Afgiftekantoor Gent 1 P003831 Toelating gesloten verpakking B/43
BelgiĂŤ/Belgique P.B. Gent 1 3/6085
Driemaandelijks tijdschrift 38e jaargang JULI-AUG-SEPT 2013 V.U. Martien Bode - Bennesteeg 2 - 9000 Gent
Het Forum van
Vlaamse Vrouwen FVV VZW
Woord vooraf
Volgend jaar wordt het startschot gegeven van de vier jaar durende herdenking van Wereldoorlog I. De oorlog bij uitstek waar voor het eerst mosterdgas gebruikt werd als chemisch oorlogswapen. Eerst bij wijze van proef in Nieuwpoort, twee dagen later voor gebruik in Ieper. Er vielen talloze Duitse slachtoffers. Ieper heeft er de bedenkelijke eer aan overgehouden de bijnaam Yperiet aan mosterdgas te hebben gegeven. Ook tijdens de oorlog Iran-Irak werden door beide partijen chemische wapens ingezet. Iran heeft later in eigen land chemische wapens gebruikt tegen de Koerden. Velen vergeten dat reeds in 1925 het Protocol van Genève ondertekend werd dat een verbod op chemische wapens instelde. Naderhand is dat uitgebreid naar andere massavernietigingswapens. Met dit verdrag werd de productie en ontwikkeling van chemische wapens wereldwijd strafbaar gesteld. Desalniettemin wordt de wereld opnieuw geconfronteerd met het gebruik van chemische wapens: de oorlog in Syrië tart alle verbeelding. Op uitnodiging van vzw Bedevaart naar de Graven van de IJzer werd eind augustus Phan Thi Kim Phuc uitgenodigd als eregast op het festival Ten Vrede. Kim Phuc werd wereldberoemd toen ze als negenjarig meisje naakt gefotografeerd werd toen ze op de vlucht ging voor een napalmaanval in Vietnam. Door tussenkomst van Lut De Coster, voorzitster van FVV-Vilvoorde en ondervoorzitster van de Nederlandstalige Vrouwenraad werd Kim ontvangen voor een persontmoeting, annex lunch in Amazone, het mekka van de vrouwenbeweging. Kim vertelde er op haar eigen zachte en innemende wijze over haar vlucht voor de napalm, over haar continue pijnen, over haar vlucht naar Canada… maar ook over haar kleine (of is het grote) geluk: een lieve echtgenoot en twee puberzonen. Ze vertelde over haar eigen ‘Kim foundation’, een organisatie die kinderen helpt die slachtoffer zijn geworden van oorlogen. Ze vertelde over hoe ze haar haat tegenover diegenen die haar zoveel leed hadden aangedaan, overwon… en ze bracht een hartstochtelijke ode aan de kracht van de liefde. Wie op een grote boodschap aan de mensheid of op zijn minst aan de Syrische bevolking wachtte, bleef op zijn honger zitten. Een wereldverbeteraarster wil ze niet zijn die Kim Phuc… maar moedig is ze wel, zoveel is zeker! Martien
FVV • 2
Germaine Van Parys
p. 20
Fotoverslagen FVV
n Reportages Chantal, voorzitster van FVV Deinze, ‘melkt duiven’ Suzy: Eén en al passie voor haar ‘pluimenbollen’
n ACTIEF 4 12
n ACTUA Vrije, sterke, toegewijde vrouwen (II) Germaine Van Parys & Odette Dereze
p. 30
Onze laatste aanwinst: FVV Wetteren Ellen: FVV’s jongste Fotoverslagen FVV
24 28 30
n Gelezen en beluisterd 16 20
Van broodhal tot museum van de stad Taalgrens / Frontiere Linguistique Ongebonden best Trio Dhoore
36 40 40 41
FVV • 3
‘ reportages
Chantal, voorzitster van FVV Deinze, ‘melkt duiven’ Ik woon in een wijk waar al jaren een regelrechte duivenplaag woedt. Overal bevestigt men pinnetjes en onlangs nog werd ik gedwongen om in mijn mini-stadstuintje spiegeltjes in de vorm van oude cd’s op te hangen om de beestjes op afstand te houden. Toch zijn er nog mensen die houden van duiven, zo ook Chantal Verleye, voorzitster van FVV Deinze. Chantal en haar vriend Serge baten een heuse detail- en groothandel in duivenproducten uit… en uiteraard ‘spelen’ ze zelf met hun eigen duiven… Chantal troont me mee naar een duivenlokaal en laat me kennis maken met ‘inkorven’, ‘trainingsvluchten’, ‘lossen van duiven’ en zoveel meer. Er gaat een hele nieuwe wereld voor me open: de wereld van ‘de blauwe geschelpte’.
FVV: Beschouw jij de duif als een huisdier?
Chantal: Tja, wanneer de mens gestart is om duiven als huisdier te temmen, weet ik niet. Feit is dat de mensheid al van bij het begin der tijden, zeg maar, interesse gehad heeft voor duiven. Resten van de naar het schijnt oudste duif die tot hiertoe werd aangetroffen, zijn gevonden in een Israëlische nederzetting: deze resten zijn 120.000 tot 300.000 jaar oud. Er bestaan terracotta beeldjes uit Mesopotamië (het oude Irak) die stille getuigen zijn van de vroegere interesse voor duiven. Ook in Egypte zijn sinds de tweede dynastie, ongeveer 5.000
FVV • 4
jaar geleden, duiven bekend. Bij de Grieken, de Romeinen en zelfs bij de Hindoes worden liefdesgoden vaak afgebeeld met duiven. Griekse schrijvers hebben het geregeld over berichten die duiven overbrachten van het front en die verhaalden over nederlagen of overwinningen. In het Midden Oosten zijn overigens hele oude duiventorens te bewonderen. Zodra die duiventorens overbevolkt geraakten, belandde het teveel aan duiven in de pan. Een duivenboutje was trouwens al van in de oudheid een lekkernij!
FVV: De duif was, als ik het goed begrijp, al van in de oudheid naast de menselijke ‘bode’ een extra dierlijke ‘bode’ zeg maar.
Chantal: Zeker weten: In 444 voor Christus wilde de atleet Taurosthenos uit Aegina zijn overwinning op de olympische spelen berichten aan zijn vader. Hij liet een speciaal daartoe meegenomen duif los, met een stukje van zijn overwinningskrans aan haar poot. De duif die thuis een nest had, vloog vanuit Olympia, ongeveer 160 km terug naar huis en kwam nog dezelfde dag aan. Marco Polo, die in de dertiende eeuw Peking bezocht, berichtte dat er vanuit die stad regelmatig duiven naar alle delen van het land vlogen. Ook de Arabieren waren zeer bedreven in het africhten van duiven. De kruisvaarders maakten er voor het eerst kennis met de postduif en brachten ze mee naar Europa. In Nederland werd tijdens de onafhankelijkheidsstrijd met de Spaanse overheerser, tijdens het beleg van Haarlem (1572-1573) en het beleg van Leiden in 1574, intensief gebruik gemaakt van de duif als overbrenger van berichten. Julius Reuter, de oprichter van persbureau Reuter had een prima ingerichte vliegduivendienst, waarmee berichten werden overgevlogen. Wereldberoemd is hoe bankier Nathan Rothschild op de beurs gebruik maakte van het bericht dat hem per postduif bereikte met de melding van de nederlaag van Napoleon in de slag bij Waterloo. Rothschild die steeds meer dalende staatsfondsen bij
massa’s uit de markt nam, had vanaf dan niets meer te doen dan de steeds oplopende fondsen te verkopen en de hoge winsten op te strijken. FVV: Hoe verklaar jij die eeuwenlange wereldwijde fascinatie voor de duif?
Chantal: Duiven hebben iets zoals televisie en computers, zij bieden mensen uit alle lagen van de bevolking een aangename verpozing (denkt na).
je, voor sommige ‘ Weet mensen is het fokken van
duiven een manier om in zekere zin een schoonheidsideaal of snelheidsideaal te verwezenlijken…
De vele enthousiaste onderlinge contacten tussen duivensporters uit alle geledingen van de maatschappij doen grenzen en afstanden vergaan. De dag van vandaag is er internet maar al bij al blijft dat een artificieel medium hé... een duif is een levend wezen. FVV: Zijn er naast Rothschild en Reuter nog beroemde mensen die gebruik maakten van duiven?
Chantal: Oooh ja: filmster Marlon Brando, Koningin Elizabeth van Engeland, bokser Mike Tyson, Prins Bernhard, de vader van koningin Beatrix… om er maar een paar te noemen. Duivenliefhebbers heb je echt in alle rangen en standen. FVV: Hoeveel soorten duiven bestaan er?
Chantal: Geen idee, algemeen wordt aangenomen dat er tussen de twee en de driehonderd verschillende soorten zijn. Naast de sierduiven met hun prachtige kleuren en verschijningsvormen zijn er de bosduiven, vleesduiven, postduiven en uiteraard de door u zo gehate stadsduiven. (lacht) Op sommige wereldberoemde stadspleinen maken de duiven deel uit van het decor hé… Het plein tussen de Basiliek van San
FVV • 5
‘ reportages
warmuseum.ca
Marco en het Dogepaleis in Venetië is wellicht het bekendste duivenplein ter wereld. Ook het duivenplein voor St. Paul’s Cathedral in Londen verliest de helft van zijn charme mocht je er de duiven wegdenken. Rond de beroemde moskee van Sultan Boyezid II in Turkije vliegen duizenden duiven. En zoals je weet, storen moslims nooit dieren die zich in de nabijheid bevinden van hun heilige plaatsen. FVV: Duiven hebben een afkeer van lawaai… Hoe verklaar jij dan dat ze inzetbaar waren bij alle mogelijke oorlogen?
Chantal: Dit gebeurde al vanuit de belegerde steden tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Nadien bijvoorbeeld in de Frans-Duitse Oorlog. Tijdens de eerste wereldoorlog werden voor het eerst verrijdbare duivenhokken ingezet, en dat moest wel, omdat de frontlinie van dag tot dag aan hevige veranderingen onderhevig was. Rapporten van het Amerikaans leger leren ons dat tijdens WO I vitale berichten door postduiven werden overgebracht door in totaal 72 duiven. Geen enkele van de met een bericht voorziene duif ging verloren. Allemaal wisten ze hun verrijdbaar hok te bereiken. Duiven waren in die tijd de mobiele telefoons van de dag van vandaag. Tijdens de slag om Sint-Michiel brachten postduiven tijdens artillerievuur en bombardementen, of het nu mistig was of het regende, of er mosterdgas werd gebruikt of niet, niet minder dan negentig belangrijke boodschappen over van de frontlinie naar het generale hoofdkwartier. Tijdens dit offensief gingen slechts 24 van de 202 vanuit tanks geloste duiven verloren. Toch kwamen alle boodschappen aan omdat elke postduif een kopie meekreeg van de boodschap van de voor hem geloste duif. De snelheid van de geloste duiven
FVV • 6
marcthevet.com
bedroeg ongeveer 60 km per uur, ondanks de slechte omstandigheden tijdens de vlucht. Legendarisch is de prestatie van de postduif ‘Big Tom’. Op een dag werd de duif om half drie ’s middags in Grandpré in Frankrijk gelost en moest hij tijdens hevig artillerievuur zijn hok zien te bereiken. Hij overbrugde een afstand van 40 km in 25 minuten tijd. Toen men de duif oppakte, ontdekte men dat een van zijn poten eraf was geschoten en dat een deel van zijn borst door een kogel was opengereten en dat de kogel er nog in zat. Het ijzeren hulsje met de boodschap erin had ‘Big Tom’ (het hing aan de spieren van zijn kapotte poot) echter veilig afgeleverd. Straf hé! De duif genaamd ‘The Mocker’ werd geraakt door een kogel uit een machinegeweer bij zijn 52ste opdracht, wat hem een oog koste. Toch bereikte hij in de ochtend van 12 september 1918 zijn hok in een recordtijd. Hij bracht het bericht over met de locaties van Duits geschut die de Amerikanen zware verliezen toebrachten.
de informatie van ‘The ‘ Dankzij Mocker’ wisten de Amerikanen de Duitsers binnen 20 minuten het zwijgen op te leggen
‘The Mocker’ werd geboren in 1917 en stierf in 1937. Hij werd begraven met militaire eer, omdat hij onderscheiden was met het ‘Croix de Guerre’, de hoogste militaire onderscheiding.
