10 minute read

juli augustus september

Next Article
april mei juni

april mei juni

Afvoerredenen melkvee • In de duurzame melkveehouderij streven veehouders naar een hoge levensproductie per melkkoe. De beslissing om koeien af te voeren hangt onder andere samen met de economische waarde als melkkoe, het beschikbaar zijn van een vervangende vaars of het niet langer kunnen aanhouden van de koe om gezondheids-, gedrags- of welzijnsredenen. Om meer inzicht te krijgen in de achtergronden van het afvoeren van melkvee is samen met Universiteit Utrecht en Wageningen Universiteit een data-analyse gedaan en een enquête onder veehouders gehouden. Uit I&R-gegevens bleek dat sinds de invoer van de fosfaatrechten het aantal geëxporteerde koeien afneemt. De leeftijd en het lactatiestadium bij koeien die naar het slachthuis gaan neemt toe. Gezondheidsproblemen speelden een belangrijke rol in de beslissing om runderen af te voeren naar het slachthuis. Dit blijkt ook uit de enquête onder melkveehouders. Vruchtbaarheidsproblemen zijn de voornaamste reden van afvoer, gevolgd door (sub)klinische mastitis en kreupelheid. Veehouders voeren vaarzen vaker af wegens ongewenst gedrag of trauma dan oudere kalfskoeien. Gebruiksvee leeft langer bij afvoer naar een ander melkveebedrijf dan naar een niet-melkleverend bedrijf. Ook koeien die ten minste eenmaal in hun leven werden verplaatst naar een ander bedrijf hebben sinds de invoering van het fosfaatreductieplan een langere levensduur.

Surveillance westnijlvirus • Het westnijlvirus (WNV) is een virus dat circuleert onder vogels en wordt overgedragen via (vooral) de gewone huissteekmug. Soms vindt ook overdracht plaats naar mensen en paarden. In het najaar van 2020 werd het WNV voor het eerst in Nederland aangetoond en in 2021 werd het niet gevonden. In 2022 werd in Nederland alleen bij een blauwe reiger in de regio Noord-Holland een WNVinfectie aangetoond.

Afrikaanse varkenspest in grensgebied • Op 2 juli 2022 werd een uitbraak van Afrikaanse varkenspest (AVP) bevestigd op een zeugenbedrijf in Emsbüren (Duitsland), hemelsbreed ongeveer 15 kilometer van de Nederlandse grens. Eerder werd Afrikaanse varkenspest in het oosten en zuiden van Duitsland vastgesteld. De plotse overbrugging van enkele honderden kilometers door het virus duidt op een menselijke oorzaak van de verspreiding. In het gebied zijn geen geïnfecteerde wilde zwijnen aangetroffen. Alertheid bij varkenshouders, dierenartsen en erfbetreders blijft van belang net als early warning-diagnostiek, met name bij gezondheidsklachten waarbij varkenspest niet kan worden uitgesloten.

Eikelintoxicatie • Eikenbomen bevatten in 2022 bovengemiddeld veel vruchten, wat gepaard ging met een verhoogd risico op eikelvergiftiging bij grazend vee. Voor de meeste dieren zijn eikels giftig en in grote hoeveelheden zelfs dodelijk. In het najaar zijn via pathologisch onderzoek enkele gevallen van eikelintoxicatie bij schapen geconstateerd. In de meeste gevallen werden de schapen zonder voorafgaande verschijnselen dood gevonden. Er bestaat geen specifieke behandeling tegen eikelvergiftiging.

Plotselinge blindheid • Een varkenshouder merkte tijdens het verplaatsen dat meerdere gespeende biggen blind waren. De biggen hadden te bolle ogen, een blauw vlies of blauwe waas over de ogen of de oogbol was verschrompeld. Blindheid kan veroorzaakt worden door beschadigingen in de hersenen, van de oogzenuw of het oog zelf en, in uitzonderlijke gevallen, door virussen of bacteriën. In dit geval was de oorzaak waarschijnlijk een voerfout in het lactovoer, dat de zeugen in de kraamtijd krijgen. Hierin zat een te hoge dosis vitamine D. Dit kan leiden tot hypercalcemie met het risico op neerslaan van calciumkristallen die hersenbeschadigingen kunnen veroorzaken.

Listeriose bij paarden • Listeria monocytogenes is een zoönotische ziekteverwekker, met name via voedingsmiddelen zoals rauwe melk, zachte kazen en vleeswaren. In Nederland sterven jaarlijks ongeveer twaalf mensen hierdoor. Listeriose kan ook een miskraam of abortus veroorzaken. Bij herkauwers kan de bacterie sepsis, darmontsteking, hersenontsteking en abortus veroorzaken. Elk jaar vinden we enkele gevallen van listeriose bij paarden in de sectiezaal: in 2022 bij een paard met een ernstige darmontsteking en een gespeend veulen met sepsis. Slecht geconserveerd ingekuild ruwvoer is meestal de bron.

