Maak kennis met de nieuwe stadssecretaris
nr. 19 I april 2017
&co
Meer mens: hoe omzetten in de praktijk? Hoe beleef jij het nieuwe bedrijfsvervoerplan?
2
Levensloop gent
&co
02
LEVENSLOOP GENT Wandel en loop mee!
03
ONBEKEND TALENT Passie voor ballonvaart
04
Wandel en loop mee met Levensloop in Gent Op zaterdag 22 en zondag 23 april 2017 zakt Levensloop voor het eerst af naar Gent. Tijdens het gezellige solidariteitsevenement voor jong en oud moeten teamleden elkaar afwisselen zodat ze 24 uur lang letterlijk in beweging zijn ten voordele van de strijd tegen kanker. De collega’s van de Sportdienst zetten mee hun schouders onder de organisatie. Stichting tegen Kanker lanceerde het internationaal concept Levensloop in 2011 in België. Je hoeft geen fervent atleet te zijn om deel te nemen aan het initiatief. De focus ligt niet op competitie, maar op het verspreiden van een boodschap van solidariteit en hoop. ‘Levensloop wordt volledig georganiseerd door vrijwilligers. We rekenen ook op lokale sponsors voor de financiering’, vertelt MIEKE VAN CROONERBURG, regiocoördinator Oost- en West-Vlaanderen van Stichting tegen Kanker. ‘Op vraag van de vier grote ziekenhuizen in Gent, besloten we om Levensloop ook naar de Arteveldestad te brengen. We hopen dat niet enkel de inwoners, maar ook de personeelsleden van de Stad enthousiast inschrijven’, zegt Mieke. Vanuit de Dienst Stedenbouw is al een team ingeschreven onder de naam ‘Ruimte voor Gent’. Ook de collega’s van de Brandweer en de Sportdienst vormen reeds een team.
NIEUW BEDRIJFSVERVOERPLAN WOON-WERKVERKEER Wat vind jij?
06
WIJS WERKEN Wat moet je weten?
08
NIEUWE STADSSECRETARIS Maak kennis
11
ORGANISATIECULTUUR Meer mens
12
ARBEIDSONGEVALLEN Wat te doen?
14
DIENSTENBEDRIJF SOCIALE ECOMNOMIE Gent werkt met talent
Haalbare doelstellingen De opbrengst gaat integraal naar de financiering van wetenschappelijk kankeronderzoek, naar begeleiding van patiënten en hun naasten en naar sensibiliseringsacties over een gezonde levensstijl. De ambities voor Gent liggen hoog: Levensloop hoopt op de deelname van 75 teams en 75.000 euro opbrengsten. Mieke Van Croonerburg stelt gerust: ‘De eerste edities in kleinere gemeenten leverden gemiddeld 60.000 euro op. Momenteel zijn er reeds 40 teams ingeschreven, ons doel voor Gent is dus zeker haalbaar.’
15
KORT & GOE BEZIG
16
HET HART VAN GENT
gent & co Heb jij zin gekregen om jouw steentje bij te dragen? Dat kan door te sponsoren, een team te vormen, je in te schrijven als vrijwilliger of door een kijkje te komen nemen en gezellig een drankje en hapje te verorberen aan een van de standen. Inschrijven kan op www.levensloop.be of via Stefanie De Rocker, Communicatie Levensloop Gent, 0494 75 98 04, stefaniederocker@gmail.com.
is het personeelsmagazine van de Stad Gent. Het verschijnt 5 keer per jaar, in een oplage van 5.500 exemplaren. COÖRDINATIE: Stad Gent - Dienst Communicatie, gentenco@stad.gent, tel. 09 266 52 92 REDACTIE EN REALISATIE: The Fat Lady, Kleindokkaai 17, 9000 Gent, www.thefatlady.be FOTOGRAFIE: Thomas De Boever, Kaat Pype, Patrick Henry V.U.: Mieke Hullebroeck, stadhuis, Botermarkt 1, 9000 Gent
Onbekend talent
‘Je weet nooit waar je terechtkomt met je ballon’
B
Ballonvaarder LUC VERSPORTEN kreeg 26 jaar geleden de microbe te pakken, toen zijn echtgenote hem trakteerde op een tochtje. ‘Dan nog eentje en toen was ik verkocht (lacht). In het begin gingen mijn vrouw en ik mee als crew van een andere ballonvaarder. Vervolgens legde ik examens af voor theorie en praktijk en kocht ik een eigen ballon, waar ik commerciële vluchten mee doe, net als Tom.’ OCMW-collega en aangetrouwde neef TOM MARTENS: ‘Het is heel belangrijk om voor je opstijgt de weersvoorspellingen te controleren, want je hebt al last van een onweer op 20 kilometer afstand.’ Ook commerciële vluchten Tom kreeg de smaak te pakken door mee te gaan als puber met zijn ouders, die Luc en zijn echtgenote hielpen. ‘In 2003 behaalde ik mijn vergunning. Soms varen Luc en ik samen, op ballonmeetings in België of in het buitenland.’ Het is heel mooi varen in de Alpen en in de uitgestrekte natuurgebieden van Oost-Europa. ‘Kilometers en kilometers bos, en onder je de herten, everzwijnen en ander wild zien lopen. Zalig’, vinden ze. Boze boeren Wat hen aantrekt in deze toch wel arbeidsintensieve hobby? Luc en Tom: ‘Het avontuur! Als we opstijgen weten we nooit waar we terechtkomen.’ En die landing zorgt af en toe voor memorabele momenten. Tom: ‘Het gebeurt dat we een boze boer op ons dak krijgen, die niet wil dat we op zijn veld landen. En weet je nog die keer met die dronken boerin? Die kwam meteen af met een bak bier (hilariteit)!’ Luc: ‘In Hongarije ben ik ooit bijna in een gevangenis geland (lacht).’
