.................................................................................................
DE WERELD IN EEN KLIK
....................................................................................
VAN OUD NAAR NIEUW . . . . . . . . PAGINA 5 Extra opdrachten / opdrachten voor thuis
8
WAT ZIE JE? . . . . . . . . . . . . . . . . . . PAGINA 10 2.1 Kader 2.2 Standpunt 2.3 Moment 2.4 Licht 2.5 Kleur 2.6 Compositie 2.7 Manipulatie Extra opdrachten / opdrachten voor thuis
11 13 15 16 18 20 22 23
WAT IS HET? . . . . . . . . . . . . . . . . . . PAGINA 26 3.1 Soorten foto’s 3.2 Documentairefotografie Extra opdrachten / opdrachten voor thuis
27 29 32
HET ONDERWERP . . . . . . . . . . . . . PAGINA 33 4.1 Ik zie, ik zie… 4.2 Hetzelfde maar dan anders 4.3 Context Extra opdrachten / opdrachten voor thuis
34 34 39 40
VAN FOTO’S TOT SERIE . . . . . . . . PAGINA 42 5.1 Gevonden foto’s 5.2 Het maken van een serie 5.3 Portretseries Extra opdrachten / opdrachten voor thuis
43 45 48 51
NU JIJ! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . PAGINA 52 6.1 Tips voor de fotograaf 6.2 Foto-opdracht 6.3 Een tentoonstelling op school
53 54 56
Begrippenlijst Extra
57 59
...................................................................................
HALLO! In dit boekje draait alles om fotografie. En een heel speciaal soort fotografie in het bijzonder: documentairefotografie. Dat is fotografie waarmee je verhalen kunt vertellen. Hoe dat werkt leer je met dit boek. Voordat je zelf gaat fotograferen is het heel belangrijk dat je leert kijken. Aan de hand van allerlei opdrachten oefen je je ogen om beter naar foto’s en ook naar de wereld om je heen te kijken. Dit boek is dus eigenlijk ook een sport voor je ogen! Als je alle hoofdstukken van dit boek hebt doorgewerkt ben je klaar om als fotograaf aan de slag te gaan. Je vindt in dit boek allerlei vragen en opdrachten over en met foto’s die je op school maar ook thuis kan doen. Gebruik een schrift om al je antwoorden en opdrachten in op te schrijven. Ook als je tussendoor foto’s maakt of plaatjes verzamelt kun je ze in je schrift plakken of bewaren. Zo heb je straks een echt fotoschrift! In de tekst kom je af en toe moeilijke woorden tegen die dikgedrukt zijn. Deze woorden staan achterin dit boek uitgelegd in de woordenlijst. Veel plezier!
.................................................................................................
VAN OUD NAAR NIEUW
Aan het einde van dit hoofdstuk heb je inzicht in de ontwikkeling van de fotografie van vroeger naar nu. Je kunt 3 verschillen noemen tussen foto足 grafie vroeger en fotografie nu.
VAN OUD NAAR NIEUW PAGINA 6 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1826 Eerste foto Niepce. Deze foto is gemaakt op een stuk rubber. Het duurde wel 8 uur voordat de foto gemaakt was.
1889 Camera’s waren in deze tijd erg groot. Om een foto te maken werd de camera op een statief geplaatst. De camera was erg zwaar, je kon er nog niet lekker buiten mee rondlopen om hier en daar wat foto’s te maken.
1826 Een foto is een afbeelding die je met een camera maakt op lichtgevoelig materiaal. Er zit lichtgevoelig materiaal in de camera (een glasplaat, een rolletje, een chip). Maar ook het uiteindelijke afdrukken van een foto gebeurt op lichtgevoelig materiaal. Dat kon rubber zijn, maar ook glas of papier. De ondergrond is behandeld zodat het licht inwerkt op het materiaal. Het materiaal verkleurt. Zo ontstaat er een afbeelding. Tegenwoordig kun je foto’s via de computer op gewoon papier printen.
1900 Kodak Brownie. Point & shoot (richt en schiet). Een grote verandering in de fotografie was de Kodak Brownie. een goedkope camera waarmee zelfs een kind foto’s kon maken. De camera was goedkoop en makkelijk te gebruiken. Op deze manier werd fotografie beschikbaar voor een groot publiek.
1900
1889
1842 1826
1872
1917
1912
1842 hulpmiddelen voor het stilzitten Roind 1840 kon je alleen nog foto’s laten maken in een fotostudio. Om de foto te maken moest je soms wel een half uur stilzitten. Zo lang duurde het voordat het lichtgevoelige materiaal donker was gekleurd! Om je te helpen stil te staan of te zitten waren er allerlei hulpmiddelen. Kun jij een half uur muisstil zitten?