Schapen­

en geitenpokken • In september 2022 is in Spanje een uitbraak van schapen- en geitenpokken vastgesteld op verschillende bedrijven. De getroffen bedrijven variëren sterk in omvang. Het grootste bedrijf telde ruim 7.500 schapen. Op drie bedrijven waren ook geiten aanwezig, maar niet meer dan twintig dieren. De bedrijven waren gelegen in de regio’s Baza, Andalusië en Belmonte, Castilla-La Mancha. Om verdere verspreiding van de pokken te voorkomen zijn alle dieren op de getroffen bedrijven geruimd. Uit een inventarisatie door de NVWA bleek dat in deze periode geen transport van levende dieren en risicovolle producten vanuit de regio naar Nederland plaatsvond.

Zeefbeentumor bij ram • In augustus werd de Veekijker gebeld door een dierenarts die een driejarige ram verdacht van een tumor in zijn neus. Bij pathologisch onderzoek is een tumor in het zeefbeen vastgesteld. Vanwege een mogelijke virale achtergrond, is materiaal doorgestuurd naar het Moredun Research Institute in Schotland. Daar werd een infectie met het enzootic nasal tumor virus (ENTV) aangetoond. De herkomst van de infectie is niet duidelijk. ENTV kent een lange incubatietijd waarna dieren levenslang besmet zijn. Er bestaat vooralsnog geen laagdrempelige diagnostiek voor ENTV bij levende dieren. ENTV werd al eens op een ander bedrijf in Nederland gezien in 2018, 2019 en 2021. ENTV is geen aangifte- of meldingsplichtige ziekte.

Botulisme­uitbraken • De Veekijker ontving in het derde kwartaal vragen over negen verschillende rundveebedrijven in verband met botulisme. Op vijf melkveebedrijven en één vleeskalverbedrijf is het vermoeden van botulisme bevestigd na onderzoek door GD en Wageningen Bioveterinary Research (WBVR). Op twee melkveebedrijven liep de uitval zelfs op tot een kwart van de melkkoeien. De Veekijker adviseerde de betrokken bedrijven direct het rantsoen te wijzigen, bij gebruik van bronwater over te gaan op leidingwater, contact met pluimveemest en of -strooisel te vermijden en het grasland te controleren op dode vogels en wildkadavers. Het vaccin tegen botulisme kon niet gebruikt worden door aanpassingen in de Europese regelgeving. Het ministerie van LNV bekijkt hoe het vaccin weer ingezet kan worden.

Testikeltorsies als koppelprobleem •

Na de zomer werd de Veekijker benaderd om mee te denken over het als koppelprobleem voorkomen van gezwollen ballen op een bedrijf met meerdere locaties. In de stal werd op beide locaties geen opvallend agressief of wild gedrag gezien. Wel werden wekelijks ongeveer twee varkens gevonden met forse zwellingen aan het liesgebied of perineaal gebied met een opvallende eenzijdige zwelling van een testikel. Deze varkens leken geen extreme pijn te hebben en groeiden ook door. Antibiotica of pijnstillers leidden niet tot vermindering van de zwellingen. Eén van de aangetaste dieren is bij GD voor sectie aangeboden. Zo werd de diagnose eenzijdige testikeltorsie met een bloeding in de tunica vastgesteld. Na de zomerperiode zijn de klachten vanzelf weer verdwenen. De oorzaak blijft onduidelijk.

Early warning-meldingen: Gumboro in Nederland

Prevalentieonderzoek Gumborovirus •

In het derde kwartaal nam het aantal meldingen van Gumborovirus fors toe. Ook de pluimveepraktijken die deelnemen aan de Veterinaire Monitoring Pluimvee (VMP) zagen deze stijging. Daarom startte in december 2022 een onderzoek waarbij GD in samenwerking met de VMP de aanwezigheid van Gumborovirus in gezonde koppels vergelijkt met de aanwezigheid in koppels met (diverse) klinische problemen en tegenvallende productiecijfers. Zo krijgen we een beter zicht op hoe vaak de ziekte van Gumboro voorkomt én op de rol die het virus speelt bij het ontstaan van (sub)klinische problemen.