De Gentse Feesten vanuit de lucht Tom en Luc zijn een van de weinige collega’s die onze stad kennen vanuit de lucht. Luc: ‘Gent ziet er helemaal anders uit vanuit de lucht, zelfs rasechte Gentenaars vinden hun weg niet.’ Tom: ‘Het is tof om over Gent te varen met de Gentse Feesten en de ambiance vanuit de lucht mee te maken. Met een ballon zie je ook wat je anders nooit kunt zien: mooie tuinen, de vorm van gebouwen zoals de stervorm van de Nieuwe Wandeling. Ooit heb ik zelfs eens een collega herkend in zijn tuin (lacht).’
Onbekend talent gespot
Met de lente in de lucht trekt gent&co naar buiten, op zoek naar onbekend talent onder de medewerkers. We kruisen het pad van twee medewerkers die af en toe de kans hebben om onze stad vanuit een uniek perspectief te zien. Vanuit de lucht, in een luchtballon.
Luc kan de collega’s een ballonvaart van harte aanbevelen: ‘Het is ideaal om te onthaasten en je ziet Vlaanderen eens vanuit de lucht.’ Tom: ‘Als ik bezig ben met ballonvaren, ben ik niet bezig met mijn werk.’ Luc beaamt: ‘Je moet altijd alert zijn, je hebt geen tijd om met andere zaken bezig te zijn. Het is belangrijk om altijd rustig en kalm te blijven en bovenal: altijd luisteren naar de piloot!’’
LUC VERSPORTEN 57 jaar, metaalbewerker bij de Dienst Onderhoud Gebouwen. Sinds 1979 in dienst bij de Stad.
TOM MARTENS Ken je nog onbekende, creatieve, sportieve, culinaire, muzikale of andere talenten bij de Stad? Laat het ons weten via gentenco@stad.gent
39 jaar, schrijnwerker bij de Dienst FM van het OCMW Gent. Aan de slag voor het OCMW sinds 1997.
3
4
Hoe beleef jij het nieuwe Bedrijfsvervoerplan? Op 1 januari kregen alle collega's de kans om op een andere manier naar en van het werk te komen. Drie maanden later is duidelijk dat we met z’n allen nóg duurzamer zijn geworden op het vlak van ons woon-werkverkeer. gent&co vroeg aan twee collega’s hoe zij het nieuwe bedrijfsvervoerplan woon-werkverkeer beleven.
Bedrijfsvervoerplan in de praktijk
IN CIJFERS 80% komt duurzaam naar het werk.
Christian Verhelst
‘Ik kwam altijd met de wagen naar mijn werk, dat was bijzonder handig. Via de snelweg en de fly-over reed ik parking Zuid binnen. Ik moest zelfs niet buiten komen om mijn werkplek te bereiken. De rit duurde welgeteld 12 minuten, ’s avonds iets langer. Omdat de Stad geen parkeerplaatsen meer voorziet in parking Zuid, besloot ik mijn alternatieven te onderzoeken. Met de wagen zijn parkings Sint-Pietersplein en Savaanstraat het dichtst bij, mits een kleine wandeling. De trein stelt me voor hetzelfde probleem: ik verlies heel wat tijd tussen het station en AC Zuid. Daarom koos ik voor een elektrische fiets van de Stad, waarmee ik de afstand van Eke naar Gent elke dag overbrug. Ik zie het als mijn dagelijkse conditietraining (lacht). Natuurlijk is er soms de strijd met de weergoden, maar je beleeft de stad en het platteland op een veel relaxtere manier.’
De meeste collega’s nemen de fiets. 8,4% neemt de wagen tot de werkplek, tegenover 12,5% vorig jaar. Het openbaar vervoer is goed voor 34,3% van de woon-werkverplaatsingen. De collega die het verst fietst, legt dagelijks 50km heen en terug af.
Joke Vasseur
‘Ik had, net als veel collega’s, een parkeerplaats in parking Zuid, vlakbij mijn werkplek. Daar parkeren is niet meer opgenomen in het bedrijfsvervoerplan, dus ik ging op zoek naar alternatieven. Jammer genoeg leent mijn specifieke situatie zich niet gemakkelijk tot het kiezen van één vervoersmiddel.’ ‘Ik ben een alleenstaande moeder. Vier dagen per week is mijn zoon bij mij. De dagen dat mijn zoon er niet is, fiets ik naar het werk vanuit Melle Vogelhoek. Is mijn zoon wel bij mij, dan is kiezen voor de fiets niet evident. Mijn zoon heeft last van twee beperkingen: hij is slechtziend, waardoor hij niet kan fietsen, en hij heeft een lichte vorm van autisme, wat zijn dagschema aanpassen moeilijk maakt. Hij gaat naar school in Merelbeke. Dat ligt verder van AC Zuid dan mijn woonplaats. Hoewel het budgettair niet altijd haalbaar is, ben ik er dus soms toe gedwongen om de auto te nemen en te betalen voor parking.’ ‘Toen ik mijn keuze eind vorig jaar moest maken, was echter nog niet helemaal duidelijk hoe ik me kon
organiseren. Ik heb mijn situatie ondertussen uitgebreid besproken via het Infopunt Personeel. Op 1 september, wanneer we opnieuw een keuze kunnen maken voor ons woon-werkverkeer, zal ik – omwille van mijn rugproblemen – een aantal opties hebben: een beroep doen op een elektrische pendelfiets of op een plooipendelfiets van de Stad of desnoods zelfs terug een parkeerabonnement nemen.’ ‘Ik kom dag in dag uit op voor kwetsbare mensen en plots ervaarde ik zelf de nadelen als alleenstaande moeder met beperkte financiële mogelijkheden. Al besef ik dat er veel mensen zijn die het nog moeilijker hebben dan ik. Ik vond een gedeeltelijke oplossing in de aangeboden keuzemogelijkheden (ook al was het even zoeken). De organisatie kan natuurlijk niet voor iedereen een oplossing op maat voorzien. Maar misschien kan het bij de evaluatie van het BVP een optie zijn om twee vervoersmogelijkheden te combineren die je kunt wisselen. Dat zou voor meerdere mensen een goede optie zijn.’
