Groninger Ondernemers Courant - Jaargang 1, editie 2

Page 1

Groninger Ondernemers Courant

November 2014

Groninger Ondernemers Courant

Pagina 11 ‘Ervaar en geniet het Damsterkwartier’

Al het nieuws ten dienste van de handel en economie van Groningen

Nieuwsoverzicht Welk Gronings bedrijf is de beste?

Donderdag 27 november wordt het een spannende dag voor drie ondernemingen uit de provincie Groningen, waarvan twee uit de stad. Dan wordt de uitslag bekend van de Groninger Ondernemingsprijs 2014. In Martiniplaza wordt dan bekend welke van de drie genomineerden de hoofdprijs in de wacht sleept. XPAR Vision uit Groningen, Dekens Groep uit Sappemeer en Embed Engineering uit Groningen zijn de kanshebbers. XPAR Vision is actief in de wereldwijde containerglasindustrie. De Dekens Groep bestaat uit Gieterij Borcherts en Machinefabriek Dekens, beide uit Sappemeer. De projecten die Embed Engineering uitvoert zijn uiterst divers: van het ontwikkelen van sensoren voor de scheepvaart tot hightech apparatuur voor de medische wereld.

Volg het Groningse Ondernemersnieuws nu ook online

U kunt de Groninger Ondernemers Courant ook digitaal volgen. Dat kan via de website: www.groc.nl. U kunt zich er inschrijven voor onze mailnieuwsbrief. Van de Ondernemers Courant is ook een pagina op Facebook, zodat u ons nieuws ook in uw tijdlijn kunt volgen: www.facebook.com/groc050. Inmiddels hebben al vele honderden ondernemers zich aangemeld!

Convenant Ondernemend Groningen is ondertekend Op 2 november is tijdens een feestelijke bijeenkomst in de Euroborg het Convenant Ondernemend Groningen ondertekend. In dat convenant zijn afspraken vastgelegd over samenwerking tussen de gemeente Groningen en het bedrijfsleven. Dat moet leidt tot een impuls van de economie en meer banen. Behalve door het gemeentebestuur werd het convenant ook ondertekend door de overige partners: Vereniging Bedrijven Noordoost (VBNO), Vereniging Bedrijvenpark Zuidoost (VBZO), Vereniging Bedrijvenparken Groningen West (VBGW), Groningen City Club (GCC), Stichting Het Fonds Ondernemend Groningen, VNONCW Noord, MKB Noord. In deze courant leest u meer over het convenant.

Jaargang 1, editie 2

‘Met elkáar het economisch klimaat in Groningen versterken!’

Samenwerking gemeente en ondernemers werpt nu al vruchten af “We hebben in Groningen nu een unieke mogelijkheid om gezamenlijk het ondernemersklimaat en de economie te versterken en daardoor de werkgelegenheid te vergroten. Vanuit het bedrijfsleven zijn wij vastbesloten om die kans te grijpen. Maar ik hoop dat dat streven ook in de politiek breed wordt gedragen. Daarom doe ik een oproep aan alle politieke partijen om samen te werken. Vergeet je heilige huisjes en je politieke kleur en kom in beweging!” Deze oproep aan politiek Groningen doet Henk Bos, voorzitter van het Overleg Bedrijvenparken Groningen (OBG).

OBG is een platform waar de drie Groningse verenigingen samen met GCC, VNO-NCW/MKB en de gemeente Groningen kennis en ervaring delen en streven naar een gemeenschappelijke

economische agenda voor Groningen. Op die bedrijvenparken zijn duizenden bedrijven gevestigd, en vele tienduizenden Stadjers verdienen er dagelijks hun brood. Die drie verenigingen zijn de VBGW, VBZO en VBNO, gevestigd in respectievelijk het westen, zuidoosten en noordoosten van de stad Groningen. Henk Bos reageert met zijn oproep op het feit dat er een convenant wordt gesloten tussen enerzijds de gemeente Groningen en anderzijds de ondernemers verenigd binnen OBG. In dit ‘Convenant Ondernemend Groningen’ staan afspraken over een nieuwe samenwerking tussen gemeente en bedrijfsleven. Daarbij gaat de gemeente er vanuit dat het bedrijfsleven in de toekomst veel meer de motor zal moeten zijn achter de groei van de economie en daarom

worden de ondernemers uiterst serieus genomen in het economisch beleid. Bos vindt dit voor Groningen een geweldige ontwikkeling, een kans die hij enthousiast wil oppakken. “Er is nu veel meer ruimte om de dialoog aan te gaan en dat is een enorme vooruitgang. Op

Henk Bos die manier kunnen we waar mogelijk het ondernemersklimaat verbeteren en daarmee het doel halen van het herstellen van de werkgelegenheid tot het niveau van voor de economische crisis toen Groningen 135.000 werkzame personen telde.” Vervolg op pagina 13

NOM-directeur Siem Jansen:

‘Groninger economie langzaam op weg naar boven’ Hoe gaat het momenteel met de economie van Groningen? Deze vraag legden we voor aan Siem Jansen, directeur van de NV NOM in Groningen. Deze ontwikkelingsmaatschappij is als geen ander betrokken bij de noordelijke, en dus ook de Groningse economie dankzij participaties, leningen en investeringen.

Specialisten houden er voortdurend de vinger aan de pols om te zien hoe het gaat in de economie, en daarmee heeft de NOM ook enigszins de functie van thermometer. De NOM lijkt daardoor soms net iets eerder dan anderen te kunnen voorspellen of er donkere wolken aan komen drijven, terwijl iedereen denkt dat de zon nog schijnt. Of soms ziet de NOM juist licht aan de horizon, terwijl velen nog zeer somber zijn. Vandaar dus dat de Groninger Ondernemers Courant bij

Het Fonds maakt mogelijk

Het Fonds Ondernemend Groningen heeft ook in de afgelopen maanden weer bijdrage geleverd aan een aantal projecten die zorgen voor ontwikkeling van de Groningse economie, winkelstraten, stadsdelen en/of bedrijventerreinen. Iedereen met een goed plan kan om een bijdrage uit Het Fonds vragen. Op de middenpagina van deze courant leest u meer over Het Fonds.

Meer exemplaren? Ander adres? Wilt u de Groninger Ondernemers Courant de volgende keer op een ander adres ontvangen? Of wilt u extra exemplaren? Stuur dan een e-mail aan info@groc.nl. Hier kunt u zich ook aanmelden voor een driewekelijkse digitale nieuwsbrief met al het laatste Groninger ondernemersnieuws. 1

directeur Siem Jansen van de NOM informeerde naar de situatie op dit moment, ten behoeve van een zo objectief mogelijk beeld. “Het is een beetje een dubbel, tweeledig beeld op dit moment in Groningen. Enerzijds gaat het nog steeds niet goed met de ‘klassieke’ bedrijvigheid. Alles wat consument gerelateerd is, blijft moeizaam. Het consumentenvertrouwen neemt wel iets toe. Maar zolang de consument nog niet echt investeert in duurzamere con-

sumentenproducten, gaat het nog niet goed”, zegt Jansen. Maar er zijn ook positieve ontwikkelingen te melden. “Het gaat erg goed met de life sciences! Dat is een enorme opsteker, want met name rond Groningen gaat dat goed, vooral op het gebied van Healthy Ageing. Zo kondigde Siemens bijvoorbeeld aan te investeren in samenwerking met het UMCG.” Ook met de ICT-sector in Groningen gaat het erg goed. Een mooi voorbeeld is de komst, mede dankzij de NOM, van Google naar de Eemshaven, en wellicht komen er nog meer acquisities aan. Maar alles overziend – de klassieke branches en de nieuwe technologie – constateert Jansen dat de economie ‘voortkabbelt’. “We volgen de weg naar boven, het dieptepunt hebben we gehad. Maar wel zullen we moeten wennen aan trage groei, van misschien 1 of 1,5 procent per jaar. Dat is lager dan we vroeger gewend waren.” “Maar ik denk zeker niet dat we hier Japanse toestanden krijgen: twintig jaar kwakkelen. Er zal bij ons wel degelijk sprake zijn van lichte groei. Met daarbij voor Groningen zoals gezegd de gunstige ontwikkeling van de Life Scienceindustrie. Daardoor zullen veel hoger opgeleiden aan de bak kunnen. En uit onderzoek is gebleken dat elke baan voor een hoger opgeleide vier banen oplevert van minder hoog niveau. En dat is uiteindelijk ook goed voor bijvoorbeeld de bakker, want al die mensen zullen graag brood kopen. Heel langzaam de goede kant op, daar komt het op neer”, aldus Jansen.


Groninger Ondernemers Courant

November 2014

Steeds meer leden voor Groningse bedrijvenverenigingen Het gaat goed met het ledenbestand van de bedrijvenverenigingen in Groningen. In elk geval met de drie verenigingen van bedrijven op de bedrijvenparken in het westen, zuidoosten en noordoosten van de stad. En ook de Groningen City Club heeft in de binnenstad een groeiende achterban.

Henk Bos

“Hoe dat komt? Omdat het hartstikke leuk is! We doen namelijk veel leuke dingen, en ondernemen is ook plezier maken en kansen zoeken en vinden”, antwoordt Henk Bos op de vraag hoe het komt dat het ledental van de bedrijvenverenigingen weer groeiende is. Henk Bos is voorzitter van de vereniging voor ondernemers op het bedrijvenpark Zuidoost in Groningen (VBZO), en te-

vens voorzitter van het Overleg Bedrijvenparken Groningen (OBG). Zijn eigen vereniging groeit gestaag door. “Dat komt niet alleen omdat het gewoon leuk is om lid te zijn, maar het is natuurlijk ook enorm nuttig. Via je vereniging krijg je als lid ook ingang tot het Stadhuis en het Provinciebestuur, je kunt echt meepraten.” Volgens Bos telde Groningen in het verleden een tiental verenigingen, en dat zijn er nu nog vier. “Dat maakt het makkelijker om als vereniging spreekbuis te zijn namens je achterban. Als wij vanuit de collectiviteit iets willen, dan worden wij serieus genomen, en schuiven we makkelijker aan bij overlegtafels.” Verder biedt het lidmaatschap de verenigingen kans op netwerken en op

business-to-business contacten. Maar ook voor het parkmanagement op de bedrijventerreinen is gestructureerd en eenduidig overleg met de gemeente belangrijk. Verder zijn er ingrijpende projecten op komst op het gebied van de bereikbaarheid, zoals de aanpak van de zuidelijke ringweg. “Dan is het wel handig dat wij als sterke organisaties zelf specialisten kunnen aantrekken. Niet alleen om ons objectief te laten adviseren, maar ook om mee te denken.” “Je ziet het enthousiasme bij onze leden groter worden: er komen veel leden bij, en velen fungeren als onbezoldigd ambassadeur door anderen te laten weten hoe het nuttige met het aangename samen gaat.”

Last but not least: Bos is ook zeer tevreden over het feit dat de ondernemersorganisaties professionele gesprekspartners zijn geworden voor de overheid. “We mopperen dus niet alleen, maar we denken graag mee aan de voorkant van allerlei processen en we denken na over oplossingen om het hier en daar nog beter te doen.”

Wie nu ook lid wil worden: informatie over de verenigingen staat op de digitale Groninger Ondernemers ­Courant: www.groc.nl.

Gilde-leren: succesvol antwoord op tekort aan stageplekken MBO-ers Bij Groningse bedrijven of instellingen zoals het Martini Ziekenhuis is zeer gunstige ervaring opgedaan met een nieuw onderwijsconcept voor schoolgaande jongeren op MBO-niveau. Het gaat daarbij om het zogeheten ‘Gilde-leren’. Het gaat om jongeren op niveau 1 en 2 van het MBO die een jaar lang in plaats van les op school, les krijgen in een bedrijf of instelling. Ze krijgen dan intensieve begeleiding van een eigen docent en ook van de werkgever. De leerling krijgt leer- en werkervaring en het bedrijf heeft er jonge en gemotiveerde medewerkers bij. Volgens Sanny Veerkamp, beleidsmedewerker onderwijs bij de gemeente Gro-

ningen, gespecialiseerd in onderwijs en arbeidsmarkt, lijkt het er op dat met dit Gildeproject een interessant systeem is bedacht waar zowel werkgevers als leerlingen daadwerkelijk bij gebaat blijken te zijn. “Onze ervaringen zijn positief. Je zou ons Gildeproject misschien ook wel een Bedrijfsschool kunnen noemen, want daar komt het in de praktijk op neer”, vertelt ze. Het project is ontstaan omdat er een tekort was aan stageplaatsen voor lager opgeleiden, scholieren op niveau 1 en 2 van het MBO. Wilt u meer weten? Neemt u dan contact op met Sanny Veerkamp via 0646240216 of sanny.veerkamp@groningen.nl

Drie Groningse congres­centra in de race voor titel ‘Beste ­Congreslocatie van Nederland’ Maar liefst drie Groningse congrescentra strijden mee om de titel van ‘Beste Congreslocatie van het jaar’. Hanze Plaza, Het Kasteel en de Euroborg staan alle drie op de lijst van dertien genomineerden. Iedereen kan op de website van de verkiezing zijn of haar stem uitbrengen. Ook krijgen de genomineerden een rapportage en een juryoordeel. Die drie waarden bepalen uiteindelijk de eindrangschikking. De jury kijkt onder andere naar de ligging, de bereikbaarheid, inrichting en de catering. Hanze Plaza is een sfeervol congres- en evenementencentrum dat van alle gemakken is voorzien. Het heeft zalen van 51 tot en met 900 vierkante meter, geschikt voor vergaderingen, congressen, beurzen, gala’s en lezingen. Het Kasteel was ooit onderdeel van de Rijksuniversiteit Groningen, maar herbergt nu congreszalen en vergaderruimtes met groottes van 10 tot 135 vierkante meter. Ook in voetbalstadion Euroborg zijn ruimtes voor vergaderingen, congressen en presentaties. Er is ruimte voor groepen van 2 tot 1500 personen. De ruimtes, van supportersruimte tot bioscoopzalen, zijn van alle gemakken voorzien. Ook is het mogelijk om skyboxen te huren. Stemmen kan nog tot en met 31 maart 2015. Meer informatie is te vinden op www.bestecongreslocatievanhetjaar.nl.

De verkiezing wordt georganiseerd door het vakblad Meetings, een uitgave van BMG Business. De prijs wordt in april uitgereikt tijdens het Meetings Business Event 2015.

Hanze Plaza

Bart Zwiers

Samenwerking VBGW en Natuurmonumenten voor groener Corpus den Hoorn Op bedrijvenpark Corpus den Hoorn zijn vergevorderde ideeën voor een groene wandelroute direct van de zuidingang van het Martini Ziekenhuis naar de oevers van de Piccardthofplas. “Natuur kan een hele grote rol spelen in het toekomstbestendig maken van Corpus den Hoorn. Werknemers willen een prettig gebouw om in te werken, maar zeker ook een prettige omgeving. Dan voelen ze zich fijner, blijven ze gezonder en presteren ze dus beter. Een groen gebouw in een groene omgeving is dus voor het bedrijfsleven commercieel interessant”, zegt Boswachter Bart Zwiers van Natuurmonumenten. Hij is nauw betrokken bij de plannen en er erg enthousiast over.

Euroborg Horeca

Natuurmonumenten is eigenaar van de Piccardthofplas, dat direct aan het bedrijvengebied grenst. Doel is om die grens in feite weg te halen, zodat het natuurgebied helemaal deel uitmaakt van de rest van Corpus den Hoorn. Ondernemersvereniging VBGW en Natuurmonumenten werken samen met de gemeente aan plannen om de Schweitzerlaan te herinrichten. Vanaf het Martini Ziekenhuis loop je dan zo het mooie natuurgebied in. Bij de aansluiting op het water zou een uitzichtpunt of klein paviljoen gasten en personeel uit de wijde omgeving de gelegenheid bieden te genieten van al het moois op en om het water. “Ons belang als Natuurmonumenten is natuurlijk in de eerste plaats de bescherming van de natuur. Door de groenere inrichting krijgt de plas een

betere aansluiting op Corpus den Hoorn, waardoor er veel meer ‘uitruil’ komt tussen soorten. De natuur loopt dan zo het gebied binnen”, vertelt Zwiers. Daarbij pleit hij ook voor een andere aanpak van groen rondom bedrijven. “Een natuurlijker onderhoud dat aansluit bij de oevers is beter voor de natuur, ziet er fraaier uit en is ook veel goedkoper in onderhoud.” De ideeën moeten allemaal nog verder uitgewerkt worden, ook financieel. Maar Zwiers is overtuigd van de meerwaarde: “Verduurzamen en vergroenen is een goede investering, daar raken ook steeds meer ondernemers van overtuigd. En wij brengen graag onze kennis in om dat te realiseren.”

Promotiedagen voor het Bedrijfsleven MartiniPlaza in Groningen is dinsdag 4 en woensdag 5 november weer het decor van de jaarlijkse Promotiedagen voor het bedrijfsleven Noord-Nederland. De Promotiedagen zijn voor veel ondernemers de gelegenheid bij uitstek om te netwerken, nieuwe contacten te leggen en al bestaande relaties te onderhouden. De beurs trekt jaarlijks gemiddeld zo’n

Het Kasteel 2

25.000 bezoekers. Zo’n 550 bedrijven en organisaties hebben er een stand. Op de beursvloer zijn dit jaar twintig verschillende pleinen te vinden, zoals het FC Groningen Plein, het Netwerk Noord Plein en het Eemsdeltaplein. Ook twee Groningse bedrijvenverenigingen, VBNO en VBZO, zijn op de beurs aanwezig met een stand.


Groninger Ondernemers Courant

November 2014

Op zoek naar de ‘Leukste winkel van Groningen’ Wat is de ‘Leukste winkel van Groningen’? In een speciale wedstrijd gaat het Dagblad van het Noorden dit najaar op zoek naar het antwoord.

Lezers kunnen op hun favoriete winkel stemmen via internet, facebook of stem

kaarten in de winkel. Door te stemmen maken ze kans op verschillende prijzen. Op basis van het aantal stemmen worden vijf kleine en vijf grote genomineerd. Een onafhankelijke jury van Inretail bepaalt uiteindelijk wie de winnaars worden.

Sinds half oktober kan er door het publiek gestemd worden. De prijsuitreiking is maandag 24 november in De Lawei in Drachten. In Drenthe en Friesland wordt eenzelfde verkiezing georganiseerd. Alle winkels met een vaste locatie en waar fysieke producten worden verkocht, kunnen meedoen aan de wedstrijd. Zaken waar diensten worden verkocht, zoals kappers en restaurants, zijn uitgesloten van deelneming. Ook makelaars, autobedrijven, benzinestations en internetshops mogen niet aan de wedstrijd meedoen. Franchisers en filiaalbedrijven worden per vestiging gezien als vaste deelnemer. Voor winkeliers heeft de NDC deelnemerspakketten samengesteld, variërend in prijs van 250 tot 500 euro. Hiervoor krijgen de winkels advertentieruimte in de dag- en weekbladen, deelname aan de prijsuitreiking met vier personen en een uitgebreid promotiepakket.

Cameratoezicht op Westpoort Bedrijventerrein Westpoort krijgt cameratoezicht. Het college van B&W heeft ingestemd met het voorstel daarvoor van de Vereniging Parkmanagement Westpoort (VPW). Het cameratoezicht op Westpoort is gericht op de beveiliging en bescherming van private eigendommen en personen op het bedrijventerrein. De VPW wil het cameratoezicht nog dit jaar geregeld hebben. In eerste instantie worden er drie camera’s geplaatst. In opdracht van de Vereniging Parkmanagement Westpoort is een plan ontwikkeld voor collectieve veiligheidszorg op

het bedrijventerrein Westpoort met ondersteuning van actieve camerabeveiliging. Het initiatief voor cameratoezicht op Westpoort wordt gedragen en gefinancierd door de gevestigde bedrijven, met bijdragen vanuit Het Fonds Ondernemend Groningen en de gemeente. Bij de uitwerking van het plan is naast de gemeente ook de politie nauw betrokken. Vereniging Parkmanagement Westpoort De opdracht voor het plaatsen van de camera’s wordt verleend door de Vereniging Parkmanagement Westpoort. VPW is in 2009 opgericht om ervoor te zorgen dat het nieuwe bedrijventerrein tot in lengte van jaren een hoog kwaliteitsniveau heeft.

Daarbij gaat het om veiligheid, maar ook om beheer en onderhoud, bewegwijzering en andere collectieve faciliteiten. Voor het beheer van het terrein hebben VPW en de gemeente onlangs een beheersovereenkomst getekend: de gemeente voert het onderhoud uit en de vereniging ziet erop toe dat dat volgens de afspraken gebeurt. Alle huidige én toekomstige ondernemers op Westpoort zijn automatisch lid van de vereniging. Hierdoor is het mogelijk om de collectieve voorzieningen zoals cameratoezicht waar alle ondernemers van profiteren ook gezamenlijk te realiseren.