Niet-commercieel gevogelte

Vleeskuikens - regulier concept

Opfok-legvermeerdering

Vleeskuikens - trager groeiend ras

Figuur: Aantal Early Warning System-meldingen (vrijwillige meldingen, dus niet alle uitbraken) voor Gumboro-uitbraken in Nederland

Caseous

lymfadenitis bij melkgeiten •

In 2022 is op vier melkgeitenbedrijven een nieuwe infectie met caseous lymfadenitis (CL) vastgesteld. CL is een zoönose en veroorzaakt een lymfadenitis waardoor kenmerkende abcessen ontstaan in lokale drainerende lymfeknopen. De belangrijkste risicofactor voor insleep is aanvoer van geïnfecteerde dieren en indirect versleep van CL-bacteriën. Uit een data-analyse over het jaar 2021 bleek dat 47 procent van de melkgeitenbedrijven dieren van twee of meer UBN’s hadden aangevoerd. GD adviseert om aangevoerde dieren altijd in quarantaine te plaatsen en nadere diagnostiek uit te voeren alvorens ze te introduceren.

Intervisiebijeenkomsten rundergezondheid

• Na de online intervisiebijeenkomsten de afgelopen twee jaar, organiseerden we in november 2022 weer fysieke bijeenkomsten voor rundveedierenartsen. Actuele signalen vanuit de rundermonitoring kwamen daarin voorbij. Aan de hand van filmmateriaal uit de sectiezaal werd een update gegeven over inwendige vervetting bij melkvee en over fibrineuze pleuropneumonie en polyserositis door Mannheimia haemolytica. We bespraken een fatale metastatische pneumonie door udder cleft dermatitis en vanuit de Veekijker een casus over een rund met huidbulten. Ook is de voortgang omtrent de monitoring en data-analyse van kalversterfte besproken.

Weer kwaadaardige O.r.­stammen gezien •

De Ornithobacterium rhinotracheale (O.r.)-bacterie is vooral bekend als veroorzaker van luchtzakontstekingen bij vleeskuikens en kan leiden tot hoge uitval en veel afkeuringen op de slachterij. Vanwege het typische ontstekingsmateriaal in de luchtzakken kregen de aangetaste kuikens de naam ‘kaaskuikens’. Er zijn verschillen in kwaadaardigheid tussen O.r.stammen. De problemen in de jaren negentig, toen de O.r.problematiek piekte, speelden vooral in de wintermaanden. In de loop van het laatste decennium namen O.r.-problemen duidelijk af. Maar in het najaar van 2022 zagen we een verandering: bij meerdere secties op pluimvee met luchtzakontstekingen werd een O.r.-bacterie aangetoond. Als onvoldoende geventileerd wordt, bijvoorbeeld in een koudeperiode, kan dit leiden tot een hogere CO2-concentratie en daardoor een hoger risico op O.r.-problemen.

Doodsoorzaak jonge paarden • In 2022 is onderzoek uitgevoerd naar doodsoorzaken bij jonge paarden. Jonge paarden tot 3 jaar konden ingestuurd worden voor sectie. Vooral het aantal paarden met rodebloedworminfecties (cyathostominose) was opvallend. Ook werden clostridiose en listeriose vastgesteld. Daarnaast is een inventarisatie gemaakt van ziekteverwekkers bij net gespeende veulens in de opfok. Bij de zes onderzochte opfokbedrijven werden met name equine herpesvirus type 4, Streptococcus equi subsp. equi (de verwekker van droes) en equine coronavirus aangetoond. Ook werd bij één opfokbedrijf salmonella aangetoond.

Epizootic hemorrhagic disease in Europa •

Begin november 2022 werd een eerste uitbraak in Europa van epizootic hemorrhagic disease (EHD) aangetoond bij een aantal runderen op het eiland Sardinië (Italië). Later volgden meldingen op Sicilië en in Spanje. EHD is verwant aan het blauwtongvirus (BTV) en wordt ook overgedragen door stekende insecten (knutten). EHD is vooral een ernstige aandoening bij herten. Runderen en schapen worden incidenteel ziek. Het klinisch beeld wordt gekenmerkt door een ontsteking van de mond, neus en darmen, en kreupelheid door ontsteking van de kroonranden en lederhuid. EHD is geen zoönose.

Aspergillus­pneumonie • Een tweejarig paard, uit het Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland, was behandeld voor koliek en koorts met onder andere antibiotica. Het dier verslechterde desondanks en werd geëuthanaseerd. De patholoog constateerde een heftige longontsteking door Aspergillus spp. Aspergillus-schimmels komen algemeen voor, maar in hoge concentraties in beschimmeld voer en strooisel. Vooral bij een sterke weerstandsvermindering kunnen paarden geïnfecteerd raken. Dat kan door het inademen van schimmelsporen, maar ook via het bloed nadat de darmwand is aangetast door een acute necrotiserende darmontsteking. Dat is hier mogelijk gebeurd.

