk eerst’ in het Europa van vandaag! Dus ben ik gaan solliciteren voor een job als wetenschapper aan de Universiteit van Antwerpen en de Technische Universiteit van Delft en twee jaar later bij het KMI. FVV: Wat deed je bij het KMI?
Nancy: Ik werkte er mee aan een project ‘Earth Observation from Space’. Meer bepaald bij de ontwikkeling van een instrument waarmee je vanuit de ruimte de opwarming van de aarde kan meten. FVV: Als ik het goed heb, ambieer je zelf ook een reis naar de ruimte.
Nancy: Ja, dat zou inderdaad de max zijn. Maar ik maak me geen illusies. FVV: Hoezo?
Nancy: Ik heb meegedaan aan de selecties van 2008. Op dat moment was het geleden van 1992 dat er nog selecties hadden
plaatsgevonden. Ik vrees dat ik tegen de volgende selecties te oud zal zijn. Nu, in 2008 ben ik tot de voorlaatste ronde geraakt. Niet slecht! FVV: Hoe denk je dan toch in de ruimte te geraken?
Nancy: Wel, via de commerciële ruimtevaart. Richard Branson bijvoorbeeld, van Virgin, maakt zijn dromen waar via Virgin Galactic, een combinatie van een vliegtuig en een ruimteschip. Heel efficiënt. Het vliegtuig gaat tot een hoogte van 15 km en van daaruit ga je de raket lanceren. Op die manier moet je veel minder brandstof meenemen. Je maakt eigenlijk een ruimtesprong. Je gaat tot een hoogte van 110 km en dan ben je gedurende een vijf tal minuten gewichtloos. FVV: Een kostelijke bedoening veronderstel ik.
Nancy: Tja, momenteel betaal je zo’n slordige 200.000 dollar voor een ticketje. Maar wellicht zullen de prijzen binnen 10 jaar al flink gedaald zijn. FVV: Wat is er zo speciaal aan zo’n tochtje?
Nancy: Zoals ik al zei, tijdens zo’n ruimtesprong ben je zo’n 5 minuten gewichtloos en dat is een zalig gevoel, dat kan ik je verzekeren. Zo nu en dan organiseer ik zelf paraboolvluchten waarbij je met een vliegtuig zeer steil naar boven klimt en dan met de neus naar voren naar beneden duikt. Tussen die twee fasen neem je als het ware een loopje met de zwaartekracht. Gedurende die 5 seconden ervaar je dan de ‘zero gravity’.
een toestand van ‘ Echt, gewichtloosheid dat moet je eens meegemaakt hebben, dat is grandioos!
Dit maneuver kan een paar keer herhaald worden. Nadeel is wel dat je bij het stijgen en dalen loodzwaar bent. Zulke vluchten organiseren ESA en NASA als training voor de astronauten. FVV: Als voorzitter van de ‘Mars Society Belgium’ ijver je voor bemande ruimtereizen naar Mars. Waarom specifiek Mars?
Nancy: Het gaat eigenlijk niet specifiek om louter de planeet Mars. Het gaat over de verovering van een ander ruimtelichaam in het algemeen. Alleen is Mars, met de huidige technologische mogelijkheden de meest voor de hand liggende planeet.
Mars is momenteel dé ‘ nieuwe uitdaging voor de mens bij uitstek.
Maar voor de eerste mens voet zet op Mars moeten er nog een pak menselijke en technologische obstakels overwonnen worden. FVV: Zoals?
Nancy: Bijvoorbeeld de schadelijke gevolgen van de zwaartekracht. Daarvoor is Frank De Winne prima studiemateriaal. Frank bleef zes maanden in het ISS (International Space Station), net de tijd die je nodig hebt om naar Mars te reizen. Blijkt dat een mens na zo’n lang verblijf in de ruimte serieus aftakelt. Spieren smelten weg, je bot ontkalkt… niet bepaald gezond, maar gelukkig komt het allemaal weer goed, na een stevige revalidatie. En dan hebben we het nog niet gehad over de kosmische straling. Rond de aarde hangt een magneetveld dat ons daar tegen beschermt. Ook het ISS-programma profiteert daar nog van mee, maar daarbuiten krijg je de volle laag, met een verhoogde kans op kanker tot gevolg! Onder meer daarvoor moet een oplossing gevonden worden. In het ISS werken verschillende landen, waaronder ook de VS en Rusland, samen aan één project. Dit is uniek, nooit gezien … en dat onderstreept nog maar eens het belang van de ruimtevaart.
FVV • 15
‘ reportages
FVV: Ik hoor het, ondanks de obstakels zie je het volledig zitten?
Nancy: Zeker weten! Mars is een uitdaging voor ons allemaal: ingenieurs, fysici, geologen, psychologen, antropologen, diëtisten,… een uitdaging van dat formaat brengt mensen samen en dat is een mooi gegeven om er samen iets schitterend van te maken. Volgens mij staan er binnen 30 tot 50 jaar mensen op Mars, en dat is een realistische schatting. FVV: Enkele jaren geleden organiseerde je, in samenwerking met de NASA, een Marsexperiment in de woestijn van de Amerikaanse staat Utah. Wat moet ik me daarbij voorstellen?
Nancy: We waren met zes: drie Vlamingen, twee Walen en eentje van de Duitstalige gemeenschap. Ik wou een zo breed mogelijke samenstelling van het team, niet alleen wetenschappers. Zo was er onder meer een 52-jarige onderwijzeres mee, een 17 jarig schoolmeisje en een kunstenaar. Het was een combinatie van wetenschappelijk experimenteren en ‘public outreach’.
FVV • 16
We hebben tijdens ons verblijf 25 live contacten gehad met scholen en verenigingen. Fantastisch. Het enthousiasme voor ruimtevaart opwekken bij jonge mensen, bij Jan en Mien met de pet… heel tof! FVV: Wat hield het experiment op wetenschappelijk vlak concreet in?
Nancy: We brachten daar vijftien dagen door in een container waarin zo realistisch mogelijk de situatie in een ruimtehabitat werd gesimuleerd. Als we buiten de container gingen, droegen we steevast een ruimtepak. We probeerden er ons eigen voedsel te kweken en ons eigen afval te recycleren tot nieuwe voedingsstoffen. Zelfs het water werd zoveel mogelijk gerecycleerd. Geavanceerde technieken trouwens die op termijn ook in ontwikkelingslanden kunnen worden ingezet. Verder bestudeerden we wat de psychologische effecten zijn van samenleven in een kleine ruimte, het stressniveau, de invloed van de voeding op het lichaam en uiteraard waren er de geologische experimenten.
FVV: Heb je momenteel wilde plannen?
Nancy:
geloof rotsvast dat de ‘ Ikcommerciële ruimtevaart ten
laatste binnen 10 jaar letterlijk en figuurlijk serieus ‘van de grond’ zal komen.
