GRENZENLOOS MAGAZINE
Grenzenloos.nl
Voor emigranten, expats en tweedehuisbezitters
NR
24
Liesbeth Arts Nachtelijk avontuur
Jan 2016
HET EERSTE JAAR... Ervaring uit Nieuw-Zeeland
DE MAAND DECEMBER Politieke spanningen in Spanje
LEVEN IN ITALIE
Stef Smulders blijft boeien
Uitgeverij
1
Grenzenloos
Welkom
Colofon
WAT GAAT DIT JAAR U BRENGEN?
V
vrijdag van de maand.
anaf deze plek wens ik u al het goede voor 2016. Wellicht brengt dit jaar voor enkele van u de stap naar wonen en werken in het buitenland dichterbij. Wie weet. Hoe dan ook blijft het altijd leuk om te lezen hoe Nederlanders leven over de grens ervaren. In het magazine van deze maand weer leuke artikelen vanauit Frankrijk, Spanje, Italie en NieuwZeeland. Vergeet u niet dat in februari weer de Emigratiebeurs wordt gehouden. Uiteraard zijn wij zoals elk jaar ook weer aanwezig met een stand. Dit jaar al voor de 10e keer oprij!
Een uitgave van Uitgeverij Grenzenloos,
Veel leesplezier met het magazine van deze maand!
GRENZENLOOS MAGAZINE Gratis online magazine voor emigranten, expats en tweedehuisbezitters. Verschijnt 12 x per jaar, rond de laatste
een imprint van VanDorp Uitgevers Voor meer informatie of adverteren,
Uw reacties en tips worden altijd gewaardeerd: info@grenzenloos.nl
kijk op www.grenzenloos.nl of mail naar info@grenzenloos.nl In dit nummer staan bijdragen van:
Grenzenloos Magazine verschijnt 12 x per jaar, rond de laatste vrijdag van de maand.
Auk Dijkstra, Annemies Gort
Eric Jan van Dorp - Uitgever/hoofdredacteur
Marielle Saegaert
Twitter: @ericjanvandorp
Liesbeth Arts Stef Smulders Coverfoto: Ben Dumond CopyrightŠ2016 VanDorp Uitgevers Op de teksten en foto’s in deze uitgave rust auteursrecht. Niets uit deze uitgave mag worden opgeslagen, gekopieerd of op andere wijze dan ook worden verveelvoudigd en/of verspreid, zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de uitgever.
2
Inhoudsopgave
Nieuws van over de grens
6
22
4
Marielle Saegaert: Deciembre
Liesbeth Arts: nachtelijk avontuur
12
Grenzenloos uitzicht
20
Het eerste jaar is alles opwindend
Stef Smulders: Scacco matto
27
Nieuws STEMMEN IN HET BUITENLAND OP 6 APRIL REGISTREREN VOOR 24 FEBRUARI
A
ls u deel wilt nemen aan het raadgevend referendum over de wet tot goedkeuring van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne op 6 april 2016, dient u zich eerst te registreren. Dat kan tot en met 24 februari 2016. Bij wijze van experiment is het mogelijk om het stembiljet per e-mail aan de kiezer in het buitenland toe te sturen. Het stembiljet dat u ontvangt (per post of per e-mail) moet altijd per post, met gebruikmaking van de enveloppen die daarvoor zijn verstrekt, worden teruggestuurd naar het briefstembureau. Het stembiljet kan niet per e-mail naar het briefstembureau worden teruggestuurd. Stuurt u het stembiljet toch per e-mail terug dan brengt u geen stem uit. Kijk voor meer info op: www.stemmenvanuithetbuitenland.nl
EMIGRATIEBEURS 2016 OP 13 EN 14 FEBRUARI FRANKRIJK ALS GASTLAND
D
e Emigratiebeurs in Houten is komend jaar op 13 en 14 februari. Met drie vertrekhallen, een wereld aan kansen. De Europese vertrekhal met emigratie deskundigen en diverse makelaars uit Duitsland, België, Spanje, Italië, Frankrijk, Portugal en Oostenrijk. De Overzeese vertrekhal met bestemmingen als het Caribisch gebied, Canada, USA, Afrika, Australië en Nieuw Zeeland. In de Scandinavische hal meer dan 120 gemeentes, bedrijven en instellingen uit Scandinavie.
Dit jaar is Frankrijk gastland. Onderzoek uw mogelijkheden bij diverse gemeentes, regio’s en bedrijven. Ga op zoek naar die ultieme baan of onderzoek uw kansen als ondernemer op het Franse platteland.
4
Nieuws RARE JONGENS, DIE ZWEDEN.... HET VERVOLG OP ZWEEDSE BUREN LEVEN TE MIDDEN VAN ZWEEDSE (EIGEN)AAARDIGHEDEN
Lineke Breukel woont met haar gezinsgenoten vanaf 2012 op het Zweedse platteland, omringd door tientallen kilometers bos. Dat bewust gekozen isolement leerde het gezin iets belangrijks en dat is dat ze meer ‘mensenmensen’ zijn dan ze zich van te voren konden indenken. Het werd belangrijk om in te burgeren en dat doet het gezin vooral samen met de Zweden. Dit boek gaat daarom over de vele – soms knullige – pogingen om deelgenoot te worden van die kleine samenleving, een unieke groep Smalandse bosbewoners met soms rare gebruiken en gewoonten. Rare jongens, die Zweden is het vervolg op Zweedse buren, het eerste boek dat Lineke Breukel schreef over haar emigratie naar Zweden. Rare jongens, die Zweden is nu overal te bestellen!
5
Een Spaanse maand
DICIEMBRE
MARIELLE SAEGAERT D
e inhoud van deze maand zal niet verrassend zijn. Misschien houd ik mezelf voor de gek door te denken dat mijn Spaanse maanden überhaupt elke keer voorzien zijn van een onverwachte inhoud, maar laten we het erop houden dat ik mijn best doe.
vandaar. Ter verdediging: hoe kan ik het over de Spaanse diciembre 2015 hebben, zonder over de welhaast historisch te noemen verkiezingen te schrijven? De Spaanse politiek is lange tijd niet zo enerverend geweest. Het ‘bipartidismo’ waar Spanje sinds het begin van hun moderne democratie aan gewend is geraakt, is niet meer… De in hun gewoontes vastgeroeste ‘oude’ partijen, hebben definitief plaats moeten maken voor nieuwe partijen, nieuwe gezichten en… minder stemmen.