Infectieuze laryngotracheïtis op de Veluwe

Vroege detectie aviaire influenza (AI) •

In september en oktober zijn vijf gevallen gemeld van ziekte door infectieuze laryngotracheïtis (ILT) bij commercieel pluimvee. Alle meldingen kwamen uit de Gelderse Vallei. Het betrof steeds het ILT-wildtypevirus. Vier van de vijf bedrijven hadden niet tegen ILT gevaccineerd. Het ILT-virus is zeer besmettelijk, daarom zijn strikte hygiënemaatregelen en verhoogde alertheid op verschijnselen nodig om verspreiding te voorkomen. Diagnostiek via sectie en PCR kan snel uitsluitsel geven. De aanpak is gericht op preventie door bedrijfshygiëne en vaccinatie. Bij aanhoudende problemen in een bepaalde regio kan een regionale aanpak nodig zijn. Dankzij het tijdig en doortastend handelen van dierenartsen en de sector, is deze uitbraak, in een pluimveedichte regio, beperkt gebleven tot vijf gevallen.

Toename rode­bloedworminfecties jonge paarden • Bij de Helpdesk Paard kwamen in 2022 meer telefoontjes binnen over heftige problemen met rodebloedworminfecties bij jonge paarden. De larven van deze wormsoort kunnen serieuze ontstekingen van de dikke- en blindedarmwand veroorzaken, met klachten zoals vermageren, diarree en koorts. Een mogelijke verklaring voor de toename is dat het in 2022 tot half november nog bovengemiddeld warm en zonnig was, waardoor veel jonge dieren lang op de weide liepen. Ze werden daardoor langer blootgesteld aan infectieuze larven. De infectiedruk loopt op richting het einde van het weideseizoen.

Om verspreiding van het H5N1-virus vanaf een besmet bedrijf te voorkomen, is het belangrijk om een nieuwe infectie snel op te sporen. In 2022 hebben GD-specialisten 126 bedrijven met een AI-verdenking bezocht. Uit de klinische bevindingen tijdens deze bezoeken bleek dat het virus niet leidt tot uniforme afwijkingen bij de verschillende pluimveetypen. In de tabel staat van elke afwijking het percentage bij het betreffende pluimveetype tijdens de beoordeling van het specialistenteam. Bij eenden kan een voeropnamedaling de enige aanwijzing zijn voor de H5N1-besmetting.

Biggen met neurologische verschijnselen •

Op een zeugenbedrijf werden in één werpweek negen tomen gezien waarbij pasgeboren biggen neurologische verschijnselen hadden. De biggen lagen direct na geboorte op hun zij, konden niet staan en sloegen met hun kop. Pathologisch onderzoek gaf geen aanwijzingen voor een infectie. Wel was sprake van een lager aantal spiervezels in de skeletspieren. Er werd gedacht aan een aangeboren afwijking, met myofibrillaire hypoplasie als gevolg. Dit kon niet worden bevestigd of uitgesloten op basis van alleen de ingezonden biggen.

Tabel: Overzicht van de eerste afwijkingen bij pluimvee van 80 bevestigde H5N1-infecties in 2022

*Werkelijk uitvalspercentage dag van melding

** Orgaanbloedingen

Symposium monitoring • De diergezondheidsmonitoring bestond in 2022 twintig jaar. De signalen die dierenartsen uit het veld ontvangen spelen een hele belangrijke rol in de monitoring. Op 24 november en 1 december 2022 organiseerden we een symposium voor belanghebbenden en betrokken partijen binnen en buiten de agrarische sector, en dierenartsen. Op pagina 8 en 9 van dit jaarverslag kijken we terug op deze mooie dag.

‘Oplopers’ • Een dierenarts belde de Veekijker over een bedrijf waar regelmatig tot wel tien vleesvarkens geëuthanaseerd moesten worden. De diagnose was steeds: ‘oploper’. Dit betekent dat varkens een dikke buik krijgen door een belemmerde darmpassage. Pathologisch onderzoek op enkele dieren toonde een strictuur (vernauwing) in de einddarm, zeer waarschijnlijk door een Salmonella Typhimurium-infectie eerder in het leven. In sommige gevallen kan ook een Lawsonia intracellularis-infectie dit beeld mede veroorzaken. Door de darmbeschadiging ontstaat littekenvorming op de overgang van de dikke darm naar de endeldarm. Dat geeft een vernauwing die de voedselbrij belemmert. Het advies was preventie, onder meer door vaccinatie tegen Lawsonia intracellularis en het aanzuren van het drinkwater om de infectiedruk door salmonella te verlagen.

Landsgrenzen vervagen, mensen reizen vaker en verder. Dit vergroot de kans op insleep van ziekten. Het is daarom belangrijk zicht te houden op diergezondheid in binnen- én buitenland.

Samen sta je sterker en weet je meer. Daarom is het belangrijk dat verschillende organisaties samen werken voor de monitoring van diergezondheid. Binnen Nederland, maar ook daarbuiten. Door de jaren heen is een uitgebreid netwerk ontstaan, dat nog steeds groeit.

This article is from: