GRENZENLOOS MAGAZINE
Grenzenloos.nl
Voor emigranten, expats en tweedehuisbezitters
NR
20
Renee Vonk-Hagtingius Frankrijk
Sept 2015
KIJK, ZUID-FRANKRIJK! Leven in een klein Frans dorpje
HONDEN OP REIS
Nieuwe baasjes voor Spaanse honden
TOT ZIENS, NIEUW-ZEELAND! Laatste deel reisverslag Sanne de Bock
Uitgeverij
1
Grenzenloos
Welkom
Colofon GRENZENLOOS MAGAZINE Gratis online magazine voor emigranten, expats en tweedehuisbezitters. Verschijnt 12 x per jaar, rond de laatste vrijdag van de maand. Een uitgave van Uitgeverij Grenzenloos, een imprint van VanDorp Uitgevers Voor meer informatie of adverteren, kijk op www.grenzenloos.nl of mail naar info@grenzenloos.nl In dit nummer staan bijdragen van: Sanne de Bock Marielle Saegaert Ludique le Vert David Scherpenhuizen Marjan van den Dorpe
ER BLIJFT IETS TE WENSEN
D
it nummer het slot van de reportage die Sanne de Bock maake in Nieuw-Zeeland. Zelf staat dit land nog steeds op mijn lijstje om eens te bezoeken, want het is volgens veel mensen het mooiste land op deze planeet. Dat moet je toch met eigen ogen gezien hebben... Zo blijft er in ieder geval nog iets te dromen en te wensen. Ook deze maand weer veel afwisselende en lezenswaardige artikelen in Grenzenloos Magazine. Naast Nieuw-Zeeland ook onze vaste reportages uit Spanje, Frankrijk en Italie. Veel leesplezier! Uw reacties en tips worden altijd gewaardeerd: info@grenzenloos.nl Grenzenloos Magazine verschijnt 12 x per jaar, rond de laatste vrijdag van de maand.
Eric Jan van Dorp - Uitgever/hoofdredacteur Twitter: @ericjanvandorp
Stef Smulders Eric Jan van Dorp Coverfoto: Drew Hayes CopyrightŠ2015 VanDorp Uitgevers Op de teksten en foto’s in deze uitgave rust auteursrecht. Niets uit deze uitgave mag worden opgeslagen, gekopieerd of op andere wijze dan ook worden verveelvoudigd en/of verspreid, zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de uitgever.
2
Inhoudsopgave
Nieuws van over de grens
7
E Noho Ra, Aotearoa!
Marielle Saegaert: Agosto
20
14
Op zoek naar OccitaniĂŤ (2)
Ludique: soixante-dix
34
6
28
Je kan er niet omheen (3)
Stef Smulders: prima visita
38
Nieuws ONBEDOELD JE NEDERLANDERSCHAP KWIJTRAKEN BIJ VERKRIJGEN ANDERE NATIONALITEIT
J
e trekt naar het buitenland om daar te gaan werken, en neemt daarvoor een andere nationaliteit aan. Maar als je terugkeert naar Nederland, blijk je onbedoeld je Nederlanderschap kwijt te zijn. Dat overkwam de afgelopen jaren zo’n 500 Nederlandse expats. In de Nederlandse wet staat dat je door het vrijwillig aannemen van een andere nationaliteit het Nederlanderschap kwijtraakt.
Veel expats zijn zich hiervan niet bewust. Daarmee worden ze pas geconfronteerd wanneer ze hier terugkomen of hun Nederlandse paspoort willen verlengen. Terugkeren naar Nederland kan dan alleen door een verblijfsvergunning aan te vragen, met alle rompslomp van dien. De Nationale onbudsman gaat nu onderzoeken of de Nederlandse overheid wel voldoende doet om expats voor te lichten over dit mogelijke probleem. Bron: ANP
EMIGRATIEBEURS 2016 OP 13 EN 14 FEBRUARI FRANKRIJK ALS GASTLAND
D
e Emigratiebeurs in Houten is komend jaar op 13 en 14 februari. Met drie vertrekhallen, een wereld aan kansen. De Europese vertrekhal met emigratie deskundigen en diverse makelaars uit Duitsland, België, Spanje, Italië, Frankrijk, Portugal en Oostenrijk. De Overzeese vertrekhal met bestemmingen als het Caribisch gebied, Canada, USA, Afrika, Australië en Nieuw Zeeland. In de Scandinavische hal meer dan 120 gemeentes, bedrijven en instellingen uit Scandinavie.
Dit jaar is Frankrijk gastland. Onderzoek uw mogelijkheden bij diverse gemeentes, regio’s en bedrijven. Ga op zoek naar die ultieme baan of onderzoek uw kansen als ondernemer op het Franse platteland.
4
Nieuws KIJK, ZUID-FRANKRIJK! NIEUWE TITEL VOOR FRANKRIJK LIEFHEBBERS
Z
o’n kwart eeuw geleden kocht Renee Vonk- Hagtingius niet veel meer dan een paar muren en een half dak ter hoogte van zo’n afgeschreven gehucht in de Provence. Er gebeurt hier nooit iets’, maar er werd wel een moord gepleegd. Renee houdt al een aantal jaren een veelgelezen blog bij over haar belevenissen en haar vrienden in dit ondertussen door de toeristen ontdekt dorp in het mooiste stukje van Europa en misschien wel van heel de wereld.
Deze verhalenbundel geeft een inkijkje in haar niet zo alledaags bestaan in Zuid-Frankrijk, en portretteert haar dorp waarvan het café de huiskamer is. Een dorp dat haar als ‘étrangère’ na een tijdje met veel liefde omarmde, en dat zij met evenveel liefde in haar hart sloot. Zo werd ze Provençaalse par desir. Renee Vonk-Hagtingius is hoofdredacteur van het tijdschrift Cote & Provence en woont met echtgenoot en wisselende huisdierbezetting in de heuvels van een bergdorpje in de Var. Te koop o.a. via Emigratieboek.nl
5
, A R O H O N E ! A O R A E T AO 6
Buitenlandstage
S
anne de Bock is voor haar stage enkele maanden in Nieuw-Zeeland. Zij houdt de lezers van Grenzenloos Magazine op de hoogte van haar ervaringen. Deze maand het slot van haar stage. Lichtelijk weemoedig kijk ik toe hoe het vliegtuig versnelt, en net voordat de wielen loskomen van de grond fluister ik mijn afscheid aan de stad die drie maanden mijn thuis is geweest: ‘Dag, Windy Wellington, we’ll meet again!’ Mijn fantastische reis is nu dan echt tot een einde gekomen, mijn avontuur afgelopen, ik keer terug naar mijn vertrouwde hobbithol in het warme Nederland. Ik heb genoten van mijn belevenissen, van alles wat ik heb gezien en gedaan en van alle mensen die ik heb ontmoet, maar toch kijk ik er ook naar uit om weer thuis te komen. Zoals beloofd, hierbij het verslag van mijn tour door het Zuidereiland, het prachtige, levendig kloppende hart van Aotearoa.
organisaties aangeboden en houdt in dat de je, als vakantieganger, een ticket koopt waarmee je een bepaalde route kan afleggen over een van het ticket afhankelijk eilanddeel. Vervolgens wordt je, op een zelfgekozen dag, ofwel op een zelf bepaalde of op een van tevoren vaststaande plek, opgehaald door een tourbus en sluit je aan bij een groep passagiers die vanaf dat moment jouw reisgenoten zijn. De chauffeur is tevens je gids en vertelt je alles wat je moet weten (en meestal nog net iets meer) over de plaatsen die je bezoekt en doorkruist. Op iedere overnachtingsplaats is het mogelijk om “uit te stappen” en langer op die plaats te blijven, zodat je wat meer tijd hebt voor de activiteiten op je bucketlist of om uitstapjes te maken naar locaties die de bus niet aandoet. In principe is je ticket een jaar lang geldig, dus heb je tijd zat om te wachten tot een volgende bus naar keuze je weer komt ophalen en je je kan aansluiten bij een nieuwe groep en een nieuwe chauffeur.
“Kiwi’s zijn hele aardige mensen, maar weten ook precies wat ze aan toeristen kunnen vragen...”
Hop on, hop off Omdat de Nieuw-Zeelandse economie voor een groot deel afhankelijk is van de vele reizigers die het land ieder jaar trekt, zijn ook de toeristische voorzieningen tot in de puntjes geregeld. Natuurlijk is het mogelijk een auto te huren en daarmee door de uitgestrekte heuvels, bergen en weides te cruisen, maar ook voor iedereen die, om welke reden dan ook, geen auto wil huren, zijn er mogelijkheden. Heb je geen zin om je rijstijl aan te passen aan de linksgeoriënteerde Kiwi’s, ben je wel even klaar met achter het stuur zitten of heb je simpelweg nog geen rijbewijs? In dat geval zijn de zogenaamde “Hop on, hop off” bus services een ideale uitkomst. Deze manier van reizen wordt door verschillende
Behalve je van de ene schitterende plek naar de andere te brengen, bieden de maatschappijen ook kortingen aan op de activiteiten die in elke verblijfplaats te doen zijn en kan de chauffeur vrijwel alle bezigheden voor je boeken. Let wel: ook al zal het bedrijf een klein bedrag van je uitjes af snoepen, Nieuw-Zeeland is geen goedkoop land. De Kiwi’s zijn hele aardige, gastvrije mensen, maar ze weten ook precies wat ze kunnen vragen van hun toeristen en die wetenschap benutten ze dan ook ten volle. Aangezien je nou eenmaal aan de andere kant
7
Nieuw-Zeeland van de wereld bent en niet met spijt naar huis wil, is het daarom aan te raden een redelijk geldbedrag tot je beschikking te hebben wanneer je Nieuw-Zeeland betreedt.