Berjo Wortmann

COMMENTAAR ‘Groningen: zonder meer positief!’ “In mijn loopbaan heb ik gewerkt in alle delen van Nederland. Er zijn denk ik niet zo veel mensen die kunnen zeggen dat ze in veertien steden hebben gewerkt: van Leeuwarden tot Nijmegen en van Doetinchem tot Amersfoort. Deze steden hebben met elkaar gemeen dat er een vestiging is van V&D, het concern waar ik voor werkte. Ik vertel dit omdat ik denk dat ik door al dat reizen wel een beetje in staat ben om een vergelijking te maken tussen Groningen en andere steden. Om maar even met de deur in huis te vallen: die vergelijking valt voor Groningen zonder meer positief uit! Ik ben door de redactie van deze Groninger Ondernemers Courant gevraagd om als voorzitter van Het Fonds Ondernemend Groningen een column te schrijven. Ik bedacht dat ik deze ruimte zou willen besteden aan een vergelijking tussen Groningen en de andere steden. We zijn hier met elkaar soms best kritisch op zaken die beter zouden kunnen. Maar misschien is het goed om ook maar eens een keer aandacht te vragen voor zaken die wél goed gaan. En dat zijn er in Groningen best heel veel. Op de eerste plaats vind ik dat Groningen een effectief circuit heeft. Er zijn hier korte lijnen, waardoor je snel zaken kunt regelen en gemakkelijk zaken kunt doen. Verder staan Groningers bekend als doeners: hier heerst een mentaliteit van ‘nait soezn moar doun’. Dat is een cliché, maar ik kan echt beamen dat er in sommige andere steden veel meer mooipraters rondlopen dan hier. Een prettige ontwikkeling vind ik ook dat we momenteel een wethouder van economische zaken hebben die de deur open heeft voor ondernemers. Eigenlijk komt, wat ik van Groningen vind, er in essentie op neer dat het hier soepel gaat. Het is doodgewoon gemakkelijk om hier te ondernemen. Gelukkig wordt er momenteel ook systematisch aan gewerkt om verbeterpunten, die er zeker zijn, op te sporen. Daarvoor wordt er een Koepel Economische Agenda Groningen opgericht, met als doel om te bevorderen dat ideeën die er zijn in het bedrijfsleven en bij de kennisinstellingen niet verloren gaan maar juist naar boven borrelen.

Wat zegt Italiaans ijs over de Groninger economie? De explosieve groei van het aantal zaken in Groningen waar je Italiaans ijs kunt kopen, is tekenend voor de nog steeds zwakke situatie van de Groningse economie. Dat zegt Siem Jansen, directeur van de NV NOM. Een opmerkelijke observatie, die enige toelichting vereist. “Op steeds meer plaatsen kun je Italiaanse ijsjes eten. Dat komt omdat de consument wel graag iets wil besteden, en ook wel even wil genieten. Dan is een heerlijk ijsje een betaalbare uitgave in minder zekere tijden. Alle mensen die Italiaans ijs kopen

gaan niet naar de duurdere restaurants om daar wat langer te zitten. Je koopt sneller een ijsje dan dat je op een terras blijft zitten”, betoogt Jansen. Zolang het consumentenvertrouwen nog niet stevig is toegenomen, blijft het enigszins kwakkelen met de economie. Pas wanneer de consument duurdere goederen gaat kopen, zal de economie weer echt gaan groeien. Wie dus zelf wil onderzoeken hoe het gaat met de economie in Groningen moet op een zonnige zaterdagmiddag dus maar eens langs de Italiaanse ijswinkels gaan… 3

Want uiteindelijk gaat het erom dat we alles op alles zetten om de economische motor van Groningen nog efficiënter te laten draaien. Zodat dat leidt tot banen, banen en banen. Want daar moet het ons allen om te doen zijn: zorgen dat er zo min mogelijk mensen thuis blijven zitten. Iedereen heeft een gave, en iedereen zou moeten kunnen werken om die gaven te ontplooien. Dat is de bottom line, daar gaat het allemaal om: laten we dat voor ogen blijven houden.” Berjo Wortmann (Berjo Wortmann is voorzitter van Het Fonds Ondernemend Groningen. Hij is oud regio-directeur van V&D en was elf jaar vice-voorzitter van de Groningen City Club)


Groninger Ondernemers Courant

November 2014

Economisch Nieuws Overheid, onderwijs en bedrijfsleven maken nieuwe Economische Agenda voor stad en regio Samen streven naar meer banen en een sterkere economie Beter samenwerken om uiteindelijk te zorgen voor een flinke impuls van de economie en meer banen. De gemeente Groningen, kennisinstellingen en het bedrijfsleven zetten meer en meer in op kruisbestuiving. De nieuwe zogeheten Economische Agenda, die dit jaar wordt aangenomen, is de komende vier jaar hét uitgangspunt voor overheid, onderwijs en ondernemers. Er zijn in Groningen al talloze samenwerkingsverbanden tussen bijvoorbeeld onderwijs en bedrijfsleven of de gemeente. Met de nieuwe Economische Agenda wordt nadrukkelijk afgesproken om nieuwe samenwerkingen te ontwikkelen en te zorgen voor meer kruisbestuiving. Of het nou gaat om het gebruiken van leegstaande panden in de binnenstad voor nieuwe start-ups of het vergroten van de levendigheid in het centrum door de creatieve en culturele sector in te zetten. In alle gevallen gaat het om nieuwe en innovatieve manieren van samenwerken. De nieuwe Economische Agenda voor 2015-2019 is voor de zomer door het college van B&W ontwikkeld. De Economische Agenda bestaat uit drie onderdelen: het nieuwe programma G-Kwadraat 20152019, het Akkoord van Groningen 3.0 en het Convenant Ondernemend Groningen. G-Kwadraat bouwt voort op de sterke naam van het programma G-Kracht, dat dit jaar afloopt. Het zet vooral in op de samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid. Het kwadrateren staat voor de extra economische impulsen die door de samenwerking moeten ontstaan. Het Akkoord 3.0 gaat over de samenwerking met kennisinstellingen. Groningen

moet volgens de plannen worden neergezet als internationale Kennisstad en centrum van innovatie. Dat gebeurt door het delen van kennis, gezamenlijk investeren en participeren in projecten en het gezamenlijk profileren van de stad Groningen. Het Convenant Ondernemend Groningen is dit najaar samen met ondernemers getekend. Het college van B&W geeft de ondernemers een vooraanstaande rol bij de grootste opgave van de komende jaren, namelijk het stimuleren van werkgelegenheid. Andere manier van samenwerken De gemeente wil op een andere manier gaan samenwerken omdat ze meer ruimte wil bieden aan nieuwe ideeën en initiatieven uit het bedrijfsleven en de samenleving. Samenwerken, innoveren en profileren zijn volgens het bedrijfsleven de belangrijkste onderwerpen die een plekje moeten krijgen in de Economische Agenda. De kennisinstellingen en het bedrijfsleven hebben in de afgelopen maanden positief gereageerd op de agenda, zo laat het college van B&W weten. De ambities en doelen worden gedeeld. De belangrijkste opmerkingen zijn de roep om meer concrete uitwerking van de programma’s en de rolverdeling tussen gemeente en bedrijfsleven. De ondernemersverenigingen en MKBNoord en VNO-NCW benadrukten dat ze willen samenwerken in de uitwerking van de plannen. En de gemeente liet daarop weten dat samenwerking ook heel goed past bij het open karakter van de Economische Agenda. “Samen met het bedrijfsleven gaan we met de uitwerking aan de slag”, aldus B&W.

Innovatief idee omzetten in een nieuw bedrijf? i3event helpt bij financiering en start

Tot en met 1 december dit jaar kunnen Groninger ondernemers zich aanmelden voor de tweede editie van i3event. i3event is hét evenement voor startende en bestaande Groninger ondernemers met innovatieve plannen, die op zoek zijn naar financiering. i3event staat voor idea-invest-initiate; een project om (jonge) ondernemers te helpen bij het starten van hun bedrijf: van idee naar realisering van nieuwe business. i3event helpt om een (concept)businessplan financieringswaardig te maken en daadwerkelijk financiering te vinden. Er is met name oog voor de beste mix van financiering, via banken, crowdfunding, subsidies en (private) investeerders. Een gestapelde of hybride vorm van financiering is tegenwoordig het meest haalbaar. i3event ondersteunt en adviseert, met als doel Groningse bedrijvigheid te stimuleren. Coaches en adviseurs helpen bij het concretiseren van het businessplan en financiële experts geven kritische feedback.

Daarnaast worden workshops aangeboden. Alles is er op gericht een nieuw Gronings product of dienst op de markt te brengen. Het kan gaan om een compleet nieuwe onderneming of een nieuwe tak binnen een bestaande onderneming. Zolang het idee maar marktwaarde en groeipotentie heeft voor de regio Groningen, in het bijzonder voor het werkgebied van de Economic Board Groningen (het aardbevingsgebied). Successen van de eerste editie i3event Alle zestien deelnemers uit de eerste editie van i3event (2013 – 2014) zijn zeer enthousiast over de ondersteuning die ze in het project hebben gekregen en de ontwikkeling die ze hebben doorgemaakt. Een aantal ondernemers is geslaagd in het ophalen van financiering en starten van hun eigen bedrijf. Ondernemer Henk-Jan Kosse van Software Vergelijken.nl: “Door mijn deelname aan het i3event ben ikzelf enorm gegroeid. Zowel mijn ondernemersvaardigheden als mijn businessplan hebben een flinke vlucht genomen. Door de actieve coaching van ervaren ondernemers, de enorme en persoonlijke betrokkenheid van de organisatie en de druk die erop zat, ontstond er een perfecte mix voor een businessplan waarmee ik financiering heb kunnen vinden. Ik kan deelname aan iedere (jonge) ondernemer die durft te dromen aanraden.” Meer informatie en aanmelden: www.i3event.nl of info@i3event.nl

Alfa-college wil in plannen stevigere rol voor het MBO Ook de kennisinstellingen waren over het algemeen heel positief over de nieuwe plannen, maar zowel het Alfa-college als de Groningse bedrijvenverenigingen vinden dat de rol van het MBO steviger in G-Kwadraat kan worden uitgewerkt. Het MBO kan volgens hen namelijk een belangrijke factor zijn in de realisatie van de economische doelstellingen. “We zijn heel erg positief over dit beleid”, zegt Wim Moes, directeur van het Alfacollege. “De ambities zijn groot en er is veel werk te verzetten. We zijn blij dat er wordt ingezet op kruisbestuiving, het van elkaar leren en vooral ook de samenwerking.” Moes hamert er echter wel op dat hij voor het MBO een grotere rol wil zien. “Ongeveer zestig procent van de arbeidsmarkt wordt ingevuld door mensen met een MBO-opleiding. En veel van hen komen in het mkb terecht, toch de motor onder de economie. Ook heeft het mkb een enorme innovatiekracht. We werken al ontzettend veel samen met de gemeente en het bedrijfsleven, maar het zou goed zijn om die ambitie stevig te verwoorden in het nieuwe akkoord.” Het Alfa-college biedt MBO-onderwijs aan. Niet alleen voor VMBO’ers, maar ook voor nieuwkomers in de Nederlandse samenleving. Het college ziet voor zichzelf ook een rol in het omscholen van huidige werknemers in het bedrijfsleven. Ook wil de school voortijdig schoolverlaten zoveel mogelijk voorkomen.

Een mooi voorbeeld van een samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven is dat een groep studenten onlangs een nummerbordscanner heeft gebouwd voor het duurzame tankstation Green Planet bij Pesse. “Automobilisten zien meteen welke duurzame brandstoffen er kunnen worden getankt”, legt Moes uit. Moes kan genoeg voorbeelden opnoemen van mogelijke samenwerkingen die kunnen worden opgezet vanuit G-Kwadraat. “Er is minder behoefte aan kinderopvang in Nederland en dus komen mensen op straat te staan. Terwijl ze net over de grens in Duitsland schreeuwen om opvangpersoneel. Wij kunnen hen wel omscholen en zorgen dat ze Duitse les krijgen. De overheid kan dan iets betekenen, bijvoorbeeld bij het in orde maken van de papierwinkel.”

Wim Moes Het Alfa-college houdt zich ook nadrukkelijk bezig met speerpunten als Healthy Ageing. Daarin gaat domotica een belangrijke rol spelen. Niet alleen het wetenschappelijk- en het hoger beroepsonderwijs houdt zich daarmee bezig, maar ook het MBO. “We kunnen ook op dit vlak ontzettend goed gaan samenwerken en ik kan op elk vlak wel een voorbeeld noemen van hoe onderwijs, de gemeente en het bedrijfsleven elkaar kunnen versterken”, aldus Moes. Of het MBO een steviger rol in G-kwadraat krijgt, dat weet Moes nog niet. “Ik wil vooral het belang van samenwerking met álle MBO-instellingen benadrukken. Of het nou wel of niet in het programma wordt opgenomen, het gaat mij om het resultaat. Zolang er maar kansen ontstaan, die we met z’n allen kunnen benutten.”

Ook bedrijven op Zernike Campus kunnen gebruikmaken van Regionale Investeringssteun Groningen Nieuwe bedrijven en ondernemers met uitbreidingsplannen uit zowel de Eemsdelta-regio als op de Zernike Campus kunnen vanaf vandaag een aanvraag indienen voor financiële steun uit de regeling Regionale Investeringssteun Groningen (RIG 2014). In totaal hebben de provincie Groningen en het Rijk 40 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de vier jaar durende regeling.

De regeling is ingesteld op basis van de adviezen van de commissie Willems, die onderzoek doet naar het versterken van de Groningse chemische industrie. Met de RIG 2014-regeling moet een impuls worden gegeven aan nieuwe bedrijven of uitbreidingsprojecten in de Eemsdelta-regio en op de Zernike Campus. Hiermee wordt niet alleen de economische structuur versterkt; er worden ook banen gecreëerd, zo is de gedachte.

Aanvragen voor de ondersteuningsregeling kunnen vanaf 15 oktober worden ingediend bij de provincie Groningen. In het eerste jaar is 10 miljoen euro beschikbaar gesteld. Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) zal de aanvragen beoordelen. Een aanvraag voor de RIG 2014 indienen, kan via de website www.snn.eu/rig2014. Daar is ook aanvullende informatie over de regeling te vinden.

Hanzehogeschool en RuG starten ‘Ontwerp Fabriek’ voor ondernemende studenten Groningse studenten behoren tot de meest ondernemende van Nederland, zo bleek onlangs uit een vergelijkend onderzoek. Bij de Hanzehogeschool Groningen en Rijksuniversiteit Groningen doen ze er al jaren van alles aan om het ondernemerschap bij studenten te stimuleren en worden studenten aangemoedigd om met ideeën te komen en plannen te maken. Maar om te bevorderen dat er ook daadwerkelijk iets gebeurt met de soms zeer originele ideeën van de Groningse studenten, is de organisatie Cube050 met een nieuw initiatief gekomen. 4

Dat luistert naar de naam: ‘Hanze Ontwerp Fabriek’. Het is de bedoeling dat in die fabriek prototypes worden gebouwd van de soms nog prille ideeën van de studenten. Dankzij zo’n prototype kunnen zij hun idee veel beter aan de man brengen en is de kans ook veel groter dat het uiteindelijk gerealiseerd zal worden. “Om een voorbeeld te noemen: onlangs waren hier studenten met een prachtig idee. Zij bedachten dat het mooi zou zijn om je telefoon op te laden terwijl je fietst. Door van hun idee een protype te maken, wordt het voor iedereen vervolgens meteen inzichtelijk hoe dat er uit kan gaan zien, en kun je veel gemakkelijker in-

vesteerders gaan zoeken!” vertelt Frans Donders, directeur van Cube050. Maar ook kan men in de Ontwerp Fabriek bijvoorbeeld maquettes bouwen, om klanten te overtuigen van de waarde van je idee. De Ontwerp Fabriek gaat voorlopig van start in het pand van Cube050 op de Zernike Campus. Voor de iets langere termijn denkt Donders aan een atelierachtige ruimte, waar creatieve en handige mensen volop kunnen boren en timmeren om zo vorm te geven aan originele ideeën, die daardoor uiteindelijk een echt nieuw Gronings product worden. En die hopelijk ook leiden tot de start van een nieuwe onderneming.


Groninger Ondernemers Courant

November 2014

Ruimte Voor Ondernemen Ruimte in Stad: hét platform waar goede ideeën en beschikbare ruimte elkaar vinden De stad heeft – letterlijk – ruimte genoeg voor goede ideeën. Panden die vragen om een mooie nieuwe invulling, maar ook open terreinen die prima benut kunnen worden voor leuke tijdelijke activiteiten, zoals het Timmerdorp afgelopen zomer op het Suikerunie-terrein. RUIMTE IN STAD wil ideeën koppelen aan de beschikbare ruimte en goede ideeën aan elkaar. Tijdens het Let’s Gro-festival van vorig jaar heeft de gemeente daarom de website www.ruimteinstad.nl gelanceerd, hét platform voor iedereen die ruimte zoekt, ruimte over heeft of andere ruimtezoekers nodig heeft voor het realiseren van de plannen. Hiltje van der Wal en Michiel de Boer houden zich namens de gemeente bezig met Ruimte in Stad. Van der Wal: “Het platform is vooral een plek waar ideeën bij elkaar komen, zodat er collectieven kunnen ontstaan die samen een ruimte kunnen invullen. Een mooi voorbeeld zijn de ‘gamers’ die zich tijdelijk hebben gevestigd in ons pand op de hoek

van de Grote Markt en de Poelestraat, boven het Let’s Gro HQ. Juist omdat dit mensen zijn die vaak alleen werken, is het mooi dat ze een plek hebben waar ze elkaar treffen en samen kunnen werken. Ook een mooi idee dat tot op heden nog niet uitgevoerd is, is het Heartbreak Hotel, bedoeld als tijdelijk onderdak voor gescheiden vaders.” Maatwerk voor goede ideeën Ruimte in Stad is vooral opgezet om de leefbaarheid in de wijken te verbeteren, door ondernemers met goede ideeën. De Boer: “We bieden ondernemers kansen om iets te realiseren waar de omgeving beter van wordt. Soms doordat de ruimte weer goed benut wordt, soms doordat het initiatieven zijn die gericht zijn op de wijk. Het gaat dus niet om gratis ruimte of om kraakwacht. Het moeten initiatieven zijn die echt een maatschappelijke of ruimtelijke meerwaarde hebben. Anders zou er sprake kunnen zijn van oneigenlijke concurrentie met de commerciële bedrijfspanden en dat is niet de bedoeling.”

Het Jonge Ondernemers Plan: succesformule voor nieuwe winkels in de binnenstad naar twee weken teruggebracht bijvoorbeeld, zodat het contract super flexibel is en de eigenaar geen huurders misloopt. Ook moet de makelaar er niet te veel ‘gedoe’ van hebben, als er bijvoorbeeld onderhoud of reparaties nodig zijn. Hiervoor werk ik samen met de technische dienst van Carex, die het onderhoud doet, terwijl ik de contacten met de bruikleners onderhoud.”