Ik ben blij met de aanpak van Obama, die de ruimtevaart niet langer exclusief vanuit de overheid wil controleren. Hij gooit de markt open, laat privéondernemingen het initiatief nemen en belooft de besten onder hen te subsidiëren. Dat is volgens mij de toekomst van de ruimtevaart, en het is bovendien goed voor de economie. Zelfs Vlaanderen doet het op vlak van onbemande ruimtevaart heel goed. Zelf ga ik me, naast mijn job als vlieginstructeur, vooral toespitsen op mijn consultancy-opdrachten. Ik ben, samen met een vennoot, een bedrijfje aan het oprichten dat belevingsprogramma’s aanbiedt aan grote bedrijven, maar evengoed aan geïnteresseerde leken… would be astronauten zeg maar. Een primeur (lacht). Ik zelf neem uiteraard het gedeelte ruimtetraining voor mijn rekening. Multinationals die hun klanten eens iets heel speciaals willen aanbieden kunnen bij mij terecht voor een opleidingetje ‘piloot’ met ervaringsmoment acro-vliegen of ‘astronaut voor één dag’ met uiteraard gewichtloosheidservaring. Verder neem ik zeker ook mijn taak als commissionair bij ISTA, de International Space Transport Association, ter harte. ISTA zal in de toekomst het IATA worden van de commerciële ruimtevaart. IATA is een overkoepelend orgaan dat wereldwijd de veiligheid en de wetgeving regelt voor de luchtvaart. En dat wil ISTA gaan doen voor de commerciële ruimtevaart. Mijn taak bij ISTA is om in de toekomst de training te organiseren voor de astronauten van de commerciële ruimtevaart. FVV: Zou je jezelf durven omschrijven als een moderne avonturier / ontdekkingsreizigster?
Nancy: Toen Columbus destijds zijn plannen ontvouwde dacht vrijwel iedereen dat zijn boot van de wereld zou vallen. Dat is
niet gebeurd. Christoffel ontdekte Amerika. Avonturiers van dat kaliber veranderen de wereld. Dichter bij het hier en nu bewonder ik mannen zoals Dirk Frimout en Frank De Winne. En ja, mocht men mij morgen vragen om wetenschappelijk onderzoek te gaan doen op Mars, dan zal geen moment aarzelen!” (lacht) FVV: Tot slot: hoe hard is het om als vrouw je mannetje te staan in de wereld van piloten en astronauten?
Nancy: Het was als jonge vrouw niet makkelijk voor me. Maar door me volledig te focussen op mijn carrière sta ik waar ik nu sta. Je krijgt in het leven immers geen cadeaus. Mijn raad aan iedereen die het wil maken in het leven: grijp alle kansen die je krijgt en geef NOOIT op! FVV: We nemen je raad ter harte, Nancy, en nog heel veel succes.
Martien
Interesse in een lezing over luchtvaart, ruimtevaart en sterrenkunde? www.nancyvermeulen.be nancy@space-training.com
FVV • 17
‘ reportages
Anneleen Lenaerts: Vlaanderen zendt haar dochters uit
31 januari 2014, 12u ’s middags. Ik bevind mij in de schitterende kerk van de voormalige augustijnenorde in Antwerpen, sinds enige tijd beter bekend als het muziekcentrum Amuz Augustinus. Ik luister er naar het hemelse harpspel van Anneleen Lenaerts die er een recital geeft. Naast mij zit de bekende sopraan Anne Cambier. Bij het beluisteren van Franz Liszts Liebestraum kijken we elkaar glimlachend aan. Je kan er niet omheen, Anneleen en haar harp maken een mens helemaal zen! Anneleens harpspel is gekend om haar kleurrijke en warme klank, perfecte timing en diepe muzikale expressie. Sinds 2010 is ze vast verbonden als soloharpiste bij de Wiener Philharmoniker: Vlaanderen zendt haar dochters uit en daar mogen we oprecht trots op zijn. Na het recital wacht ik Anneleen op en ik niet alleen: een heleboel mensen willen haar feliciteren, een praatje maken, een handtekening versieren. Anneleen blijft er minzaam en kalm bij, van sterallures en kapsones geen sprake en dat maakt haar ondanks haar kleine gestalte een grote dame.
FVV • 18
FVV: Kom jij uit een muzikale familie?
FVV: Welke componist draagt je voorkeur weg?
Anneleen: Ik heb een broer en een zus die allebei muzikaal zijn, maar gek genoeg zijn mijn ouders absoluut niet muzikaal. We kregen wel alle kansen om onze talenten te ontplooien.
Anneleen: Ik hou van het romantische repertoire, Chopin en Liszt, maar ook van de impressionisten Debussy en Ravel, die prachtige werken hebben geschreven voor harp.
FVV: Je broer Wouter is de bekende dirigentcomponist-pianist, maar je zus ken ik niet.
FVV: Je hebt een cd uitgebracht met werken van Chopin en van Liszt… niet evident.
Anneleen: Mijn zus is een zeer goeie pianiste, maar zij heeft uiteindelijk gekozen voor de studies van bio-ingenieur. Enkel mijn broer en ik zijn professioneel met muziek bezig.
Anneleen: Ja, Chopin en Liszt speelde ik graag op piano.
FVV: Waarom koos jij voor harp en niet bijvoorbeeld voor een blaasinstrument?
Anneleen: Eerlijk gezegd was het zeker geen liefde op het eerste gezicht. Mijn leerkracht notenleer heeft me overtuigd om harp te spelen,… ik had op dat moment zelfs nog nooit een harp van dichtbij gezien. Ik ben de man daar nog altijd heel dankbaar voor. FVV: Op het tweede zicht werd de liefde zo groot dat je harp bent gaan studeren?
Anneleen: Ja, de laatste graad van de middelbare school heb ik met middenjury gedaan omdat ik van mijn vijftiende vaak op reis was voor masterclasses, wedstrijden en concerten. Vanaf mijn zestiende ben ik privélessen gaan volgen in Parijs, vanaf mijn achttiende zat ik op het Koninklijk Conservatorium in Brussel bij Jana Bouskova. Na mijn afstuderen in 2008 heb ik opnieuw in Parijs - de ‘Cours de perfectionnement’ gevolgd aan de Ecole de Musique bij Isabelle Perrin. En daarna nog allerhande masterclasses bij bekende harpisten. Oh… en daarnaast heb ik nog harmonieleer, contrapunt en fuga gevolgd aan het conservatorium te Brussel. FVV: Heb jij een groot voorbeeld waarnaar je opkijkt?
Anneleen: Oh, dat is een moeilijke vraag… ik hou van harp, dat is uiteraard mijn instrument, maar ik ben op de eerste plaats muzikant en dan pas harpiste, dus ik heb niet onmiddellijk een harpidool. Maar ik kijk wel op naar de Franse harpiste Isabelle Moretti bijvoorbeeld. Zelf wil ik vooral een goeie muzikante zijn, de klemtoon mag niet liggen op mijn instrument. Vandaar dat ik eerder opkijk naar goeie muzikanten of dirigenten in het algemeen.
wel een uitdaging ‘ ’tomWashunbest composities aan te passen aan de harp.
FVV: Speel je liefst solo of in een orkest?
Anneleen: Vanaf vrij jonge leeftijd heb ik vaak solo gespeeld, kamermuziek ook wel. Eigenlijk heb ik nooit echt de ambitie gehad om in een orkest te spelen. Maar toen kwam die kans in Wenen en dacht ik: toch maar eens een auditie doen, ik heb niets te verliezen… en dat is wonderwel gelukt! Maar ik speel nog altijd graag solo. Het feit dat ik orkest en solo kan combineren, maakt het leven voor mij heel boeiend. FVV: Hoeveel harpen heb jij?