wwimodeller.co.nz
‘Spike’, een andere postduif, was gelukkiger dan zijn twee hokgenoten ‘Big Tom’ en ‘The Mocker’. Hij keerde van 52 missies telkens ongedeerd uit de frontlinie terug en elk bericht bevatte vitale informatie voor de Amerikaanse generale staf. ‘Spike’ deed met ‘Cher Ami’ en ‘The Mocker’ dienst bij de 77ste divisie, werd geboren in januari 1918 en stierf op 11 april 1935 op een leeftijd van 17 jaar, na een prachtige staat van dienst. ‘President Wilson’ was een postduif die werd gebruikt door het tankkorps, maar werd later overgeplaatst naar de Maas Vallei. Net zoals ‘Spike’ bracht hij vele trips tot een goed einde. In de morgen van 5 november 1918, toen de situatie hopeloos was werd hij gelost met een bericht, waar vele soldatenlevens vanaf hingen. Het was erg mistig en er werd onophoudelijk geschoten met mitrailleurs door de vijand. ‘President Wilson’ slaagde in zijn missie en bracht het bericht veilig over, hoewel het hem een poot kostte. Men wist hem echter weer helemaal op te lappen. ‘President Wilson’ overleed op 8 juni 1929 in Fort Monmouth. Het lichaam van het dode dier werd opgezet en ondergebracht in het National Museum te Washington. De Engelsen en de Fransen decoreerden tijdens de oorlog sommige van hun postduiven, de Amerikaanse duiven kregen geen enkele onderscheiding wegens moed toegekend, omdat het congres die hoge eer alleen aan mensen had toegekend. Vele Britse en Amerikaanse musea herinneren aan deze vliegende helden. Bezoekers kunnen duiven zoals ‘Lord Adelaide’, ‘Prins Wilson’, ‘Julius Ceasar’, ‘Lady Astor’, ‘Jungle Joe’ en ‘Burma Queen’ bewonderen. Velen van hen werden met militaire eer begraven omdat ze een hoge rang, soms wel die van kapitein, in het leger hadden. Niet alleen over land behaalden postduiven tijdens de eerste wereldoorlog geweldige prestaties. Elk oorlogsvliegtuig had in
wwimodeller.co.nz
die tijd wel enkele gevleugelde boodschappers aan boord om zijn positie door te kunnen geven als het neergeschoten werd. Sommige duiven werden getraind om ’s nachts te vliegen, ze vergezelden veldposten, parachutisten en onderzeeërs en maakten zelfs foto’s van vijandige doelwitten voor het slagen van luchtaanvallen. Tijdens de eerste wereldoorlog hadden de geallieerden in totaal ongeveer 320.000 postduiven gestationeerd voor communicatieve doeleinden. De duiven die door de marine werden meegenomen tijdens de Mac Millan Expeditie op Groenland, werden speciaal geselecteerd en getraind voor dit werk in de poolstreken. Er werd een speciaal hok gebouwd en heel veel voer werd meegenomen. Helaas overleefden slechts vier postduiven dit barre avontuur. De Britse, Franse en Belgische regering rekruteerde bijna alle postduiven uit hun land voor het overbrengen van berichten. Zelfs de duiven van koning George werden opgeroepen en brachten vele berichten vanaf en over zee naar het hok achter het paleis van Sandringham. FVV: En tijdens WO II was er de wereldberoemde duif ‘GI Joe’
Chantal: ‘GI Joe’ is een van de bekendste oorlogsduiven uit de geschiedenis. Hij spaarde door het succesvol bezorgen van berichten vele duizenden soldaten het leven. De 56ste brigade van het Britse leger zou op 18 oktober 1943 om 10 uur het stadje Colvi Vecchia in Italië aanvallen. De Amerikanen zouden het stadje bombarderen om zo de inname door de Engelsen te ver-
FVV • 7
‘ reportages gemakkelijken. De Duitsers waren echter met de noorderzon vertrokken, zodat de Britten het stadje ruim voor 10 uur al hadden ingenomen. Alle pogingen om het bombardement met de moderne communicatietechnieken af te gelasten faalden jammerlijk. Toen werd ‘GI Joe’ gelost met het belangrijke bericht om het bombardement te stoppen. Hij legde de 35km naar het Amerikaanse hoofdkwartier af binnen 20 minuten en arriveerde juist voordat de bommenwerpers op zouden stijgen. Als hij enkele minuten later zou zijn gearriveerd, zou het met de Britse soldaten slecht zijn afgelopen. Generaal Mark Clark, de commandant van de 5e divisie van het Amerikaanse leger, gaf een verklaring waarin stond dat ‘GI Joe’ het leven van tenminste 1000 Britse soldaten had gered.
1946 werd ‘GI Joe’ ‘ Invannovember Fort Monmouth (USA) naar Londen overgevlogen, waar hij door de burgemeester gedecoreerd werd met Dickin Medal of Gallantry voor betoonde moed
‘GI Joe’, een donkere kras met witte vleugelpennen en een witte slab werd geboren op 24 maart 1943 in Algiers. Hij bracht veilig berichten over van het Tunesisch front, werkte rond Bizerte en ging vandaar naar het Italiaanse front. Na zijn ‘dienst-
FVV • 8
tijd’ werd ‘GI Joe’ op rust gesteld in het zogenaamde Churchill hok van de helden van het Amerikaanse leger in Fort Monmouth samen met 24 andere postduiven-oorlogsveteranen. In maart 1957 werden de overgebleven oorlogshelden in diverse dierentuinen over de USA verspreid. ‘GI Joe’ kwam zo in de dierentuin van Detroit terecht waar hij op 3 juni 1961 stierf op 18-jarige leeftijd. Kort daarop werd ‘GI Joe’ terug overgebracht naar Fort Monmouth, waar hij nu in de Meyerzaal van het Historisch Museum te bewonderen is. FVV: Iets anders, waarom worden mensen die duiven houden ‘Duivenmelkers’ genoemd?
Chantal: Iemand die duiven houdt wordt inderdaad duivenmelker genoemd, maar dat heeft niets met duivenmelk vandoen. Het woord melken is hier een nabootsing van het begrip geitenmelker, iemand die dieren kweekt om van de opbrengst te leven. De tegenwoordige term die vaak gebruikt wordt is duivenhouder of duivencoach. Duivenmelk is een bleekgele voedzame vloeistof, die geleidelijk verdikt en daarna kaasachtig wordt. Opzoekingen wezen uit dat deze pap door de openingen der klierbuisjes van het kropslijmvlies voortgebracht wordt. Dit wordt aangezet door het hormoon prolactine, hetzelfde hormoon dat bij zoogdieren de melkproductie aanzet. Ze ontstaat omtrent de veertiende broeddag. Op de achttiende dag bereikt de voederpap haar hoogste ontwikkeling en daarmee worden de eerste 6-7 levensdagen van de jongen geaast. FVV: Is dit enkel het geval bij duiven?
Chantal: Deze aanpassing is vrij uniek binnen het vogelrijk, maar komt ook voor bij flamingo’s. Het zorgt ervoor dat duiven minder afhankelijk zijn van het broedseizoen. Dit duurt bij dui-
ven dan ook enkele maanden. Zowel de vrouwtjes als de mannetjes geven duivenmelk. Duivenmelk bevat meer vet en eiwitten dan koemelk. Normaal leggen duiven twee eieren en hebben ze dus twee jongen. Als er uitzonderlijk drie zijn, dan is er onvoldoende duivenmelk en lopen de jongen groeiachterstand op. Als van de twee eieren één niet uitkomt, dan heeft het jong dubbel zoveel duivenmelk en groeit het dubbel zo snel. FVV: Beschouw jij duiven ‘melken’ als een sport?
Chantal: Duivensport is vooral in Vlaanderen populair, maar door de toenemende woningvoorschriften binnen de bebouwde kom en door de kritiek van vogelbeschermers, neemt het aantal duivenmelkers af. Vroeger werd gebruik gemaakt van een duivenklok om de binnenkomst van de wedstrijdduiven nauwkeurig te registreren. De klok werd pas opengemaakt in het zogenaamde duivenlokaal. Postduiven hebben naast een vaste ring ook een gummiring die de tijd registreert. Deze ring is afneembaar en kan in de duivenklok gestoken worden. Tegenwoordig gebeurt dit meer en meer op digitale wijze. Voor vele mensen is duivensport in onze contreien louter een
hobby, maar wel eentje die heel intensief beleefd wordt. De wedstijden vinden plaats van maart tot en met half oktober. FVV: Als ik aan duivensport denk, zie ik spontaan grijze oude heren voor ogen met bij voorkeur een grijze kiel en een pint bier.
Chantal: Tja, net zoals vele hobby’s die in verenigingsverband worden uitgeoefend, kent ook de duivensport inderdaad een groeiende vergrijzing. Je moet er ook heel wat voor over hebben hé, de dieren vergen dagelijks verzorging en training. Aan vakantie nemen tijdens de lente- en zomerdagen hoef je niet te denken, dat is gewoon uitgesloten. FVV: Toch zag ik al vaak op televisie dat de Vlaamse duivenhouders heel populair zijn in China. Hebben de Chinezen een duiventraditie?
Chantal: Dankzij Marco Polo hebben zij in zekere zin een soort traditie inzake duiven. Maar Chinezen zijn op de eerste plaats gokkers, die geld inzetten op hun duiven. Met een beetje geluk kan je met je duiven steenrijk worden. Maandelijks komen de Chinezen in Vlaanderen scouten naar prijsduiven. Serge en ik krijgen er hier ook geregeld op bezoek. Voor sommigen is ook de status belangrijk, in het bezit zijn van een Belgische asduif bijvoorbeeld. FVV: Die duiven worden steevast geregistreerd, hoe gebeurt dat?
Foto’s duiventorens: flickr.com
Chantal: Bij het inkorven voor een wedstrijd worden tegenwoordig twee soorten merkringen gebruikt, afhankelijk van hoe de aankomsttijd wordt vastgesteld: De klassieke methode: hierbij wordt elke duif door middel van een ringentang voorzien van een gummiring, die bij aankomst van de duif in de klassieke duivenklok (constateur) wordt gestopt.
FVV • 9
‘ reportages De elektronische methode: met het elektronisch constateren heeft de duif een chipring of een combiring om zijn poot, die bij aankomst een signaal geeft aan de antenne van de elektronische duivenklok. FVV: Hoe meet je de snelheid van een duif?
Chantal: De snelheid van de duif varieert - afhankelijk van windrichting en weersgesteldheid - van 60 tot 130 km per uur. De vliegsnelheid - die bepalend is voor het klassement - wordt berekend aan de hand van vertrektijd, aankomsttijd en vliegafstand. De vliegafstand wordt berekend aan de hand van de coördinaten (lengte- en breedtegraad) die door een officiële landmeter werden vastgesteld en dus voor elk hok verschillend zijn. Sinds 2006 worden afstanden tussen lossingsplaats en thuishok van de duif bepaald door middel van GPS-coördinaten. Hierdoor zijn de afstandsbepalingen veel nauwkeuriger, wat de competitie tussen de duivenliefhebbers ten goede komt. FVV: Zijn er leeftijdsklassen in de duivensport?
Chantal: Ja, de duiven worden ingedeeld in leeftijdsklassen (jonge duiven, jaarlingen en oude duiven). Eventueel wordt er zelfs nog onderscheid gemaakt naar geslacht: doffers (m) of duivinnen (v). FVV: Als je spreekt over het inkorven van duiven, waarover heb je het dan?
Chantal: Bij een inkorving worden dieren van verschillende duivenmelkers samengezet in korven die voorzien zijn van drinkflessen en op een vrachtwagen naar een zuidelijk gelegen bestemming gebracht. Door de stress van de inkorving, het transport en het contact met andere dieren, kunnen ze elkaar besmetten met ziekten als duivenpokken, het geel en coccidiose. Maar bij hun thuiskomst worden ze supergoed verzorgd hoor! FVV: Het zogenaamde ‘lossen’ van de duiven klinkt in mijn oren heel belangrijk… vertel eens iets meer!
Chantal: De vluchtbegeleiders wachten op de losplaats tot een vooraf afgesproken uur om alle duivenmanden zo gelijktijdig mogelijk open te maken. Als de weersomstandigheden op het vliegtraject slecht zijn, kan beslist worden om het lossen uit te stellen, of - in een uiterste geval - de dieren veel dichter bij huis te lossen.