mensen het leven en werden veel van de statige, Brits-aandoende gebouwen die de stad rijk was vernietigd. Op de aardbeving volgden een aantal naschokken, waarvan de sterkste twee maanden na de hoofdbeving plaatsvond. Hoewel deze schok iets minder gevolgen had dan de eerste, kostte ook deze de stad veel van zijn, toch al verzwakte, bouwwerken en opnieuw viel er een dode. Tegenwoordig, vier jaar na de catastrofale uiting van Moeder Aarde, is de stad nog steeds bezig met de heropbouw van zijn vroegere glorie. Niet alleen bleken de reparatiewerkzaamheden veel duurder dan aanvankelijk gedacht, ook ontbreekt het het land aan de mankracht om de bouw te versnellen. Dit houdt in dat Christchurch op dit moment, behalve voor bouwlieden, een weinig
Christchurch Onze reis door het Zuidereiland begon in Christchurch, de stad waar we vanaf Auckland naartoe zijn gevlogen. Volgens de verhalen was deze plek ooit een fameus “Engeland, mooier dan Engeland�, voorzien van prachtige huizen en beroemde botanische tuinen. Een zware aardbeving in februari 2011 bracht hier echter een eind aan. Tijdens gebeurtenis, die tegenwoordig ook wel bekend staat als een nationale ramp in de geschiedenis van Nieuw-Zeeland, verloren 185
8
Buitenlandstage interessante plek is om te bezoeken. Zowel de busmaatschappij waarmee wij reisden als hun grootste concurrent doen de stad niet aan in hun tours, en ik begrijp waarom: hoewel ik het centrum van Christchurch niet bij daglicht heb kunnen bekijken, heeft de stad in het donker geen goede indruk op me gemaakt. De straten waren uitgestorven, de restaurants dicht en de wegen donker – geen leuke plek om vakantie te vieren. Toch doet Christchurch een vastberaden poging zich terug te vechten naar de populariteit die hij vroeger genoot. De botanische tuinen zijn open en, naar ik heb gehoord, zeker een bezoekje waard, en de Kiwi’s die ik gesproken heb waren allen van mening dat de toekomst van hun verloren trots er hoopvol uitzag. Het zit er dus wel in dat het Nieuw-Zeelandse Engeland, over een paar jaar, zijn kans schoon zal zien zijn vroegere plekje in de harten van de bevolking terug te winnen. In dat geval kom ik zeker terug om de stad een tweede kans te geven.
niet helemaal correct is, maar daar laten de Kiwi’s zich niet door kisten. De langoesten worden veel gevangen en gegeten in de kustplaatsen van het eiland, waar talloze uithangborden de aanwezigheid van de delicatesse verkondigen. Het vangen van de dieren gebeurt op een speciale manier via kooien met aas. Deze vallen worden in het rustige water dicht bij de kust uitgezet, waarna ze de volgende dag weer worden opgehaald om de buit te bepalen. Aangezien langoesten maar langzaam groeien, is het niet de bedoeling dieren die niet groot genoeg zijn om te eten mee aan land te nemen; deze worden de oven bespaard en krijgen de kans om door te groeien (en zich er, als ze slim zijn, de volgende keer van te weerhouden de kooitjes in te zwemmen).
Schaarloze kreeften Na ons te hebben opgepikt in het in de stijgers staande Christchurch, werden we door de buschauffeur afgezet in het mooie kustplaatsje Kaikoura. Nog voordat we de stad hadden bereikt, werd ons verteld uit te kijken naar steden die het Maori woord “Kai” bevatten; dit betekent namelijk “eten” en duidt op de mogelijkheid een bijzonder hapje te proberen. In het geval van de stad die wij bezochten was dit de koura, de langoest. In de alomtegenwoordige zeewateren die het eiland omgeven zijn veel van de schaarloze kreeftachtigen te vinden. Zelf hebben de NieuwZeelanders de beesten crayfish genoemd, een naam die in de rest van de wereld eigenlijk alleen is gereserveerd voor zoetwaterkreeften en dus
Behalve tripjes met de vissersboot om crayfish te vangen, zijn populaire bezigheden in Kaikoura walvisspotten en zwemmen met dolfijnen. Tijdens deze laatste activiteit word je met een bootje naar een kolonie van de beesten gebracht en vlak voor hen in het water gedropt, waarna je binnen luttele momenten wordt omgeven door voorbij schietende zeezoogdieren. Van onze chauffeur kregen de dolfijnenzwemmers de tip
9
Nieuw-Zeeland mee zich zo gek mogelijk te gedragen en zo veel mogelijk geluid te produceren, om de aandacht van de beesten te trekken. Hoewel de dieren, hoorden we achteraf, weinig geïnteresseerd leken in de in wetsuits gehulde landbewoners, was het toch een fantastische ervaring en naar mijn mening veel dolfijn-vriendelijker dan sommige andere zwemtripjes met de beesten. Ben je niet geïnteresseerd in walvissen of dolfijnen, dan kun je altijd nog een bezoekje brengen aan de gigantische zeehondenkolonies die zich langs de kust hebben gevestigd.
10
Fotografeer gapende moederbeesten of laat de kleine, onderzoekende babyzeehondjes aan je voeten snuffelen – het kan hier allemaal en het is bovendien helemaal gratis. Wees wel gewaarschuwd: de beesten stinken...
Skiën in augustus Een andere populaire bezigheid op het Zuidereiland is het op lange latten van de met sneeuw bedekte bergen af racen. Bekende skiplaatsen zijn het even mooie als gezellige dorpje Wanaka, en het grotere (en ook bekendere) Queenstown. Vanuit beide plekken kun je met de skibus een bezoek brengen aan het skigebied Cardrona, dat zich op een voor NieuwZeelandse begrippen dichtbije afstand van ongeveer één uur rijden bevindt. Voor toeristen die zich graag op de berg willen wagen is het mogelijk alle benodigde spullen te huren, van ski’s tot ski-jassen, waardoor de sport niet alleen door de Kiwi’s zelf, maar vooral ook door de reizigers wordt beoefend. Een beetje vreemd was het wel, om in de zomervakantie een plaatsje binnen te rijden dat het woord “skistad” ademt en krioelt van mensen in dikke skikleding met snowboards onder hun arm. Sneeuw was er nauwelijks te bekennen, dit was slechts weggelegd voor de hogere bergen, maar toch behoorden beide dorpen met
Buitenlandstage hun vijf tot zeven graden tot één van de koudste locaties de we tijdens onze vakantie hebben bezocht. Alleen in Mount Cook, het schitterende bergdorpje net iets noordelijker dan Queenstown, was het frisser: hier kroop het kwik ook overdag maar net voorbij het vriespunt en hadden we voor het eerst tijdens onze trip door het zuiden echt het idee dat het winter was. Om geld te besparen, hebben we besloten om ons niet aan te sluiten bij de grote groepen skiërs en snowboarders die elke ochtend vanuit Queenstown richting Cardrona vertrokken – er waren namelijk nog heel veel andere dingen te doen in de stad die, volgens onze buschauffeur, een ware uitputtingsslag op ons zou uitoefenen...
The Capital of Adventure Dat Queenstown één van de meest geliefde steden van het Zuidereiland is – misschien zelfs wel van heel Nieuw-Zeeland – is niet moeilijk te begrijpen. Net zoals het dichtbijzijnde Wanaka heeft de stad alle karakteristieken van een skidorp en kan je er genoeg activiteiten ondernemen om er een week te kunnen verblijven zonder je ook maar een moment te vervelen. Ben je uitgehongerd na een lange dag op de piste? Sluit hem dan af met een enorme burger van Fergburger, het megapopulaire hamburgerrestaurant waar zich 24/7 een enorme rij aan uitgehongerde (of gewoon nieuwsgierige) stadsbezoekers voor schaart. Heb je weinig tijd, of, nog waarschijnlijker, weinig zin om je kostbare momenten in de bruisende avonturenstad
te verdoen door in de koude winterlucht op je avondeten te wachten, dan is het ook mogelijk je burger online te bestellen en je vervolgens door de rij heen naar voren te werken om hem zonder te wachten af te halen. Aangezien niet iedereen op de hoogte is van deze mogelijkheid duurt het helemaal niet lang voordat je je maaltijd kunt komen claimen, waardoor het zeker de betere optie is als je trek hebt in een hamburger. Toch moet ik zeggen dat, hoewel de beroemde Fergburgers best lekker waren, de burgers van Devil Burger nog beter waren – en daar stond geen rij. Zoals u ziet is er in Queenstown geen gebrek aan restaurants om jezelf van een ongezond avondmaal te voorzien. Gelukkig biedt de stad je ook genoeg mogelijkheden om de bij de verschillende burger- en pizzatenten verworven calorieën weer kwijt te raken in de vorm van een heuse adrenalinerush. De stad staat onder
11
Nieuw-Zeeland de Nieuw-Zeelanders bekend als “The Capital of Adventure”, en ook dat vergt weinig uitleg. Extreme uitjes zoals wildwater raften, jetboat riding en op een soort motorloze kart over de bergtop rijden (Luging) zijn bezigheden van alledag en vormen een goudmijn voor de stadsbewoners. Ben je nog niet tevreden? Waag je dan op grotere hoogtes en ga skydiven, of, nog erger: bungyjumpen.
sport wel tot stand gebracht door een Kiwi en is de allereerste commerciële bungyjumplocatie gevestigd op de Kawarau Gorge Suspension Bridge dicht bij Queenstown. Deze hangbrug op een prachtige locatie boven het water bevat tegenwoordig een plateautje waar de echte avonturiers zich vanaf kunnen storten, zelfs met de mogelijkheid zich te laten onderdompelen in het helderblauwe water dat onder de brug door stroomt.