1872 De fotograaf Edward Muybridge was de eerste fotograaf die beweging kon fotograferen. De belichtingstijd was van 8 uur in 1826, naar een half uur in 1840 in 1872 verminderd naar nog minder dan een seconde. Op deze manier kon beweging zichtbaar worden gemaakt.
1930
1912 Fotojournalisten. Omdat camera’s steeds kleiner werden kon je er ook makkelijker mee de straat op. Zo ontstond het beroep: fotojournalist.
1917 Ondertussen werden de camera’s steeds kleiner en nog makkelijker mee te nemen. Hierdoor konden fotografen zelfs foto’s maken van oorlogen en natuurrampen.
1930 Fotorolletjes bestonden al wat langer maar vanaf 1930 worden er standaard maten aan gegeven. Een fotorolletje is een spoeltje met daarop een strook lichtgevoelig materiaal.
.................................................................................................
WAT ZIE JE? Aan het einde van dit hoofdstuk ken je zeven punten die belangrijk zijn bij het kijken naar foto’s. Aan de hand van deze zeven punten kun je een foto beschrijven.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . PAGINA 13 WAT ZIE JE?
at denk je dat fotograaf James Mollison met deze foto’s W wil vertellen?
In hoofdstuk 4 leer je meer over het vertellen van verhalen met foto’s!
2.2 STANDPUNT Met standpunt bedoelen we het punt van waaruit de foto is gemaakt. Als fotograaf kun je met het standpunt spelen door bijvoorbeeld de camera iets omhoog te richten of door op je knieën te gaan zitten. Of door op de grond te gaan liggen! Als je dan een foto maakt kijk je vaak letterlijk tegen dingen op. Als fotograaf heb je dan een laag standpunt en dat noemen we kikkersperspectief. (kik - ker- per-spec- tief)
Waar komt de naam kikkerperspectief vandaan, denk je?
Door een laag standpunt kijk je tegen dingen op. De bloemen kunnen zo ineens veel groter lijken dan ze in werkelijkheid zijn. Het lijken wel flatgebouwen zo hoog!
2.6
2.7
Je kunt ook vanaf een trapje fotograferen, vanuit een vliegtuig of je camera een beetje naar beneden richten. Je hebt dan een hoog standpunt ten opzichte van je onderwerp. Dat noemen we vogelperspectief. (vo-gel-perspec-tief) Vanuit een hoog standpunt zien grote dingen, zoals je eigen huis, er ineens heel klein uit.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . PAGINA 15 WAT ZIE JE?
Wat is waar? Neem het juiste antwoord over in je schrift. Vind je het moeilijk? Probeer het eens uit op de trap in je school of thuis! Vraag of iemand op de tweede trede van de trap wil gaan zitten. Probeer dan eens verschillende standpunten uit: staand, liggend, knielend. Welke is de juiste?
A. De fotograaf staat en maakt de foto. De fotograaf is hoger dan de man op het stoepje. B. De fotograaf ligt op de grond en maakt de foto. De fotograaf is lager dan de man op het stoepje. C. De fotograaf zit op zijn knieën en maakt de foto. De fotograaf is even hoog als de man op het stoepje.
2.11
Van wie zijn de benen die je hier ziet in afbeelding 2.11? Ook hier heeft de fotograaf een standpunt gekozen waardoor de foto grappig wordt.
Wil je verder oefenen met kader en standpunt? Aan het einde van dit hoofdstuk vind je een extra opdracht!
elk standpunt heeft hij gekozen? W (Hoog, laag, ooghoogte)
Waar kun je dat aan zien?
2.3 MOMENT Naast het standpunt, is ook het moment belangrijk in de fotografie. Het moment waarop de fotograaf de foto maakt bepaalt de foto. Bij het bekijken van foto’s kun je je dus afvragen of de fotograaf voor/tijdens/ na een gebeurtenis heeft gefotografeerd. Soms is het belangrijk dat de fotograaf de gebeurtenis vastlegt, en soms is het belangrijker dat je ziet wat er eerder (voor) of later (na) gebeurde. Kijk maar eens naar de volgende twee foto’s (2.12 en 2.13).
.................................................................................................
WAT IS HET? Aan het einde van dit hoofdstuk kun je verschillende soorten fotografie benoemen. Ook leer je wat documentairefotografie is.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . PAGINA 27 WAT IS HET?
