44
OUD NIEUWS
Berlaarse brouwerijen
Proefde jij het ‘Engelken’ al? Met dit nieuwe Berlaarse bier verwijst vriendengroep De Brouwbende naar brouwerij Den Engel: een Berlaarse brouwerij die ooit op het Dorp gevestigd was. Cyriel De Bruyne van de Heem- en Oudheidkundige Kring Berlare dook voor ons in de archieven en licht onze rijke Berlaarse brouwerijgeschiedenis kort toe. “Het is niet eenvoudig om deze geschiedenis duidelijk uiteen te zetten omdat er dikwijls leden van de verschillende brouwersfamilies met elkaar trouwden”, steekt De Bruyne van wal. “We zullen starten met brouwerij Bauwens van Pieter Bauwens (°1682, †1762) en Gillis Veldeman, de oudste brouwers die bij ons bekendstaan. Hun nageslacht zette de brouwerij voort tot in de jaren 1930, maar via een hobbelig parcours van faillissementen en verkopen. Zo slaagde juffrouw Clementine Bauwens er in 1886 in om de brouwerij die eens aan haar grootouders toebehoorde, terug in handen te krijgen. Zij brouwde er echter geen bier meer want ze was
al aandeelhouder in brouwerij Den Engel op het Dorp.” Die brouwerij, met firmanaam Bauwens & Cie, Den Engel, werd in 1882 gesticht door onder meer toenmalig burgemeester Ivo Bauwens en zijn zus Clementine. De Bruyne: “De brouwerij en maalderij werkten op stoomkracht en stonden op het Dorp waar nu de familie ErauwBeelaert woont. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden alle koperen ketels aangeslagen door de Duitsers zodat de brouwerij het heel moeilijk kreeg. In 1920 werd ze verkocht aan Norbert Weyns. Hij moderniseerde de brouwerij en brouwde er tripel, maar de zaken liepen niet zo goed en de familie verliet Berlare. In de Tweede Wereldoorlog boden de gebouwen onderdak aan ‘Winterhulp’, en op het einde werden ze zwaar beschadigd door een vliegende bom. Bij de verbouwing door de huidige bewoners werd de arduinen naamplaat van ‘Den Engel’ in de gevel ingemetseld.” In 1901 deden Jan Van Kerckhove en zijn schoonbroer een aanvraag om een brouwerij uit te baten aan
het brughuis langs de Schelde. Door een overstroming in 1914 kreeg deze brouwerij van Jan van de Brug het echter zwaar te verduren. Bovendien eisten de Duitsers ook hier al het koperen materiaal op en na de oorlog werd ze niet meer heropgestart. In 1902 deed Cyriel Van den Bossche een aanvraag om in de gebouwen van het ‘rond huis’ brouwerij De Oude Linde op te starten. “De naam komt van de oude lindeboom die op het kruispunt van de Gaver en het Dorp stond. Hij is vermoedelijk omgehakt bij de bouw van het ‘rond huis’”, vertelt De Bruyne. “De zaken liepen echter niet goed en in 1911 werd de brouwerij verkocht aan de familie Bocklandt. Die kreeg echter te kampen met zware familiale tegenslagen waarbij zowel de vader als twee kinderen het leven lieten. Mevrouw Bocklandt verkocht haar eigendommen en vertrok uit Berlare. Daarna kocht de heer Govaert uit het Nederlandse Westdorp deze brouwerij over en baatte ze uit tot de jaren 1930. Later zette hij de bierhandel verder als plaatselijk agent voor brouwerij Lamot.” Pieter Bernard De Smet, tot slot, was een telg uit een Overmeerse brouwersfamilie. De Bruyne: “Hij bouwde de woning die we nu kennen als het Parochiehuis op het Dorp. Zijn zoon Edward (°1811) deed goede zaken en overleed als rentenier in 1883. Diens zoon, Gustave-Adolf, werd burgemeester van Berlare en speelde als liberaal een belangrijke rol in de schoolstrijd rond het lager onderwijs in de jaren 1870. In de brouwerij ging het minder goed. Zij werd gered door de familie van zijn echtgenote, familie De Naeyer. Het bier dat ze brouwden was naar het schijnt heel lekker en stond bekend als ‘den bruinen van den dikken Smet’. Na zijn dood beheerden zijn echtgenote en kinderen de brouwerij, tot de jaren 1930.” Met dank aan wijlen Rosanne Venneman voor de historische opzoekingen omtrent dit onderwerp.