Anneleen: Ik heb drie harpen, eentje in Wenen, eentje hier in ons land en dan een derde harp die ik gewonnen heb toen ik 18 was. Die laatste heb ik eigenlijk niet nodig, maar ik kan er emotioneel geen afstand van doen… pure nostalgie zeker (lacht). FVV: Over prijzen gesproken, je hebt al heel veel prijzen gewonnen in je prille carrière. Welke vind je de mooiste?
Anneleen: Er zijn drie grote harpwedstrijden in de wereld. Eentje in de VS, eentje in Israël en één in Frankrijk. Toen ik de wedstrijd in Frankrijk won op mijn achttiende… wow, dat was wel een bijzonder moment voor mij. Dat zijn wedstrijden die vergelijkbaar zijn met het niveau van de Koningin Elisabeth wedstrijd, enkel de top mag deelnemen. Tja, daar was ik wel heel erg blij mee.
FVV • 19
‘ reportages FVV: En dan is er uiteraard je benoeming in 2010 als soloharpiste in de Wiener Philharmoniker.
Anneleen: Ja, dat was en is natuurlijk een fantastische kans, ik heb er enorm veel geleerd en ik speel er heel graag. FVV: Is er veel concurrentie tussen de muzikanten?
Anneleen: Neen hoor, eens je aanvaard bent, gaat het heel goed. De sfeer is er erg gemoedelijk. En dat is ook noodzakelijk want het werkritme ligt zeer hoog. We hebben een zeer strak werkschema. Wij werken dagelijks zowel in de opera als filharmonisch. We gaan ook heel vaak op tournee, en ik kom geregeld eens een thuismatch spelen. Dat zijn vier agenda’s die constant door elkaar lopen. Best wel moeilijk soms. FVV: Is de druk om te presteren hoog?
Anneleen: Ja, die is behoorlijk hoog, maar we zijn allemaal ook maar mensen hé, we hebben allemaal wel eens een mindere dag. FVV: Er zijn twee harpisten bij de Wiener Philharmoniker, toch?
Anneleen: Klopt. Voor de meeste andere muzikanten zijn er drie, wij zijn slechts met twee om elkaar af te wisselen. De Wiener Philharmoniker is opgesplitst in drie orkesten en dat is nodig ook. Want de opera, bijvoorbeeld, loopt dagelijks, het hele jaar door. Zo nu en dan moet er een derde harpist worden ingeschakeld om het menselijk te houden. FVV: Een doorsnee werkdag in Wenen, hoe ziet die er voor jou uit?
Anneleen: Goh, dat kan ik niet zeggen. Elke dag ziet er anders uit. Eind februari trekken we voor vier weken naar de Verenigde Staten voor een tournee. Dan zijn er heel veel repetities voor het filharmonisch gedeelte plus ’s avonds de opera. Geen enkele week is hetzelfde voor mij.
FVV • 20
me inschrijven ‘ Zovoorwoueenikdanscursus, maar dat lukt niet, ik moet te veel lessen missen.
FVV: Hoeveel vrouwelijke muzikanten zijn er bij de Wiener Philharmoniker?
Anneleen: Momenteel zijn we met acht, maar het gaat in stijgende lijn. FVV: Was het wennen, in Wenen wonen?
Anneleen: Ja, ’t vergt echt wel wat aanpassing. Ik denk dat dat normaal is, om het even waar je gaat wonen. Zo weet je meer dan ooit de dingen uit je thuisland te waarderen hé. FVV: Wat was het moeilijkst?
Anneleen: Oostenrijkers zijn toffe mensen hé, begrijp me niet verkeerd, maar ze zijn zeer gesloten. ’t Is een wereld waarin je moeilijk binnen geraakt. FVV: Hoeveel nationaliteiten zijn er bij de Wiener Philharmoniker?
Anneleen: Dat weet ik zo juist niet, maar ’t zijn er heel wat.
FVV: Ik veronderstel dat de voertaal Engels is?
Anneleen: Neen hoor, de voertaal is Duits. Oostenrijkers zijn erg behoudsgezind, zeg maar conservatief (lacht). ’t Vergt echt wel een inspanning om, naast de andere aanpassingen, nog energie te moeten steken in een nieuwe taal aanleren. Nu, je wordt er natuurlijk zo frontaal in ondergedompeld, dat je ze vrij snel onder de knie hebt. Dus al bij al valt het wel mee. FVV: Terug naar Vlaanderen: je bent ‘cultureel ambassadrice’ van je thuisstad Peer. Wat betekent dat voor je?
Anneleen: Wel, ik moet daar niet echt veel speciaals voor doen. Ik ben een soort uithangbord geworden van de gemeente, meer niet. Het is wel een blijk van waardering van de gemeente voor mij als Perenaar. Ik heb er wel al over nagedacht hoe ik die titel wat meer invulling zou kunnen geven, bijvoorbeeld onder de vorm van een soort ondersteuning voor jonge muzikantjes. Maar daarover moet nog gepraat worden. FVV: Is heel de muziekacademie van Peer nu aan de harp?
Anneleen: Neen, nog niet. Maar er is wel een serieuze ‘boom’ geweest, dat wel. Niet alleen in Peer, maar ook in de wijdere omgeving trouwens (lacht). FVV: Je bent 26, speelt in een van de beste orkesten van de wereld… waarvan droom jij nog?
Anneleen: Tja, wat orkesten betreft, kan ik inderdaad bijna niet meer hoger… ik hoop alleen dat het goed blijft gaan waarmee ik nu bezig ben. En vooral dat ik de Philharmoniker kan blijven combineren met soloprojecten en kamermuziek. Dat is voorlopig mijn enige droom. FVV: Is dit leven in de toekomst te verenigen met een ‘normaal’ gezinsleven, denk je?
Anneleen: Er zullen offers moeten gebracht worden, dat is zeker. Op dat moment is dat een bewuste keuze, maar zo ver zijn we nog niet (lacht). FVV: Anneleen, je bent een supermeid. Mogen we je heel veel succes toewensen met alles wat je onderneemt!