FVV • 10
Ikzelf heb een speciale duivengsm die me in staat stelt op het aangeduide uur te lossen. Via mijn tablet, geef ik onmiddellijk na het lossen elektronisch door dat de duiven gelost werden. FVV: Wat is de uiterste afstand die een duif in één dag kan afleggen?
Chantal: De uiterste afstand bedraagt ongeveer 800 km. Sommige vluchten kunnen dan ook twee dagen duren. Men onderscheidt zo vier groepen wedstrijden: - afstand tot 300 km (vitesse of snelheid) - van 300 tot 500 km (midfond of halve fond) - van 500 tot 700 km (dagfond of eendaagse fond) - van 700 tot 1300 km (overnachtfond of meerdaagse fond) Aan de hand van oefenvluchten en de prestaties van verwante duiven, weet de duivenmelker over welke afstanden zijn duiven best vliegen. FVV: Hoe begin je aan de training van een postduif?
Chantal: Een jonge postduif zal eerst zelf in de omgeving van het duivenhok rondvliegen en die zo leren kennen. Daarna kan ze getraind worden door ze op slechts enkele kilometers te lossen. Als er oudere duiven tegelijkertijd worden losgelaten, kan de jonge duif gewoon meevliegen, maar ook alleen kan de jonge duif haar weg terugvinden. Na het loslaten vliegt de duif een paar rondjes voor haar oriëntatie. Vervolgens vliegt ze de goede richting op. Daarbij vliegt ze bij voorkeur over land, en niet over water. Een duif kan zich ook best vergissen, maar zal dan, via een omweg, vaak de weg naar huis terugvinden. Zelfs over een afstand van 1000 kilometer of meer kan de postduif de weg terugvinden naar haar hok. Bij zulke grote afstanden moet de postduif noodgedwongen ergens overnachten.
Daarnaast speelt natuurlijk de conditie van de duif, de afwezigheid van ziekten en een goede voeding een grote rol. FVV: Postduiven hebben een fenomenaal oriën tatievermogen, dat is duidelijk. Maar wat is het lot van een duif die verdwaald?
FVV: Vermits er veel geld mee gemoeid is, neem ik aan dat er ook gegrepen wordt naar prestatieverbeterende systemen?
Chantal: Een veel toegepaste methode om een zo groot mogelijke prestatie van de duif af te dwingen staat bekend onder de naam ‘weduwschap’: de doffer wordt in de week vóór de competitie van de duivin gescheiden.
hij uit ervaring weet dat ‘ Doordat hij bij aankomst de vrouwtjesduif in het nest zal vinden, wordt zijn prestatieniveau verhoogd
Een andere manier is ‘op nest spelen’: het scheiden van de ouderduiven van het nest met jongen op het moment dat de andere ouder niet aanwezig is. De duivin of de doffer denkt dat haar/zijn jongen zonder voedsel en bescherming zitten en zal zich vlug terug naar het hok haasten.
Chantal: Achterblijvers, in het jargon ‘Opvangers’ komen vaak bij andere liefhebbers op het duivenhok terecht. Zo’n liefhebber brengt dan de duif naar een Centraal Hok of neemt zelf contact op met de eigenaar en in overleg wordt gezocht naar een oplossing. Het telefoonnummer van de eigenaar kan worden gevonden via de website van de Nationale bond. Vaak is een duif, na een paar dagen te zijn verzorgd in het ‘gasthok’, zelf in staat om de weg naar het eigen hok weer te vinden. Opgelet, verdwaalde postduiven mogen niet worden verward met stadsduiven he! Het gebeurd soms wel dat ze bij stadsduiven terechtkomen. Maar in de meeste gevallen worden ze gevangen en aan de eigenaar bezorgd. FVV: Klopt het dat ons land de bakermat is van de duivensport.
Chantal: Inderdaad. Omstreeks 1800 vonden er in Antwerpen en in Gent al wedstijden plaats. De Belgische Duivenliefhebbersbond bestaat sinds 1910 en heeft 15 regionale afdelingen. FVV: Tot slot, waarom moeten mensen duiven ‘melken’?
Chantal: Duiven brengen mensen bij elkaar, en zoiets is goud waard in deze jachtige tijden! FVV: Okido, Bedankt Chantal!
Martien
FVV • 11
‘ reportages
Suzy: Eén en al passie voor haar ‘pluimenbollen’ Suzy Scholliers geeft al dertig jaar lang les in de lagere school. In de Vrije Basisschool ‘De Schatkist’ in Ichtegem introduceerde ze vijf jaar geleden het project ‘Ichtor’: duiven op school. Het werd een onverhoopt succes. Net voor de start van het nieuwe schooljaar spreek ik met haar af voor een lange babbel over haar geliefde ‘pluimenbollen’ in het duivenhok van de schooltuin.
FVV: Hoe ben jij zelf in aanraking gekomen met duiven?
Suzy: De duivenmicrobe heb ik meegekregen van thuis. Als kind ging ik met mijn vader mee naar het duivenlokaal. Het fascineerde me hoe die dieren telkens opnieuw de weg naar huis vonden. Duiven bekoren me mateloos: hun kracht, hun gevoeligheid, de moeite die ze van je vragen om contact met hen te maken en om hen te doorgronden. De duiven zijn blijven sluimeren in mijn ziel… Op dit moment heb ik er zo’n 150. Vraag mij niet waarom, maar duiven geven mij rust. Als ik na mijn werk afgepeigerd thuiskom - want les geven aan lagereschoolkinderen is heel intens - dan kruip ik op mijn duivenhok. (Suzy demonstreert prompt hoe ze dat doet en gaat demonstratief op de poep zitten op haar keukenvloer)
FVV • 12
en mijn duiven: gezellig ‘ Ikalleen in het hok, wat babbelen met hen, wat spelen, wat plagen…
toch kruipt ze altijd weer uit een dip of een dal. Duiven hebben een fenomenaal incasserings- en recuperatievermogen… en daar neem ik een voorbeeld aan. FVV: Hoe is het idee ontstaan om duiven te gaan houden op school?
Suzy: Wel, de maandagmorgen is er in de klas steeds een vertelmoment om het emotionele welbevinden van de kinderen een plaatsje te geven. Sommige kinderen kunnen dan discreet hun hartje luchten over de voorbije weekendperikelen en anderen laten de klasgroep uitbundig meegenieten van hun meegemaakte avonturen. Meteen is het ijs gebroken en kunnen we de werkweek starten. Ook de juf vertelt dan één en ander… dat schept een soort van vertrouwen tussen leerling en leerkracht. En mijn maandagochtendverhaaltje ging steevast over mijn duifjes. Dieren spreken heel veel kinderen aan en vaak waren ze benieuwd naar wat er allemaal gebeurd was…
er eentje zei “Maar juf, waarom ‘ Tot houden we hier geen duifjes op school?”
En zo ging de bal aan het rollen. (glundert) FVV: Allemaal tof, maar hoe pak je zoiets concreet aan?
Op zo’n moment verdwijnen alle stress en problemen. Ik schraap de hokken proper, ik kijk of de jongen het goedmaken, ik denk na over wie op wedstrijd gaat en wat ik hen moet voeren die dag... Op zo’n moment is mijn hoofd volledig vrij. Bovendien put ik ook moed en kracht uit mijn duiven. FVV: Hoe bedoel je dat concreet?
Suzy: Een paar jaar geleden werd bij mij huidkanker vastgesteld… met alle moeilijke momenten en periodes van dien… Welnu, het is misschien gek maar ik trek mij op aan mijn duiven. Zij zijn mijn stimulans om niet op te geven. Een duif kan bij lange vluchten heel diep gaan in haar krachten. En
Suzy: Tja, zoiets kost heel veel inspanning en vooral… directie en collega’s moesten overtuigd worden van het experiment… Niet simpel! Daarnaast was er het financiële plaatje. Maar dankzij een paar anonieme schenkers konden we een duivenhokje bestellen, compleet met nestbakken, zitplankjes en spoetnick. Het Ichtor-project was geboren. FVV: Vanwaar de naamkeuze?
Suzy: De kinderen kozen zelf de naam: ‘Ich’ van Ichtegem en ‘Tor’ van Torhout, de woonplaats van de juf. Het hokje werd samen met de leerlingen gebouwd. We begonnen met een aantal jonge duifjes van mezelf en spontaan aangeboden duifjes van liefhebbers. Via een zelfgeschreven boekje leerde ik de gastjes hoe ze de duiven moesten verzorgen. Ik heb momenten meegemaakt die met geen pen te beschrijven zijn. Het enthousiasme en de motivatie was enorm. De duifjes werden niet tam, ze werden supertam. De onbevangenheid van de kinderen deed wonderen. Na schooltijd schoven de ouders en de grootouders aan om de wonderbeestjes te
FVV • 13
‘ reportages vertroetelen. De duivensport kwam positief in de media… Weg stigma van duiven melken als ‘pintendrinkende mannensport’. FVV: Neem je met de schoolduifjes ook deel aan wedstrijden?
Suzy: Ja, maar dat is zeker niet de hoofdoelstelling. De jonge duifjes werden gratis ingeënt en werden super voorzichtig opgeleerd. Ze vlogen Arras, Clermont, Ablis en Tours, met telkens een paar kleine prijsjes. Ouders zorgden voor het vervoer, het inkorven zelf was een attractie op zich. En opvallend: nooit stond ik alleen de duifjes op te wachten. Altijd waren er kinderen, ouders en andere belangstellenden… Veel prijsjes sprokkelden we niet bijeen, maar dat maakte voor de gastjes echt niet uit… als hun duifjes maar allemaal veilig thuis waren! Prijsvliegen is dus echt wel bijzaak. We kozen er bewust voor om de evolutie van de kweek voorop te zetten. Papa en mama duif mochten niet al te ver weggebracht worden, want hun kleintje lag te wachten in de nestschotel.
FVV • 14
FVV: Hoe kader je dit project in de grote pedagogische lijnen van de school?
Suzy: Het Ichtor-project kadert in het MOS: Milieuzorg op School. En daar kan je van alles mee doen: milieubewust maken van kinderen, respect bijbrengen voor fauna & flora… dus ook voor duiven. Naast een MOS-project werd het Ichtorhok met haar duifjes voor veel kinderen een ‘therapieplaatsje’. De kinderen vertellen hun geheimen aan de duifjes, gaan er heen wanneer het hen allemaal een beetje teveel wordt. Ik kan de keren niet meer tellen dat één van mijn kinderen een duif tegen zijn buik houdt, het hartje voelt kloppen en tegen me zegt: “Juf, nu voel ik me rustig!”. Let wel, vaak gaat het om kindjes met ADHD of kindjes met autisme. Weet je, duiven tonen onmiddellijk hoe ze zich voelen: uitgelaten, blij, boos, treurig,… Duiven spelen geen komedie: en dat wil ik mijn kinderen ook leren. En de pluimenbollen helpen hen zichzelf te zijn!
FVV: Naar analogie met hypotherapie en paardenfluisteraars een soort duiventherapie?
Suzy: In zekere zin wel ja! In een van mijn klasjes zat eens een jongen wiens mama overleden was. Dat kind wist met zichzelf geen blijf. Welnu, telkens hij verdrietig was, mocht hij een kwartiertje alleen op het duivenhok om een beetje te huilen. Nu nog zegt hij “Juf Suzy, ik ga nooit vergeten hoe goed me dat deed!”. Weet je, de dag van vandaag is er een sterke tendens naar overdreven individualisme. De kinderen waarden bijbrengen als integriteit, solidariteit, gemeenschapsgevoel en verdraagzaamheid, daar moeten we allen samen aan werken. Er wordt gesproken over het vak ‘gelukskunde’, welnu laat maar komen.
draagkracht van de kinderen ‘ De groter maken, preventief optreden… heel belangrijk!
FVV: En hoe gaat het er praktisch aan toe?
Suzy: Via allerlei doe-taken worden ontelbare vaardigheden en attitudes onopvallend ontplooid. De leerlingen moeten allerlei verzorgingstaken op zich nemen, ze moeten overleg plegen, ze moeten zich aan bepaalde afspraken houden. Vergeet niet dat de kinderen met levende wezentjes bezig zijn en dat vraagt extra inzet en extra aanpak. Ik zie hoe kinderen in samenspraak met elkaar een beurtsysteem op poten zetten om elke dag de duifjes te verzorgen. Schitterend! FVV: Hoe lang wil je hier nog mee doorgaan?
