Katern Hippische Ondernemer 3-2023

Page 2

Nieuws en mededelingen

DIARREE BIJ VEULENS: SITUATIE KAN SNEL VERSLECHTEREN

Diarree is een veel voorkomend probleem bij veulens. Het gros van de veulens heeft, voordat ze zes maanden oud zijn, minstens één keer diarree gehad. In veel gevallen is de diarree mild en gaat het vanzelf weer over, maar wanneer is het verontrustend en zou er een dierenarts moeten worden ingeschakeld? Diarree kan met name bij een jong veulen namelijk heel snel leiden tot uitdroging en andere ernstige problemen als het niet snel wordt herkend en behandeld.

Als vuistregel geldt dat elk veulen dat diarree heeft en één of meer van de volgende symptomen vertoont, onmiddellijk door een dierenarts moet worden gezien: niet bij de merrie drinken, sloom (staand slapen), verhoogde of verlaagde temperatuur, diepliggende ogen, droge slijmvliezen, koliekerig en/of een dikke buik. Als er sprake is van ernstige diarree en koorts en als meer dieren op het bedrijf diarree vertonen, is er waarschijnlijk sprake van een infectieuze oorzaak. Vooral rotavirus, Salmonella bacteriën, Clostridium perfringens en Clostridium difficile bacteriën zijn in zo’n geval vaak oorzaak van een acuut probleem bij jonge veulens. De situatie kan dan snel verslechteren.

Om een optimale, gerichte behandeling in te stellen en vooral ook vanwege het voorkómen van overdracht naar andere veulens is het van belang te weten welk van deze ziekteverwekkers een rol speelt. Vandaar dat de dierenarts in geval van een serieus probleem vaak ervoor zal kiezen om mest of een e-swab in te sturen naar het GD-laboratorium om te trachten de ziekteverwekker te achterhalen en zodoende gericht te kunnen behandelen.

Veelgestelde vraag:

IK HEB EEN TEEK GEVONDEN OP MIJN PAARD. WAT NU?

Deze pagina's zijn een bijdrage van:

Royal GD Postbus 9

7400 AA Deventer 088 20 25 500 (optie 5) redactie@gddiergezondheid.nl www.gddiergezondheid.nl

Redactie:

Kees van Maanen specialist veterinaire microbiologie

Linda van den Wollenberg specialist inwendige ziekten paard

Emiel Schiphorst businessmanager

Marije Stomps eindredacteur

Onze experts zijn bereikbaar voor vragen van practici over paardengezondheid, interpretatie van uitslagen en in te zetten onderzoeken. Ook geven zij graag informatie over nieuwe testen, pakketten en actuele zaken. Tips voor dit katern zijn natuurlijk ook van harte welkom.

Maaike Lafeber, relatiebeheer: “Het is weer tekenseizoen. Tot en met oktober zitten teken op grassprieten en in het struikgewas en laten zich op voorbijkomende gastheren vallen, dus ook op paarden. Hoe langer een teek op een paard zit, hoe groter de kans dat ze een besmetting overdragen zoals de ziekte van Lyme, anaplasmose of piroplasmose. Het is dus zaak om een teek zo snel mogelijk te verwijderen. Doe dit met een tekentang of pincet en plet de teek niet, dat verhoogt de kans op besmetting. Ontsmet de bijtplek daarna met Betadine. Signalen dat een paard mogelijk toch een teekgebonden ziekte heeft opgelopen zijn onder meer koorts, kreupelheid, spierpijn en gewrichtsontstekingen, verminderde eetlust, bloedarmoede, sloomheid, dikke achterbenen, incoördinatie, benauwdheid, donkere urine en geelzucht. Soms verloopt een ziektegeval ook symptoomloos. Wilt u zeker weten of uw paard wel of niet besmet is na een tekenbeet? Laat dan bloed van uw paard en/ of de teek door GD onderzoeken met het ‘Tekenpakket’ of PCR onderzoek specifiek op de ziekte van Lyme. Uw dierenarts kan er alles over vertellen.”

DE HIPPISCHE ONDERNEMER 3/2023 | 53 GD

Toename rode bloedwormproblemen bij jonge paarden?

Royal GD bracht in 2022 in kaart welke infectieziektes er spelen tijdens de opfok van jonge paarden. Besmetting met rode bloedwormen (cyathostominae of kleine strongyliden) en, mede daardoor, diarree, koliek en sterfte, bleken bovengemiddeld vaak voor te komen. Een passend wormbeheerprogramma op een bedrijf met jonge paarden is dus heel belangrijk.