Karina Bakx JOP staat voor Jonge Ondernemers Plan en ontwikkelt zich meer en meer tot een echte succesformule in de binnenstad. Via JOP betrekken jonge ondernemers op basis van een bruikleenovereenkomst een winkelpand dat te huur staat. In sommige gevallen gaat het om een tijdelijk initiatief, andere winkels verhuizen na enige tijd naar een ander JOP-pand en weer andere initiatieven blijken zo succesvol dat er in overleg met de eigenaar overgegaan wordt tot een huurcontract. Drijvende kracht achter JOP is Karina Bakx, afgestudeerd aan Academie Minerva. “Op Minerva was ik al veel bezig met allerlei activiteiten te organiseren, dingen mogelijk te maken en kijken wat je voor elkaar kunt krijgen. Na mijn studie merkte ik dat diverse vrienden van mij een winkel wilden beginnen of een eigen galerie, allemaal goede ideeën, maar niemand deed het. Bedrijfsruimte is duur en je zit snel vast aan een langjarig contract. Terwijl juist in Groningen die eigen initiatieven van jonge mensen de stad zo leuk maakt: niet alleen ketens van winkels, maar ook jonge mensen die dingen maken. Daarop ben ik zelf op een makelaar afgestapt die een leegstaand winkelpand in de verhuur had om te vragen of iemand daar niet tijdelijk een winkel kon beginnen. ‘Geen tijd’ en ‘wie betaalt daar dan voor’ was de eerste reactie. Vervolgens ben ik bij Kooistra-Feenstra terecht gekomen en Igor Feenstra was gelijk enthousiast over het idee. Samen hebben we aan het plan geschaafd. De opzegtermijn is

Bruikleenovereenkomst Over het algemeen werkt het zo dat een makelaar een eigenaar van een leegstaande winkel wijst op de mogelijkheden van JOP en beide partijen met elkaar in contact brengt. Als de eigenaar met JOP in zee wil gaan, wordt er een bruikleenovereenkomst afgesloten. “Daarin staat precies wat de afspraken zijn voor dat pand in opzegtermijnen en welke wensen de eigenaar heeft. Mogen muren bijvoorbeeld geschilderd worden of moet het interieur blijven zoals het is, dat soort maatwerk wordt hierin vastgelegd. Vervolgens geeft de eigenaar het pand aan JOP in beheer en wij geven ze uit in bruikleen. De bruiklener betaalt ons een vergoeding van 10 procent van de officiële huurprijs, voor bemiddeling en onderhoud”, legt Bakx uit. “Dat hebben we bewust gedaan: er moet een echte huurdersrelatie zijn met de bijbehorende kosten, zodat iemand ook echt omzet moet draaien.” Winkels moeten iets toevoegen Bakx is kritisch op JOP-initiatieven: “Ik fungeer als een soort jury, want hun plan moet uitvoerbaar zijn en het moet er goed uitzien. Uiteindelijk zitten ze ook min of meer voor een dubbeltje op de eerste rij, dus ik selecteer die initiatieven die ook echt iets brengen.” Daarbij richt het JOP zich uitsluitend op de binnenstad. “Ik vind dat je juist deze creatieve maakindustrie ook in hartje stad moet kunnen zien, dat ook deze beginnende initiatieven midden tussen de ‘grote’ winkels moeten zitten.” Er zijn winkels bijgekomen die dankzij de JOP-constructie voet aan de grond gekregen hebben. Zoals een aantal winkels in de Carolieweg. “In de Carolieweg had

Daarbij dient het plan bovendien economisch gezond te zijn: “Het moet ook voor ons wel kostendekkend zijn, maar als er een solide plan ligt dat kansen biedt, dan gaan we kijken naar wat er mogelijk is. We zoeken dan naar maatwerk, in de huur maar ook bijvoorbeeld in een soort tegenprestatie van de huurder, voor het pand of voor de omgeving. Voor een goed plan willen we ons en ons netwerk inzetten om het gerealiseerd te krijgen.” Oproep aan ondernemers: sluit aan Tot op heden biedt Ruimte in Stad vrijwel uitsluitend ruimte aan dat eigendom is van de gemeente. Van der Wal: “Maar de gemeente heeft zelf niet zo veel leegstaand vastgoed, dus we roepen nadrukkelijk andere eigenaren op om ook hun ruimte aan te bieden op de website. En ruimtezoekende ondernemers om zich met hun ideeën of concrete plannen te presenteren op de site.” Successen en vraag & aanbod zijn te vinden op www.ruimteinstad.nl

Vastgoed Haren BV: ‘Ruimte bieden voor ondernemen’ “Wij willen kansrijke ondernemers de mogelijkheid bieden een winkel te huren met zo min mogelijk risico en zo veel mogelijk ruimte om de zaak tot een succes te maken. Letterlijk ruimte bieden voor ondernemen dus”, aldus de directeur van Vastgoed Haren BV, eigenaar van een aantal panden die gevuld worden door het JOP, het Jonge Ondernemers Plan, onder meer aan de Carolieweg en de Oosterstraat. Daarnaast biedt Vastgoed Haren startende ondernemers de mogelijkheid van flexibele huurcontracten. Met als motivatie: de winkelstraten levendig houden, wat goed is voor de stad én voor de waarde van de panden. “Winkelpanden die gevuld worden door het JOP leveren op korte termijn geen inkomsten op, maar het is wél winst. Een goede invulling is goed voor de buren, voor de winkelstraat en voor de levendigheid van de stad als geheel. Wij horen regelmatig dat mensen de Carolieweg weer zo leuk vinden met de winkels die erbij zijn gekomen via het JOP. Voor ons als pandeigenaar betekent het dat het pand er beter uitziet: iemand lapt de ramen, houdt de stoep schoon en het pand wordt verwarmd.”

Soort JOP 2.0 “Daarnaast is het zo dat als wij ondernemers deze kans bieden via het JOP er zeker een aantal echt succesvol blijken te zijn. En dan kunnen we kijken wat de mogelijkheden zijn om op termijn naar het uiteindelijk gewenste huurniveau toe te groeien.” Voor startende ondernemers is het belangrijk om de risico’s zo klein mogelijk te maken. “Dus flexibele opzegtermijnen én een huur die meegroeit met de onderneming. Zo bied je ondernemers de kans om van hun winkel een succes te maken. Het is immers een grote stap om winkelruimte direct voor 5 jaar te huren als je net start. Of, wat we regelmatig tegenkomen, ondernemers die een succesvolle webwinkel hebben en ook een fysieke winkel willen opzetten. Die webwinkel kan vanuit huis en dan is het best een grote sprong naar de commerciële winkelhuur. Voor dit soort ondernemers, die op een soort kantelmoment zitten, kan zo’n flexibele constructie met minimale risico’s precies de stimulans zijn om toch de winkel te starten. Een soort JOP 2.0 zeg maar.”

Igor Feenstra van makelaardij Kooistra Feenstra:

‘Risico’s beperken en obstakels weghalen is stimulans om te gaan ondernemen’

Igor Feenstra Igor Feenstra, mede-eigenaar van bedrijfsmakelaar Kooistra Feenstra, heeft samen met Karina Bakx het concept van het Jonge Ondernemers Plan ontwikkeld. “Ik was al een tijd op zoek naar een goed concept om te huur staande panden op een goede manier te vullen met winkels, die minstens 4 dagen per week open zijn, waar alle rompslomp niet bij de makelaar komt te liggen en waar de kwaliteitsbewaking goed geregeld is.” Feenstra is enthousiast over het JOP. “De klassieke aanpak was om er bijvoorbeeld een atelier in te plaatsen of tijdelijke bewoning. één makelaar vijf panden in de verhuur en die zijn aan JOP in bruikleen gegeven. Opeens kwam de publieksstroom daar weer op gang en de winkelstraat heeft nu terecht een heel hip imago. Die JOPwinkels zitten nu in een soort overgangsfase tussen JOP en marktconforme huur.” Bakx constateert tevreden dat er echt een golf van nieuwe initiatieven door de stad gaat en dat de binnenstad daar nog levendiger door is geworden. Zie voor meer informatie: www.jopgroningen.nl 5

De winkel is dan niet toegankelijk voor publiek en het straatbeeld versobert. Ik vond dat een zwaar achterhaalde aanpak, zeker in de binnenstad. Het idee van Karina Bakx sprak mij erg aan, waarbij we nog wel stevig geschaafd hebben aan het contract, om het aanvaardbaar te maken voor eigenaren. Met name de garantie dat de winkel binnen twee weken weer beschikbaar komt voor de verhuur was een absolute noodzaak. Voor de eigenaar zodat hij geen mooie deal misloopt, maar ook voor de stad als geheel. Stel dat er een werelddeal stukloopt op het feit dat de bruiklener het pand in gebruik heeft en zo’n winkel zich buiten de stad gaat vestigen. Daarnaast moet het een initiatief zijn dat meerwaarde biedt voor de stad; dus niet iemand die een winkeltje wil runnen als hobby en geen stuntverkoop.” Als het JOP een geschikt initiatief heeft voor een bepaald winkelpand, krijgt Feenstra daar een presentatie van die hij aan de eigenaar voorlegt. “Dat geeft een eigenaar vertrouwen, omdat wij veel zakendoen met eigenaren die meer panden in de binnenstad hebben, dus ze kennen en vertrouwen ons.” Flexibiliteit biedt toekomstkansen De flexibiliteit die de JOP-constructie kenmerkt, snel erin, snel eruit als dat gewenst is, past volgens Feenstra in de trend dat er steeds meer gezocht wordt naar flexibiliteit in huurcontracten. “De eerste variant is het JOP, met een wederzijdse opzegtermijn van twee weken. Een andere variant is dat er binnen een contract van 2 of 5 jaar een bepaalde staffel wordt ingebouwd ten aanzien van tussentijdse opzegtermijnen. Deze variant is bijvoorbeeld aantrekkelijk voor ondernemers die een tweede vestiging willen openen: de huurder investeert in de inrichting, koopt voorraad in en wil er niet binnen twee weken uit moeten, maar wil ook niet direct langdurige verplichtingen aangaan. Daarnaast zijn er varianten mogelijk in de huurprijs, afhankelijk is van de omzet bijvoorbeeld

of gestaffeld in bepaalde periodes. En dan zijn er nog allerlei andere incentives mogelijk, zoals het opleveringsniveau of een bepaalde huurvrije periode”, legt Feenstra uit. Ook flexibiliteit in daghoreca Die zo gewenste flexibiliteit is meer en meer ook zichtbaar in de gemeentelijke regelgeving, stelt Feenstra. Zijn grote wens voor de binnenstad is meer mogelijkheden voor daghoreca. “Het nieuwe bestemmingsplan voor de binnenstad wordt een dezer dagen vastgesteld en dat is ook nodig. Het oude dateert uit 1995 en hanteert als uitgangspunt dat alle horeca in principe overlast veroorzaakt. Er is precies vastgelegd hoeveel van alles er mocht zijn en vervolgens bleek dat nieuwe daghoreca niet of nauwelijks meer mogelijk was. Alles zat vol. Gevolg was ook dat er enorme overnamekosten bedongen werden, waardoor leuke nieuwe daghorecaconcepten nergens terecht konden. Groningen is daardoor veel leuks misgelopen. Nu is er langzaamaan steeds meer mogelijk, waardoor concepten als de soepwinkel in de Oude Kijk in ’t Jatstraat en de toetjeswinkel aan het Zuiderdiep zich konden vestigen, iets wat met de oude regels niet mogelijk was. Het nieuwe bestemmingsplan biedt meer ruimte voor dit soort nieuwe concepten. Daghoreca is immers geen overlast, de zaken hebben dezelfde openingstijden als winkels, en ze dragen bij aan gezelligheid en het verblijfsklimaat.” Stimulans om te ondernemen Centraal in deze ontwikkelingen staat dat risico’s en obstakels voor de ondernemer zoveel mogelijk weggenomen worden, aldus Feenstra. “Uiteindelijk profiteert een winkelstraat en de binnenstad als geheel van het feit dat er in alle panden een goed aanbod te vinden is. Risico’s wegnemen en regels verruimen is de stimulans om te gaan ondernemen. En daar wordt de stad beter en leuker van.”


Groninger Ondernemers Courant

November 2014

Economisch Nieuws Rijksdiensten en Groningen: een bijzonder goede match Om de werkloosheid in het Noorden tegen te gaan, besloot de regering halverwege de jaren ‘70 om een aantal Rijksdiensten in Groningen onder te brengen. Nu, bijna veertig jaar later, is het Rijk nog steeds een belangrijke werkgever in de stad. Maar hoe zien de rijksambtenaren hun positie in de Groningse economie zelf? De Groninger Ondernemers Courant vroeg het Rob Kerstens, directeur-generaal van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), en directeurhoofdinspecteur Peter Spijkerman van Agentschap Telecom. Ten eerste zijn de Rijksdiensten natuurlijk goed voor een belangrijke positie in de lokale banenmarkt. “Bij het hoofdkantoor van Agentschap Telecom in Groningen werken 140 mensen”, geeft Peter Spijkerman aan. “Het agentschap draagt zo, net als de andere rijksdiensten in de stad, bij aan de werkgelegenheid.” Rob Kerstens van DUO (ongeveer 2000 werknemers) voegt daaraan toe: “Al die mensen bij de Rijksdiensten werken niet alleen in Groningen en omgeving, ze wónen er ook en maken gebruik van alle mogelijkheden die het Noorden hen biedt. Dat maakt Groningen, en eigenlijk het hele Noorden, tot een aantrekkelijker leefomgeving.” Vanzelfsprekend heeft de aanwezigheid van al dat rijkspersoneel zijn invloed op het ondernemersklimaat. “Want waar mensen wonen worden diensten afgenomen, wordt geconsumeerd en

gerecreëerd”, aldus Kerstens. “En ook de Rijksdiensten zelf nemen natuurlijk producten en diensten af van lokale ondernemingen.” En dan zijn er ook nog volop samenwerkingen die voor economische vooruitgang zorgen. Tussen de Rijksdiensten onderling, maar ook met organisaties als de gemeente Groningen en de Hanzehogeschool. “Samenwerking om kennis en ervaring te delen bijvoorbeeld. Of samenwerkingen en uitwisselingen op het gebied van personeel”, zo zegt Spijkerman. Zijn collega-topman van DUO noemt het Overheidsdatacenter Noord (ODC) als voorbeeld. “Met dergelijke initiatieven bundelen noordelijke organisaties hun krachten, en dat is alleen maar positief voor dit deel van Nederland.” “Bij dergelijke samenwerkingstrajecten voel ik ook echt ‘hart’ voor de Groningse zaak: een gezamenlijk gedragen gevoel van betrokkenheid en verantwoordelijkheid voor de regio”, zo geeft Peter Spijkerman aan. Waar de Rijksdiensten dus veel betekenen voor Groningen, is dat andersom ook het geval. “Voor DUO zijn de voordelen onder meer het aanbod van goed gekwalificeerd personeel”, zegt Kerstens over Groningen als vestigingsstad. “Groningen is een stad die zich met de RuG en de Hanzehogeschool profileert als kennisstad. Daarnaast ligt er een goed technische infrastructuur en zijn we goed bereikbaar voor medewerkers.

Voor Agentschap Telecom geldt ongeveer hetzelfde: “Telecommunicatie is uitgegroeid tot een vitale infrastructuur, net zoals de energievoorziening dat bijvoorbeeld is, of de drinkwatervoorziening. We kunnen er niet meer zonder. Dat maakt ook dat het werk van Agentschap Telecom zal blijven. Want Agentschap Telecom staat voor de beschikbaarheid van betrouwbare en moderne telecommunicatie in ons land.”

Kruit & Kramer ‘Hofleverancier’

Burgemeester Vreeman constateerde dat de sterk gewijzigde marktomstandigheden in de meubelbranche veel aandacht en inzet vergen. “Het gemeentebestuur

Ook Spijkerman is erg te spreken over Groningen als vestigingsplaats. Volgens hem sluiten de mogelijkheden van de stad precies aan op het takenpakket van het Agentschap Telecom. “Door de aanwezigheid van de Universiteit en Hogeschool is er hier veel hoogwaardig gekwalificeerd personeel beschikbaar. En dat heb ik nodig, want het werk van Agentschap Telecom is buitengewoon specialistisch.” Wat de toekomst van de Rijksdienstverlening in Groningen betreft, zijn beide heren positief gestemd. “Enerzijds volgt DUO, wat werkgelegenheid betreft, de ontwikkelingen binnen de rijksoverheid, en die houden op termijn een afname van het aantal ambtenaren in. Anderzijds heeft DUO zich de laatste jaren duidelijk gemanifesteerd als betrouwbare dienstverlener op het gebied van onderwijs, hebben we ons takenpakket fors uitgebreid en zijn nog steeds groeiend.”

Kroon op het werk van 100-jarig familiebedrijf (1913-2013)

Het familiebedrijf Kruit & Kramer is sinds eind september ‘Hofleverancier’. Burgemeester Ruud Vreeman reikte het predicaat officieel uit in de woonmall Kruit & Kramer op de Woonboulevard Hoendiep. Hij deed dat in het bijzijn van oud-directieleden, oud-personeel, medewerkers en relaties. Een kroon op het werk van het 100-jarige bedrijf dat inmiddels onder leiding staat van de vierde generatie Kruit: Joop Kruit.

Kortom: een goed vestigingsklimaat, met korte lijnen tussen de verschillende partijen.”

is blij met een ondernemer zoals u. U behoort tot een bijzonder selecte groep ondernemingen die het predicaat Hofleverancier mag voeren. Dat heeft u zeer verdiend.” Kruit & Kramer is toegetreden tot de selecte club van 400 Nederlandse bedrijven die gerechtigd zijn tot het voeren van het predicaat Hofleverancier. Zij voeren met trots het Koninklijk Wapen en de titel ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’. Het predicaat is een Koninklijke onderscheiding voor kleine en middelgrote bedrijven van ten minste honderd jaar oud met een zeer goede reputatie in de regio. Het familiebedrijf bestaat naast de Woonmall van Kruit & Kramer aan het Hoendiep verder uit ProfijtMeubel in Groningen, Assen en Hooge­ veen, Pronto Wonen in Groningen, Henders&Hazel in Assen en Decorette in Groningen. Het hoofdkantoor en het centraal magazijn zijn gevestigd aan de Diamantlaan in Groningen. Kruit & Kramer biedt werkgelegenheid aan 75 personen. Eind dit jaar verschijnt een boek over de dynamische historie van het familiebedrijf.

Groningen scoort goed op veiligheid, maar het kan nog beter Het Algemeen Dagblad publiceert elk jaar haar eigen Misdaadmeter. De stad Groningen is in vergelijking tot vorig jaar gedaald van plek 12 naar plek 17. Dat is goed nieuws, maar het kan altijd beter. Carla Huisman, adviseur Openbare Orde en Veiligheid bij de gemeente: “In die monitor worden alle steden van Nederland langs de lat gelegd en op zo’n 20 indicatoren beoordeeld. Groningen doet het goed, zowel in vergelijking met andere jaren als in vergelijking tot andere steden. Maar er zijn ook punten waar wij hoger of eigenlijk slechter scoren dan het gemiddelde van de grote steden.” Dat blijkt ook uit het veiligheidsbeeld van Groningen dat de gemeente heeft laten opstellen: een soort foto van de

stad op het gebied van veiligheid. “Punten die we willen verbeteren zijn onder meer woninginbraken, huiselijk geweld en alcohol- en drugsproblemen bij de jeugd”, vertelt Huisman. Handhaven van het welbevinden en de goede reputatie De bestrijding van geweldmisdrijven, woninginbraken, jeugd en veiligheid, georganiseerde criminaliteit en overlast, dat zijn de speerpunten voor het nieuwe beleid voor de periode 2015 – 2018. Huisman: “Wat betreft woninginbraken is onze ambitie bijvoorbeeld om die cijfers met 30 procent terug te brengen. Daarnaast zetten we in op bewustwording en consequente handhaving. Voorlichting speelt een grote rol in het nieuwe beleid. Wat kun je zelf doen, als inwo-

ner of als ondernemer om criminaliteit te voorkomen. Maar ook: hoe reageer je als je iets ziet wat niet door de beugel kan.” Uiteindelijk heeft het nieuwe beleid twee doelen. Zoals burgemeester Vreeman het formuleerde tegenover de raad: “De eerste is het handhaven van het welbevinden van de Groningers, door bijvoorbeeld het geweld en inbraken terug te dringen. De tweede is het handhaven van de reputatie van de stad. Veel studenten komen naar Groningen omdat het een gezellige, bruisende stad is waar het goed toeven is. Heel belangrijk in de beeldvorming is daarbij de veiligheid, want ouders hebben ook een vinger in de pap in de keuze van de studiestad. Het idee is: Groningen is een veilige stad.” Het nieuwe veiligheidsbeleid komt binnenkort in de raad.

Nieuwe coöperatie geeft impuls aan Life Science-sector Het ondernemerschap in de sector van de Life Sciences in Groningen krijgt een nieuwe impuls. Althans, dat is de verwachting van het pas opgerichte ‘Healthy Ageing Business Coöperatief U.A’. Dit is een nieuwe coöperatie voor mkb-ondernemers die actief zijn in de Life Sciences in Groningen. Wethouder Joost van Keulen van Economische Zaken gaf op 1 september het startsein voor de coöperatie. Deze coöperatie moet er voor zorgen dat bedrijven en ondernemers sneller en makkelijker met elkaar in contact komen. Ook kunnen de tot nog toe nogal individueel opererende bedrijven zich voortaan samen profileren. Het verband 6

wil gezamenlijke projecten ontwikkelen, zorgen voor het effectiever aanvragen van subsidies en het slimmer organiseren van inkoop en onderhoud. Ook is een sterk onderling verband belangrijk voor de samenwerking met kennisinstellingen en overheden. De Healthy Ageing Business Coöperatief U.A. ging bij de oprichting van start met organisaties die de kerngebieden van de coöperatie vertegenwoordigen, te weten Medical Technology, Molecules & Materials en Drug Development en Testing & Analysis. “Samen hebben we geconstateerd dat het Groningse MKB zich voornamelijk richt

op haar kernactiviteiten en te weinig van elkaar profiteert”, zegt Ton Vries, medeinitiatiefnemer van de coöperatie en directeur van de Healthy Ageing Campus. Volgens Vries waren er bij de start vijf bedrijven lid van de coöperatie, maar het is de verwachting dat er eind dit jaar zo’n twintig leden zijn. Er is bewust voor een coöperatie gekozen omdat dat de betrokkenheid van de leden sterk bevordert. “We hadden ook een beetje de coöperaties van Avebe en Suikerunie als voorbeeld. Daar draagt de coöperatievorm sterk bij aan het bevorderen van constante, hoge kwaliteit. En dat is iets wat wij met onze life science-bedrijvigheid ook hoog in het vaandel hebben staan.”