Suzy: Oh, wat mij betreft tot de dag dat ik met pensioen ga. Ik ben nu 54 dus minstens nog 10 jaar. Duiven op school, het blijft boeien, verwonderen, bewonderen en uitdagen. Ik ben geraakt door de vriendschappen die ontstaan zijn rond en op het duivenhokje: tussen de kinderen, tussen ouders en grootouders onderling, tussen ouders en kinderen… Weet je, kinderen en ouders van kinderen die al in de middelbare school zitten blijven komen… Mooi toch! Ondertussen hebben we trouwens ook de ‘Ichtor-Madammen’ opgericht: mama’s die de handen in elkaar geslagen hebben om een en ander in goede banen te leiden en benefiets te organiseren… Zolang de kinderen de duifjes graag zien en de duifjes de kinderen ga ik ermee door. Want ik blijf ervan overtuigd dat het koesteren van pluimenbollen een meerwaarde betekent voor het onderwijs. FVV: Mogen we jou, je kinderen en je pluimenbollen alvast een tof nieuw schooljaar toewensen juf Suzy! Bedankt!
Martien
Wil je het Ichtor-Project steunen? IBAN: BE69 7380 2865 9478 BIC: KREDBEBB FVV • 15
‘ ActUA
Vrije, sterke, toegewijde vrouwen (II) FVV beëindigde haar zomerprogrammatie met een middeleeuwse week in het teken van ‘Wijze Vrouwen: vrij, vrank en vrouw’. De deelnemers konden kiezen uit een keur van activiteiten: wandelingen, lezingen, concerten, dans- en filmvoorstellingen. Rode draad doorheen het geheel was de tentoonstelling in de kerk van het Sint-Elisabethbegijnhof in Sint-Amandsberg, waar onder andere Hildegard von Bingen in de schijnwerpers stond. In deze bijdrage willen wij het Gentse begijnenverhaal tot leven laten komen aan de hand van de groei en bloei van het Sint-Elisabethbegijnhof. Wij besteden aandacht aan het dagelijkse leven en de regelgeving, de maatschappelijke betrokkenheid en de plaats van de begijnen in de kerk, als in de burgerlijke samenleving. Om het religieuze en mystieke karakter van de begijnen te schetsen, voeren we enkele begijnen ten tonele. Dit om de bijzondere leefwereld van de begijnen in zowat geheel Europa aan te geven.
Toegewijde vrouwen in Gent De eerste groepen ‘mulieres religiosae’ (toegewijde vrouwen) ontstaan over zowat heel Europa, ook in Gent, in de twaalfde eeuw. Al hebben wij daar weinig geschreven bronnen over. Een aanwijsbare groep ‘toegewijden’ leven in gemeenschap, in de leprozerie nabij de Hoogstraat in Gent. De instelling voor opvang en verzorging van melaatsen werd gesticht in 1246 en werd geleid en bediend door een groep vrouwen en mannen.
FVV • 16
De vrouwen hadden de feitelijke leiding. Zij waren geen ordesgeestelijken, al werden ze zusters en broeders genoemd. Zij waren eerder een soort ‘begijnen’, zoals wij die in Gent nog meer terugvinden (zie eerste bijdrage in Wij Vrouwen 2-2013). De leprozerie werd gaandeweg ‘Rijke Gasthuis’ genoemd, wegens de vele eigendommen. Toen de melaatsheid in onze streken verdwenen was, werd de leprozerie opgegeven. De groep mannen verdwijnt en de vrouwengemeenschap neemt de regel van Sint-Benedictus aan. Tot aan de Franse Revolutie
gesitueerd worden. In een nog te verschijnen bijdrage van Bert Vervaet in het jaarboek 2013 van de Oost-Oudburg, blijkt dat in het cartularium van zowel de Bijloke als het begijnhof een oorkonde voorkomt waarin het genoemde hospitaal wordt gelokaliseerd nabij het groot begijnhof. Al spoedig groeit het begijnhof, net zoals op vele andere plaatsen in de lage landen, uit tot een ommuurde ministad, afgesloten met een of meerdere poorten en omgeven door grachten. De eerste kerk, de infirmerie (1242), annex groothuis en kapel, worden wellicht meteen in steen opgetrokken. De begijnen leefden, zoals vele mensen, in hutten van hout, leem en stro. Pas veel later, einde vijftiende eeuw begint de totale ‘verstening’. Het zijn vaak rijke Gentse burgers die dit financieel mogelijk maakten. De conventen kregen dan vaak hun naam uit erkentelijkheid voor de financiële steun. zal de abdij met wisselend succes blijven bestaan. In die periode kwamen begijnen uit het naburige Sint-Elisabethbegijnhof de verpleging en verzorging in het hospitaal voortzetten.
De regel
Algemeen wordt de oprichting van het Sint-Elisabethbegijnhof gesitueerd in 1234, toen gravin Johanna de site nabij de Burg straat aanwijst als definitieve vestigingsplaats voor de inmiddels honderden begijnen. De nieuwe site kwam er mede door de dringende vraag van de abdis van de Bijloke, omdat de groep begijnen aldaar veel te groot geworden was.
Een vaste regelgeving ontstaat midden de dertiende eeuw. Voor de Gentse hoven, net zoals voor tal van andere Vlaamse en Henegouwse hoven wordt in de ‘Regel’ (Wetten en Statuten) nadrukkelijk verwezen naar gravin Johanna van Constantinopel, maar ook naar haar zus en opvolgster, gravin Margareta. Deze ‘grondwet’ wordt later aangevuld, aangepast en uitgebreid en opnieuw goedgekeurd door tal van vorsten. Wij vermelden hier Graaf Lodewijk van Male, Koning Filips de Schone en diens zoon Keizer Karel V. Zij worden tot de belangrijkste verdedigers, bij wijlen weldoeners, van de begijnen gerekend. Na de Hervorming (vanaf 1517) en de godsdiensttroebelen (tweede helft van de zestiende eeuw) die ook in Gent diepe sporen hebben nagelaten, herneemt gaandeweg het geregelde begijnenleven. Koning Filips II en zijn dochter Isabella hadden een groot hart voor de begijnen en hun werk. In al de handgeschreven regelboeken (van ca 1300, op perkament) zijn diverse oorkonden van de vorsten bijgeschreven als officiële erkenning.
Bijna zeker woonden en werkten er al eerder een groep begijnen op de Broek, de nieuwe site, op een boogscheut van het leprozenhospitaal van Marialand, in de Hoogstraat. Dankzij het studie- en speurwerk van Bert Vervaet weten wij dat het hospitaal van Everdeus Wittockx daar in de onmiddellijke buurt moet
In het regelboek worden het bestuur, de rechten en plichten, het dagelijkse huishoudelijke en het religieuze leven (‘Werken en Kerken’) beschreven, maar ook de diverse ambten en taken, de opname en intrede van nieuwe kandidaten, de ‘steding’ na het noviciaat, enz.
De eerste groep toegewijde vrouwen van het groot begijnhof vinden we terug nabij het Utenhovehospitaal in Onderbergen. Vanaf 1228 gaan die begijnen verhuizen naar de omgeving van de nieuwe gestichte abdij met hospitaal, de Bijloke, ‘Haven van Maria’ genoemd. De dagelijkse arbeid, de verzorging en ziekenverpleging wordt verricht door de begijnen. Al heel snel groeit de groep begijnen aan en richten een eigen infirmerie op en krijgen een kapel met kapelaan toegewezen.
FVV • 17
‘ ActUA ten de grenzen van Gent. Dit om alle spiritualiteit en mystiek van de begijnen in een breder kader te plaatsen. De eerste sterke opbloei van de begijnenbeweging situeert zich midden de dertiende eeuw. Het religieuze leven van de begijnen uit zich in de vele vormen van mystieke ervaringen, visioenen en openbaringen, en de hoog begenadigden schrijven hun belevenissen neer. Denken wij hier maar aan de visioenen en strofische gedichten van de Antwerpse begijn Hadewijch (ca. 1250). Een hoogtepunt in onze Nederlandse literatuur. Tal van begijnen kwamen ook in aanvaring met het kerkelijke leergezag.
door hun theologische ‘ Vooreerst en filosofische beschouwingen
Verder heel wat regelgeving over kledij, wonen en werken, uitgaan, contacten met mannen, enz. Tot de voornaamste ambten behoren de grootjuffer (ook wel meesterigge, magistra genoemd) de gezelnede (assistente) en de schrijfster op het groothuis (bestuurszetel en woonst van de grootjuffer). Verder zijn er nog de staats- en conventsjuffrouwen, respectievelijk de bestuursleden van het hof, en oversten van de conventen. De portiersters, novicenmeesteressen (per convent één) en kosteressen hebben dan weer een aantal specifieke taken en verantwoordelijke opdrachten te volbrengen om het dagelijkse ritme van het begijnenleven te regelen. Begenadigde vrouwen of de spiritualiteit van de onafhankelijke vrouwenwereld Wij richten onze aandacht op de onafhankelijke vrije vrouwen en hun religieuze en mystieke bewogenheid. Daarom gaan wij even bui-
FVV • 18
als vrouw openbaar te maken, vervolgens door de visioenen en extatische ervaringen waardoor ze onderzoeken en processen voor de kerkelijke rechtbanken moesten doorstaan.
Om één voorbeeld te noemen: de begijn uit Valenciennes, Margarete Porete, werd na een langdurig proces in 1210 in Parijs, op de brandstapel gedood. Haar geschriften zullen haar echter nog lang overleven. Het begrip ‘Besloten Hof’ (hortus conclusus) wordt in de begijnenbeweging het verdichtingspunt van alle vormen van mystieke ervaring. Van de dertiende tot ver in de achttiende eeuw zullen de begijnhoven oorden van mystieke ervaring blijven, zij het met hoogte- en dieptepunten. Veruit de sterkste stroming binnen de begijnenwereld is de minnemystiek (‘Komt in mijnen hof, zuster bruid’) met extases, geestelijke verloving en mystiek huwelijk met Christus.
Omstreeks 1470 ontstaat in het Sint-Elisabethbegijnhof een merkwaardige legende waaruit veel te leren valt over het reilen en zeilen in de begijnengemeenschap.
Eveneens vanaf de dertiende eeuw zetten zich zowel de verering van de Eucharistie als die van het Heilig Hart van Jezus door. En de lijdensmystiek kent ongeziene hoogten. Tal van vrouwen ontvangen de wondertekenen (stigmata). Zo was de lekendominicanes Catherina van Siena (1247-1280) niet alleen de mystieke schrijfster van brieven, gebeden en een theologisch traktaat ‘Boek van de Goddelijke Leer’. Zij beleefde tal van mystieke ervaringen en droeg de stigmata. Mede door de invloed van de dominicanen op de begijnen (in Gent sinds 1234 pastoraal verbonden met het Sint-Elisabethbegijnhof) werd de heilige Catherina een sterk voorbeeld van mystieke beleving. Paus Pius II getuigde over haar dat ze “De enige MAN van de veertiende eeuw” was!
Het ingekorte verhaal van juffrouw Matteken: Ieder jaar nodigde de grootjuffrouw de arme begijnen uit aan de vooravond van de vasten (vette dinsdag) om nog eens goed het buikje rond te eten. Maar begijntje Matteken wordt niet uitgenodigd. Zij trekt naar de kerk om aan haar Goddelijke vriend Jezus, aan het kruis, haar nood te klagen. En Jezus spreekt haar aan: “Ga toch maar aankloppen bij Grootjuffrouw. Als ze u weigert, zeg haar dan dat ze haar dagelijkse gebeden nog niet gezegd heeft. Blijft ze halsstarrig, zeg haar dan dat mijn moeder Maria deze nacht haar onderkleed hersteld heeft met rode draad. Zij heeft dat kleed opgeplooid en onder grootjuffers hoofdkussen gelegd”. En Matteken mag alsnog meevieren en aan de dis aanzitten. Na het feest trekt Matteken naar de kerk om haar Hemelse vriend te danken. En zie: de kerkklokken beginnen te luiden. De begijnen, verwonderd dat in de namiddag de klokken luiden, spoeden zich naar de kerk. En ze vinden er Matteken geknield maar levenloos voor het kruisbeeld.