Dat is in ieder geval wat ik mijn spiegelbeeld elke ochtend voorhoud. Dat is het toch altijd met mij eens en praat alleen terug als ik dat toelaat,
6
Marielle Saegaert Het Spaanse tweepartijenstelsel lijkt na de afgelopen maand definitief tot het verleden te behoren. Een uit een democratisch oogpunt gezien gezonde ontwikkeling maar het wordt lastiger als het je eigen partij is die stemmen moet inleveren… Vraag maar aan de PSOE die het recht op linkse slogans als “schouder aan schouder strijden voor een rechtvaardigere maatschappij” allang niet meer exclusief in handen heeft. Podemos bijvoorbeeld heeft maar liefst 69 zetels binnengehaald in de eerste generale verkiezingen waar ze aan mee hebben gedaan. Het zure gezicht van Mariano Rajoy sprak boekdelen toen lijsttrekker Pablo Iglesias bij hem op bezoek kwam in het presidentiële paleis net na de verkiezingen. Een jaar geleden dacht de huidige demissionair president van de Spaanse regering het zich nog te kunnen veroorloven zich laatdunkend uit te laten over “de jongeman met die paardenstaart, hoe heet hij ook al weer?” Afgelopen december zat diezelfde Iglesias bij hem op de bank. Over de welbekende ‘aardverschuiving’ die verkiezingen zo vaak teweeg schijnen te brengen, kunnen we het niet hebben. Geen van de vier grote partijen heeft een meerderheid gehaald en ook de ‘nieuwe’ partijen hebben naar het zich laat aanzien zware onderhandelingen
nodig om hun droom te verwezenlijken. De PP heeft nog altijd de meeste zetels behaald en hebben zich dan ook een majestueuze houding aangemeten door te spreken over ‘onze behaalde overwinning in “el 20-D” (de verkiezingen waren 20 december en belangrijke data worden in het Spaans op deze manier aangegeven.) Alsof hij zelf de door koning Felipe aangewezen formateur is… De PSOE heeft sinds jaren niet zo’n slecht resultaat geboekt maar is ontegenzeggelijk nog steeds de tweede partij en heeft paradoxaal genoeg wellicht de meeste kansen op het vormen van een coalitieregering. Dat is als de interne strubbelingen hen tenminste geen
parten zullen gaan spelen, want hun lijsttrekker Pedro Sánchez staat zwaar onder druk. De gifpijlen komen van alle kanten op hem af en het is nog te bezien hoe lang hij ze zal kunnen
7
Een Spaanse maand afweren. De Andalusische presidente lijkt de kandidate met de meeste kansen om hem eventueel op te volgen als lijsttrekker mocht het zo ver gaan komen. De Spaanse politiek staat voor een hele nieuwe uitdaging: het vormen van een coalitie. In Nederland allang ‘ouwe-jongens-krentenbrood’ maar hier in Spanje ‘una experiencia nueva. De Spaanse Grondwet kwam in 1978 van kracht en definieert de Spaanse staat als ‘onverdeelbaar’ en als constitutionele monarchie. De eenheid van het land, met maar liefst vier officiële talen en waar de burger zich sterk identificeert met zijn regionale afkomst, moest een herhaling van het verleden voorkomen en de basis vormen voor een democratische toekomst. Het is nog steeds moeilijk te bevatten dat Spanje pas sinds krap veertig jaar weer een democratie is. Wat een ongelofelijke en bewonderenswaardige transitie
heeft het land doorgemaakt sinds die onzekere dagen eind jaren zeventig. Op 23 februari 1981 is er zelfs nog een coup gepleegd, de beruchte ‘23F’, door een kolonel ‘in naam van Franco’: hij trok zijn pistool en zette zijn boude uitspraken kracht bij met enkele pistoolschoten in het parlement. Toen werd hij nogal makkelijk overmeesterd en was het einde verhaal. Het spook van de dictatuur trachtte men na de dood van de ‘generalísimo’ in november 1975 door middel van een amnestieregeling in bedwang te houden en ook de Rooms-katholieke kerk die onder Franco zo’n machtige positie bekleedde, werd, het zij niet specifiek, te vriend gehouden en kreeg een prominente plaats in de nieuwe toekomst. Veertig jaar later echter is het trauma van het verleden en de verdeeldheid over zijn invloed op het huidige Spanje nog steeds latent aanwezig. Ook de Kerk bemoeit zich nog
8
Marielle Saegaert altijd openlijk met staatszaken. Bovenal lijkt het land niet zo ’onverdeelbaar’ als men toentertijd voor ogen had… De Catalaanse parlementariërs en het schouwspel van het vinden van een president voor Catalonië leken in december naar de achtergrond geschoven in de pers. Werd hij het wel of niet: de huidige demissionair president Artur Mas die overigens tot over zijn oren in corruptieschandalen verwikkeld is? Toch was het Catalaanse onafhankelijkheidsstreven in die woelige verkiezingsweken één van de hoofdbestanddelen in de toespraken van de kandidaten. Voor vele Spanjaarden is de positie die de partijen innemen met betrekking tot dit heikele onderwerp een doorslaggevende factor geweest in het uitbrengen van hun stem. Ik sprak net voor de verkiezingen met enkele Andalusische vrienden en voor alle zeven was het belangrijk dat Catalonië bij Spanje blijft behoren. Een van hen zei beslist dat dat de reden was dat hij voor de PP zou gaan stemmen. Anderen twijfelden nog, voor de PP stemmen ging hun toch echt te ver, maar het werd mij heel duidelijk dat het niet een kwestie is van: “laat de Catalanen het zelf beslissen in een referendum”. Dit is nou juist de positie die Podemos voorstaat en nu na
de verkiezingen een onoverkomelijk struikelblok lijkt te zijn voor coalitiebesprekingen met de PSOE. De weerstand in de PSOE is groot: aan het nieuwe Podemos hebben zij veel stemmen verloren. Enkele van de socialisten zijn nu alweer vergeten dat ze nog geen half jaar geleden dankzij de steun van juist Podemos zijn aangesteld in hun regionale parlementen… Het referendum waarover de meningen zo verdeeld zijn, zal er misschien niet eens van komen. Het lijkt nu waarschijnlijker dat er geheel nieuwe parlementaire verkiezingen in Cataluña worden uitgeschreven. De CDC, de partij van Artur Mas, is onvermurwbaar: Mas zal en moet de enige kandidaat zijn voor het Catalaanse presidentschap. Ondanks de corruptieschandalen en het aanhoudende verzet tegen zijn benoeming, behoudt Mas zijn machtige positie binnen zijn partij. Jammer voor hem dus dat het de slechts tien zetels van de linkse
9
Een Spaanse maand CUP zijn die hem, vooralsnog, verhinderen zijn droom te verwezenlijken om de eerste president van een onafhankelijk Cataluña te worden. Het is nog maar de vraag wat de uitslag van nieuwe verkiezingen zal laten zien: bij de laatste Catalaanse verkiezingen in september, hebben de nationalisten met hun onafhankelijkheidsstreven geen meerderheid gehaald. Na de show van de laatste maanden, met Mas in de hoofdrol, zijn er wellicht Catalanen die genoeg hebben gekregen van het gekonkel aan de top. Nu even over Andalusië: wat een heerlijke regio is dat. Ik was er eind december voor een weekje en kon weer bevestigen welke verschillen er toch bestaan in dit land. Andalusiërs lijken over het algemeen veel vriendelijker dan hun landgenoten in het noorden. Luchtig, opgewekt en aangenaam. Ze lijken meer te glimlachen. Misschien is het donkere weer hier in het noorden ook van invloed op de uitdrukkingen op ons gelaat… Als ik nu naar buiten kijk, zie ik eerst de dikke strepen van de grijze, ongenadige regen van de eerste grote regenstorm van het nieuwe jaar over het raam glijden. Hier zijn we het gewend. Paraplu mee, laarzen aan en met een verbeten blik op het gezicht de regen trotseren. Vandaar dat gebrek aan grote glimlach. De voor dit jaargetijde in geheel Spanje zachte temperaturen, helpen niet. Want dat komt weer door de klimaatsverandering en dat is geen lachwekkende ontwikkeling, laten we eerlijk zijn. Andalusië had de afgelopen maand nog een reden te lachen en wel een hele goede! De nationale loterij die elk jaar voor een golf van hoop zorgt in het hele land en iets voor kerstmis wordt getrokken, is in een klein dorpje aan de zuidkust
10
van Spanje gevallen. Dus 450 miljoen euro die deze Spanjaarden rijker zijn geworden. Dan zou ik ook een constante glimlach op mijn gezicht hebben. De volgende loterij is natuurlijk die van ‘El Niño’ en die wordt getrokken op 6 januari als de Drie koningen het land weer aandoen en de Spaanse kinderen blij maken met hun cadeaus. Met wederom het risico weinig verrassend te zijn, wil ik dit laatste artikel van 2015 toch afsluiten met een welgemeend Feliz año! In ieder geval zorg ik wellicht voor een (lichte?) glimlach op het gezicht. Een soort van lachen en laten lachen, zeg maar. Een goed voornemen voor het nieuwe
jaar en zeker een wijze les van onze Andalusische vrienden. Tot januari! Tekst:Marielle Saegaert Foto: Flickr (met toestemming), Shutterstock
Marielle Saegaert
Waar de regen kunst is Leven in Santiago de Compostela
In het hart van dit wondermooie landschap vol heuvels, kloosters en minuscule dorpjes ligt Santiago de Compostela, een moderne stad waar vroeger zich niet zo gemakkelijk gewonnen geeft... Hier geniet Marielle Saegaert volop van de betoverende straatjes en de eeuwenoude pleinen van het historische deel van de stad waar ze net als de Compostelanen haar dagelijkse leven agendaloos doorbrengt. O.a. te koop via Emigratieboek.nl als paperback en eBook
Liesbeth Arts
Nachtelijk avontuur ‘I
k ga naar bed,’ zegt Henk terwijl hij sloom opstaat van de bank en naar me toeloopt om me een kus te geven. ‘Je hebt gelijk! Welterusten lieverd, ik kom er zo aan.’ Ik ben ook moe, we hebben de hele dag in de tuin gewerkt, maar ik zit nog zo lekker. De houtkachel brandt behaaglijk en m’n glaasje wijn heb ik zojuist nog eens bijgevuld.
