Young Art Reporters - #YAR

Page 1

Edition - 01 - Editie

De Veerman & kunstenfestivaldesarts 2017

young art Negen jonge mensen delen hun blik op kunstenfestivaldesarts 2017 Neuf jeunes partagent leur regard sur kunstenfestivaldesarts 2017

repor t e r s


Volg / Suivez #YAR

www.facebook.com/youngartreporters

2

YAR_Edition 01 Editie

www.instagram.com/youngartreporters


4

Fragments du journal YAR de Tessa / Fragmenenten uit Tessa’s YAR dagboek

5

Within . Tarek Atoui Spirales de métal - Chiara Franceschetti / Audioreportage - Viktor Vandervelde Experimentele Muziek - Lisette Ntukabumwe

8

Voicelessness . Azade Shahmiri Interview - Margot Vanlaet & Timmy Kestemont

10

Bacantes - Prelúdio para uma Purga . Marlene Monteiro Freitas Bacchanales sans alcool - Daphné Liégeois Gebrainwashte maskerade - Tessa Torrekens Harmonie et chaos remis en question / Harmonie en chaos in vraag gesteld - Timmy Kestemont

14

Arde brillante en los bosques de la noche . Mariano Pensotti Audioreportage - Viktor Vandervelde

16

7 . Radouan Mriziga Interview - Margot Vanlaet / Fotos - Tessa Torrekens Video teaser - Tessa Torrekens Collage - Eléonore Dierckx

21

La posibilidad que desaparece frente al paisaje . El Conde de Torrefiel Radiographie européenne - Chiara Franceschetti / Photos - Emma Ducheyne Pendant ce temps-là, à l’autre bout du monde... - Daphné Liégeois

24

Rêve et folie . Claude Régy Délire de l’indisctinct qui déambule - Daphné Liégeois

26

Displacement . Mithkal Alzghair Hij stelt de vragen - Lisette Ntukabumwe

28

The tip of the tongue . Pieter De Buysser Interview - Margot Vanlaet

Young Art Reporters (#YAR) est une invitation à des jeunes de s’emparer du programme du Kunstenfestivaldesarts comme leur terrain de jeu et d’y réagir à travers le medium de leur choix. Ce projet bilingue a été initié en 2017 par De Veerman et le Kunstenfestivaldesarts afin d’impliquer des jeunes dans le programme du festival et de leur faire partager leur vision. Des jeunes amateurs de langue et d’image dans toutes leurs formes (bloggeurs, vloggeurs, futurs journalistes, futurs artistes, …) se sont plongés dans le festival. Ils ont vu des spectacles, ont rencontré les créateurs, interviewé les artistes, et ils y ont réagi personnellement. Pendant le festival, leurs réactions étaient diffusées sur le net. Cette publication est un rassemblement de leur travail, et vous donnera une idée de l’enthousiasme de la première génération des Young Art Reporters.

Young Art Reporters (#YAR) is een uitnodiging aan jongeren om het programma van het Kunstenfestivaldesarts te zien als hun speelterrein en er op te reageren in een medium van hun keuze. Dit tweetalig project werd in 2017 opgestart door De Veerman en Kunstenfestivaldesarts om jongeren inhoudelijk bij het festival te betrekken en hùn kijk erop met de wereld te delen. Jonge liefhebbers van taal en beeld in al zijn vormen (bloggers, vloggers, journalisten in spé, kunstenaars in wording, …) doken in het festival en zagen veel voorstellingen, ontmoetten makers, interviewden hen, maakten persoonlijke reflecties en schreven recensies. Tijdens het festival werden de resultaten online verspreid. Deze publicatie brengt hun werk samen en geeft inkijk in het enthousiasme van de eerste generatie Young Art Reporters.

DE VEERMAN & KFDA

3


Fragments du journal YAR de Tessa 15/02

Lancement de l’appel #YAR Sur Facebook, je vois un message de la part de De Veerman et du Kunstenfestivaldesarts. Ils cherchent des Young Art Reporters. Ca m’intéresse et je m’inscris, sans trop y réfléchir. 22/03

Première rencontre C’est excitant de rencontrer les autres Young Art Reporters! On apprend à se connaitre à travers un jeu d’interviews: une personne pose les questions, une autre répond, une troisième observe. On note nos attentes par rapport au projet : qui veut écrire, créer des images ou des vidéos? Quels sont les artistes qui m’intéressent? Qu’est-ce que les coachs attendent de nous? 29/03

Conférence de presse du Kunstenfestivaldesarts Je suis épatée par la programmation du Kunstenfestivaldesarts. Cela m’intrigue. A quoi est-ce qu’on pourra encore s’attendre!? 01-02/04

Weekend de lancement #YAR On nous explique les différentes façons d’aborder une œuvre d’art: le créateur, le processus de création et le produit final. Cela nous permet de réfléchir à différents angles quand on nous présente les projets artistiques du programme. Toutes nos idées et questions sont rassemblées, discutées et complétées. Nous commençons à construire notre parcours personnel au sein du festival. Nous choisissons le médium que nous voulons utiliser pour faire part de nos idées. Avril et Mai

Réunions de rédaction Pendant différents workshops, on nous forme à l’utilisation de la photographie Instagram, l’écriture de critiques d’art, etc. En parallèle, on continue à tracer notre propre trajet. 05-27/05

Kunstenfestivaldesarts Chouette, le festival a commencé! On va regarder des spectacles en groupe ou seul, on interviewe des artistes, on crée des reportages et des stories Instagram… Entre-temps, on garde le contact avec nos coachs, qui nous aident à diffuser tout ça, et font des retours sur notre travail. Les résultats sont diffusés via différents médiums en ligne et sur les réseaux sociaux. C’est génial de sentir qu’on fait partie de ce super festival!

4

YAR_Edition 01 Editie

Fragmenten uit Tessa’s YAR dagboek 15/02

Lancering oproep #YAR Ik zie een Facebook-bericht van De Veerman en Kunstenfestivaldesarts. Ze zijn op zoek naar Young Art Reporters. Ik voel me aangesproken en zonder er lang over na te denken schrijf ik me in. 22/03

Eerste ontmoeting Spannend om de andere Young Art Reporters te ontmoeten! We leren elkaar kennen door een eerste interviewspel: 1 iemand stelt de vragen, 1 iemand antwoordt, 1 iemand noteert. We noteren ook onze verwachtingen over het project: wil je schrijven, beelden maken, filmen? Wat verwacht je van de coaches? Welke makers wil je graag ontmoeten? 29/03

Persconferentie Kunstenfestivaldesarts Ik ben onder de indruk van de programmatie van het festival. Het triggert me. Wat staat er ons nog allemaal te wachten?! 01-02/04

Startweekend #YAR We krijgen een inleiding op hoe werken vanuit verschillende invalshoeken: maker, creatieproces of product. Zo kunnen we meteen in verschillende richtingen denken als we meer uitleg krijgen over de kunstenaars en hun projecten. Alle ideeën en vragen worden verzameld, besproken en aangevuld. We beginnen aan onze eigen projecten te bouwen. Welk medium we gebruiken en in welke vorm we het gieten, kiezen we zelf. april & mei

Redactievergaderingen In verschillende workshops krijgen we input rond Instagram fotografie, recensies schrijven … Ondertussen werken we onze eigen plannen verder uit. 05-27/05

Kunstenfestivaldesarts Joepie, het festival is begonnen! We gaan samen of soms alleen naar voorstellingen kijken, interviewen kunstenaars, schrijven recensies, maken fotoreportages en Instagram stories … Ondertussen staan we in nauw contact met onze coaches die helpen voorbereiden en feedback geven op wat we maakten. De resultaten worden de wijde wereld ingestuurd via verschillende online kanalen. Het voelt heerlijk om deel uit te maken van dit bruisend festival!


Tarek Atoui

© Thor Brødreskift

Within

De geluidsstukken van Tarek Atoui zijn geworteld in de sociale en politieke realiteit; technologie en compositie worden ingezet als katalysatoren van identiteit en individuele expressie. Sinds enkele jaren werkt Atoui aan een veelzijdig project rond de manier waarop doven en slechthorenden geluid waarnemen. In Within wordt de akoestische relatie tussen het instrumentarium en de ruimte waarin het bespeeld wordt afgetoetst. Brusselse en internationale muzikanten bespelen de prototypes van de instrumenten op basis van partituren en vrije improvisatie en gebaseerd op de praktijken van deep listening en klankmassage.

