HET SLEEPNET 1
HET SLEEPNET
Sleepnet visserij in gebruikt aan de Zee van GalilĂŠa, foto begin 1900
De moderne sleepboten
Guido Biebaut 14 / 04 / 2012 Alle rechten voorbehouden
HET SLEEPNET 2
HET SLEEPNET Jer.16:14-18 / Mat.13:47-50 Herziene Statenvertaling Tussen de meer dan vijftig gelijkenissen die Christus zijn toehoorders vertelde is er de parabel van het sleepnet. Wonderlijk is dit niet en wel om twee redenen. In de eerste plaats omdat de Heer bijna een jaar van zijn predikingactiviteiten doorgebracht heeft in de streek van het meer van Galiléa, ook het meer van Tiberias of meer van Genesareth genaamd. Het was dus wel te verwachten dat een parabel over vissers en vissen deel zou uitmaken van Zijn illustraties in verband met het Koninkrijk Gods. Maar in de tweede plaats, en dat is wel het belangrijkste, is er de roeping van Zijn eerste discipelen. Ten minste vier van Zijn apostelen waren vissers. Bij de roeping van Simon, Andreas, Jakobus en Johannes die Hij vissende vind aan het meer van Galiléa zegt Christus: ”En Hij zei tegen hen: Kom achter Mij, en Ik zal u vissers van mensen maken.”
Het verslag zegt verder dat zij terstond hun boot achterlieten en Hem volgden. -
Mat.4:18-22 Of die discipelen de ware toedracht begrepen van het avontuur waarin zij zich wierpen zegt de Bijbel hier nog niet. Laten we ons best voorstellen dat zij op dat moment dachten: Ja, laat ons maar eens meegaan om te kijken wat die vreemdeling te zeggen heeft. Laat ons eens kijken wat voor vis we in de mand hebben. Die nieuwsgierigheid is echter gegroeid tot een onbeperkt vertrouwen in die Jezus. Een vertrouwen dat de eeuwen getrotseerd heeft. Voorzeker zullen ze ook op dat moment niet begrepen hebben dat hier de woorden van de profeet Jeremia in vervulling zouden gaan namelijk dat God vele vissers zou ontbieden om in geestelijke zin mensen op te vissen. Daarom hebben we deze parabel van het sleepnet in het evangelie van Matthéüs. Een handvol woorden, allemaal met hun eigen Bijbelse betekenis. Het is één van die parabels die speciaal bestemd waren voor de discipelen zoals deze van de parel van buitengewone waarde. In het Oude Testament (Leviticus 11:9–11) worden allerlei soorten vissen besproken: de reine en onreine. Die kon je ook toen in je net vangen samen in één beurt. Wat is het verschil. We moeten er wat over zeggen omdat de Joden aan wie Jezus deze parabel vertelde dat ook zo zullen begrepen hebben. Onreine dat zijn vissen: zonder vinnen en zonder schubben. Reine dat zijn vissen: met vinnen en schubben.
HET SLEEPNET 3 Wat dat wil zeggen in de visserij van de mensheid, want daar gaat deze gelijkenis over, gaan we eens nader bekijken! Dit is de zevende gelijkenis, die wij tegenkomen in Matthéüs 13. Deze gelijkenis komt alleen in dit evangelie voor. We moeten op deze vier kernelementen letten: 1. het sleepnet 2. de zee 3. de inhoud van het sleepnet 4. wanneer zal die verzameling plaatsvinden.