kachel te verruilen voor hun mand in de koude slaapkamer, houden zich wijselijk slapend. Zachte jazzdeunen vullen de ruimte. Wat is het leven hier op het Franse ‘platteland’ toch heerlijk, denk ik tevreden terwijl ik wat dromerig naar de sierlijke vlammendans zit te staren. Een half uurtje later beginnen m’n ogen te rollen en m’n hoofd te knikkebollen, tijd om ook naar
Onze honden Tess en Bobbie, die duidelijk geen zin hebben om de warme plek voor de
bed te gaan.
12
Liesbeth Arts Ik kijk op de klok, het is nog maar kwart voor twaalf, eigenlijk nog hartstikke vroeg. De muziek is al tien minuten geleden gestopt, het is nog steeds behaaglijk warm, het enige wat ik hoor is het zachte gesnor van de kachel, het getik van oma’s klok en verder vooral de vredige stilte van ons slapende huis. Shit, de honden moeten er nog uit! Ik sta op en roep de honden, die net als ik met tegenzin voor de kachel vandaan komen om met mij mee de tuin in te gaan. Het is een maanloze nacht, het is waterkoud, de rivier ruist onrustig en de silhouetten van de bomen om ons heen zijn diepzwart en dreigend. ’s Nachts wordt onze vertrouwde tuin een donker bos, ver van de bewoonde wereld. Brr, hier is het echt nacht! Ineens begint Tess, die ook niet ver de tuin in durft, te blaffen. Op m’n hoede probeer ik iets in de duisternis te ontwaren, maar ik zie niets, ogenschijnlijk is er niets aan de hand. ‘Kom, we gaan gauw naar binnen hondjes!’ roep ik monter, ‘kom maarrr...’ Snel de deur dicht, lichten uit, naar boven en naar bed. In de muziekkamer op de eerste etage, aan de voorzijde van ons huis, brandt nog licht en ik zie dat Henk z’n laptop niet heeft afgesloten. Terwijl ik de klep van de computer dichtdoe, werp ik nog even nonchalant een blik naar buiten waar een eenzame lantaarnpaal het verlaten kruispunt voor ons huis zacht verlicht. En dan slaat mijn hart een paar slagen sneller van schrik. Midden op het kruispunt staat een auto, doodstil te staan. De lichten zijn nog aan en schijnen een witte lichtbundel de berm in. De deur aan de bestuurderskant staat wagenwijd open. Binnen in de auto brandt licht en de auto
is leeg. Getver wat eng, wat is dit nu weer? Daarom moest Tess natuurlijk blaffen. Wat heeft iemand nu op dit tijdstip hier voor de deur te zoeken? Het is echt vreemd want ik zie ook niemand. Om het wat beter te kunnen bekijken open ik het raam en aanvallend roep ik wat dreigend met een stoere stem: ‘Qui est là!?’ Er komt geen antwoord, maar ineens zie ik op de grond in de schaduw tussen het portier en de auto iets zwarts in beweging komen. Verrek daar ligt iemand op de grond naast die auto, denk ik verbaasd. ‘Qu’est-ce-que vous faites là-bas?’(wat doet u daar?) roep ik nog steeds wat dreigend maar toch ook enigszins ongerust. ‘Je suis handicapééé, je suis handicapéééé, aidezmoi’ hoor ik een oudere vrouwenstem bibberig uitroepen. Shit, ik moet iets doen, maar wat als het een valstrik is, denk ik toch een beetje in vertwijfeling. Sinds de twee inbraken in ons café enige jaren geleden, kan mijn fantasie nog wel eens met me op de loop gaan, zeker als het donker is, maar ik verman me. ‘Kom op niet zeiken Lies,’ spreek ik mezelf heldhaftig toe, ‘er is iemand in
13
Frankrijk nood en het is in ieder geval een vrouw! Ik neem aan dat er geen roverbende verstopt zit achter de bosjes.’ De honden rennen blaffend met me mee het kruispunt op. ‘Wat is er aan de hand? Waarom ligt u hier naast de auto?’ vraag ik ongerust. ‘Aidez-moi, je suis handicapés,’ zegt de vrouw nog steeds met een bibberig stemmetje, ‘ik kan de auto niet meer inkomen.’ De honden lopen onrustig en nieuwsgierig rond de auto. ‘Wacht even, ik help u zo, even de honden binnen opsluiten,’ zeg ik gehaast. Ze is maar een klein vrouwtje, maar ze is behoorlijk aan de maat. En terwijl zij zich probeert op te hijsen aan de stoel en de deurpost, probeer ik haar aan haar dikke jas omhoog te trekken en haar tegen haar kont de auto in te duwen. Maar echt handig gaat het niet vanwege haar zwaarlijvige en weinig flexibele postuur en de autodeur die in de weg zit. Haar jas en broek voelen klam en koud aan, haar handen zijn verkleumd. ‘Ik heb in m’n broek geplast,’ stamelt ze beschaamd. ‘Geeft helemaal niets hoor, madame,’ antwoord ik geruststellend. Na enkele minuten sjorren, duwen en trekken
14
zit ze hijgend klem achter het stuur. Ik ga aan de andere kant naast haar zitten. Nu zie ik haar pas echt goed. Het is een klein dik propje, vriendelijk vollemaansgezicht, kort grijs krullend haar en een rond zilverkleurig brilletje. ‘Ach mevrouw, wat is er toch allemaal gebeurd?’ vraag ik medelevend maar inmiddels ook erg nieuwsgierig. Wat doet zo’n lief oud omaatje, in hemelsnaam op dit tijdstip liggend náást haar auto voor onze deur; een plek in the middle of nowhere? Hoe lang ligt ze hier al in die kou? Bizar, terwijl ik eigenlijk maar zo’n tien meter van haar vandaan op de bank zat. Ze is helemaal overstuur en praat verward van de hak op de tak: ‘Merci beaucoup madame, ik was bang dat God me kwam halen, niemand hielp me, ik riep en riep…, er kwamen twee auto’s voorbij en die reden gewoon door, ik ben verdwaald, ik ben ziek, ik heb diabetes, ik moet naar een dokter.’ ‘Ach arme vrouw,’ leef ik mee. Een auto passeert en ook deze rijdt met een stevige vaart gewoon door. Shit we moeten hier van dit kruispunt af, denk ik ineens praktisch, het is niet druk, maar toch gevaarlijk. Maar hoe? De vrouw zit nu gelukkig weer in de
Liesbeth Arts auto, maar wel aan de verkeerde kant. Zij kan onmogelijk nog rijden en uitstappen en even omlopen zit er ook niet in. Ik leg haar uit dat ik de auto veilig voor ons huis wil parkeren en dat ze dus van haar stoel af moet. Ze begrijpt het, ik stap uit en moeizaam probeert zij haar rechterbeen over de versnellingspook te tillen. Wat een ramp, als een sausijsje zit ze klem achter het stuur, ik sleur weer aan haar arm en de kraag van haar gewatteerde jas. Hoewel ik aanvankelijk denk dat dit niet gaat lukken, krijgen we haar rechterbeen over de pook getrokken en schuift ze na enkele tellen toch moeizaam op de andere stoel. Eenmaal voor het huis geparkeerd kom ik erachter waar ze woont, het blijkt in een naburig dorp zo’n 8 kilometer verderop. ‘Mevrouw, ik zal mijn man wakker maken en dan rijd ik u naar huis.’ ‘Nee, ik wil naar een dokter, ik heb mijn medicijnen niet gehad..’ zegt ze zwakjes. Naar een dokter, jeetje, waar moeten we in hemelsnaam heen op dit nachtelijk tijdstip? Wat moet ik doen? Ineens krijg ik een helder idee: ik kan les pompiers (brandweer) bellen natuurlijk. De vrijwillige brandweer heeft hier in Frankrijk naast het blussen van branden ook nog de taak om mensen te redden en te vervoeren in hun aangepaste ambulanceauto. ‘Madame, blijft u hier even rustig zitten, ik ga naar binnen om de pompiers te bellen, alles komt goed,’ zeg ik geruststellend. Binnen is het huis nog steeds warm, stil en vredig. Zowel Henk boven, als de honden voor de kachel zijn in diepe rust. Wat een bizarre situatie! Ik bel de pompiers en leg het verhaal uit. De man aan de andere kant van de lijn vraagt ons adres en telefoonnummer en belooft dat ze zo snel