Les pièces sonores de Tarek Atoui s’enracinent dans la réalité sociale et politique ; la technologie et la composition y sont engagées comme catalyseurs de l’identité et de l’expression individuelle. Depuis quelques années, il construit un projet protéiforme à partir de la façon dont les personnes sourdes et malentendantes perçoivent le son. Dans Within la relation acoustique entre un instrumentarium et l’espace dans lequel il est utilisé est exploré. Des musiciens bruxellois et internationaux jouent des instruments prototypes, sur la base de partitions ou d’improvisations libres, en partant des pratiques du deep listening et du massage sonore.

DE VEERMAN & KFDA

5


Spirales de métal Chiara Franceschetti

Spirales de métal, tuyaux en plastique, table sculptée en bois, instruments majestueux, au cœur de la ville palpitante de Bruxelles. Devenir malentendant juste le temps d’un instant et percevoir la musique de façon différente. Notre corps tout entier participe à cette écoute. Laisser l’importance des notes et des accords de côté et plonger dans un monde harmonieux de sons. Se munir d’une baguette et frôler la table servant de caisse de résonance, s’emparer d’un archet et le laisser glisser sur des barres en fer, jongler avec des billes et les faire tomber délicatement sur une toile étirée. Découvrir la musique autrement, sentir ses vibrations nous faire bouger, penser et rêver. Imagination de mer, de ciel et puis de ville nordique de Stockholm au centre de laquelle nous errons avec notre sac à dos rempli de vibrations. Au rythme des sons à basses fréquences, éveiller nos sens et enfin sortir de là avec des étoiles plein le corps.

Viktor Vandervelde

6

YAR_Edition 01 Editie

© Thor Brødreskift

Audioreportage


Experimentele Muziek

Š Thor Brødreskift

Grote instrumenten, de zaal is een aardbeving We zitten middenin het epicentrum Ik zie niks meer, Ik hoor. Ik hoor, dus ik ben, dus ik luister Mensen kruipen over de grond Ze kijken met hun oren, trilharen, neuzen Lisette Ik beschrijf nu namelijk de stilte Ntukabumwe De soort stilte, die alleen de regen kan verbreken De muzikanten maken regen Pingpongballen en materialen van staal in allerlei vormen. Pure concentratie is de norm Tarek haalt knikkers uit knikkerzakjes, de duistere geluiden knikkeren om ons heen Wij zijn het publiek, een deel van de muziek zodra we over de grond heen Zoals God de mens verzon kruipen, rollen, opstaan, weer gaan zitten, iemand komt terug binnen Het drumstel is van stof De vrouw is de dirigente, haar armen dan Tarek op witte sokken Linkerarm, rechterarm, linker, rechter, links, rechts, sneller, en gekleurde streepjes hoger, lager, meer, intens, hevig, rustig, kalm Ik wil ook mijn schoenen uit doen Het klinkt als de timmerman, die bij de buren Ik wil het voelen, in mijn voeten terwijl ik slapen wil Terwijl Tarek krast staat de dirigente stil, ze kijkt omlaag Kabaal Haar eerste dans is afgelopen, maar ik zie geen blaasinstrument als potten en pannen op elkaar We zijn beland in het midden Ik wil hier van wakker worden en Het Midden-Oosten, we zijn het epicentrum weglopen en Waar de prehistorie als eerste eindigt blijven staan Instrumenten worden hier uitgevonden We voelen patronen Tarek is een wetenschapper en het gesprek gaat over Hij onderzoekt het in en uitademen in je botten voelen, met je ogen dicht luisteren In een buis Er wordt viool gespeeld op lintjes; dit is allemaal zelf verzonnen Het meisje drukt haar vingers op haar oren Ohja, het meisje is er ook, verder niets met haar De Vrouw danst weer, maar alleen met haar polsen Wie luistert er naar haar? Mama, tegen wie praten haar polsen? De dirigente gaat veel meer dansen Veel veel meer en de geluidjes zijn als piepjes zovan je hebt teveel gefeest, teveel je koptelefoon op gehad Quasi-irritatie, maar ik geniet er van Als je op een rockconcert je vingers op je oren drukt voel je het in je hart Dat is wat er hier gebeurd Hier in het epicentrum Van de prehistorie Een wetenschappelijke aardbeving

DE VEERMAN & KFDA

7


Azade Shahmiri

© Roberta Cacciagla

Voicelessness

Avec Voicelessness, l’écrivaine et metteuse-en-scène iranienne Azade Shahmiri trace le portrait émouvant d’une jeune femme qui cherche désespérément un point d’ancrage dans un monde dystopique. Où se trouve la vérité ? Cette affaire judiciaire reflète la société difficilement saisissable d’un pays, l’Iran, où la liberté d’expression est étouffée mais où la créativité bouillonne sous la surface. Les chimères après lesquelles court le personnage principal montrent le présent depuis l’avenir. Comment les futurs citoyens du monde jugeront-ils notre époque ?

8

YAR_Edition 01 Editie

Met Voicelessness creëert Iraanse schrijfster en theatermaakster Azade Shahmiri een ontroerend portret van een jonge vrouw die spartelend een houvast zoekt in een dystopische wereld. Welke waarheid is waarachtig? De rechtspraak is een afspiegeling van de ondoorgrondelijke Iraanse maatschappij, waar de vrije meningsuiting verstikt wordt, maar waar onder de oppervlakte de creativiteit kolkt en stroomt. De hersenschimmen van de hoofdrolspeelster werpen vanuit de toekomst ook een blik achteruit. Hoe kijken toekomstige wereldburgers terug op onze tijd?


Interview In Les Brigittines, in hartje Brussel, heeft de Iraanse schrijfster en theatermaakster, Azade Shahmiri, haar nieuwe meesterwerk voorgesteld, Voicelessness. Ze vraagt zich hiermee af wat er gebeurt als een stem van een overleden persoon na vijftig jaar bij jou terugkeert.

Zoektocht naar de toekomst

Margot Vanlaet Timmy

“Als je schreeuwt in de Kestemont bergen, leeft de echo nog hoogstens vijf seconden. Maar waarom geen vijftig jaar?” Dat is de vraag die de Iraanse Azade zich stelt met haar nieuwste stuk, Voicelessness. De actrice Shadi Karamroudi vertolkt de rol van een kleindochter die de stem van haar vermoordde grootvader terughoort, vijftig jaar na zijn overlijden. In het stuk had de moeder in het verleden al een proces opgestart, maar legde dit stil omdat ze niet genoeg bewijzen had. Ondertussen ligt zij al twee jaar in coma, maar door een speciale machine van haar dochter, kunnen zij communiceren. Azade maakt bewust de keuze om het toestel niet in beeld te brengen omdat ze conflicten wilde vermijden over de vorm van de machine. “Het apparaat kon gemaakt zijn in elke soort vorm en het was ook niet onze bedoeling om een science-fictionstuk te brengen.”

Uitdaging

© Roberta Cacciagla

De kleindochter en de moeder communiceren met elkaar via het apparaat, maar kijken niet naar elkaar tijdens het stuk. Voor Azade was dit in het begin nogal verwarrend. “In het begin was ik nogal in de war, ik kijk normaal naar de persoon waar ik tegen spreek. Ook tijdens de repetities stond ze niet voor mij, maar uiteindelijk was het niet zo moeilijk om om te gaan met deze disconnectie.” In dit stuk ging Azade niet enkel op zoek naar de waarheid, maar ook naar zichzelf. “Ik moest mezelf proberen te zijn in de toekomst. De kwaliteit van de persoon op het podium, is ook zoals ik zelf ben. Dit was absoluut niet gemakkelijk. Voor Shadi, een professionele actrice, is het veel gemakkelijker om deze persoon te begrijpen, maar het bleef voor ons beide een uitdaging.”