Groninger Ondernemers Courant

November 2014

ICT Groningse games­ industrie: veelbelovende mix van techniek en creativiteit “Volgens Google zit de serious-gameindustrie op dit moment in eenzelfde soort fase als waar het internet begin jaren ’90 in zat.” Aan het woord is Mendel Bouman, zelf gamedesigner en sinds enige tijd ook aanjager van de groeiende Noord-Nederlandse gamessector. “Elke dag worden er nieuwe toepassingen bedacht. Veel mensen denken bij games nog steeds alleen maar aan schiet- en racespelletjes, maar die tijd hebben we al lang achter ons gelaten.” “Serious gaming is booming! En laten we daar in het Noorden nu net behoorlijk goed in zijn”, zo zegt Bouman. “Door een spelelement toe te voegen kun je allerlei activiteiten een stuk leuker maken. Van dagelijkse werkzaamheden tot leerprocessen; serious gaming maakt het niet alleen leuker maar ook effectiever. Niet alleen voor kinderen geldt ‘al spelende leert men’; dat geldt ook voor volwassen. Als je iets leuk vindt om te doen, zul je er veel meer van opsteken dan wanneer je iets met tegenzin doet. En vaak is de aanschaf van een game ook nog eens veel goedkoper dan je volledige personeel op cursus sturen.” De mogelijkheden zijn dus eindeloos en Groningse bedrijven als Studio Bleep, Madlogic en Jolly Jellyfish hebben met vooral hun serious games soms zelfs wereldwijd behoorlijke successen gekend. Maar er is ook een grote vijver aan talent die zijn potentie nog niet volledig weet te benutten. “Dat komt natuurlijk ook omdat de branche nog relatief jong is. Vooral op ondernemersgebied ontbreekt daardoor vaak nog de nodige knowhow.”

Met Indietopia, een in anti-kraakpand aan de Grote Markt gevestigde gamesincubator, probeert Bouman de noordelijke gamingsector dan ook van de nodige impulsen te voorzien. “Er is in Groningen volop potentie, er zitten hier allemaal kleine Da Vinci’s”, zo weet hij uit eigen ervaring. “In combinatie met de noordelijke onderwijsinstellingen is er op technisch gebied erg veel mogelijk. Probleem is alleen dat het veel developers het vaak nog aan marketinghandigheid, financiële kennis en onderlinge verbondenheid ontbreekt om hun producten echt goed in de markt te zetten.” Om ze daarbij te helpen heeft Indietopia dan ook geregeld bedrijfsvoeringadviseurs op bezoek; van fiscaal specialisten tot marketingmensen en juristen. “Bij hen kunnen de developers terecht met al hun vragen. En als er een samenwerking uit voortkomt, krijgen ze vaak net even een betere deal dan dat ze anders zouden krijgen.” Indietopia geeft in ieder geval het goede voorbeeld op ondernemersgebied. “Zoals de naam al zegt, zijn we een ‘independent utopia’ voor gamedevelopers. We streven er echt naar onszelf te bedruipen en willen niet ons handje hoeven ophouden. Die instelling, gecombineerd met de voorwaarde dat je veel plezier moet hebben om bij te blijven leren, zorgt ervoor dat er hier in Groningen nog vele mooie dingen op gaminggebied zullen gaan gebeuren”, aldus Bouman vol vertrouwen.

Mendel Bouman

‘Inzetten op promotie van het vestigingsklimaat’

Groningse ICT-bedrijven hebben tekort aan personeel Het gaat steeds beter met de Groningse ICT-sector. Onlangs maakten Siemens en Google bekend dat ze voor vele miljoenen gaan investeren en IBM krijgt in de stad een steeds grotere rol. ICT is één van de sterkste en snelst groeiende pijlers in de Groningse economie, maar er is een groeiend tekort aan ICT-personeel. Zo staan er bij de Noordelijke Online Ondernemers (NOO), een groep van Groningse ICTbedrijven, zo’n 300 vacatures open. “Zo’n tien procent van de vijftig snelst groeiende ICT-bedrijven in Nederland komt uit de provincie Groningen”, zegt ICT-ondernemer Stef van der Ziel, directeur van Jetstream. “Maar deze groei wordt heftig beperkt door het tekort aan personeel. En dat belemmert de groei van deze bedrijven en dus de kansen van het Noorden.” Volgens Tjitte Folkertsma, internetondernemer en bestuurslid van de NOO zit Groningen landelijk bij de top-3 van Nederlandse steden met de meeste innovatieve internetbedrijven. Hij is onderdeel van het ondernemerscollectief, waar zich momenteel zo’n 28 leden bij hebben aangesloten. Deze bedrijven hebben allemaal een minimum omzet van 1 miljoen euro en minstens tien medewerkers. Een aantal keer per jaar

komen ze samen om op ‘hoog niveau’ met elkaar te overleggen.

bod van stagiaires. Maar net als in de rest van het land, is ook hier een tekort.”

praten over details terwijl we niet achter de grote lijnen staan.”

De NOO probeert het Groningse vestigingsklimaat voor ICT-bedrijven te promoten. En de voedingsbodem is met de aanwezigheid van de Rijksuniversiteit Groningen hier volgens Folkertsma erg groot. Ook wordt de Groningse nuchterheid op prijs gesteld en zijn de medewerkers hier erg trouw. “Je kunt hier dus veel beter iets opbouwen dan in de Randstad”, aldus Folkertsma.

Iets minder somber is Jeroen Bos van Bossers & Cnossen. “Tekort is een groot woord. De komende jaren hebben we wel behoefte aan een ander type ICT’er. We zoeken meer ICT-architecten die conceptueel kunnen denken. Daar zijn er nog te weinig van denk ik”, aldus Bos.

Jeroen Bos (Bossers & Cnossen) vindt dat de gemeente de stad meer moet profileren als ICT-stad. De gemeente zou er bijvoorbeeld een ICT-thema uit kunnen pikken en deze samen met de slogan ‘Er gaat niets boven Groningen’ kunnen vermarkten. “Het moet niet moeilijk zijn om bijvoorbeeld Lifesciences, Energie of Astronomie te verbinden met ICT. Maak van Groningen de ICT-stad op het gebied van dataverwerking en – analyse”, zegt hij.

En toch is er een nijpend tekort aan personeel. Dat bevestigt ook Dirk-Jan Huizingh van Peperzaken. “Groningen heeft een groot aanbod, maar het probleem zit ‘m in de aansluiting op de arbeidsmarkt”, zegt hij. “We hebben veel Java-opgeleide mensen in Groningen terwijl de behoefte naar medewerkers met een andere expertise ieder jaar toeneemt. De kennisinstellingen doen daar te weinig mee.” Ook Marco de Jong, directeur van theFactor.e, zoekt permanent goede ontwikkelaars, designers en project- of servicemanagers. “Ja, we hebben een tekort aan personeel”, zegt hij. Voor Jurriaan Wentink van iWink bieden de kennisinstellingen een uitkomst. “We maken dankbaar gebruik van het aan

Volgens Marco de Jong (theFactor.e) moeten de gemeente en onderwijsinstellingen ervoor gaan zorgen dat het onderwijs beter aansluit op de vraag vanuit de markt. “En nog belangrijker: de zichtbaarheid van de bedrijven en hun vacatures in het Noorden moet worden verbeterd.” Dirk-Jan Huizingh (Peperzaken) vindt dat de gemeente goed faciliteert in het verenigen van de Groningse internetbedrijven. “Het probleem zit bij de kennisinstellingen”, vindt hij. Ondanks dat hij daar zijn hulp heeft aangeboden, vindt Huizingh dat bijvoorbeeld de NOO onvoldoende serieus wordt genomen. “Nu is er de IT-Academy die in samenspraak met de grote stakeholders IBM en Ordina belangrijke beslissingen heeft genomen. Er is volledig voorbij gegaan aan de NOO. We mogen mee7

Volgens Stef van der Ziel worden zo nu en dan de kansen wel gepakt. Zo is hij blij dat er inmiddels een dialoog is ontstaan tussen VNO-NCW en de IT-Academy, om het mkb beter bij de plannen te betrekken. En verder adviseert hij om als internetondernemer actief met het onderwijs aan de slag te gaan en zelf kennis in te brengen. “We voeren die dialoog met de RuG en diverse hogescholen en praten over mogelijkheden om de opleiding van de ICT-studenten beter aan te laten sluiten op de vraag.” Marco de Jong lijkt zich in die lezing te kunnen vinden. “We moeten als bedrijven zelf duidelijk zijn over wie we zoeken”, zegt hij. “We moeten zorgen

voor zichtbaarheid, maar ook voor stageplaatsen en toegankelijke plekken waar mensen ervaring op kunnen doen met bijvoorbeeld een traineeship.” “Uiteraard kunnen we zelf ook iets aan het probleem doen”, zegt Jeroen Bos. “Maar om te beginnen zijn wij natuurlijk ondernemers en we moeten in staat zijn ons staande te houden in tijden van arbeidsmarktkrapte of overschot. Je moet je aanpassen aan de veranderende markt en inspelen op die veranderingen. Als de komende jaren bepaald personeel niet te vinden is, moet je het anders aanpakken en wellicht je businessmodel veranderen. Daarnaast leiden we zelf mensen op en moeten we bijna iedereen omscholen, omdat onze wereld zo hard gaat.” “We moeten nog meer samen optrekken en onze eigen koers blijven varen”, zo zegt Dirk-Jan Huizingh. Jurriaan Wentink is uiteindelijk toch blij dat nieuwe bedrijven zich in de regio vestigen, ook al is er een krapte op de arbeidsmarkt. “Als het om personeel gaat, vissen we weliswaar in dezelfde vijver, maar toch ben ik er blij mee. Het is goed voor de stad. Het laat zien dat Groningen een aantrekkelijke vestigingsplaats is, waar het goed werken en ondernemen is.”


Groninger Ondernemers Courant

November 2014

Het Fonds Ondernemend Groningen Het Fonds Ondernemend ­Groningen maakt tal van ­nieuwe projecten mogelijk Het Fonds Ondernemend Groningen heeft dankzij diverse bijdragen opnieuw een aantal projecten mogelijk gemaakt die van belang worden geacht voor de Groningse economie. In oktober werden tien projectaanvragen toegekend. Kennisdeling wijkwinkelcentra Groningen-West De diverse wijkwinkelcentra in West gaan hun ervaringen en kennis delen. Het Servicepunt Detailhandel gaat een terugkerend overleg tussen de verschillende centra organiseren. Deze bijeenkomsten kunnen ook leiden tot nieuwe samenwerkingen. Camerabeveiliging Westpoort Vereniging Parkmanagement Westpoort (VPW) wil cameraobservatie op bedrijventerrein Westpoort. Het terrein moet zo beveiligd worden tegen inbraak, vandalisme, illegaal dumpen van afval, straatraces en ongeoorloofd parkeren. Westpoort wordt niet meegenomen in de collectieve surveillance. Een veilig terrein is daarnaast een belangrijke voorwaarde voor nieuw te vestigen bedrijven. De helft van de investering wordt betaald door Het Fonds, de andere helft door leden van de VPW. Activiteitenplan Hoogkerk Ondernemers in Hoogkerk organiseren een paar keer per jaar activiteiten voor omwonenden en klanten. Een bijdrage uit Het Fonds maakt het mogelijk dit te blijven doen.

Openbare laadpalen VBZO-terrein Op het terrein van MAKRO komen acht laadpalen voor elektrische auto’s te staan. De palen kunnen gebruikt worden door klanten, bezoekers en medewerkers van omliggende bedrijven. VBZO wil het bedrijventerrein verder verduurzamen. MAKRO, Harwig, de gemeente Groningen en Het Fonds financieren de palen. Fietsbrug Kardinge Toen de nieuwe busbaan Kardinge klaar was, was de veiligheid van fietsers niet meer gegarandeerd. Op initiatief van VBNO kwam er een fietsbrug. Het ontbrak nog aan op- en afritten. De kosten daarvoor kwamen voor rekening van de ondernemers. VBNO heeft daarom een bijdrage van Het Fonds gevraagd en gekregen. Marketing Kardinge Marketing Kardinge is het vervolg op het project Kardinge op de Kaart uit 2013. Er komt Wifi in het gehele gebied, een gezamenlijke website en bewegwijzering. VBNO en ondernemers hebben de aanvraag ingediend.

Promotiedagen 2014 VBZO en VBNO willen hun vereniging onder de aandacht brengen op de Promotiedagen voor het Bedrijfsleven in MartiniPlaza. Standhouders betalen zelf een aandeel in de kosten. De begroting wordt aangevuld met een bijdrage uit Het Fonds. Het Kerstverhaal in Groningen Ondernemersvereniging Poelestraat organiseert op de zaterdag en zondag voor Kerst voor de eerste keer een Herderstocht. Een wandelroute van 1,5 km. door diverse straten in de binnenstad Oost. Onderweg wordt op diverse plaatsen het kerstverhaal verteld door Romeinse soldaten, herders, wijzen en een herbergier. Het Fonds beloont dit initiatief met een bijdrage. Wijkwinkelmanagement Ondernemend Helpman Het bestuur van Ondernemend Helpman wil zowel de eigen organisatie als het winkelgebied in Helpman verder professionaliseren. In dat kader is er een activiteitenprogramma opgezet. Het Fonds heeft het initiatief ondersteund.

Simmerenterrein 2014 In 2013 stelde Het Fonds geld beschikbaar voor een onderzoek naar de mogelijkheid het voormalig Simmerenterrein als parkeerplaats in gebruik te nemen. Er is nu een aanvraag ingediend voor een grondbelastingsonderzoek en de extra aanvullende voorzieningen die mogelijk nodig zijn. Als de parkeerplaats er komt, is dit van toegevoegde waarde voor de bereikbaarheid van de stad en aantrekkelijk voor de bedrijven gevestigd in Noordoost.

Ondernemers werken samen aan nieuwe kansen voor Kardinge Sport- en recreatiegebied Kardinge biedt ontzettend veel mogelijkheden, zowel voor bezoekers als voor ondernemers. Om die mogelijkheden optimaal te kunnen benutten, moet er volgens de bedrijven en organisaties in het gebied echter nog wel het één en ander gebeuren. Om zaken gedaan te krijgen, werd vorig jaar het project ‘Kardinge op de Kaart’ in het leven geroepen. Een groep ondernemers uit het sport- en recreatiegebied sloeg aan het brainstormen om gezamenlijke activiteiten te ontplooien die ervoor moeten zorgen dat nog meer bezoekers de weg naar het gebied weten te vinden.

Uit de vele ideeën die ‘Kardinge op de Kaart’ opleverde, distilleerden de ondernemers, onder leiding van het Alfacollege, drie concrete doelen. Ten eerste zal er worden ingezet op gratis Wifi voor alle bezoekers van het gebied. Daarnaast is er een plan opgesteld voor een gezamenlijk website, met daarop presentatie- en doorlinkmogelijkheden voor de verschillende bedrijven in de omgeving. En tenslotte moet een verbetering van de bewegwijzering de bereikbaarheid fors verbeteren. Om deze drie zaken te kunnen realiseren, is natuurlijk geld nodig. Daarom heeft bedrijvenvereniging VBNO uit naam van de ondernemers een aanvraag ingediend voor 30.000 euro uit Het Fonds Ondernemend Groningen.

Nieuwe vorm van Citymarketing: ‘Botschaft Groningen’ Eerder dit jaar, van april tot en met eind juni, heeft Groningen zich twee maanden lang in zusterstad Oldenburg gepresenteerd. De ‘Botschaft Groningen’ was een succes: de ‘ambassade’ werd druk bezocht. Zowel door Nederlanders als door mogelijke toekomstige toeristen uit Duitsland. Zowel ondernemers als organisaties uit Groningen deden mee aan deze nieuwe vorm van citymarketing. Het bevorderen van het toerisme was daarbij een doelstelling, en niet onbelangrijk was ook het organiseren van kennismaking en uitwisseling tussen diverse groepen uit de economische sector, het onderwijs en de wetenschap. Volgens Alex Leuning, die vanuit Groningen met zijn bedrijf Progress Events de uitvoering regelde, hebben meerdere ondernemers en kunstenaars uit Groningen zich met producten, kunstwerken, foto’s en plattegronden aan de Duitse consument gepresenteerd. ‘Public Express en de Rijksuniversiteit Groningen verzorgden tal van presentaties. Daarnaast was elke zaterdag een medewerker van Marketing Groningen in Oldenburg aanwezig om ‘toekomstige’ toeristen te informeren over de stad Groningen en het ommeland’, vertelt hij. Vanuit de Botschaft zijn verschillende, drukbezochte activiteiten georganiseerd, zoals Koningsdag en het bezoek van

drie groepen Groningse ondernemers aan Oldenburg. Ook zijn er ontmoetingen tussen scholen uit beide steden geïnitieerd. Dat de ‘Botschaft Groningen’ een succes was, blijkt ook wel uit het feit dat er ook voor dit jaar plannen zijn om de relaties met ondernemend Oldenburg te verstevigen. Hoe precies, is nog niet bekend. Het project Botschaft Groningen werd in het kader van het INTERREG IV-A Programma Deutschland – Nederland meegefinancierd door het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Naast de steden Oldenburg en Groningen, leverden met name de ondernemers in Groningen via de Groningen City Club (GCC) en via Het Fonds Ondernemend Groningen een financiële bijdrage. Het project heeft in nauwe samenspraak tussen het Groninger team, het Oldenburgs team, Wirtschaftförderung Oldenburg, Economische Zaken gemeente Groningen, Regio Groningen-Assen (RGA), Groningen City Club (GCC), Marketing Groningen, Oldenburg Tourismus und Marketing GmbH (OTM) en City Management Oldenburg (CMO) vorm gekregen. De uitvoering van het project was vanuit Oldenburg in handen van Norbert Egdorf (grafisch ontwerper/ illustrator). Publicexpress ondersteunde het project.

8


Groninger Ondernemers Courant

November 2014

Suikerunie-terrein omgetoverd tot Food City Groningen

(foto: Ingrid D. van der Spoel)

Mooie samenwerking VBZO en Het Groninger Landschap voor Groningen Stad aan de Hunze

(foto: Gertjan van Noord)

Het voormalige terrein van de Suikerunie wordt, als het allemaal meezit, omgetoverd tot Food City Groningen. Het wordt een plek waar producenten - zoals telers, kwekers en akkerbouwer - de verkopers én de afnemers, de consument dus, samenkomen. De partners zijn momenteel druk met een business-case en zijn in dat kader nog op zoek naar bedrijven, instellingen en producenten die interesse hebben om, als aanvulling op hun bestaande activiteiten, aan het project deel te nemen. Volgens een woordvoerster kan gedacht worden aan de meest uiteenlopende bedrijven en organisaties, uit elke denkbare schakel uit de voedselketen. Zij kunnen zich dan helemaal op het terrein vestigen of kiezen voor een ‘pop-up store’.

Het hele doel van het project is om de productie van voedsel dichterbij de stad te brengen. Daarbij gaat het dan om een stadsboer, die op het terrein een boerderij gaat runnen, maar ook om kwekers, telers en bijvoorbeeld een bierbrouwerij. Alle producten die er geproduceerd worden, zijn er ook te koop, evenals andere lokale en regionale producten uit het Noorden. AOC Terra werkt al aan een praktijkcentrum op het vroegere terrein van Suiker Unie. De mbo-school wil dat deel van het terrein inrichten als praktijk- en educatiecentrum voor voedsel en groene leefomgeving. Leerlingen van de school zorgen er ook voor dat de grond van het terrein zodanig bewerkt wordt dat er in de toekomst voedsel, waaronder mogelijk ook groenten en fruit, kunnen worden geteeld.