JOKE VASSEUR 42 jaar. Werkt 7 jaar bij de Stad Gent, sinds 2 jaar bij de Dienst Welzijn en Gelijke Kansen Werkplek: AC Zuid Woonplaats: Melle Afstand (enkele reis): 6km Kwam steeds met de wagen, nu zo vaak mogelijk met een eigen fiets.
CHRISTIAN VERHELST 53 jaar, is 5 jaar controleur bij de Dienst Toezicht Wonen, Bouwen en Milieu. Hij is sinds 1988 aan de slag bij de Stad, waarvan de eerste 24 jaar bij de Groendienst. Werkplek: AC Zuid Woonplaats: Eke Afstand (enkele reis): 17 km Gebruikte vroeger de auto, nu een elektrische fiets van de Stad.
Meer info of vragen? Overweeg je net als Christian een elektrische fiets? Bevind jij je in een ingewikkelde of specifieke situatie zoals Joke? Je kunt terecht bij het Infopunt Personeel. Samen gaan we op zoek naar een oplossing. Je kunt er ook al je andere vragen over het Bedrijfsvervoerplan woon-werkverkeer stellen. Mail naar infopunt.personeel@stad.gent. Alle algemene info over het BVP vind je op groep.gent.be/bedrijfsvervoerplan.
5
6
Wijs Werken
Wat je moet weten over Wijs Werken Steeds meer collega’s binnen de Stad Gent en het OCMW Gent schakelen over op een nieuwe manier van werken: Wijs Werken. Waarvoor staat dat Wijs Werken precies, en waarvoor niet?
‘Wijs Werken’ is de Gentse versie van 'het nieuwe werken’ die we invoeren in onze organisatie. Het is een andere manier van werken en samenwerken. Het basisprincipe van Wijs Werken is dat we als medewerker zelf bepalen waar, hoe en met wie we best werken om onze resultaten te halen, binnen het kader dat de Stad Gent en het OCMW Gent aanbieden.
Klinkt goed! Waaruit bestaat dat Wijs Werken? Het Wijs Werken bestaat uit verschillende elementen: activiteitsgebonden werken, plaatsonafhankelijk werken, kennisdeling en ontwikkeling, en ten slotte ook vertrouwen en resultaat.
Alles over Wijs Werken Tips & tricks, verhalen van collega’s en andere info over Wijs Werken vind je op stad.gent/groepgent/wijswerken. Bekijk met je leidingevende wat de mogelijkheden of plannen zijn binnen jouw dienst.
Van een leien dakje? Pas op, omschakelen naar een andere manier van werken kan lastig zijn! Het vraagt aanpassingen. Zoals een collega het verwoordt op Yammer: ‘Het is maar door samen te communiceren over wat wel/niet werkt voor jou, dat je tot creatieve oplossingen kunt komen en we ons allemaal goed voelen op onze werkstek.’ Wat de ene collega als een voordeel ziet, kan voor een ander een nadeel zijn.
Ga ik ook Wijs Werken? Afhankelijk van de aard van je job ga je in meerdere of mindere mate Wijs Werken. Vooral kenniswerkers, maar ook anderen, zullen met verschillende aspecten
en hulpmiddelen van Wijs Werken aan de slag gaan.
Wijs Werken zonder het te weten De achterliggende principes zijn natuurlijk niet allemaal nieuw in onze organisatie. Dus het is best mogelijk dat je nu al ‘wijs werkt’. Bijvoorbeeld als je van thuis of een andere flexwerkplek inlogt op de server en je van daaruit – plaatsonafhankelijk, dus – werkt.
‘Overstappen naar het digitaal werken, dat was/blijft voor mij het moeilijkst.’ Marianne, Dienst Organisatieontwikkeling
Wijs werken
Misschien werk je al resultaatsgericht en op basis van vertrouwen en word je daarop geëvalueerd. Of maak je ook werk van een beter balans tussen werk en privé met een schoolbelbaan.
Ok, wanneer ga ik Wijs Werken? Misschien pas je nu al (onbewust) enkele principes van het Wijs Werken toe. En stap je helemaal over als de infrastructuur, zowel fysiek als digitaal, van je werkplek erop is ingesteld. Verhuis je met je dienst naar de site Zuid, waar onze dienstverlening en diensten worden gecentraliseerd, dan word je gedurende een half jaar begeleid om helemaal mee
te zijn met Wijs Werken. In dat traject met ambassadeurs, infosessie en een opleiding voor leidinggevenden, wordt samen besproken hoe jullie de nieuwe werkplek organiseren en hierin gaan samenwerken. Ook andere medewerkers die verhuizen, zoals IVA Stedelijk Onderwijs Gent (Campus Prins Filip), zitten al in een begeleidingstraject.
Waar ga ik Wijs Werken? Je kiest je werkplek in functie van je taken of activiteiten. Mits duidelijke afspraken met je leidinggevende en aangepaste hulpmiddelen, kun je op verschillende plekken aan de slag: thuis, in een ander gebouw van de Stad of het OCMW, op een werf, en natuurlijk ook op je dienst.
Hoe ziet een wijze werkplek eruit? Nieuwe werkplekken worden uitgerust met ruimtes aangepast aan de taken die er plaatsvinden. De afgebakende zones krijgen klinkende namen als cockpit of huiskamer, en hebben vooral tot doel om een op maat gemaakte inspirerende werk- en ontmoetingsplek te worden. Moet je even intern overleggen, dan kan dit in de lounge, moet je een dossier uitschrijven, dan neem je plaats in een stille ruimte, terwijl in de huiskamer wat collega’s bij een koffietje zitten te brainstormen. Om dit efficiënt te laten verlopen, is het clean desk-principe cruciaal: ben je klaar met je taak en verlaat je de werkplek, dan laat je een lege werkruimte achter.