Al snel kreeg het stuk Voicelessness de stempel van een crimineel verhaal, maar dit is niet wat Azade wilde brengen. “We besloten om aan het concept te sleutelen. De relatie tussen het verleden en de toekomst moest meer benadrukt worden, maar we wilden ook weergeven hoe de toekomstige generaties zullen kijken naar het verleden. In het stuk schakelen we tussen het verleden, het heden en de toekomst. Het was en is voor ons een uitdaging om zich in die drie tijden te bevinden, het criminele wilden we naar de achtergrond brengen.” De theatermaakster verloor recentelijk haar vader en bleef achter met de vraag wat de toekomst zou brengen. Ze brengt dit verhaal om haar verlies te kunnen verwerken. “Toen mijn vader stierf, verbond ik de puzzelstukjes. Ik verbond de dood met de toekomst. Zo wou ik het verlies van een naaste een plaats geven.”

Voorschriften

De Iraanse wisselt acteren af met video. Dat brengt Voicelessness duidelijker over. “De filmpjes werden speciaal gedesigned voor dit stuk”, zegt Shahmiri. “Het laatste beeld van de bergen was oorspronkelijk niet de bedoeling, maar tijdens het schrijfproces merkten we op dat dit noodzakelijk was.” Azade vindt zichzelf geen videomaakster, maar eerder een theatermaakster. “Ik had slechts één ervaring om zoiets te maken.” Maar toch zijn de voorschriften voor het maken van theater niet in alle landen hetzelfde. In Iran moet elk artistiek werk langs de Ershad, het Ministerie van Cultuur. Zij bepalen of het stuk gecensureerd moet worden. De maker moet eerst een maaklicentie aanvragen, later nog een vertoningslicentie. Voicelessness had zijn première op het Kunstenfestivaldesarts en niet in het thuisland van de kunstenares en moest dus niet voor de censuurcommissie verschijnen. Maar ook voor latere opvoeringen in eigen land blijft Azade optimistisch: “Ik denk niet dat het stuk gecensureerd moet worden.”

Ik denk niet dat het “ stuk gecensureerd moet worden. ”

DE VEERMAN & KFDA

9


Marlene Monteiro Freitas

© Filipe Ferreira

Bacantes - Prelúdio para uma Purga

Marlene Monteiro Freitas verovert de wereld stormenderhand met krachtige en scherpzinnige dansstukken. Bacantes is een bloedige strijd tussen Apollo en Dionysus: rede versus intuïtie, vorm versus verval, berekende orde versus onvoorspelbare doelloosheid. Met dans, muziek en mysterie proberen de performers de tegenpolen in evenwicht te brengen. Marlene Monteiro Freitas ontketent een stuk vol tomeloze levensvreugde en leidt ons naar de diepten van de menselijke psyche.

10

YAR_Edition 01 Editie

Parmi les toutes grandes révélations de la scène chorégraphique internationale, Marlene Monteiro Freitas fascine par son langage d’une vitalité débordante, son imagerie forte et la richesse de ses références. Bacantes est une guerre entre l’apollinien et le dionysiaque, la raison et l’intuition, la forme et la dissolution de la forme, l’individuation et l’oubli de soi. C’est aussi une interrogation sur la vie et sur l’art comme affirmation de la vie.


Bacchanales sans alcool Marlene Monteiro Freitas propose sa vision des Bacchantes d’Euripide dans le cadre du Kunstenfestivaldesarts de Bruxelles. Une performance vivifiante, claironnante et dansante, entre maîtrise et exubérance.

Daphné Peut-on rester indifférent à l’univers bigarré, virtuose et pulsé de Marlene Liégeois Monteiro Freitas  ? Sur scène, huit danseurs et cinq trompettistes prêtent corps à sa vision des compagnes dionysiaques, délaissant l’image traditionnelle que nous avons des Bacchantes antiques. La fête collective orchestrée par la chorégraphe capverdienne va puiser au-delà de nos aspirations référentielles – pas de raisin ou de lyre sur scène – et de sens : elle nous convie à un lâcher-prise contagieux où la joie l’emporte sur l’angoisse. Délaissant la narration euripidienne, la chorégraphe explore les possibilités d’un grand domino associatif de séquences qu’elle développe puis casse, dans un ballet d’images frappantes : les objets (pupitre ou fusil, canne, machine à écrire ? tuyau d’arrosage ou cor de chasse, stéthoscope ?), les corps (masculin ? féminin  ? homme ou animal  ? fonctionnaire ou libertaire ?), leurs statuts (danseurs ? musiciens ? les deux ?) sont montrés et sortis de leur contexte pour être détournés encore et encore. L’approche de Marlene Monteiro Freitas dégage une grande liberté de création, un décalage assumé, une audace des paradoxes, loin des tabous habituels, mais sans jamais verser dans la performance choc gratuite, axée autour des complémentaires dionysiaques et apolliniennes. L’abstraction jubilatoire des mouvements ritualisés permet au public de se joindre à la danse non en l’intellectualisant mais en ressentant l’intensité vibratoire des corps. Qu’on soit initié ou pas à ses nombreuses références issues de musiques et chorégraphies célèbres, ici Béjart et son « Boléro » ou de codes de jeu très précis, comme le burlesque, la dynamique nous contamine. Les musiques puissantes aux basses rythmées, soutenues ou entièrement créées par les cinq trompettistes appuient les images fortes. L’ensemble s’impose à nous et provoque l’adhésion ou la répulsion immédiate aux Bacantes. Pour autant, Monteiro Freitas ne prend pas le raccourci de la transe. Fidèle à sa pratique artistique souvent

aseptisée et réellement plastique, la chorégraphe choisit de ne pas incarner l’hubris, la démesure des bacchanales. Ses bacchantes sont mécaniques, asexuées, elles portent des uniformes de travail stricts : salopette, gants, bonnets, qui camouflent les individus qui s’adonnent aux tâches rituelles, exécutées avec maestria y compris dans l’extrême énergie, jusqu’à ce qu’un bonnet tombe et qu’on découvre Monteiro Freitas échevelée et humaine après tout, dans son uniforme. La débauche chaotique traditionnellement associée aux compagnes ivres de Dionysos est remplacée par un joyeux bordel organisé, un cocktail qui dynamise mais ne grise pas complètement. Ces personnages grimés à la démarche d’automate et aux grimaces grotesques n’ont rien d’hystérique ou de cruel. Les performeurs ne provoquent le public qu’à quelques rares occasions et encore bien sagement. Le quatrième mur existe et résiste aux incursions plus osées, comme le twerking sauvage d’un des danseurs à l’avant-scène. L’écart se creuse entre les performeurs mouvants et les spectateurs passifs aux jambes parcourues de démangeaisons rythmiques qui battent tant qu’elles peuvent la mesure du beat effréné sur le sol branlant des gradins des Halles de Schaerbeek.

“se L’écart creuse

entre les performeurs mouvants et les spectateurs passifs

Le point d’orgue de cette symphonie organisée est la surprenante vidéo d’un accouchement sans aucune médicalisation : une femme met simplement au monde son enfant. Juste retour à la « Naissance de la tragédie » de Nietzsche, réinventeur du concept des Bacchantes, comme un cordon ombilical entre Dionysos, le dithyrambe des origines obscures, les Bacchantes fardées et stérilisées de Monteiro Freitas et les spectateurs, humains mis à l’épreuve cathartique de la performance. En dépit de l’absence d’orgie concrète, les  Bacantes  de Marlene Monteiro Freitas nous happent dans leur ronde minutieuse, aimants à l’attraction aussi irrésistible que le rythme hypnotique du « Boléro » de Ravel qui clôt ce spectacle en apothéose énergisante.

DE VEERMAN & KFDA

11


Tessa Torrekens

Freitas waagt zich aan verschillende disciplines van de kunst in een bewerking van de Bacchanten. Een performance-, concert-, film-, dansvoorstelling ging op vrijdag 5 mei in première op het Kunstenfestival. De Hallen van Schaarbeek werden overvallen door  uiteenlopende en botsende emoties die Marlène op ons afstuurde.