In een volgende deel zullen we enkele ‘grote sterke’ grootjuffrouwen en een paar bijzondere begijnen uit dit begijnhof in de kijker plaatsen. Pater Raymond Van Wassenhove
Aanbevolen lectuur: • M. Triest, G. Van Poucke en C. Vanooteghem, Grote Madammen, Averbode 2011 • W. Simons, Cities of Ladies. Beguines Communities in the medieval Low Countries. 1200-1565, Philadelphia 2001 • P. Vandenbroeck e.a. Hooglied. De beeldwereld van religieuze Vrouwen in de Zuidelijke Nederlanden vanaf de dertiende eeuw, Tentoonstellingscatalogus, Paleis voor Schone Kunsten te Brussel, 25 februari22 mei 1994 • B. Vervaet, in ‘Heemkundig Nieuws’, jg 41, nr 3, Lambert li Beges en herkomst van de woorden begijn en coquenunne
FVV • 19
‘ ActUA 3 september 1944. Vreugdetaferelen bij de bevrijding van Brussel. Het jonge meisje helemaal bovenaan met de Belgische vlag in het haar is Odette Dereze, de nicht van Germaine Van Parys
Germaine Van Parys & Odette Dereze. De aanraking van de tijd Van 25 oktober 2013 tot 2 maart 2014 loopt in het Antwerpse fotomuseum (FOMU) een prestigieuze tentoonstelling met foto’s van Germaine Van Parys en Odette Dereze: twee vrouwelijke pioniers in de persfotografie. Op zondag 17 november 2013 organiseert het FVV een dagje in het teken van deze twee merkwaardige dames. We starten met een aperitiefcauserie met Prof. Dr. Johan Swinnen die als curator de afgelopen drie jaar veel onderzoek heeft gedaan in het fotoarchief van Germaine en Odette. Hij is voorzitter van de Stichting Germaine Van Parys. Na de middag leidt hij ons hoogstpersoonlijk rond in zijn tentoonstelling.
FVV • 20
Germaine Van Parys De geschiedenis van de Belgische fotografie is nog relatief jong, onontgonnen en nog volop in ontwikkeling. Het is pas sinds de laatste twee decennia dat er gebaggerd werd in de rijke wateren van fotoarchieven, collecties en presentaties. Verschillende initiatieven op het vlak van onderzoek, publicaties en tentoonstellingen getuigen hiervan. Tot nu toe was de naam Germaine Van Parys (1893-1983) niet zo gekend wanneer het ging om de canon van fotografen die een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van het fotografisch métier in België. Wie reeds de kans had om foto’s van Germaine Van Parys te bekijken zal zich afvragen waarom? Germaine Van Parys heeft haar gedurfde meisjesdroom om professioneel fotojournalist te worden kunnen realiseren. Ze flaneerde als vrouwelijke foto pionier haar leven lang door het Belgische leven. Met evenveel liefde, vakmanschap en eruditie fotografeerde zij een volksgebeuren op een openbare markt in Brussel, een schilderkunstig tafereel in het begijnhof in Brugge als frivole Franse zangeressen of het genie Albert Einstein of oorlogsvluchtelingen. Bovendien was ze fotografe van het Koninklijk Huis. Ze deed dat weliswaar steeds met een andere ambitie en intentie, maar steeds met een uitgesproken authentiek talent. De fotojournalist is een concrete fotograaf die de ‘feiten’ poogt vast te leggen. Maar welke feiten? En hoe? Is het niet de filosoof Nietzsche die stelde dat er geen feiten zijn, want dat alles interpretatie is? Het journalistieke is de verslaggeving van het dagdagelijkse, van het banale dat, zonder er minder alledaags om te worden, toch verschilt van de gebeurtenissen van de andere dagen, want anders is het geen nieuws. Het nieuws is niet het nieuwe, is geen vernieuwing, daarvoor is het te veel met die dagdagelijksheid verbonden. Het zijn die gebeurtenissen waarom een bepaalde dag anders is dan de andere, maar toch weer een dag als een ander. Want hoewel de journalistieke gebeurtenissen vaak overgewaardeerd worden door te spreken van een ‘historische dag’, wordt de geschiedenis pas later geschreven en worden veel ‘historische dagen’ vergeten. Het nieuws is pas nieuws omdat het opvalt binnen de bekrompen nabijheid van een daggebeuren. De foto’s blijven en ze laten de data vervagen, zodat, wanneer een fotoreportage oud wordt, ze een andere dimensie verkrijgt. Ze laat een reconstructie toe van
Germaine Van Parys speelt met haar chowchow-hond Sonchi, Brussel, ca. 1932
de structuur van het dagelijkse leven, ze wordt documentair en allicht een interessante bron voor de nieuwe geschiedenis.
Van Parys maakte ‘ Germaine indringende en op de huid klevende reportages.
Haar portretten, stadslandschappen, straatscènes, sfeerbeelden... trotseren de tand des tijds en stralen een bijzondere gevoeligheid en betrokkenheid uit. De vele opdrachten stelden haar in staat zich te ontwikkelen tot een universeel fotografe, een uitzonderlijke figuur in de groep van ‘concerned photographers’, die de mens steeds opnieuw centraal wist te stellen. Kortom, de foto’s van Germaine Van Parys zijn pareltjes van journalistiek-drama-in-een-oogopslag. Germaine Van Parys laat de kleine dingen van de dagen tijd worden en opent dus de weg naar beelden, scherper nog: denkbeelden. Uit alles blijkt dat Germaine Van Parys een gedegen opleiding had, een brede belangstelling en scherpe blik voor haar omgeving. Het fotografisch oeuvre van Germaine Van Parys kenmerkt zich door haar beheerste techniek, zinvolle esthetiek en relevante politieke context. De fotojournalistieke aspecten in de foto’s van Germaine Van Parys zijn gestoeld op haar dagelijkse zoektocht naar het ultieme fotobeeld dat een gebeuren en een beslissend moment moest visualiseren. Ze is zo door haar volgehouden engagement in de persfotografie een voorvechtster
FVV • 21
‘ ActUA geworden in de echte zin van het woord en dit vijf decennia lang. Germaine Van Parys kon bijna elk onderwerp aan en zij bediende zich daarbij van verschillende invalshoeken en stijlen: romantisch, zakelijk, formeel, experimenteel, wervend of dienend. Zonder veel overdrijving mocht Germaine Van Parys zich zowel pers-, politie-, reis-, reclame-, kunst-, mode-, product-, bedrijfs-, oorlogs- als hoffotograaf noemen. Odette Dereze Odette Dereze (°1932), petekind en nicht van Germaine Van Parys en zelf ook fotojournaliste mag beschouwd worden als een van de belangrijkste humanistische Belgische fotojournalisten in de jaren 70, 80 en een eind in de jaren 90. Haar fotografie verraadt een geschoolde, op de mens gerichte blik. Haar visie is breed naar de maatschappij toe en dat maakt haar werk inhoudelijk waardevol. Ze slaagt erin als een observator het maatschappelijk gebeuren vast te leggen en bovendien beheerst ze het métier om een verhaal met een foto te kunnen vertellen. Haar werk bestaat uit reportages met onderwerpen uit o.a. de politiek, de massacultuur, bedrijven, rampen en manifestaties. Haar oeuvre is ook erg belangrijk omwille van haar portretten van binnen- en buitenlandse persoonlijkheden en zo bouwde ze een belangrijk beeldreservoir op van hun optreden in het openbare leven. Ze vergezelde het koningspaar op talrijke buitenlandse reizen als naar Bangladesh, USA, USSR, Indonesië en Japan. Sinds de dood van Germaine Van Parys bewaart Odette Dereze het fotoarchief van Germaine. De 30.000 negatieven en vele prints werden, in tegenstelling tot vele andere archieven, op die manier gevrijwaard van vernietiging. Acht jaar geleden ontdekte Dimitri Vermeylen het archief en werd het volledige archief gedigitaliseerd. Ik werd uitgenodigd om een blik te werpen op het archief en was me onmiddellijk bewust van de belangrijke waarde van het archief en engageerde me om verder onderzoek te verrichten. Om al deze projecten te ondersteunen en het voortbestaan van het archief te verzekeren werd de Stichting Germaine Van Parys opgericht. Grote vraag is wat er met het archief moet gebeuren en hoe het verder te ontsluiten. Johan Swinnen De Zuidfoor in Brussel: een kindje in het gezelschap van twee apen
FVV • 22
Twee nieuwe boeken! Boek-Catalogus: ‘Germaine Van Parys & Odette Dereze. De aanraking van de tijd’
De foto’s die ze achterlieten en die in het boek, tevens catalogus, door samensteller Johan Swinnen verzameld zijn onder de titel: ‘Germaine Van Parys & Odette Dereze. De aanraking van de tijd’ (Uitg. Luster, Antwerpen, 2013) trekken een spoor door meer dan een halve eeuw geschiedenis. Ze leiden ons naar de wereld van de pers, de politie, Belgisch Congo, de reclame, de kunst, de mondaine Brusselse warenhuizen, de cultuurwereld, de mode, de bedrijven, maar ook naar WO II, en bovendien maakt ze ons ooggetuige van het leven en de dood van de koninklijke familie. Ze focusten met hun nieuwsgierige blikken op de onderwerpen van de dag en fixeerden tegelijkertijd hun foto’s dampend in het bad van de eeuwige thema’s die ons vandaag ontroeren en raken als een pijl door ons menselijk hart. Hun foto’s vormen een beeldende journalistieke kroniek van dromen, verdriet en vreugde, niet gedateerd en tegelijkertijd confronterend voor de kijker met het Belgisch (on-)verwerkt verleden. Dit boek met zijn beklijvende foto’s slalomt ons doorheen een jarenlang verborgen fotoarchief van zelfstandige vrouwelijke fotografen die zich bekommerden om een spannend beeld te vatten op het juiste moment. Nu zien we de foto’s in het licht, mysterieus en krachtig in dit boek. Net zo echt en verrassend als de persoonlijkheid van Germaine Van Parys en Odette Dereze zelf.
Kinderboek: ‘Kijken met Germaine’
Daarnaast komt er een kinderboek uit met het werk van Germaine Van Parys. Het boek ‘Kijken met Germaine’ (Uitg. Luster, Antwerpen, 2013) wil passie voor fotografie bij kinderen en jongeren stimuleren en de betrokkenheid van persfotografie bij de samenleving verduidelijken. Het is een boek om zelf te lezen vanaf 7 jaar of om voor te lezen.
Brusselse vrouwelijke ‘ De fotopionier Germaine Van Parys
zag fotografie steeds als een veelzijdig medium dat verhalen vertelt, informeert, ontroert, bekritiseert en midden in de samenleving staat.
Het boek is over leren kennen, leren luisteren en leren kijken naar ontroerende beelden van een voorbije eeuw. De samensteller Johan Swinnen houdt niet alleen van het beeld, maar ook van ‘taal’. Hij zoemt in met zijn poëtische teksten op details. Soms zeggen foto’s meer dan duizend woorden. Dit boek gaat over hoe je kunt kijken en over wat al dat kijken met ons allen kan doen. Door dit boek reikt de samensteller kinderen en jongeren kennis aan om foto’s – en daarmee de wereld – nostalgisch en licht kritisch te duiden, maar vooral om er van te genieten. Het boek is een kijkwijzer naar zien en het bespreken van foto’s en daardoor ook een doe-boek waarbij de motivatie en interesse wordt gewekt om foto’s te maken in de voetsporen van Germaine! Het boek leert ons beter kijken naar foto’s, waardoor we meer begrijpen van en ons verwonderen over de wereld zoals Germaine die fotografeerde. De samensteller houdt hartstochtelijk van deze foto’s voor gebruik naar kinderen toe en is geïnteresseerd in fotografie, maar ook in het effect van foto’s op kinderen. De komst van de digitale fotografie heeft dat effect sterk gestimuleerd. Dit is dus een boek voor kinderen die hun nieuwsgierige ogen willen prikkelen en voor volwassenen die kritische consumenten van foto’s willen zijn.
Over de samensteller van de tentoonstelling en boeken Prof. dr. Johan Swinnen, heeft als curator de voorbije drie jaar veel onderzoek gedaan in het fotoarchief van Germaine Van Parys en Odette Dereze. Hij is de oprichter en voormalig directeur van het HISK, Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Antwerpen. Hij doceert beeldcultuur aan de faculteit Economische, Sociale en Politieke Wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel. Zijn onderzoek situeert zich in het domein van de zingeving en humanisering van de beeldculturen. Hij is voorzitter van Toneelhuis Antwerpen en Stichting Germaine Van Parys, tevens beheerder van diverse cultuurhuizen als KVS, deBuren en Muntpunt.
www.fotomuseum.be www.germainevanparys.org FVV • 23
‘ Actief
Onze laatste aanwinst: FVV Wetteren Een paar maanden
Winnie Meeus (53)
geleden werd FVV-
- Alleenstaande moeder van twee zonen. - Bediende - Extravagante spring in ‘t veld en duivel doe al…
Wetteren boven de doopvont gehouden. Tijdens de vakantie maanden alle bestuurs leden samen brengen voor een gesprek bleek een onmogelijke zaak. De twee junioren, met name de zusjes Lena (22 jaar) en Annelien (28 jaar) Van Der Gucht bleken een veel te
Marie-Jeanne Meeus (55) - Twee kinderen - Verzorgende aan huis - Rustige zus van Winnie Tonia Coolens (40) - Twee zonen - Verantwoordelijke droogkuis in een strijkatelier - Reeds 2 jaar na elkaar Prinses Carnaval Wetteren
volle zomeragenda te
FVV • 24
hebben. De overige dames
Angeline Vagenende (43)
waren wel paraat.