Waar blijf ik met mijn werkmateriaal? Door zoveel mogelijk te digitaliseren en centraal op te slaan, zal je niet zoveel meer moeten meenemen of opbergen in je
locker: een laptop, een smartphone en je kunt aan de slag. Om dit nog makkelijker te maken, is onze organisatie volop bezig met de uitbouw van een digitale werkplek, een platform voor kennisdeling, overleg, netwerken, ... Nog niet elke dienst staat even ver in digitalisering (papierluw werken en informatiseren van de processen). Heb je nog veel papier, dan trek je best voldoende tijd uit voor de voorbereiding, maar elke dienst kan hiervoor rekenen op ondersteuning.
Wie bepaalt in welke mate ik ga Wijs Werken? De basisprincipes liggen vast, maar hoe medewerkers dit in de praktijk invullen hangt af van de afspraken die je leidinggevende of collega’s met jou maken, en wat er mogelijk is. Omdat je vaak je manier van werken moet aanpassen en afscheid moet nemen van vertrouwde gewoontes, vraagt zo’n aanpassing tijd. Logisch.
‘Clean desk was écht een aanpassing maar ik zou niet meer terug willen. Nu is het netjes en aangenaam!’ Claudine, HR, Infopunt Personeel Wijs Werken is niet alleen aandacht hebben voor de organisatie van je werkplek, maar ook aandacht hebben voor de organisatie van je werk.
Waarom gaan we Wijs Werken? Wijs Werken is geen doel op zich maar een manier om deze vraag te beantwoorden: hoe kunnen we als organisatie onze dienstverlening verbeteren, zowel voor de burgers als intern? Meer efficiëntie is bij deze nieuwe manier van ons werk organiseren niet het enige voordeel. Met Wijs Werken willen we nog meer voordelen realiseren, zoals een betere balans vinden tussen werk en privé. Wat leidt tot collega’s die zich goed voelen en die welzijnswinst heeft als voordeel voor de Stad dat medewerkers productiever, dynamischer en socialer zijn.
‘Meer vrijheid, je kunt je beter organiseren. Dat komt mijn gezinsleven ten goede.’ Kristien, Strategische Coördinatie Wijs Werken leidt ook tot kostenbesparing en een duurzame werkomgeving: gezondere werknemers, minder fysieke werkplaatsen, minder papierverbruik, minder energieverbruik, …. Ook niet onbelangrijk, Wijs Werken zet de Stad als aantrekkelijke werkgever op de kaart.
7
8
PAUL TEERLINCK 66 jaar, was sinds september 2001 stadssecretaris. ‘Dat was nooit mijn ambitie, maar de toenmalige stadssecretaris ging vijf jaar vroeger dan verwacht met pensioen. Ik heb me op aanraden van anderen ingeschreven voor de selectieprocedure.’
MIEKE HULLEBROECK 36 jaar, is sinds 1 april 2017 stadssecretaris. ‘Dit was geen lang op voorhand uitgestippeld carrièreplan, maar door de job beter te leren kennen, en nadat verschillende mensen me erover aanspraken en me aanraadden om ervoor te gaan, was ik overtuigd.’
De nieuwe stadssecretaris
Maak kennis met Mieke Hullebroeck, de nieuwe stadssecretaris Na 16 jaar als stadssecretaris neemt Paul Teerlinck afscheid van de Stad. Zijn opvolger is Mieke Hullebroeck, tot voor kort Departementshoofd HR. In maart deelden ze de job. Perfect voor Paul om kennis en ervaring door te geven en voor Mieke om de job van dichtbij te leren kennen. gent&co nodigde beiden uit voor een dubbelinterview.
MIEKE, JIJ HAD EEN GEDEELDE FUNCTIE BIJ DE STAD EN HET OCMW. HOE GOED KEN JE DE ORGANISATIE? Mieke: ‘Ik ben gestart bij Belgacom. Ik maakte de switch naar OCMW Gent omdat daar een vacature voor Departementshoofd Personeel en Organisatie vrij kwam. De toenadering tussen de Stad en OCMW Gent is nadien in een stroomversnelling terecht gekomen. Veel van mijn diensten zouden samensmelten met die van de Stad, waardoor mijn functie overbodig werd. Ik vond een nieuwe uitdaging als departementshoofd van het gemeenschappelijke departement HR. Ik ken de Stad dus heel goed en ik vind het een zeer fijne organisatie. Ze is door haar grootte uiteraard complexer dan het OCMW, door een bredere dienstverlening en gelaagdheid.’ WAT HOUDT DE FUNCTIE VAN STADSSECRETARIS IN? Paul: ‘We zijn echte multitaskers! (lacht)
We zijn actief op verschillende fronten. Op bestuurlijk vlak zijn we verantwoordelijk voor de voorbereiding van het besluitvormingsproces van zowel het managementteam, het college van burgemeester en schepenen als van de gemeenteraad. Een stadssecretaris staat ook in voor de notulering van de beslissingen van die organen.
‘Er is veel onzichtbaar werk voor een stadssecretaris: continu in gesprek gaan en ontmijnen waar nodig.’ We zijn daarnaast verantwoordelijk voor de leiding en coördinatie van de stadsdiensten en we zijn het hoofd van het personeel. Binnen de departementale structuur vervult de stadssecretaris in Gent ook de rol van departementshoofd van de entiteit ‘bedrijfsvoering’ .De stadssecretaris is ook een netwerker en vertegenwoordigt de stad in tal van interne en externe organen.’
WAT HOUDT ZO’N MEERJARENPLAN IN? Paul: ‘Bij het begin van elke legislatuur legt het bestuur de beleidskeuzes vast, die je als organisatie de 6 daaropvolgende jaren uitwerkt. Aan het einde van de legislatuur, blikken we al vooruit naar de volgende terwijl we tegelijk nog keihard werken om het lopende meerjarenplan te realiseren. In die fase van de laatste loodjes zitten we nu. Je zal dit jaar nog veel openbare werken zien, veel parken ingericht, veel scholen gebouwd, ...’ Mieke: ‘De stadssecretaris stelt zo’n meerjarenplan natuurlijk niet alleen op. Dat gebeurt in samenwerking met het managementteam, de verschillende departementen en specialisten. Een goed meerjarenplan, dat overigens bestaat uit een inhoudelijk en een financieel luik, start met een degelijke omgevingsanalyse. Met dat voortraject zijn we nu bezig, zodat het volgende stadsbestuur in Gent na de verkiezingen van volgend jaar direct aan de slag kan.