Honderden elastiekjes Wat ons van tevoren niet bekend was, maar wat ons door de Kiwi’s eens even minutieus is uitgelegd, is dat Nieuw-Zeeland niet alleen het land van de naar fruit vernoemde loopvogels, maar ook het land van de bungy is. Hoewel de eerste bungyjumpers geen Nieuw-Zeelanders waren, is het tegen betaling uitvoeren van de
Wat ooit één van de beste plekken voor waaghalzen was, is tegenwoordig echter slechts nog een lachertje vergeleken met de Nevis Bungy, het platform dat met zijn 134 meter hoogte de hoogste is in heel Australazië en de op twee na hoogste bungyplaats van de wereld. Het platform bevindt zich in een cabine die met
12
Buitenlandstage dikke, ijzeren kabels tussen twee bergwanden in is gespannen en enkel te bereiken is met een kabelbaantje. Zelfs de route ernaartoe is akelig, want die voert met een vrachtwagenachtige bus over steile, verontrustend smalle bergwegen en eindigt in een liftje dat om de één of andere sadistische reden gaten in de vloer heeft en een perfect uitzicht biedt op de afgrond waar jij je zometeen in gaat storten. Wanneer je zonder kleerscheuren de bungycabine hebt bereikt, mag je plaatsnemen in de tandartsachtige stoel waar de deskundigen je voeten aan elkaar binden. Met een bungy-elastiek bestaande uit honderden dunne elastiekjes, omwonden door nog meer elastiekjes, aan je benen, dien je je vervolgens naar de rand te begeven. Voor veel mensen is dit het moment van bezinning: “waarom doe ik dit? Ben ik soms gek geworden?” Nu is het echter te laat om nog terug te keren. Voordat je weet wat er gebeurt, heb je gelachen naar de camera, het 3-2-1-BUNGY! afgewacht en zit er niets anders op dan je met gespreide armen af te zetten. De diepte in.
Zeeland moeten hebben gedaan. Zeg nou zelf, hoe kun je het verkopen niet te hebben gebungyd in het land van de bungy?
Van Kiwiland naar Kikkerland En toen, na alle hoogtes die ik had bezocht en alle kilometers die ik had afgelegd, kwam er toch een moment dat ik nóg hoger en nóg verder moest – terug naar het land dat waar ik vandaan kwam, het land dat ik vier maanden geleden met bonzend hart en een grote onbekendheid in het vooruitzicht had verlaten. Terugkomen in Nederland gaf me een dubbel gevoel; het was heerlijk om weer thuis te komen, iedereen die ik had achtergelaten weer te zien en niet meer uit een koffer te hoeven leven. Aan de andere kant was het ook wel een beetje vreemd om te beseffen dat ik het land waar ik de afgelopen vier maanden had gespendeerd, op zijn minst voor een lange tijd niet meer terug zou zien. Ik zal ze missen, die gekke Kiwi’s met hun korte broeken, hun theezakjes zonder touwtjes en hun zoete aardappelen, het schitterende land met zijn witte bergen, groene heuvels en azuurblauwe zee, de Lord of the Rings-referenties en de legendarische Maoriverhalen. Ik heb ervan genoten en heb er een thuis in gevonden heel ver bij mijn eigen huis vandaan. Vreemd genoeg is me de jetlag die ik had verwacht nagenoeg bespaard gebleven, maar daar hoor je mij niet over klagen. Het enige probleem waar ik nu nog mee zit, is dat ik totaal niet meer weet welke kant ik op moet kijken bij het oversteken.
“Het geeft een geweldige kick om naar beneden te vallen!” Het duurt misschien één seconde voordat je over de schrik heen bent en je eindelijk beseft waarom je dit ook alweer deed: het geeft een geweldige kick om naar beneden te vallen, tussen de schitterende bergwanden in (en natuurlijk ben je ook best wel een beetje trots op jezelf dat je het aan hebt gedurfd. Dat was ik in ieder geval wel...). Hoewel het zeker geen goedkope bezigheid is, al helemaal niet als je bewijs mee naar huis wil nemen in de vorm van foto’s en/of video’s, is een bungyjump toch wel één van de activiteiten die de durfallen onder ons bij een bezoekje aan Nieuw-
Vaarwel, Nieuw-Zeeland! En tot ziens!
Tekst & foto’s : Sanne de Bock
13
Een Spaanse maand
AGOSTO MARIELLE SAEGAERT M
arielle Saegaert verhuisde jaren geleden naar Spanje en woont sindsdien in Santiago de Compostela. Maandelijks houdt zij ons op de hoogte wat er speelt in haar stad en de Spaanse samenleving. Augustus is in Spanje traditioneel dé maand van de zomervakantie. Hoewel het erop lijkt dat onze Spaanse vrienden tegenwoordig hun vakantiedagen meer verspreid opnemen, is het nog altijd de meerderheid die er voor kiest om
14
hun 30 vakantiedagen tegelijk op te nemen en zoals de nationale gewoonte voorschrijft: in de maand augustus. Dus dan zijn de straten leger, op die van de toeristische ‘hotspots’ na uiteraard, en sluiten veel bedrijven de deuren. Om in deze maand dan ook iets gedaan te krijgen, denk aan een klus voor de loodgieter of het maken van een doktersafspraak… Geduld is vereist en vergeet vooral niet rustig in- en uit te ademen als je keer op keer dat ene zinnetje hoort: “sorry, maar hij/ zij is op vakantie tot het eind van de maand”…
Marielle Saegaert Natuurlijk is het te begrijpen dat het juist in augustus is dat iedereen vertrekt; de temperaturen zijn, vooral in het binnenland, vaak niet om uit te houden. Denk aan een enorme stad als Madrid waar de gemiddelde temperatuur deze maand boven de 30º C lag!
aan de kust maar ook wordt van deze maand gebruikt gemaakt om terug te gaan naar de ‘eigen’ provincie, het ‘eigen’ dorp waar men vandaan komt: een verbondenheid die de gemiddelde Spanjaard niet makkelijk verliest… Jaren geleden werd ik uitgenodigd door vrienden voor een weekend in de provincie Burgos waar de rivier de Duero doorheen loopt (de streek waar de zeer populaire Spaanse rode wijn ‘Ribera del Duero’ vandaan komt.) Ze vertelden me dat alle auto’s die ik zag van de “kinderen van” waren en er alleen in augustus staan. Het dorp is het hele jaar door nagenoeg
Stadszwembaden Een beetje verkoeling is voor de meer dan drie miljoen inwoners van de stad dan ook moeilijk te vinden in de zomer tussen al het beton van ‘los Madriles’. Dit is een populaire bijnaam voor de hoofdstad die vooral refereert aan zijn ‘typisch Spaanse’ karakter en deze afkomst, bewaard van vroeger, wordt hier nogal altijd trots uitgedragen.Met overvolle stadszwembaden en de zee te ver weg om in een dag op en neer te rijden, is het niet verwonderlijk dat vooral Madrilenen deze maand hun stad ontsnappen.Daarom is het vooral rond Madrid dat de verkeersproblemen elke zomer opnieuw een speciale aanpak vereisen. De Spaanse nationale verkeersdienst begon ook dit jaar zijn “operación agosto” de 31e juli: extra mankracht, extra rijbanen, verbod op vrachtvervoer, minder wegwerkzaamheden. Alleen al rond Madrid verwacht men meer dan 4,5 miljoen ‘verplaatsingen’ van auto’s.
leeg: de jonge mensen zijn weggetrokken en komen alleen in de zomermaand(en) terug. Een andere oorzaak van het moeizame verkeer deze maand op de nationale wegen zijn de alom georganiseerde feesten, over het algemeen ter ere van de plaatselijke beschermheilige. Augustus staat er vol van! Beschermheiligen als de Heilige Maagd, San Bartolomé, San Lorenzo maar ook gastronomische toppers
Kust De populairste bestemmingen liggen voor de meerderheid
15
Een Spaanse maand als de ‘Albariño’, de wereldberoemde witte wijn uit Galicië of de Cabrales, de pittige kaas uit Asturias.
van de Spaanse verkeersveiligheidsdienst deze maand stond in het teken van de controle op alcohol en drugs achter het stuur. Dit jaar is het voor het eerst dat de verkeerspolitie regulier controleert niet alleen op aanwezigheid van alcohol in het bloed maar ook op die van drugs. Hier in Spanje was het tot nog niet zo heel lang geleden de normaalste zaak van de wereld om met een slok te veel op achter het stuur te stappen. Nou is dat natuurlijk niet alleen aan Spanjaarden toe te schrijven maar de verkeerscontroles waren hier erbarmelijk en meer dan soms geheel afwezig. Ik spreek dan over slechts tien-vijftien jaar geleden dat men zonder al te veel gewetenswroeging de auto pakte na een stevige drinkpartij. Het was immers makkelijk genoeg om de boetes te vermijden… In een land
Tomatina Een apart en een in (internationale) populariteit groeiend volksfeest dat vernoeming verdient, is de ‘Tomatina’ in de provincie van Valencia. Het feest heet zo omdat het erom gaat elkaar in te zepen met tomaten. Dt jaar, afgelopen week was het weer zo ver, is een record gevestigd: er is 150 ton (!) tomaten ‘vergooid’. Het is wel zo dat het om voor de verkoop afgekeurde tomaten gaat omdat ze niet aan de kwaliteitsvereisten voldoen. Een feest waar elk jaar ook steeds meer buitenlandse toeristen op af komen! Een van de andere speciale verkeerscampagnes
16
Marielle Saegaert als Spanje waar een vrij grote ‘alcohol-cultuur’ bestaat, was het paradoxaal genoeg nog vrij lang niet de gewoonte om de glazen wijn te tellen omdat consequenties vaak ontbraken. Totdat ook hier de wet veel strenger werd gemaakt en de controles werden verscherpt. Meer politie op de weg, hogere boetes en als je het echt bont maakt ook gevangenisstraf. Dit is iets van de laatste jaren en zeker sinds de introductie van het ‘puntenrijbewijs’ is men veel bewuster van het eigen rijgedrag.
lijden verlossen en het speciale zwaard tussen zijn schouderbladen steken. Deze mannen zijn
Stierenvechten Een ander fenomeen typisch voor deze Spaanse maand en nog altijd zeer populair: de stierengevechten. Het lijkt een cliché maar dat is het niet. Jammer genoeg. Er zijn twee types feesten waar de stieren mishandeld worden. Excuses voor dit gebrek aan journalistieke onpartijdigheid maar ik behoor tot die groep die het als dierenmishandeling beschouwt. Daarbij is augustus ook voor mij vakantiemaand dus por favor, sta me deze schriftelijke verspreking voor deze keer toe. Het gaat aan de ene kant om de traditionele stierengevechten zoals we die van televisie kennen: het uitzenden van de stierengevechten is hier in Spanje een paar jaar geleden door de linkse PSOE verboden maar met de wisseling van de macht, is deze televisie traditie door de rechtse en huidige regeringspartij PP weer ‘in ere’ hersteld. Dit zijn de stierengevechten in de grote arena’s waar de sociale crème de la crème, of zij die denken dat ze daartoe behoren, zich in het publiek laten zien. De stierenvechter wordt hier ‘torero’ genoemd of ‘matador’ oftewel ‘doder’: dan heb je het gemaakt want je mag dan het dier uit zijn
voor de voorstanders van het stierenvechten net zo populair als de meest geliefde voetballers. Hun persoonlijke leven
17
Een Spaanse maand wordt op de voet gevolgd en als ware helden worden zij in de arena onthaald. En toegegeven: je moet behoorlijk veel durf hebben, om voor een woeste stier van zo’n 500 kilo te gaan staan met niets anders dan een grote zijden “capote” (de beroemde ‘rode lap’) om je te beschermen.