Binnen de gezondheidszorg voor paarden in Nederland wordt vaak vooral naar het individuele dier of bedrijf gekeken. Minder vaak worden signalen vanuit de praktijk over bedrijven heen gedeeld. Met het pilotproject ‘Monitoring jonge paarden 2022’ hoopt GD het delen van deze signalen uit de praktijk te bevorderen, in kaart te brengen wat er op de opfokbedrijven speelt op het gebied van infectieziekten en dit vervolgens terug te koppelen aan paardenhouders en dierenartsen.

Onderdeel van het project was dat dierenartsen gestorven of ge-euthanaseerde paarden in de leeftijd tot drie jaar konden insturen naar de pathologieafdeling van GD, om onderzoek te doen naar

de doodsoorzaak. In het najaar van 2022 werden veertien jonge dieren, specifiek verdacht van een infectieziekte, na overleg aangenomen voor dit postmortale onderzoek. Bij acht van deze dieren bleek een serieuze besmetting met rode bloedworm-larven een grote rol te spelen.

BLINDEDARMINSCHUIVING

(Eén van de paarden kwam van een groot opfokbedrijf waar meerdere jonge dieren klinische klachten vertoonden van vermageren, een dor haarkleed, koorts en diarree. Een aantal van deze dieren moest op een kliniek worden behandeld. Opmerkelijk was dat een bovengemiddeld aantal dieren ook koliekverschijnselen had vertoond en later bij een operatie dan

Het seizoenspatroon van rode bloedwormen per maand gedurende een jaar. De rode lijn is het aantal wormeieren per gram mest, blauw de larven per kg gras.

wel euthanasie een inschuiving van de blinde darm (caecuminvaginatie) werd geconstateerd. Ook de voor post-mortem onderzoek ingestuurde jaarling vertoonde een blindedarminschuiving, met daarnaast een ernstige bloedwormbesmetting. Het bleek dat niet alleen op dit bedrijf deze problematiek speelde. Ook vanuit andere bedrijven had deze kliniek gedurende het najaar van 2022 meerdere jonge paarden met een soortgelijk verhaal aangeboden gekregen. Daarnaast meldden ook andere paardenklinieken meer gevallen van blindedarminschuiving dan voor hun gevoel in eerdere jaren gemiddeld gebruikelijk was. Drie bij dit artikel betrokken grote paardenklinieken, hadden in het najaar van 2022 in totaal ongeveer 30 gevallen van jonge paarden waarbij tijdens een koliekoperatie een blindedarminschuiving werd vastgesteld op een totaal van ongeveer 338 koliekoperaties (≈9%).

OORZAKEN

Blindedarminschuivingen komen wereldwijd niet vaak voor als oorzaak voor (chirurgische) koliek bij paarden. In de literatuur wordt een percentage blindedarminschuivingen gemeld variërend van 1,2 tot 1,6%. Het percentage paarden dat

54 | DE HIPPISCHE ONDERNEMER 3/2023
Tekst: Linda van Wollenberg e.a.

hiermee werd gediagnosticeerd in de betrokken Nederlandse paardenklinieken (ca. 9%) ligt daar dus een flink stuk boven.

De veronderstelling is dat een blindedarminschuiving het gevolg is van het ontregeld raken van de normale samentrekkingen van de darmwand. Mogelijke oorzaken hiervoor zijn lintworminfecties, abcessen in de blinde darm en/of medicatie die de darmbewegingen beïnvloedt. In recentere publicaties wordt echter ook een verband gelegd met (ernstige) rode bloedworminfecties en/of behandeling met een ontwormingsmiddel bij zwaar met rode bloedwormen besmette paarden. Vanuit de betrokken klinieken werd teruggekoppeld dat een behoorlijk deel van de paarden dat geopereerd werd vanwege een blindedarminschuiving, enkele weken daarvoor was ontwormd met een moxidectine bevattend middel.

HEFTIGE WORMINFECTIES

Er kwamen bij de Helpdesk Paard

afgelopen jaar beduidend meer telefoontjes binnen over worminfecties bij jonge

paarden dan gemiddeld de jaren ervoor. Diverse dierenartsen gaven tijdens deze contacten aan dat ze in hun praktijkgebied meer en heftigere problemen leken tegen te komen van rode bloedworm-infecties in koppels jonge paarden dan eerdere jaren. Mogelijk komt dit onder andere doordat het weideseizoen in 2022 bovengemiddeld warm en zonnig was, waardoor veel koppels jonge dieren langer op de weide bleven lopen dan anders. De jonge paarden zijn daardoor, tenzij preventieve maatregelen zijn genomen, relatief langer blootgesteld aan een

RODE BLOEDWORMEN

oplopende infectiedruk, die aan het eind van het seizoen het hoogst is (zie figuur 1). In zo’n lang seizoen, dat op andere gebieden optimaal is voor de gezondheid en het welzijn van de jonge paarden, is een goed en bij het bedrijf passend wormbeheerprogramma dus extra belangrijk. Een dierenarts die het bedrijf goed kent, is bij uitstek degene die een bedrijf hierover advies kan geven.