9
10
De nieuwe stadssecretaris
Afhankelijk van welke partijen aan de macht komen, zullen ze ideologische keuzes maken die resulteren in een bestuursakkoord en een meerjarenplan voor de hele organisatie.’ WAAR BEN JE HET MEEST TROTS OP, PAUL? Paul: ‘Er staat nu een organisatie op poten waar ik echt fier op ben. Ook de verregaande integratie en vooral de manier waarop dit proces is gelopen, vervult mij met trots en dankbaarheid voor de ondersteuning die ik daarbij zowel van Stad en OCMW kreeg.’ ‘Omdat ik de eerste jaren nadat ik stadssecretaris was geworden niet werd vervangen als
directeur-generaal van het Departement Economie, Milieu en Volksgezondheid heb ik ook nog een trekkende rol kunnen spelen in belangrijke stadsontwikkelingsprojecten die Gent op de kaart hebben gezet. Denk aan The Loop, de Arbedsite in Gentbrugge, de herontwikkeling van de stationsomgevingen, het eiland Zwijnaarde en het Wetenschapspark, nu beter gekend als Tech lane Ghent.’ WAAROP ZAL JE DE NADRUK LEGGEN ALS NIEUWE STADSSECRETARIS, MIEKE? Mieke: ‘Mijn stokpaardje is nabijheid. Ik wil mezelf niet
wegsteken in een ivoren toren, ik wil weten wat er leeft in de organisatie en wat de uitdagingen van de diensten zijn. Ook nabijheid bij het bestuur is belangrijk, zodat ik mijn rol als verbindingsfiguur ten volle kan opnemen. Die brugfunctie vind ik heel belangrijk. Zo’n uitdaging ging ik eerder al aan op het gemeenschappelijke Departement HR. Mijn opdracht bestond eruit beide diensten, die van het OCMW en van de Stad, samen te brengen. Er was nogal wat koudwatervrees, want beiden hadden tot dan amper contact met elkaar. Mensen van het directieteam hadden tijdens het reorganisatietraject ook geen zekerheid over hun toekomstige functie.
‘Ik wil mezelf niet wegsteken in een ivoren toren.’ Door transparant te werken aan vertrouwen en teamspirit hebben we nu één team dat goed samenwerkt en waar we volop de processen aan het gelijkschakelen zijn.’ ‘Ik wil ook een waardengedreven organisatie mee vorm geven. Transparantie, vertrouwen, samenwerking, het zijn écht geen holle woorden maar succesfactoren voor een slagkrachtige organisatie. In het project Organisatiecultuur hebben we 2017 gedoopt tot het jaar van ‘meer mens’. Verschillende departementen zijn hier al mee aan de slag gegaan om dit te vertalen naar hun dagelijkse werking.’ WAT WORDT DE GROOTSTE UITDAGING VOLGENS JOU? Mieke: ‘Er zullen er veel zijn. De Stad is de voorbije jaren zeer sterk veranderd. De positieve richting die is ingezet, moeten
we aanhouden. Denk maar aan de professionalisering van de dienstverlening, de verbeterde samenwerking tussen departementen, het geslaagd combineren van een zorgzame werkgever blijven en steeds resultaatsgerichter werken. Er is ook veel onzichtbaar werk voor een stadssecretaris: continu in gesprek gaan en ontmijnen waar nodig. Onze blik op de burger en de Gent-gebruiker mogen we niet uit het oog verliezen. Kijken naar onze organisatie is goed, maar als je te veel kijkt naar je interne werking, loop je het risico het grotere plaatje uit het oog te verliezen. Voor wie en waarom doen we wat we doen?’ VERANDERT ER IETS VOOR HET PERSONEEL NA JULLIE WISSEL? Mieke: ‘Iedereen legt zijn eigen accenten, maar Paul en ik geloven alle twee in de sterkte van een lokaal bestuur, met ambtenaren die dicht bij de burger staan en meedenken met hen. Dat is onze troef en onze sterkte, en daar blijven we op inzetten.’ HOE ZIET DE TOEKOMST VAN DE STAD ERUIT? Mieke: ‘Steden zijn belangrijke spelers geworden en zullen dat blijven. We moeten ons voorbereiden op een groeiende en bloeiende stad, met uitdagingen rond mobiliteit, armoede, samenleving, onderwijs, economie, ruimtelijke ordening, en ga zo maar door. Maar deze uitdagingen bieden ook kansen: onze samenleving wordt complexer, diverser en is ook een broeiplaats van creativiteit, solidariteit en innovatie. Dát is het Gent van de toekomst.’