Traditie De voorstanders hebben het over de eeuwenoude traditie, de professionaliteit van de stierenvechters en de zeer strenge selectie van de stieren. Het wordt als een enorme afgang gezien voor de fokker van de stieren als de stier die hij heeft geleverd, een teleurstellend ‘gevecht’ biedt bijvoorbeeld omdat hij passief is of de strijd niet lang genoeg volhoudt. Voorstanders hebben het over ‘heroïsche’ gevechten, spreken
18
met bewondering over de helden van vroeger en zoals gezegd: de ‘toreros’ zelf en hun echtgenotes en kinderen zijn gewilde, en overigens vaak ook gewillige, prooien van de roddelpers… De strijd tussen de voor- en tegenstanders is zeker niet beslist: of je bent voor of je bent tegen: een gulden middenweg bestaat hier niet. Jaren geleden werd mij verweten dat ik niets wist van de traditie en “omdat ik nooit naar een stierengevecht was geweest”, mocht ik eigenlijk geen mening hebben…Ik liet me niet kennen en ben geweest maar nodeloos te zeggen heeft deze ervaring mij niet van mening doen veranderen maar, als mogelijk, mij slechts versterkt in mijn afwijzing. NOOIT weer. Daar hoef ik verder niets aan toe te voegen. Naast de traditionele stierengevechten, bestaan
Marielle Saegaert ook de lokale dorpsfeesten. Nog altijd heel veel dorpen in Spanje organiseren elk jaar zomerfeesten waar de stier een centrale plaats inneemt. De beroemde feesten in Pamplona maar ook kleine dorpen gebruiken vaak stieren ter vermaak…
Doden bij volksvermaak Vermaak dat voor deze dorpen bestaat uit bijvoorbeeld het binden van brandende fakkels aan de staart van het dier of aan zijn horens. Gevolg: het dier wordt gek van angst en rent al springend en bokkend als een dolle voor zich uit en het is voor velen dan heel spannend om te proberen zo dicht mogelijk bij het dier in de buurt te komen en het liefst het dier even aan te raken. Of het dier in een geïmproviseerde arena los te laten waar een groep, vaak behoorlijk beschonken, kerels voor hem uit rennen om vervolgens achter de spijlen van de omheining te ontsnappen aan de krachtige hoorns van de stier. Spijlen die dit jaar niet zo veilig zijn gebleken als
gedacht… Dit jaar zijn er al 12 mensen overleden ten gevolge van verwondingen toegebracht door de hoorns of doordat ze vertrappeld zijn door het honderden kilo’s wegende dier. Barcelona heeft zich enkele jaren geleden uitgeroepen tot “anti-stierengevechten” stad. Fantastisch, jammer alleen dat in de rest van Cataluña de eerder genoemde dorpsfeesten nog altijd gewoon toegestaan zijn… Het laatste weekend van deze maand is dus voor velen tevens het laatste weekend van de vakantie en staat dan ook in het teken van de terugkeer naar huis en ook ‘la vuelta’ oftewel de terugkeer naar het kantoor komt er weer aan… De populaire Spaanse stranden zijn weer wat leger, het verkeer weer wat minder verstopt. Voor je het weet, is het weer september… Tot dan!
Tekst:Marielle Saegaert Foto: Shutterstock, GettyImages
Waar de regen kunst is Leven in Santiago de Compostela
In het hart van dit wondermooie landschap vol heuvels, kloosters en minuscule dorpjes ligt Santiago de Compostela, een moderne stad waar vroeger zich niet zo gemakkelijk gewonnen geeft... Hier geniet Marielle Saegaert volop van de betoverende straatjes en de eeuwenoude pleinen van het historische deel van de stad waar ze net als de Compostelanen haar dagelijkse leven agendaloos doorbrengt. O.a. te koop via Emigratieboek.nl als paperback en eBook
OP ZOEK NAAR
OCCITANIĂ‹(2) David Scherpenhuizen & Nathalie van Koot 20
Rondreis
H
et schrijversduo Nathalie van Koot en David Scherpenhuizen is al jaren verslingerd aan het oude Occitanië, in het zuiden van Frankrijk. Hun ‘liefdeskindjes’ zijn twee historisch-culturele reisgidsen over het gebied. Ze begeleiden ook tours op basis van hun boeken. Ga mee op het tweede deel van hun laatste tour in juni jl.
Montréal, een vlammend betoog Na een verblijf van drie dagen in de woeste Camargue streek ons reisgezelschap op dag drie neer in Montréal, vlakbij Carcassonne in het hartje van de Languedoc. We reden eerst het dorpje in om zijn intrigerende kerk te bezoeken. Het gebedshuis prijkt boven op een hoge heuvel en zijn kenmerkende silhouet is vanuit de verte onmiddellijk te herkennen. De vorm van de kerk lijkt op een grote slak die zijn lange nek omhoog steekt uit zijn hoekige slakkenhuis. Het godshuis
is niet groot, maar het heeft een kleurrijke geschiedenis. Een plaatselijke geestelijke leider van de katharen, een zogenaamde parfait, zou er in 1207 tijdens de godsdienst twisten ooit dagenlang hebben gedebatteerd met de Heilige Dominicus. Toen er geen winnaar uit de strijd kwam, werden de betogen aan de ‘vuurproef’ onderworpen door ze in de vlammen te gooien. Het betoog van Dominicus steeg tot drie keer toe omhoog uit het vuur, terwijl dat van de parfait onmiddellijk verbrandde. Meer bewijs was niet nodig om de ‘superioriteit’ van de Kerk van Rome te bewijzen! De schroeiplekken zijn nog op het plafond van de kerk te zien (zeggen ze maar wij hebben ze niet gevonden). Er is ook een opmerkelijk beeld van een demon die uit de grond probeert te krabbelen. Dit is Asmodeus, de bewaker van geheimen. Wat voor geheimen herbergt de kerk verder? Ga zelf anders eens kijken.
De allure en geschiedenis van Occitanië Occitanië is de historische benaming van het enorme gebied dat zich grofweg uitstrekt langs de lijn Bordeaux - Clermont-Ferrand - Nice. Met zijn ruige landschappen, liefelijke dorpjes en prachtige middeleeuwse steden, is het een regio met een onweerstaanbare aantrekkingskracht. Daarnaast heeft het een rijke spirituele traditie en folklore. De locale geschiedenis is even kleurrijk als bloedig. De hoogtijdagen van Occitanië waren in de 12de en 13de eeuw. Het was een Europees centrum van kennis en kunst, dat pas met de Italiaanse Renaissance overtroffen zou worden. Het gebied was beroemd om zijn spirituele tolerantie en rijke troubadours traditie. De taal die werd gesproken was de langue d’oc (vandaar de huidige benaming van het gebied). De florerende cultuur werd bijna volledig weggevaagd toen de plaatselijke variant van het christendom, het zogenaamde ‘katharisme’, door de Kerk in Rome als ketterij werd bestempeld. In 1209 werd een kruistocht uitgeroepen die tot 1255 zou duren. Aan het einde van de Albigenzen kruistocht was het culturele en spirituele erfgoed van Occitanië bijna volledig weggevaagd. 21
Occitanië
De heilige Dominicus en de honden van God De Spanjaard Domingo de Guzman kwam in 1206 in de Languedoc terecht om de groeiende invloed van de Katharen in te dammen. Dominicus was een man van eenvoud: op blote voeten trok hij predikend door het gebied. Gedurende zijn leven zou hij zeker 15.000 km te voet kriskras door Europa hebben afgelegd! Naast het prediken, stichtte hij zijn eigen orde als ‘tegengif’ tegen het Katharisme. Niet veel later werd de Albigenzen Kruistocht tegen de katharen afgekondigd. Dominicus stierf in het noorden van Italië in 1221. Ruim tien jaar later werd hij heilig verklaard. De naam Dominicanen zal voor altijd verbonden zijn met de inquisitie, een van de zwartste bladzijden uit de Europese geschiedenis. De orde zorgde vanaf 1231 voor de uitvoering van de inquisitie in Carcassonne. Ze waren zo meedogenloos dat ze de bijnaam kregen van ‘domine canes’ (honden van God).