mogelijk komen. De pompiers, redders in nood! Het is toch geweldig! Wat zouden we hier in deze verlaten wereld zonder hen moeten, denk ik opgelucht. Blij dat er hulp komt stap ik weer naar buiten, terug de koude auto in om samen met het omaatje hun komst af te wachten... “Gaat het madame?” vraag ik bezorgd en ik pak haar handen die volkomen verkleumd zijn. Ze moet vast al een flinke tijd daar op de grond gelegen hebben, de arme ziel. “Ze komen er zo aan hoor!” zeg ik bemoedigend, terwijl ik haar handen tussen mijn handen probeer warm te wrijven. Ik moet haar aan de praat houden, denk ik bezorgd, wie weet wat ze onder haar leden heeft en als ze inderdaad suikerziekte heeft en haar medicijnen niet heeft gehad kan er van alles gebeuren. Om haar gerust te stellen vertel ik dat ik Nederlandse ben en hier woon en dat ik toevallig naar buiten keek en haar auto zag. “Waarom was u daar?” vraag ik toch ook nieuwsgierig. Het dametje begint weer wat op te warmen en nog steeds een beetje hortend en stotend komt er dan toch een soort van verhaal: Ze was in haar auto wakker geworden op een parkeerplek bij de rotonde. Waarom ze daar was vermeldt ze niet, en ik vergeet het te vragen. Ze is gaan rijden maar in plaats van thuis kwam ze hier uit. Ze had totaal geen idee waar ze was, dus is ze hier op het kruispunt gestopt omdat ze niet wist welke richting ze op moest. Maar ze moest ontzettend plassen, dus is ze uitgestapt en daar was wat misgegaan, ik begrijp het niet helemaal, maar het komt er op neer dat ze is gevallen, niet meer op kon staan en toen dus in haar broek geplast heeft. Ze bedankt me wederom, en inmiddels duidelijk
15
Frankrijk weer wat tot zichzelf gekomen, vraagt ze hoe ik heet. “Elisabeth,” antwoord ik. “Ah, Elisabeth,” zegt ze met een zucht, “dat is makkelijk om te onthouden, zo heet m’n zus ook. Ik heet Paulette.” Net als ik is zij blijkbaar ook nieuwsgierig van aard, dat schept een band. Ze wil weten hoe oud ik ben en vertelt dat ze zelf 78 jaar is en dat ze vroeger twee discotheken gerund heeft. Nou dat vind ik natuurlijk weer razend interessant! Wie verwacht dat nu weer? Ik vertel dat ik met mijn man ook een muziekcafé gehad hebben in ons dorp. Zij legt uit waar haar discotheek was en dat ze daar nu nog woont, en toevallig weet ik nog dat toen wij hier kwamen wonen, ik uit nieuwsgierigheid nog wel eens langs die discotheek gereden ben. Ik vond het toen best merkwaardig dat er in zo’n schijnbaar uitgestorven doods dorp, zo’n ‘Boîte de Nuit’ (Discothèque) was. Dan moeten er hier toch ook jongeren wonen, had ik mezelf, gezien onze plannen om een muziekcentrum te starten, nog gerustgesteld. Haar handen zijn inmiddels weer opgewarmd maar voor de zekerheid houd ik ze nog maar even vast. En terwijl we daar zo samen zitten besef ik me dat we toch zeker al twintig minuten aan het wachten zijn. “Waar blijven die pompiers nou?” vraag ik me hardop af. Oh shit, misschien hebben ze wel gebeld, bedenk ik me ineens helder. Wat een kip ben ik, geef ik m’n telefoonnummer en laat ik dat ding vervolgens binnen liggen. “Ik ga even naar binnen, Paulette, ik ben zo terug.” De telefoon knippert, er heeft dus iemand gebeld. Ik bel het nummer terug en het zijn inderdaad de pompiers. “Inmiddels zijn we erachter waar
16
u woont,” zegt de brandweerman, en gelijktijdig komt er iets groots dreigends met zwaailichten verderop de bocht omzeilen. En dan gaat het ineens snel. Ze zijn met z’n drieën. Eén van de pompiers vraagt waar ik haar heb gevonden en vraagt hoe die auto dan nu voor ons huis komt. De andere twee ontfermen zich over madame. Ik leg alles uit en dan komt één van de andere twee vragen of ze even binnen mogen met mevrouw. Ze moeten haar eerst onderzoeken voordat ze de ‘ambulanceauto’ in kan. Ze zijn gehaast. Ik open de voordeur en de pompier pakt vrijpostig direct de eerste de beste fauteuil die hij ziet. Oh nee, ze heeft in haar broek gepiest, schiet het verschrikt door m’n hoofd. “Nee, die niet!” gebied ik de man, “wacht even, ik pak een andere!” Terwijl ik vanuit de kamer een zware leren stoel richting de voordeur sleur, gaat de man snel weer naar buiten. Tien tellen later staat de stoel bij de deur, maar het hoeft al niet meer. Ze hebben madame inmiddels uit de auto gesjord en haar toch maar in de ambulance gelegd. De eerste man komt aanlopen met de sleutels van Paulettes auto en vraagt waar hij die hier kan parkeren. “Zet maar naast het huis,” antwoord ik, beduusd door deze overmacht aan snelle acties. In een vaart rijdt hij achteruit en parkeert de auto redelijk schuin, slechts enkele centimeters van onze eigen auto, op de betonnen parkeerplaats. Ik loop naar hem toe om te vragen hoe het nu verder gaat, maar hij baant me resoluut voorbij, stapt aan de achterkant de ambulance in en trekt zo recht voor m’n neus de deur dicht. Beng! Beteuterd sta ik alleen buiten in de kou naast de
Liesbeth Arts auto. Verwonderd hoe het allemaal gaat voel ik na enkele seconden verontwaardiging opkomen. Ik heb verdorie madame gevonden, me over haar ontfermd en nu word ik zo aan de kant geschoven, ik mag toch op z’n minst weten wat er aan de hand is en wat ze gaan doen met haar! Venijnig klop ik op de achterdeur van de ambulance. De deur gaat open en binnen zie ik haar op de brancard liggen. Ze zijn druk bezig om haar te onderzoeken… Ze hebben haar jas uitgetrokken en ze heeft een bloeddrukmeter rond haar bovenarm. “Ça va, Paulette?” vraag ik bezorgd. “Oui, ça va Elisabeth,” antwoordt Paulette gedwee met een zacht pruttelstemmetje… Als ik vraag of ze haar naar het ziekhuis gaan brengen, knikt één van de pompiers bevestigend en verder geven ze geen krimp. Ik sta er echt voor spek en bonen bij.
