Schaap en Geit

Page 1

VOOROP IN DIERGEZONDHEID

schaap en geit Februari 2021 - nummer 25

REPORTAGE

Meer werkplezier met nieuwe koppel schapen

KENNISEVENT

Online informatie vergaren

LAMMEROPFOK

Problemen door ‘uierbacterie’


®

Geïnactiveerd vaccin, tegen mastitis bij schapen en geiten, in injecteerbare emulsie. Geïnactiveerd Geïnactiveerd vaccin, vaccin, tegen tegen mastitis mastitis bij bij schapen schapen en geiten, in injecteerbare emulsie. en geiten, in injecteerbare emulsie.

MAAK MAAK SUBKLINISCHE SUBKLINISCHE MASTITIS MASTITIS ZICHTBAAR ZICHTBAAR

VIMCO®, geïnactiveerd vaccin tegen mastitis bij vrouwelijke schapen en geiten, emulsie voor injectie. SAMENSTELLING: Een dosis (2 ml) bevat: actieve substantie: Staphylococcus aureus geïnactiveerd, die biofilm type SP 140 ≥ 8,98 SAAC tot expressie brengt. Adjuvans: vloeibare paraffine: 18,2 mg bij Excipiënt: benzylalcohol: mg. INDICATIES: immunisatie van gezonde problemen veroorzaakt door mastitis. Verlaagtaureus de incidentie van subklinische Staphylococcus VIMCO®, geïnactiveerd vaccin tegen mastitis vrouwelijke schapen en21geiten, emulsie voorActieve injectie. SAMENSTELLING: Een ooien dosis met (2 ml) bevat: actieve substantie: Staphylococcus geïnactiveerd, die biofilmmastitis type SPveroorzaakt 140 ≥ 8,98door SAAC tot expressie aureus (minder uierlaesies, lager somatisch enbenzylalcohol: lager S. aureus Actieve immunisatie vanvan gezonde vrouwelijke in kuddes met terugkerende mastitisproblemen voorvan hetsubklinische verlagen vanmastitis de incidentie van subklinische mastitis brengt. Adjuvans: vloeibare paraffine: 18,2 mgcelgetal Excipiënt: 21 uitscheiding). mg. INDICATIES: Actieve immunisatie gezonde ooien metgeiten problemen veroorzaakt door mastitis. Verlaagt de incidentie veroorzaakt door Staphylococcus veroorzaakt dooruierlaesies, Staphylococcus aureus en celgetal coagulase-negatieve stafylokokken. Echter, in geval van klinische mastitis vrouwelijke veroorzaaktgeiten door coagulase-negatieve stafylokokken, neemt de ernst klinische (uiterlijk uier en melk) af. aureus (minder lager somatisch en lager S. aureus uitscheiding). Actieve immunisatie van gezonde in kuddes met terugkerende mastitisproblemen voorvan het de verlagen van tekenen de incidentie van van subklinische mastitis TOEDIENINGSROUTE: Intramusculair. Laat en hetcoagulase-negatieve vaccin vóór toediening op een temperatuur +25 °C komen. voordoor gebruik. Minimum leeftijd stafylokokken, voor vaccinatie:neemt 8 maanden. DOSERING: 5 weken tekenen voor de verwachte werpdatum dosis veroorzaakt door Staphylococcus aureus stafylokokken. Echter, tussen in geval+15 vanenklinische mastitisSchudden veroorzaakt coagulase-negatieve de ernst van de klinische (uiterlijk van uier en een melk) af. (2 ml) toedienen door Intramusculair. middel van diepe intramusculaire injectie in deop nekspieren en 3 weken na +15 de eerste dosis een tweede dosisvoor toedienen. basisvaccinatieschema moet vóór elke lactatieperiode worden BIJWERKINGEN (frequentie en TOEDIENINGSROUTE: Laat het vaccin vóór toediening een temperatuur tussen en +25 °C komen. Schudden gebruik.Het Minimum leeftijd voor vaccinatie: 8 maanden. DOSERING: 5 wekenherhaald. voor de verwachte werpdatum een dosis VIMCO®, geïnactiveerd vaccin tegen mastitis bijdiepe vrouwelijke en geiten, emulsie voor SAMENSTELLING: Een dosisdosis (2 Vaak: ml) bevat: actieve substantie: Staphylococcus geïnactiveerd, die maximaal biofilm type SP 140 ≥ 8,98 SAAC tot ernst): zeer vaak: lichtemiddel zwelling de plaats vanschapen injectie,injectie minder cm in doorsnee, die binnen 12 dagen verdwijnt. zwelling op de plaats van injectie, meer 5 aureus cm doorsnee, die binnen 3BIJWERKINGEN dagen verdwijnt. Een tijdelijke (2 ml) toedienen door vanop intramusculaire indan de 2nekspieren en 3injectie. weken na demaximaal eerste dosis een tweede toedienen. Het basisvaccinatieschema moetdan vóór elkeinlactatieperiode worden herhaald. (frequentie en expressie brengt. Adjuvans:verhoging vloeibare paraffine: mgop Excipiënt: benzylalcohol: mg. INDICATIES: Actieve van12 gezonde ooien met problemen veroorzaakt doorinjectie, mastitis. Verlaagt de van veroorzaakt door Staphylococcus de lichaamstemperatuur van maximaal 1,8 minder °C21 kan optreden tussen de eerste 4 uur maximaal en 3 dagen na injectie; deze verdwijnt vanzelf binnen enkele dagen zonder dat 5 decm gezondheid van desubklinische dieren maximaal gevaar mastitis loopt. Anafylactische reacties, die ernst): zeervan vaak: lichte18,2 zwelling de plaats van injectie, dan 2 cm in doorsnee, die immunisatie binnen dagen verdwijnt. Vaak: zwelling op de plaats van meer dan inincidentie doorsnee, die binnen 3 dagen verdwijnt. Een tijdelijke levensgevaarlijk kunnen zijn en/of abortus traden zeer zelden op, basis4van het verlenen van de vergunning. Onder omstandigheden de symptomen snel en op passende aureus (minder uierlaesies, somatisch celgetal en lagerveroorzaken S.1,8 aureus uitscheiding). Actieve immunisatie gezonde vrouwelijke geitennain kuddes met terugkerende mastitisproblemen voor verlagen vanloopt. de incidentie van subklinische verhoging vanlager dezouden lichaamstemperatuur van maximaal °C kan optreden tussen deop eerste uurgeneesmiddelenbewakingsrapportage en van 3 dagen na injectie; deze verdwijnt vanzelf binnen enkele dagen zonder datdeze de gezondheid vanhet demoeten dieren gevaar Anafylactische reacties,wijze die mastitis behandeld. Lichte apathie, anorexia en/of liggende houding traden na toediening hetvan vaccin zeer mastitis zelden op,veroorzaakt op basis van door geneesmiddelenbewakingsrapportage naOnder het verlenen van vergunning. Geen. Nul veroorzaakt doorworden Staphylococcus aureus en zijn coagulase-negatieve stafylokokken. in geval van klinische coagulase-negatieve stafylokokken, neemt de de ernst vanmoeten de CONTRA-INDICATIES: klinische tekenen (uiterlijk van uierwijze en melk) af. levensgevaarlijk zouden kunnen en/of abortus veroorzaken traden zeerEchter, zelden op, op van basis geneesmiddelenbewakingsrapportage na het verlenen van de vergunning. deze omstandigheden de symptomen snel en opWACHTTIJD: passende dagen. SPECIALE Alleen gezonde dieren vaccineren. Specifieke aandachtspunten die moeten worden overwogen de persoon die het medicijn aanverlenen de8dieren toedient: dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik bevat wordenIntramusculair. behandeld.VOORZORGSMAATREGELEN: Lichte apathie, anorexia en/of liggende houding traden na toediening van het vaccin zelden op, op basis van geneesmiddelenbewakingsrapportage na het van de vergunning. CONTRA-INDICATIES: Geen. WACHTTIJD: Nul een dosis TOEDIENINGSROUTE: Laat het vaccin vóór toediening op een temperatuur tussen +15 en +25 zeer °C komen. Schudden voor gebruik.door Minimum leeftijd voor vaccinatie: maanden. DOSERING: 5 weken voor de verwachte werpdatum olie. Onbedoelde of zelfinjectie kan acute en zwelling veroorzaken, met name bij injectie een gewrichtworden of vinger en kan indoor uitzonderlijke gevallen verlies vande de betreffende vinger leiden als er niet onmiddellijk medische hulp wordt dagen. SPECIALE Alleen dieren vaccineren. Specifieke aandachtspunten dietweede moeten overwogen de persoon die het tot medicijn aan dieren toedient: dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik bevat (2 ml) toedienenminerale door middel vanVOORZORGSMAATREGELEN: diepe injectie intramusculaire injectie ingezonde depijn nekspieren en 3 weken na de eerste dosis ineen dosis toedienen. Het basisvaccinatieschema moet vóór elke lactatieperiode worden herhaald. BIJWERKINGEN (frequentie en ingeroepen. (tussen 2 enof8 zelfinjectie °C) bewaren vervoeren beschermen tegen met licht.name Zie de voor informatie. VERPAKKINGSGROOTTE: 10 ml (5 50 ml (25 doses) en 100leiden ml (50 doses) Transparante flacons van glas en olie.Gekoeld Onbedoelde injectie kanenacute enen zwelling veroorzaken, bij bijsluiter injectie een meer gewricht of vinger kan in uitzonderlijke tot doses), verlies van de betreffende vinger er niet onmiddellijk medische hulp wordt ernst): zeer vaak:minerale lichte zwelling op de plaats van injectie, minder danpijn 2 cm in doorsnee, die binnen maximaal 12 in dagen verdwijnt. Vaak:en zwelling op de plaatsgevallen van injectie, meer dan 5 cm in doorsnee, die als binnen maximaal 3 dagen verdwijnt. Een tijdelijke polyethyleen (PET), type I, afgesloten met een rubberen stop en aluminium dop. (Mogelijk zijnZie nietdealle verpakkingsgroottes verkrijgbaar.) ATCvet-code: QI03AB en QI04AB. Vergunninghouder: LABORATORIOS HIPRA, S.A., Avda. la Selva,flacons 135. 17170 Amer ingeroepen. Gekoeld (tussen 2 en 8 °C) bewaren en vervoeren en beschermen tegen licht. bijsluiter voor meer informatie. VERPAKKINGSGROOTTE: 10 ml (5 doses), 50 ml (25 doses) en 100 ml (50 doses) Transparante van glas en verhoging van de(Girona) lichaamstemperatuur van430660 maximaal 1,8 °C972 kan optreden tussen 4 uur en 3 dagen na injectie; op deze verdwijnt vanzelf binnen enkele dagen zonder dat de van degebruik dierendient gevaar loopt.opAnafylactische reacties, die Spanje Tel.+34 – Fax REGde NLeerste 121005 Gebruik geneesmiddelen verantwoorde wijze. Voor informatie dit geneesmiddel voorgezondheid diergeneeskundig u contact te nemen met de polyethyleen (PET), type I,972 afgesloten met een+34 rubberen430661 stop en Reg.nr. aluminium dop. (Mogelijk UDD. zijn niet alle verpakkingsgroottes verkrijgbaar.) ATCvet-code: QI03AB enover QI04AB. Vergunninghouder: LABORATORIOS HIPRA, S.A., Avda. la Selva, 135. 17170 Amer levensgevaarlijk plaatselijke zouden kunnen zijn en/of abortus veroorzaken traden zeer zelden op, op basis van geneesmiddelenbewakingsrapportage na het verlenen van de vergunning. Onder deze omstandigheden moeten de symptomen snel en op passende wijze vertegenwoordiger van de vergunninghouder. (Girona) Spanje Tel.+34 972 430660 – Fax +34 972 430661 Reg.nr. REG NL 121005 UDD. Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. Voor informatie over dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik dient u contact op te nemen met de worden behandeld. Lichte apathie, anorexia en/of liggende houding traden na toediening van het vaccin zeer zelden op, op basis van geneesmiddelenbewakingsrapportage na het verlenen van de vergunning. CONTRA-INDICATIES: Geen. WACHTTIJD: Nul plaatselijke vertegenwoordiger van de vergunninghouder.

dagen. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN: Alleen gezonde dieren vaccineren. Specifieke aandachtspunten die moeten worden overwogen door de persoon die het medicijn aan de dieren toedient: dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik bevat minerale olie. Onbedoelde injectie of zelfinjectie kan acute pijn en zwelling veroorzaken, met name bij injectie in een gewricht of vinger en kan in uitzonderlijke gevallen tot verlies van de betreffende vinger leiden als er niet onmiddellijk medische hulp wordt ingeroepen. Gekoeld (tussen 2 en 8 °C) bewaren en vervoeren en beschermen tegen licht. Zie de bijsluiter voor meer informatie. VERPAKKINGSGROOTTE: 10 ml (5 doses), 50 ml (25 doses) en 100 ml (50 doses) Transparante flacons van glas en polyethyleen (PET), type I, afgesloten met een rubberen stop en aluminium dop. (Mogelijk zijn niet alle verpakkingsgroottes verkrijgbaar.) ATCvet-code: QI03AB en QI04AB. Vergunninghouder: LABORATORIOS HIPRA, S.A., Avda. la Selva, 135. 17170 Amer (Girona) Spanje Tel.+34 972 430660 – Fax +34 972 430661 Reg.nr. REG NL 121005 UDD. Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. Voor informatie over dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik dient u contact op te nemen met de plaatselijke vertegenwoordiger van de vergunninghouder.

HIPRA BENELUX HIPRA BENELUX 62 Nieuwewandeling Nieuwewandeling 62 9000 Gent 9000 Gent

HIPRA BENELUX

0(031)235-332526 Nieuwewandeling 62 0(031)235-332526 benelux@hipra.com 9000 Gent benelux@hipra.com www.hipra.com www.hipra.com

0(031)235-332526 benelux@hipra.com www.hipra.com


voorwoord

MEEGAAN MET DE TIJD Het dagelijks leven wordt nog steeds beheerst door de COVID-uitbraak die Nederland inmiddels bijna een jaar in zijn greep houdt. Een uitbraak die veel leed en uitdagingen met zich meebrengt. In december 2020 heeft GD voor het eerst een webinar georganiseerd voor melkgeitenhouders, waarin schijndracht, salmonellose en actualiteiten zijn besproken. Eerder in 2020 organiseerden we met vakblad Het Schaap een webinar voor schapenhouders over pasteurellose (zomerlongontsteking). Beide webinars zijn een uitvloeisel van de beperkingen voor fysieke bijeenkomsten. Recent stonden we voor de uitdaging om de jaarlijkse kennisavonden te organiseren, gezamenlijk met vakblad Het Schaap en LTO. Reeds in oktober was besloten dat dit een Online Kennisevent zou worden. Op het laatste moment stonden we voor een nieuwe uitdaging omdat de avondklok werd ingevoerd. Uiteindelijk is het gelukt om ruim 300 schapenhouders interac-

tief te informeren over verschillende actuele onderwerpen. De eerste indruk van de avond zelf en de evaluatie is dat de bezoekers de bijeenkomst hebben gewaardeerd en dat een digitaal event ook mogelijkheden biedt. Het aflamseizoen is aanstaande of reeds begonnen. Vaak de mooiste, maar ook drukste tijd van het jaar. In deze editie treft u tips en aandachtspunten om alert op te zijn in deze periode, maar ook wat u kunt doen wanneer u met abortus wordt geconfronteerd. In de reportage wordt het verhaal van schapenhouder Tom de Jong beschreven. Hij heeft vanwege het voorkomen van een tweetal chronische aandoeningen in zijn koppel een drastische beslissing genomen. Hij neemt ons mee in zijn afwegingen en ervaringen in aanloop hier naartoe en vertelt zijn ’nieuwe‘ kijk op de toekomst. Ik wens u veel leesplezier. Heeft u suggesties of wensen? We horen het graag! René van den Brom, Sectormanager Kleine Herkauwers

inhoud 04 Actueel

Bereikbaarheid U kunt GD van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 18.30 uur telefonisch bereiken via 0900-1770. Voor inhoudelijke vragen kunt u de Veekijker Schaap en Geit bellen tussen 15.00 en 17.00 uur op 0900 - 7100 000.

06 Online kennisevent

Tarieven

09 Monitoring: fotosensibiliteit

Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en basiskosten.

Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

09

10 Reportage: schapenhouder Tom de Jong verving zijn koppel

COLOFON

Schaap en Geit is een uitgave van Royal GD | Redactie René van den Brom, Piet Vellema, Eveline Dijkstra, Karianne Lievaart-Peterson, Carlijn ter Bogt, Tara de Haan en Anita Werkman | Beeldredactie Wendy van de Streek | Eindredactie Marije Stomps Redactieadres GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Basisontwerp Studio Kaap Vormgeving Dock35 Media B.V. | Druk Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Abonnementen Schaap en Geit wordt gratis toegezonden aan relaties van GD. Een jaarabonnement (twee nummers) voor personen buiten de doelgroep kost € 17,75 (excl. btw) | Advertenties Dock35 Media B.V., T. 0314-35 58 52 | Verschijningsfrequentie drie keer per jaar | Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, dan verzoeken wij u deze door te geven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever | Disclaimer Royal GD en de redactie zijn niet verantwoordelijk en daardoor niet aansprakelijk voor de inhoud van de geplaatste advertenties en advertorials.

15 Quiz: Wat weet u over aflammeren? 16 ‘Uierbacterie’ kan problemen veroorzaken bij lammeren

19 19 Mineralen: meten is weten 20 Weet wat er speelt bij abortus

Fotografie cover: Marcus Pasveer

23 De boer op

ISSN: 1875-2594 Wilt u dit blad niet meer ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 0900-1770, vraag naar klantdatabeheer (lokaal tarief) of mail naar brbs@gddiergezondheid.nl.

20

24 Diergezondheid volgens Theo van der Meer

Schaap en Geit, februari 2021 - 3


SG-Online nu ook als app beschikbaar Met de app is SG-Online nu overal beschikbaar! U kunt in de stal, in de wei of aan de keukentafel uw lammeren snel en eenvoudig aanmelden bij RVO. Met SG-Online heeft u alle administratieve gegevens van uw schapen en geiten overzichtelijk bij elkaar. Een groot deel van de schapen- en geitenhouders maakt al gebruik van SG-Online. Zij kunnen de app nu downloaden in de App Store of op Google Play. Aanmelden kan met uw UBN en postcode. U kunt daarna een gebruikersnaam en een wachtwoord aanmaken, waarmee u vanaf dan kunt inloggen in de SG-Online app.Bent u nog geen deelnemer van SG-Online? Meld u dan nu aan op www.gddiergezondheid.nl/ sg-online en ontvang een lammerfles bij uw aanmelding cadeau. ALLE MOGELIJKHEDEN ONTDEKKEN? WWW.SG-ONLINE.NL

Nederland behoudt vrij-status Brucella melitensis Jaarlijks moeten 1.475 ad random door de overheid geselecteerde bedrijven worden onderzocht op de aanwezigheid van Brucella melitensis. Dat hebben we ook in 2020 met elkaar gehaald. Hierdoor behoudt Nederland zijn vrijstatus en is het voor de schapen- en geitenhouderij eenvoudiger om dieren te exporteren. Wij hopen dat de monitoring op Brucella melitensis in 2021 weer net zo goed verloopt. De houders die dit jaar geselecteerd zijn om mee te doen aan het onderzoek, hebben hierover inmiddels een brief ontvangen. GD voert dit onderzoek uit in opdracht van het ministerie van LNV.

Biestopnamecheck voor geitenlammeren Biest is het toverwoord als het gaat om een goede start voor uw lammeren. Type en kwaliteit biest zijn van groot belang, maar ook biestverzameling, -opslag, -behandeling, -gift en -opname zijn belangrijk. GD biedt de Biestopnamecheck, een nieuw en innovatief bloedonderzoek op beschermende afweerstoffen (IgG) bij geitenlammeren, tegen een verlaagd tarief aan. Een goede biestvoorziening is essentieel voor een goede start van pasgeboren lammeren. Via de biest worden beschermende afweerstoffen opgenomen die belangrijk zijn voor de afweer tegen ziekteverwekkers in de periode dat het eigen immuunsysteem van het jonge lam nog in ontwikkeling is. Omdat de darmen van pasgeboren lammeren slechts korte tijd (ongeveer 24 uur) IgG doorlaten, is het belangrijk dat de lammeren kort na de geboorte voldoende verse biest binnenkrijgen van goede kwaliteit. De Biestopnamecheck is niet gevalideerd voor schapenlammeren. Voor schapenlammeren kan met het Pakket Elektoforese een indruk gekregen worden van de biestopname. MEER OVER DE BIESTOPNAMECHECK WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/BIESTOPNAMECHECKGEIT

Leverbotvrij de wei in voorkomt problemen Schade door leverbot is te voorkomen door goede controle op een leverbotbesmetting. Zorgen dat de dieren in het voorjaar leverbotvrij de wei ingaan, kan in het najaar veel leverbotproblemen voorkomen. Schapen- en geitenhouders die willen weten hoe het zit met leverbot op hun bedrijf, kunnen leverbot eenvoudig monitoren via mestonderzoek (leverbotantistoffen-ELISA).

MEER OVER BRUCELLA MELITENSIS

KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP

WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/BRUCELLA

WWW.LEVERBOT.NL

4 - Schaap en Geit, februari 2021


actueel

Enquête om inzicht te krijgen in coccidiose Coccidiose is een parasitaire darmaandoening die wordt veroorzaakt door verschillende eimeria-soorten. Het kan gepaard gaan met diarree, soms met bloedbijmenging. In de praktijk is vaak niet duidelijk welke behandelingen worden gedaan in koppels. Om hier meer inzicht in te krijgen, willen wij u vragen of u een enquête hierover wilt invullen via www.formdesk.com/royalGD/coccidiose. Deelnemers krijgen een gratis Schaapkompas. Alvast hartelijk bedankt.

Laat afwijkingen lammeren en abortus onderzoeken Rond de jaarwisseling meldden enkele schapenhouders bij de Veekijker over de geboorte van lammeren met aangeboren afwijkingen, onder meer kromme poten, draainekken en bochels in de rug. Deze afwijkingen kunnen verschillende oorzaken hebben. Op advies van de Veekijker zijn lammeren ingestuurd voor pathologisch onderzoek. Naast genoemde afwijkingen kwamen afwijkingen aan het zenuwstelsel voor en is het schmallenbergvirus (SBV) aangetoond. Abortusdiagnostiek Het optreden van een abortus is vervelend. Niet alleen vanwege de economische schade, maar vooral ook omdat veel abortusverwekkers besmettelijk zijn voor de mens. Het belang van een diagnose is groot, zodat er tijdig kan worden ingegrepen. GD heeft hiervoor verschillende abortusdiagnostiek mogelijkheden. Pathologisch onderzoek is de beste manier om de diagnose van abortus te stellen. Wanneer u te maken krijgt met abortus, kunt u de verworpen of doodgeboren vrucht met de nageboorte insturen naar GD. Met een abortuspakket kunt u door middel van het nemen van een diepe keelswab bij de verworpen vrucht, laagdrempelig de oorzaak van de abortus onderzoeken. Dit product is zeer geschikt als de nageboorte ontbreekt. Deze swabs zijn verkrijgbaar via uw dierenarts of bij GD via 0900-1770 optie 3. Overige laboratoriumbepalingen GD biedt een test aan voor Chlamydia abortus middels het inzenden van swabs.

Ook in grasrijke winter kan bijvoeren schapen nodig zijn

U kunt als houder vervolgens zelf uw dieren bemonsteren. Het is van belang dat u dit binnen een week na het aflammeren doet. U kunt individuele swabs laten testen, maar het is ook mogelijk om de swabs als pool van maximaal tien swabs te laten onderzoeken. Dit scheelt in de kosten, maar let op: door het poolen is het bij een positieve uitslagen niet meer te herleiden welk(e) dier(en) positief zijn. Wel weet u dan dat er Chlamydia abortus speelt op uw bedrijf. Deze swabs zijn verkrijgbaar via uw dierenarts of bij GD via 0900-1770 optie 3. MEER INFO

Melkziekte, slepende melkziekte en stijve overhouders zijn aandoeningen die jaarlijks in meer of mindere mate voorkomen. Het optreden van deze aandoeningen hangt in vrijwel alle gevallen samen met het rantsoen dat drachtige dieren gevoerd krijgen. In winters met veel gras blijkt dat buiten lopende schapen vaak weinig krijgen bijgevoerd. De Veekijker krijgt dan regelmatig vragen over deze drie voedingsgerelateerde aandoeningen. Ten onrechte menen schapenhouders dat schapen in winters met veel gras geen bijvoeding nodig hebben. Daarnaast is bijvoeding ook van belang voor de vitaliteit van lammeren en de biest-/melkproductie na het aflammeren. Ondanks de waarschuwing afgelopen jaar om drachtige schapen goed te voeren, met name in de laatste weken van de dracht, werden ook in het vervolg van het aflamseizoen met regelmaat problemen met melkziekte en slepende melkziekte gemeld. In de meeste gevallen betrof het schapen die niet of onvoldoende bijgevoerd waren.

WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ABORTUS

Schaap en Geit, februari 2021 - 5


ONLINE KENNISEVENT GD EN VAKBLAD HET SCHAAP

Schapenhouders bijgepraat over actuele en veterinaire thema’s Het was een primeur en een succes: op donderdag 28 januari vond het eerste online kennisevent van GD en Vakblad Het Schaap plaats. Dit natuurlijk in verband met de coronamaatregelen. Ruim driehonderd schapenhouders volgden de interessante presentaties en filmpjes online en van de mogelijkheid om live via de chat vragen te stellen, werd massaal gebruik gemaakt. Normaal gesproken vinden de kennisavonden verspreid door het land plaats. Dat was ook dit jaar de insteek, maar dan volledig online en op één avond: 28 januari. Geen reistijd voor u als schapenhouder, maar wel dezelfde experts die interessante onderwerpen op praktische wijze uw huiskamer binnenbrachten. De presentatie was in handen van Jacques Engelen, adjuncthoofdredacteur van vakblad Het Schaap. Hij en de deskundigen stonden live paraat voor chatvragen en zo ontstond er een levendige en interactieve sfeer. LTO toonde een nieuwe film over wolven. Dit onderwerp leidde tot veel vragen van schapenhouders en interactie in de chat.

Piet Vellema van GD toonde de leverbot­ besmettingen (rood op kaart) in Nederland. In de chat werden veel vragen gesteld over deze aandoening.

6 - Schaap en Geit, februari 2021

Vroeggeboortes en abortus Wie alles wilde weten over vroeggeboortes was bij René van den Brom aan het juiste adres. Als dierenarts is hij verbonden aan GD, waar hij ook manager is van de afdeling Kleine Herkauwers. Hij gaf uitleg over vroeggeboortes en liet zien hoe je eenvoudig kunt laten testen of er sprake is van een besmettelijke abortus en wat je in zo’n geval kunt doen. Hij sprong vervolgens ook nog in op de actualiteit en gaf een powerpointpresentatie over het schmallenbergvirus. Dat werd zeer gewaardeerd door de schapenhouders. In een drietal filmpjes was te zien hoe Mark van der Heijden, dierenarts herkauwer bij Universitaire Landbouwhuisdieren Prakijk (ULP), normale en afwijkende verlossingen bij lammeren in goede banen leidde. Daarbij gaf hij diverse nuttige tips. Social distancing bij zwoegerziekte GD-dierenarts Karianne Peterson besprak de parallellen tussen zwoegerziekte en corona, ondanks dat zwoegerziekte niet bij mensen voorkomt. Wat blijkt? Bij beide ziekten is ‘social distancing’ het toverwoord. Uit haar verhaal werd duidelijk dat we in


kennisevent

Marije Stomps, redacteur

GD-dierenarts Karianne Peterson liet zien wat de verschillen en overeenkomsten tussen Covid19 en zwoegerziekte zijn.

de schapenhouderij kunnen leren van de maatregelen die we momenteel hanteren om Covid 19 te bestrijden. “Natuurlijk zijn er verschillen tussen de ziektes en de aanpak daarvan, maar ook overeenkomsten. Het blijkt dat als je social distancing toepast op schapen, zwoegerziekte niet verder wordt verspreid. Dat is echt nieuwe informatie over deze ziekte, waar we ons voordeel mee kunnen doen. De uitvoering is puzzelen, want hoe zet je dieren niet te dicht op elkaar, hoe groot of klein moeten koppels zijn, hoeveel ruimte geef je de dieren? Maar feit is dus dat als schapen uit elkaars ademruimte blijven, het reproductiegetal onder de 1 blijft en je de ziekte zo dus kan laten uitdoven. Uit deze informatie blijkt dus ook dat het bij elkaar opstallen van de dieren net is alsof je een rotje tussen de koppel gooit: dan zal zwoegerziekte zich snel verspreiden”, aldus Karianne. Leverbot Piet Vellema, eveneens dierenarts bij GD, behandelde de ziekte leverbot. Hij begon met kort te schetsen wat leverbot is. Deze parasiet, Fasciola hepatica, komt niet alleen voor bij herkauwers zoals schapen, geiten en runderen, maar ook bij paarden, hazen, reeën en soms bij de mens.