Hoe ver kan je het menselijk lichaam drijven tot een volledige overgave? Een dansend, zingend achterwerk opent de eerste scène. Met een weelderige haardos op haar bekken bespeelt ze de ogen van elk individu in de zaal. Zien we nu werkelijk een vrouw met een micro en lang haar of zien we wat we niet willen vatten? De op- en neergaande billen brullen onverstaanbare woorden, de aandacht helemaal op haar gericht.

© Filipe Ferreira

Zes trompettisten behouden de voortdurende welles/nietessfeer op pijl en houden een communicatieve battle met de dansers. Uit hun instrumenten komen bijna-spottende nabootsingen van kattengeluiden tot jankende kinderen… De zaal wordt zwart, donker. Eén spot gericht op een scherm aan de linkerzijde van het podium. Verbijstering en ongeloof: een video van een vrouw die nieuw leven

12

YAR_Edition 01 Editie

© Filipe Ferreira

Gebrainwashte maskerade

aanbiedt. Een verwijzing naar De geboorte van de tragedie van Nietzsche. Dionysos’ vrouwelijke aanhanger gaat over tot extase. De door tuinslangen vervangen groene navelstreng neemt verschillende nieuwe vormen aan. Een bonzend end hart, dat leeft, dat groeit. Stilte heerst over Schaarbeek, het kraken van de stoelen doorbreekt deze en gaat over in chaos. Dionysos maakt zijn intrede in de zaal, het ritme van de hartslag gaat sneller. En alles begint opnieuw leven te krijgen. Lopende benen op een zittend lichaam rennen. De kadans in elke danser versterkt en veroorzaakt gezichtstrekken. Het uiterste van het uiterste wordt bereikt maar er is geen doel in zicht. De volledige overgave streeft naar het onmogelijke, oneindige verste punt. Freitas’ Bacchanten hebben hun lichaam laten overnemen door de god van het plezier in Schaarbeek.


Harmonie et chaos remis en question La danseuse capverdienne Marlene Monteiro Freitas et sa compagnie d’onze danseurs tentent le coup avec une nouvelle pièce : les Bacchantes d’Euripide, une tragédie grecque. Elle fait cela dans les Halles de Schaerbeek. Plus tôt, Monteiro Freitas avait créé les pièces carnavalesques Guintche et Of Ivory And Flesh – Statues Also Suffer. Mais la Capverdienne a-t-elle réussi à créer l’une de ses pièces les plus ambitieuses ? Bacantes – Prelúdio para uma Purga est une guerre entre l’apollinien et le dionysiaque, autrement dit : l’harmonie et la folie. Ceci se traduit dans la nouvelle pièce de la capverdienne. Le spectacle est rempli de contradictions. Les danseurs et trompettistes se complètent mécaniquement et musicalement ; ils réussissent à créer un chaos gigantesque quelques instants plus tard. Aussi bien avec des notes contrastantes qu’avec des personnalités différentes. L’euphorie de la compagnie change vite de donne. Quand les lumières et la musique changent subitement, elle devient quelque chose de dangereux. Les danseurs se blindent des pupitres et les jettent par terre. On dirait qu’ils sont dans une transe théâtrale. Peu après, tous sont assis sagement comme des étudiants avec leur machine à écrire. Aussi bien Marlene Monteiro Freitas que son groupe de danse et les trompettistes expulsent leur énergie qui est tangible dans la salle. Ça nous stimule à participer à la représentation. On peut vivement recommander cette pièce parce que Monteiro Freitas a réussi à créer sa pièce la plus ambitieuse.

Timmy Kestemont

Harmonie en chaos in vraag gesteld De Kaapverdische danseres-choreografe Marlene Monteiro Freitas waagt zich met haar elfdelig dansgezelschap aan de Bacchanten, een Griekse tragedie van Euripides. Ze doet dit in de Hallen van Schaarbeek. Eerder maakte Monteiro Freitas al het carnavaleske Guintche en bizarre Of Ivory And Flesh – Statues Also Suffer. Is de Kaapverdische erin geslaagd om de Bacchanten tot haar meest ambitieuze stuk te kronen? Bacantes – Prelúdio para uma Purga is een oorlog tussen de goden Apollo en Dionysus. Anders gezegd: tussen de harmonie en de waanzin. Het spektakel zit vol tegenstellingen. Waar de dansers en trompettisten elkaar mechanisch en muzikaal aanvullen, creëren ze enkele ogenblikken later grootse chaos. Zowel contrasterende noten als dansers met een eigen willetje passeren de revue. De euforie van het dansgezelschap moet er na een tijdje aan geloven. Wanneer het lichtspel en de muziek hevig omslaan, verandert die euforie in iets gevaarlijks. De dansers wapenen zich met een pupiter en slaan deze kapot. Het lijkt wel of ze zich in een theatrale trance bevinden. Een beetje later zitten ze braaf op hun krukje met hun pupiter die dienst doet als typemachine.

© Filipe Ferreira

Zowel Marlene Monteiro Freitas als haar dansgezelschap en trompettisten gooien de energie uit hun hele lijf. Die energie verspreidt zich over de hele zaal, waardoor ik zin kreeg om deel te nemen aan de voorstelling. Dit stuk kunnen wij ten zeerste aanbevelen. Monteiro Freitas is er dus in geslaagd haar meest ambitieus stuk op te voeren.

DE VEERMAN & KFDA

13


Mariano Pensotti

© Loderndes Leuchten

Arde brillante en los bosques de la noche

Arde brillante en los bosques de la noche entrelace les récits contemporains de trois femmes dans la vie desquelles la Révolution russe continue à se réverbérer. Construite comme une poupée russe de fictions à l’intérieur de fictions, la pièce ne laisse que graduellement le voile se lever sur l’Histoire. À la poursuite des utopies des avant-gardes, Mariano Pensotti imprime au temps un mouvement circulaire et met en évidence le gouffre séparant ceux qui font l’Histoire et ceux qui la vivent. Metteur en scène essentiel de notre temps, Pensotti est mondialement admiré pour son langage théâtral inventif qui emprunte au cinéma.

14

YAR_Edition 01 Editie

Arde brillante en los bosques de la noche is het verhaal van drie vrouwen in wier leven de Russische Revolutie is blijven nazinderen. De geschiedenis komt slechts geleidelijk aan het licht, opent zich gradueel, als een matroesjka. Mariano Pensotti maakt een spitsvondige cirkelbeweging in de geschiedenis, op zoek naar de utopische denkbeelden van de vroeg-twintigste-eeuwse avant-garde. De rode draad is de gapende kloof tussen degenen die de geschiedenis maken en degenen die ze beleven. Met dit nieuwe stuk experimenteert hij voor het eerst met andere vertelmethodes en brengt hij een vernieuwende mix van film, acteerwerk en poppentheater op scène.


© Grupo Marea

Audioreportage

© Loderndes Leuchten

Viktor Vandervelde

DE VEERMAN & KFDA

15


Radouan Mriziga

© Beniamin Boar

7

De Marokkaanse danser-choreograaf Radouan Mriziga komt met 7, het sluitstuk van een trilogie waarvan hij in 2015 op het Kunstenfestivaldesarts het eerste deel 55 toonde. De relatie tussen dans en architectuur komt opnieuw op het voorplan. Mriziga verbindt de schoonheid van het bewegende lichaam met de scheppende kracht van architectuur en sculptuur. De bewegingen zijn geometrisch accuraat en bijzonder geraffineerd. Een expeditie op zoek naar het ultieme wereldwonder: het menselijk lichaam.

16

YAR_Edition 01 Editie

Avec sa nouvelle création 7, le danseur-chorégraphe marocain Radouan Mriziga clôt une trilogie dont il avait présenté le premier volet 55 au festival en 2015. Cette fois encore, la relation entre la danse, la construction et l’architecture est au cœur de son travail. Dans une chorégraphie précise et raffinée, Mriziga confronte la beauté du corps en mouvement à la force géométrique de l’architecture et de la sculpture. 7 part en quête de l’ultime miracle du monde : le corps humain.