- 14 jaar in Frankrijk gewoond - Twee dochters - Kok in een woonzorgcentrum
FVV: Waarom kozen jullie ervoor om een FVV-afdeling op te richten en geen afdeling van Femma, Markant, Viva…
FVV-Wetteren: Alle andere vrouwenorganisaties maken onderhuids deel uit van een politieke strekking? Bij FVV is dat duidelijk niet het geval… Vandaar onze keuze voor jullie. FVV: Men hoort vaak beweren dat de vrouwen beweging passé is, jullie zijn het daar niet mee eens veronderstel ik?
FVV-Wetteren: De rol van de vrouwenbeweging is absoluut nog niet uitgespeeld. Vrouwen geraken nog steeds niet door het fameuze ‘glazen plafond’… zowel in de politiek als op de werkvloer. Mannen ‘tolereren’ de vrouwen noodgedwongen omdat het wettelijk gezien nu eenmaal zo moet, maar geloof ons: vrouwen moeten tweemaal zo sterk staan. Ze moet dagelijks bij wijze van spreken ‘hun vrouwtje’ staan, en dat is vermoeiend! Onze Annelien - jammer dat ze er nu niet bij kon zijn - werd tijdens de laatste gemeenteraadsverkiezingen democratisch verkozen, maar ten gevolge van ‘het glazen plafond’ zag ze het schepenambt aan haar neus voorbijgaan… en zo kunnen we talloze gevallen opsommen…
FVV: Sommige ‘straffe madammen’ zoals Liesbeth Homans zijn het daar duidelijk niet mee eens.
FVV-Wetteren: Hewel, wij willen met FVV-Wetteren best wel eens met haar in debat gaan over deze kwestie. Het kan goed zijn dat zij een ‘selfmade woman’ is, alle respect ook voor haar.
het is echt niet elke vrouw ‘ Maar gegeven om zonder hindernissen aan een carrière te timmeren.
Sommige vrouwen hebben het ook niet gemakkelijk. Het is jammer dat iemand als Liesbeth Homans zich afkeert van de vrouwenbeweging. Trouwens op die manier verliest ze de band met de vrouwen op het veld… Op het ‘front’ zeg maar. En wij van FVV staan op het front!
FVV • 25
‘ Actief FVV: Wat denken jullie van de huidige rage in de vrouwenbeweging om rokjes te naaien, te breien en cupcakes te gaan maken?
FVV-Wetteren: Tja, het is een rage zoals je zegt. Maar helemaal tegen kan je niet zijn… Als jonge vrouwen zulke dingen graag doen… Laat ze… Koken en naaien hoeft niet per se gelinkt te worden aan ‘vrouwen aan de haard’ hé… Ook ‘retro en vintage’ is hip momenteel, kijk naar alle oma en opa voornamen die tegenwoordig aan kindjes gegeven worden… Ach ja… we bekijken dat met ludieke bril. FVV: Bart De Wever deed enkele maanden geleden een nogal controversiële uitspraak met name dat de Vlaamse Beweging zichzelf beter kan opdoeken. Wellicht werd deze uitspraak een beetje uit haar context gelicht... maar toch. Hoe zien jullie het aspect Vlaams Bewegen anno 2013?
FVV-Wetteren: Tja, in zekere zin heeft Bart De Wever wel gelijk: de traditionele Vlaamse Beweging slaagt er niet in om mee te evolueren met de huidige tijd. Een en ander komt vrij oubollig en bijgevolg ‘rechts’ en conservatief over waardoor de beweging niet kan rekenen op het respect van de brede laag van de bevolking.
en verfijnen is ‘ Moderniseren dringend nodig… alleen…
Hoe doe je dat… Niet evident!
In elk geval, zaken zoals het Zangfeest, IJzerbedevaart en IJzerwake moeten blijven bestaan… alleen kan de vorm misschien iets frisser. Zo’n evenementen ‘hebben iets’, dat kan je niet ontkennen… ‘Die doen iets met je’… Ze geven je een bepaald samenhorigheidsgevoel…
Winnie werkt al zes jaar als vrijwilliger bij de dienst toerisme van de gemeente Wetteren. Zo is ze van bij het begin betrokken bij het project rond Arsène Goedertier en het verloren paneel van het Lam Gods. In het najaar staat hierrond één en ander op de planning. Daarnaast zijn we van plan om de volkscultuur in Wetteren nieuw leven in te blazen. De komende zes jaar zal er elk jaar een reuzenverkiezing zijn. De reus zal telkens gemaakt worden door mensen van de academie. Hierdoor betrekken we ook jonge mensen bij onze volkscultuur en dat is heel belangrijk! Naar aanleiding van 2021, 400 jaar Wetterse reuzen zal uiteindelijk de allermooiste reus of reuzin verkozen worden. FVV: Whow, staan er zo nog culturele activiteiten op het programma?
FVV-Wetteren: Zeer zeker. Zo spelen we volgend jaar sowieso in op 2014-2018: 100 jaar ‘Groote Oorlog’ Tijdens WO I waren heel wat mensen uit Roeselare op de vlucht in Wetteren. In Roeselare is er trouwens een straat genoemd naar Wetteren. Ook rond dit thema zal de gemeente, in samenwerking alweer met de academie, een project uitwerken en daar zullen we met FVV sowieso op inspelen. FVV: Bij het ter perse gaan van Wij Vrouwen zal het project ‘Peace for One Day’ met FVV als initiatiefnemer, net achter de rug zijn. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
FVV-Wetteren: Dit jaar wordt het 100-jarig bestaan gevierd van het Vredespaleis in Den Haag. Tussen 28 augustus en 21 september, dit is de VN Vredesdag, zijn er allerlei speciale evenementen gepland die benadrukken dat we moeten blijven werken aan een betere wereld, waarin we alle conflicten vreedzaam kunnen oplossen. Ook in Wetteren zal deze dag niet onopgemerkt voorbijgaan. Winnie is immers ook voorzitter van het Paece One Day comité in Wetteren… Zo zie je maar… Maar dit najaar staat er nog heel wat op de agenda. Je zal nog van ons horen!
FVV: Wat zijn de plannen van FVV-Wetteren?
FVV-Wetteren: Het Vlaams cultureel erfgoed in stand houden en promoten… dat is onze passie.
FVV • 26
FVV: Daar rekenen we op dames!
Martien
FVV • 27
‘ Actief FVV Deinze op wandel in het Hallerbos op 1 mei 2013
Ellen: FVV’s jongste FVV maakt zich sterk ‘intergenerationeel’ te werken… een mooie doelstelling, maar verre van evident. Jongeren, medioren én senioren warm maken voor het FVV-activiteitenaanbod: hoe doe je dat? We vroegen raad aan onze jongste afdelingssecretaris: de 20 jarige Ellen Blondeel uit Deinze.
FVV: Veel jonge dames van jouw leeftijd zijn actief in de leiding van de jeugdbeweging, maar jij koos bewust voor een bestuursfunctie bij FVV Deinze. Wat drijft je?
Ellen: Ik ben zelf nooit lid geweest van de VKSJ, Scouts,… Dat zegt me niet zoveel. Jeugdverenigingen spitsen toe op kinderen en organiseren uiteraard enkel activiteiten voor kinderen. Ikzelf ben graag in gezelschap van mensen van verschillende leeftijden. Dat is erg verrijkend vind ik… bovendien kan je veel meer diversiteit brengen in de activiteiten die je organiseert. Neen, geef mij maar FVV! FVV: Wat betekent de vrouwenbeweging en bij uitbreiding gendergelijkheid voor iemand van jouw leeftijd?
FVV • 28
Ellen: Mensen die beweren dat de vrouwenbeweging haar doel bereikt heeft, zijn ziende blind. Er is nog zoveel ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Er is nog zoveel werk aan de winkel. Ik vind het jammer dat de vrouwenbeweging het etiket ‘ouderwets’ opgeplakt krijgt. En wat de gendergelijkheid betreft zijn we nog verder van huis! FVV: Wat denk je van vele van je generatie genoten die verwoed aan het koken, breien, rokjes naaien, cupcakes bakken… gegaan zijn? Allemaal zaken die toen jij nog op de lagere school zat, absoluut ‘not done’ waren in de vrouwenbeweging.
Ellen: Ik heb daar niet echt iets op tegen, ik doe dat ook soms wel eens graag. Maar om dat nu vaker te gaan doen, neen dat
is me te ‘meisjesachtig’. Nochtans heb ik de eerste vier jaar van de middelbare school de richting mode gevolgd. Maar daar zag ik geen toekomst in en dan ben ik ermee gestopt. FVV: Wat heb je dan wel gedaan?
Ellen: In het vijfde en zesde jaar volgde ik de richting jeugd- en gehandicaptenzorg. FVV: Een sociaal-geëngageerde meid dus.
Ellen: Ja, en in september start ik met de richting thuis- en bejaardenzorg. FVV: FVV profileert zich als de vrouwelijke schakel in de Vlaamse Beweging. Hoe ervaar jij dat?
Ellen: Tja, Vlamingen zijn in mijn ogen veel te weinig trots op hun identiteit. Waarom is mij een raadsel. FVV: Zie jij het nut nog in van traditionele Vlaamse evenementen zoals Zangfeest, IJzerbedevaart en IJzerwake?
Ellen: Ja hoor, wat mij betreft mogen die activiteiten best blijven bestaan. Ze maken deel uit van ons Vlaams erfgoed… Je kan het de Vlaamse folklore noemen en ze houden de herinnering aan bepaalde zaken levend. FVV: Erg ‘jong’ en ‘fris’ zijn die activiteiten wel niet hé?
Ellen: Akkoord, een modern jasje zou welkom zijn. Moderne architectuur kan je ook perfect laten aansluiten bij oude bestaande gebouwen.
FVV: In het bestuur van FVV Deinze zitten dertigers, veertigers, vijftigers… nemen ze je serieus?
Ellen: Ja hoor, ze zijn blij dat ik er bij ben en er wordt altijd geluisterd naar mijn inbreng. FVV: Wat is jouw taak binnen het bestuur?
Ellen: Ik ben secretatis en webmaster. FVV: Ik veronderstel dat je gebruik maakt van sociale media om jullie activiteiten te promoten?
Ellen: Uiteraard, ik ben een kind van mijn tijd hé. Facebook is een belangrijk promotiemiddel. FVV: En gaan de andere damens van je afdeling daarin mee?
Ellen: Niet echt, de meerderheid van het bestuur heeft geen facebook account. FVV: Kan jij hen daarin niet stimuleren?
Ellen: Bwa… ik wil niemand forceren… als ze daar niet echt in geïnteresseerd zijn, dan is dat maar zo. Ik vind dat niet erg. FVV: Hoe zou jij jonge dames motiveren om aan te sluiten bij FVV?