Prijswinnaars bekend! Er waren ook mooie prijzen te winnen tijdens het Kennisevent. De verloscursus van de ULP werd gewonnen door Gert Wilmsen uit Ysselsteyn. Peter Pruijssen uit Almkerk wist het gewicht van de ram (80 kg) het beste in te schatten en ging ervandoor met de hoofdprijs: een driedaags verblijf voor acht personen in natuurhuis Beatrixhoeve.

Aan de hand van een kort filmpje uit de sectiezaal werd duidelijk wat het voor een dier betekent om leverbot te hebben. Piet vervolgde zijn verhaal met hoe de diagnose leverbot gesteld kan worden, hoe er ingegrepen kan worden en wat de verwachtingen omtrent deze aandoening zijn op de lange termijn. Leverbot zal in steeds meer gebieden in Nederland voorkomen. “Dat komt doordat de grondwaterstand in veel gebieden wordt verhoogd, er natuurlijkvriendelijke oevers worden aangelegd, de resistentie voor diergeneesmiddelen toeneemt en het klimaat verandert: de temperatuur stijgt en in de winters valt meer regen. Leverbot gedijt namelijk goed bij vochtige omstandigheden en warm weer.” Ook schapenhouders die tot nog toe niet met deze parasiet te maken hadden bij hun dieren, lopen dus kans in de toekomst met leverbotbesmettingen geconfronteerd te worden. Gelukkig bood Piet in zijn relaas ook praktische handvatten en oplossingen hoe hiermee om te gaan. Fotosensibiliteit De aandoening fotosensibiliteit (zie ook pagina 9) werd behandeld door GD-dierenarts Eveline Dijkstra. Fotosensibiliteit is een overgevoeligheid voor zonlicht die niet wordt veroorzaakt door UV-straling, maar door een chemische reactie in een lichaamsvreemde stof in de huid onder invloed van zonlicht. De schimmeltoxine sporidesmin is zo’n stof. Met foto’s en filmpjes toonde Eveline welke gevolgen dit kan hebben. Verschijnselen zijn onder meer een dikke kop, jeuk aan de kop, soms met huidbeschadigingen tot gevolg, huidafwijkingen aan de kop, afwijkend oogslijmvlies et cetera. Ook kwam aan de orde hoe schapen met deze aandoening behandeld kunnen worden. Er is nog veel onduidelijk over fotosensibiliteit bij schapen en lammeren. Om het ziektebeeld beter in kaart te kunnen brengen, is er een enquête opgesteld. Schapenhouders worden van harte uitgenodigd om deze in te vullen. Oók als u het geschetste ziektebeeld bij uw schapen niet herkend. Alle informatie is waardevol. U vindt de enquête op: www.formdesk.com/royalGD/fotosensibiliteit-schapen.

Schaap en Geit, februari 2021 - 7


Blijvend actieve lammeren met BronchActive! Lammeren blijven drinken met de nieuwe BronchActive Poeder Wateroplosbaar! Het bevat etherische oliën voor behoud van een goede drink- en eetlust en gezonde luchtwegen. Deze wateroplosbare variant is speciaal ontwikkeld voor zowel de drinkautomaat als de speenemmer en kan over het ruwvoer gestrooid worden. Nu nog maar één product voor alle toepassingen!

Zodra de lammeren krachtvoer opnemen, wordt een beetje BronchActive over de brokjes gestrooid. De lammeren zijn verzot op de smaak en nemen eerder en meer krachtvoer op dan normaal. De eetlust wordt door BronchActive krachtig ondersteund, waardoor de lammeren zoveel krachtvoer opnemen, dat het overschakelen zonder speendip verloopt!

Speciaal voor de drinkautomaat, speenemmer of over het ruwvoer Lammeren blijven drinken Blijvend gezonde luchtwegen

Meer weten? www.vitalstyle.nl

ECOstyle wordt VITALstyle


Eveline Dijkstra, dierenarts kleine herkauwers

monitoring

Fotosensibiliteit bij schapen De Veekijker ontving in de nazomer van 2019 meerdere meldingen van schapen met verschijnselen van fotosensibiliteit. Het betrof zowel volwassen dieren als lammeren. Een duidelijke oorzaak voor de verschijnselen bleef uit. Afgelopen zomer kwamen er opnieuw meldingen binnen van soortgelijke, soms ernstige klachten. Daarom is een onderzoek gestart.

Opmerkelijk is dat schapen plotseling dikke koppen vertonen, al dan niet gepaard gaand met extreme jeuk. Daarnaast kan er irritatie van de huid rondom de ogen en op de oorbasis ontstaan, waarbij de huid in een later stadium zelfs afsterft en loslaat. Sommige dieren ontwikkelen ook gele slijmvliezen door ontstane leverschade. Samen werken aan meer inzicht Het verschijnsel fotosensibiliteit is niet nieuw, maar toch is het aantal meldingen en de beschrijving ervan opvallend. Fotosensibiliteit kent verschillende oorzaken, zoals opname van planten als Sint-Janskruid, Jacobskruiskruid, boekweit of blauwalgen. Maar ook door medicijnen, leverbot, mycotoxinen geproduceerd door schimmels en ernstige cobaltdeficiëntie. In de meeste gevallen gaat leverschade vooraf aan fotosensibiliteit. Om een beter beeld te krijgen van de mogelijke oorzaak en de mate van voorkomen is contact gezocht met houders en dierenartsen die schapen met fotosensibiliteit herkenden. Dankzij deze samenwerking is er nu een beter inzicht van het klinisch beeld. Daarnaast is aanvullend bloedonderzoek gedaan om de leverfunctie te beoordelen, zijn er dieren ingestuurd voor pathologisch onderzoek en zijn grasmonsters onderzocht.

Eerste bevindingen De eerste bevindingen van dit onderzoek laten zien dat de oorzaak van de problemen zeer waarschijnlijk te relateren is aan sporidesmin. De schapen en lammeren hebben in de wei hoogstwaarschijnlijk het schimmeltoxine sporidesmin opgenomen, wat wordt geproduceerd door de schimmel Pithomyces chartarum. Deze schimmel groeit goed op dood plantmateriaal in de grasmat onder warme vochtige omstandigheden (meer dan 90 procent luchtvochtigheid) als gedurende minimaal tien dagen de minimumdagtemperatuur boven de twaalf tot vijftien graden Celsius blijft. Het risico op schimmelgroei is aanwezig wanneer door warmte en droogte veel dood plantmateriaal in de weide is, het gras kort is gegraasd en er een warme en vochtige periode volgt. Als het dier de schimmelsporen van Pithomyces chartarum opneemt, ontstaat pithomycotoxicosis omdat in het dier mycotoxine sporidesmin vrijkomt. Dit mycotoxine wordt honderdvoudig geconcentreerd uitgescheiden met de gal en is erg schadelijk voor het galgangweefsel. Uit bladgroen (chlorofyl) wordt in de pens van herkauwers de stof fytoporfyrine gevormd. Normaal gesproken wordt deze stof in de lever omgezet en uitgescheiden met de gal. Bij een leverfunctiestoornis vindt deze uitscheiding niet of verminderd plaats en treedt fotosensibilisatie van de huid op. Helpt u mee? Met onderzoek komen niet alleen meer antwoorden, maar ook meer vragen. Verder onderzoek moet helpen verklaren waarom we dit ziektebeeld sinds twee jaar opmerken. Om de ervaringen van veehouders omtrent deze aandoening te polsen, hebben we een enquête opgesteld. U bent van harte uitgenodigd om deze in te vullen, wie weet komen we gezamenlijk tot een antwoord! www.formdesk.com/royalGD/fotosensibiliteit-schapen

Al sinds 2002 houdt Royal GD zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van LNV, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.

Schaap en Geit, februari 2021 - 9


“Het duurde even voordat ik de knoop kon doorhakken.”

Tom de Jong overziet zijn kersverse koppel zwoegervrije schapen. Een kruising Texelaars met Engelse Texelaars. Fotografie Marcus Pasveer

10 - Schaap en Geit, februari 2021


reportage

NIEUW KOPPEL NA GEZONDHEIDSPROBLEMEN

“Mijn werk is een stuk leuker geworden” De lammertijd was voor schapenhouder Tom de Jong voorheen een periode waarin hij door problemen met Chlamydia abortus met het lood in zijn schoenen naar de stal liep. Zwoegerziekte zorgde uiteindelijk voor de keuze om te wisselen van koppel. Dit gaf hem het plezier en vertrouwen in zijn werk terug. Als melkveehouder vond hij in 2006 zijn bedrijf niet groot genoeg om door te zetten, maar afscheid nemen van de veehouderij kon hij niet. Tom de Jong had altijd al schapen, maar sindsdien is hij zijn koppel langzaam gaan uitbreiden. “Inmiddels zit ik op zo’n tweehonderd schapen en is het geen kleine hobby meer te noemen”, lacht hij. Sluimerende gezondheidsproblemen Toch zat hij er niet altijd zo glunderend bij als nu. Met steeds grotere regelmaat merkte hij dat zijn dieren gezondheidsproblemen hadden. “Dit begon eigenlijk heel geleidelijk”, vertelt hij. “Ik had weleens een mager schaap of er liepen er een aantal tussen met uierproblemen. Dat heb ik een tijdje een beetje weggekeken met het idee dat het wel los zou lopen. Maar ik zag steeds vaker zwakke dieren. Toen heb ik op een rij gezet wat ik allemaal tegenkwam op jaarbasis en daar schrok ik best van.” Van de dieren met gezondheidsproblemen vertoonde een groot aantal een duidelijk beeld van zwoegerziekte.