Interview 7, een voorstelling van danser en choreograaf Radouan Mriziga, ging op 17 mei in première op het Kunstenfestivaldesarts, een internationaal festival van hedendaagse kunst dat jaarlijks plaatsvindt in Brussel. Na 55 en 3600 presenteert hij nu het slotstuk van zijn trilogie. De choreograaf zet de relatie tussen dans, architectuur en bouw ook in dit stuk sterk in de verf. Mriziga, geboren in 1985 in Marokko, woont sinds enkele jaren in Brussel. Hij studeerde eerst dans in Marrakesh en Tunis, maar studeerde in 2012 af aan dansschool P.A.R.T.S in Brussel.

Waarom koos u voor cijfer zeven als de titel van het stuk?

In het algemeen werk ik altijd rond een cijfer om er alles in mijn stuk rond te organiseren. Het cijfer dient meer om het stuk samen te stellen dan als titel. Het eerste deel van de trilogie was georganiseerd rond het cijfer vijf en heette 55. Het tweede deel rond het cijfer zes en heette 3600. Nu ben ik bij cijfer zeven en heet het stuk 7. Hierna volgen acht en negen.

Is er een verband tussen de titel van het stuk en de duur? Het duurt 70 tot 77 minuten.

Ja, ik organiseer tijd en ruimte rond het cijfer zeven. De tijd heeft dus een band met het stuk, maar het stuk is ook opgedeeld in zeven stukken en het ritme is zeven.

Margot Vanlaet

Foto’s Tessa Torrekens

Moeten we de andere delen van de trilogie zien om dit stuk te kunnen begrijpen? Het is altijd beter om het eerste en het tweede deel te zien, maar dat is niet nodig om het stuk te kunnen begrijpen. De drie delen zijn gelinkt aan elkaar, maar elk deel ontwikkelt mijn concept op een andere manier.

Om welke connecties gaat het precies?

Een voorbeeld is constructie. In het eerste stuk start de solo met het opmeten van de ruimte en maken ze een tekening op de vloer net zoals deze, maar complexer. In het tweede stuk had ik 360 stenen waarmee drie mensen iets bouwden. In het laatste deel zijn er lichtconstructies. Maar ik werk ook met ruimte in de drie delen. Ik bekijk hoe

DE VEERMAN & KFDA

17


we de ruimte kunnen gebruiken. Zo neem ik geen object mee naar een theater. Het object moet altijd aangepast worden als we naar een ander theater trekken. Bij een volgende voorstelling kan dat er anders uitzien. De ruimte kan smaller zijn of de vorm kant een vierkant zijn.

Waar komt het idee vandaan om alles te organiseren rond een cijfer?

Mijn werk is heel complex. Je hebt het concept en in het concept heb je nog drie andere concepten. Elk deel geef ik een cijfer. Ik werk niet echt rond een cijfer, zo is het concept niet zeven. Voor dit stuk organiseer ik wel alles rond cijfer zeven omdat dat cijfer aan de beurt is. Het cijfer is slechts een hulp.

Waar haalde u de inspiratie voor 7?

Ik werk rond de zeven wereldwonderen. We deden onderzoek naar de wonderen en bekeken hoe we er een stuk rond konden maken. Onze bedoeling was niet om de wonderen herop te bouwen, maar eerder de mensen over hun betekenis laten nadenken. We kunnen de Antipaters wereldwonderen ook niet nabouwen. Alleen de piramide

18

YAR_Edition 01 Editie

bestaat nog, alle andere gebouwen zijn verdwenen. Daarom wisten we niet goed hoe ze werken. Dit zorgt ervoor dat er bij dit stuk ruimte is voor verwondering. Zo kun je je inbeelden wat we zouden bouwen. Ik wilde in dit stuk het thema ‘bouw’ naar een hoger niveau tillen, namelijk ingebeelde plaatsen. Ik wil de mensen laten nadenken over hoe we deze gebouwen kunnen heropbouwen.

Vanwaar uw verwondering voor architectuur?

Mijn verwondering startte vanuit wat ik met mijn lichaam kan doen om iets te bouwen. Het gaat me meer om wat ik kan doen met dans of de kennis die je met dans kan vergaren dan de dans zelf. Eerst was er de behoefte om vanuit dans visuele objecten te creëren. Om deze te kunnen maken was een zekere nieuwsgierigheid rond architectuur, design en bouw nodig. Nu ben ik vooral bezig met architectuur, maar in de ruime betekenis van het woord.

Gebruikt u enkel uw lichaam als maatstaf of werkt u ook met andere lichamen? Ja, ik gebruik ook andere lichamen. In mijn solostukken


gebruik ik mijn lichaam als maatstaf en dan bouw ik iets anders als wat we vandaag gebouwd hebben. Hier zie je dat Bruno iets gemaakt heeft met zijn lichaam. Ik zie niet alleen de ruimte als meetinstrument, maar ook de tijd zoals het ritme.

U focust vooral op tekeningen op de vloer. Is bijvoorbeeld de lucht ook belangrijk om vormen te creëren?

Ja, ook bij 3600.

Veel mensen vroegen zich af waar ze moesten gaan zitten. Is het belangrijk vanuit welke hoek je het stuk bekijkt?

Ik bouw mijn stuk altijd in een perspectief van 360 graden. In de vorm van een cirkel. Er is geen frontale kijk op het stuk en geen belangrijk perspectief. De toeschouwers moeten vanuit zoveel mogelijk hoeken naar het stuk te kijken.

van de ruimte en hoe je die ruimte wil vormgeven. Voor mij is dat de connectie tussen beide. Het menselijk lichaam blijft hét centrum van mijn werk.

Wat is de boodschap?

Moeilijke vraag. Mijn boodschap? Zorg goed voor elkaar en je lichaam…. Neen, ik weet het niet. Als je een stuk ziet, zit er nooit een boodschap in verwerkt, maar eerder veel kleinere boodschappen. Bijvoorbeeld, als je mensen samen ziet dansen of spelen is dat op zich ook een boodschap. Een boodschap zou voor mij kunnen zijn dat we connectie moeten maken met elkaar en naar elkaar moeten luisteren. Maar ook bouwen en je bewust zijn van de ruimte en de mensen rondom jou is belangrijk. Daarnaast is kennis en hoe we die produceren en delen belangrijk. Kennis kunnen we ook op andere manieren dan via de school delen, bijvoorbeeld via de kunst.

Wat hebben dans, architectuur en constructie gemeen?

Ze starten allemaal vanuit het menselijk lichaam. Bij dans ben je je zeer bewust van je lichaam en wat je ermee doet. Dat is hetzelfde voor architectuur. Je bent je heel bewust

DE VEERMAN & KFDA

19


Video teaser

Tessa Torrekens

Collage Eléonore Dierckx

20

YAR_Edition 01 Editie


El Conde de Torrefiel

© Hervé Véronèse

La posibilidad que desaparece frente al paisaje

Adeptes de l’hybridité des genres et des formes, entre théâtre, chorégraphie, musique, vidéo et narration, les jeunes Espagnols de El Conde de Torrefiel posent un regard acerbe sur l’Europe d’aujourd’hui. Avec La posibilidad que desaparece frente al paisaje, la compagnie franchit une nouvelle étape, encore plus proche de l’abstraction. Mais si images, corps et textes semblent déconnectés, leur confrontation n’en devient que plus lourde de sens. Le spectacle propose un tour de l’Europe en dix villes choisies pour l’imaginaire possible qu’elles véhiculent. Entre la carte et le territoire se dessine une ligne nette, qui révèle la barbarie enfouie sous l’agréable beauté et la passivité extrême de nos vies quotidiennes.

Het werk van de jonge Spanjaarden van El Conde de Torrefiel is hyperrealistisch en hybride. Het vermengt theater, dans, muziek, video en storytelling. Het gaat over Europa vandaag. La posibilidad que desaparece frente al paisaje zet opnieuw een stap verder in de richting van abstractie: beelden, lichamen en teksten lijken niet meer op elkaar te reageren, maar samen staan ze bol van betekenis. Het stuk beschrijft een reis langs tien tot de verbeelding sprekende steden in Europa. De onderhuidse grimmigheid wint het van de oppervlakkige schoonheid. Uit onze dagelijkse levens schemert niets dan apathie en onverschilligheid door.