Ook voor de Hanzehogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen moet het terrein een Proeftuin worden. De partners zijn momenteel druk in gesprek met uiteenlopende partijen - van horeca tot telers – over mogelijke activiteiten op de locatie. Er wordt nog gezocht naar innovatieve ondernemingen en bedrijven die actief zijn op het gebied van smaak en beleving. Ondernemers in de omgeving zijn blij met de toekomstige activiteiten op het Suikerunie-terrein omdat het de levendigheid in het gebied vergroot en meer bezoekers naar deze kant van de stad trekt. Het Fonds Ondernemend Groningen heeft een financiële bijdrage geleverd aan het project. De partners in het project zijn onder andere LTO Noord, AOC Terra en de Stadsboerderij.

Henk Bos, voorzitter van VBZO, en Marco Glastra, directeur van Het Groninger Landschap, hebben eind september met een paar ferme stappen het nieuw verharde wandelpad door de Hunzezone geopend. Hiermee is dit bijzonder mooie stuk natuur midden in het bedrijvenpark Zuidoost nog prettiger toegankelijk voor de medewerkers van de bedrijven en voor bezoekers. De verharding van het pad is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van VBZO uit Het Fonds Ondernemend Groningen. Marco Glastra is erg tevreden over deze samenwerking, die overigens al een lange historie kent wat betreft de Hunze. Glastra: “Het riviertje de Hunze stroomde ooit langs het oosten van de stad en verbond Drenthe via het Reitdiep met de Waddenzee. Maar al in 1400 is de loop van de rivier op initiatief van de ondernemers in de stad Groningen omgelegd, om de turf van het rijke hoogveen in Drenthe via het Winschoterdiep en het Schuitendiep naar de Turfsingel te vervoeren. De stadgroninger ondernemers konden zo profiteren van deze bloeiende handel en de stad is er rijk van geworden.

Het stukje Hunze in dit gebied op bedrijvenpark Zuidoost is nog een stuk van de oude loop, dus van vóór 1400. Ik vind het bijzonder dat de ondernemers zich ook nu weer zo nauw betrokken voelen bij de Hunze, waarbij het nu gaat om de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van dit groene gebied te behouden en te versterken, ook voor de bedrijven hier in de buurt.” De ambitie van het Groninger Landschap gaat verder dan alleen deze Hunzezone. “Er zijn her en der in de stad nog meer delen van de Hunze, ook bij de Ulgersmaweg bijvoorbeeld. Het zou geweldig zijn als al die stukjes weer aan elkaar verbonden worden en de Hunze weer kan stromen, van het Zuidlaardermeer tot aan Lauwersoog. Wij willen heel graag dat Groningen weer Stad aan de Hunze wordt. We zoeken hiervoor ook samenwerking met de ondernemers, ook via de VBNO bijvoorbeeld in het noordoosten van de stad. Hier op Zuidoost is echt het mooiste stuk van de Hunze en een prachtig voorbeeld van een groene long in stedelijk gebied.” Dankzij de nieuwe verharding kan iedereen daar nu nog beter van genieten.

Succes Straatfeest Oosterstraat smaakt naar meer Studenten verzorgen content Het straatfeest eind september in de Oosterstraat smaakt duidelijk naar meer. “Het succes en de reacties van zowel publiek als van ondernemers toont aan dat deze winkelstraat bruist als nooit te voor. En dat willen we veel meer laten zien aan onze gasten”, aldus Arnold Veerbeek van Kinki Kapper en voorzitter van de straatvereniging. “Met dit straatfeest hebben we ook onze eigen straatvereniging weer nieuw leven in geblazen. Hiermee tonen we aan hoe goed het is om gezamenlijk op te trekken om de Oosterstraat positief te profileren. Alles hebben we daarvoor immers hier in huis: een grote variatie in winkels waaronder een groot aantal kledingboetieks, een uitstekend hotel, restaurants, kappers en VERA. En straks de Jumbo, dus er is hier veel moois te vinden.”

tingen, wat kunnen we doen voor fietsparkeren en met het straatmeubilair.” Fondsaanvraag Nu de straatvereniging weer actief is, biedt ook Het Fonds mogelijkheden voor de Oosterstraatondernemers. “We moeten daarvoor immers een gezamenlijk plan maken, waar we als ondernemers ook gezamenlijk in investeren. Met onze investering en een goed plan kunnen we een aanvraag indienen via GCC bij Het Fonds. Dat geeft ons de financiële ruimte om de plannen echt uit te voeren.” Of zo’n aanvraag gehonoreerd wordt, bepaalt uiteindelijk de ledenvergadering van GCC. Maar steun

voor de plannen is er ook los daarvan, vanuit GCC en vanuit de gemeente. “Met name Simon Poelstra van de gemeente is voor ons echt een prima aanspreekpunt, hij weet wat en wie we nodig hebben en helpt ons echt verder te komen. Hij wees ons bijvoorbeeld ook op de mogelijkheden die de verruimde regels van de gemeente ons bieden voor de inrichting van onze straat.” Veerbeek is in elk geval een enthousiaste kartrekker. “We gaan samen een mooi plan maken om de straat nog mooier en gezelliger te maken en een echte eigen Oosterstraatsfeer te creëren dat goed is voor ondernemers én voor het publiek.”

vernieuwde website OTP

Het OTP, het ondernemerstrefpunt, heeft een nieuwe website waar stage-vacatures gematcht worden met getalenteerde studenten. De content van de site wordt geschreven door vijf schrijftalenten: vier studenten van de Hanzehogeschool en

één van de RuG die allen schrijfaspiraties hebben en ook al schrijfervaring hebben opgedaan. De studenten gaan voor de diverse blogs bedrijven bij langs, wat dus uitstekend past bij het doel van het OTP, namelijk onderwijs en bedrijfsleven dichterbij elkaar brengen. Wie meer wil weten over de activiteiten van het OTP kan langskomen bij de mensen van het OTP in de stand van VBZO (nr. 2100) op de Promotiedagen of natuurlijk de nieuwe site bezoeken: www.otp.nl

Meld u aan via info@groc.nl

De GRATIS Groninger Onder­ nemers Courant ook ontvangen?

Samenwerking met Minerva Die diversiteit is een kans, maar de vraag is hoe je die zo goed mogelijk benut. “Daarvoor werken we samen met het projectbureau AMP van Minerva, onder leiding van Frits Hesseling. Zij hebben de creatieve blik en expertise in huis, niet alleen grafische mensen voor een eigen huisstijl, maar bijvoorbeeld ook architecten. Want we willen de straat als geheel onder de loep nemen. Zijn er mogelijkheden voor een andere inrichting, nu er plannen zijn dat de bussen hier weg gaan, zoals bijvoorbeeld fietsen mogelijk maken van beide rich-

De Groninger Ondernemers Courant, die u nu leest, is een uitgave van de Stadgroninger ondernemersverenigingen en wordt mede mogelijk gemaakt door Het Fonds Ondernemend Groningen. Deze krant wordt gemaakt door en voor het bedrijfsleven in Groningen, met steun van de gemeente Groningen, het Servicepunt Detailhandel, OTP, VNO-NCW Noord en MKB Noord.

9

Behalve deze papieren krant, die tenminste twee keer per jaar uitkomt, is er ook onze digitale versie www.groc.nl Deze website brengt het voor ondernemers meest relevante nieuws uit Groningen. Daar kunt u zich ook aanmelden voor de digitale nieuwsbrief, die iedere drie weken wordt verspreid. Wilt u voortaan de papieren Groninger Ondernemers Courant ook ontvangen, stuur dan een mailtje met uw adresgegevens naar: info@groc.nl.


Groninger Ondernemers Courant

November 2014

Duurzaamheid en Innovatie 361 Jaar Royal Hoitsema Labels Groningen: Cradle to Cradle: van down­cyclen succesvol mede door inzet op LEAN Six Sigma via recyclen naar upcyclen Willen we in de toekomst een nijpende schaarste aan grondstoffen voorkomen, dan is het van belang dat we er zuiniger mee gaan omspringen. Dat kan bijvoorbeeld door te recyclen, maar er is een methode die nog een stuk effectiever is: de Cradle to Cradle-filosofie (C2C). Thijs Feenstra, industrieel ontwerper bij het succesvolle en uiterst innovatieve Groningse ontwerpbureau Pezy Product Innovation, legt uit wat deze filosofie van waardevol hergebruik precies inhoudt en wat hij in de toekomst kan gaan betekenen.

Wie wel eens een flesje pils drinkt, moet eens kijken op de rechterbovenhoek van het etiket: grote kans dat daar het kroontje staat van Royal Hoitsema Labels. Grote kans overigens dat ook niet-bierdrinkers de producten van Royal Hoitsema tegenkomen: “Naast etiketten voor twee van de grootste brouwerijen ter wereld, maken we hier ook zo’n 80 procent van alle paperinserts voor verpakkingen van losse tabak wereldwijd en etiketten voor zuivelblikjes. Het overgrote percentage van onze omzet halen we bij hele grote multinationals en dat doen we al tientallen jaren. Met slechts 86 medewerkers zijn we dus een belangrijke toeleverancier”, aldus Alex Wiersma, sinds november directeur van het bedrijf aan de Peizerweg. Het succes van het bedrijf is mede te danken aan succesvolle strategische keuzes in de lange historie. “Royal Hoitsema is vijf jaar na het einde van de 80-jarige oorlog opgericht door meneer Sipkes. Die had een uitgeverij, maar besloot vervolgens ook al zijn drukwerk zelf te doen. In de jaren zestig van de vorige eeuw specialiseerde de firma zich in etiketten. Toen drukten we hier bijvoorbeeld al de wikkels voor de shag

van Niemeyer, die nog steeds een van onze oudste en grootste klanten is”, vertelt Wiersma. “Die beslissing destijds heeft ons door de crisis geleid veroorzaakt door de komst van internet en de slechte economie, waar andere drukkers zwaar onder te lijden hebben. Voor onze etiketten is geen online-alternatief, we blijven eten en drinken, dus de vraag naar onze producten blijft.” LEAN Six Sigma Wat wel verandert, is de verschuiving naar goedkopere huismerken. “En daarmee staat ook de kostprijs van verpakkingen en etiketten onder druk. Dat was voor ons mede aanleiding om LEAN SIX SIGMA in te voeren”, aldus Wiersma, “en dat is na SALES het tweede strategische speerpunt in ons bedrijf.” Hij legt uit dat LEAN afkomstig is uit de industrie, oorspronkelijk vanuit Toyota. “Kortweg komt het erop neer dat je alle bedrijfsprocessen onder de loep neemt om zo ‘slank’ mogelijk te kunnen opereren.” Royal Hoitsema heeft daarmee veel succes geboekt, onder meer door de tijden tussen verschillende bewerkingen sterk terug te brengen. “Ook nu lopen er nog negen projecten, deels gericht op het verminderen van de doorloopsnelheid, opvoeren van de productiesnel-

heid en daarmee een verlaging van de kostprijs.” Six Sigma is een concept afkomstig uit de dienstverlening. “Dit richt zich vooral op kwaliteit en uitval. Stel bijvoorbeeld dat ik een van onze persen op topsnelheid laat draaien: dan produceert hij weliswaar meer, maar het aantal fouten neemt ook toe waardoor ik dus meer uitval krijg. Waar het om gaat is dus een optimale balans krijgen tussen zo slank mogelijk werken, met optimale kwaliteit en zo min mogelijk uitval.” Royal Hoitsema heeft bij de invoering nauw samengewerkt met diverse Groningse bedrijven, de RuG en met bedrijven in Scandinavië om van hun ervaring te leren. “LEAN Six Sigma hebben we dus groots aangepakt. Het concept kent diverse niveaus van expertise, met als hoogste niveau de black belt. Bij ons hebben we drie black belts, wat relatief veel is op een personeelsbestand van 86 mensen.” Deze kennis deelt het bedrijf graag met anderen: “We geven bijvoorbeeld met enige regelmaat gastcolleges hierover op de Hanzehogeschool en de RuG.”

“Bij gewone recycling verminder je over het algemeen de waarde van grondstoffen”, zo legt Feenstra uit. “Je kunt het daarom ook ‘downcycling’ noemen. Het materiaal waarvan bijvoorbeeld een huishoudelijk apparaat gemaakt is, zal nadat dat apparaat vervangen wordt niet snel weer gebruikt worden om een gelijkwaardig product van te maken. Daarvoor komen er tijdens het recyclingproces veel te veel onzuiverheden in de grondstof en ook de kleur blijft meestal niet intact. Uiteindelijk zijn grondstoffen zover gedowncycled dat ze alsnog op de vuilnisbelt of in de verbrandingsoven terechtkomen.” En dat terwijl in de toekomst schaarste van grondstoffen nog meer op de loer ligt en het milieu onherstelbare schade kan oplopen door de manier waarop we met grondstoffen omgaan.

doordat het winnen van koper uit afvalstromen soms al makkelijker gaat dan vanuit nieuw gewonnen kopererts. Met de ontwikkelingen om afvalstromen beter te kunnen scheiden, zijn we steeds beter in staat om onze grondstoffen zuiverder terug te krijgen. Stapje voor stapje komen we er. Daar ben ik van overtuigd.” Aan de inzet van Pezy zal het in ieder geval niet liggen. Het Groningse ontwerpbureau, verantwoordelijk voor de ontwikkeling van bekende producten van grote merken als Heineken, Philips, Océ en Samsonite, probeert het Cradle to Cradle-principe zo veel mogelijk toe te passen. “We zijn een aantal jaren geleden gestart met het opleiden van mensen en zijn ons er steeds verder in gaan verdiepen. Afhankelijk van wat een klant wil, kunnen we het nu in verschillende gradaties toepassen”, aldus Feenstra. Het beste voorbeeld van een echt volledig recyclebaar product zonder waardeverlies van de grondstoffen is de door Pezy ontwikkelde ‘Superscoop’. Dit groene strandschepje is niet alleen volledig herbruikbaar, maar ook nog eens biologisch afbreekbaar. Een in de zee op drift geraakte Superscoop zal na enkele maanden volledig oplossen zonder schade voor het milieu.

Om deze problematiek het hoofd te bieden ontwikkelden architect William McDonough en chemicus Michael Braungart de Cradle to Cradle-filosofie, die zij in 2002 presenteerden. “Hierin staat het slim ontwerpen van producten centraal. Door al bij het ontwerpen rekening te houden met hoe je grondstoffen na afdanking het beste kunt scheiden, kun je echt recyclen en in de toekomst zelfs ‘upcyclen’.” Dat laatste is volgens de productontwerper van Pezy voorlopig echter nog toekomstmuziek. “Het is al mogelijk met koper,

Designer Melle Koot: ‘Leasen van meubi- SITA werkt aan een duurzame lair is nieuwe trend in duurzame kantoren’ afvalverwerking het product aan het einde van de levensduur is. Bovendien wil C2C verder gaan dan ‘minder slecht’ voor het milieu, alles draait om ‘beter voor het milieu’. De titel Duurzaamste Ondernemer heeft Koot veel opgeleverd. “Met name bij nieuwe contacten kon ik mij met deze titel onderscheiden van anderen, het geeft aan hoe anderen jouw werk waarderen.” Het prijzengeld stelde hem bovendien in staat om naar de designbeurs in Milaan te gaan. “Dat is echt dé beurs voor design, als je met je werk wilt opvallen, moet je naar Milaan. Daar komen alle journalisten, meubelmerken, architecten, iedereen uit deze wereld. Dankzij de prijs kon ik daar in 2011 voor het eerst exposeren.”

Melle Koot is meubelontwerpen en interieurdesigner. Hij is ambassadeur van Cradle-to-Cradle en past dit principe toe in zijn ontwerpen en zijn werkwijze. Hiermee werd Melle Koot in 2010 verkozen tot de Duurzaamste Ondernemer van Groningen. C2C heeft bij het maken van producten als uitgangspunt om zo weinig mogelijk grondstoffen te gebruiken, grondstoffen te gebruiken die ‘herwinbaar’ zijn en dus niet opraken en die bovendien helemaal herbruikbaar zijn als nieuwe grondstof als

Leasen van meubilair Koot draagt als ambassadeur van C2C actief bij aan de verspreiding van het gedachtegoed. Volgens hem heeft C2C steeds meer weerklank gekregen bij bedrijven en hun ontwikkeling van producten. “Een van de nieuwste trends is het leasen van kantoormeubilair. Het blijft eigendom van de fabrikant, die alles aan het eind van de levensduur terugneemt en volledig hergebruikt.” Er komen ook steeds meer toepassingen die niet alleen milieuwinst, maar ook commerciële winst opleveren. “Zo heeft Desso bijvoorbeeld tapijt ontwikkeld dat deeltjes uit de lucht

haalt en daardoor de lucht zuivert. Daarmee hebben ze een commercieel heel succesvol product gemaakt, dat één op één voortkomt uit het C2C-principe om de omgeving beter te maken. Een voorbeeld van minder grondstoffen gebruiken, is een bepaalde shampoo, waar zo’n 20 procent van de ingrediënten uit kon zonder dat dat effect had op de werkzaamheid.”

Duurzaamste Hotelkamer Koot is zelf natuurlijk ook volop verder gegaan met de toepassing van C2C. Hij werkt daarbij samen met diverse partners, waaronder Pezy, om producten te ontwikkelen of concepten toe te passen. Een mooi voorbeeld is een partnerschap voor de ontwikkeling van de Duurzaamste Hotelkamer in Nederland. De eerste kamer bevindt zich in het ‘Skotel’ van de Amsterdamse vestiging van Hotelschool The Hague. “We zijn nu bezig met de tweede, waarbij we het concept steeds verder willen verbeteren.” Ondanks de crisis krijgt C2C dus steeds meer vorm. “Natuurlijk betekent de crisis dat er minder geld beschikbaar is. Maar het stimuleert ook de creativiteit: als het niet links om wil, dan moet het rechtsom. Want deze kant moet het wel op, daar ben ik van overtuigd.” Mooie voorbeelden van duurzaam design zijn te vinden op www. mellekoot.nl 10

mogelijk voor een groot deel ervan een nieuwe toepassing te vinden.

SITA is de grootste afvaldienstverlener van Nederland en verwerkt jaarlijks gigantische hoeveelheden afval, zowel van particulieren als van bedrijven. Een dergelijke status brengt natuurlijk nogal wat verantwoordelijkheid met zich mee; niet alleen tegenover al die klanten, maar ook op het gebied van milieubeleid. Het bedrijf heeft zich dan ook ambitieuze doelen gesteld op het gebied van duurzaamheid en recycling speelt daarin een belangrijke rol. SITA zet fors in op duurzame afvaloplossingen voor het bedrijfsleven. Belangrijke elementen daarin zijn bijvoorbeeld een gescheiden inzameling van verschillende soorten afval, moderne en efficiënte verwerkingsmethoden en natuurlijk zoveel mogelijk hergebruik. Door verschillende afvalsoorten zoveel mogelijk gescheiden van elkaar in te zamelen, is het voor SITA

Zo werkt het bedrijf bijvoorbeeld aan een manier om ingezameld piepschuim, dat nog altijd veel voorkomt in bedrijfsafval, te gebruiken in de wegenbouw. Niet alleen hoeft het piepschuim zo niet verbrand te worden, het biedt wegenbouwers ook nog volop voordelen. SITA maakt van het schuim namelijk blokken die erg geschikt zijn als ophogingsmateriaal voor wegen, vooral op slappe bodems. Dat ophogen gebeurt momenteel voornamelijk met behulp van zand, maar dat is niet alleen veel zwaarder dan het piepschuim, maar moet ook nog eens eerst inklinken voordat erop gebouwd kan worden. Door schuim te gebruiken kan er dus een stuk sneller gewerkt worden. De recycling van piepschuim is slechts één van de manieren waarop SITA een duurzamer afvalbeleid mogelijk wil maken. Ook hout, afvalwater, olie, bouwafval, papier, oplosmiddelen en andere kunststoffen weet SITA op een innovatieve manier te hergebruiken. Veel van die toepassingen zijn niet alleen duurzaam op milieugebied, maar bieden ook weer volop mogelijkheden voor het bedrijfsleven zelf.