Schaap en Geit, februari 2021 - 11


Last van verwerpers Naast deze problemen had hij in de lammertijd al langere tijd last van verwerpers. “In eerste instantie dacht ik niet aan Chlamydia abortus. De dierenarts was net geweest om te enten tegen rotkreupel en de dagen daarna lagen er verschillende dode vruchtjes in het hok. Ik dacht: ‘Dat zal toch niet door het enten komen?’ De dierenarts nam het serieus. Uit onderzoek bleek toen dat de abortusbacterie chlamydia aanwezig was in mijn koppel. Dat was wel even schrikken.” Hij kreeg uiteindelijk het advies om de dieren bij wie hij de bacterie vermoedde te behandelen. “Na die eerste verwerpers liep het aantal flink op. Ik ging elke ochtend naar de hokken toe met het idee: ‘Wat zal ik vandaag weer aantreffen?’ Uiteindelijk ging het om dertig dode en niet-levensvatbare lammeren. Ook al weet je dat je voor de volgende dekperiode kunt enten en je er echt even doorheen moet, is het toch wel zwaar.” De herfst daarna is hij op aanraden van de dierenarts direct gestart met enten. “Het is duur, maar het is wel een investering op langere termijn. Het betekent helaas niet dat je nooit meer verwerpers hebt, maar het is een stuk minder.” Hoewel hij er samen met de dierenarts alles aan had gedaan om zijn koppel zo gezond mogelijk te krijgen, was het naar eigen zeggen niet genoeg. “Ik had niet meer overal zieke schapen, maar het kon nog steeds beter. De enige slag die ik nog kon slaan, was starten met een nieuw koppel schapen.” Zwoegervrije koppel Dit was ook het advies van GD-dierenarts René van den Brom toen hij het bedrijf bezocht. “Zwoeger bleef als rode draad door het bedrijf gaan. De enige oplossing was volgens hem het kopen van een zwoegervrije koppel.” Het heeft een jaar geduurd voordat Tom hier klaar voor was. In zijn achterhoofd bleef rondgaan dat het toch best goed ging met de dieren, maar er bleef

van alles sluimeren. “René en mijn eigen dierenarts zeiden toen: ‘Mensen die de stap hebben gemaakt, waren in één keer van het gedoe af.’ De gedachte dat ik niet meer constant bang hoefde te zijn om weer een ziek dier tegen te komen, sprak me aan.” Dus hakte hij vorig jaar september de knoop door: er kwam een nieuw koppel schapen. Zijn oog viel op een kruising Texelaars met Engelse Texelaars. “Het was flink wennen. De schapen kennen jou niet en jij kent de schapen niet. Het voelde een tijd alsof ik de oppas was van andermans schapen. Na de eerste overgangsproblemen loopt het nu eigenlijk heel goed. Het had echt even tijd nodig. Ik begin ze beter te kennen en door één keer met het aflammeren bezig te zijn zie je veel beter hoe een schaap is en wat ‘ie doet. Na dik een half jaar voelden ze echt als mijn schapen.”

“Het voelde alsof ik de oppas was van andermans schapen.” 12 - Schaap en Geit, februari 2021


Anne Taverne, redacteur

reportage

“Sectie op een kadaver geeft ontzettend veel informatie en de dierenarts geeft op basis daarvan goede adviezen.”

Terugkijkend op de afgelopen jaren zijn er twee dingen heel belangrijk: onderzoek en goed contact met de dierenarts. “Sectie op een kadaver is niet goedkoop, maar het geeft ontzettend veel informatie. En een dierenarts geeft op basis van deze informatie heel waardevolle adviezen.” Volgens Tom is een dierenarts niet alleen iemand die zieke dieren behandelt, maar steeds vaker een adviseur en bedrijfsbegeleider. “Hierdoor ga je op een andere manier naar je bedrijf kijken. Je zet in op preventie en gaat plannen maken. Het is soms even doorbijten, maar uiteindelijk kun je juist daardoor groeien. Dat is iets wat ik de afgelopen jaren echt heb geleerd. Het hierdoor gegroeide vertrouwen is heel waardevol.”

Vertrouwen en vooruitkijken Het allerbelangrijkst: Tom ziet een verschil in hoe de schapen het doen. Dat is voor hem het belangrijkst. “Voorheen was ik vaak met individuele schapen bezig. Nu kan ik meer aandacht hebben voor het gehele koppel. Ik blus veel minder brandjes en heb vertrouwen in de dieren.” En niet alleen zijn vertrouwen is gegroeid. De schapenhouder ervaart ook een toekomstperspectief en heeft ruimte om vooruit te kijken. “Neem het ontwormen. De insteek is met het tijdig omweiden veel preventiever. Dit vraagt iets meer tijd, maar die tijd heb ik nu. De dieren gaan meer hun eigen gang en ik krijg daardoor meer ruimte voor andere dingen in mijn werk. Dat maakt het echt een stuk leuker.”

Gezondheid betekent plezier Voor de toekomst verwacht Tom de Jong voor nu geen grootse en meeslepende avonturen. “Ik wil mijn dieren graag gezond houden en daar ga ik op inzetten. Het goed managen van mijn koppel en zorgen dat het aflammeren goed verloopt, is voor nu even genoeg. Ik ben zakelijk en wil de dingen die ik doe graag haalbaar houden.” Toch ratelen zijn hersenen door. “Het is niet dat ik stilsta. Ik heb nog genoeg plannen. Denk aan het optimaliseren van de dekperiode door flushen, het ophogen van het lammeraantal door kopertekorten aan te pakken en inzetten op het welzijn van de dieren. Uiteindelijk zijn die gezonde dieren het belangrijkst, dan werk ik met plezier. Daar houd ik in mijn hele bedrijfsvoering rekening mee.”

Tom de Jong heeft weer schik met zijn schapen en zet voor de toekomst in op gezondheid.

Schaap en Geit, februari 2021 - 13


MAART

CIDR OVIS AFLAMMEREN NAUWKEURIG PLANNEN

ARI FEBRU DO

VR

ZA

ZO

3 4 RI MA JANUA ZO 1 2 ZA VR 10 11 9 O DO W 8 7 DI 7 MA 17 18 5 6 5 6 15 16 3 4 14 13 14 1 2 24 25 12 13 3 12 2 11 2 1 2 10 20 2 20 21 8 9 19 18 19 8 17 2 28 15 16 26 27 26 27 24 25 22 23 1 3 29 30 DI

WO

DO

VR

ZA

ZO

MA

3 4 1 2 10 11 8 9 7 18 5 6 16 17 14 15 24 25 12 13 22 23 1 2 19 20 30 31 28 29 26 27

MA

DI

WO

JULI DO

VR

ZA

DI

W

2 3 9 10 16 17 23 24 30

MA

ZO

1 MA JUNI 6 ZO ZA VR 7 8 6 O DO 13 W 5 3 DI 4 15 2 MA 3 14 1 MEI 2 ZO 13 20 ZA 11 12 VR 22 9 10 1 10 DO 2 8 O 9 W 20 7 6 2 DI MA 18 19 5 6 29 16 17 4 5 8 17 4 2 15 3 16 27 14 13 3 1 2 25 26 3 24 12 13 2 11 12 4 2 11 2 2 10 3 2 21 9 20 19 20 7 8 30 18 19 1 3 9 18 2 17 0 3 8 16 27 27 2 14 15 25 26 25 26 BER 23 24 NOVEM ZO ZA 21 22 VR 1 3 DO 0 3 WO 4 DI 28 29 ER MA 2 3 OKTOB ZO 1 ZA VR 10 11 9 O DO W 8 7 DI 7 BER MA 17 18 5 6 5 6 SEPTEM ZO 15 16 ZA 3 4 14 VR 13 14 1 2 DO 24 25 12 13 3 12 WO 2 11 2 2 DI 1 2 10 2 1 MA 20 21 8 9 19 20 0 19 3 18 9 9 2 8 17 2 28 7 8 15 16 26 27 26 27 5 6 16 24 25 3 4 14 15 22 23 12 13 23 11 2 2 10 21 29 30 19 20 30 17 18 28 29 26 27 5 2 24

DE OPLOSSING VOOR INDUCTIE EN SYNCHRONISATIE VAN DE BRONST • Natuurlijk progesteron in een T-vormig device • Eenvoudig toedienen en verwijderen

DI

WO

MEER INFORMATIE OVER CIDR OVIS? VRAAG UW DIERENARTS

• Nauwkeurig planbaar dekmoment Zoetis B.V. Postbus 81055 • 3009 GB Rotterdam www.zoetis.nl • info.nl@zoetis.com © 2019 Zoetis B.V. MM-03269