DE VEERMAN & KFDA

21


Radiographie européenne

Chiara Franceschetti

De Madrid à Kiev, en passant par Bruxelles et Florence. Du rire à l’angoisse. D’une ville à l’autre, confrontations de réalités, pourtant toujours pareilles. Des prédictions noires, des idées pessimistes, des personnes indécises et perdues dans le monde, l’envie de toujours plus et cette recherche de Liberté. Des artistes posant un regard critique sur une société qui tourne mal et bien trop centrée sur des envies secondaires. Certains pensent que nous maltraitons la nature car nous en sommes jaloux, elle qui

Photos

Emma Ducheyne

22

YAR_Edition 01 Editie

nous a tout au long des siècles fait souffrir. Et nous la maltraitons car en effet c’est la seule sur Terre à être entièrement libre. Mais si nous donnions cette liberté à notre cerveau, nous serions perdus car celui-ci a besoin de limites... D’autres placent leur fortune de chômeur dans un château gonflable car sur Terre il y aura toujours des enfants et quelque chose à fêter. D’autres encore imaginent que les personnes qui ne rient pas face à la l’absurdité de notre monde mise en scène dans le spectacle, sont des personnes analytiques qui recherchent des références pour se déculpabiliser. Enfin certains affirment que la vérité est inintéressante et que la seule chose qui n’a pas été achetée par l’économie, c’est l’ennui. Alors, ensemble, ennuyons-nous!


© Hervé Véronèse

Pendant ce temps-là, à l’autre bout du monde...

Un an après la création acclamée de Guerrilla au Kunstenfestivaldesarts, le collectif madrilène revient avec un spectacle créé en 2015 qui interroge la confrontation des réalités individuelles simultanées.

Sur un plateau vide et immaculé, bulle de quiétude inhabituelle dans une salle de spectacle, un comédien, un musicien, un poète et un danseur se retrouvent. Ils sont quatre, mais ils jouent des milliers de personnes éparpillées, de la foule cosmopolite qui pose nue pour Spencer Tunick au groupe de retraités en vacances aux Canaries, en passant par Michel Houellebecq et autres « fétiches culturels ».

Daphné Liégeois

C’est la synchronicité créée par ces vies juxtaposées que Pablo Gisbert et Tanya Beyeler explorent  : au même moment, dans dix villes choisies arbitrairement, des centaines d’individus expérimentent des réalités différentes, qui ont souvent des points communs mais qu’ils appréhendent d’une autre manière. Entre nos élucubrations idéales et la réalité que nous percevons, malgré le décalage tragique, nous cherchons la possibilité de vivre. Les membres d’El Conde de Torrefiel font du théâtre de texte, à leur façon : dans un souci de neutralité et d’appropriation individuelle, ils projettent le texte écrit par Pablo Gisbert, parfois lu en voix off par Tanya Beyeler. Si cette technique permet d’éviter les jugements parasites en cours de spectacle, elle pose une certaine distance entre le propos et le public. La lecture rend possible une intellectualisation immédiate, mais elle déshumanise également le propos et peut générer de l’ennui. C’est le cœur de la démarche de Beyeler et Gisbert : créer un espace-temps de rien.

Reprenant les thèses de Houellebecq dans son roman « La carte et le Territoire », le duo espère donner l’occasion aux spectateurs de prendre conscience du fait que l’ennui est la seule chose que l’économie n’a pas réussi à récupérer. L’ennui respecte le rythme naturel des hommes et permet d’exercer une faculté toute humaine : la réflexion. Nous, sur-stimulés et sur-connectés, aspirons de plus en plus à retrouver le temps de penser. Leur ambition est de nous le donner, pendant une heure vingt, du moins.

S’ils atteignent leur objectif théorique, Beyeler et Gisbert perdent néanmoins, dans la concrétisation de leurs idées, l’émerveillement d’un plateau vivant qui s’anime. Il manque l’excitation de la vraie rencontre humaine au théâtre. Peut-être tout est-il trop parfait ? Le dispositif scénique, quoique très efficace, noie l’action du plateau et demande une attention schizophrénique au spectateur qui lit le texte et voit les déplacements en même temps, sans pouvoir s’immerger ni dans l’un ni dans l’autre. apothéose énergisante.

Interview

Daphné Bérénice interviews Tanya Beyeler director El Conde de Torrefiel

DE VEERMAN & KFDA

23


Claude Régy

© Pascal Victor

Rêve et folie

Claude Régy is een estheet van de stilte. De Franse toneelregisseur maakt de taal abstract, ontleedt ze tot diep in de kern. Ook het leven van Georg Trakl werd getekend door extremen. Het oeuvre van Trakl is een woestenij van een intense schoonheid. Zijn taal is als een slagveld, doortrokken van de contradicties die zijn heftige leven hebben bepaald. De beelden botsen, vreemde verbindingen komen tot stand. Met dit lange gedicht van Trakl zet Claude Régy zijn zoektocht naar de duistere schaduwkant van het menselijk wezen voort.

24

YAR_Edition 01 Editie

Esthète du silence, sculpteur du langage, Claude Régy élève le théâtre à son essence la plus radicale pour lui faire dire l’indicible. La vie fulgurante du poète autrichien Georg Trakl est marquée par la transgression des limites et le franchissement des interdits. Son langage est parcouru par les contradictions qui ont habité sa vie. Il fait agir des phrases les unes contre les autres. Les images s’entrechoquent, des associations étranges se produisent. Avec ce long poème de Trakl, Régy poursuit son exploration de « l’outre-noir » de l’être humain.


Délire de l’indisctinct qui déambule

De passage au KVS_Box, Claude Régy donne la place aux mots du poète maudit Georg Trakl, dans un ultime spectacle témoin de son art unique.

Au commencement étaient le silence et l’obscurité. Durant plusieurs minutes, le temps pour nos yeux d’appréhender Daphné le noir dans l’angoisse ou la sérénité, nous voilà à la merci du rien. Au loin, Liégeois une faible lumière clignote comme un phare agonisant. Ce phare est peu à peu prolongé par un rai de lumière échappé du plafond de manière presque surnaturelle. Nous sommes hors du théâtre, hors du temps, hors de l’espace, dans la caverne immonde et voûtée de la lourde conscience de Georg Trakl. Devant nous, comme une bête traquée, son corps se meut silencieusement et louvoie pesamment entre des obstacles invisibles pour nous. Les déplacements hiératiques de cet être inconnu, indéfinissable, aux contours floutés par les ténèbres régnant, sont fascinants. Magnétisés, nous nous taisons. Du rien initial, nous voilà intégrés dans une noirceur sourde qui baigne le lieu et nous fige.

© Pascal Victor

Soudain, la mélopée déchire le silence. L’élégie incestueuse, angoissée, désespérée et sans appel de Trakl se fait entendre. Une voix tantôt haut perchée, tantôt profonde étire les mots et nous livre les pensées indicibles et désarticulées du poète dans une supplication hypnotique entrecoupée de silences. La langue de Trakl, impersonnelle et comme laconiquement descriptive, interpelle par sa découpe étrange, à la limite de la compréhension. À plusieurs reprises, les mots ne suffisent pas pour rendre compte : quelque chose échappe irrémédiablement au poète et donc au spectateur. Pourtant, Trakl continue à extirper les mots de son esprit et Claude Régy prend la peine d’enfin les communiquer au public francophone, souvent étranger à l’œuvre du grand poète expressionniste allemand. La poésie si particulière de Trakl a dû séduire le metteur enscène français aucrépuscule de la narration et du silence, par son incomplétude. L’œuvre propose des bribes de noirceur saisies au vol par le spectateur, figé devant Yann Boudaud comme Trakl devant la nuit sans réponse. Le travail ciselé des lumières, à la limite du perceptible, répond au texte : il est difficile de saisir, de voir, d’entendre, de déterminer, de nommer, de raisonner et donc de s’en sortir.