3.1 SOORTEN FOTO’S Elke dag zie je heel veel foto’s om je heen. Iedere foto wordt anders gebruikt. Bijvoorbeeld als aandenken in een fotolijstje. Of om je te laten zien wat er in de wereld gebeurt, zoals een nieuwsfoto in een krant. Er zijn dus allemaal verschillende soorten foto’s. Vaak zie je al snel om wat voor soort foto het gaat. Vind je het moeilijk? Kijk dan even op de woordenlijst! Maar let op: op de woordenlijst staan meer woorden dan foto’s.
un jij deze soorten foto’s hieronder benoemen? K Neem de nummers onder de foto’s over in je schrift en schrijf het juiste antwoord erachter.
E n waar kun je de verschillende soorten foto’s vinden of tegenkomen? Schrijf je antwoord op.
3.1
3.2
3.4
3.6
3.3
3.5
3.7
3.8
WAT IS HET? PAGINA 30 ����������������������������������������������������������������������������������������������������
Hieronder zie een aantal foto’s van Jorn van Eck. De serie heet ‘Kind en Stad’.
Let op de titel van de serie: ‘Kind en Stad’ en je antwoord bij vraag 3a.
Wat zijn deze kinderen aan het doen?
at wil de fotograaf met deze serie W vertellen denk je? Praat erover met je klasgenoten. un je nu nog een ander genre noemen K dat ook bij deze foto’s past? Kies uit: landschapsfotografie – straatfotografie – reclamefotografie – sportfotografie – fotojournalistiek 3.12
.................................................................................................
HET ONDERWERP
In dit hoofdstuk leer je dat fotografen allemaal met een andere blik naar een onderwerp kijken en dat informatie heel belangrijk is om foto’s te kunnen begrijpen.
.................................................................................................
VAN FOTO’S TOT SERIE
In dit hoofdstuk leer je dat een fotoserie een verhaal vertelt. Ook leer je hoe de fotograaf een serie samenstelt om zijn verhaal te vertellen.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . PAGINA 43 VAN FOTO’S TOT SERIE
I
n fotografie zijn keuzes heel belangrijk. Keuzes wat te fotograferen, maar ook later wanneer de foto’s al gemaakt zijn . Een fotograaf maakt vaak honderden foto’s – in een boek of in een tentoonstelling is er vaak plaats voor veel minder foto’s. We gaan kijken naar hoe fotografen vanuit een idee fotograferen en vervolgens een serie samenstellen om zo hun verhaal te vertellen.
5.1 GEVONDEN FOTO’S Foto’s kunnen verhalen vertellen. Soms begrijp je het verhaal meteen en soms heb je meer informatie en context nodig. Op afbeelding 5.1 t/m 5.4 zie je een aantal gevonden foto’s. Foto’s die iemand is verloren, vergeten, of heeft weggegooid. Sommige van deze foto’s werden gevonden op straat of waren achtergelaten in een verlaten huis. Andere foto’s zaten in een oude doos die werd gekocht op een rommelmarkt. De bijbehorende verhalen zijn verloren gegaan.
5.1
5.2
5.3
5.4
ies een van de vier foto’s hierboven uit. Schrijf het nummer op. K Verzin een kort verhaaltje bij de foto van vijf regels. Wie zie je? Wat is hij of zij aan het doen? Wie heeft de foto genomen?
Vaak zijn er meerdere foto’s nodig om een verhaal zichtbaar te maken. Een aantal foto’s die bij elkaar horen noemen we in de fotografie een serie. Een serie beelden is voor de kijker handig om beter te begrijpen waar het over gaat. Het ene beeld zorgt ervoor dat je het andere beeld snapt. Een serie kan bestaan uit 4 foto’s maar ook uit 32 foto’s!
VAN FOTO’S TOT SERIE PAGINA 44 ��������������������������������������������������������������������������������
Wil je verder oefenen met series? Kijk dan achter dit hoofdstuk voor een extra opdracht.
5.5
Hier zie je een aantal foto’s die op een rommelmarktje zijn gekocht. Het zijn foto’s van iemands leven, iemand die je niet kent. Maar toch kun je heel veel informatie uit deze ‘gevonden’ foto’s halen.
ekijk de foto’s. Waar denk je dat het over gaat? B Leg je antwoord uit.