CIDR OVIS 0,35 g Vaginale Applicatie voor schapen •Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik - REG NL 122218 -UDA. •Werkzame bestanddelen: Per device: progesteron 0,35 g, in een laagje siliconen rubberen elastomeer op een inerte “T-vormige” nylon drager. •Doeldier: Schaap (ooien). •Indicaties: Inductie en synchronisatie van oestrus en ovulatie in niet-cyclische ooien gedurende het anoestrus-seizoen; inductie en synchronisatie van oestrus en ovulatie in cyclische en niet-cyclische ooien om het fokseizoen te vervroegen; om te gebruiken in combinatie met eCG (PMSG). •Toedieningswijze en dosering: Vaginaal gebruik. Breng de device in met behulp van de applicator. 0,35 g progesteron per dier. De vaginale device 12 dagen op zijn plaats laten zitten, gevolgd door een injectie met eCG toegediend bij verwijdering van de device. Lees vóór gebruik de bijsluiter. •Contra-indicaties: Niet gebruiken: bij drachtige ooien; bij ooien met een abnormale of onvolwassen genitaaltractus of met genitale infecties. •Wachttijd: Vlees en slachtafval: nul dagen. Melk: nul uur. •Bijwerkingen: Vaak: lokale irritatie en afscheiding van ondoorzichtig geel slijm; soms: afscheiding van donkerrood/bruin slijm of slijm met vers bloed. Deze symptomen verdwijnen doorgaans zonder behandeling binnen 2 dagen na verwijdering van de device. •Speciale waarschuwingen & Bijzondere voorzorgen: De werkzaamheid en veiligheid is niet onderzocht bij zieke ooien met een BCS <2 of ≥ 4, of bij ooien die complicaties hadden bij voorgaande dracht of tijdens lammeren, of bij ooien die in de afgelopen 45 dagen gelammerd hebben. Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/risico beoordeling door de dierenarts. Dieren in slechte conditie kunnen slecht reageren op de behandeling. De veiligheid is niet vastgesteld gedurende de lactatie. Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/risico beoordeling door de dierenarts. Progesteron kan bijwerkingen op het voortplantingssysteem veroorzaken in geval van hoge of langdurige blootstelling. Draag handschoenen tijdens het inbrengen en verwijderen van het diergeneesmiddel. Zwangere vrouwen dienen gebruik van het diergeneesmiddel geheel te vermijden. Na gebruik de handen en blootgestelde huid wassen met water en zeep. Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik van het middel. Zie bijsluiter. •Nadere informatie: zie verpakking of op aanvraag beschikbaar bij de registratiehouder: Zoetis B.V. - Postbus 81055 - 3009 GB Rotterdam (email: info.nl@zoetis.com).


DO

VR

ZA

ZO

6 7 4 5 13 14 11 12 20 21 18 19 27 28 6 2 4 25 US AUGUST DO

VR

1 8 15 22 29

ZA

quiz

TEST HET!

ZO

5 3 4 1 2 11 12 10 9 7 8 18 19 16 17 14 15 25 26 4 2 22 23 28 29 0 21 1 3 0 29 3 27 28 30 31 WO

DI

BER DECEM DO

VR

ZA

ZO

1 2 8 9 6 7 5 15 16 3 4 13 14 12 22 23 10 11 20 21 19 29 30 8 17 18 2 26 27 24 25 31

MA

DI

WO

Wat weet u over aflammeren?

Een goede start is belangrijk, zowel voor het lam als de ooi. Met het lammer­ seizoen in aantocht, is dit een goed moment om uw geheugen weer even op te frissen. Want wat is er ook alweer belangrijk tijdens het aflammeren? Test uw kennis hier!

1 A B C

2 A B C

3 A B C

4 A B C

5 A B C

Vraag 1: Het lammerseizoen is een spannende periode. Hoe zorgt u ervoor dat u goed bent voorbereid? U maakt een aantal extra rondes door de stal om alles in de gaten te houden. Na al die jaren weet u wel hoe het loopt. Het komt over het algemeen zoals het komt en u maakt zich verder niet zo druk. U houdt in het dekseizoen al rekening met de planningen. Als het moment daar is, zorgt u ervoor dat de aflammerlocatie op orde is en gebruikt u een checklist om niks te vergeten. Vraag 2: Voor een ooi kan aflammeren best een stressvolle gebeurtenis zijn. Wat doet u om dit zo prettig en rustig mogelijk te laten verlopen? U geeft de ooi alle rust om te lammeren en laat haar zo lang mogelijk in het koppel. Als het lam geboren is, zet u ze apart voor een goede binding. De ooi blijft voor, tijdens en na het aflammeren in het koppel. U zet de ooi bij de eerste signalen direct apart en houdt haar in een apart hok tot moeder en lam aan elkaar gewend zijn. Vraag 3: Een geboorte gaat meestal goed, maar soms heeft een dier hulp nodig. Wanneer grijpt u in? Zo snel mogelijk. U wilt namelijk niet dat de lammeren iets overkomt. Niet te snel, want dit is onwenselijk. Bij onrust in de stal komt het hormoon adrenaline vrij en dit zorgt voor een verslapping van de baarmoeder. U wacht af en laat de natuur haar beloop.

Vraag 4: Wat doet u als eerste zodra een lam geboren wordt? U laat de ooi en het lam rustig aan elkaar wennen. Voor een lam is het even wennen aan de nieuwe situatie. U haalt de ooi en het lam uit elkaar, zodat u alles goed kunt controleren. U laat de ooi en het lam rustig aan elkaar wennen, maar ontsmet wel de navel direct met jodium, zodat de kans op een navelontsteking minimaal is. Vraag 5: Helaas gaat het niet altijd goed. U wordt geconfronteerd met een abortus en wilt graag de oorzaak weten. Hoe biedt u in zo’n geval het beste materiaal aan voor pathologisch onderzoek? Alleen het insturen van de vrucht is voldoende. U stuurt zowel de nageboorte als de vrucht in en zorgt dat het materiaal zo vers mogelijk is. U vriest de nageboorte en vrucht in om het materiaal vers te houden en stuurt het dan in.

Antwoorden: 1:C, 2:A, 3:B, 4:C, 5:B

APRIL

WO

Schaap en Geit, februari 2021 - 15


OPLETTEN VOOR STREPTOCOCCUS DYSGALACTIAE IN KLEINE HERKAUWERS

‘Uierbacterie’ veroorzaakt gewrichtsontstekingen bij (geiten)lammeren De bacterie Streptococcus dysgalactiae is vooral bekend als veroorzaker van uierontsteking. Nu blijkt dat deze bacterie de laatste jaren vaker en op verschillende plekken in het lichaam is gevonden bij kleine herkauwers. Bij (geiten)lammeren kan dat gewrichtsontstekingen, sepsis en luchtwegaandoeningen veroorzaken.

Advertentie

16 - Schaap en Geit, februari 2021

De zaak kwam aan het rollen nadat een dierenarts een casus inbracht waarbij Streptococcus dysgalactiae werd aangetoond in de gewrichten van jonge geitenlammeren. Opvallend, aangezien de bacterie met name bekend staat in verband met uierontsteking. Toch blijkt dat deze bacterie de laatste jaren vaker is gevonden bij kleine herkauwers. Pathologisch onderzoek In de periode 2016-2020 werd de bacterie aangetroffen bij pathologisch onderzoek (sectie) van 32 dieren uit achttien inzendingen. Het ging om vijftien inzendingen van geiten (tabel 1), twee inzendingen van schapen van bedrijven waar ook geiten voorkomen en één inzending van een schaap waarbij niet bekend is of er op het bedrijf ook geiten voorkomen. De data van de schapen is niet in de tabel weergegeven. Bij de twee inzendingen van schapen van bedrijven met geiten ging het in beide gevallen om abortus. In één geval was de veroorzakende bacterie Streptococcus dysgalactiae spp. dysgalactiae en in het tweede geval het ‘zusje’ Streptococcus dysgalactiae spp. equisimilis. In het geval van een schapenlam van onbekende leeftijd waarbij niet bekend is of er geiten op het bedrijf voorkomen, ging het om een navelstrenginfectie, sepsis en purulente polyartritis.


lammeropfok

Karianne Peterson, dierenarts kleine herkauwers

Leeftijd

Plaats

Uitkomst

3 dagen

gewrichten

purulente polyarthritis door S. dysgalactiae spp. dysgalactiae

4 dagen

sepsis

longontsteking (andere kiem) en sepsis door S. dysgalactiae spp. dysgalactiae

8 dagen

sepsis, gewrichten

sepsis en polyarthritis door S. dysgalactiae spp. dysgalactiae

10 dagen

gewrichten

polyarthritis door S. dysgalactiae spp. dysgalactiae

10 dagen

gewrichten

polyarthritis door S. dysgalactiae spp. dysgalactiae

16 dagen

gewrichten

polyarthritis door S. dysgalactiae spp. dysgalactiae

3 weken

sepsis, gewrichten

sepsis en polyarthritis door S. dysgalactiae spp. dysgalactiae

3 weken

sepsis, gewrichten

sepsis en polyarthritis door S. dysgalactiae spp. dysgalactiae en Streptococcus gallolyticus

8 weken

sepsis, longen

sepsis, catarrhale bronchopneumonie en purulente pleuritis door S. dysgalactiae spp. dysgalactiae

3 maanden

longen

fibrineus-necrotiserende pleuropneumonie door S. dysgalactiae spp. dysgalactiae

15 maanden

sepsis, gewrichten

sepsis en fibrinopurulente peesschede-ontsteking en periarthritis door S. dysgalactiae spp. ysgalactiae

15 maanden

gewrichten

fibrinopurulente peesschede-ontsteking en periarthritis door S. dysgalactiae spp. dysgalactiae

3 jr en 9 mnd

sepsis

peritonitis en fibrineus-purulente ontsteking buikwand door Streptococcus dysgalactiae spp. dysgalactiae

4 jr en 7 mnd

sepsis, uier

necrotiserende bronchopneumonie (andere kiem) en sepsis en mastitis door S. dysgalactiae spp. dysgalactiae

4 jr en 8 mnd

sepsis, uier

sepsis en mastitis door S. dysgalactiae spp. dysgalactiae

Tabel 1: Pathologische inzendingen van geiten(lammeren) met Streptococcus dysgalactiae (2016-2020)

Overal in lichaam Het valt op dat deze bacterie al in de eerste levensdagen voor een gewrichtsontsteking en/of sepsis kan zorgen. Bij een sepsis zit de bacterie in de bloedbaan en komt overal terecht, waaronder in de gewrichten. Bij een poly (meervoud) artritis zijn er meerdere gewrichten aangedaan. In het geval van het schapenlam is de route via de navelstreng helder in beeld gebracht. De bacterie werd ook in de longen en longvliezen (pleura) aangetroffen. Bij de oudere dieren is de bacterie eveneens elders in het lichaam neergestreken, waaronder in het uier bij de oudste dieren.