Prouilhe & Fanjeaux, bij Jove! Vanuit Montréal reden we door het glooiende landschap van de Lauragais, met zijn velden vol schitterende zonnebloemen en wuivend graan. De eerste halte was het nonnenklooster in Prouilhe, de Notre Dame du Rosaire dat door niemand minder dan de Heilige Dominicus gesticht werd in 1206. Het neogotische gebouw met klimop en sierlijke oprijlaan is een juweeltje. De volgende stop was Fanjeaux (van het Latijnse Fanum Jovis of Tempel van Jupiter) gelegen op een nabijgelegen hoge heuvel. Dominicus heeft hier jarenlang gewoond en gepreekt. Hier bezochten we het 12e eeuwse gotische parochiekerkje Notre Dame de L’Assomption, dat gebouwd is op de resten van een Romeinse tempel gewijd aan Jupiter. Vlakbij het kerkje staat een mooi bronzen beeld van Dominicus. Het beeld, bovenop de heuvel, kijkt uit over de enorme vlakte van de Lauragais, die zich uitstrekt tot de Montagne Noire. Op een mooie
22
avond in juli 1206 zag Dominicus in Fanjeaux beneden in het dal een soort vuurbal inslaan. Hij zag hierin een teken van God en stichtte op die plek het klooster van Prouilhe om Kathaarse vrouwen te bekeren. Limoux en de innerlijke mens ’s Middags was het gezellig lunchen op het elegante stadsplein van Limoux. Dit stadje met nog geen 10.000 inwoners is bekend door het langstdurende carnaval ter wereld en misschien nog wel meer door de mousserende wijn, Blanquette de Limoux. Na de smakelijke lunch vervolgden we onze trip door de ruige omliggende bergen op weg naar de abdij van Saint Hilaire, waar de plaatselijke monniken per ongeluk de Blanquette de Limoux als een soort wonder hebben ontdekt. De abdij is een oase van rust met een prachtig staaltje Romaans beeldhouwwerk. ’s Avonds hebben we sfeervol gegeten bij het heerlijk landelijk gelegen
Rondreis Domaine en Birbès in Laurac, dat sinds 2011 gerund wordt door een enthousiast Nederlands koppel, Rob en Mariëlle Zandvliet. Een heerlijke afsluiting van een enerverende dag. Bergen en dalen Op de vijfde dag maakten we een schitterende rondrit door de woeste dalen en bergen van het gebied. De rondrit begon in het gezellige plaatsje Quillan, waar we over een typische Franse markt slenterden waar je heerlijk geurende streekproducten kon kopen. Daarna zijn we weer in de auto gestapt en kwamen we langs de ontzagwekkende katharenburcht van Puilaurens die als een adelaarsnest prijkt bovenop een hoge berg. Vervolgens reden we door een diepe gorge met aan weerszijden ruige, steile leisteenwanden. De route boort zich letterlijk een weg door de bergen en stukken rots hangen gevaarlijk over de weg. Het is alsof je door de bek van een prehistorisch monster rijdt. We stopten bij de Hermitage van Galamus, een oud monnikenverblijf dat aan een steile rotswand vastzit zoals een kind aan zijn moeder. Je bereikt het nederige onderkomen na een wandeling van een half uurtje via trappen die uit de rotsen zijn gehouwen. Als je de hermitage in de verte ziet, uit
de rotswand gehouwen en ingeklemd tussen steile bergen, dan zou je bijna in wonderen geloven. Verborgen juwelen We reden terug naar Montréal via de ruige berg Bugarach, een mysterieuze berg die omgeven wordt door mysteries. Het zou een van de laatste plaatsen op aarde zijn waar je de door de Maya’s voorspelde Apocalyps van 2012 kon overleven. De wereld verging uiteindelijk toch niet en de berg staat er nog en is zeker een bezoek waard. Vervolgens stopten we bij de minerale bronnen van Rennes les Bains (de baden der koningin) en in Alet les Bains, een prachtig dorpje langs de oevers van de Aude rivier. Alet was een vroeger centrum van alchemistische en esoterische kennis en is een bezoek meer dan waard. Het hele gebied is trouwens rijkelijk bestrooid met verborgen juweeltjes. Wat te denken van het vervallen kasteel in Saissac, hoog in de bergen van de Montaigne Noire. Of de nabijgelegen abdij van Papoul, met zijn vele beelden van zijn onfortuinlijke naamgever, Saint Papoul, die een kopje kleiner werd gemaakt door de Visigoten. Het knusse ‘boekendorpje’ Montolieu, dat voornamelijk uit kleine boekwinkeltjes bestaat, mag je ook zeker niet overslaan. Heerlijk slenteren
23
Occitanië door zijn smalle straten en neuzen door oude boeken die de zoete geur van weleer afgeven. Afscheid van Carcassonne Waar kun je een tour meer op gepaste wijze afsluiten dan met een bezoek aan de middeleeuwse burchtstad van Carcassonne. Met zijn dikke muren, fiere torens met wapperende banieren en smalle, romantische steegjes is La Cité voor ons nog altijd een sprookje. Je waant je bijna in een ridderroman. Na een eetlust opwekkende wandeling door de citadel vleiden we ons neer op het knusse Place Macou voor een gezellige afscheidsmaaltijd. De meesten namen cassoulet, een regionale specialiteit gebaseerd op bonen en vlees. Zo namen we afscheid onder het dikke bladerdak van de weelderige platanen, nippend aan de stroperige plaatselijke rode wijn en genietend van de zwoele zomeravond. De volgende dag zouden we terug keren naar Nederland en het jachtige heden, maar even nog konden we wegdromen in onze Occitaanse idylle. A la prochaine, tot de volgende keer!
24
Pauline: “Carcassonne vind ik het
meest bijzonder en ik bewonder de Fransen dan ook echt hoe ze het allemaal zo goed kunnen onderhouden en de sfeer weten te behouden. De tocht in de Camargue is ook zeer de moeite waard. Het is dat er auto’s rijden, maar de sfeer is toch van lang geleden.”
Thea: “De onverwachte kerkjes en
abdijen in het Katharenland vond ik heel speciaal. Het is eigenlijk te veel om op te noemen want de Gorges de Galamus was ook heel indrukwekkend; onvoorstelbaar dat je daar een grotwoning maakt. Het was een prachtige reis met David en Nathalie!”
De start van je buitenlandse avontuur ... ... doe je samen metVisa4you! Visums voor Australië, Nieuw Zeeland, Canada • Enthousiast team met jarenlange ervaring in emigratie en visumaanvragen • Business visum, Skilled workers visum, Partner visum, Working holidays • Vrijblijvende visumcheck • Gecertificeerde visumspecialisten Australië (Offshore agent) Canada (Certified Immigrations Consultant) Nieuw Zeeland (Licensed Immigration Adviser)
www.visa4you.nl | info@visa4you.nl | 0528 391 118 25
Grenzenloos uitzicht
Foto: S. Gabriel
Wonen in Frankrijk
LUDIQUE SOIXANTE-DIX
L
udique is het pseudoniem van een ouddocent die na zijn pesionering samen met zijn vrouw Maria (Lief) emigreerde naar Zuidwest-Frankrijk. Het tweetal woont en ‘werkt’ in en rond hun oude boerderij op het Franse platteland. Ludique is een begenadigd verteller/schrijver die anderen laat meegenieten van zijn dagelijkse belevenissen.
en dus rolden wij, gewapend met een feestelijke ‘bouteille’ roze Champagne, met onze besteltrommel richting Marga en Cobus. Pakweg een half uurtje bij ons vandaan. Volgens Lief zou er elders gezamenlijk een feestelijk vorkje geprikt en een glaasje genipt gaan worden en dat ‘elders’ zou dan nog eens een ‘uurtje’ verderop zijn. Nu hadden wij de voorafgaande dagen al vele kronkelende, klimmende en dalende vakantiekilometers in de Limousin afgerost en waren we het ‘gehang’ in die pestpokkenbus meer dan spuugzat. Bestelbussen zijn dan ook niet de meest geschikte vehikels om mee over
Augustus. Marga, onze lieve vriendin, was jarig. Kroonjaar! Zeventig lichtvoetig dansende, gracieuze zomers jong! Fuifje dus! Lief en ik waren van harte geïnviteerd voor zowel het defilé als de balkonscene
28
Ludique ‘Petite Routes’ te raggen. Té breed over té smal. Het is immers geen Goggomobil. En maar onophoudelijk zwengelen aan het stuurwiel als een dronken draaiorgelman. Je wordt er tureluurs van. Dodelijk vermoeiend en het vréét banden. Heus! Toen we even na twaalven bij onze goede vrinden het erf op hobbelden stonden de jarige en haar Cobus ons buiten op het koninklijk bordes al op te wachten. Een tikkeltje gepresseerd leek ons. Zoals lieden met een hoognodige boodschap ongedurig voor een langdurig bezet openbaar toilet staan te wiebelen. We moesten onmiddellijk ‘en route’ meldde Marga die de beoogde jaardis ‘elders’ om één uur had gereserveerd. Tja, tóch nog wel een uurtje rijden. Krapjes, zeg maar. Afijn, Marga en Cobus zouden ons voorgaan en bestegen hun rooie bestelbus. Marga gleed achter de stuurknuppel.“Ik hoop dat ik je kan bijhouden!” riep ik nog, lichtelijk verontrust. Marga, zo moet u weten, is een voormalig professioneel danseres. Op hoog niveau! In vermaard gezelschap en op begeerde podia. En nog altoos sierlijk, soepel en vloeiend in al haar bewegingen. Ook haar zoetgevooisde stem danst op een welhaast sensuele partituur van de taal. Prachtig! Maar, - en nu komt het - eenmaal achter enig stuurwiel breekt het beest in haar los! Een ontembare hooligan! Ze voert met dreunende paukenslagen op de venijnige claxon een driftige tapdans uit op de pedalen. Ze rost met d’r mobiele strijkstok over keien, kuilen, bulten, bergen en dalen. Een opzwepend staccato van
gassen, remmen en abrupt zwenken. In een roetzwarte, meurende wolk van afgewerkte dieselolie en verbrand rubber jankt ze de bolderkar het ongesubsidieerd toneel van de openbare weg op en spuugt ze het koekblik haaks overhellend, in een stortvloed van opspattend grint en losgeslagen brokstukken asfalt, de ‘petite route’ op. Marga rijdt niet hard. Ze vliegt veel te laag! En wij er verdulleme hijgend achteraan. Maar net als wijzelf is onze bus zeer beperkt vermogend. Met een enkel gezinspak luiers achterin de laadruimte kruipt het kreng de langgerekte, trage hellingen rond Limoges op. Dikwijls wandelt Lief er dan naast om te zien of we wel op koers blijven. Zo sloom is dat ding. Een Solex met astma is
29
Wonen in Frankrijk rapper. Met het stuurrad uit volle macht vastgeklemd in mijn wit weggetrokken knuisten en de neus krachtig tegen de voorruit geperst, deed ik verwoede pogingen om de helse rijstijl van de voortrazende jarige, die rap achter de kim dreigde te verdampen, bij te benen. Plankgas! Lief had de veiligheidsbretellen tot het uiterste aangesjord en de sleepkabel rond haar taille geknoopt. Ze hield zich met beide handen angstvallig vast aan Tante Jo die ons, op de voorruit gekleefd, normaliter per satelliet op het rechte pad houdt. Nu liep ze zes kilometer achter! Soms dook Marga spontaan, als een onverwachte orkestslag, voluit in de remmen en haakten wij bijkans aan op d’r sleurhaak. Dan weer gierde ze in vol galop door een haarspeldbocht of reeg ze een half dozijn tegenliggers aaneen zo hopla de naastgelegen orkestbak in. Marga wist van geen wijken. De klok tikte voort. Precies om een uur parachuteerden we ons gelijk topskiërs die de allerhoogste skischans afzoefden, het beoogde dorp van de feestdis binnen. St. Léon sur Vézère in de Dordogne. Regio Aquitaine. Een charmant dorp, zo leek ons, we zagen althans in een ijle flits iets van een ‘chateau’ voorbij razen. We draaiden, nu in geremde ganzenpas, een royaal bemeten parkachtig parkeerterrein op.