“Ok, Paulette, veel sterkte,” zeg ik meelevend en doe een stap terug. De brandweerman trekt de deur weer dicht. Ineens voel ik dat ik het koud heb, door alle consternatie ben ik al die tijd vergeten om een jas aan te trekken. Het heeft geen zin om hier buiten in de kou naast die wagen te blijven staan. Ik ga naar binnen, nog steeds besluiteloos wat te doen, want de ambulance staat na tien minuten nog steeds voor onze deur. Door het raampje boven de deur zie ik het oranje licht van de zwaailampen vervaarlijk rond draaien. Ze pakken het wel heel grondig aan hoor, denk ik bewonderend ondanks mijn ergernis over hun niet toeschietelijke, haast norse gedrag naar mij toe. Als ‘slachtoffer’ ben je bij hen echt in heel goede handen, dat moet ik ze nageven! Terwijl ik nog wat loop te
17
Frankrijk drentelen in huis, hoor ik de motor starten, er wordt gas gegeven en het oranje licht verdwijnt, weg zijn ze… Ik ga naar boven, poets m’n tanden en stap dan eindelijk, ijskoud, naast Henk ons bed in. Het is tien voor half twee. Wat een nacht! “Henk, je moet eens weten wat ik net allemaal heb meegemaakt,” zeg ik tegen m’n half slapende man. “De ambulance is net weg, er was een vrouw in nood voor de deur.” Henk mompelt wat en geeft verder geen sjoege. Nou ja, dat vertel ik morgen wel, denk ik, terwijl ik het dekbed over m’n hoofd trek en rillend tegen hem aankruip. Na drie dagen heb ik nog steeds geen nieuws van Paulette. Er is ook nog niemand geweest om haar auto, die behoorlijk onhandig staat geparkeerd, op te halen. Ze zal toch nog wel leven? Ik besluit om haar op te gaan zoeken. De wijk waar ik moet zijn is niet de sjiekste van het dorp. Het is even zoeken, want ik kom hier nooit, maar dan herken ik ineens de oude discotheek. Maar helaas vang ik bot, de plek ziet er erg stil en verlaten uit. Het hek is dicht en ik heb dubbele pech want op de brievenbus staat geen naam vermeld. De straat is verder erg stil, ik bel aan bij een aantal huizen, maar er wordt niet opengedaan. Iets verder weg, bij een van de wat kleinere arbeidershuisjes heb ik geluk. Een vriendelijke man van mijn leeftijd doet open. Hij weet dat madame daar woont maar weet verder ook van niets, ook niet hoe ze heet. Wel weet hij dat ze twee dochters heeft en dat de buren, die niet opendeden, wel contact met haar hebben. Hij beloofd om navraag te doen en mij te bellen. Ik laat m’n kaartje met ons telefoonnummer achter.
18
Maar ik hoor of zie niemand de hele week, tot er op vrijdag op de voordeur geklopt wordt. Henk die beneden is, doet open. Ik zit boven en hoor hem wat murmelen en dan naar boven roepen, “Lies, het is iemand voor jou!” Ik herken hem direct, de buurman uit het huisje. Hij verontschuldigt zich dat hij niet meer gebeld heeft, maar hij zegt dat hij wel mijn kaartje aan zijn buren gegeven heeft. Hij is inmiddels ook benieuwd, want de oude dame is nog steeds niet thuis teruggekeerd. Ik zeg dat ik ook geen nieuws heb en dat de auto er ook nog steeds staat. We zijn het er beiden over eens dat het maar een vreemd verhaal is. Schouder ophalend vertrekt hij weer. Op zondagmiddag is de auto ineens weg. “Nou moe, dat is wel heel brutaal, vind je niet Lies?” zegt Henk ontstemd. “We waren nota bene gewoon thuis, niet erg netjes om ons niet eens in te lichten!” “Ja en nog erger, nu weet ik nog niet wat er gebeurd is en hoe het met haar gaat,” zeg ik beteuterd. “Er is vast iets ergs gebeurd, want dit had ik niet van haar verwacht, zij zou me wel opgezocht hebben!” Ik neem me voor om nog eens naar haar huis te gaan om haar op te zoeken, maar daar blijft het bij en aangezien de dagen toch zo snel gaan, zakt de hele geschiedenis wat weg. Maar vandaag, drie weken na die koude nacht, stopt er weer een auto voor de deur en ook nu is het Henk die opendoet. “Lies, twee dames hier voor jou!”, roept ie naar boven. Ze staan al binnen als ik beneden kom, een
Liesbeth Arts oudere en jongere vrouw, de oudere heeft een pakketje in haar hand. Even begrijp ik het niet, een pakketje voor mij? Maar dan zie ik ineens wie het is… “Hee, Paulette! roep ik blij verrast, “wat ben ik blij om jou te zien!” We kussen elkaar hartelijk op de wang en Paulette stelt de andere vrouw voor als haar dochter. “Ik woon nu bij haar in huis,” zegt ze zachtjes. “Ja, ze kon echt niet meer alleen blijven wonen!” zegt haar dochter resoluut. “Moeder heeft diabetes, dus ze moet oppassen! Voor jou geen nachtelijke escapes meer moeder,” zegt ze streng tegen Paulette. Paulette is het roerend met haar eens, “Nee, dat is allemaal niet goed meer voor mij,” bevestigt ze haar dochter ferm. “Maar Paulette, hoe gaat het nu met je? Ik wil weten wat er allemaal gebeurd is. Hoelang heb je
uiteindelijk in het ziekenhuis gelegen? Was het ernstig?” “Nee, het viel reuze mee,” antwoordt haar dochter wat pinnig in haar plaats, en ze kijkt bestraffend naar Paulette. “Ze hebben haar ’s nachts bloed afgenomen en toen bleek dat ze een veel te hoog alcoholpromillage in haar bloed had. Ze heeft haar roes uitgeslapen en de volgende dag, ’s middags, heb ik haar opgehaald...” Paulette overhandigt me het cadeautje en zegt berouwvol maar met een heimelijk schalks lachje: “Ik had te veel gedronken…”… Tekst: Elisabeth Arts Foto’s: Shuttersock
Lees nog veel meer dolle avonturen van Liesbeth Arts in Frankrijk in haar twee fantastische verhalenbundels. Nu te koop via Bol.com of Emigratieboek.nl
19
20
Grenzenloos uitzicht Foto: Sylvain Guiheneuc
Het eerste jaar...