Streptococcus dysgalactiae subspecies dysgalactiae De naam Streptococcus dysgalactiae subspecies dysgalactiae is afgeleid van het Grieks; streptococcus betekent kettingvormende (streptos) ronde besachtige lichamen (kokkos), verwijzend naar hun gebruikelijke uiterlijk onder een lichtmicroscoop. Dys (slechte) galactiae (melk) verwijst naar hun neiging om uierontsteking te veroorzaken. De bacterie kan onderdeel van de huidflora uitmaken. Verschillende diersoorten zijn vatbaar voor infectie, maar uierontsteking bij koeien en infectieuze artritis bij lammeren zijn het vaakst gerapporteerd.

Biest Dat een optimale biestvoorziening van cruciaal belang is om gewrichtsontstekingen en luchtwegproblemen bij lammeren terug te dringen, is een schot voor open doel. Toch blijkt uit contacten met veehouders en dierenartsen naar aanleiding van pathologisch onderzoek van lammeren met gewrichtsontstekingen en/of luchtwegproblemen, dat hier ruimte voor verbetering is.

Alle genoemde dieren zijn aan een infectie met deze specifieke bacterie overleden. Maar Streptococcus dysgalactiae is slechts één van de vele bacteriën die dit of een vergelijkbaar beeld kunnen veroorzaken. Dergelijke casussen voorkomen, begint met fitte gezonde moederdieren in de dracht en rondom het aflammeren. Een schone kraamstal, naveldesinfectie na geboorte en een optimale biestvoorziening.

Schaap en Geit, februari 2021 - 17


COLSTART PLUS AL JAREN DE NR. 1 BIEST VAN NEDERLAND! VOOR LAMMEREN VAN GEIT EN SCHAAP

14

GRAM

SUPER SMAKELIJK

GOED OPLOSBAAR

HOOG AANTAL ANTISTOFFEN IgG PER 100 GRAM

LANG HOUDBAAR

Verkrijgbaar bij uw dierenarts of agrarische winkel. Kijk voor meer informatie en gebruikerservaringen op www.boerenwinkel.nl


Tara de Haan, project- en productleider

product

MINERALEN

Meten is weten Voor zowel schapen als geiten kunt u bij GD door middel van (tank)melk- (Mineralencheck) en bloedonderzoek (Pakket Spoorelementen) onderzoek laten doen naar mineralen. Hiermee krijgt u direct inzicht in de actuele opname van verschillende belangrijke spoorelementen vanuit het voer. Mineralen zijn belangrijk: veel processen in het lichaam van schapen en geiten worden (mede) gereguleerd en ondersteund door mineralen. Een tekort of overmaat kan in veel gevallen onduidelijke klachten geven. Merkt u klachten op in uw koppel? Dan kan een aanpassing van het rantsoen helpen. Het effect van een rantsoenaanpassing is echter vaak pas na enkele weken zichtbaar. Dit komt doordat het inbouwen van mineralen in de cellen van het dier vier tot acht weken kan duren. Inzicht in mineralen belangrijk In een eerder onderzoek van GD bleek dat veehouders tussen de 1.000 en 3.000 euro per jaar uitgeven aan mineralenmengsels. Naast de kosten brengt overvloedig voeren van mineralen ook gezondheidsrisico’s met zich mee. Een overmaat aan mineralen kan namelijk voor vergelijkbare problemen zorgen als een tekort. Het is daarom belangrijk om inzicht te krijgen in de hoeveelheid mineralen die uw dieren opnemen uit het rantsoen.

Het bloed- of melkonderzoek biedt een snelle diagnostiek ten behoeve van bijsturing en is daarom een ideale aanvulling op de analyses uit grond- en ruwvoeronderzoek, de berekende mineralenbalans en de beoordeling van het rantsoen. Naast bloed en (tank)melk kunnen mineralen ook worden bepaald in (gepoolde) levers van gestorven of geslachte dieren. De hiermee bepaalde voorraad van mineralen (en zware metalen) in het lichaam is een afspiegeling van de opname en benutting via het rantsoen en drinkwater in minimaal de laatste vier tot acht weken. Recent hebben we de referentiewaarden van de bepalingen binnen de Mineralencheck en het Pakket Spoorelementen opnieuw berekend en waar nodig aangepast. Hiervoor hebben we input gehaald uit onder Nederlandse omstandigheden gehouden geiten en schapen en hebben we de hieruit verkregen waardes vergeleken met waardes uit de wetenschappelijke literatuur. Dit heeft in de meeste gevallen een verschuiving van referentiewaarden opgeleverd. MEER INFORMATIE EN DE NIEUWE REFERENTIEWAARDEN VINDT U OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/MINERALENSCHAAPGEIT

De Mineralencheck • Snel en gemakkelijk een indruk van de mineralenvoorziening van uw melkgevende dieren; • Op basis van een tankmelkmonster of een (gepoold) melkmonster; • Bepaling van koper, zink, selenium, jodium en fosfor.

Pakket Spoorelementen • Snel en precies meten of het rantsoen voldoet aan de behoefte van uw schaap/geit; • Op basis van heparinebloed; • Bepaling van koper, zink, selenium en jodium.

Schaap en Geit, februari 2021 - 19


PATHOLOGISCH ONDERZOEK PLACENTA BIEDT MEERWAARDE

Weet wat er speelt bij abortus

Het voorjaar betekent extra drukte en alertheid rondom het aflammeren. Een periode om met voldoening op terug te kijken, als het goed verloopt. Maar wat als u te maken krijgt met verwerpers of zwakke lammeren? Dan is het belangrijk te weten wat de oorzaak is. Pathologisch onderzoek kan hierbij helpen. 20 - Schaap en Geit, februari 2021


uit het lab

Liesbeth Harkema, patholoog

Abortus kan tot één dier beperkt blijven, maar bij een infectieuze oorzaak kan dit ook een risico vormen voor de rest van de dieren en de mens. Dan is het belangrijk om op tijd te weten wat er speelt, zodat u de juiste maatregelen kunt nemen. Pathologisch onderzoek van de verworpen lammeren en placenta kan hierbij helpen. Dit onderzoek is gericht op het uitsluiten van de meest voorkomende infectieziekten en er wordt gelet op minder voor de hand liggende oorzaken van verwerpen.

Een verdikte placenta met dof, beige beslag wijst op een ontsteking.

Verwerper ingezonden voor sectie Een veehouder had ongeveer een maand voor aflammeren de ooien geschoren en merkte de dag erna een verwerper op. In het verleden waren er in het koppel problemen geweest met Chlamydia abortus. Om na te gaan of deze infectie weer speelde, zijn de lammeren en placenta opgestuurd voor pathologisch onderzoek. Tijdens de sectie wordt vooral goed gelet op eventuele aangeboren afwijkingen en verschijnselen van ontsteking in de organen en weefsels. In dit geval werden in de onvoldragen lammeren geen afwijkingen gezien. De placenta was wel afwijkend, verdikt en grotendeels bedekt met een dof, beige beslag (foto rechts). Dit wijst op een ontsteking, meestal het gevolg van een bacteriële infectie of in zeldzame gevallen een schimmelinfectie. De puzzelstukjes leggen Na de sectie is er bemonsterd voor bacterieel onderzoek, dit omvat een algemene bacteriekweek en een specifieke kweek voor salmonella- en campylobactersoorten. Onderzoek naar C. abortus gebeurt met behulp van een PCR-test. De belangrijkste inwendige organen van de lammeren en de placenta zijn bemonsterd voor microscopisch onderzoek. Dit is nodig om bijvoorbeeld Toxoplasmose te kunnen vaststellen. Het kan ook belangrijke aanwijzingen geven over bepaalde bacteriële infecties, virale infecties en zeldzame schimmelinfecties. In dit geval bevestigde microscopisch onderzoek de aanwezigheid van een fikse ontsteking in de placenta, het oppervlakkige weefsel en de dieper gelegen bloedvaten waren aangetast. De combinatie van microscopische kenmerken leek op een infectie met Chlamidia abortus of Coxiella burnetii (Q-koortsbacterie). De PCR-test bevestigde een infectie met C. abortus. Dat er geen infectie was met C.burnetii werd duidelijk door een zogenaamde immuunhistochemische kleuring van de placenta. Met de overige onderzoeken werden geen andere infectieuze oorzaken aangetoond. Daarmee was de diagnose van C. abortus rond. Het insturen van de placenta, naast de vrucht, bleek ook in deze casus weer van meerwaarde. Het ontbreken van de placenta had het onderzoek ernstig bemoeilijkt.

Abortus hardnekkig probleem Chlamydia abortus is één van de meest voorkomende oorzaken van abortus bij schapen en geiten en kan op bedrijfsniveau een hardnekkig probleem vormen. Abortus door Chlamydia treedt meestal op tijdens de laatste drie à vier weken van de dracht. De infectie kan ook leiden tot doodgeboortes of geboorte van zwakke lammeren. Bovendien kan de infectie worden overgedragen op mensen, waarbij vooral zwangere vrouwen risico lopen. Bij een abortus komen met het vruchtwater en de placenta grote aantallen Chlamydia vrij in de omgeving, de belangrijkste besmettingsbron voor dier en mens. Schapen en geiten die niet eerder in contact zijn geweest met Chlamydia kunnen in een besmette omgeving geïnfecteerd raken door orale opname, waarna de Chlamydia zich sluimerend in de darm nestelen tot de ooi drachtig wordt. Tijdens de dracht wordt de placenta geïnfecteerd en wordt het probleem zichtbaar. Voorafgaand aan de abortus zal de ooi geen ziekteverschijnselen vertonen. Dieren die eenmaal geaborteerd hebben, zijn daarna immuun. Zodoende treden problemen in al geïnfecteerde koppels vaak op bij drachtige jaarlingen. Door het inbrengen van een besmet dier kan in een vrij koppel zonder immuniteit een heuse ‘abortusstorm’ ontstaan. Een Chlamydia-infectie kan dus serieuze gevolgen hebben voor uw bedrijfsvoering. Indien uw bedrijf een publieksfunctie heeft, of als u bij verkoop wilt aantonen dat u uw dieren controleert op C. abortus, kunt u zelf ook op een laagdrempelige manier gericht onderzoek doen. MEER INFORMATIE OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ABORTUS

Schaap en Geit, februari 2021 - 21


Steeds op de hoogte blijven omtrent ontwikkelingen in dierverzorging staat bij Willem-Jan Jansen van veehouderij Jansen uit Weesp op de eerste plaats. Hij gaat voor de beste gezondheid van zijn dieren. Hij begon met het leren van zijn ouders. Door hen heeft hij de passie voor zijn vak gekregen en runt hij nu de boerderij die al sinds 1934 bestaat.