Anneleen maakte haar solodebuut in de Wigmore Hall in Londen, Salle Gaveau in Parijs, Grosses Festspielhaus in Salzburg, Bozar in Brussel, Rudolfinum in Praag, Casa da Musica in Porto, Louvre in Parjis, Royal Academy of Music in Londen, Herkulessaal in Munchen. Ze speelde op festivals zoals het Rheingau Festival en het Festival ‘Pietrasanta in Concerto’. Ze gaf live-interviews en -concerten voor onder meer BBC3 ‘s ‘In Tune’, de Bayerischer Rundfunk, Radio France Musique, Deutschlandfunk, Radio 4 nl, ... Ondanks haar jonge leeftijd heeft Anneleen al een indrukwekkend palmares. Door haar uitzonderlijke muzikaal talent reeg ze de prijzen aaneen en behaalde tussen 1997 en 2009 17 prijzen op nationale en internationale harpwedstrijden onder meer in België, Frankrijk, Oostenrijk, Hongarije, Spanje, VS en Duitsland, waaronder de ‘Grand Prix International Lily Laskine’, één van de meest prestigieuze harpwedstrijden in de wereld en de ‘Internationaler Musikwettbewerb der ARD München’ waar ze prijswinnaar werd en winnaar van de Publieksprijs. Voor haar verdienstelijke resultaten werd Anneleen meermaals bekroond. Zo ontving ze in 2004 de YoTaM-beurs (Young Talented Musicians) van de Vlaamse regering. In 2006 werd aan Anneleen de ‘le Prix Culturel International de la Jeunesse’ uitgereikt door de gouverneur van Basse et Haute Normandie en de culturele commissie van Lions Club Deauville. In 2007 werd aan haar de beurs van de Artistieke Stichting Mathilde E. HorlaitDapsens toegekend en in 2008 ontving ze de Prijs Lunssens en de Prijs van Straelen voor haar opmerkelijke resultaten aan het Conservatorium van Brussel. In 2010 werd ze laureaat van de ‘Fondation Groupe Banque Populaire’, in Parijs.
Martien © Foto’s: Marco Borggreve
FVV • 21
‘ ActUA
Europees jubelen in Brussel FVV • 22
Er beweegt wat in Europa. Schotland en Catalonië halen elk met hun onafhankelijkheidsproject bijna dagelijks de (wereld)pers. Maar ook in heel wat andere gebieden (Baskenland, Zuid-Tirol….) tasten volkeren de grenzen af van het universele (mensen)recht op zelfbeschikking. Een interessante evolutie. Daarop inspelend blaast op zondag 30 maart de Vlaamse Beweging verzamelen in het Brusselse Jubelpark. Het is alweer een tijdje geleden dat de niet-partijpolitieke Vlaamse Beweging een massa evenement organiseerde, jaarlijkse tradities buiten beschouwing gelaten. Met de zogenaamde moeder aller verkiezingen voor de deur is een belangrijk momentum hiervoor aangebroken. De organisatie ligt in handen van de Vlaamse Volksbeweging (VVB), maar ook van haar buitenlandse partners.
Buitenlandse partners?
Praktisch
Voor het eerst werkt de VVB voor dergelijke manifestatie samen met partners uit andere landen. De VVB is al een paar jaar actief op Europees vlak. ICEC (International Commission of European Citizens) is een samenwerkingsverband met Schotten (SIC Scottish Independence Convention) en Catalanen (WMP Welcome Mister President to the state of Catalonia). In EPI (European Partnership for Independence) werken daarnaast ook nog Basken mee. Deze drie volkeren op weg naar een eigen staat zullen eind maart massaal aanwezig zijn in Brussel. Maar ook afvaardigingen uit vele andere hoeken van de Europese Unie. Het belooft dan ook een denderende middag te worden met muziek, toespraken, animatie, discussietenten, kinderopvang en uiteraard komt ook ons Bourgondische aspect aan bod. Dit natje en droogje dient om samen met onze buitenlandse gasten te klinken op het universele recht op zelfbeschikking, het centrale thema van deze bijeenkomst. Omdat de manifestatie ook een Vlaams luik heeft, is het thema hier ‘Ja voor Vlaanderen’. Een duidelijk signaal naar alle Vlaamse politici. Op 25 mei kiest Vlaanderen voor dit positieve project.
Deze unieke mix van Vlaamse hartelijkheid, Catalaanse tomeloze massa-inzet en Schotse vastberadenheid zal voor een enig evenement zorgen. Op een bepaald ogenblik zullen alle deelnemers ook worden uitgenodigd om deel te nemen aan een uniek moment waarvan de beelden ongetwijfeld de wereld zullen rond gaan. Zorg dus dat u er op zondag 30 maart bij bent. De manifestatie start om 11 uur en eindigt om 14 uur. U vindt alle info (programma, busvervoer, reismogelijkheden…) op de webstek van de VVB (www.vvb.org) of op de Facebookpagina ‘Ja Voor Vlaanderen’.
Hoe staan de zaken er voor in andere landen? In plaats van zelf mijn beschouwingen te geven over het reilen en zeilen van enkele grote onafhankelijkheidsbewegingen in de EU, koos ik er voor (zeker in dit in de eerste plaats voor vrouwen bestemde magazine) beroep te doen op een aantal vrouwelijke stemmen en wel uit Schotland, Catalonië en Zuid-Tirol. Onafhankelijkheidstrijd is immers geen exclusieve mannenzaak. Ik hoop dat hun boodschap voldoende aanslaat om ook u te overhalen massaal uw stem te laten horen in het Brusselse Jubelpark. Als ook u er bent, zullen nog meer jubelkreten uit dit park opstijgen. Steven Vergauwen Coördinator Vlaamse Volksbeweging vzw • www.vvb.org
FVV • 23
‘ ActUA Schotland: Vrouwen overtuigen vrouwen In Schotland bevinden we ons middenin de referendumcampagne. Nog net acht maanden te gaan en ik ben drie avonden per week de deur uit om van deur tot deur onze onafhankelijkheidszaak voor te stellen. De Yes-zijde telt meer mensen die werken in de steden en de gemeenten, maar de kranten hangen overduidelijk de Britse NO-kant aan. Alhoewel we in de polls nog steeds achterliggen, verkleint het verschil tussen voor- en tegenstanders van Schotse onafhankelijkheid met de dag. Dat ziet er dus goed uit. Er zijn ook nog veel onbesliste kiezers en we beschikken over doorslaggevende argumenten genoeg om deze groep te overtuigen.
‘
We trachten vooral vrouwen ervan te overtuigen dat we met Schotse onafhankelijkheid de gezondheidszorg, de kinder opvang en het onderwijs kunnen verbeteren.
Maar ook dat Schotland de Britse verhoging van de pensioensleeftijd kan afstoppen. Tenslotte bewijzen we ook dat onafhankelijkheid een belangrijke invloed kan hebben bij het weghalen van de kernwapens uit ons land. Een Schotse staat zal immers een stem zijn van vrede en samenwerking. Shona McAlpine, woordvoerster Women for Independence www.womenforindependence.org) en SIC (www.scottishindependenceconvention.org)
FVV • 24
Catalonië: Vrouwen zijn de sleutel De Catalaanse basisbewegingen zijn er de voorbije jaren in geslaagd om een sociale en politieke meerderheid te creëren ten voordele van zelfbeschikking. Meer dan 80% van de Catalaanse burgers staan nu achter het idee van een referendum over Catalaanse onafhankelijkheid. Voor alle duidelijkheid (en dat bewijst hoe breed dit wordt gedragen), dat zijn er meer dan de independentisten, want die vormen 60 % van de bevolking. 2009 was het jaar waarin de mentale omslag gebeurde. Honderdduizenden anonieme mensen stemden toen in lokale referenda. Deze en andere acties mondden nu uit in een officiële datum en dito vraag voor een officieel referendum. 9 november (de dag van de val van de Berlijnse muur) zal door onze politici worden gebruikt om de wereld te tonen dat we een natie zijn én dat we onze rechten kennen. De sociale bewegingen en verenigingen zullen op dit beslissende moment de Catalaanse zaak massief promoten zodat iedereen gaat stemmen (of het nu JA of NEE is), om ons basisrecht van democratie uit te oefenen. Vrouwen zijn hierbij de sleutel om vertouwen te verspreiden.