Impossible de ne pas penser à Kaspar Hauser, l’enfant trouvé du XIXe siècle allemand dont l’existence parmi la société des hommes fut brève et prit fin dans la violence. Irrésistiblement, on pense à la pièce éponyme de Peter Handke qui explore la violence de l’apprentissage du langage, ses limites et l’utilisation sadique qu’on peut en faire. Il y a quelque chose de l’impossibilité de découvrir et de communiquer le vrai dans le poème de Trakl : ne possédant ni les clefs pour comprendre la violence du monde dans lequel il est enfermé comme dans une grotte sans lumière, ni les mots pour clarifier cette situation, il tente de survivre grâce aux paradis artificiels qui le détruisent et à l’amour coupable de sa sœur cadette. Dans cette situation sans issue, il reprend encore et encore la parole, tendant toujours désespérément la main vers la trouée de lumière qui s’échappe d’on ne sait où et qui vient éclairer une infime partie du plateau. Nous viennent aussi des images du film de Werner Herzog dans lequel Bruno Schleinstein incarne Kaspar, colosse à la grande puissance physique mais dont l’esprit inéduqué le rend inapte à vivre dans notre monde. La corporalité du Trakl de Régy rappelle la démarche houleuse et les grands mouvements lourds de l’acteur fétiche de Herzog. L’incompréhension visible dont souffrent Kaspar et Trakl et la cruauté de leur confrontation à la réalité inexplicable nous atteignent douloureusement. Le titre français du poème de Trakl, Rêve et folie, ne rend pas justice à la noirceur de l’original Traum und Umnachtung, et témoigne de la différence substantielle entre l’allemand, langue des mots composés et de l’image, et le français, langue de la rationalité. Néanmoins, Claude Régy, empruntant les voies sombres qu’il arpente depuis près de 60 ans, mène une barque corrompue aux confins de la conscience et du discernement humains, nous livrant la traversée terrifiante d’un homme que tout espoir a abandonné.

Claude “ Régy nous livre la traversée terrifiante d’un homme que tout espoir a abandonné.

DE VEERMAN & KFDA

25


Mithkal Alzghair

© Laura Giesdorf

Displacement

Après ses études en danse classique et moderne à Damas, puis son départ à Montpellier pour le master d’études chorégraphiques, Mithkal Alzghair n’a pas pu revenir dans son pays en guerre, la Syrie. Dans Displacement, il explore par la danse et le mouvement l’identité écartelée des corps syriens au regard des conditions politiques, sociales et religieuses qui les traversent. Migrant d’une figure isolée à un groupe d’hommes, Displacement trace une trajectoire possible vers l’autre.

26

YAR_Edition 01 Editie

Na een klassieke dansopleiding in Damascus en een voortgezette opleiding choreografie in Montpellier kon Mithkal Alzghair niet meer terug naar Syrië, zijn thuisland dat intussen in een bloedige burgeroorlog verzand was. In ‘Displacement’ onderzoekt hij hoe het Syrische lichaam beïnvloed wordt door de sociale, politieke en religieuze werkelijkheden waardoor het omsloten wordt. Displacement evolueert van een breekbare, geïsoleerde figuur tot een dreigende troep, in een tweestrijd tussen de hoop op vluchten en het besef dat terugkeren onmogelijk is. Displacement traceert de route.


Hij stelt de vragen Gouden muren Twee laarzen, zwarte Laarzen aan de linkerkant Soldatenlaarzen, hippie-laarzen, twee Ik bedoel een linker en een rechter Voordat het gaat beginnen. De vrouw Naast mij lacht en beweegt wat heen en weer met Haar hielen. De zaal zit uitverkocht. Geen ticket is afwezig

Hij stelt de vragen

Lisette Ntukabumwe

We horen de verte schreeuwen. Hoe verder weg, hoe dichtbij Dichterbij. Links verschijnt hij Hij kijkt ons aan met een blik, hij doet zijn onschuld om, hij zet hem op, hij raakt ons aan, hij doet zijn laarzen aan, hij huppelt op zijn plaats Dan naar voren, dan naar de muren, dan naar ons Hij verplaatst de realiteit naar het podium, hij stelt de vragen Hij zoekt niet naar de antwoorden, hij stelt de vragen Ik vind het nu al mooi. Ik wil geen voetstap missen, het geluid, het gestamp, de adrenaline zit in de grond bonkt in mijn hart. Hij stopt. Herpakt zich, stopt, haalt adem, krimpt, buigt. Biecht op. Hij heeft het wel, het is wel, het Hij heeft straf Hij vertelt ons niets Ze hebben hem dood, hij valt Hij stelt de vragen aan ons Hij stelt ze voor Hij kruipt verder, dichterbij. Hij kruipt de verte in.

Zijn lichaam struikelt over zijn lichaam heen, hij speelt twister De wereld speelt twister met hem Het leven en de dood. De mevrouw naast mij schrikt. Hij kijkt naar de muren, wij naar hem. Hij zingt niet. Hij bidt. Terug naar het begin; huppelen, hinniken, op zijn hurken Heuvels op, af, hoogtes, huiveren Hij ademt alsof hij de hik heeft, net de hik had, gehad De angst. Dat het terugkomt. Dat het nog niet weg. De ernst. Hij beweegt zo intelligent, zo ingewikkeld, met zo veel pech In zijn lichaam gewikkeld, hij lost de puzzel niet op Hij geeft de vragen aan ons Deel twee. Drie dansers. Ze klappen het licht aan. Hij is een van de drie. De andere twee. Zijn twee van de drie. Het is één wezen, met zes benen Het vliegt, steekt over, stapt over, een schaduwspel

© Frédéric Hanssens

Alsjeblieft niet schieten, schiet ze niet terug de Oorlog in Over opbiechten en onschuldig zijn Ze doen gedode broeders na, imiteren lijken Het in elkaar zakken Hun lichamen Alsof het geen mensen, maar botten zijn

DE VEERMAN & KFDA

27


Pieter De Buysser

© Danny Willems

The tip of the tongue

Schrijver, filosoof en verhalenverteller Pieter De Buysser maakt een voorstelling voor het Planetarium: een filantroop met een joekel van een vooruitgangsgeloof en een spraakgebrek bouwt een schip. Er is een fameuze kromming in de ruimtetijd, er is een meisje dat even genoeg heeft van de Messias en er is een in de ruimte verloren detective waar niemand nog naar zoekt. Ondanks hun fabelachtigheid zijn alle elementen van deze planetariumvoorstelling ontsproten aan de politieke en wetenschappelijke werkelijkheid van vandaag. The Tip of the Tongue is grensverkenning voor nationalisten, heimatkunde voor kosmopolieten, kosmologie voor beginners van een nieuw wereldbeeld.

28

YAR_Edition 01 Editie

L’auteur, philosophe et homme de théâtre Pieter De Buysser crée une performance pour le Planétarium. Un philanthrope doté d’une immense foi dans le progrès et d’un défaut d’élocution entreprend de construire un vaisseau spatial. Le récit croise une forte courbure dans l’espace-temps, une petite fille lassée du Messie et un détective perdu que plus personne ne recherche. Pour fabuleux qu’ils puissent être, tous les éléments de ce spectacle planétaire sont inspirés par la réalité politique et scientifique actuelle. The Tip of the Tongue est une exploration des frontières pour nationalistes, un cours de géographie locale pour cosmopolites, une conférence de cosmologie pour pionniers d’une nouvelle image du monde.


Interview De voorstelling Tip of the Tongue van schrijver, filosoof en verhalenverteller Pieter De Buysser ging op 6 mei in première in het planetarium in Brussel. Aan de hand van video en performance geeft het stuk een introductie over de stand van de hedendaagse wetenschap. De Buysser (1972) studeerde filosofie in Antwerpen en Parijs, maar woont en werkt nu in Brussel.

U vond dus uw inspiratie in boeken en bij filosofen?

Margot Vanlaet

Eerst en vooral: wordt de voorstelling nog in andere planetaria opgevoerd?

We probeerden de voorstelling te verspreiden door contact te zoeken met een theaterhuis of festival. We spelen ook in Berlijn. Deze stad heeft een fantastisch planetarium en is projectpartner. Ook Parijs is coproducent. Daar spelen we twee weken, in Brussel slechts drie dagen. De meeste grote steden hebben een planetarium. Zo zijn we al in gesprek met Chicago, Helsinki en San Francisco.

Deed u veel research om dit stuk te kunnen schrijven?