ADVERTORIAL

‘Kwalitatief goed drinkwater is cruciaal’ Blijven leren is belangrijk Blijven leren en ontwikkelen vindt hij belangrijk. ‘Ik denk dat er veel onwetendheid is wat betreft het watergebruik in Nederland. Ik denk dat het een goede zaak is dat wij als boeren hier ook over nadenken. Wij verbruiken natuurlijk ontzettend veel water, en het zou goed zijn als we technieken zouden toepassen om zuiniger om te gaan met water’, vertelt Jansen. Zuiniger omgaan met water De manier om zuiniger om te gaan met water, vond hij. Had door een vakblad al eens contact gehad met FreshLight, en ioniserende lampen van hen gekocht. Hier was hij zo tevreden over, dat hij besloot het waterdevice van FreshWater ook aan te schaffen. ‘Het waterdevice van FreshWater transformeert water naar een betere kwaliteit. Hierdoor kun je veel zuiniger met water omgaan. Dieren

hebben er namelijk in verhouding minder van nodig, omdat het water de dieren beter hydrateert door haar hogere energetische waarde. Op deze manier kun je zuiniger met water omgaan, zonder dat er chemische toevoegingen aan te pas komen. Ik hou niet van middeltjes toevoegen aan mijn water. Wat mij betreft is dit de perfecte oplossing. Ik ben blij dat er bedrijven als FreshWater bestaan, die nadenken over de toekomst van watergebruik.’, vertelt Jansen. ‘Doordat de dieren minder water nodig hebben, blijven mijn hokken ook droger, en dus met minder ammoniak. Dit scheelt mij ook weer werk. Plus, de installatie werkt levenslang!’, lacht Jansen. Waterdevice Drinkwater uit de kraan is heeft een zeer lage energetische waarde en een verwrongen moleculaire structuur. Het is belangrijk om dit water te verlevendigen en te energetiseren. De waterdevicers van FreshWater structureren en ioniseren het water. Dat zuivert het water continu en verhoogt de opname van zuurstof, mineralen en voedingsstoffen. Planten, dieren en mensen profiteren van verhoogde hydratatie en dat leidt tot een efficiëntere opname van voedingsstoffen. Hoogenergetisch, sterk zuurstofrijk water remt de groei van ziekteverwekkers en vermindert de pathogene druk. De positieve werking van FreshWater waterdevicers is wetenschappelijk aangetoond. Meer informatie over de waterdevicers van FreshWater? https://www.freshlight.eu/nl/water E: info@freshlightgroup.com T: +31553020021

FreshWater Het structureren en ioniseren van water gebeurt in de natuur wanneer water via een waterval of langs een bergwand naar beneden klettert. Door het stromen langs rotsen neemt water energie op en het absorbeert minerale frequenties. Door het structureren en ioniseren van water wordt de lading van watermoleculen omgezet met het resultaat dat water wordt opgesplitst in kleinere eenheden. Hierdoor kan water meer zuurstof, mineralen en voedingsstoffen opnemen. Planten, dieren en mensen profiteren van verhoogde hydratatie en een efficiëntere opname van voedingsstoffen. Hoogenergetisch, sterk zuurstofrijk water remt de groei van ziekteverwekkers en vermindert de pathogene druk.


de boer op

0

… OFTEWEL: NIET AANGETOOND. DE GEWENSTE UITSLAG VAN DE CHLAMYDIA CHECK. GEWENSTE UITSLAG CHLAMYDIA ABORTUS CHECK Chlamydia abortus is één van de belangrijkste oorzaken van besmettelijke abortus bij schapen en geiten. Daarnaast is de kiem overdraagbaar van dieren op mensen en vormt het vooral voor zwangere vrouwen een risico. Chlamydia abortus hoort daarom niet op een schapen- of geitenbedrijf thuis. Met de Chlamydia Check onderzoekt u jaarlijks of deze bacterie speelt op uw bedrijf. Zo kunt u uw

bedrijf met een gerust hart openstellen voor publiek en bij verkoop van dieren aantonen dat u actief met onderzoek op Chlamydia abortus bezig bent. Deelnemers ontvangen een pakket en de benodigde informatie voor het nemen van monsters na het aflammeren. Deelnemers krijgen bij de uitslag ‘Chlamydia abortus niet aangetoond’, een bordje en sticker met het jaartal toegestuurd.

vraag & antwoord

VRAAG: IK BEHEER EEN KINDERBOERDERIJ. WELKE MONSTERSTROOM VOOR CAE EN CL IS VOOR ONS, NA DE HUIDIGE AANPASSING, HET MEEST GESCHIKT? ANTWOORD: CARLIJN TER BOGTKAPPERT

Dit jaar zijn de monsterstromen inderdaad aangepast. GD had tot voor kort verschillende mogelijkheden om bloedmonsters te testen op CAE en CL en dit leidde tot monsterstromen met verschillende testeigenschappen en -uitslagen. Om meer eenvoud te krijgen en aan de wensen van u als klant te voldoen, is de monsterstroom nu eenduidiger ingedeeld. U kunt los CAE met en zonder ruwe waarden en CL testen. Daarnaast hebben we een nieuwe test toegevoegd waarin CAE-, CL-, paratbc- en chlamydia-onderzoek gecombineerd zijn. Dit is wellicht interessant, aangezien u al aan het CAEen CL-certificerings-onderzoek meedoet voor uw geiten. De nieuwe test is slechts één euro duurder per dier (vergeleken met los onderzoek voor CAE en CL), waarvoor u meer informatie over de

gezondheid van uw dieren krijgt. Zo kunt u als eigenaar of beheerder van een bedrijf met een publieksfunctie op een eenvoudige en goedkope manier meer te weten komen over de gezondheidsstatus van uw dieren. Met één bloedmonster krijgt u dus, naast de twee reguliere onderzoeken op CAE en CL, ook een paratbc- en chlamydia-uitslag. Noot voor de geïnteresseerde lezer: voor schapen is dezelfde testmogelijkheid voor handen (voor zwoegerziekte i.p.v. CAE).

Schaap en Geit, februari 2021 - 23


diergezondheid volgens Theo van der Meer Geitenhouder Theo van der Meer vindt het niet alleen belangrijk dat zijn eigen Boergeiten gezond zijn, ook stimuleert hij binnen de Nederlandse Organisatie voor de Geitenfokkerij (NOG) deelname aan diergezondheidsprogramma’s, zoals scrapiegenotypering bij geiten. Geitenstal De Kruper van Theo en Els van der Meer uit Haarle bestaat sinds 1990. In het begin werden er hobbymatig witte melkgeiten gehouden, eind 2006 stapten ze over op de Nederlandse Boergeit, een ZuidAfrikaans vleesras. “Dat kwam beter uit, want ik had door mijn eigen bedrijf geen tijd meer om tweemaal daags te melken. De lammeren bij de melkgeiten laten lopen, was geen succes”, vertelt Theo van der Meer. De Boergeiten bevallen heel goed. Dit jaar heeft de geitenhouder acht geiten die aflammeren. “Bij dit ras kun je de lammeren prima bij de geit laten lopen. Het is een fijn ras. Dat vinden meer mensen, de Boergeit is de enige van de vijf rassen binnen de NOG waarvan de populatie nog steeds doorgroeit.” Diergezondheidsprogramma’s Al sinds 2003 is De Kruper CAE- en CL-gecertificeerd. Ook worden de dieren ingeënt tegen clostridiuminfecties en Q-koorts. “Wij doen inderdaad al jaren mee aan diergezondheidsprogramma’s. De meest recente is het DNAonderzoek op scrapiegevoeligheid. Vanaf september is het mogelijk om te laten bepalen of je geiten wel of niet resistent zijn. Mijn geiten zijn nog niet onderzocht, want ik wil ze niet hoogdrachtig laten prikken. Toch ben ik er wel mee bezig, want binnen het NOG-stamboekprogramma registreer ik de resultaten. Dat is erg interessant. Het blijkt dat de meeste resistentie voor scrapie voorkomt bij Boergeiten: 65 procent. Een fantastisch resultaat.” Scrapie-onderzoek Want het uitbannen van scrapie, ook al komt de ziekte al twintig jaar niet meer voor onder geiten in Nederland, is een goede zaak. “Het is een zeer nare hersenenafwijking die verwant is aan gekkekoeienziekte. Bovendien is het makkelijker om resistente geiten te verkopen naar andere landen binnen de EU. Gelukkig zien geitenhouders het belang van scrapiegenotypering in, er zijn al heel wat bloedmonsters ingestuurd naar GD.” Resistent fokmateriaal De verwachting is dat er met name vanuit landen waar wel scrapie voorkomt, vaker vraag komt naar scrapieresistent fokmateriaal. Ook komt er vanuit het buitenland vraag om geiten op scrapie te laten onderzoeken, want in de meeste landen is deze test nog niet beschikbaar.

Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-634104, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.