Meer mens
Organisatiecultuur:
Hoe omzetten in de praktijk? Ik vond daarom de workshop heel boeiend en verrijkend. Het viel vooral op dat de meeste mensen in dezelfde richting denken.’ Dat beaamt ook MARC DE COEYER (50 jaar), regiocoördinator op het Departement onderwijs, opvoeding en jeugd. ‘Met meer dan 700 medewerkers staan we in voor een kwalitatieve kinderopvang. We merken echter dat de ‘juiste man/vrouw’ niet altijd op de juiste plaats staat. Het is belangrijk dat we hier als dienst oog voor hebben. Dat betekent voor mij vertrouwen hebben in het team en openstaan voor de kennis en kunde die de teamleden aanbieden.’ Informele momenten tussen collega’s
Hoe kunnen we tot een gemeenschappelijke organisatiecultuur komen voor Stad en OCMW? Dat was de hoofdvraag die vorig jaar aan medewerkers van onze beide organisaties werd gesteld. Drie grote thema’s sprongen eruit: meer mens, minder regels en meer oplossingen. Dit jaar staat in het teken van Meer mens. Hoe pakken we dat aan? ‘Vorig jaar hielden we Start to Lunch-gesprekken. Leidinggevenden en medewerkers bespraken tijdens een lunch onder vier ogen wat onze beide organisaties nodig hebben’, legt KRISTOF CAZAERCK van de beleidscel van het Departement HR uit. Uit de lunchgesprekken kwamen verschillende rode draden uit de bus die onze beide organisaties typeren: sociaal contact, waardering, vrijheid, open communicatie, … Dit werd samengevat in drie grote lijnen: meer mens, meer oplossingen, minder regels. ‘In de praktijk hangen deze drie thema’s heel nauw samen. In 2017 leggen we de focus op ‘meer mens’,
maar dat betekent niet dat er voor de andere twee thema’s geen plaats is’, aldus Kristof. ‘Vertrouwen hebben in je team’
Om aan de slag te gaan met de organisatiecultuur, organiseert elk departement workshops met een mix van leidinggevenden en medewerkers. ANNOUSCHKA MESTACH (50 jaar) is arbeidsconsulent op de Dienst Werk: ‘Voor mij betekent Meer mens dat men werknemers inzet volgens hun kwaliteiten en sterktes. Om dat te bereiken moet er op termijn afgestapt worden van de ‘rigide’ procedures en regeltjes.
‘In de komende maanden kiest elk departement enkele concrete actiepunten om aan te werken. Daarnaast willen we ook bestaande initiatieven benadrukken. Het is beter om enkele kleine acties te ondernemen die je ook effectief uitvoert dan om een waslijst aan maatregelen op te stellen die in de praktijk weinig concrete resultaten opleveren.’ Momenteel zijn er nog geen concrete actiepunten uitgewerkt. ‘In die fase zitten we nog niet maar we streven ernaar om voor de zomervakantie acties te laten lopen op departementsniveau. De acties op organisatie-breed niveau komen na de zomervakantie. Het kan bijvoorbeeld gaan om nieuwe methodes van vergaderen, meer informele momenten tussen collega’s organiseren, … Het is belangrijk dat de acties vanuit de medewerkers komen, dat ze concreet zijn en dat ze een positief effect hebben op de werkvloer. Het heeft geen nut dat er van bovenaf een nieuwe resem aan tools en regeltjes komt. Daar moeten we net vanaf ’, aldus Kristof.
11
12
Wat te doen bij een arbeidsongeval
Een ongeluk is snel gebeurd Een arbeidsongeval - of het nu naar of van het werk of tijdens het werk gebeurt - kan iedereen overkomen. In 2016 kregen 300 stadsmedewerkers te maken met een arbeidsongeval. Wat je kunt doen in zo’n situatie, is logischerwijs geen parate kennis. We geven het nog even mee.
K
KAREN REDDÉ is landschapsarchitecte bij de Groendienst. In juni 2014 had ze op weg naar huis een zwaar ongeval met de fiets. ‘Ik ben met mijn fiets op de kasseien gevallen en heb mijn hoofd gestoten.’ Karen was na haar ongeluk 1 jaar en 3 maanden werkonbekwaam. Al leek het aanvankelijk geen ernstig ongeluk. ‘Op de foto’s die ze namen in het ziekenhuis was niks te zien, dus stuurden ze me naar huis. Omdat ik me goed voelde, ging ik enkele dagen later aan het werk. Toen ik mijn mails las, besefte ik dat er iets serieus aan de hand was. Ik begreep de woorden niet die ik las. Ik herinner me dat moment nog heel goed, omdat het zo beangstigend was.’ Karen ging meteen opnieuw naar de huisarts, maar die kon haar niet verder helpen. Op eigen initiatief stapte ze naar een neuroloog. ‘Daar bleek dat mijn frontale hersenzone ernstig was ‘dooreengeschud’. De hersenen bestaan uit miljarden verbindingen. Door de impact van de val waren er verbindingen beschadigd waardoor bepaalde functies zoals rekenen, de klok lezen, plannen, ... wegvielen. Ook het concentratiedomein bevindt zich in die zone, … waardoor ik moeite had met concentratie en onthouden. Door rust, aanvaarding en oefeningen is een langzaam herstel van deze verbindingen mogelijk.’ Na uitgebreide consultaties bij een neuroloog en psycholoog heeft Karen de draad opnieuw opgepikt. Ze werkt nu deeltijds en heeft aangepast werk gekregen bij de Groendienst. ‘Ik heb leren omgaan met de aangepaste situatie. Dat was niet mak-
kelijk, maar ik focus op de vooruitgang die ik geboekt heb de afgelopen maanden. Mijn collega’s en leidinggevende hebben veel begrip en geduld. Daar ben ik hen ongelooflijk dankbaar voor. Het dragen van een fietshelm is ondertussen een automatisme geworden, zowel voor mezelf als voor mijn man en kinderen.’ Een onzichtbare rolstoel
Ook op de werkvloer is een ongeval snel gebeurd. FERDINAND HAWER, intercultureel medewerker bij de Dienst Outreachend Werken, kan erover meespreken. ‘Ik werk met mensen die vaak in kraakpanden of minder goede woningen wonen.’ Het was tijdens één van die huisbezoeken dat er een ongeluk is gebeurd. ‘Enkele inwoners van een kraakpand hadden een gasvuur aangesloten op een fles propaan. Ze hadden ook de gasoven aangestoken, en door een gasophoping in de oven ontplofte die. Ik zat op dat moment naast de oven.’ Ferdinand hield er serieuze gehoorschade aan over, maar of die schade blijvend is, weet hij nog niet. ‘Het is nu een jaar geleden en er is nog geen verbetering. Intussen werkt hij deeltijds om zijn gehoor te sparen. ‘Ik doe mijn werk graag, maar ik kan maar een aantal decibels per dag verdragen. Als ik aan het begin van de dag mijn limiet al bereikt heb, hoor ik tegen de middag bijna niks meer. Het is zoals een onzichtbare rolstoel, er scheelt iets maar niemand ziet het. Ik ben wel enorm dankbaar voor alle hulp die gekregen heb vanuit de Stad. Binnenkort ga ik op onderzoek en dan weet ik of ik nog kans maak om te herstellen!’