moedig ik moeders, ‘ Daarom grootmoeders, dochters, tantes,
vriendinnen… aan om betrokken te geraken en te vechten voor de vrijheid van ons land
Want als wij strijden voor het onze, verdedigen we ondertussen ook de democratische vrijheden van alle Europeanen! Zoals Ayn Rand (Amerikaans romanschrijfster en filosofe) zei: “Het is niet de vraag wie me zal laten gaan, maar wel de vraag wie me zal stoppen!” Anna Arqué, woordvoerster Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging www.30m2014bru.cat
‘ Actief
Zuid-Tirol: de toekomst bij Italië is niet zeker De Zuid-Tiroolse Schützenbund (n.v.d.r.: die je wellicht wel kent van hun kleurrijke optochten in traditionele klederdracht) is een paar maanden geleden begonnen de wereld duidelijk te maken, dat het meer onafhankelijkheid en vrijheid van Italië eist. Het startschot daarvoor is gegeven op 18 mei 2013 in Meran tijdens de massaal bijgewoonde Onafhankelijkheidsdag ‘IATZ!’. Op basis van persartikelen en de deelname aan onafhankelijkheidsdagen in Catalonië en Schotland, heeft de Schützenbond die mogelijkheid om aan te tonen, dat een toekomst bij Italië op grond van resultaten uit het verleden en het heden geen zekere toekomst kan zijn. Door mijn positie als Bundesmarketenderin heb ik nog meer mogelijkheden, om vrouwen in het Schützen-wezen en alle Zuid-Tirolerinnen in dat proces te verenigen en momenten te organiseren, waarbij zij zich over de toekomstvraag voor ons land kunnen bezinnen en informeren.
het zijn in het bijzonder de ‘ Want vrouwen van Zuid-Tirol, die door de opvoeding van hun kinderen hun eigen identiteit doorgeven, die een leven in een vrijer en meer onafhankelijke heimat hebben verdiend.
Verena Geier Bundesmarketenderin in de Südtiroler Schützenbund ARGE iatz! http://iatz.org
Ode aan
18-27 juli 2014 augustijnenklooster (nabij gravensteen) Sint-Margrietstraat 11 9000 Gent
Hou de FVV-webstek in het oog! www.forumvlaamsevrouwen.be FVV • 25
‘ ActUA
Drukkerij ca. 1920-21
grote verdienste van ‘ De het weekblad was het
gemeenschapsgevoel dat ontstond onder de Vlamingen
100 jaar Gazette van Detroit
Camille Cools
Het weekblad voor de Vlamingen in de Verenigde Staten van Amerika en Canada is oud geworden, één eeuw, eilaas kunnen we niet zeggen één eeuw jong, want het ooit bloeiende en invloedrijke blad is langzaam aan het uitsterven samen met zijn lezers: lezers die in de eerste helft van de negentiende eeuw Vlaanderen verlieten om den brode. Voor velen uit de grote Vlaamse gezinnen was er geen toekomst. Ze gingen het zoeken waar het te vinden was, net zoals nu een eeuw later, vreemden het rijk geworden Vlaanderen komen opzoeken.
De Gazette van Detroit gold daartoe als een niet te onderschatten bindmiddel voor en onder de Vlamingen aan de overkant van de Oceaan. Eerst als metsers en later in de opkomende auto-industrie vestigden velen zich in het nog jonge Detroit, dat de grootste Vlaamse kolonie in Noord-Amerika geworden is. De eersten vinden we er reeds in 1830. En dan begon de volgemigratie. De onderlinge solidariteit was groot en uitte zich in het oprichten van verenigingen, zowel voor morele als voor financiële steun, of gewoon voor ontspanning. Toen Camille Cools, afkomstig van Moorslede, op 13 augustus 1914 de Gazette van Detroit op de markt bracht, kende hij onmiddellijk succes, want door de oorlog in Europa waren de Vlamingen in Detroit afgesneden van elk contact met hun familie en met de streek van afkomst.
FVV • 26
Hetzelfde jaar reeds slorpte de Gazette van Detroit andere kleine publicaties op die elders in Amerika verschenen. De grote verdienste van het weekblad was het gemeenschapsgevoel dat ontstond onder de Vlamingen waar ze zich ook in Noord-Amerika bevonden. Er werd niet alleen informatie gebracht uit het oorlogvoerende thuisland, maar sluiks ook familieberichten. Er werden Vlaamse verhalen gebracht, fictieve of echte gebeurtenissen tijdens hun emigratietocht, verslagen van het lokaal verenigingsleven,... Thuis waren ze ‘niets’, hier werden ze ‘iets’. In 1916 overleed Camille Cools. Frank Cobbaert, afkomstig uit Aalst, nam de taak over. De eigendomsaandelen, die in 1914 bijeengebracht waren door Vlamingen in Detroit, werden in 1920 bijna allemaal overgenomen door Peter Corteville en zijn schoonbroer Leo Leplae. Peter Corteville bouwde een drukkerij op de Mack Avenue waar hij ook de Gazette drukte en uitgaf. Frank Cobbaert werd hoofdredacteur en in 1922 volgde Hortense Leplae hem op. Peter Corteville was in 1881 in Rumbeke geboren en in 1907 naar Amerika gekomen en was aanvankelijk werkzaam in het bouwbedrijf tot hij zijn drukkerij ’The Belgian Press’ oprichtte en er ook de Gazette van Detroit uitgaf tot zijn zoon Richard hem in 1952 als manager van de drukkerij opvolgde. Peter was ook een van de leidende figuren in het verenigingsleven van de Vlamingen in Detroit. Toen koning Boudewijn Detroit bezocht in 1959 werd hij voor zijn verdiensten vereremerkt tot Ridder in de Kroon-
© foto’s: ADVN, Antwerpen
orde. Ik mocht hem nog ontmoeten in 1962, samen met Hortense Leplae die kort daarna overleed, net als Peter het jaar daarna. Juffrouw Hortense Leplae werd geboren in Esen, was onderwijzeres in Roeselare en emigreerde in 1920 naar Amerika. Zij leidde de Gazette van Detroit tot 1954 en overleed in 1963. Al die jaren was haar leven één dienstbetoon aan haar landgenoten. Zij werd als hoofdredactrice opgevolgd door Godelieve van Reybroeck. Godelieve was afkomstig uit Sint-Andries Brugge. Na haar opleiding in de normaalschool te Tielt gaf zij les in Knokke en Wijnendale om na haar huwelijk met Henri Van Reybroeck in 1947 naar Amerika uit te wijken. De rol van vrouwen bij de Gazette van Detroit is zeer belangrijk geweest, ook deze laatste jaren van haar uitdovend bestaan worden de functies hoofdzakelijk door dames ingevuld met Margaret Roots als voortrekker. Dit jaar wordt het honderdjarig bestaan van de krant, die thans nog bijna uitsluitend Engelstalige bijdragen kent, gevierd. Aan twee generaties heeft zij vitale diensten bewezen, doch langzaam nam haar bestaansreden af. Toen zij haar vijftigjarig bestaan vierde, telde ze nog amper 5.000 abonnees, nu nog enkele honderden, meer uit sympathie dan als behoefte. Maar haar naam blijft als een monument bestaan in de geschiedenis van de Vlaamse emigratie. Arthur Verthé, Voormalig voorzitter van Vlamingen in de Wereld www.gazettevandetroit.com