Groninger Ondernemers Courant

November 2014

Extra Nieuws 25 november Wolff Bioscoop Euroborg: feestelijke afsluiting revitalisering Eemskanaal en Winschoterdiep Op 25 november vindt in Wolff Bioscoop Euroborg de feestelijke officiële afsluiting plaats van de revitalisering van de bedrijventerreinen Eemskanaal en Winschoterdiep. De gemeente Groningen heeft in de periode van 2003 tot met 2014 ongeveer 30 miljoen euro geïnvesteerd in de revitalisering. Hierbij zijn onder meer de wegen verbeterd, fietspaden aangelegd en is de groenvoorziening aangepakt. Eind vorig jaar zijn de ondernemers op de beide terreinen gevraagd wat zij vinden van de resultaten van de revitalisering. Uit dit evaluatieonderzoek blijkt dat het vestigingsklimaat in het gebied op dit moment gemiddeld met 1,1 punt beter gewaardeerd wordt dan voor de revitalisering, van een 5.9 naar een 7. Naast de grote verbeteringen in het gebied wordt de aanleg van fietspaden door veel ondernemers in het bijzonder positief beoordeeld. Daarnaast is de criminaliteit in het gebied aanzienlijk verminderd. De revitaliseringswerkzaamheden zijn op dit moment bijna afgerond en met het starten van de aanbesteding voor de Bornholmstraat-zuidzijde is het laatste project van de revitalisering een feit. De

gemeente wil het afronden van de revitalisering graag vieren, samen met de VBZO en de ondernemers van alle bedrijventerreinen in Zuidoost en in bijzonder Eemskanaal/ Winschoterdiep. Terreinwinst geboekt De revitalisering van de bedrijventerreinen heeft destijds als projectnaam Terreinwinst meegekregen. De naam verwees naar de ambitie om echt winst te boeken: door een mooiere en betere werk­omgeving, maar zeker ook winst in de samenwerking tussen VBZO, ondernemers die direct te maken hadden met de werkzaamheden en de gemeente. Die samenwerking kreeg mede vorm door het instellen van een klankbordgroep. Een van de deelnemers was Helmer Zweep, eigenaar van Hunze-Trans, Binnenvaart Sleep- en Bergingsdienst, gevestigd in de Deense haven aan de Bornholmstraat. “Veel betrokkenen in het te revitaliseren gebied konden op diverse niveaus, verschillende momenten en locaties meedenken, meepraten en meebeslissen over de invulling. Natuurlijk hebben wij veel hobbels en soms heuvels moeten nemen voordat de top was bereikt.”

“Ondernemers denken vaak snel en impulsief, maar vergeten vaak beperkingen in verkeerskundige modellen en andere zaken, zoals beperkingen door kabels, privaat bezit en openbaar groen. Ook speelde mee dat veel bomen en struiken onderdeel vormen van de ecologische hoofdstructuur. Dan krijg je te maken met tegengestelde belangen van meer asfalt en minder groen tot smalle wegen en een brede ecologische berm. De meningen zijn, denk ik, hier nog over verdeeld.” “Maar wij hadden wel een gezamenlijk doel: het opwaarderen van ons bedrijventerrein. Tijdens het hele proces is er bij beide partijen meer begrip en waardering gekomen voor de verschillende standpunten en motieven, mede door transparante, betrouwbare informatie en ruimte voor inbreng van ideeën en plannen. En er waren veel leuke momenten, zoals bij het nieuwe fietspad langs de Bornholmstraat, waarbij de toenmalige wethouder Jaap Dijkstra en ik allebei in een veegauto symbolisch de opening verrichten op een mooie warme zomerdag. Maar verschil moet er wezen tussen een koster en een ouderling zeggen ze in Groningen: dus ik zat in een soort sauna, terwijl de

‘Ervaar en geniet het Damsterkwartier’: Damsterplein ­officieel geopend door wethouder Paul de Rook Steentilstraat en met de Oosterstraat, zodat we hier in binnenstad-oost weer een mooie looproute creëren. Die samenwerking is volgens mij ook belangrijk om uit te stralen naar klanten: dat je mensen ook doorverwijst naar collega’s, dat er een goede onderlinge sfeer is onder de ondernemers hier, dat stellen klanten op prijs. Maar we gaan eerst ons presenteren met de Kerstmarkt, laten zien dat we hier écht wat te bieden hebben.”

‘Ervaar en geniet het Damsterkwartier’: dat is de nieuwe slogan van het Damsterkwartier, met als stralend middelpunt het Damsterplein. Het nieuwe naambord van het plein is op 3 oktober officieel onthuld door wethouder Paul de Rook en Gea Veenstra, voorzitter van de ondernemersvereniging Damsterkwartier en eigenaresse van 2keerleuk, een winkel in het hogere segment van tweedehands dameskleding aan het Damsterplein. Het Damsterkwartier wordt gevormd door het Damsterdiep aan het plein, de Oosterhaven, Voormalig Klein Poortje, een stukje Schuitendiep tot aan de Nieuweweg en de Nieuweweg. Het gebied bestaat al bijna net zo lang als de stad zelf, maar heeft de laatste jaren een volledige gedaantewisseling ondergaan. De ondernemers hebben het zwaar gehad vanwege de langdurige werkzaamheden, maar we hebben er wel een prachtig plein voor teruggekregen waar heel veel mooie dingen mogelijk zijn, aldus Veenstra. “We hebben dit voorjaar een ondernemersvereniging opgericht, om gezamenlijk het Damsterkwartier goed op de kaart te zetten”, vertelt ze. “We gaan een groot aantal activiteiten opzetten zodat klanten

ons weer goed ‘in beeld’ krijgen.” Daarbij worden ze ondersteund door GCC, de gemeente en door het Service Punt Detailhandel. Bijzondere Kerstmarkt op 13 december Veenstra: “Na de officiële opening van ons plein op 3 oktober is onze eerste grote gezamenlijke activiteit de Kerstmarkt op 13 december. Dat krijgt echt ´smoel´: onze eigen stijl en kwaliteit, met echte chalets en gebaseerd op de mooie kerstmarkten in Duitsland. We hebben ook contacten met Duitse ondernemers die interesse hebben om hierheen te komen, dus dat wordt echt een sfeervolle markt. We bekijken ook of we de Ommerlandermarkt hierheen kunnen krijgen. Die zoekt een nieuwe locatie, omdat op hun plek in het Ebbingekwartier woningen gebouwd worden.” De ondernemers zoeken naar meer marktactiviteiten op het Plein zodat het er weer een gezellige drukte wordt. Goede sfeer voor klanten en ondernemers De ondernemers stellen voor het volgend jaar een activiteitenplan op, met publieks­ evenementen bijvoorbeeld op Koningsdag, maar zoeken ook samenwerking met de omgeving. Veenstra: “We willen graag samenwerken met de

Dat aanbod is ruim: een fraai plein dat veel mogelijkheden biedt, de parkeergarage, de haven die veel toeristen trekt en natuurlijk het aanbod aan winkels, horeca en dienstverlening. Dat er veel moois mogelijk is in dit gebied, bewees de Eerste Groninger Waddendag tijdens de opening van het Damsterplein in oktober, met veel muziek, een streekproductenmarkt, proeverijen van Groninger gerechten, garnalenpellers en drie fraaie garnalenboten waaronder het Garnalenmuseum. Het publiek genoot zichtbaar en dat belooft veel goeds voor de toekomst van het Damsterkwartier. Alle activiteiten van het Damsterkwartier zijn ook te vinden op Facebook.

VBZO-bestuurslid Helmer Zweep en (toenmalig) wethouder Jaap Dijkstra wethouder de veegauto kreeg met airco.” “Uiteraard hebben wij niet alle plannen kunnen realiseren, maar er is wel echt

winst geboekt. Het resultaat mag er zijn en ik nodig dan ook alle ondernemers in dit gebied uit de officiële afronding van de revitalisering met ons mee te vieren.”

‘Haven van Groningen ligt in Eemsdelta. En universiteit van Eemsdelta in Groningen!’ De regio Eemsdelta werkt al enige tijd samen met de regio Groningen-Assen. Door gebruik te maken van elkaars sterke punten verstevigen beide regio’s de economie van het hele gebied. De gemeenten Delfzijl, Appingedam, Eemsmond en Loppersum vormen samen de Eemsdelta. Het bureau Eemsdelta\EZ is het economisch samenwerkingsverband van deze gemeenten en de provincie. Maar daar stopt de samenwerking niet. “De Eemsdelta is zich er goed van bewust dat de eigen economie niet op zichzelf staat. Er is sprake van een grote wederkerigheid met de regio GroningenAssen”, zegt Harry Hoek, directeur van het bureau Eemsdelta\EZ. Hij benadrukt dat de economie van Groningen niet eindigt bij de stadsgrenzen. Zo worden de Eemshaven en de havens van Delfzijl ook wel de havens van Groningen genoemd. Een voorziening die de handelspositie van de stad kracht bijzet.

Andersom maakt de regio Eemsdelta bijvoorbeeld volop gebruik van de kennisinstellingen in de regio GroningenAssen. Bovendien is door de toegenomen mobiliteit steeds meer sprake van een gezamenlijke arbeidsmarkt en zijn de topsectoren energie, chemie en life sciences in beide regio’s goed vertegenwoordigd. Gezamenlijk vormt het hele gebied hierdoor een economische zone van formaat. Voldoende reden dus om samen te werken. “In 2012 is hiervoor dan ook een samenwerkingsconvenant tussen beide regio’s afgesloten. Het gewenste resultaat is een goed ondernemersklimaat, een gezamenlijke arbeidsmarkt en de optimale benutting van elkaars kwaliteiten. In dit kader worden activiteiten ontwikkeld en uitgevoerd. Dit heeft inmiddels al geleid tot een gemeenschappelijk arbeidsmarktonderzoek. Ook werken de regio’s onder meer samen op het gebied van gebiedspromotie”, aldus Harry Hoek.

Samen werken aan werkomgeving die schoon, heel en veilig is Schoon, Heel en Veilig: het zijn drie kenmerken die bepalen hoe prettig ieders werkomgeving is. In november gaan vertegenwoordigers van de drie ondernemersverenigingen VBZO, VBNO en VBGW, de gemeente, politie en brandweer drie bedrijventerreinen kritisch onder de loep nemen om te kijken wat er eventueel beter kan op het gebied van schoon, heel en veilig. Er wordt zowel overdag als ’s avonds een schouw gehouden. Alle betrokken partijen werken al jaren samen in de Stichting Beveiliging BedrijfsOmgeving Groningen. Die samenwerking leidde ertoe dat alle bedrijven11

terreinen in de gemeente het keurmerk Veilig Ondernemen verkregen. Nico Borgman, woordvoerder namens BBOG: “We hebben besloten die certificering voor de bedrijventerreinen los te laten, omdat dat voor ons niet praktisch hanteerbaar was. Het kostte te veel papierwerk en geld. We blijven de criteria wel hanteren, maar passen die nu stadsbreed toe. Zo krijg je meer eenheid in het beleid en aansturing voor de hele stad.” Tijdens de schouw wordt naar de omgeving gekeken, maar ook naar wat er op het eigen terrein van bedrijven eventueel beter kan. Een stapel pallets direct tegen de gevel bijvoorbeeld biedt onverlaten

een makkelijke toegang tot het dak en vormt bovendien een risico op brandstichting. De bevindingen uit de schouw worden uitgebreid met de informatie die ondernemers via een enquête zelf aanleveren over hoe zij hun werkomgeving ervaren. Dit, gecombineerd met cijfers van politie, brandweer en gemeente, levert een compleet beeld op van de situatie en wat er verbeterd kan worden, door de overheid maar ook door ondernemers zelf. De resultaten zullen in een later stadium aan alle ondernemers gepresenteerd worden.


Groninger Ondernemers Courant

November 2014

Onderwijs en Arbeidsmarkt Talent & Career Center: rendement uit hoger opgeleid talent of daar projecten bij zitten die passen bij hun profiel. Het gaat hierbij dus nadrukkelijk om tijdelijke projecten – het moet niet leiden tot verdringing van betaald werk - en om werk op niveau, die meer kennis en expertise vergen dan wat een stagiair(e) kan bieden.”

Mariëlla Pijpker (l.) en Ingrid Veldscholten Groningen is City of Talent. Het mooiste is natuurlijk dat bedrijven dat talent optimaal benutten, in een functie die naadloos aansluit bij het opleidings­ niveau, talent en ambitie. Het Talent & Career Center (T&CC) zet zich in voor hoger opgeleiden, door hen te begeleiden naar de best passende plek op de arbeidsmarkt. En met veel succes: het traject Startership, gericht op jonger hoger opgeleiden, leverde voor 75 procent van de deelnemers een betaalde betrekking op niveau op. Voor oudere hoger opgeleiden met werkervaring is er TalentTrain; 80 procent vond hierdoor een vaste baan. Ingrid Veldscholten, zakelijk directeur van T&CC, is daar terecht trots op. Groningen barst van hoger opgeleid talent, deels bijna of pas afgestudeerd en deels mensen met veel werkervaring. T&CC biedt hen diverse coachings- en trainingstrajecten aan en werkt daarbij nauw samen met het noordelijk bedrijfsleven. Talent behouden voor het Noorden Ingrid Veldscholten: “Wij zien het nadrukkelijk als onze taak om hoger opge-

leid talent in contact te brengen met het Noordelijk bedrijfsleven en omgekeerd het Noordelijk bedrijfsleven in contact te brengen met hoger opgeleid talent. Het wordt steeds belangrijker, met name op de huidige arbeidsmarkt, dat hoger opgeleiden er achter dienen te komen wat hun ambitie is, welke oplossing zij organisaties bieden en hoe ze dat onderscheidend kunnen presenteren. Dat is waar wij dagelijks met veel energie aan werken.” Werkervaring; sleutel tot succes Eén van de trajecten die T&CC hiervoor biedt, is Startership, gericht op mensen die nog maar kort zijn afgestudeerd. De deelnemers krijgen drie maanden lang een intensieve training, intervisie en individuele coaching, gericht op alle aspecten die van belang zijn bij het vinden van een baan. Na of tijdens die drie maanden doen de deelnemers ervaring op via een werkervaringsplaats. Veldscholten: “Bedrijven bieden via ons werkervaringsplaatsen (WEP) aan en die zetten wij vervolgens in onze WEPwinkel. Daarbij gaat het om projecten die drie tot zes maanden in beslag nemen. Als zij hun werkervaringsplaats bij onze WEPwinkel plaatsen kunnen deelnemers kijken

Marlies Schipperheijn van Alfa@Work Professionals:

‘Alfa’s vaak te bescheiden over wat ze kunnen’ De Rijksuniversiteit levert elk jaar hoogopgeleide en hele vaardige mensen af die een alfastudie met goed gevolg hebben voltooid. “Vroeger was de studie een opmaat naar een carrière in de wetenschap. Jezelf goed voorbereiden op een functie in het bedrijfsleven zit eigenlijk nog niet in de genen. Daardoor vinden met name afgestuurde alfa’s het vaak lastig hun weg te vinden naar de arbeidsmarkt.” Alfa@Work Professionals coacht alfa’s om zichzelf commerciëler te profileren en te presenteren. Marlies Schipperheijn heeft zelf een alfaachtergrond en is eigenaar van haar eigen communicatie- en coachingsbureau. “Communicatie speelt bij de coaching een grote rol. Alfa’s zijn hoogopgeleid en zeer vaardig, maar vaak veel te bescheiden over wat ze kunnen. Bovendien hebben ze niet altijd een duidelijk beeld

van de meerwaarde van die vaardigheden voor een werkgever. Bedrijven krijgen daardoor niet altijd een goed beeld en lopen daardoor misschien hele goede kandidaten voor een functie mis. In het coachingstraject leren alfa’s om specifiek te verwoorden wat hun kwaliteiten zijn en dit te vertalen in wat bedrijven zoeken. Daarnaast train ik hen om zich ook online goed te presenteren.” Schipperheijn is druk doende om haar netwerk in het bedrijfsleven verder uit te bouwen, zodat ze ook specifieke kandidaten kan introduceren bij ondernemers. “En ik zoek samenwerking met andere organisaties die zich richten op hoogopgeleiden. Groningen wil graag de universitair geschoolden in de stad houden en veel hoogopgeleiden zouden bij voorkeur hier blijven wonen en werken. Daar lever ik graag een bijdrage aan.”

De Startershipformule van de werkervaringsplaatsen voor hogeropgeleiden is opgezet in 2010, maar is momenteel enorm populair geworden. “Nu de economie langzaam aantrekt, is er duidelijk vraag naar hoger opgeleid talent, maar tegelijkertijd hebben ondernemers zo veel keus op de arbeidsmarkt dat ze graag gebruikmaken van de mogelijkheid om te zien wat mensen in hun mars hebben. Mede daarom zijn we er ook heel alert op dat het om tijdelijke projecten gaat. Werkervaringsplaatsen zijn alleen maar een middel om een betaalde baan te bemachtigen. Bij dezelfde maar vaak ook bij andere organisaties”, aldus Veldscholten. Interesse in het aanbieden van een werkervaringsplaats? Kijk voor meer informatie op www.talentcareercenter.nl

19 november Martiniplaza: Energy Career Event Op 19 november organiseert het T&CC, als onderdeel van de Energy Convention in Martiniplaza, het Energy Career Event. Ondernemers die werkzaam zijn in de energiesector kunnen zich vooraf aanmelden voor één op één gesprekken met hoogopgeleide pas-afgestudeerden in diverse branches. Ondernemers kunnen zo persoonlijk kennismaken met de young potentials. Zie voor meer informatie: www.energycareerevent.nl

Mariëlla Pijpker over Startership van het T&CC:

‘Dankzij werkervaring sterker in mijn schoenen’ Mariëlla Pijpker heeft bij het T&CC het traject Startership gevolgd, met een werkervaringsplaats als onderzoeker bij het Centraal Bureau van Zonnehuisgroep Noord. Sinds 1 augustus heeft ze een baan als onderzoeksassistent bij het Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling (CMO) in Groningen. “Ik ben in 2012 afgestudeerd aan de RuG, met een bachelor Sociologie en een master Criminologie. Ik wilde eigenlijk werk in de richting criminologie en veiligheid, maar na dik een jaar solliciteren kwam ik niet verder en besloot ik naar het Talent & Career Center (T&CC) te gaan. Daar heb ik het Startershiptraject gedaan. Je krijgt dan drie maanden training en moet vervolgens zelf gesprekken voeren over een werkervaringsplaats. Ik heb daar veel geleerd, hoe ik die gesprekken moet voeren, maar ook over wat je wilt en welke andere richtingen misschien geschikt zijn. De vacature van Zonnehuisgroep sprak mij erg aan. Kort gezegd komt het erop neer dat je onderzoekt hoe ouderen

langer tevreden kunnen blijven wonen, en dat gaat net als veiligheid ook over leefbaarheid, mijn grote interesse.” “Het CMO houdt zich ook bezig met zorg en wie weet, misschien heeft mijn onderzoekservaring bij Zonnehuisgroep Noord wel meegespeeld bij het besluit mij aan te nemen. Wat zeker een positieve invloed heeft gehad is het feit dat ik dankzij de training bij het T&CC en mijn ervaring voor mijn gevoel veel zekerder in mijn schoenen stond. Die zelfverzekerdheid straal je dan ook uit tijdens het sollicitatiegesprek.” “Het prettige van het T&CC is dat er iemand achter je staat. Het heeft voor mij 7 maanden geduurd voordat ik een werkervaringsplaats kreeg, dan is het heel fijn dat er iemand met je praat, je stimuleert en je een steun in de rug geeft.” Met als resultaat niet alleen extra onderzoekservaring, maar vooral een betaalde baan die aansluit bij opleidingsniveau en interesse.

Alexandra Tuin van Zonnehuisgroep Noord:

‘Hele positieve resultaten voor de organisatie én de mensen zelf’ Alexandra Tuin heeft Mariëlla Pijpker begeleid bij haar onderzoekswerk voor Zonnehuisgroep Noord en is zeer te spreken over het resultaat. “Dit is een hele mooie constructie: je krijgt niet alleen mensen die passen bij de vacatureeisen, maar vooral zeer gemotiveerde en enthousiaste mensen, hoogopgeleid, die graag werkervaring willen opdoen.” “Ik heb samen met een collega een app voor realtime tevredenheidsmetingen bij cliënten ontwikkeld. We hadden iemand nodig om dit binnen de organisatie te implementeren, te coördineren en ook het vervolg te borgen. We waren voor dit project specifiek op zoek naar een hoogopgeleid jonger iemand, vandaar dat we onze vacature bij het T&CC hebben ingediend. In de zorg is weinig geld voor stafondersteuning en het is lastig om zo’n project binnen het reguliere werk uit te laten voe-

ren. Voor een stage is het niet geschikt, omdat die ook nog andere dingen voor hun studie moeten doen en bovendien veel meer begeleiding nodig hebben. Mariëlla heeft dit geweldig opgepakt.” “Het mes snijdt aan twee kanten zo: wij krijgen de enthousiaste mensen met de kennis die we nodig hebben en voor hen is het echt de opstap naar betaald werk. We hebben vaker werkervaringsplaatsen, ook voor mensen die wel ervaring hebben, maar die een hele andere richting op willen en daar bij ons de specifieke beroepservaring op willen doen. Ik heb het nu diverse keren meegemaakt dat mensen binnen een paar maanden een betaalde baan vinden, dankzij de ervaring die ze bij ons opdoen. Mariëlla is daar een goed voorbeeld van. Solliciteren vanuit een baan, met werkervaring, gecombineerd met de training die het T&CC geeft, blijkt prima te werken.”