Dit artikel is, in vereenvoudigde vorm, overgenomen uit het Tijdschrift voor Diergeneeskunde nr. 4, 1 april 2023.

Rode bloedwormen, ook wel bekend als cyathostominae of kleine strongyliden, zijn een onderfamilie uit de orde van de Strongylidae (rondwormen). Zij behoren tot de meest voorkomende maagdarmwormen bij paarden. Deze wormsoort komt alom voor op paardenweilanden en geldt als een van de meest ziekteverwekkende inwendige parasieten bij vooral jonge paarden. Een infectie wordt op de weide opgelopen. De infectiedruk van de besmettelijke larven op de weide bouwt zich op tijdens het weideseizoen (zie figuur 1), tenzij er preventieve maatregelen worden genomen, zoals regelmatig verwijderen van mest of omweiden naar schone weides. Een ernstige besmetting kan resulteren in de ontwikkeling van klinische ziekte met klachten als sloomheid, gewichtsverlies, diarree, koliek of een ernstige plaatselijke en/of algehele ontstekingsreactie. Vooral jonge paarden van één tot drie jaar zijn hier gevoelig voor.

DE HIPPISCHE ONDERNEMER 3/2023 | 55 GD
Dierenartsen leken vorig jaar meer en heftiger problemen met rode bloedworm-infecties tegen te komen in koppels jonge paarden dan anders

ONDER DE LOEP:

Ziekteverwekkers onder veulens in eerste opfokperiode

Met welke ziekteverwekkers hebben veulens in de start van de opfokperiode te kampen? Dat heeft Royal GD afgelopen jaar in kaart gebracht. Deze kennis helpt om dieren adequaat te behandelen bij ziekte, maar mogelijk ook om ziektes te voorkomen, bijvoorbeeld door vaccinatie en aanpassingen in het management. Dit draagt allemaal bij aan het verbeteren van de zorg voor het jonge dier, want dat staat hoog in het vaandel bij GD.

HET ONDERZOEK

Er werden zes opfokbedrijven in het onderzoek betrokken, waarbij er aan het begin van de opfokperiode door de eigen dierenarts, samen met een GD-medewerker, een bedrijfsbezoek werd afgelegd. Hierbij werd het management van het bedrijf onder de loep genomen en vaccinatieschema’s doorgenomen. In diverse recent samengestelde groepen van drie veulens werden neus- en rectale swabs verzameld en onderzocht op een aantal mogelijke ziekteverwekkers. Ziekteverschijnselen zoals hoesten, neusuitvloeiing, diarree, verminderde eetlust en lusteloosheid werden geregistreerd en van de zieke veulens werden tussentijds monsters genomen. In geval van sterfte van een veulen tijdens de eerste drie maanden van de opfok, werd door GD sectie op het lichaam van het dier uitgevoerd.

RESULTATEN

Er bleken diverse infectieuze aandoeningen van de voorste luchtwegen te circuleren op de opfokbedrijven. Op vijf van de zes bedrijven werd het equine herpesvirus type 4 (EHV-4) aangetoond. Het equine herpesvirus type 1 (EHV-1) werd in deze fase van de opfok slechts bij één bedrijf gevonden. Circulatie van Streptococcusequi subsp. equi, de verwekker van droes, werd op drie van de zes opfokbedrijven aangetoond.

Als het gaat om infectieuze ziekteverwekkers die diarree kunnen veroorzaken, werden bij de meeste bedrijven met name equine rotavirussen en equine coronavirussen aangetoond. Daarnaast werd bij één bedrijf salmonella gevonden. Enkele secties van overleden dieren leverden aanvullende informatie op over ziektebeelden en ziekteverwekkers bij deze jonge dieren, zoals clostridium-infecties, listeria-infecties en maagdarmworminfecties.

NIET PER SE ZIEK

De aangetoonde ziekteverwekkers zorgden er overigens niet in alle gevallen voor dat de jonge paarden daadwerkelijk ziek werden. Dat hangt ook af van onder andere de infectiedruk, het al dan niet gevaccineerd zijn tegen de betreffende ziekteverwekker en de conditie en weerstand van het veulen.

56 | DE HIPPISCHE ONDERNEMER 3/2023 GD
Linda van den Wollenberg, specialist inwendige ziekten Tara de Haan, projectleider Kees van Maanen, veterinair microbioloog Emiel Schiphorst, businessmanager Carlijn ter Bogt, project- en productmanager Tekst: Kees van Maanen

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.