FVV • 27
‘ Actief
5 > 20 april 2014
Vluchters in het landschap
Erik Nagels 3D en schilderijen
FVV • 28
Doorlopend gratis tentoonstelling augustijnenklooster (nabij gravensteen) Sint-Margrietstraat 11 9000 Gent
Van harte welkom op de vernissage 5 april om 11 uur
Za 29 maart: Aarschot
Opening door: Annelies Storms, schepen van cultuur Resul Tapmaz, schepen van sport
Zo 6 april: Opwijk
Algemene Ledenvergadering. s ‘Hertogenmolens annex stadsbezoek 5-20 april: Gent
Vluchters in het landschap. Tentoonstelling Erik Nagels Literair aperitief met Saskia De Coster Auteur van “Wij en ik” Di 29 april: Oostduinkerke
Lezing en snuiverij ‘Parfum, een passie’ met Lieven Debrauwer
Muzikale omlijsting: Les Cochons Sublimes
Zo 11 mei: Kapellen
Lezing en snuiverij ‘Parfum, een passie’ met Lieven Debrauwer
Graag een seintje vóór 4 april
Za 31 mei: Leuven
Daguitstap Leuven in het teken van Fiere Margriet 18-27 juli: Gent
Gentse Feestenproject rond Kaat Tilley en dochters 26-30 juli
PROGRAMMA Doorlopend tentoonstelling aperitiefcauserie
Bezoek van het Verein Fläming Flandern gratis 3,00 euro
Eeuwig rijdt de Ronde : 6 april - 10.30 uur Geert Vandenbon
Op groot scherm
gratis
Ronde van Vlaanderen: 6 april Parijs-Roubaix: 13 april
Causerie annex wandeling
7-9 sept: Duitsland
Reis Aken in het teken van 1200 jaar Karel De Groote annex bezoek aan het parlement van de Duitstalige Gemeenschap in Eupen. Lezing door Diane De Keyzer: ‘Nieuwe meesters, magere tijden’
7,00 euro
7,00 euro
Gent tijdens de Groote Oorlog Woensdag 9 en 16 april - 14.00 uur (reserveer snel via de webstek) (enkel met eigen fietsen)
Wedstrijd rijden op rollen! 2,00 euro/fiets/15” 5 > 9 april - 11.00 tot 17.00 uur
Rondleidingen klooster
Vierdaagse: Friesland, met Zannekin
Vr 12 september: Izegem
Gent tijdens de Groote Oorlog Maandag 7 en 14 april - 14.00 uur (reserveer snel via de webstek)
Fietstocht
7-11 aug: Friesland
5,00 euro
19 en 20 april - 14.00 uur
Vr 26 september: Oostduinkerke
Benefiet ten voordele van La Palabre in Senegal Ma 20 oktober: Kortrijk
Lezing en snuiverij ‘Parfum, een passie’ met Lieven Debrauwer 26 okt-2 nov: Gent
5 jaar Huguette Ingelaere - tentoonstelling + herdenking Do 30 oktober: Oostduinkerke
Fréderic Deborsu: ‘Alles wat u altijd al wilde weten over Wallonië maar nooit durfde te vragen’ Zo 30 november, Kasterlee (0.v.)
Kerstevocatie: Kerstmis in de loopgraven Zo 7 december: Gent
Hou de FVV-webstek in het oog! www.forumvlaamsevrouwen.be
Kerstevocatie: Kerstmis in de loopgraven Vr 12 december: Zulte
Lezing door Diane De Keyzer: ‘Nieuwe meesters, magere tijden’ FVV • 29
‘ Voor u gelezen Een gehucht in het moeras; Brusselse verhalen In ‘Een gehucht in een moeras’ schrijft Marc Didden over Brussel, de stad waar hij al meer dan 60 jaar woont. Naar aanleiding van de opdracht om dit boek te schrijven, dwaalde hij bijna dagelijks, met pen en papier, een jaar lang door onze Belgische hoofdstad en heeft hij ook enkele belangrijke personen, zoals Guido Fonteyn en zijn buur Dirk de Prins, voor raad en informatie opgezocht. Het boek is een bonte en boeiende mozaïek geworden, waar anekdotes uit zijn jeugd afgewisseld worden met uitleg over plaats- en straatnamen, rake en eigentijdse observaties, interessante feiten en weetjes en kritische beschouwingen. In het eerste hoofdstuk gaat de auteur dieper in op zijn woonplaats en de buurt rond de Dansaerstraat, waar hij al ruim 30 jaar woont. Hij belicht zowel de positieve als de negatieve aspecten van de Dansaertwijk, gelegen tussen het Sint-Goriksplein, ooit een eilandje, waar hij als kind nog de overdekte markt en de poeliers opzocht, en het Kanaal. Didden beklaagt er zich over dat de buurt verkeerdelijk als ‘de Vlaamse wijk van Dansaertvlamingen’ omschreven wordt en dat zijn straat een aaneenschakeling is geworden van 33 modeboetieks. Er zijn geen kruideniers winkels meer of kwaliteitsvolle supermarkten, maar gelukkig zijn er in de wijk wel talloze horecazaken, met een divers aanbod. Didden klaagt erover dat er op de Nieuwe Graanmarkt ‘s nachts drugs worden verkocht en dat er de lelijkste kerk ooit, namelijk een protestantse tempel, is verrezen. Negen hoofdstukken beschrijven verschillende deelgemeenten en wijken van Brussel, waaronder Schaarbeek, Elsene, Anderlecht, Jette, de Marollen en de Heizel. Schaarbeek betekent ‘een beek in het bos’ en kan terugblikken op een zeer lange geschiedenis. Didden heeft er ongeveer 26 jaar gewerkt. Schaarbeek is één der grootste, mooiste en dichtstbevolkste maar ook armste gemeenten, met een belangrijk complex voor podiumkasten, de ‘Hallen’. In deze gemeente hebben Magritte en Magrittes weduwe gewoond. Didden beschrijft via een jeugdherinnering - zijn ouders kwamen er met de kinderen vaak wandelen - de merk-
FVV • 30
waardige betonnen spoorwegbrug ‘Prins Albert’ en het mooie station. Niet toevallig heeft hij daar zijn eerste film opgenomen en gaat hij er nog steeds graag wandelen. Verder zijn er vele straten die verwijzen naar schrijvers, indrukwekkende burger palazzi, een statig gemeentehuis, het bijzondere Josaphatpark met zijn wilde faunagedeelte, de vele Italiaanse horecazaken en Turkse theehuizen en winkels. Maar Schaarbeek heeft ook negatieve aspecten, er is een groot tochtgat aan de Schaarbeekse Poort, bij de Kruidtuin en een lamlendige sexstraat, de Aarschotstraat, bij het Noordstation.