Laat ons eerst het één en ander opmerken over de verschillende manieren van vissen. In de praktijk heb je dan de lijnvisser. Hij zit aan de waterkant met één of meerdere vislijnen. Hij heeft na vijf, zes uren spanning en je weet maar nooit een dutje, met een beetje geluk enkele vissen gevangen. Misschien 10 of 20, ook minder, want de helft heeft hij toch in het water gegooid omdat ze te klein waren of niet eetbaar zijn. Er is een tweede methode om vis te vangen en dat is met het kleine net. Dit is een net van ongeveer vier à vijf vierkante meter dat boven het hoofd rondgezwierd en in het water geworpen wordt. Aan dit net hangen metalen stukjes zodanig dat het net onmiddellijk naar beneden zakt. De vissen zitten verstrikt in de mazen van het net en dit wordt later opgehaald. De beste manier van vissen is echter wel het sleepnet. Dat net is in onze moderne visserijvaart soms wel één kilometer lang en wordt vastgebonden aan de reling van twee of drie schepen. Men vaart dan door het water en kan in eenmaal, als het goed gaat, duizenden vissen vangen. Deze laatste methode is ook een onderdeel van de parabel. Een groot net dat ineens vele vissen kan ophalen. Maar dan zitten we al in de kern van het verhaal. Want in de zee die de mensenmassa voorstelt wordt een groot net, het evangelie neergelaten. De zee is een symbolische voorstelling van de mensen uit de wereld. Er staat in Opb.17:15: ”De wateren die u gezien hebt, waaraan de hoer zit, zijn volken, menigten, naties en talen.” De apostelen, en hun opvolgers, zoals we al gezien hebben zijn de geestelijke vissers. Maar niet alleen zij maar alle predikers die hen door de eeuwen heen opgevolgd zijn. Het middel voor hun visvangst van mensen is het evangelie: de goede boodschap van vergeving van zonden en van redding. Het is nu de bedoeling van elke visser om goede vissen te vangen MAAR het is toch onvermijdelijk dat er ook slechte vissen in het net geraken. Zo ook is het in geestelijke zin. Evangelisten en missionarissen gaan op stap met de bedoeling slechts goede mensen te vinden. Maar in werkelijkheid is dit niet waar. Jezus, zegt dat de gelijkenis van het sleepnet, een parabel is over het Koninkrijk Gods. Maar dit moeten we niet bezien als het koninkrijk in zijn volmaakte en definitieve vorm zoals het zal zijn ná de wederkomst van de Heer. We moeten het begrip Koninkrijk hier zien, zoals het zich ontwikkeld en groeit vóór Zijn Wederkomst in heerlijkheid. In
HET SLEEPNET 4 het koninkrijk zoals het er nu voorstaat zijn er goeden en slechten, reine en onreine mensen. In deze huidige uiterlijke vorm blijft het rijk Gods dan ook zijn onvolmaaktheden tonen. Maar waarom zijn er die slechte geestelijke vissen? In werkelijkheid zijn die tweeërlei. Een eerste groep is deze die bij wijze van spreken geboren zijn in het koninkrijk. Ze zijn de afstammelingen van christelijke ouders, zijn gedoopt of zijn opgedragen aan God. Als jongeren hebben zij hun christelijke geloof beleden maar op latere leeftijd merk je dan aan hen dat ze, in plaats van vruchten van de Geest voortbrengen, goddeloos handelen. De tweede groep dan bestaat uit mensen die door het missiewerk uit het heidendom tot Christus gekomen zijn. Maar ook hier is de kwaliteit niet altijd 100%. Vele van dezen komen in aanraking met het christendom langs de hulpvaardigheid van de missies. Het is niet altijd de boodschap van de Christus die hen aantrekt. Velen onder hen zijn kerkmensen geworden omdat de kerk behalve het evangelie ook klederen en voedselpakketten uitdeelt. Maar wie zijn wij dan om hier het kaf van het koren te onderscheiden? Wie van ons kan in een dergelijke situatie de goede en de slechte vissen aanwijzen? De Kerk, zoals ze zichtbaar reilt en zeilt in de wereld, heeft dus niet alleen mensen onder zich zoals Bunyan of Franciscus van Assisi. Er zitten ook Judassen en Ananiassen, Simon de Magiër en Borgias in de kerk. En bij dit alles was het uiteindelijke doel toch altijd goede vissen in het net te krijgen. Er zal dan ook een drastische scheiding moeten gebeuren. Begrijpen we goed wat er staat: van enkelen die nú in Gods koninkrijk zitten zullen er uitgeworpen worden. Het is zoals de 10 maagden. Deze 10 wachten op de komst van hun Heer, maar zijn in slaap gevallen. Slechts vijf zullen de bruiloft meemaken omdat ze genoeg olie van de Heilige Geest bij zich hadden om stand te houden. Voor de vijf anderen zal onherroepelijk de deur van de bruiloftszaal gesloten worden. Ze mogen Gods Nieuwe hemel en aarde niet binnengaan. Ze waren slechts naamchristenen. De scheiding van goed en kwaad in de parabel van het sleepnet is volgens de gelijkenis weggelegd voor de engelen. Want bij de voleinding van de wereld t.t. wanneer het net zal vól zijn, komt de Heer terug in de Heerlijkheid van de Vader. Hij is de Rechter die zal beslissen tot welke soort vissen we behoren, de goede of diegene die tot niets deugt. Op dit laatste ligt in deze parabel dus de volle nadruk. Er komt uiteindelijk een definitieve scheiding onder de mensen en daar zullen de engelen voor zorgen. In de parabel van het sleepnet (Mat.13:47-50) zijn er goede en slechte vissen en ze zwemmen in hetzelfde water en komen in hetzelfde net terecht. UITEINDELIJK GAAT ER DAARNA EEN SCHEIDING GEBEUREN want op de oever worden de goede vis in manden verzameld, terwijl de slechte vis opzij is gegooid. Vers 50 zegt er over: “en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal gejammer zijn en tandengeknars.”