KAREN REDDÉ 39 jaar, Karen werkt bij de Groendienst. Ze had een ongeval op weg naar huis. In dienst sinds 2001.
13
WAT TE DOEN BIJ EEN ONGELUK OP HET WERK OF OP WEG VAN OF NAAR HET WERK? Verwittig zo snel mogelijk je dienstchef, contactpersoon HR ('antenne personeel') of een collega. Vertel kort wat er is gebeurd en of je medische verzorging nodig hebt. Dit mag telefonisch, per sms of via mail. Dit is belangrijk want de eerste melding bepaalt het tijdstip van de aangifte. Heb je niet meteen medische verzorging nodig, dan laat je het antenne personeel toch best via de AO-tool een eerstehulpregister opmaken (licht ongeval). Laat je behandelende arts een medisch attest Model B - met vermelding van de diagnose - en eventuele arbeidsongeschiktheid invullen. De vermelding van het letsel is belangrijk om aan te tonen dat het wel degelijk het gevolg is van je arbeidsongeval.
Noteer alle details en verzamel bewijzen. Welk weer was het, waren er tramsporen, had je kleerscheuren? Hoe meer informatie, hoe minder twijfel er is over je dossier. Wanneer het arbeidsongeval is erkend, kan je alle kosten en rekeningen rechtstreeks aan de Stad Gent bezorgen. Het ziekenfonds komt niet tussen, alles wordt geregeld via de AO-verzekering. Vermeld bij elk bezoek aan een ziekenhuis, arts of specialist dat het om een arbeidsongeval gaat en geef hem/haar het dossiernummer. De factuur wordt dan rechtstreeks naar de werkgever gestuurd. Heb je toch zelf medische kosten betaald, stuur dan je de originele onkostenbewijzen op naar de Dienst Personeelsbeheer.
Wat te doen als je getuige bent van een arbeidsongeval? STAP 1 Verwittig meteen de eerstehulpverlener van de dienst. Als het ongeval heel ernstig is, verwittig dan meteen de hulpdiensten (tel. 112). STAP 2 Breng zo snel mogelijk de dienst van het slachtoffer op de hoogte van de situatie.
'Mijn collega’s en leidinggevende hebben veel begrip en geduld. Daar ben ik hen ongelooflijk dankbaar voor.'
STAP 3 Schrijf in een getuigenverklaring op wat er gebeurd is en wat je gezien hebt.
Meer info? Intranet (Personeel - Veiligheid en Welzijn) of contacteer Ivan GroenĂŠ: ivan.groene@stad.gent - 09 249 21 20.
14
Inzetten op sociale economie
Dienstenbedrijf Sociale Economie van start
Gent werkt met talent, jij ook? De sociale economie in Gent kampt met een groot tekort aan arbeidsplaatsen: voor elke 4 kandidaten is er slechts 1 plaats beschikbaar. Dat kan beter, geloven de Stad en het OCMW Gent. Het kersverse gezamenlijke Dienstenbedrijf Sociale Economie begeleidt mensen die moeizaam werk vinden. En doet dat met een kwaliteitsvolle service.
A
Al jaren werken velen van ons met collega’s die werkervaring opdoen in een traject van sociale economie. Dat zal ook niet veranderen. Wat wél is veranderd sinds 27 maart, is hoe we dit organiseren. Als dienst kun je vanaf nu een beroep doen op medewerkers via het nieuwe Dienstenbedrijf Sociale Economie. De cijfers rechts tonen de mooie resultaten die de medewerkers uit het proefproject kunnen voorleggen. Waarom één Dienstenbedrijf?
Concreet betekent dit dat je niet langer zelf instaat voor het tewerkstellen en begeleiden van de medewerkers, dat gebeurt nu door een instructeur van het Dienstenbedrijf en op maat van de medewerker. Dat is handig, want als dienst heb je die kennis misschien niet in huis, en voor de medewerkers is het duidelijk wie hun aanspreekpunt is. Vanuit het Dienstenbedrijf wordt ook de kwaliteit van het werk gecontroleerd, zodat je kunt vertrouwen op de service.
Welke service biedt het Dienstenbedrijf?
Deze is heel divers en onderverdeeld in 6 afdelingen: bouw (schilder- en renovatieklussen), IKook (personeelsrestaurants, catering, sociale restaurants), het Fietsatelier (herstelling en onderhoud van stads- en OCMW-fietsen), onderhoud openbaar domein (straat vegen, zwerfvuil in parken), logistieke ondersteuning (zoals de chauffeurs van Foodsavers, een nieuw initiatief dat voedseloverschotten inzamelt en herverdeelt) en schoonmaak. Ook de Gentenaar met een laag inkomen kan nog altijd een beroep doen op het Dienstenbedrijf en dit aan een sociaal tarief: een verhuizing, kleine karweien of klussen, … Doen zij hetzelfde werk als de medewerker van de Stad of het OCMW?
Nee, en dat is ook niet de bedoeling. Het Dienstenbedrijf is alleen inzetbaar voor taken en opdrachten die je anders als dienst
zou uitbesteden. Het gebeurt wel regelmatig dat medewerkers erna aan de slag kunnen bij de Stad of het OCMW. Dat is één van de ambities van de sociale economie: een job vinden op de arbeidsmarkt, nadat je werkervaring hebt opgedaan. Het voordeel van deze collega’s is dat ze onze organisatie en hun nieuwe collega’s vaak al goed kennen. De ambitie?