code nodig ‘ Eromisheteengeheim van
de stad te ontcijferen
De hoofdstukken 3, 6, 10 en 13 belichten meerdere deelgemeenten, die aan elkaar palen, zoals o.a. Etterbeek, WatermaalBosvoorde en Oudergem of de Marollen, Sint-Gillis en Vorst. Of het zijn beschrijvingen van gemeenten, die lang landelijk zijn gebleven, zoals Evere en Ukkel. Of verwijzingen naar gemeenten, waar nooit iets bijzonders gebeurd is, en de inwoners volgens de auteur blijkbaar gelukkig zijn, zoals Ganshoren, Koekelberg en Sint-Agatha-Berchem. Hij ging al vanaf 1956, op 7-jarige leeftijd, met zijn drie oudere broers, in het nabijgelegen Sint-JanBerchmanscollege naar school en is vanaf toen veel in de Marollen gaan rondzwerven. Didden legt zowel de specifieke ligging als de interpretatie van de naam van de wijk uit. Hij gaat ook dieper in op de scheldnaam van Poelaert, de verplichte verhuis van de inwoners bij de bouw van het Justitiepaleis in de 19de eeuw en de kaalslag in de jaren 60. Door te verwijzen naar de vele kromme straatjes en stegen, het bloeiende handelsleven, de dagelijkse rommelmarkt en de twee beroemdste inwoners,
Een gehucht in een moeras Brusselse verhalen Marc Didden Luster Uitgeverij 220 pagina’s 19.95 euro Fotografie: Johan Jacobs
namelijk Toots Thielemans en de grootste aller schilders, Pieter Bruegel, bewijst de auteur dat hij de Marollen zeer goed kent. In de hoofdstukken 3 en 4 zijn er echter ook kritische opmerkingen. De lift die aan het Breughelplein werd gebouwd, heeft - ondanks de lovende gelegenheidstoespraken bij de ingebruikname slechts twee positieve zijden. Enerzijds dat je onderweg mooie vergezichten ziet en anderzijds dat door de lift twee stadsdelen met elkaar verbonden werden, die vroeger elkaar misprezen en onderling ook geen contact hadden. Een vergelijking met de prachtige lift Santa Justa van Lissabon, gebouwd door Eiffel, is volgens de auteur erg misplaatst. En zelfs al is er de verzaveling en al zijn de inwoners nu bobo’s of van een andere origine dan ruim 30 of 50 jaar geleden, het karakter en de solidariteit, vindingrijkheid en gastvrijheid zijn in de Marollen onveranderd gebleven. In Sint-Gillis wonen er vele vrienden, Didden beschrijft
hun redenen waarom ze er zijn blijven wonen. Zelf heeft hij er ook jarenlang een kantoor gehad aan het Bethlehemplein. De auteur noemt Sint-Gillis een groene, rustige maar ook de gezelligste gemeente van Brussel, met levendige straten en ontroerende inwoners. Er wonen 123 nationaliteiten maar geen enkele gemeenschap heeft er de overhand; daarom is er zelden of nooit onenigheid. Er zijn vele tijdloze winkeltjes, exclusieve kledingzaken en hoogstaande horecazaken en koffiehuizen. Didden vergelijkt deze deelgemeente zelfs met het Quartier Latin van Parijs. Verder heeft Sint-Gillis ook een rijk architecturaal patrimonium. Merkwaardig zijn het gigantische gemeentehuis en de beruchte gevangenis, die op kastelen lijken, het prachtige Hortamuseum en het mooiste metrostation van onze hoofdstad, aan het SintGillisvoorplein. Twee steenwegen verbinden de lagere en de hogere delen van Sint-Gillis maar zijn ook de belangrijke uitvals-
FVV • 31
‘ Voor u gelezen
wegen naar Elsene, Ukkel en het Zoniënwoud. Over Elsene en de vele levendige wijken, die elk een eigen leven en karakter hebben, heeft de auteur veel lof. Zo zijn er de vele kruidenierszaken en Portugese restaurants bij het Flageyplein en de Lesbroussartstraat en de Matongéwijk. Tal van kunstenaars, schrijvers en andere bekenden, zoals Hendrik Conscience, Marx, Lenin, de schilder Felicien Knopff, Meunier, Rodin, Amélie Nothomb en Audrey Hepburn hebben er graag gewoond. Wiertz heeft er een monument gekregen en de schilder Lemonnier een museum. Michel de Ghelderode en de Franse zangeres Barbara werden er geboren, de beroemde componist Puccini is er gestorven. In Elsene had Didden een schoolkameraadje wonen. Diddens vader heeft er ook nog alleen gewoond, toen hij om zijn gezin te onderhouden Hamont verwisselde voor Brussel, als douanebeambte. Vader Didden, die aan de Kortenberglaan woonde, ging er al graag wandelen. In verband met Anderlecht vernemen we dat de naam van deze gemeente bekender is dan Brussel. De Oekraïense taxichauffeur die Didden in Californië van de luchthaven naar Santa Monica moest brengen, kende wel de naam van de voetbalploeg maar de naam Brussel zei hem niets. Didden heeft hier meerdere wandelingen gemaakt en vermeldt twee aanraders: eerst en vooral het Erasmushuis, dat hij als één der fijnste plekken van de Brusselse regio omschrijft, en verder frituur Renée aan het Verzetsplein. Een tweede wandeling gaat van het Dapperheidsplein via de Wayezstraat en de Doverstraat naar het Aumalepark. Voor Didden is ook het metrostation Aumale een zeer interessante site, omdat het versierd werd met een enorme fotomontage. Een andere geliefkoosde wandelplek is de buurt
FVV • 32
rond het Astridplein, met haar vele zijstraten en prachtige huizen. Maar ook de wijk Scheut, andere Anderlechtse musea, Veeweyde en zelfs Anderlechtse legenden worden niet vergeten. Andere hoofdstukken gaan dieper in op bepaalde onderwerpen, waaronder de vele beken, de markten, het groen, de tuinwijken, de stations, de publieke ruimten en standbeelden, de cultuurtempels, de horeca, het Brussels dialect, de typische Brusselse stadskeuken, de kortzichtigheid van vele Brusselse politici en de term ‘Brusselse Vlamingen’. Hoe scherp Marc Diddens woorden in sommige hoofdstukken ook zijn, de grote liefde voor Brussel is als een rode draad zowel doorheen het hele boek terug te vinden als in een merkwaardige zin op de laatste bladzijde. ‘Er is een code nodig om het geheim van de stad te ontcijferen’. Het boek is zeer boeiend en vlot geschreven en kan in één ruk gelezen worden. Ondanks enkele foutjes - het interieur van de Ultieme Hallucinatie wordt als Art Deco omschreven, de Wayez straat is thans een winkelstraat van louter allochtone handels zaken geworden en de campus Coovi-Ceria naast het Rad, met prachtige schoolgebouwen, dateert niet uit het begin van de 20ste eeuw maar van 1948 - is het een aanrader voor al wie het Brusselse gewest en het merkwaardige samenleven in deze grootstad beter wil leren kennen.