leg’ schijnt beter te zijn, maar dat wens je, uitgerekend een diva van de edele danskunst, toch niet toe. Nee, zeg nou zelf. Cobus, Lief en ik vormden haar eerbiedig zwijgend gevolg. Ach, we hadden onze jarige Marga dolgraag over de drempel gedragen of haar sleep vastgehouden. Ze straalde in gala als de bruid en wij gedrieën als de gom. Aldus bestegen we een zonovergoten tuinterras op een bedje van uitbundig zomergroen. Een festijn op zich. Drukbevolkt onder parasols en schaduwrijk lommer. Er zat een restaurant aan vast, hadden Lief en ik al wel gezien. ‘Le Petit Léon’. Frisse Franse serveersters in fruitig zomerse kleedjes trippelden af en aan. Met notitieblokjes, spijzen, dranken of vaatwerk. In die volgorde. Het is de onverbiddelijke choreografie van de zichzelf respecterende Franse horeca. Een ‘madame’ in de vermoedelijke hoofdrol van de gastronomische nering kwam ons, commercieel verantwoord, blijmoedig tegemoet. “Heeft u gereserveerd?” vroeg ze allervriendelijkst aan onze Marga. Welnu, Marga mag dan ‘en route’ een voortdenderende nachtmerrie zijn, in de vrije causerie is ze een, weliswaar zeer lieftallige, maar bovenal volslagen warrige droomkont. Die zweeft ergens vaag op een roze wolk. Hoog boven het publiek. Ze vertoeft verbaal in een totaal andere kosmos. Marga keek ‘madame’ ietwat verstoord aan. Alsof deze ‘madame’ haar plompverloren onderbrak in de uitvoering van de majestueus vloeiende zwanendans.
Marga was uitgestapt. Innig tevreden glimlachend alsof ze weldra een staande ovatie in ontvangst zou gaan nemen en schreed elegant richting terras. Ze kwam op, zeg maar. Lief wou d’r nog toi-toitoi wensen, maar dat brengt ongeluk in theaterkringen, dacht ik. ‘Break a
30
Ludique “Heeft u gereserveerd?” herhaalde ‘madame’ vriendelijk edoch volhardend in haar script.“Huh? Wat? Hoe? Gereserveerd?” lispelde Marga. “Ah! Ik begrijp het al. U bedoelt te vragen of wij gereserveerd hebben?” ‘Madame’ knikte instemmend en zweeg in afwachting van een concreet en werkbaar antwoord. Marga doorploegde peinzend haar jarige brein. “Eh, jawel! Ja, dat dacht ik toch wel. Ja, dat is ook zo. Dat hebben we inderdaad gedaan, jazeker! Leuk dat u het vraagt! Ik was er zelf niet opgekomen!” “Onder welke naam?” hervatte ‘madame’ onverstoorbaar vasthoudend aan de regie. Marga, die jong van hart is, noemde koket haar meisjesnaam. Een artieste koestert nu eenmaal de eeuwige vrijheid en weet zich
permanent omringd door talloze aanbidders. Een jongeman, met een paardenstaartje in de nek, schonk haar zelfs terloops een bevallig knipoogje. Lief meende dat dat allang uit de mode was. Dat paardenstaartje bedoelde ze. Madame bladerde onderwijl langdurig door haar draaiboek. Tevergeefs. Cobus, die van aan- en doorpakken houdt, bulderde van enige meters afstand zijn eigen achternaam. De man is tenslotte echtgenoot en in die bijrol naamgever van de huwelijkse staat. Helder! “Akkoord, ik breng u naar uw tafel.” sprak ‘madame’ en ging ons voor. De menukaart presenteerde een boeket aan verrukkelijke Franse spijzen en dranken. Specialiteiten uit de regio. Lief en ik zijn er dol
31
Wonen in Frankrijk op. Een regio met een bovendien torenhoog toeristisch gehalte. En ook dát weerspiegelde zich hier in de ‘typisch’ Franse ‘cuisine’. “Club Sandwich!” verordonneerde Cobus wiens integratie kennelijk nog ‘en course’ was. Hij is van Westfriese komaf en dat zegt wel genoeg, dacht ik. Marga, Lief en ik wensten elk een prachtige, zomerse Franse salade. Afijn, het werd een heerlijke, gezellige en bijzonder feestelijke maaltijd onder echte vrienden.Op de gekalmeerde terugweg pikten we ergens nog even een verscholen ‘bric & brac’ mee. Een tip van Cobus want voor anderen onvindbaar! En inderdaad, niets gevonden. Verderop in St. Robert nog een ons bekende ‘Brocante’, gehuisvest in het pittoreske voormalig dorpsschooltje, bezocht. Scoren!
Op de laatste kilometers terug naar het huis van Marga en Cobus ging gaandeweg het gas er weer voluit op. Dat doen wij ook altijd. Haast ongemerkt. “Paard ruikt stal.” merkte Lief grinnikend op. Thuis, bij Marga en Cobus, maakten we de inmiddels gekoelde roze Champagne soldaat. Feest in de verlenging. We vertrokken. Het feest was geweest. Lief en ik reden voldaan en wellicht ook een tikkeltje rozig terug naar onze oude trouwe boerderij. Een half uurtje verderop. Kalmpjes aan. Tekst: Ludique le Vert Foto’s: Eric Jan van Dorp
Lees de bundels van Ludique:
Hilarisch Frankrijk ISBN 9789461850024
Kolderiek Frankrijk ISBN 9789461851768
O.a. te koop via Bruna.nl, Ako.nl en Emigratieboek.nl
32
Alles over emigreren naar Frankrijk voor maar
â‚Ź 6,95
Nu verkrijgbaar in de boekwinkel of via www.vertreknl.nl/magazine
oom
VERZEKERINGEN RINGEN
Hollandse zekerheid tijdens uw buitenlands avontuur! Kijk op www.oomverzekeringen.nl of bel +31(0)70 353 21 00.
OOM Verzekeringen
ziektekosten | SOS | reis | ongevallen | inboedel Grenzenloos uitzicht aansprakelijkheid | rechtsbijstand | annulering
33
Foto:M Mikael Kristenson
Spanje
Je komt er niet omheen... (deel 3)
V
orige afleveringen vertelde ik over de jonge herders die we tijdens een wandeling vonden, achtergelaten door hun ‘baasje’. En over de Spaanse vrijwilligers die dit soort honden opvangen en proberen te herplaatsen, ook in Noord-Europa.
Zij zetten zich volledig in voor deze hulpbehoevend dieren. Belangeloos. Ze zien een hond op een van de websites van een protectora staan en nemen contact op. Als de hond nog beschikbaar is en zij denken dat dat dier wel een baasje in Noord- Europa kan vinden dan gaat de betreffende hond een heel traject in. Als eerste is er een uitwisseling van gegevens over het dier. Kan het met andere dieren overweg, is het lief voor kinderen, kan het goed aan de
Er zijn diverse stichtingen in Nederland en Duitsland actief die voor Spaanse honden een nieuw tehuis zoeken. Bijvoorbeeld Alas.
34
Marjan van den Dorpe lijn lopen, heeft het alle entingen gehad, is het Europees paspoort in orde, is het gecastreerd of gesteriliseerd en meer van dergelijke vragen.
Gastgezin Is alles in orde dan gaat de hond, als dat kan, liefst enkele weken voor vertrek, naar een gastgezin hier in Spanje zelf. Wij hebben dat ook wel eens een keer mogen zijn. En dat is heel leuk en dankbaar werk. Is dat geregeld dan wordt gekeken met welk transport het dier mee kan. Dat kan per auto zijn waar meerdere honden uit de regio in vervoerd worden, of per vliegtuig. In het eerste geval is het meestal vrijdagmiddag verzamelen in Ibi. In een bus met goede ventilatie en een warm-koud installatie worden de honden in hokken of benches gezet. In iets meer dan een dag zijn de honden dan op plaats van bestemming. Daar wachten de gastgezinnen meestal al vol ongeduld op ze. Ook kan het zijn dat de definitieve eigenaar er al is en dan is het een roerend tafereel. De honden worden, na aankomst in hun nieuwe vaderland, nog geruime tijd in de gaten gehouden en de nieuwe baasjes, als dat nodig is, begeleid.
van 46x28x20cm. Het dier moet ten alle tijden kunnen staan zonder dat de kop de bovenkant van de tas of kennel raakt en ruim kunnen liggen. Het totale gewicht van dier plus kennel mag maximaal 6 kilo zijn en de tas of kennel moet bij uw benen gezet kunnen worden. Bij Transavia is dat anders, daar huur je de stoel naast je en is het dier een meereizende passagier geworden. Uiteraard moet het dier ruim van te voren aangemeld worden want het aantal plaatsen in de cabine is zeer beperkt. Het paspoort moet aan de volgende eisen voldoen: Het moet gegevens bevatten over rabiësvaccinaties (als het huisdier voor de eerste keer wordt ingeënt, of als men het huisdier opnieuw laat inenten nadat de oude rabiësinenting is verlopen, mag men pas 21 dagen na de inenting de grens over). De geldigheidsduur van de rabiësinenting wordt bepaald door de aanbeveling van de producent van het vaccin (de termijn staat in de bijsluiter). Verder moet op het paspoort de vereiste gegevens staan over de gezondheidstoestand van het dier. Voor een geldige gezondheidsverklaring moet de rubriek ‘klinisch onderzoek’ ingevuld zijn.