HET SLEEPNET 5
In de Roomse uitleg zegt men: het net is een afbeelding van de Kerk, die zowel rechtvaardigen als zondaars omvat. Dat lijkt ons niet de goede uitleg omdat het te menselijk lijkt, want er komen engelen aan te pas. Je kunt naar het Koninkrijk kijken vanuit menselijk standpunt: je kunt er naar zoeken en het vinden of kopen. Maar er zit nog een andere kant aan het Koninkrijk van God, namelijk het is een initiatief dat van God uitgaat. In Matthéüs13 is God de zaaier, Hij is de boer die zegt “blijf van het onkruid” en de Visser die de netten in de mensenzee neerlaat. Elke gelijkenis heeft zo zijn eigen detail dat hem van de andere doet verschillen, elk belicht een ander aspect van het Koninkrijk van God. Zo bijvoorbeeld is er de parabel van de tarwe die gezaaid wordt. Maar een vijand heeft in de nacht namaak er tussenin gezaaid. Wanneer dan de eerste plantjes bovenkomen lijken ze zo goed op elkaar dat men geen echt verschil merkt. Na een tijd is er wel degelijk verschil maar dan zegt de boer tot zijn arbeiders er voorlopig niets aan te doen. Men kan het onkruid niet verwijderen zonder dat de andere goede planten meeverwijderd zouden worden. Dat mag dus niet en er moet gewacht worden tot aan de oogst, Zo gaat het ook in de gelijkenis van het sleepnet. Mensen prediken het evangelie en vangen met het evangelienet op deze wijze anderen in Gods koninkrijk. Ze worden dan als het ware door het evangelie meegesleept tot aan de voleinding en de scheiding. Enkele theologen van de dispensatietheologie leggen nadruk op de vissers uit het verhaal. Men zegt dat dezen die het net uitwerpen mensen zijn en dat dezelfde het ook zijn die de vis op het droge trekken om te sorteren. Dat zou op een permanente basis gebeuren. Op elk moment dat er een visnet wordt uitgeworpen is er ook een inzameling. (Vb. ’Uit het woord der Waarheid’, nummer 6, juni 1998, p.138,139). Dat lijkt ons een verkeerde interpretatie, om de eenvoudige reden dat in de uitleg die er volgt, de engelen genoemd worden als deze die de goede van de slechte vissen sorteren. Trouwens hoe kan ik de onderscheiding maken tussen de echte christen en wie naamchristen is? In het beeld mogen we de engelen niet wegmoffelen en ook niet het feit dat er slechts eenmaal het net wordt uitgeworpen. Het moet u bovendien duidelijk zijn dat wij door het bloed van Christus gered zijn en dat we daar niets kunnen aan toevoegen. Het is passelijk daar ook de gepaste en goede dankbaarheid voor op te brengen. Toegewijd zijn aan Hem en te leven naar christelijke normen maakt van ons de mensen die de engelen bij de vergadering van alle mensenvissen uit de mensenzee zullen kunnen onderscheiden. We plakken daar twee teksten op die aangeven waaraan de engelen dat onderscheid tussen een gelovige en een ongelovige zullen zien: Epheziërs 2:18: “Want door Hem hebben wij beiden door één Geest de toegang tot de Vader.” Colossenzen 2: 6,7a: “Zoals u dan Christus Jezus, de Heere, hebt aangenomen, wandel in Hem, geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, zoals u onderwezen bent.” Er is nog één punt, en dat hebben we tot het laatste bewaard, waarover gesproken moet worden.