Machteld de Schrijver
&
p r e s e n t e r e n
vrijdag 25 april 2014 Sportpaleis Antwerpen
De Nieuwe Snaar
De Ereronde
Tele Ticket Service : 070
345 345 - info : 03 248 63 43 - www.nekka-nacht.be
Kantoor Paul BEHEYT Kantoor BEHEYT Kon. Paul Astridlaan 178/A 9000 Gent Kon. Kantoor Astridlaan 178/A Paul BEHEYT 9000 GentAstridlaan tel.: 09/220.21.99 Kon.
178/A
fax: 09/220.29.59 9000 Gent tel.: 09/220.21.99 e-post: paul.beheyt@argenta.be fax: 09/220.29.59 tel.: 09/220.21.99 e-post: paul.beheyt@argenta.be Kantooruren: fax: 09/220.29.59 maandag tot en met vrijdag Kantooruren: e-post: paul.beheyt@argenta.be 10-13 uur en 15.30 tot 18.30 uur maandag tot en met vrijdag Kantooruren: 10-13 uur en 15.30 tot 18.30 uur maandag tot en met vrijdag 10-13 uur en 15.30 tot 18.30 uur
Eetcafé: (o) Café waar ook maaltijden worden geserveerd Eetcafé: (o)Van Café waar ook maaltijden worden geserveerd uit Dale Eetcafé: (o) Café waar ook maaltijden worden geserveerd uit Van Dale uitIs Van Dalenar en een potsenmaker, die Uilenspiegel: een Eetcafé: (o)en Café ook maaltijden Uilenspiegel: Is een nar eenwaar potsenmaker, die worden geserveerd Uilenspiegel: Is niets een nar en een potsenmaker, die of niemand vreest en iedereen uit Van Dale niets of niemand vreest en iedereen niets of niemand vreest en iedereen al lachend spiegel voorhoudt. Uilenspiegel: Is een nar en een potsenmaker, die al lachend een spiegel voorhoudt. al lachend een spiegel voorhoudt. niets of niemand vreest iedereen Uilenspiegel betekent: ‘ik ben uw en spiegel’. Uilenspiegel betekent: ‘ikDaele ben spiegel’. Uilenspiegel betekent: ‘ik uw uw spiegel’. uit: Tijl Uilenspiegel Henrie Vanben al lachend een spiegel voorhoudt. uit:Uilenspiegel Tijl Uilenspiegel Van Daele uit: Tijl HenrieHenrie Van Daele Uilenspiegel betekent: ‘ik ben uw spiegel’. uit:open Tijl Uilenspiegel Henrie Van Daele Het eetcafé eetcafé is is alle dagen van 11.30u tot … Het dagen open van 11.30utot tot Het eetcafé is allealle dagen open vanrusten 11.30u …… Op maandagavond en dinsdag we even uit. maandagavond dinsdag rusten even uit. OpOp enen dinsdag rusten wewe even uit.maar Het eetcafé is alle open van 11.30u tot … Jemaandagavond kunt bij bij ons terecht voordagen een kleine kleine snack, ook voor een Je kunt ons terecht voor een snack, maar ook voor Je kunt bij ons terecht voor een snack, maar voor een Opetentje. maandagavond enkleine dinsdag rusten weook even uit. uitgebreid een uitgebreid etentje. uitgebreid etentje. kunt bij ons terecht voor een kleine snack, maar ook voor een Onze kok kokJe zorgt wekeleijks voorverrassende verrassende suggesties. Onze zorgt wekelijks voor suggesties. Onze kok zorgt wekeleijks voor verrassende suggesties. uitgebreid etentje. Onze crypte cryptevormt vormthet hetideale idealekader kadervoor voorallerlei allerleiactiviteiten. activiteiten. Onze Onze crypte vormt ideale kader voor activiteiten. Onze kokhet zorgt wekeleijks voor allerlei verrassende suggesties. Informeer vrijblijvend. Informeervrijblijvend. vrijblijvend. Informeer Onze crypte vormt het ideale kader voor allerlei activiteiten. Informeer vrijblijvend. Om nog beter en gezelliger te kunnen tafelen, Om nog beter gezelliger kunnen tafelen, Om nog beter enen gezelliger tete kunnen tafelen, kun je reserveren op het nummer 09 233 89 09 kun reserveren het nummer 0909 233 8989 09 kunje je reserveren op het 09 Om nogopbeter ennummer gezelliger te233 kunnen tafelen, kun je reserveren op het nummer 09 233 89 09
Eetcafé Uilenspiegel Eetcafé EetcaféUilenspiegel Uilenspiegel KorteKruisstraat Kruisstraat 9000 Gent Eetcafé Uilenspiegel Korte 3 33 - 9000 Gent Korte Kruisstraat -- 9000 Gent Korte Kruisstraat 3 - 9000 Gent
32 32
31 31
colofon
Redactie:
Martien Bode, Katrien Depestele, Els Claeys Eindredactie
Martien Bode Opmaak
Leen Van den Abeele Drukkerij
Drukkerij Nevelland Industriepark-Drongen 21, 9031 Gent Tel 09 371 57 16, Fax 09 371 87 27 E-post info@nevelland.be Verantwoordelijke uitgever
Martien Bode p/a Bennesteeg 2 9000 Gent Jaarabonnement:
12,00 euro te storten op bankrekeningnummer BE08 9790 7764 9313 Driemaandelijks tijdschrift uitgegeven door het Forum van Vlaamse Vrouwen, FVV-vzw Bennesteeg 2, 9000 Gent Tel 09 223 38 83 Fax 09 224 44 81 E-post info@vlaamsevrouwen.org
www.forumvlaamsevrouwen.be
Overname van artikels of gedeelten ervan is mogelijk mits bronvermelding. De redactie behoudt zich het recht voor de ingezonden stukken te publiceren. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van een bijdrage berust bij de auteur.
Vlaams & Neutraal Ziekenfonds
Verrassend voordelig! Naast de klassieke ziekenfondsvoordelen, zoals o.m. hulp in het buitenland, jeugdvakanties en ziekenvervoer, komen wij ook tussen in de volgende gevallen:
Ongeacht uw leeftijd! >> >> >> >>
Brillen en lenzen tot 100 euro Alle vaccinaties tot 75 euro DiĂŤtist of psycholoog tot 50 euro Lidgeld sport- of fitnessclub tot 30 euro
Specifieke troeven! >> Geboortevoordelen tot 888 euro, waaronder ook terugbetaling van luiers >> Orthodontie: terugbetalingen tot 750 euro >> Tandimplantaten tot 500 euro >> Lasertherapie van de ogen tot 250 euro >> Kampvergoedingen tot 30 euro >> Voetverzorging tot 25 euro
Ontdek nog meer voordelen in ons ziekenfondspakket: www.vnz.be of vraag vandaag een infopakket of vrijblijvend huisbezoek aan via 0800-179 75. Veranderen van ziekenfonds is heel eenvoudig. Bel ons gratis nummer of surf naar onze webstek en wij doen graag de rest.
Bel gratis:
0800-179 75
Hoofdzetel:
Hoogstratenplein 1 - 2800 Mechelen - www.vnz.be Kantoren & brievenbussen over heel Vlaanderen