Vliegtuig Worden de honden per vliegtuig vervoerd dan gelden daarvoor weer heel andere voorwaarden. Iedere vliegtuigmaatschappij heeft zo zijn eigen regels, maar globaal genomen komen ze hier op neer: Een kleine kat of hond kan meestal met de meeste vliegtuigmaatschappijen meereizen in de cabine. Dat mag alleen als de eigenaar of begeleider een geschikte reistas voor het dier heeft met maximale afmetingen van: lengte 46 cm x breedte 28 cm x hoogte 24 cm. Ook mag het transportmiddel een kunststof kennel zijn
35
Spanje Ruimbagage Is het dier te groot en past het niet in de tas of kennel met bovengenoemde afmetingen dan moet het als ruimbagage mee. Het wordt dan ondergebracht in het geventileerde gedeelte van het vliegtuig . De kennel waarin het dier reist moet van hard plastic zijn en voldoen aan de regels van IATA. Eisen voor deze kennel zijn: de hond/kat moet met de kop omhoog kunnen staan zonder het dak te raken en zich zonder problemen kunnen omdraaien en gaan liggen. De kennel moet gemaakt zijn van hard plastic met een ingebouwde metalen deur. Houten kennels met plastic deurtjes zijn niet toegestaan. De kennel moet voorzien zijn van twee lege vaste voerbakken of één bak met twee compartimenten voor eten en water. De bodem
van de kennel moet bedekt zijn met een deken, kranten of ander absorberend materiaal. Stro is niet toegestaan. Ook moet de kennel voorzien zijn van minstens één ‘Live Animal” sticker en twee ‘Arrow Up” stickers. Het slot van de kenneldeur moet stevig zijn. Hangsloten zijn niet toegestaan. De eventuele wieltjes moeten verwijderd zijn of met tape vastgezet. De leeftijd van het te vervoeren dier mag niet jonger zijn dan 10 weken en elk huisdier moet in zijn eigen kennel reizen met uitzondering van puppy’s en jonge katjes van minder dan vier maanden oud. Deze mogen in één kennel samen met hun moeder reizen. Twee honden of twee katten van dezelfde grootte en beiden elk maximaal 9 kilo mogen met z’n tweeen ook in één kennel. Het paspoort van het betreffende dier moet
36
Marjan van den Dorpe Engelstalig zijn en het beste is om een kopie van alle documenten aan de kennel te bevestigen. Het origineel moet de begeleider altijd bij zich houden. Aan de kennel moet een label bevestigd zijn met de naam, het adres en het telefoonnummer van de passagier of instelling. Het dier zelf mag er niet angstig, gewond of versuft uitzien en er mag geen riem of muilkorf in de kennel aanwezig zijn. Het totale gewicht van dier en kennel mag maximaal 75 kilo zijn. Ook voor het vervoer van dieren als ruimbagage geldt ruim van te voren aanmelden want ook hier zijn de plaatsen beperkt. Dieren met een platte snuit zoals boxers en Perzische katten kunnen tijdens de vlucht door warmte en stress ademhalingsproblemen krijgen. Met het oog op hun welzijn mogen deze dieren alleen als vracht worden vervoerd. Huisdieren als vracht De derde mogelijkheid om dieren met een vliegtuig te laten vervoeren is het als vracht mee te geven. Het dier en de kennel mogen samen meer dan 75 kilo wegen en de kennels mogen groter zijn bv. groter dan 292 cm (lengte+breedte+hoogte). Ook kan het dier mee vliegen zonder begeleiding. In de meeste gevallen dat er een hond vanuit Spanje naar Nederland of Duitsland per vliegtuig vervoerd wordt gaat dat altijd op ticket van iemand. Dat kan iemand van de Stichting Alas zijn, maar ook een willekeurige persoon die met een maatschappij vliegt die huisdieren toestaat en meeneemt. Deze betreffende persoon wordt dan door iemand, die verantwoordelijk is voor het transport van de hond of kat, benaderd en krijgt precies uitgelegd hoe een en ander in zijn werk gaat. Het enige wat die persoon in kwestie extra moet doen is, na zichzelf en het dier ingecheckt te hebben, met het dier in de kennel zich melden bij een speciale balie op het vliegveld. Het paspoort en andere papieren
krijgt hij of zij al van de medewerker van asiel of vereniging. Bij die balie wordt de kennel alsook het dier gescand en daarna op de transportband gezet richting vliegtuig. In het land van bestemming staan vertegenwoordigers van de stichting of de toekomstige eigenaren al te wachten om het dier in ontvangst te nemen.
Tips Enkele tips om het dier voor te bereiden op de reis: Laat het dier enkele dagen voor vertrek alvast wennen aan de kennel. Meestal zijn vijf dagen genoeg. Laat het dier vanaf vier uur voor vertrek niet meer drinken of eten en geef het geen kalmerende middelen. Tijdens de vlucht kan namelijk de lichaamstemperatuur van het dier dalen en buiten dat heeft het dier meer tijd nodig om aan zijn nieuwe omgeving te wennen. Tekst: Marjan van den Dorpe Foto’s: Stichting Alas (www.facebook.com/pages/ALAS-Rescue-Team)
37
Italië
Prima visita
STEF SMULDERS
I
k zie twee vuilgele rubberen handschoenen op een van de stoeltjes in de wachtruimte liggen. Dat voorspelt niet veel goeds. Hoe hygiënisch werkt men in Italiaanse ziekenhuizen eigenlijk? Uit de zich in mijn geheugen bevindende verzameling rampverhalen over de gezondheidszorg in Italie duikt spontaan de affaire van het ziekenhuis in Rome op. Daar had men jaren geleden per ongeluk een paar aansluitingen in de kelder verwisseld waarna de bedden van een hele afdeling intensive care opeens „vrijkwamen”. Ook schieten mij de waarschuwingen van een paar van onze Italiaanse kennissen te binnen: “Zit je bij de ASL? Die laten je gewoon doodgaan
38
hoor!” De ASL is het Italiaanse ziekenfonds, vooral bekend van bureaucratie en inefficiëntie. En sterfgevallen dus volgens de ons verschrikt toesprekende “local experts”. Maar wij laten ons niet zo gauw intimideren door die bange en door gezondheid geobsedeerde zuiderlingen. Een spatje regen, een zuchtje wind, een beetje kou en deze hypochonders denken dat ze al met een been in het graf staan. Italianen denken vanaf hun geboorte aan niets anders dan doodgaan. Maar nu zit ik hier toch maar, zie die tuinhandschoenen, ontworpen voor het diepere spitwerk en piep een klein beetje anders. Het is een prima visita, een eerste consult bij de uroloog voor het typische oudere mannenkwaaltje: plasproblemen.
Stef Smulders Het ziekenhuis ziet er al niet erg bemoedigend uit: de gebruikelijke oude en slecht onderhouden zooi die je in alle Italiaanse overheidsgebouwen aantreft. Gammele, steevast olijfgroen geverfde deuren, afgekloven tafels en stoelen, rammelende ruiten met afgebladderde roestig ijzeren kozijnen en her en der met tape beplakte barsten en verder nauwelijks voorzieningen. Een flesje water zou toch wel handig zijn met deze hitte (midzomer 33 graden buiten, 37 binnen) maar de hypermoderne automaat die het levensreddende vocht zou moeten verstrekken, is leeg. Niet bijgevuld. En de overheid maar benadrukken dat het met deze hitte zo belangrijk is om te blijven drinken. Ik was veel te vroeg want bij een eerste bezoek weet je nooit hoeveel tijd het allemaal kost en je wilt er wel zeker van zijn dat je bij de eigenlijke arts op tijd bent. Eerst moet je langs het CUP, het Centro Unico di Prenotazione, om je ticket, de eigen bijdrage te betalen. Het begrip unico zie je wel vaker bij officiële zaken opduiken en betekent dat er vroeger verschillende centra(!) zijn geweest maar dat de overheid de bureaucratie een fatale slag heeft toegebracht door die centra samen te brengen. Zou het? Het wachten voor de loketten van het CUP kan afhankelijk van seizoen, dag van de week en uur van de dag nog steeds aardig wat tijd vergen.
Ook de zaal van het CUP van het Ospedale di Voghera is op een massa gezondheidsbehoeftigen berekend. Er zijn wel zeven loketten (op dit uur nog met door luxaflex geblindeerde raampjes) en lange rijen met stoelen. Ook is er een nummertjesmachine. Als ik om half acht binnenkom, is er nog niemand. Ik trek maar alvast een nummertje: 57. Hopelijk beginnen ze straks niet met 1. Uit de met informatie-A4tjes volgehangen loketwanden maak ik op dat de intake pas om acht uur begint. Gelukkig ligt er tegenover het ziekenhuis een café (wie had anders verwacht?) waar ik even een lungo kan gaan drinken. Jammer genoeg is dit een krantloos lokaal dus ben ik al snel weer terug in de wachtzaal. Inmiddels zit er een andere patiënt, op de achterste rij. Hij beantwoordt mijn groet niet. Maleducato, denk ik. Nog een kwartiertje wachten. Geleidelijk druppelen er nog wat klanten binnen. Ze trekken allemaal hun nummertje. Ik ben dus zeker de eerste, of beter: ik ben de eerste twee, want doordat ik te hard had getrokken, kreeg ik nummer 57 én 58 in handen. De ouwe chagrijn die na mij komt, zal dus nog een fractie langer moeten wachten, tot duidelijk is dat nummer 58 niet meer geïnteresseerd is. Dat zal hem leren.