Zijn de foto’s oud of niet? Waar kun je dat aan zien?
erschillen deze foto’s van je eigen vakantiefoto’s? V Praat erover met je klasgenoten. Waarschijnlijk heb je wel gezien dat het onderwerp van de foto’s een kampeervakantie is. Aan de kleding en het model auto kun je ook nog zien dat de foto’s oud zijn. Als je alleen de foto rechtsonder zou zien (dames in een boot), was het misschien wel veel moeilijker geweest om te bedenken welk verhaal er wordt verteld. Maar doordat je meerdere foto’s ziet kun je het verhaal ontrafelen. Meerdere foto’s die samen een verhaal vertellen noemen we dus een serie.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . PAGINA 49 VAN FOTO’S TOT SERIE
Fotograaf Mike Roelofs koos een heel ander onderwerp voor zijn portretten. Weet jij wie het onderwerp zijn van deze foto’s?
5.13
VAN FOTO’S TOT SERIE PAGINA 50 ��������������������������������������������������������������������������������
Hieronder kun je een kort interview (in-ter-vjieuw) met Mike Roelofs lezen. De fotograaf vertelt waarom en hoe hij de circusartiesten heeft gefotografeerd.
Waar komt je idee vandaan om de circusartiesten te portretteren? Echt gebeurd: Op een avond reed ik van Amsterdam naar huis, Eindhoven, op de motor. Motorrijden werkt bij mij altijd heel inspirerend. Eenmaal in Eindhoven zag ik Circus Renz staan en meteen schoot door me heen. Ik wil achter die schermen mensen gaan fotograferen. Zijn er tijdens het fotograferen dingen gebeurd / ontmoetingen / of iets dergelijks waardoor je idee (of aanpak) wat je in eerste instantie had is veranderd? Normaal gesproken is dit bij mij altijd het geval maar deze keer niet echt. Het enige wat is veranderd is dat ik tijdens het fotograferen bij Circus Renz merkte dat ik de circus mensen er een beetje ‘gewoontjes’ uit vond zien. Daarom ben ik opzoek gegaan naar Russische circussen. Die heb ik gevonden en daar vond ik vele markantere koppen. Hoe heb je de serie opgebouwd? Welke keuzes gemaakt? De serie is vooral opgebouwd met diverse karakters. Een vrouw, charmante blik, ruige man met zweep, een typische clown, maar ook een geheimzinnige man met rood pak en een sigaretje. Die diversiteit was voor mij belangrijk om van een vrij eenvoudige serie toch een spannend geheel te maken. Wat wil je met deze foto’s vertellen? Wat ik het leukste vind aan deze serie is dat het geheel is gefotografeerd met een zelfgebouwde lamp. Een hele grote ring lamp met verschillende lampen die het onderwerp rondom verlichten. Dat idee schoot tevens door m’n hoofd toen ik op de motor langs circus Renz reed. Goede ideeën komen vaak meteen. Het is vaak verstandig om die meteen uit te werken. Wat namelijk een leuke koppeling is naar de ronde lamp is dat Circus = cirkel betekend in het Latijns. Die cirkel zie je weer terug als je diep in de ogen van deze mensen kijkt. Iets dat eenvoudig, maar toch krachtig is, dát vind ik mooi in een serie.
.................................................................................................
NU JIJ!
Je hebt nu geleerd hoe je goed naar foto’s kunt kijken en waar je tijdens het kijken allemaal op moet letten. Al deze punten komen ook terug bij het maken van foto’s. En dat is wat je nu gaat doen!
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . PAGINA 53 NU JIJ!
H
ieronder vind je korte tips die je helpen tijdens het fotograferen. Lees ze, voordat je gaat fotograferen, eerst rustig door.
6.1 TIPS VOOR DE FOTOGRAAF
WAAR MOET JE OP LETTEN BIJ HET MAKEN VAN FOTO’S?
•v G a niet te dichtbij staan, maar ook niet te ver weg. •v Kijk door de zoeker of op het scherm van de camera. Staat alles in beeld wat op de foto moet? •v Gebruik je camera in de breedte (liggend) en in de lengte (staand).
•v P robeer verschillende standpunt uit: laag, hoog of normaal. Wat past het beste bij je foto? •v Maak ook foto’s op verschillende plekken: zowel binnen als buiten. Let ook op de achtergrond!
•v M aak foto’s op verschillende momenten. Is er ‘actie’ in je foto? Of wil juist iets voor of na de actie laten zien. Het moment bepaalt de foto.
•v D enk na over het licht en de sfeer van de foto. Wat past het beste bij je foto: natuurlijk licht (daglicht, zonneschijn) of kunstlicht (flitser van camera, lampen)? Wanneer je bijvoorbeeld mensen in de zon fotografeert let dan op: laat je model niet in de zon kijken. Wat gebeurt er als je tegen de zon in fotografeert? En wat als je met je rug naar de zon gaat staan? De richting van het licht is ook bepalend voor je foto.
..........................................................................