© Danny Willems

Redelijk, maar het belangrijkste voor deze voorstelling waren niet de hooggespecialiseerde studies, waar ik de kennis en achtergrond voor mis, maar wel boeken van Stephen Hawking en Carl Sagan. Dat zijn grote bestsellers. Men categoriseert mijn werk wel eens als moeilijk en elitair, maar uiteindelijk bereik je ook een groot publiek. Dat publiek is misschien minder geconcentreerd in één regio of in één land. Meestal  is dat inderdaad een hoger opgeleid publiek. Daar kan ik niet zoveel aan veranderen, ik probeer zo genereus mogelijk te zijn. Ik wil niet ingewikkeld doen om ingewikkeld te doen, maar om verwondering over wat ons omringt te delen met mijn publiek. En ik probeer dat zo eenvoudig mogelijk te zeggen, maar niet eenvoudiger dan het is. Om Einstein te citeren: “We have to make things as simple as possible but not simpler.” Dat is echt heel belangrijk. Je kan over kwantummechanica en de hedendaagse fysica moeilijk op een eenvoudigere manier spreken dan dat de kwantumfysica nu eenmaal is. En het is belangrijk om het erover te hebben. Het is een wonderlijke wereld dus je moet dat delen. Ik ben vooral verwonderd, ik kijk met opengevallen mond naar de sterren. En dan probeer ik een aantal dingen te begrijpen. Hawking en Einstein zijn de grote geesten en daartegenover kan ik me door hen laten inspireren om een voorstelling te maken. Maar ik wil op geen enkel moment beweren dat ik wetenschappelijke ambities heb.

Ik heb mijn inspiratie gevonden in de filosofie en de cinema. Zo ben ik bijvoorbeeld erg geïnspireerd door schrijvers als Calvino en Borges. Daarnaast was bijvoorbeeld de film Interstellar een interessante referentie. Er is een rijke traditie aan films die met wetenschappelijke experimenten en ruimtereizen spelen. Enkele van die films waren zeker zo belangrijk voor The tip of the tongue, een voostelling op de grens tussen cinema en theater.

Mensen met beperkte wetenschappelijke kennis begrijpen wellicht niet waarover het stuk precies gaat. Bent u zich hievan bewust?

Absoluut, maar dat is niet erg. De dingen mogen boven de hoofden uitstijgen, of niet eens het hoofd bereiken en in het lichaam blijven spoken.

Vindt u dat niet erg?

Ik heb mijn inspiratie gevonden in de filosofie en de cinema.

Je kunt ook iets maken waarbij veel mensen zeggen dat het heel eenvoudig is. Vind je dat erg? Je leeft gewoon met een grote variëteit aan mensen en op een bepaald moment mik je op een specifiek segment. Sommigen kunnen buiten dat segment vallen, er is niets voor iedereen. We leven in een pluralistische samenleving dus heb ik daar geen probleem mee.

Richt het stuk zich tot mensen met een zekere wetenschappelijke kennis?

Ik denk het niet. Je moet wel enigszins vertrouwd zijn met het snel integreren van tekst en informatie. In dat opzicht is het stuk voor een aantal mensen wel geschikt, voor anderen niet. Ik probeer wel in verschillende lagen te werken. Zo

DE VEERMAN & KFDA

29


kun je één verhaal zeker volgen, dat van de detective en de dochter. Maar in een planetarium, een wetenschapstheater, wil ik het publiek een introductie geven in de wetenschap. Het is een theaterstuk waarbij mensen verwonderd kunnen zijn en waarbij hun verbeelding aangesproken wordt.

Waar verwijst de titel The Tip of the tongue naar?

Grace en Raymond liggen letterlijk op het puntje van mijn tong. Tijdens een lezing krijgt, op het moment dat ik over de leegte spreek, iemand een klaplong. Daarna word ik meegelokt op een boot door Grace Verra, dochter van de ondernemer. Samen met Raymond White, de privédedective die haar moest zoeken, neemt ze wraak op haar vader die geo-experimenten uitvoert. We starten een wetenschappelijk experiment op de boot en komen in een draaikolk terecht. Samen met die draaikolk start er een deeltjesversneller en met kwantumverstrengeling verplaatsen ze zich naar het puntje van mijn tong. Vanuit het planetarium maak ik contact met hen, ze zitten tegelijkertijd in de ruimte en in mijn tong.

Hebt u dit project uit verwondering opgestart?

Ja, de verwondering om onze kleinheid en grootheid, de schoonheid van de sterren en onze plaats daarin, onze tijdelijkheid en sterfelijkheid. Ook de eenvoudige beginselen die raadselachtig zijn, maar waar niets moeilijks aan is. Het is onuitsprekelijk, het ligt op het puntje van onze tong.

Waar ligt de grens tussen wetenschap, filosofie en kunst?

Ze brengen alle drie op een andere manier iets aan het licht, elk via hun eigen methode. Ik ben geen filosoof, noch een wetenschapper. Mijn methode is die van de kunst, maar ik vind wel inspiratie in wetenschap en filosofie. Kunst brengt iets aan het licht via een esthetische ervaring die onuitsprekelijk is, die daarom niet eens rationeel of verklaarbaar is en die je niet kunt samenvatten of herleiden tot een boodschap. Filosofie en wetenschap kun je wel samenvatten. Kunst is een gebeurtenis die op je inwerkt, die je verloren kan doen voelen, die je kan verwonderen, die je denken en emoties in gang kan brengen. Een kunstwerk is een fysieke en existentiële ervaring, filosofie is een reflectie en wetenschap is onderzoek. Alle drie hebben ze hun vorm van waarheid en die moet je als kunstenaar, filosoof en wetenschapper achterhalen.

We have to “make things

as simple as possible but not simpler.

Het bleef een mysterie hoe ze op het puntje van uw tong geraakt zijn…

Albert Enstein

Ik leg dat uit, maar het gaat snel. Ik wil wat pauzemomenten inlassen, al is het slechts tien seconden. Ik laat de film tien minuten langer duren om zo de mensen wat tijd te geven om alles te laten bezinken. Ik ga de montage een beetje rekken.

Hoelang hebt u aan de voorstelling gewerkt?

© Danny Willems

Dat is onmogelijk te zeggen, ik ben twee en een half jaar geleden begonnen. Maar wanneer ik werk en wanneer ik niet werk is moeilijk van elkaar te onderscheiden, het is niet tijdens de enkele dagen in de montagekamer dat de voorstelling gemaakt wordt, het zijn al de verloren momenten voordien die maken dat ik dan de juiste keuze kan maken. En ik heb tijdens die anderhalf jaar ook zes andere toneelstukken geschreven.

30

YAR_Edition 01 Editie

Verwijst de installatie in uw voorstelling naar een wetenschappelijk instrument?

Het ‘machien’ verwijst naar de historische machines. Machina Caelesti’s waren instrumenten die gebruikt werden om op een spectaculaire wijze naar de sterren te kijken. Ze stonden voor een zeer theatrale ingreep. De installatie bevindt zich op de rand van wetenschap en theater. In het stuk functioneert het als mijn telefoon en mijn meetinstrument, maar het mag ook een hemellepel zijn, of een angel, of de wortel van een nieuwe taal.


Young Art Reporters is een project van / est un projet de De Veerman – www.veerman.be Kunstenfestivaldesarts – www.kfda.be Young Art Reporters Chiara Franceschetti Daphné Liégeois Eléonore Dierckx Emma Ducheyne Lisette Ntukabumwe Margot Vanlaet Tessa Torrekens Timmy Kestermont Viktor Vandervelde Coaches Daan Simons Anne Watthee Media coaches / Coaches Média Bea Borgers Fotografie Mathias Daval (I/O Gazette) Met hulp en ondersteuning van / Avec l’aide et le soutien de Judith Dodemont & Annabel Debaenst Johanne de Bie & Jasper Nijsmans (Kunstenfestivaldesarts) Met dank aan / Merci à  Beursschouwburg BILL I/O Gazette Kaaitheater Koninklijke Bibliotheek van België / Bibliothèque Royale de Belgique Muntpunt StampMedia Vormgeving / Mise en page Paulo Guerreiro

DE VEERMAN & KFDA

31


KUNSTENFESTIVALDESARTS


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.