Door de middelen van de Stad Gent en het OCMW Gent te bundelen, wil het Dienstenbedrijf Sociale Economie meer jobkansen scheppen voor kwetsbare werkzoekenden en zo het tekort aan arbeidsplaatsen in de sociale economie helpen inperken. En door enkel intern in de organisatie dienstverlening aan te bieden, komt het Dienstenbedrijf niet in het vaarwater van private werkgevers. De Stad ondersteunt trouwens ook andere organisaties in Gent om het aanbod te doen groeien.
WIE ?
399 medewerkers
75%
25%
Gemiddelde leeftijd : 37 jaar Het gaat om werkzoekenden die na een screening door de VDAB doorverwezen worden naar de sociale economie. Ook leefloners krijgen via het Dienstenbedrijf kansen om werkervaring op te doen en zo hun weg naar de arbeidsmarkt te vinden.
WAT ? 6 km
straatvegen per medewerker per dag
2.500
fietsen per jaar voor onderhoud en herstelling
54
locaties om schoon te maken
3.027 L
muurverf in de bouw in één jaar
164.351 174 schotels verkocht bij IKook in 2016
verhuisopdrachten in één jaar
EN erna ? 50% 65% van de medewerkers van het Fietsatelier stroomt door naar de arbeidsmarkt
van de schoonmaakmedewerkers vindt een job in de professionele schoonmaak
Hoe aanvragen? Wil je als dienst graag een beroep doen op deze medewerkers of wil je meer informatie over de mogelijkheden? Neem dan contact op via het centrale telefoonnummer 09 269 18 90 of via e-mail op dienstenbedrijfsocialeeconomie@stad.gent
Kort & Goe Bezig
Wil jij meewerken aan de stad van de toekomst? Gent Over Morgen is een ambtelijke denkoefening waarin wordt nagedacht over de toekomst van onze stad in 2040. Welke uitdagingen komen eraan en hoe kunnen we daar vandaag al op anticiperen bij de voorbereiding van de volgende legislatuur? Dit gebeurt aan de hand van negen verschillende thema’s: sociale stad, ondernemende stad, woonstad en klimaatstad, mobiele stad, veilige en leefbare stad, lerende en scheppende stad, samen stad en stadsorganisatie. De antwoorden op deze vragen moet het bestuur in staat stellen om toekomstgerichte keuzes te maken voor Gentenaars en Gentgebruikers. Gent Over Morgen werkt hiervoor samen met heel wat Gentse partners, zoals Haven Gent en de politie- en brandweerdiensten van de stad, waarmee we samen de Groep Gent vormen. Het traject loopt nog het hele jaar door en ook jij als medewerker kunt hieraan deelnemen.
Weet jij wat de toekomst in petto heeft voor onze stad? Laat je inspireren op https://ookmijn. stad.gent/gentovermorgen/ideeen en laat zeker jouw stem horen!
My OptiDesk vervangt medisch onderzoek Het vijfjaarlijks medisch onderzoek voor personeel van Groep Gent dat vaak met een beeldscherm werkt is afgeschaft. My OptiDesk vervangt het onderzoek. Deze innovatieve online tool detecteert voor elk personeelslid de gezondheidsrisico’s die kunnen optreden op in de eigen werkomgeving. De medewerkers vullen een online vragenlijst in die als basis dient voor de evaluatie van mogelijke lichamelijke klachten. Vervolgens maakt My OptiDesk een persoonlijk rapport met gericht advies. Tot slot krijgt ook de werkgever een groepsrapport met daarin alle belastende gezondheidsrisico’s.
Meer info? Ga naar www.myoptidesk.be.
Een enthousiaste Franse toerist: ‘Ik heb dit weekend Gent bezocht en kom er zeker terug. Wat een ‘wijze’ stad! Ik wilde u nog feliciteren met de City Card Gent die heel voordelig en praktisch is. Er staan zò veel extra tips en aanraders in, zoals de belangrijkste trekpleisters van de stad, die zin geven om niets te missen! In tegenstelling tot meer beperkte initiatieven van andere steden, is deze all-in aanpak erg overtuigend. Nogmaals proficiat!’ via Dienst Toerisme: - 31 januari 2017
15
16
Ik geef het ❤ van Gent aan ...
de j i m oor v s i ons pe n p i a l i v nt 'Ph a l nt' k a r e u l esta idea r s l e ne o s r nudde e p Anne C PHILIPPE BAUTERS 54 jaar, ICT-coördinator bij het Departement Publieke Ruimte. Aan de slag bij de Stad sinds 1989
Anne Cnudde van het personeelsrestaurant AC Zuid geeft het Hart van Gent door aan ... Philippe Bauters van de Dienst Coördinatie (Departement Publieke Ruimte).
‘Het zou fijn zijn als ik al mijn klanten van het personeelsrestaurant een hart zou kunnen geven. Zeker de vaste klanten die al lang komen. Een vaste klant die eruit springt voor mij, is Philippe Bauters.
Hij komt al zeker zo’n 20 jaar eten. Ik draag het hart aan hem op omdat Philippe voor mij de ideale klant is. De medewerkers van het personeelsrestaurant zijn bijzonder: het gaat om mensen die in een tewerkstellingstraject zitten en hier een tijd stage volgen. Dat loopt natuurlijk niet altijd direct vlot, het gaat immers om een leertraject. Maar Philippe is heel begaan met hen en oprecht geïnteresseerd. Als de stage er bijna op zit, dan polst hij naar hun vooruitzichten. Hij is heel vriendelijk en geduldig, want het kan wel eens traag gaan, moet ik toegeven (lacht). Het toffe aan Philippe is dat hij ook de moeite doet om feedback te
geven. Hij komt het zeggen als het lekker is, en dan laat ik het hem persoonlijk overbrengen aan de chef of bakker van dienst. Het is fijn voor hen om eens een complimentje krijgen. Is het eens wat minder, dan geeft hij dat ook mee. Maar altijd op een positieve manier. Oprecht en gemeend een superklant en een fijne mens.’
In deze rubriek zetten collega’s elkaar in de bloemetjes. Omdat ze goed samenwerken, omdat ze veel aan elkaar hebben, of gewoon zomaar, ...