Kunstlicht Kunstmatig licht van een lamp of flitser op de camera.
S . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
L . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Serie Een aantal foto’s die bij elkaar horen. Samen vertellen de foto’s een verhaal. De ene foto zorgt ervoor dat je de andere foto begrijpt.
Landschapsfotografie Foto’s van de natuur en/of de aanwezigheid van de mens in de natuur. Onder landschapsfoto’s vallen ook foto’s waarin bijvoorbeeld de invloed van de mens in en op de natuur wordt getoond.
Sportfotografie Actiefoto’s van sporters die hun sport uitoefenen. Vaak zie je de bewegingen ‘bevroren’.
M . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Standpunt Het punt van waaruit de foto is gemaakt. Het standpunt kan overal tussen hoog en laag zitten.
Manipulatie Een opzettelijke verandering of beïnvloeding van de foto. Dat kan met de computer nadat de foto gemaakt is maar het kan ook voor of tijdens het fotograferen plaatsvinden.
Statische compositie Door het gebruik van alleen rechte lijnen ontstaat een rustig beeld. Dat noemen we dan een statische (staatie-se) compositie. Statisch betekent niet bewegend, stilstaand.
Moment Een punt in de tijd. Binnen de fotografie is het moment heel belangrijk. Het moment waarop de fotograaf op de knop duwt is bepalend voor de foto.
Straatfotografie Foto’s van het gedrag van mensen en/of gebeurtenissen op straat.
N. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Natuurlijk licht Het daglicht van de zon.
O. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Onderwerp Datgene waarover de foto gaat, het belangrijkste op de foto.
P . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Portret / portretfoto Gefotografeerde afbeelding van een mens.
R. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Reclamefotografie Foto’s bedoeld om producten te verkopen.
V . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verschil (serie) In series waarin verschil belangrijk is, is elke foto anders. De foto’s in de serie kunnen behoorlijk van elkaar verschillen maar ze hebben stuk voor stuk te maken met het verhaal dat de fotograaf wil vertellen. Elke foto vertelt een eigen verhaal. De foto’s vullen elkaar aan en versterken elkaar. Als twee foto’s hetzelfde laten zien verzwakken ze elkaar. Vogelperspectief Een hoog standpunt. Ook kun je je camera iets naar beneden richten. Bij een hoog standpunt kijk je op de dingen neer.
.................................................................................................
FOTODOK Postbus 1011 3500 BA Utrecht www.fotodok.org © FOTODOK Elsbeth Pijnappels Met dank aan Mijke Voermans, Magnum Photos en alle fotografen die hun werk beschikbaar hebben gesteld.
Grafisch ontwerp Autobahn Dit project is tot stand gekomen met financiële ondersteuning van VSB Fonds en Cultuurparticipatie Gemeente Utrecht
FOTODOK heeft geprobeerd zo volledig mogelijk te zijn in het regelen van de rechten en het vermelden van de credits. Mogelijk is dit niet in alle gevallen gelukt. In die gevallen waarin de rechten nog niet zijn geregeld gelieve contact op te nemen met FOTODOK.
Verantwoording Beeldmateriaal 2.4, 2,5, 4.7 en 5.8 James Mollison, James & Other Apes, 2004. 2.10 Elliott Erwitt , New York City, 2000. Magnum Photos. 2.11 Elliott Erwitt, Felix Gladys and Rover, 1974. Magnum Photos. 2.12 Elliott Erwitt, Paris, France, 1989. Magnum Photos. 2.13 Henri Cartier Bresson, Behind Gare St. Lazare, 1932. Magnum Photos. 2.21 Charles Fréger, Opera, 2005. 2.22 Gregory Crewdson, untitled, 2001. 2.23 Jeff Wall, A Sudden Gust of Wind (after Hokusai), 1993. 3.12 en 5.10 Jorn van Eck, Stadskinderen, 2007. 3.13 Thomas Schlijper, 7 oktober 2010, Cornelis Krusemanstraat en 8 oktober 2010, Oudezijds Achterburgwal. 4.1 Poike Stomps, Vliegtuigschaduwen, 2008-. 4.3 Peter Granser, Coney Island, 2006. 4.4 en 5.11 Olaf Hartong, Coney Island. 4.5 Bruce Gilden, Coney Island, 1970-1980. 5.6 Charles Fréger, Waterpolo, 2000. 5.7 Bernd & Hilla Becher, Gas Tanks, 1983-1992. 5.12 Martijn v.d. Griendt, Hassan & Hoessein, 1998-2005. 5.13 en 5.14 Mike Roelofs, Circus.