Ellen: Ik zou hen vooral trachten te winnen door een heel divers activiteitenaanbod uit te werken. Heel veel variatie, aantrekkelijk voor alle leeftijden, en voor vrouwen van allerlei slag.
te zwaar, niet te luchtig, ‘ Niet maar wel tof FVV: Mooi, Doe zo verder Ellen, we zijn trots op je!
http://fvvdeinze.weebly.com/ https://www.facebook.com/fvv.deinze Martien
FVV • 29
‘ Actief Juli 2013
Gentse Feesten
met Tom & Delphine Frantzen
©Fotoroma-Gent
FVV • 30
©Fotoroma-Gent
©Fotoroma-Gent
©Fotoroma-Gent
FVV • 31
‘ ActUA
Augustus 2013
Over de “Schreve”
FVV • 32
Augustus 2013
FVV wordt meter van de Sint-Mildredakapel in Millam
FVV • 33
‘ Actief
September 2013
Middeleeuwse week
FVV • 34
FVV agenda najaar 2013 • Vrij 27 september: FVV West-Vlaanderen: Oostduinkerke Benefiet ten voordele van de vzw La Palabre • Vrij 27 september: FVV Antwerpen: Hingene Vrouwen met stijl - Vier penseelprincessen in Hingene annex High Tea • Wo 9 oktober: FVV West-Vlaanderen: Ieper Theatermonoloog “Eindelijk zwanger” door Lieven Debrauwer • Zo 13 oktober: FVV Antwerpen Daguitstap in het teken van de opening van het Red Star Line museum • Di 15 oktober: FVV Oost-Vlaanderen: Gent Pensées Noires: Debat over Miriam Makeba ism. het Afrikaans Platform & Afrug • Do 17 oktober: FVV West-Vlaanderen: Sint-Idesbald Ingrid & Nicole, de avonturen van twee globetrappers • Di 29 oktober: FVV Vlaams-Brabant: Opwijk Theatermonoloog ‘Leven in een Krabbenmand’ • Wo 13 november: FVV Vlaams-Brabant: Opwijk Parfum, met Lieven Debrauwer • Zo 17 november: FVV Antwerpen Daguitstap in het kader van de tentoonstelling ‘België memoreren 1918-1998’ door de lens van Germaine Van Parys en Odette Dereze. • Zo 17 november: FVV Oost-Vlaanderen: Gent Theatermonoloog ‘De zwarte schande’ over zwarte soldaten tijdens WO I ism. het Afrikaans Platform • Di 26 november: FVV Antwerpen: Peer Daguitstap Vliegbasis Kleine-Brogel
Hou de FVV-webstek in het oog! www.forumvlaamsevrouwen.be
• Vr 29 november: FVV West-Vlaanderen: Izegem Ingrid & Nicole, de avonturen van twee globetrappers • Zo 8 december: FVV Antwerpen: Schoten Kerstoratorium ‘Kind van het Licht’ FVV • 35
‘ Voor u gelezen Van broodhal tot museum van de stad. Acht eeuwen Brusselse geschiedenis In dit boekje van 63 pagina’s, verlucht met kaarten, kleuren- en zwartwitfoto’s wordt in vier grote hoofdstukken de kleurrijke en complexe geschiedenis geschetst van het Broodhuis. Het boekje werd grotendeels geschreven door drie vrouwen, alle drie werkzaam bij de Brusselse stedelijke musea, nl. Marie-Claude Van Grunderbeek, Patty Van Brabant en Martine Vrebos. Elk hoofdstuk telt ca. 12 of meer pagina’s en verschillende deelrubrieken. De oudste geschiedenis. Vrouwen speelden een rol in de toekomst van het Broodhuis Het eerste hoofstuk handelt over de oudste geschiedenis en de verdere evolutie van het Broodhuis, van verkoophal tot multifunctioneel hertogelijk complex, in het hartje van het alsmaar verder groeiende commerciële Brussel. Ondanks allerlei bronnen uit de 13de en de 14de eeuw, zijn vele dingen nog steeds onbeantwoord. Wanneer precies en door welke opdrachtgever of opdrachtgevers werd ‘het domus panis of huis van het brood’ opgericht en ter beschikking gesteld aan de bakkers? Welke ontwerper(s) en bouwvakkers waren erbij betrokken? De bronnen spreken over verschillende hallen. Door vergelijking met andere steden en deductie wordt aangenomen dat deze hallen al bestonden in de 13de eeuw. De broodhalle van Leuven was al vermeld in 1224 en dat van Antwerpen in 1249. Het Broodhuis lag aan de ‘Niedermerct’ , die toen nog een grote, open ruimte was en pas vanaf de 13de eeuw volgebouwd raakte. Het hallencomplex met het Broodhuis lag aan de belangrijkste handelsas, nl. de Grasmarkt en de broodhal was daarvan een achterbouw. Ook de omgeving (de straten) waren anders. Haring- en Peperstraat zijn de oudste straten, ontwikkeld in de 14de eeuw. Teksten en afbeeldingen uit de 16de eeuw staven de nieuwe visie, dat het onregelmatige hallencomplex niet uit natuursteen maar uit hout en baksteen was gebouwd. Het bestond uit drie hallen, waarin en waarrond meerdere huisjes aanwezig waren, die als ‘kamers’ of ‘kelders’ of ‘zolders’ in schepenenbrieven en
FVV • 36
andere teksten werden omschreven en aan private personen verhuurd werden. Er waren ook trappen. Dankzij de bewaard gebleven hertogelijke rekeningen uit de 15de eeuw (14131414/1425) is geweten dat het Lakenhuys werd afgebroken en en dat de bakkers het Broodhuys gebruikten, om er hun broden te laten controleren, te laten belasten en te verkopen tot 1425. Nadien werd het brood thuis verkocht en schaften de bakkers, die niet akkoord waren over de hoge jaarlijkse belastingen, zich in de 15de eeuw een eigen ambachtshuis aan. Het Broodhuys werd echter niet zoals dat van Leuven afgebroken maar enkel nog gebruikt als vergader- en opslagplaats en gereorganiseerd. Uit bewaard gebleven hertogelijke rekeningen weten we dat er kousen en laken verkocht werd en een stedelijke wolwaag en 2 rechtbanken aanwezig waren. Naast de tolkamer bevonden zich in het Broodhuis het bisschoppelijk gerechtshof en het tribunaal van de woudmeester. Het gebouw werd nu als ‘Hertogenhuys’ omschreven en was dagelijks in gebruik. Ondanks het feit dat het veel hersteld werd, was het vervallen en in zeer slechte staat. De stad kon in 1477 Maria van Bourgondië overhalen om het gebouw af te staan. Pas onder de regering van Karel V van Habsburg werd de opdracht gegeven een nieuw Broodhuis of Conincxhuys te bouwen.
Beelden van Maria van Bourgondië en Karel V, in de voorgevel copyright W de Decker
Het Broodhuis onder de gouvernantes Margaretha van Oostenrijk, Maria van Hongarije en Isabella Het tweede hoofdstuk belicht de verdere turbulente geschiedenis van het ‘Coninckxhuys’, van de 16de eeuw tot de aankoop door de stad, in 1860. De afbraak van het vervallen Broodhuis en van vijf onteigende huizen aan de zij- en achterkant had plaats in 1512. Een nieuw hooggotisch en rechthoekig gebouw, van drie verdiepingen, in baksteen en bekleed met verschillende natuursteensoorten, en maar een geveltop, aan de zijde van de Haring straat, werd opgetrokken tussen 1516 en 1536. Op de tweede verdieping waren er vier lege nissen, in witsteen. In 1529 was er een grote epidemie van Engelse zweetziekte en werd, door het plotse beëindigen van de epidemie, na de processie van het ‘Sacrament van Mirakel’, beslist om uit dank een grote Sacramentskapel aan de kathedraal te bouwen. Hiervoor werd ook de bouw van de nieuwe hofkapel, aan het Coudenbergpaleis, vanaf 1531, stilgelegd. De werkzaamheden aan de hofkapel werden vanaf 1542 opnieuw aangevat, maar de werf van het Broodhuis bleef onaangeroerd. Het nieuwe Broodhuis werd dus met andere woorden niet afgewerkt of voltooid. Bij deze bouwwerf waren meerdere beroemde bouwmeesters betrokken, die ofwel door hun dood ofwel door andere bouwopdrachten moesten vervangen worden. De bouwmeesters waren o.a. Anthonis II Keldermans jr, Lodewijk van Bodeghem en Hendrik van Pede en Domien de Waghemakere, die als adviseur de bouwwerf bezocht. Het Broodhuis werd onder de nieuwe landvoogdes Maria van Hongarije, die vanaf 1530 regeerde, aan de nieuwe renaissancestijl aangepast. Een gravure van 1625 laat echter het Broodhuis zien met gevulde nissen. Het is met hardsteen bekleed en bezit een balkon, op het midden van de eerste verdieping. In de nissen bevinden zich een O.L.Vrouwebeeld, engelen en andere figuren. Tussen de verdiepingen is er ook een Latijnse tekst aangebracht, in de vorm van een chronogram (1625), dat het gebouw onder bescherming van Maria van Vrede plaatst. Tekst en versieringen
zijn er gekomen, op wens van Isabella. Haar bewind - al of niet samen met haar echtgenoot Albrecht - betekende immers een herademing voor onze gewesten (na de godsdienstoorlogen) en bracht ook een periode van welvaart en vrede. Het Broodhuys werd in de 16de en 17de eeuw op dezelfde manier als vroeger gebruik. Op het gelijkvloers waren er verhuurde handelslpanden, op de verdiepingen twee rechtbanken, een tol- en vergaderkamer en ruimten voor bijeenkomstzalen van militaire gilden, rederijkers en een gevangenislokaal.
Fotogravure - anoniem - 17de eeuw - Broodhuis ten tijde van Isabella. copyright Stadsarchief en Stedelijke Musea van Brussel
FVV • 37
‘ Voor u gelezen
De verdere kleurrijke geschiedenis van het Broodhuis in de 18de en 19de eeuw Na het drie dagen durend bombardement van augustus 1695 werd het zwaar beschadigde en uitgebrande Broodhuys (zoals het stadhuis en de gildehuizen) wegens de financiële moeilijke tijd slechts summier opgelapt, in 1697, onder toezicht van de vier bouwmeesters van de Grote Markt. Pas 70 jaar later werd het gebouw gerestaureerd en in classicistische stijl aangepast. Het Broodhuis kreeg bepleisterde elementen, rechthoekige vensters, een mansardedak met dakkapellen, een oculus en zonnewijzer. De gotische sierelementen en de engelen in de nissen waren verdwenen en vervangen door een leeuw en een adelaar. De Fransen lieten op het einde van de 18de eeuw alle versieringen, heraldische emblemen en het opschrift uit de tijd van Isabella verdwijnen. Het Broodhuis werd verder verhuurd en ook gebruikt als Volkshuis. Na de openbare verkoop op 13 april 1811 kwam het tenslotte in handen van Paul d’Arconati-Visconti, kas-
FVV • 38
Foto: interieur van het vroegere museum. copyright: Stadsarchief en Stedelijke Musea van Brussel
teelheer van Gaasbeek en burgemeester van Brussel. Hij liet opnieuw een Mariabeeld en de wegenomen beelden van leeuw en adelaar in de nissen plaatsen, samen met een bol, met precisie-instrumenten. Arconati moest het gebouw in 1815 ter beschikking stellen van de Engelsen, n.a.v. de veldslag tegen Napoleon, die er hun paardenvoer op de 2de verdieping lieten opstapelen, met als gevolg dat de vloer instortte en het gebouw beschadigd werd. Arconati verkocht daarom in 1817 het gebouw aan Simon Pick, schoonvader van de beroemde schilder Louis Gallait. Gedurende ca. 43 jaar werden er verder kelders en winkels gebruikt (door o.a. een fruithandelaar) en waren er ook drankgelegenheden, een bibliotheek en zalen voor de Société de Loyauté en de Société Artistique et Litéraire.
Van een waardig stadsgebouw, met een kleine kunstcollectie tot volwaardig museum, dankzij de herinrichtingen door vrouwelijke conservatoren Op 28 februari 1860 werd het Broodhuis met drie huizen in de Peperstraat uiteindelijk door de erfgename, door de dochter Pick, aan de stad verkocht voor 265.000 fr. In de laatste hoofdstukken drie en vier gaan de verschillende deelrubrieken nader in op het onderzoek van de funderingen, die verzakt en in een zeer slechte staat waren, door o.a. de urbanistische ingreep van de overwelving van de Zenne. Er werd daarom in 1876 geopteerd voor afbraak en wederopbouw. In bewaard gebleven brieven werd er echter gesproken over ‘restauratie’. Men opteerde ook voor een vergroting van het gebouw en herinrichting van het interieur. De stad wenste immers een mooie achtergrond achter het monument voor Egmont en Hoorn (dat nu in het parkje van de Kleine Zavel staat) en een waardig kader voor zijn administratie. De kosten werden betaald door het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Burgemeester Buls en archivaris Wauters hebben zich in het bijzonder bezig gehouden met de symbolische versieringen van het Broodhuis, zowel aan de binnen- als aan de buitenkant, waarbij niets aan het toeval werd overgelaten. De lange duur van de werken leidde echter tot kritieken, bij de pers en bij de gemeenteraadsleden. Dankzij de schilderijenschenking en het legaat van de industrieel John Waterloo Wilson kon het Broodhuis nu eindelijk een stedelijk museum voor schone kunsten worden. De toegang tot het museum, op de tweede verdieping, was gratis. Schilderijen in de trappenhal dienden als een voorsmaakje, voor de bezoekers. Op de andere verdiepingen waren de lokalen in gebruik door de stedelijke, financiële dienst, vergaderzalen en zelfs een oefenlokaal voor de balletschool van de Munt. Het Broodhuis had nu eindelijk - zoals het ook in de 16de eeuw gepland was - een toren, met een beiaard en een dubbele gaanderij. In 1927 verhuisden de administratieve diensten naar het Zuidpaleis en werd het hele Broodhuis als museum ingericht. De tweede verdieping werd opslagruimte. Op 5 maart 1936 werd het Broodhuis als openbaar gebouw beschermd. De twee vrouwelijke conservatoren, Andrée Brunard en Arlette Smolar, zorgden na de tweede wereldoorlog voor uitbreidingen en twee herinrichtingen. Als antwoord op de studie, verricht door de Cel Erfgoed, zal het Broodhuis aan de hedendaagse normen verder aangepast en de collectie geactualiseerd worden en moeten er oplossingen gezocht worden voor een degelijke depotuitbouw.