Gildeproject: het succesvolle Groningse antwoord op ‘stagemoeheid’ In Groningen lijkt dankzij een samenwerking tussen bedrijven, het onderwijs en een kenniscentrum het antwoord te zijn gevonden op ‘stagemoeheid’ bij bedrijven. Dat is het verschijnsel dat bedrijven geen stageplekken meer willen aanbieden voor jongeren omdat dat te veel ‘gedoe’ oplevert en omdat de bedrijven daar te weinig aan hebben. Het in Groningen ontwikkelde antwoord heet ‘Gildeproject’. Daarbij krijgen stagiairs op het niveau van MBO 1 of 2 op hun stageplek begeleiding van hun eigen schooldocent. De stage wordt optimaal ingericht naar de wensen van het bedrijf, dat daardoor meer vruchten kan plukken van de stage, en er minder werk en gedoe aan heeft. De scholier kan optimaal ondersteund werkervaring opdoen en krijgt in een aparte ruimte in het bedrijf ook nog les. Het Gildeproject werd bedacht en ontwikkeld door Gerda Boersema van 12

Calibris, een kenniscentrum voor leren in de praktijk in zorg, welzijn en sport. “Onze organisatie heeft onder meer als taak om te zorgen voor voldoende stageplaatsen voor MBO-scholieren. Ik merkte dat het steeds lastiger werd om die te vinden. Daarom heb ik goed geluisterd naar de problemen en irritaties bij bedrijven. Samen ook met onderwijsinstellingen hebben we vervolgens het Gildeproject bedacht”, vertelt Boersema. Kern van dat project is dat een docent van school mee gaat naar een bedrijf en zich daar dagelijks ontfermt over de stagiair. Dan hoeft het bedrijf dat niet te doen. Wel is er binnen het bedrijf een werkbegeleider, die uitleg kan geven over de werkzaamheden, vakbekwaamheid kan leren en kan fungeren als voorbeeld. “Als scholieren sociale of maatschappelijke problemen hebben dan lost de docent van school dat op. Hij ontzorgt

dus de werkbegeleider. Die kan zich dan echt concentreren op het geven van werkinstructies. Dat blijkt in de praktijk het Ei van Columbus. Want de scholieren zijn tevreden en de werkbegeleider ook”, aldus Boersema. Het Gildeproject is van start gegaan in 2008. Inmiddels zijn er al tien projecten, met meer dan 250 leerlingen, die meestal een jaar bij een bedrijf blijven. Ook de bedrijven zijn enthousiast over deze nieuwe werkwijze voor stages. “Meer dan ooit moeten scholen luisteren naar het bedrijfsleven en proberen aan de wensen van de bedrijven te voldoen. Dat gebeurt in het Gildeproject. Dat is goed voor de studenten, maar ook voor de bedrijven, want uiteindelijk zijn deze ook gebaat bij goed opgeleide toekomstige medewerkers.” Wie meer wil weten over het Gildeleren kan kijken op de website van Calibris: www.calibris.nl, onder het kopje ‘gildeleren’.


Groninger Ondernemers Courant

November 2014

Leefbaarheid Rijksuniversiteit is buitenboordmotor van de Groningse economie

Groningse Rijksuniversiteit investeert komende tien jaar 350 miljoen euro in nieuwbouw en renovatie De Rijksuniversiteit Groningen (RuG) investeert de komende acht tot tien jaar 350 miljoen euro in nieuwbouw en renovatie. Dat is noodzakelijk omdat de RuG voortdurend bij de tijd wil blijven en daarom haar voorzieningen en gebouwen in optimale staat moet houden. Voor bouw- en technische bedrijven betekent dit de komende jaren kans op werk. Deze investeringen zijn slechts één voorbeeld van wat de RuG voor het bedrijfsleven kan betekenen, en van de invloed die deze oudste onderwijsinstelling van de stad heeft op de Groningse en de gehele noordelijke economie. “De betekenis van de Rijksuniversiteit voor de Groningse economie is buitengewoon groot. Niet alleen in economische zin, maar ook omdat wij ons als universiteit terdege realiseren hoe belangrijk het bedrijfsleven en ondernemerschap zijn”, betoogt Jan de Jeu. Hij is vicevoorzitter van het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit en legt de Groninger Ondernemers Courant in zijn kamer in de Oude Boteringestraat uit hoe groot de betekenis is van de RuG voor de Groningse economie.

Wie even kijkt naar het cv van De Jeu ziet dat hij zich zeer betrokken voelt bij het ondernemerschap. Zo is hij bestuurslid van de Stichting Het Fonds Ondernemend Groningen, vicevoorzitter van het Bestuur van de Stichting Business Generator Groningen en voorzitter van het Bestuur van het Consortium voor Valorisatie en Ondernemerschap. Over de invloed van de universiteit op de economie in de stad zegt hij dat de RuG een grote werkgever is, met ruim vijfduizend medewerkers. De universiteit heeft 30.000 studenten, en de Hanzehogeschool 55.000. Daarvan wonen er 35.000 in de stad. “Zonder die onderwijsinstellingen zou Groningen niet zijn wat het nu is”, aldus De Jeu. Kenmerkend voor Groningen is dat studenten niet gemakkelijk naar huis kunnen wanneer de ouders wat verder weg wonen, en daarom leven ze écht in Groningen. Het aandeel internationale studenten en stafmedewerkers groeit sterk, en daardoor krijgt de stad een steeds internationaler karakter. “Inmiddels is al 13 procent van alle studenten afkomstig uit het buitenland. Dat betekent ook dat er in het buitenland steeds meer over Groningen wordt gesproken. Ook op die manier

Samenwerking gemeente en ondernemers werpt nu al vruchten af

krijgt de stad steeds meer uitstraling.” De Rijksuniversiteit is als grote organisatie ook een belangrijke afnemer van diensten van Groningse bedrijven. “En wij stimuleren ook dat veel kennis die is ontwikkeld aan de universiteit leidt tot nieuwe bedrijvigheid en nieuwe patenten en tot kansen om een bedrijfje te beginnen.” Dit alles overziend zou je kunnen denken dat het in Groningen allemaal goed geregeld is, en dat de RuG optimaal de mogelijkheden uitbuit die zich voordoen. “Nee, we zijn beslist nog niet tevreden. Zo denk ik dat veel meer bedrijven de weg naar de universiteit zouden moeten weten te vinden, wanneer ze problemen hebben die hier wellicht kunnen worden opgelost.” “Het gaat misschien goed met ons momenteel, maar het wordt de komende jaren hard werken om onze positie vast te houden. Zo staan wij als RuG momenteel in de top 100 van universiteiten. Dat is heel goed als je weet dat er zo’n 10.000 universiteiten zijn. Die positie willen we vasthouden, of we willen zelfs hoger klimmen. En ook onze verhouding met het bedrijfsleven willen we verder verbeteren, en daarom willen we voortdurend in gesprek blijven met het bedrijfsleven.”

Jan de Jeu

IWCN helpt buitenlandse werknemers op weg

Vervolg van interview met Henk Bos op pagina 1 “Met elkaar willen we zelfs proberen om in 2019 137.500 werkzame personen te hebben”, aldus Bos. Om dat doel te bereiken is er ook geld beschikbaar voor versterking van de economische structuur: de gemeente Groningen stelt 2,5 miljoen euro per jaar beschikbaar, en de ondernemers 1,8 miljoen vanuit Het Fonds. Maar, zegt Bos: “Ambities zijn mooi, we moeten ze natuurlijk wel waar maken met z’n allen. Wij als ondernemers. Maar ook de politiek.” Wat de politiek betreft, is hij aangenaam verrast door het enthousiasme van de wethouder van Economische Zaken, Joost van Keulen. “Maar het moet niet zo zijn dat deze straks de kar in zijn eentje gaat trekken. Wethouder Van Keulen zei laatst dat hij vindt dat de ondernemers de kop van het peloton vormen, en dat hij daarachter in het peloton zit. Maar het kan niet zo zijn dat dat peloton straks slechts uit één persoon bestaat, namelijk de wethouder. Net zoals het belangrijk is dat bedrijvenverenigingen zoveel mogelijk ondernemers vertegenwoordigen is het ook van belang dat het Convenant zeer breed wordt gedragen in de politiek, door alle politieke partijen het liefst”, aldus Bos. Volgens de OBG-voorzitter moet er nu vooral praktisch worden nagedacht en moeten er meters worden gemaakt. “Zo wil men in de gemeente Groningen een kerntakendiscussie gaan voeren. Dat zou ik niet doen door slechts eigen principes te hanteren: dat wordt een zwart-wit discussie, een ideologisch verhaal. Je zou gewoon met het Groningse bedrijfsleven kunnen gaan praten en vragen op welke wijze je tot de beste invulling van het convenant kunt komen. Wat zijn elkaars ideeën hierover? Gemeente en bedrijfsleven moeten samenwerken: Vul elkaar aan, stap af van de gedachte of alles zelf

willen doen of alles uitbesteden. Maak vooral gebruik van elkaars sterke kanten.” Volgens Bos zijn er heel veel interessante initiatieven in Groningen, maar niet iedereen weet van elkaar dat ze er zijn. “Daar zie ik een mooie rol voor de gemeente: Voorkom dat iedereen afzonderlijk het wiel opnieuw uitvindt. Inventariseer welke initiatieven er zijn en ondersteun in de coördinatie om te komen tot één agenda. Ik zie een mooie rol voor de gemeente om overkoepelend die verbinding tot stand te brengen.” “Een ander voorbeeld: ook in Groningen zijn de laatste vijf jaar bedrijventerreinen aangelegd waar geen vraag naar blijkt te zijn. De nieuwe terreinen worden nauwelijks onderhouden omdat ook hier geen geld meer voor is. De terreinen verpauperen op deze wijze snel. Dat is dood- en doodzonde. De gemeente heeft er geen budget voor en legt vervolgens uit dat daarom ook nieuwe terreinen langzaam afglijden. Maar volgens mij zou het slimmer zijn om met het bedrijfsleven te praten. Ondernemers zijn creatief, denken graag mee en hebben baat bij een gezond vestigingsklimaat. En dat kan de gemeente naast werkgelegenheid, zelfs besparingen opleveren.” Kortom: regulier overleg tussen de gemeente Groningen en het bedrijfsleven kan ontzettend vruchtbaar werken en veel opleveren voor Groningen. Het is een unieke kans om samen te werken. Volgens Bos is het nu aan de bedrijvenverenigingen, en aan de gemeente, dat er breed draagvlak blijft, zodat de kansen die zich voordoen enthousiast worden benut en dat er een duurzame en zeer vruchtbare samenwerking ontstaat tussen de stad en haar ondernemers.

Speciaal voor werknemers uit het buitenland opent in november het International Welcome Center North (IWCN) de deuren. Het IWCN helpt buitenlanders, die tijdelijk in NoordNederland aan de slag gaan, praktisch op weg. Het IWCN zorgt daarmee voor een nog aantrekkelijker vestigingsklimaat. Het IWCN is het beste te omschrijven als een ‘one stop shop’: buitenlandse werknemers kunnen er voor de meest uiteenlopende zaken terecht. Het belangrijkste is wel dat het IWCN de procedures voor verblijfsvergunningen en BSN-nummers versnelt van zes weken naar drie dagen. En dat kan een hoop ellende schelen: “Zonder BSN-nummer kun je namelijk helemaal niks: geen verzekering afsluiten, geen bankrekeningnummer openen, niets. Voor mensen die hier net komen 13

wonen, is het dus van groot belang dat deze procedures zo snel mogelijk verlopen”, zegt Frederic van Kleef van de gemeente Groningen. De meeste buitenlandse werknemers komen niet alleen: vaak nemen ze hun hele gezin mee. Het IWCN helpt dan door betrouwbare informatie te geven over bijvoorbeeld internationale scholen, maar ook over banken, huisartsen en tandartsen. Dat deze informatie verstrekt wordt, komt niet alleen de buitenlandse werknemer ten goede; het scheelt de bedrijven waar zij aan de slag gaan ook veel uitzoekwerk. In een later stadium kan het IWCN de nieuwe werknemer helpen met integreren en socialiseren door te informeren over netwerkbijeenkomsten, cursussen en andere activiteiten. Sowieso kunnen

de buitenlandse werknemers altijd bij het IWCN terecht met vragen of voor advies. “Daarbij gaat het vaak om heel praktische zaken: ik heb mijn energierekening in het Nederlands gekregen, wat moet ik daarmee?” Volgens Van Kleef zorgt de komst van het IWCN ervoor dat het vestigings­klimaat in Noord-Nederland nog aantrekkelijker wordt. “Internationale talenten kunnen overal aan de slag, dus je moet het hier zo aantrekkelijk mogelijk maken. Niet alleen omdat ze dan voor Noord-Nederland kiezen, maar ook vanwege de mond-totmondreclame die het deze regio vervolgens oplevert in bijvoorbeeld China of Amerika.” Het IWCN is een initiatief van het ­Akkoord van Groningen en richt zich op heel Noord-Nederland.


Groninger Ondernemers Courant

November 2014

Bereikbaarheid Wethouder Paul de Rook:‘Het Hoofdstation wordt het visitekaartje van de stad!’

‘Ingrijpende aanpak Hoofdstation van groot belang voor Groninger bedrijfsleven’ Hij is voorzitter van de Stuurgroep Groningen – Spoorzone, een stuurgroep waarin onder meer de gemeente en provincie Groningen, ProRail, de Nederlandse Spoorwegen en Rijkswaterstaat zijn vertegenwoordigd.

Paul de Rook – foto Jeroen van Kooten Het Hoofdstation in Groningen en het Stationsgebied staan aan de vooravond van een ingrijpende opknapbeurt. Die moet er toe leiden dat het Hoofdstation in oude luister wordt hersteld en als visitekaartje voor de stad gaat fungeren, waarbij de oude grandeur van de stationshal weer maximaal tot zijn recht zal komen. Er komen nieuwe perrons, treinen kunnen straks doorrijden, er komt een voetgangerstunnel, een bustunnel,

mogelijk een fietstunnel en een betere verbinding naar de binnenstad. En dat voor een investering van 236 miljoen euro. “Deze ontwikkeling moet leiden tot een verbetering van de bereikbaarheid van de stad voor de consument, bezoekers en werknemers”, vertelt de Groningse wethouder voor Verkeer Paul de Rook (D66).

“We zijn heel blij met het feit dat het bedrijfsleven in een klankbordgroep met ons meedenkt. Daar leggen we soms zaken aan voor, waarover we nog geen besluit hebben genomen, zodat men echt tijdig kan meepraten”, aldus De Rook. Volgens hem is het feit dat het bedrijfsleven meepraat ook pure noodzaak omdat de plannen mede zijn bedoeld om de economie van Groningen te versterken. “Het is van levensbelang dat Groningen bereikbaar blijft, dus ook per trein. Aangezien er in de toekomst veel meer treinen zullen gaan rijden, moet het Hoofdstation daar ook op worden aangepast. Maar daarnaast is het zo dat er dagelijks tienduizenden mensen zullen in- en uitstappen op het Hoofdstation. Dan moeten we de ruimte op zo’n manier inrichten dat die bezoekers zo gemakkelijk mogelijk naar de Groningse binnenstad kunnen komen. Het moet voelen alsof je over de rode loper naar het centrum loopt!”, aldus de wethouder.

“Overleg met het bedrijfsleven is ook noodzakelijk om alle werkzaamheden die er de komende jaren in Groningen plaatsvinden, goed op elkaar af te stemmen: niet alles tegelijk, anders wordt het een chaos. Wat dat betreft is het ook goed dat de organisatie Groningen Bereikbaar is opgezet”, zegt hij. Die organisatie zorgt voor overleg, afstemming en communicatie. De wethouder wijst er op dat er nu al wordt nagedacht over het gigantische terrein achter het Hoofdstation. Door het verdwijnen van het opstelterrein wordt dat een unieke, nieuwe vestigingsplaats. “Eén ding is zeker: het gebied achter het Hoofdstation is straks een toplocatie! Het is prachtig om samen met de gemeenteraad en andere belanghebbenden na te denken over wat je daar zou kunnen doen. We denken na over wat voor programma je kunt realiseren: kantoren, woningen, recreatie of een combinatie van dat alles. Dit wordt later echt een A-locatie, zo tussen Ringweg en Hoofdstation”, aldus de wethouder. Groningen heeft nog wel even de tijd om na te denken: rond 2016 moet het plan klaar zijn.

Visitekaartje Zeker is volgens wethouder De Rook ook dat het station straks echt een visitekaartje wordt. “Ons prachtige Stationsgebouw moet een schitterende entree worden. Als mensen straks op het station komen moeten ze denken: ‘Ah, wat mooi! Ik ben in Groningen!’” Of het omstreden Stadsbalkon ook verdwijnt, is volgens de wethouder niet te zeggen. “Niet iedereen vindt het mooi, maar het is wel een grote fietsenstalling. Wat we er mee doen, hangt straks ook af van hoeveel geld we hebben en of de bussen aan deze kant van het station blijven of mogelijk naar de achterkant gaan.” Stad van de Toekomst De wethouder beschouwt de plannen voor Groningen - Spoorzone als een grote, maar inspirerende uitdaging. “Je bent echt bezig met de stad van de toekomst. Dat doen we in overleg met tal van partijen, zoals het bedrijfsleven. Ik vind het prachtig dat ik mee mag denken over alle ontwikkelingen op en achter het Hoofdstation. Dat je daar een bijdrage aan mag leveren als wethouder, dat is voor mij nog wel het meest enthousiasmerende.”

Ineke van Gent (NS) vraagt ondernemers mee te denken over toekomstig Stationsgebied Groningen staat aan het begin van een uitdagend traject dat moet leiden tot een opknapbeurt en herwaardering van het Hoofdstation en een deel van het Stationsgebied. Voor het Hoofdstation zijn al vergevorderde plannen, maar voor het gebied achter het station - het Stationsgebied zuidzijde - verkeert de planontwikkeling nog in een zeer pril stadium. Zeker is wel dat er een unieke mogelijkheid ligt er een prachtig, toekomstbestendig gebied van te maken dat dan de komende tientallen jaren een economische motor voor Groningen zou kunnen zijn. “In dit gebied is nog van álles mogelijk. Ik zou daarom ook heel graag ideeën horen van ondernemend Groningen voor de invulling ervan. We hebben in Groningen met z’n allen maar één keer de kans om het goed aan te pakken en het zou geweldig zijn wanneer ook ondernemend Groningen met ideeën komt!”, zo zegt Ineke van Gent, regiodirecteur Noordoost van de Nederlandse Spoorwegen. “Ik zou het wel spannend vinden als mensen met onverwachte plannen komen en out-of-the box willen denken. Laten we onze fantasie de ruimte geven.” “De plannen voor het station die al ontwikkeld zijn, hebben te maken met bereikbaarheid. De stad moet goed bereikbaar blijven, zeker ook voor treinreizigers”, vindt Van Gent. “Daarom komen er meer perrons, gaan er meer treinen rijden en komen er tunnels onder het Hoofdstation”, vertelt ze. Verder komen er betere voorzieningen om de reis van deur tot deur voor reizigers zo aantrekkelijk mogelijk te maken. “De reizigers, daar doen we het voor. Die staan bij de NS op 1, 2 én 3.”

Wat de extra treinen betreft: al vanaf eind 2016 komen er in de spits twee extra pendeltreinen tussen Assen en Groningen. Die worden ingezet om zoveel mogelijk mensen per trein te laten reizen wanneer de zuidelijke ringweg straks op de schop gaat. “We hebben nu al Sprinters en de Intercity, en daar komt die pendel dan nog bij. Er vertrekken dan voortdurend treinen: als je een trein mist, ben je net op tijd voor de volgende!”, zegt Van Gent. Ook de NS doet er dus alles aan om Groningen, ook tijdens de werkzaamheden aan de zuidelijke ringweg, goed bereikbaar te houden. “Zeker voor ondernemers is goede bereikbaarheid essentieel. We zetten daartoe met elkaar alles op alles.” In samenwerking met andere vervoerders worden aansluitingen verbeterd en ook aan goede P&R- en fietsvoorzieningen wordt gewerkt.

Dit zie je ook op andere stations. Verder moet je het voorplein op zo’n manier inrichten dat er een natuurlijke looproute komt van en naar het station en naar de binnenstad.” Naar de zuidkant van het station komt een tunnel. “Voor dat grote gebied, dat nu nog deels in gebruik is als rangeerterrein, is nog zeer veel denkbaar. Ik zou het geweldig vinden als ook ondernemend Groningen met ons mee wil denken zodat we uiteindelijk de allerbeste ideeën kunnen realiseren”, aldus Van Gent.