39
Italië De luxaflexen blijven nog omlaag maar ik zie achter een aantal raampjes wel wat handen die druk bezig zijn rollen met muntjes klaar te leggen. Wisselgeld. Hoeveel zal mijn ticket dit keer kosten? vraag ik me af. Maar wacht, daar gaat de eerste luxaflex omhoog. Erachter vandaan verschijnt een niet onknappe jongeman die meteen “Il primo!” roept. Fout natuurlijk want hij moet een nummer roepen en dat ook op het digitale schermpje boven zijn loket laten verschijnen. Mijn oude concurrent staat met een voor een hulpbehoevende patiënt verbazingwekkende snelheid op en is al bij het loket voor ik nog maar naar adem heb kunnen happen. Maar nu maak ik ook aanstalten om naar het loket te gaan. De jongeman ziet de verwarring en roept gauw (in paniek?) “Numero 57!” een nummer dat tegelijkertijd ook onverbiddelijk in rode ledlichten boven zijn hoofd verschijnt.
Ik steek mijn arm met mijn nummertje, het bewijsstuk, naar voren. De oude atleet begint tegen mij te mopperen. “Hoe kan het dat u een lager nummer heeft?” vraagt hij ongelovig, „Ik was hier als eerste. “Nee, ik was er al om half acht,” antwoord ik glimlachend. Boos kijkt de norse man mij aan. “Dus daarna bent u weer weggegaan!” zegt hij bestraffend. “Ja, ik ben even koffie gaan drinken,” zeg ik nonchalant. “Mooi is dat, dan kom ik in het vervolg al de avond ervoor om een nummer te trekken!” roept hij nu verontwaardigd uit en kijkt daarbij vragend naar de jonge lokettist. Die pakt echter mijn papieren en begint mijn gegevens in te voeren. De oude man druipt mopperend af. “Nummer 58!” hoor ik vanuit een loket verderop dat kennelijk ook net is opengegaan. Hij vangt weer bot, denk ik vals, maar als Niemand zich meldt is de oude hork toch aan de beurt. Vanaf mijn plek hoor ik hem nog doorgaan met klagen tegen de andere lokettist. “Alles oké, dat is dan 28,60 euro,” zegt de mooie loketjongen en geeft me mijn papieren terug. “De afdeling Urologie is op de eerste verdieping,” vervolgt hij. Shit, hij weet natuurlijk waarvoor ik kom, denk ik beteuterd, privacy ho maar, ondanks alle officiële regeltjes die hierover op alle documenten. Zie ik daar een vluchtige glimlach om de mond van mijn lokettist? Prostaatklantje zal hij wel denken, besef ik en druip verslagen af. Mijn mopperaar was sneller klaar en is niet meer in de zaal te bekennen. Misschien zie ik hem zo weer bij urologie, denk ik nog, maar nee. In het wachtgedeelte bij de plasdokter is er wel een andere patiënt die mij vriendelijk groet. Lotgenoten onderelkaar? Gezamenlijk leed verbroedert. Ook hier moeten we wachten want het doktersconsult begint pas om half negen.
40
Column Twee doktersassistentes lopen af en aan, openen kamers, rommelen daar wat, brengen en halen dossiers, sluiten kamers af en gaan weer weg. De een doet dit zuchtend en met serieuze blik, de ander slenterend en verveelt. Het lijkt erop dat de tweede zich telkens opmaakt om iets te gaan verrichten en dan ontdekt dat de ander dat al gedaan heeft. Overbodig personeel? Stille werkloosheid? Op een van de stoelen zie ik de handschoenen liggen. De zuchtende zuster dribbelt weer de wachtruimte binnen, neemt de rubberen handschoenen weg en loopt ermee naar de kamer waar in grote letters “Dermatologie” op staat. “Hier vindt straks het onderzoek plaats,” roept ze naar de wachtenden bij urologie. Ons groepje heeft zich tot een man of vijf uitgebreid. Hebben die allemaal een afspraak om half negen? vraag ik me bezorgd af. Zo te zien is er maar één behandelruimte in voorbereiding. “De dokter komt zo,” hoor ik de assistente zeggen. Ze verlaat de behandelkamer. Zonder handschoenen. Wij wachten. Bij een van de mannen gaat voortdurend zijn mobiele telefoon af. Drukbezet zeker. Hij kijkt ongeduldig om zich heen en begint wat tegen zijn vrouw te mopperen. Zijn been wipt zenuwachtig op en neer. Het is al over half negen. De man kan zijn onrust niet meer bedwingen en loopt naar de deur van de behandelkamer om opstandig het informatieblaadje met de behandeluren te bekijken, waarop informatie staat die hij allang in zijn hoofd geprent had. Behandeltijd maandag
t/m vrijdag van 8:30 tot 12 uur. De man kijkt er een tijdje streng naar, alsof hij het begin van het consult op die manier kan afdwingen maar er verschijnt geen arts en de deur blijft dicht. De man gaat weer zitten. Om kwart voor negen komt de serieuze zuster weer aanlopen en roept enigszins verwilderd: “De dokter is onderweg! Ik neem vast uw verwijsbriefjes in zodat de dokter meteen kan beginnen als hij arriveert.” Ons groepje is intussen uitgedijd tot zeven personen. De zuster verdwijnt met de stapel briefjes in de behandelkamer en blijft vijf minuten weg. Ze komt tevoorschijn en loopt weer weg waarbij de deur deze keer openblijft. Ik zie een soort kamerscherm. Daarachter vermoed ik de tafel waarop de “prima visitatie” ongetwijfeld plaats zal vinden. Ik slik. Na nog eens tien minuten verschijnt er een slordig gekapte en ongeschoren man in wapperende witte jas. Hij snelt zonder op of om te kijken tussen de wachtenden door naar de behandelkamer. Is dit de arts? We horen hem mopperen. Hij loopt de kamer weer uit en begint in de naastgelegen wachtruimte heftig te discussiëren met de slenterzuster. Die geeft geen krimp maar komt even later toch achter hem aangesjokt om hem te assisteren.
41
Italië “Smoelderssss?” hoor ik haar even later roepen. Ik ben als eerste aan de “beurt”! De ongeduldige man kijkt me chagrijnig aan terwijl ik langs hem heenflaneer. Nu loop ik nog soepel. De arts zit achter een pc verwoed te typen. Hij kijkt niet op of om, gromt wat en wijst naar de behandeltafel waar ik kennelijk gestrekt op moet plaatsnemen. Er volgen wat staccatovragen (“Leeftijd?” “Allergieën?” “Medicijnen?”). Zodra hij mijn antwoorden heeft ingetypt, staat de arts op, gebaart de invalassistente naast mij plaats te nemen en gromt dat ik mijn broek naar beneden moet trekken. Hij voelt wat aan penis en ballen en commandeert me mijn knieën op te trekken. Hij trekt een handschoen aan. Ik kan niet goed zien of dat een van die uit de wachtruimte is. De zuster heeft een tube gepakt en knijpt er een vloeistof uit over de vingers van de arts. Voor ij het weet zit hij al met twee vingers in me, heeft hij even gedrukt en gewroet en hoppa is hij er al weer uit. Ik kan me weer aankleden. Ik sta even daarna weer achter zijn pc. Hij kijkt me nog steeds niet aan. De andere zuster komt binnen, excuses makend dat ze dringend ergens anders moest zijn. De andere gaat weg. “Si accomodi! Gaat u toch zitten!” zegt ze. Eindelijk menselijk contact. Ten slotte overhandigt de medicus mij het geprinte resultaat van al zijn typewerk. Prostaat normaal, zie ik in een flits. Echografie van de urinewegen nodig. Ik pak het aan en zie warempel een minzaam glimlachje op het gezicht van de “analist” verschijnen. „Eerst naar de huisarts,” beveelt hij. “Bloed- en urineonderzoek.” “Maar dat is al gedaan,” reageer ik verbaasd en haal de analyseresultaten te voorschijn. De miniglimlach is alweer van het gezicht van mijn uroloog afgegleden. “Resultaten van eerder onderzoek moet u aan het begin meteen laten zien!” zegt hij bars. “Ja maar u heeft toch niks gevraagd,” aarzel ik timide
42
en kijk de assistente beteuterd aan. “Resultaten moet u altijd eerst laten zien,” zegt ze maar met een vergevende blik. Als ik een dag later voor het bureau van Dezza verschijn en hij mijn briefje leest, begint hij te lachen. “Ah, Maurizio,” zegt hij en trekt een veelbetekende blik. „Hoe was dat?” Ik maak duidelijk dat de visitatie nogal ruw was en nauwelijks 10 seconden duurde. “Ah, si. E un chirurgo,” antwoordt Dezza glimlachend en zijn ogen twinkelen weer eens. “Chirurgen zijn nogal kort van stof en ruw van handelen.” Tekst en foto’s: Stef Smulders
Italiaanse toestanden Leven en overleven in Italië
Humoristische korte verhalen over het emigreren naar Italië en de kennismaking met tal van karakteristieke Italianen. Vijf jaar na de emigratie, doet de Stef Smulders verslag van zijn belevenissen in tientallen verhalen waarin evenzovele problemen op geheel Italiaanse wijze worden opgelost, wat vaak tot humoristische taferelen leidt. Te koop via Emigratieboek.nl
43
Het volgende nummer van Grenzenloos Magazine verschijnt rond 30 september. Schrijf u in op Grenzenloos.nl om op de dag van uitkomen een e-mail als herinnering te krijgen.
Emigratieboek.nl BOEKHANDEL VOOR LANDVERHUIZERS
GIDSEN TAALCURSUSSEN ERVARINGSVERHALEN
Kijk regelmatig op Emigratieboek.nl en ontvang ook onze wekelijkse nieuwsbrief Volg ons op Twitter (@emigratieboek) en Facebook (fb.com/emigratieboek)
44