Van broodhal tot museum van de stad Acht eeuwen Brusselse geschiedenis Reeks ‘Historia Bruxellae’, nr 17 Prijs: 9,50 euro Museum van de Stad Brussel Grote Markt, 1000 Brussel Tel. 02 279 43 50 musea@brucity.be
Machteld de Schrijver
FVV • 39
‘ Voor u gelezen TAALGRENS / FRONTIERE LINGUISTIQUE
Ongebonden best
Op 1 september 2013 bestond de taalgrens in België 50 jaar. Alhoewel deze grens een fictief gegeven is en niet samenvalt met bijvoorbeeld een rivier, stroom of ander geografisch gegeven, blijft niet alleen een belangrijk gegeven in het Belgisch politiek bestel, maar spreekt ze ontegensprekelijk tot de verbeelding van velen in binnen- en buitenland. De grens is het resultaat van een politiek compromis en was felbevochten. Is er na 50 jaar een echte fysieke grens ontstaan, hoe is het leven aan beide zijden van de grens? Brecht Van Maele (fotograaf voor oa De Standaard) brengt door zijn beelden het alledaagse tot uiting op en rond de taalgrens en toont hierdoor het irreeële karakter ervan aan. Het resultaat is een prachtig portret van België op en rond de taalgrens.
Rooie Nelly. Voor wie de politiek volgde vanaf de jaren 1960 tot eergisteren, een begrip. Een roepnaam voor een integere politica die steeds zichzelf is gebleven, van het Jong-Davidsfonds over de Volksunie tot Spirit in het Europees Parlement. Nelly Maes, dochter van het Waasland en van een rijk rooms leven, ontpopte zich al snel tot een ongebonden en strijdvaardige vrouw. Taal- en cultuurrechten, staatkundige en economische hervormingen, federalisme, een Europa der volkeren … Overal stond ze haar mannetje. Steevast luidde haar ordewoord: ‘emancipatie’. Emancipatie van vrouwen, van Vlamingen in België, van volkeren in Europa en in de derde wereld. Deze memoires van Nelly Maes lezen niet enkel als een biografie van de politica zelf. Ze zijn ook de biografie van een Vlaanderen dat sinds eind jaren 1950 stilaan volwassen is geworden. Vele van de bewegingen waarin Maes actief was, hebben daartoe bijgedragen. Als rechterhand van Maurits Coppieters, als medestichter van FVV en het Vlaams Internationaal Centrum, als parlementslid voor de Volksunie … heeft zij daar zelf een belangrijke rol in gespeeld.
Taalgrens / Frontière Linguistique
Ongebonden best
Brecht Van Maele Uitgeverij: Snoeck Uitgevers Pagina’s: 148 Illustraties: 120 Formaat: 24 x 29 cm softcover met flappen: Prijs: 32,00 euro
Nelly Maes Vrouw en Vlaams Alain Debbaut Uitgeverij Pelckmans Pagina’s: 272 Formaat: 17 x 22 cm Prijs: 24,50 euro
FVV • 40
‘ Voor u beluisterd Trio Dhoore Modus Operandi Het klagen over “de jeugd van tegenwoordig” is iets van alle tijden. Van alle tijden is ook het feit dat er onder hen ook beretoffe jonge mensen zijn. Zo ook de broers Hartwin, Koen en Ward, samen het Trio Dhoore. Eind augustus stelden ze op het Boombalfestival in Lovendegem hun eerste CD “Modus Operandi” voor. Vanaf de eerste noot zat de sfeer goed: de Dhoorekes speelden de tent plat, jongelui van alle leeftijden dansten dat het een lieve lust was.
Sinds 2006 spelen de drie broers in verschillende bezettingen en met verscheidene muzikanten samen. Vanaf 2010 betreden ze onder eigen naam het podium met een akoestische sound die door jong en oud gewaardeerd wordt.
Trio Dhoore brengt instrumentale balfolkmuziek van eigen makelij geïnspireerd op traditionele muziek uit de lage landen en ritmes uit de Vlaamse en centrum-Franse baltraditie. Het repertoire is hierdoor uitermate geschikt om op te dansen.
Gelukkig voor ons is het trio niet gestopt in 2012 en brengen ze nu hun eerste CD uit: Modus Operandi
Sinds 2012 draait de groep op volle toeren en spelen ze in binnen- en buitenland. Op hun palmares staan concerten in Italië, Frankrijk, Nederland, Duitsland, Zwitserland, Denemarken en Zweden.”
Foto’s: Servan-Edern Ilyne
Kantoor Paul BEHEYT Kantoor BEHEYT Kon. Paul Astridlaan 178/A 9000 Gent Kon. Kantoor Astridlaan 178/A Paul BEHEYT 9000 GentAstridlaan tel.: 09/220.21.99 Kon.
178/A
fax: 09/220.29.59 9000 Gent tel.: 09/220.21.99 e-post: paul.beheyt@argenta.be fax: 09/220.29.59 tel.: 09/220.21.99 e-post: paul.beheyt@argenta.be Kantooruren: fax: 09/220.29.59 maandag tot en met vrijdag Kantooruren: e-post: paul.beheyt@argenta.be 10-13 uur en 15.30 tot 18.30 uur maandag tot en met vrijdag Kantooruren: 10-13 uur en 15.30 tot 18.30 uur maandag tot en met vrijdag 10-13 uur en 15.30 tot 18.30 uur
Eetcafé: (o) Café waar ook maaltijden worden geserveerd Eetcafé: (o)Van Café waar ook maaltijden worden geserveerd uit Dale Eetcafé: (o) Café waar ook maaltijden worden geserveerd uit Van Dale uitIs Van Dalenar en een potsenmaker, die Uilenspiegel: een Eetcafé: (o)en Café ook maaltijden Uilenspiegel: Is een nar eenwaar potsenmaker, die worden geserveerd Uilenspiegel: Is niets een nar en een potsenmaker, die of niemand vreest en iedereen uit Van Dale niets of niemand vreest en iedereen niets of niemand vreest en iedereen al lachend spiegel voorhoudt. Uilenspiegel: Is een nar en een potsenmaker, die al lachend een spiegel voorhoudt. al lachend een spiegel voorhoudt. niets of niemand vreest iedereen Uilenspiegel betekent: ‘ik ben uw en spiegel’. Uilenspiegel betekent: ‘ikDaele ben spiegel’. Uilenspiegel betekent: ‘ik uw uw spiegel’. uit: Tijl Uilenspiegel Henrie Vanben al lachend een spiegel voorhoudt. uit:Uilenspiegel Tijl Uilenspiegel Van Daele uit: Tijl HenrieHenrie Van Daele Uilenspiegel betekent: ‘ik ben uw spiegel’. uit:open Tijl Uilenspiegel Henrie Van Daele Het eetcafé eetcafé is is alle dagen van 11.30u tot … Het dagen open van 11.30utot tot Het eetcafé is allealle dagen open vanrusten 11.30u …… Op maandagavond en dinsdag we even uit. maandagavond dinsdag rusten even uit. OpOp enen dinsdag rusten wewe even uit.maar Het eetcafé is alle open van 11.30u tot … Jemaandagavond kunt bij bij ons terecht voordagen een kleine kleine snack, ook voor een Je kunt ons terecht voor een snack, maar ook voor Je kunt bij ons terecht voor een snack, maar voor een Opetentje. maandagavond enkleine dinsdag rusten weook even uit. uitgebreid een uitgebreid etentje. uitgebreid etentje. kunt bij ons terecht voor een kleine snack, maar ook voor een Onze kok kokJe zorgt wekeleijks voorverrassende verrassende suggesties. Onze zorgt wekelijks voor suggesties. Onze kok zorgt wekeleijks voor verrassende suggesties. uitgebreid etentje. Onze crypte cryptevormt vormthet hetideale idealekader kadervoor voorallerlei allerleiactiviteiten. activiteiten. Onze Onze crypte vormt ideale kader voor activiteiten. Onze kokhet zorgt wekeleijks voor allerlei verrassende suggesties. Informeer vrijblijvend. Informeervrijblijvend. vrijblijvend. Informeer Onze crypte vormt het ideale kader voor allerlei activiteiten. Informeer vrijblijvend. Om nog beter en gezelliger te kunnen tafelen, Om nog beter gezelliger kunnen tafelen, Om nog beter enen gezelliger tete kunnen tafelen, kun je reserveren op het nummer 09 233 89 09 kun reserveren het nummer 0909 233 8989 09 kunje je reserveren op het 09 Om nogopbeter ennummer gezelliger te233 kunnen tafelen, kun je reserveren op het nummer 09 233 89 09
Eetcafé Uilenspiegel Eetcafé EetcaféUilenspiegel Uilenspiegel KorteKruisstraat Kruisstraat 9000 Gent Eetcafé Uilenspiegel Korte 3 33 - 9000 Gent Korte Kruisstraat -- 9000 Gent Korte Kruisstraat 3 - 9000 Gent
32 32
31 31
colofon
Redactie:
Martien Bode, Katrien Depestele, Els Claeys Eindredactie
Martien Bode Opmaak
Leen Van den Abeele Drukkerij
Drukkerij Nevelland Industriepark-Drongen 21, 9031 Gent Tel 09 371 57 16, Fax 09 371 87 27 E-post info@nevelland.be Verantwoordelijke uitgever
Martien Bode p/a Bennesteeg 2 9000 Gent Jaarabonnement:
12,00 euro te storten op bankrekeningnummer BE08 9790 7764 9313 Driemaandelijks tijdschrift uitgegeven door het Forum van Vlaamse Vrouwen, FVV-vzw Bennesteeg 2, 9000 Gent Tel 09 223 38 83 Fax 09 224 44 81 E-post info@vlaamsevrouwen.org
www.forumvlaamsevrouwen.be
Overname van artikels of gedeelten ervan is mogelijk mits bronvermelding. De redactie behoudt zich het recht voor de ingezonden stukken te publiceren. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van een bijdrage berust bij de auteur.
Vlaams & Neutraal Ziekenfonds
Verrassend voordelig! Naast de klassieke ziekenfondsvoordelen, zoals o.m. hulp in het buitenland, jeugdvakanties en ziekenvervoer, komen wij ook tussen in de volgende gevallen:
Ongeacht uw leeftijd! >> >> >> >>
Brillen en lenzen tot 100 euro Alle vaccinaties tot 75 euro DiĂŤtist of psycholoog tot 50 euro Lidgeld sport- of fitnessclub tot 30 euro
Specifieke troeven! >> Geboortevoordelen tot 888 euro, waaronder ook terugbetaling van luiers >> Orthodontie: terugbetalingen tot 750 euro >> Tandimplantaten tot 500 euro >> Lasertherapie van de ogen tot 250 euro >> Kampvergoedingen tot 30 euro >> Voetverzorging tot 25 euro
Ontdek nog meer voordelen in ons ziekenfondspakket: www.vnz.be of vraag vandaag een infopakket of vrijblijvend huisbezoek aan via 0800-179 75. Veranderen van ziekenfonds is heel eenvoudig. Bel ons gratis nummer of surf naar onze webstek en wij doen graag de rest.
Bel gratis:
0800-179 75
Hoofdzetel:
Hoogstratenplein 1 - 2800 Mechelen - www.vnz.be Kantoren & brievenbussen over heel Vlaanderen