Ineke van Gent

De NS denkt ook na over nieuwe winkels en andere voorzieningen op een nieuw te realiseren binnenplein achter het station. “De huidige winkels dragen enorm bij aan de klanttevredenheid van onze reizigers en de levendigheid van het stationsgebied”, weet Van Gent. Ook met de schitterende stationshal wil de NS veel meer doen. “Die hal is prachtig gerestaureerd, maar we zijn vergeten er een goede functie aan te geven. Gelukkig komt de hal na de komst van de nieuwe perrons en de voetgangerstunnel weer in het hart van het station te liggen. Hierdoor wordt de hal straks veel intensiever gebruikt door reizigers en door Stadjers die van de noord- naar de zuidzijde lopen. Nu ook de loketten er weg zijn, kun je nadenken over hoe je die hal kunt verlevendigen. Je kunt bijvoorbeeld denken aan een gezamenlijk OV-loket of een ruimte creëren voor het ‘nieuwe werken’.

Schets van het stations­ gebied bekeken vanuit het zuiden met daarop zichtbaar: de nieuwe sporen en perrons (licht rood), de voetgangerstunnel met opgangen, rechts daarnaast de mogelijke fietstunnel en ondergrondse stalling (geel geblokt), de bustunnel (blauw) en het ontwikkelgebied. Bron: Groningen Spoorzone. 14


Groninger Ondernemers Courant

November 2014

Gedeputeerde Mark Boumans

‘Over tien jaar is bezoek aan Hoofdstation compleet andere belevenis!’

“Steeds meer ondernemers beseffen dat je verschillende vormen van vervoer kunt inzetten om Groningen bereikbaar te houden. Een jaar of tien geleden werd vooral gedacht aan extra parkeergarages. Maar nu heb ik de ervaring dat veel ondernemers zeer betrokken zijn, zich verantwoordelijk voelen en nadenken over het inzetten van een mix aan vormen van vervoer. En daar hoort de trein uitdrukkelijk ook bij!” Dat zegt de Groningse gedeputeerde van verkeer en vervoer Mark Boumans (VVD). Hij is intensief betrokken bij het maken van plannen om Groningen de komende decennia bereikbaar te houden. Ook per spoor. Zo is hij onder meer lid van de Stuurgroep Groningen Spoorzone. Deze stuurgroep heeft plannen ontwikkeld om Groningen ook per trein bereikbaar te houden. Met de plannen is een investering gemoeid van 236 miljoen euro. Meest in

het oog springend onderdeel van de plannen betreft een revitalisatie van het Hoofdstation en het omliggende Stationsgebied. Zo komen er tunnels onder het station, komen er meer sporen en is Groningen straks geen eindstation meer, maar kunnen treinen, bijvoorbeeld uit Leeuwarden, ook doorrijden. In 2020 moet het station daarnaast klaar zijn voor een uitbreiding van de treindienstregeling. Dankzij deze investeringen kan het aantal passagiers dat dagelijks via het Hoofdstation aankomt of vertrekt, groeien van 35.000 naar 45.000 per dag. Voor zijn werk heeft Mark Boumans intensief overleg met de Groningse en noordelijke ondernemersorganisaties. “Wat ik prettig vind aan mijn activiteiten is dat iedereen er wel van overtuigd is dat we echt maatregelen moeten nemen om te voorkomen dat Groningen dichtslibt door het autoverkeer. En het is echt van deze tijd dat veel bedrijven nadenken over een

mix aan vervoer voor hun medewerkers: soms per auto, soms op de fiets of e-bike of soms thuis werken. Dat zet echt zoden aan de dijk!” Station Kan de gedeputeerde zich ook verheugen op het resultaat van de ontwikkelingen die hij nu in gang helpt te zetten? “Ja! Ik vind het echt prachtig om mee te mogen denken over plannen voor het Stationsgebied. Een van de dingen waar ik naar uitkijk is dat Groningen straks geen eindstation meer is. Treinen uit Leeuwarden, Bremen of Delfzijl kunnen dan gewoon doorrijden.” “En ik kan me ook verheugen op het feit dat het Stationsgebied over tien jaar een veel belangrijker functie zal hebben. De activiteiten in het gebied zijn in 2020 of 2025 enorm toegenomen. Over tien jaar herken je het gebied haast niet meer, dat wordt een heel andere belevenis. Het Sta-

Mark Boumans – foto provincie Groningen tionsgebied zal dan veel meer het middelpunt zijn van de spoorzone. En dat gaat weer een nieuwe dynamiek geven, en dat is goed voor de economie van Groningen. Ik denk dat we over tien jaar met z’n allen met trots naar het Stationsgebied zullen

kijken en zien hoe mooi en dynamisch het daar is geworden. Dan is zichtbaar waar je nu als bestuurder mee bezig bent, en ja, dat is een van de mooie kanten van mijn functie.”

150 mensen. Wij stimuleren hen om waar mogelijk te gaan carpoolen. Ook kunnen we proberen mensen een dag per week met de fiets te laten komen. Maar onze grootste uitdaging betreft het vrachtverkeer. Tijdens de bietencampagne rijden er 850 vrachtwagens per dag naar onze fabriek. Hier geldt dus de wet van de grote

aantallen: door de logistiek nog verder te optimaliseren kun je bijdragen aan Beter Benutten”, aldus een gedreven Bram Fetter.

Ook voor Suiker Unie vormt bereikbaarheid een belangrijk thema Steeds meer ondernemingen en instellingen in Groningen stimuleren hun medewerkers om de auto te laten staan, buiten de spits te reizen of om bestaande wegen beter te benutten. Dat beleid heeft effect. In twee jaar tijd is het aantal spitskilometers met maar liefst 17 procent gedaald. Dat succes kon worden gerealiseerd omdat veel grote werkgevers in Groningen mee hebben gedaan aan dit beleid. Maar nu is het de beurt aan kleinere bedrijven en is het zaak ook de kleinere werkgevers enthousiast te maken. Dit betoogt Bram Fetter, plantmanager van de grootste suikerfabriek van NoordNederland, Suikerfabriek Vierverlaten van Suiker Unie. Plantmanager Bram Fetter is lid van werkgeversorganisatie VNO-NCW Noord en vormt samen met gedeputeerde Henk Brink van Drenthe en minister Melanie Schultz van Haegen het bestuurlijke trio van het programma ‘Beter Benutten’ voor de Regio Groningen - Assen. Beter Benutten is, kort gezegd, een initiatief van het Rijk om in plaats van telkens

maar weer nieuwe asfaltwegen neer te leggen, de bestaande wegen en andere bestaande infrastructuur beter en slimmer te benutten. Er zijn sinds 2012 in heel Nederland tal van inventieve plannen bedacht om veel efficiënter met bestaande wegen om te gaan. Ook in de regio Groningen - Assen zijn in dat kader al veel plannen uitgevoerd. Het bedrijfsleven is een belangrijke partner en speelt een grote rol in het oplossen van de problemen met het bereikbaar houden van de regio. Dat heeft er nu al toe geleid dat er 17 procent minder spitskilometers zijn in de regio Groningen- Assen. “Steeds meer werkgevers onderkennen het grote belang van maatregelen ter verbetering van de bereikbaarheid van de stad, en van de bereikbaarheid van hun eigen bedrijven. De ‘sense of urgency’ is duidelijk merkbaar toegenomen. Nu dat gevoel er begint te komen, moeten we dat als een olievlek zien uit te breiden. Ik denk dat dat zeker zal lukken, want we werken momenteel aan een aantal hele interessante nieuwe maatregelen

Bram Fetter ter verbetering van de bereikbaarheid die veel werkgevers en werknemers zeker zal aanspreken.” Suikerfabriek Ook bij het bedrijf waar Bram Fetter zelf de baas is, is bereikbaarheid een belangrijk thema geworden. “Er werken bij ons

Groot onderzoek naar bereikbaarheid bedrijventerrein Zuidoost De organisatie Groningen Bereikbaar gaat een groot onderzoek doen naar de bereikbaarheid van bedrijven op het bedrijventerrein Zuidoost. Alle bedrijven hebben een enquêteformulier gekregen, waarbij ze kunnen aangeven hoe hun goederenstromen lopen. Er moet meer inzicht komen in alle transportbewegingen naar- en vanaf het terrein, met alle transportmiddelen: van vrachtwagens tot kleinere wagens. Aanleiding voor

het onderzoek vormt de aanstaande aanpak van de zuidelijke ringweg, die vanaf 2016 ook invloed zal krijgen op de bereikbaarheid van de bedrijven op Zuidoost. “We weten momenteel onvoldoende welke verkeersbewegingen er allemaal zijn”, vertelt Thomas Faber, mobiliteitsmanager bij Groningen Bereikbaar. Dat is wel nodig om te kijken welke verkeersmaatregelen moeten worden genomen tijdens de ombouw van de zuidelijke ringweg. De enquête moet bedrijven ook dwingen

Minister Schultz tekent Tracébesluit voor ombouw Ring Zuid

om serieus na te denken over de bereikbaarheid en de mogelijke gevolgen van de aanpak van de zuidelijke ringweg. “Het kan zijn dat sommige bedrijven er niks van merken en anderen juist wel. We moeten kijken of we ze kunnen helpen bereikbaar te blijven tijdens werkzaamheden”, aldus Faber. “Wat er uit komt: dat weten we nu natuurlijk nog niet. Maar we weten wel dat bereikbaarheid een vitaal economisch belang is voor de ondernemingen.”

15

Minister Melanie Schultz van Haegen heeft in oktober haar handtekening gezet onder het Tracébesluit voor de ombouw van de zuidelijke ringweg. Dat houdt in dat eind 2014 of begin 2015 het project kan worden aanbesteed. De ondertekening is de laatste stap in de wettelijke procedure. Er is 693 miljoen euro beschikbaar voor de ombouw en het opknappen van omringende stadswijken. De ringweg gaat over een afstand van 12 kilometer op de schop. Ook worden de aansluitingen van de ringweg op de A28 van en naar Assen aangepakt.

Het Julianaplein is nu in Nederland nog het enige kruispunt met stoplichten op een rijksweg. Straks wordt verkeersplein volledig ongelijkvloers waardoor het verkeer sneller kan doorstromen. De ringweg komt over een afstand van 1100 meter ondergronds te liggen. Op de weg komen drie deksels met een nieuw park: het Zuiderplantsoen. De wijken ten noorden en ten zuiden van de ringweg worden hier weer aan elkaar verbonden en krijgen nieuwe fiets- en wandelverbindingen. De plannen liggen tot en met 13 november ter inzage bij de gemeente, de provincie en het Rijk. Alleen in die periode kan beroep worden aangetekend bij de Raad van State.


Groninger Ondernemers Courant

November 2014

Zilvermeer in Kardinge: de mooiste plek van … BENK Advocaten Als het weer een beetje meezit, maken de medewerkers van BENK Advocaten een vrij stevige lunchwandeling. Het Zilvermeer, dat vrijwel naast het kantoor ligt, biedt daar een prachtige gelegenheid voor. Je kunt helemaal rondom het water lopen, met uitzicht op de vernieuwde sporthal en de klimtoren aan de ene kant en het weidse uitzicht over de natuur aan de andere kant. De fraaie omgeving die Kardinge biedt was een van de redenen voor BENK Advocaten om zich hier te vestigen toen ze aan de Westersingel uit hun jasje groeiden, vertelt Ben Kievitsbosch, mede-oprichter van het kantoor. “Kardinge is een fantastisch visitekaartje voor ons kantoor. De combinatie van goede bedrijven, sportvoorzieningen en de natuur maakt dit een heel dynamisch en aantrekkelijk

gebied. De recreatie trekt veel mensen, waardoor het hier altijd, ook buiten kantooruren, levendig is. Het is een actief gebied waar zich steeds meer bedrijven vestigen en waar bedrijven ook lang gevestigd blijven. We werken niet alleen voor ondernemers, we zijn zelf ook ondernemers en we willen dus tussen ondernemers zitten. Bovendien wonen mijn collega van het eerste uur Peter en ik zelf hier in de omgeving, we sporten graag en Peter is daarnaast erg actief betrokken bij het Groninger Landschap. Dus dit past in alle opzichten heel goed bij ons.” Bereikbaar, betrouwbaar en betrokken “We zijn bovendien uitstekend bereikbaar hier aan de Ring Oost. We werken voor ondernemers, dus bereikbaarheid en makkelijk parkeren is voor onze klanten van groot belang.” Bereikbaarheid en betrokkenheid bij de omgeving zijn niet

alleen letterlijk, maar ook figuurlijk belangrijke kenmerken voor de werkwijze van BENK Advocaten, aldus Kievitsbosch. “Goed en makkelijk bereikbaar zijn, echt betrokken zijn bij onze cliënten en betrouwbaar zijn en dat ook uitstralen: dat levert langdurige relaties op.” De betrokkenheid bij ondernemers en bij de omgeving is ook de reden dat Kievitsbosch bestuurslid is van de VBNO: “Als advocaten zijn wij dienstverlener en dat geldt eigenlijk ook voor de VBNO. Ik vind het belangrijk dat de ondernemers hier een stem hebben in wat er gebeurt in de omgeving en in de stad. Bovendien is het belangrijk dat je je collega’s in de buurt leert kennen, en weet wat er in de buurt te halen en te brengen is.” Een duidelijke oproep aan collega-ondernemers: word lid van de VBNO en beslis mee over je eigen omgeving.

v.l.n.r. Machteld Drenth, Ewout Bijkerk, Corina Bouwman, Ben Kievitsbosch, Dethmer Kupers, Greetje Bergsma en Lars van Dijk.

Ralph Steenbergen, directeur NESK in de Watertoren:

‘Ondernemende vastgoedeigenaar maakt rendement’ Steeds meer vastgoedeigenaren krijgen te maken met potentiële huurders die in allerlei samenwerkingsvormen andere huurovereenkomsten vragen dan gebruikelijk. Ralph Steenbergen is directeur van NESK en zelfstandig vastgoedadviseur. Zijn bedrijf is gevestigd in de Watertoren bij het Noorderplantsoen, waar hij samen met House of Design tevens de Bovenkamer van Groningen bestiert. Daarnaast is hij voorzitter van de Stichting Vastgoedrapportage regio Groningen|Assen. Steenbergen kent uit eigen ervaring veel voorbeelden van hoe de zakelijke vastgoedmarkt verandert.

“Hoe ga je om met creatieve vormen van samenwerking waar geen sprake kan zijn van een klassieke huurovereenkomst, dat is een vraag waar veel vastgoedeigenaren mee te maken krijgen. De oude structuur, een huurcontract met een vastgestelde looptijd en huur, die veelal de waarde van het pand bepaalt, voorziet hier niet in. Sommige vastgoedeigenaren zijn huiverig om die oude structuur los te laten, anderen gaan juist actief op zoek naar nieuwe mogelijkheden. Die bieden bijvoorbeeld flexibele huurcontracten, in opzegtermijnen, omzet gerelateerde huurprijzen

of levering van diensten. En het zijn die actieve vastgoedeigenaren die ik mooie rendementen zie maken. De vastgoedeigenaar moet niet vergeten dat hij zelf ook ondernemer is!”

Het gaat om mensen, niet om vierkante meters Vastgoedeigenaren dienen volgens Steenbergen mee te denken met de huurder en ook geïnteresseerd te zijn in hoe het de huurder, hun klant, vergaat. “Uiteindelijk gaat het niet om vierkante meters, maar om mensen en hen ruimte bieden voor ondernemerschap. Ik zit met mijn bedrijf niet in de Watertoren vanwege de vierkante meters, maar omdat deze plek mij ruimte biedt om ook congressen en bijeenkomsten onderdak te bieden. En daar word ik blij van als ondernemer, blij dat ik daar kantoor mag houden. Als het de huurder goed gaat, is dat goed voor de eigenaar, voor de waarde van het pand en goed voor de economie van de stad.” Deze en andere ontwikkelingen in de noordelijke vastgoedmarkt staan tevens beschreven in het Vastgoedrapport 2014, een uitgave van Stichting Vastgoedrapportage Regio Groningen|Assen, te vinden op www.vastgoedrapport.nl.

Bovenkamer van Groningen in de Watertoren: mooi voorbeeld van herbestemming De Watertoren aan de Noorderbinnensingel 14 biedt sinds dit voorjaar onderdak aan NESK en House of Design. Beide onderneming zijn gevestigd aan de voet van de watertoren. Hoog boven hen runnen beide bedrijven samen de Bovenkamer van Groningen: een amfitheater voor alle mogelijke bijeenkomsten, van alle faciliteiten voorzien, met daarboven een ronde zaal met gezellige bar. Ralph Steenbergen van NESK: “In plaats van de miljoen liter water van vroeger bieden wij hier ruimte voor een miljoen ideeën, events, feesten en vergaderingen. Afgelopen augustus zijn we Noorderzonlocatie geweest, er is een optreden geweest van een singersongwriter, er worden hier vergaderingen en brainstormsessies gehouden en verjaardagen gevierd. Kortom, de Watertoren bruist weer als nooit te voren; alhoewel het water vroeger waarschijnlijk juist niet moest bruisen.” Alle informatie over het huren van de watertoren is te vinden op www.debovenkamervangroningen.nl en Facebook, BovenkamerGroningen. De stad kent meer voorbeelden van panden die een mooi tweede leven hebben gekregen. Zo is het voormalige belastingkantoor aan de Hofstede de Grootkade verbouwd tot jongerenhuisvesting, net als het vroegere pand van Wolters Noordhoff aan Damsport. De vroegere silo op het CiBoGa-terrein kreeg zelfs een nieuwe plek op het terrein en biedt onderdak aan restaurant Oberland.

foto Koos Boertjens (groningenvanboven.nl)

AGENDA 2 november – Ondertekening Convenant Ondernemend Groningen in Euroborg 4 & 5 november – Promotiedagen voor het bedrijfsleven Noord-Nederland in Martiniplaza 7 november – Najaarsdeadline VBNO voor indienen van projecten voor Het Fonds Ondernemend Groningen 7 november – Bedrijfsbezoek VBGW aan Grontmij Groningen 13 november – VBNO-lid Hellen van Lienden van ­Pas-i organiseert een Crowdfunding Proeverij: een wandeltocht langs 3 bedrijven in het stadscentrum van Groningen

COLOFON Groninger Ondernemers Courant

19 november – Energy Startup Pitch Event in Martini-plaza

26 november – Algemene Ledenvergadering VBGW

Hoofdredacteur: Hans de Preter

20 november – Ledenvergadering van de VBNO bij Euro Kartracing & Bowling Groningen

27 november – Uitreiking van de Groninger Ondernemingsprijs

Redactie: Marieke Bos, Matthijs van Houten, Annette Jonkhoff, Jelte Stol en Tom Tieman

20 november – TEDx evenement in de Stadsschouwburg van Groningen

10 december – In De Nieuwe Kolk in Assen wordt het Congres Smart Regions North georganiseerd

21 november – Werkconferentie Noord-Nederland in Theater De Nieuwe Kolk te Assen met als thema Hightech regio

11 december – Jaarafsluiting VBGW met netwerk­ borrel op Zernike Campus Groningen

21 & 22 november – Tweede editie van het festival Let’s Gro

17 november – bijeenkomst VBGW Corpus den Hoorn

24 november – Opening van het International Welcome Center North in Groningen

18 november – Algemene Ledenvergadering van de GCC

25 november – Officiële feestelijke afsluiting revitalisering Eemskanaal en Winschoterdiep

18 november – Algemene Ledenvergadering VBGW

26 november – Healthy Ageing Network Noord-Nederland (HANNN) en Food Circle organiseren in het Leeuwardense WTC Expo een netwerkbijeenkomst over Food for Health, Care for Costs 16

18 & 19 november – Energy Convention in Martini­plaza

13 december – Sfeervolle Kerstmarkt op het Damsterplein in het Damsterkwartier 22 januari – Nieuwjaarsbijeenkomst VBZO inclusief theatervoorstelling Koopzondagen 2014 30 november, 7 december, 14 december, 21 december en 28 december Extra koopavonden binnenstad 2014 3 december, 4 december, 20 december en 23 december

Redactiecommissie: Bert Oost, Erwin Vening, Simon Leijendekker, Georgette Matthijssen, Nico Borgman, Marrie Plender, Erna de Boer, Lex Kloosterman Vormgeving: Joop Nijhof (jnijhof.nl) Fotografie: Jan Buwalda, Koos Boertjens, Persbureau Tammeling Uitgever: Het Fonds Ondernemend Groningen Drukwerk: Drukkerij Scholma Bedum Correspondentieadres: info@groc.nl Oplage: 11.000 Lees meer op: www.groningerondernemerscourant.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.