‘De basis van je relatie moet goed zijn’ S
inds enkele jaar wonen Alex Hoogendoorn (41) en Feija van Bokhoven (39) in Nieuw-Zeeland. Ze houden van rust en natuur en leven er ‘als God in Frankrijk’.
“Ik ben in Nieuw-Zeeland een veel aangenamer persoon geworden”, vertelt Feija. “In Nederland was ik vaak kortaf, gestrest. Ik denk dat ik in Nederland nooit zo ontspannen ben geweest. Hier ben ik anders. Als ik in de drie jaar dat we hier wonen drie keer chagrijnig ben geweest, is dat veel.” Haar man Alex kan dit beamen. “Het komt door de hele omgeving. Die is zoveel meer ontspannen. De natuur is prachtig, er is meer ruimte en rust.” Feija: “In Nederland
Alex heeft een baan als softwareontwikkelaar, Feija heeft een adviesbureau voor emigranten, ExperieNZ Immigration Services. “We passen heel goed bij elkaar. We hebben een paar goede vrienden en dat is voldoende. We hebben genoeg aan elkaar.”
22
Nieuw-Zeeland hebben alle mensen altijd haast, daar leef je met je agenda. Hier heb ik niet eens een agenda.”
te vinden.”
Laat je helpen door Nederlanders
Het eerste jaar leefden ze ‘op een roze wolk’. Alex: “Alles wat je ziet, is mooi en goed. Maar na een tijdje ga je zien hoe een land echt is, dat niet alles positief is. Dat de huizen slecht zijn, dat er veel armoede is, dat kinderen mishandeld worden en gepest.” In het begin woonden ze in de achtertuin bij Nederlanders die hen op weg hielpen met inburgeren. “Dat was heel handig, zij hebben een groot netwerk van Nederlanders. En nog steeds spreken we af en toe af met Nederlanders. Alle vrienden en kennissen die we hier hebben zijn immigranten. Dat is niet bewust, maar contact krijgen met Nieuw Zeelanders vinden we lastig. Ze zijn vriendelijk, maar laten je niet snel toe in hun privéleven.”
Ga emigreren als je het samen goed hebt
Alex en Feija zijn zielsverwanten, maatjes. Veertien jaar terug ontmoetten ze elkaar tijdens een werkvakantie in Bolivia en sinds die tijd zijn ze onafscheidelijk. Feija legt uit: “We zijn heel close. In Nederland deden we al veel samen en dat doen we nu ook hier in Nieuw-Zeeland. We hebben geen grote vriendenkring. We brengen veel tijd met elkaar door.” Alex knikt: “Daarom is onze relatie ook niet veranderd door de overstap naar Nieuw-Zeeland. We waren al gewend om veel met elkaar op te trekken. Zoiets kun je alleen doen als de basis van je relatie goed is.”
Neem een spaarpot mee voor één jaar
Blijf praten als het moeilijk wordt
Emigreren geeft onzekerheid, zeker in het begin, vertellen de twee. Feija: “Wij zijn geen mensen die het avontuur opzoeken, we houden van zekerheid. Maar toen we hadden besloten om naar Nieuw-Zeeland te gaan, hebben we allebei onze vaste baan in Nederland opgezegd, terwijl we beiden nog geen nieuwe baan hadden. We hadden een spaarpot voor een jaar en dat was gelukkig voldoende.” Na zes maanden kreeg Alex zijn eerste tijdelijke baan. Daarna heeft hij allerlei tijdelijke banen gehad en sinds een jaar heeft hij een vaste baan. Feija en Alex hebben afgesproken dat ze willen kunnen leven van één inkomen. Het tweede inkomen is voor de extraatjes. Feija: “Dat gaf rust die eerste tijd, dat het niet noodzakelijk is om meteen allebei een baan
Heel moeilijk hebben ze de emigratie niet ervaren, maar die eerste periode hadden ze allebei wel hun moeilijke momenten. Toen het arbeidscontract van Alex onverwacht niet werd verlengd door de economische crisis, ontstond er bij beiden paniek. Wat nu? Om toch maar weer zo snel mogelijk inkomen te hebben, heeft Alex een baan aangenomen die niet bij hem paste. Alex vertelt dat hij het niet goed naar zijn zin had op zijn werk. Feija tegen Alex: “Ik heb eigenlijk nooit doorgehad hoe slecht jij het naar je zin had.” Alex: “Ik zei er wel iets over, maar ik was bang dat het voor mij minder draaglijk zou worden als ik er veel aandacht aan zou geven.” Feija: “Achteraf hadden we rustig samen moeten praten,
23
Het eerste jaar...
Ga sporten als je je down voelt
meer tijd moeten nemen om een nieuwe baan te zoeken. Dat hadden we ons ook vooraf voorgenomen: goed blijven praten als er moeilijke momenten zouden komen, misschien zelfs op gezette tijden. Maar als je in zo’n situatie komt, vergeet je dat.”
Voor Feija was het ook lastig toen Alex al een baan had gevonden en zij nog niet. “Ik ben veel gaan sporten, vooral zwemmen en pilates. Door sporten voorkom je sombere gevoelens en je komt in contact met anderen. En iedere dag ging ik naar
24
Nieuw-Zeeland de bibliotheek om op internet te kunnen kijken.” Lastig was het voor haar ook toen ze na twee jaar jobhoppen zich nog steeds niet konden settelen.” Alex legt uit: “Op een gegeven moment wil je je eigen huis en je eigen spullen. Maar ik wist niet van Feija dat ze daardoor down was. Ze kan dat goed verbergen.” Feija lacht: “Dat hebben we dus ook gemeen.” Hadden ze steun van vrienden en familie uit Nederland? Alex: “Ja, maar we wilden ze niet belasten met onze moeilijke momenten, deels omdat we bang waren dat ze ons wilden overhalen om terug te komen en deels omdat het makkelijker is om met mede-immigranten te praten, je zit in hetzelfde schuitje.”
Koester het gevoel van vrijheid
Inmiddels wonen de twee in hun zelfgebouwde huis in een klein dorp op het noordereiland. Feija: “We hebben geen hypotheek, dat is heerlijk, het geeft vrijheid.” Die behoefte aan vrijheid is ook de reden dat de twee bewust geen kinderen willen. Hun relatie heeft zich in Nieuw-Zeeland verdiept. Alex: “Uit elkaar gaan? Daar hebben we het nooit over, ook al weet je nooit hoe de dingen lopen. Wel praten we over wat we gaan doen als de één overlijdt. Ik denk dat ik hier blijf maar dat weet ik niet zeker, ik woon hier nu nog relatief kort en misschien trekt het dan om terug te gaan naar de familie.” Feija knikt. “Het zal er vanaf hangen hoe lang ik al in Nieuw-Zeeland woon en welke banden er nog zijn met Nederland.”