HET SLEEPNET 6 In het begin van deze parabel wordt er namelijk gezegd dat de bedoeling van deze wonderbare visvangst is: alle soorten van vissen in het net te krijgen. Er zijn commentators die zeggen dat men hier moet denken aan mensen van verschillende sociale en familiale achtergronden: mannen en vrouwen, rijken en armen, slaven en vrijen. Dat is natuurlijk juist, maar in de eerste plaats moet er aan iets anders gedacht worden. En dat is de roeping van mensen uit alle soorten volkeren; uit alle stammen en natiën en talen. Velen in de mensenzee zijn ongelovig. Maar een groot deel van mensen uit alle natiën en volken en talen zullen eens vóór de grote troon van God staan. Ze staan met palmtakken in hun handen en zullen God prijzen en zijn lof bezingen voor hun redding. Zo beschrijft men het ons in het boek Openbaring. Bij God is er geen aanziens des persoons. God ziet niet naar ons omdat we Joden of Grieken of Belgen of Nederlanders zijn. Bij God is het de hartetoestand die telt. Hoe sta ik tegenover de Zoon van de Vader? Ben ik een volgeling van Hem die voor mij gestorven is. Voor mijn zonden en voor de zonden van anderen? Behoor ik tot die goede vissen, de heiligen door geloof in Christus? Of een slechte vis, een schijnheilige die maar een beetje meeloopt in de kerk uit sleur? We zitten allemaal nog in het net. De scheiding wordt verwacht. Toekomst! We hebben dus nog kans op dat zelfonderzoek: wat voor vis ben ik? Gelukkig kan slechte vis in één oogopslag door God een goede vis worden. Dàt is slechts voor een deel van ons afhankelijk. Niet door ons alléén maar door God die in ons werkt en Zijn genade in ons wil storten, indien we oprecht geloven. De gelegenheid van bekering ligt nu nog open voor miljoenen mensen. Niet dat we bij machte zijn om allen uit de duisternis van deze wereld te halen. Want ook dat is een realiteit van onze tijd waarvan we ons bewust moeten zijn: tot aan de wederkomst zál er kwaad in de wereld zijn. Tot die tijd zal er valse religie zijn, zullen er zelfs harde tijden komen voor christenen. Satans doel is nog steeds om zoveel mogelijk mensen van God weg te houden. Daarvoor gebruikt hij alle middelen, zelfs middelen die in de zichtbare kerk gebruikt worden. Want ook daar heeft hij nog aanhangers. Paulus heeft hem ooit beschreven als “een engel des lichts” en kan ook in de kerk verwoestend werk doen. De Satan kan het zo goed zeggen dat er zelfs mensen zijn met kerkelijke bindingen die bewust of onbewust zijn aanhangers geworden zijn. Ook dan moeten we blijven zeggen: het zijn de engelen die hen zonder pardon zullen verwijderen uit Gods rijk bij de wederkomst van de Heer. Daarom resten ons niet zoveel mogelijkheden open. Ook wij moeten Gods evangelienet, in de mate dat we het kunnen, in de mensenzee uitwerpen. En dan rest er ons te wachten tot de scheiding. Ondertussen, moeten we individueel en als gemeente, waarachtig geloof, hoop en liefde aan de dag leggen. Geloven zoals hij die zei: ”Heere, doe geen moeite, want ik ben het niet waard dat U onder mijn dak komt.” - Lucas 7:6 Hopen op wat duidelijk is voorzegt voor de discipelen van Jezus. En bij dat alles de liefde die van ons zal moeten bewijzen echte gelovigen te zijn.
AMEN