Maak contact met je buren
Alex en Feija zijn blij met de emigratie naar Nieuw-Zeeland. Feija: “We leven als God in
Frankrijk. We wonen in een wijngebied en als we op zaterdagmiddag bij een wijnboer een glaasje gaan proeven, voel ik me helemaal gelukkig.”
‘WE ZIJN SOCIAAL VAARDIGER GEWORDEN’ Zijn ze veranderd door de emigratie? “We zijn sociaal vaardiger geworden. We zijn allebei sociaal niet sterk, maar hier moet je dat wel zijn. Als je niet zelf een gesprek begint, gebeurt er niets. Nu we gesetteld zijn, leren we ook meer mensen kennen. En stel dat één van ons alleen komt te staan, dan heb je wel contacten nodig met mensen om je heen.” Ze zijn blij dat ze dit avontuur samen zijn aangegaan. Alex: “We passen bij elkaar. We hebben dezelfde ideeën. Ik kan bij Feija mezelf zijn.” Feija: “We hebben meer vertrouwen in elkaar en in onze relatie. We praten meer. Als ik merk dat hij gespannen is, dan vraag ik daarnaar. Soms weet hij zelf niet dat hij niet lekker in zijn vel zit. En zo doet Alex dat bij mij ook.” Tekst & foto’s: Auk Dijkstra & Annemiek Gort Dit verhaal is een van de verhalen uit het boek ‘Het eerste jaar is alles opwindend’. Wat doet een emigratie met je relatie? Dagelijks spelen duizenden stellen met de gedachte om in het buitenland te gaan wonen. Ze gaan samen een nieuw avontuur beginnen, weg van de ratrace in Nederland, op zoek naar rust en ruimte... Te koop via Bol.com en Emigratieboek.nl
25
Italië
Scacco matto
STEF SMULDERS
H
et bord hangt er, onverlicht in het donker, en ook op de gevel is met enige moeite de naam van het restaurant nog wel te ontwaren, maar Osteria Francia is al jaren dicht.
frazione Francia van de gemeente wonen. Ja, daar is het.
Toch was het vroeger een wijd en zijd bekende pleisterplaats en zelfs nu nog doet de naam van het etablissement nuttig dienst als oriëntatiepunt wanneer we koeriers of (Italiaanse) gasten moeten uitleggen waar we wonen: „Is dat bij de vroegere Osteria Francia?” is steevast de wedervraag als we zeggen dat we vlakbij de
26
Toen we hier kwamen wonen, was de osteria al dicht. Wanneer we aan een buurtgenoot (buurman Antonio, buurman Francesco, aannemer Torti, en dergelijke) vroegen waarom het dicht was, volgden er alleen maar negatieve verhalen. Het kwam erop neer dat Osteria Francia tot voor een paar jaar een zeer goed lopende tent was, maar dat de eigenaresse de klandizie met haar kwaadsprekerij gaandeweg had weggejaagd, totdat ze de zaak uiteindelijk
Stef Smulders hadden moeten sluiten. Erg jammer, vond iedereen en ook wij keken altijd met spijt naar de osteria, want een goed restaurant op loopafstand van ons vakantieverblijf zou een interessante pre zijn geweest. De wijnliefhebbers zouden er ongeremd van het lokale product kunnen proeven, zonder zich zorgen te maken over politiecontroles. Ging het maar weer open! Maar telkens als we er met Saar langs wandelden, waren de luiken potdicht en was de toegangspoort gesloten. De enige tekens van leven bestonden uit het diepe geblaf van de herdershond achter de poort en het hoge gekef van de Jack Russell, die altijd meteen op Saar afkwam, wat vooral aanleiding gaf tot wederzijds gegrom. Als je er met de auto passeerde, moest je goed uitkijken want de kleine Jack maakte er de gewoonte van op zijn rug midden op de weg te gaan liggen. En te blijven liggen. Al kwam er een auto recht op hem af, hij verroerde geen haar en vertrok geen spier. Dat hij het tot nu toe overleefd had, dachten wij verbaasd, terwijl we bijna in de berm reden om er langs te komen.
goed als leeg, maar het woord over de opening zou zich eerst nog moeten verspreiden en dat kost natuurlijk tijd. We vonden het nog wel erg kaal en sfeerloos, maar ook dat zou met wat kleine ingrepen zo verholpen kunnen worden. Wie weet gebeurde dat nog wel, als de nieuwe gestori er eenmaal vertrouwen in hadden dat het restaurant goed ging lopen. De bediening was ietwat gereserveerd maar vriendelijk, het eten prima (al was het oordeel van onze buurman Francesco vernietigend, maar ja, dat was nu eenmaal een oude mopperkont, wisten we). Dit zou hem wel eens kunnen worden! besloten we hoopvol.
Na een paar kwam er echter op eens beweging in de zaak. Er werd geklust! Zou het warempel toch gaan gebeuren? En ja, na een aantal weken verscheen er voor de ingang opeens een tafeltje met een kleedje waar een grote fles op stond: hĂŠt teken hier te lande dat men welkom is. Hoera! We gingen het meteen uitproberen. Achter de grote bar bij de ingang lag een vrij grote eetzaal. Toen wij er voor het eerst kwamen was die zo
Maar helaas, na een jaar sloot Osteria Francia haar deuren alweer. Wat zou de oorzaak zijn? vroegen we ons teleurgesteld af. Van onze buurtgenoten begrepen we dat de uitbaters ruzie gekregen hadden met de eigenaren en vroegere uitbaters die boven het restaurant woonden. Ze hadden allerlei plannen gemaakt en voorstellen gedaan om de zaak aantrekkelijker te maken en op de kaart te zetten, maar de eigenaren
27
Italië hadden alles geblokkeerd. Er mocht niets aan de huidige inrichting en structuur veranderen. Dat er geen internetverbinding beschikbaar was, toch noodzakelijk voor de publiciteit in moderne tijden, mocht van de eigenaren oude stijl geen probleem genoemd worden. Na maandenlang sfeerbedervend getouwtrek, hadden de nieuwe gestori besloten dat het beter was om er een punt achter te zetten. Later hoorden we dat ze een nieuwe poging hadden gedaan bij het enkele kilometers verderop gelegen Domus Paradisi, maar daar min of meer waren weggepest door de kwaadspreekster van Francia. Die zou ze een rechtszaak hebben aangedaan en enkele malen ’s avonds schreeuwend en tierend bij Domus Paradisi zijn verschenen, om de klanten er weg te jagen. Wat we hier nu weer van moesten geloven, we wisten het niet.
28
Maar wat schetst onze verbazing, na korte tijd zagen we hernieuwd activiteit! Er werd geverfd en geklust (mocht dat nu opeens wel?) en de osteria herrees blinkend oranje uit haar graf onder de merkwaardige naam Scaccomatto, schaakmat. Hadden de nieuwe gestori een vooruitziende blik en er zich bij voorbaat al bij neergelegd dat ze zich op een doodlopende weg bevonden? Of kwam er een schaakcafé? Binnen was alles opeens oranje, de muren, de kussens op de stoelen, de servetten, de letters van het menu. Maar schaakborden waren nergens te bekennen. De enige keer dat we ’Schaakmat’ bezochten, zaten we gerieflijk buiten aan een tafeltje. De bediening bestond uit een rossige (!) jongeman en een oudere vrouw die zijn moeder bleek te zijn, zoals ze zelf bekend maakte. „Ja, ik help mijn zoon een beetje in het begin, om op gang te komen, want voor hem is dit ook allemaal nieuw. Ik steun hem graag in zijn initiatief om een zelfstandig bestaan op te bouwen.” We knikten braaf en vroegen ons af of wij ook wat betreft het eten betalende proefkonijnen waren. Zoals zijn moeder het vertelde, klonk de nieuwe eigenaar een beetje als een kneus die maar geen draai aan zijn hopeloze leven wist te geven. We bestelden lasagna, op aanraden van moeders. „Het is de eerste keer dat hij dat bereid!” riep ze verheugd. Haar zoon stond er al die tijd, terwijl zij het woord deed, maar een beetje bedremmeld bij. Was hij wel helemaal 100%? Dat kon een spannende lasagna worden. Terwijl de jongeman aan de slag ging (beelden van een chaotische keuken vol smerig gerei en een oververhitte kok verschenen onbedwingbaar voor mijn geestesoog), hield zijn moeder ons gezelschap en vertelde dat zij, met haar zoon, vlakbij woonde. Tot onze verrassing bleek haar huis datgene met de totaal verwilderde tuin en
Stef Smulders de drie honden, die elkaar altijd te lijf ging als we er met onze hond langsliepen. Na het vroegtijdige verscheiden van Scaccomatto vertrokken de restaurateurs in ruste ook uit dat huis, met achterlating van de honden. De buren ontfermden zich toen maar over de arme beesten die steeds meer verwilderden en verwoede pogingen deden om te ontsnappen, wat af en toe lukte. Een van de drie bleek zelfs in staat in een boom te klimmen in zijn drift om weg te komen! De evolutietheorie van Darwin in de praktijk bewezen! Dat was dus de moeder, dachten we, iemand die haar huisdieren verwaarloosde. Wat kon dat voor de kwaliteit van het restaurant betekenen? We wachtten in spanning af.
De lasagna werd geserveerd en bleek niet onsmakelijk, ongeveer net zoals we hem zelf thuis maakten. Een kans op een hernieuwde kennismaking met Scaccomatto kwam er niet, want al na een maand of drie sloten de deuren van de zaak alweer. Te weinig klandizie waarschijnlijk, te zien aan de wanhoopspogingen die de beste jongen deed om zijn zaak voor lokale lekkerbekken aantrekkelijk te maken: hij bood op een gegeven moment een pranzo di lavoro aan, voor een tientje. Dat doen de meeste restaurants in de omgeving, maar hij begon er pas net ná de druivenoogst mee, toen alle loonarbeiders alweer naar Roemenië en Albanië teruggekeerd waren. Een ander initiatief was een servizio pullman, een shuttledienst.
29
Italië Maar wie zou zich nou helemaal naar the middle of nowhere willen laten vervoeren voor een onbekende eetgelegenheid? Een reclamebord aan de drukke provinciale weg beneden in het dal verscheen een week voordat de tent definitief dicht ging. We vreesden dat de jongeman nog wel even van moeders pappot zou (moeten) blijven genieten (maar misschien maakte hij nu thuis ook wel lasagna?). Na alweer (lange) periode van stilte heropende de osteria voor de derde keer. En, verrassing, nu waren het de eigenaren die het opnieuw gingen proberen. Beneden in het dal plaatsten ze direct een bord waarop ze de heropening feestelijk aankondigden. Aperto!, stond er in grote letters, wat niet verhinderde dat we twee keer onze neus tegen een dichte deur stootten: ze bleken voorlopig allen in het weekend open (maar dat stond niet op het reclamebord en betekende dat onze gasten er maar beperkt van zouden kunnen profiteren). Uiteindelijk aten we er toch een paar keer, voornamelijk buiten op het grote terras terwijl de herder vrij tussen en onder de tafels struinde en de Jack een blafwedstrijd met onze hond begon. Een van deze wedstrijden eindigde ermee dat er onder tafel een flinke hap in het been van onze schoonzus werd gedaan. Au!!! De eigenaresse deed de bediening en hoewel ze er wel streng uitzag, konden we toch niet vaststellen of de slechte verhalen over haar op waarheid berustten of niet. Hoe het ook zij, ook de herrezen osteria leed na een aantal maanden schipbreuk en ging zonder rumoer ten onder. We hadden ons er al bij neergelegd dat een restaurant-op-loopafstand voor onze villa niet weggelegd was. Met Roberto en Antonica hadden we er, na hun vertrek bij Amici Miei, wel eens gedagdroomd over de mogelijkheid dat zij de
osteria zouden overnemen, maar Roberto piekerde er niet over zolang de eigenaren er nog boven woonden, hun eigen ervaringen indachtig en gewaarschuwd door de verhalen over de eigenaren van Francia. Maar wat kwam ons onlangs opeens ter ore? De eigenaren vertrokken, ze gingen verhuizen naar Piemonte. Zou dit een kans voor Roberto en Antonica zijn? Zouden de eigenaren het restaurant willen verpachten? Als er nu eindelijk eens een keer geen beren op de weg zouden verschijnen, verzuchtten we. Uit jarenlange ervaring wisten we dat Italianen meesters zijn in het opwerpen van blokkades en het bedenken van complicaties, ook en vooral als het hun eigen zaken betreft! Dit keer zou er toch wel eens een uitzondering op deze regel mogen komen, vonden wij. Dan was het eind goed, al goed. Of kennen Italiaanse sprookjes echt geen lieto fine, geen happy end? Tekst en foto’s: Stef Smulders
Italiaanse toestanden
Leven en overleven in Italië Humoristische korte verhalen over het emigreren naar Italië en de kennismaking met tal van karakteristieke Italianen.
Te koop via Emigratieboek.nl
30
Toekomst & Tapas EEN EIGEN RESTAURANT AAN DE ZONNIGE COSTA
Robert en Ariane zijn net dertig als zij hun internetbedrijf in Nederland verkopen. Tegen alle verwachtingen in investeren ze hun geld in een Bagles & Salads restaurant in Nerja, Andalusia. In het boek Toekomst & Tapas beschrijft Ariane op meeslepende wijze het avontuur dat volgt. Een absolute must-read voor iedereen met interesse in wonen en/of ondernemen in Spanje. Toekomst & Tapas Ariane van Wijk isbn 978 94 61851 000 Uitgeverij Grenzenloos Te bestellen o.a. via Bol.com Amazon.es Emigratieboek.nl w w w. e m i g r at i e b o e k . n l
w w w. g re n z e n l o o s . n l
oom
VERZEKERINGEN RINGEN
Hollandse zekerheid tijdens uw buitenlands avontuur! Kijk op www.oomverzekeringen.nl of bel +31(0)70 353 21 00.
OOM Verzekeringen
31
ziektekosten | SOS | reis | ongevallen | inboedel aansprakelijkheid | rechtsbijstand | annulering
Het volgende nummer van Grenzenloos Magazine verschijnt rond 30 januari. Schrijf u in op Grenzenloos.nl om op de dag van uitkomen een e-mail als herinnering te krijgen.
Emigratieboek.nl BOEKHANDEL VOOR LANDVERHUIZERS
GIDSEN TAALCURSUSSEN ERVARINGSVERHALEN
Kijk regelmatig op Emigratieboek.nl en ontvang ook onze wekelijkse nieuwsbrief Volg ons op Twitter (@emigratieboek) en Facebook (fb.com/emigratieboek)
32