Johannes de Doper 1
Johannes
De
Doper
Raffael (volle naam Raffaello Sanzio da Urbino) schilderde dit tafereel rond 1507 Voorstelling van De Heilige familie met de kleine Johannes de doper en zijn moeder Elisabeth.
Johannes de Doper 2
Alte Pinakothek, München Guido Biebaut, 24 / 11 / 2017 Alle rechten voorbehouden (enkele aanpassingen)
Een overdenking Johannes de Doper Jesaja 43:1-7 / Hebreeën 1:1-4 / Johannes 1:19-28 De schrijver van het boek aan de Hebreeën begint zijn brief aldus: "Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten heeft hij in het laatste der dagen tot ons gesproken in de zoon." Heb.1:1. Bij het lezen van die woorden krijgen we te horen dat God de wereld na de val niet heef losgelaten. Tientallen profeten hebben in de naam van God geprofeteerd, het volk tot de orde geroepen, tot vervelens toe bekering verkondigd, meestal zonder onmiddellijk resultaat. In het laatst der dagen heef God tot ons gesproken in Zijn Zoon, een totaal nieuwe openbaring. De liefde van God is in Hem mens geworden. Nu is er een indrukwekkende figuur aan de Messias voorafgegaan: Johannes de doper. Wanneer we zeggen indrukwekkende figuur zeggen we eigenlijk veel te weinig. Hij is om de woorden van Christus te gebruiken dé profeet bij uitstek. Jezus zegt: "Onder hen die uit vrouwen geboren zijn is er niemand opgestaan groter dan Johannes de Doper." (Mat.11:11). Johannes is een profeet van priesterlijke afkomst. Zijn geboorte wordt op een wonderlijke manier aan zijn vader Zacharias aangekondigd. Een geboorte die op vele punten te vergelijken is met de geboorte van Isaac. God geef aan zijn ouders, een oude man en een vrouw op hoge leefijd, de zoon waar ze zolang op gewacht hebben. De smaad van zijn moeder Elisabeth is eindelijk in vreugde omgeslagen. Even wonderlijk is de naam die hij ontvangt op de dag van zijn besnijdenis: Jehochanan = “YaHWeH is genadig geweest.” Dan een stilte over hem bijna 30 lange jaren. Ineens wordt de stilte doorbroken. Johannes die in de woestijn vertoef, krijgt daar een godsopenbaring (Luk.3:2). De schrijver van het vierde evangelie zegt over hem: "Er trad een mens op van God gezonden" (Joh.1:6).
Johannes de Doper 3
Johannes de zoon van de priester is Johannes de profeet geworden. Hij werkt niet op zijn eigen initiatief, het is God die Hem roept. Hoewel hij predikt in de woestijn van Judea, een woest gebied even ten noorden van Jerusalem, stroomt het volk naar hem toe. Ze worden als het ware magnetisch aangetrokken tot deze rare figuur. Hij loopt er rond in een kleed van kamelenhaar met als enige luxe een lederen gordel. Zijn voedsel bestaat uit sprinkhanen en wilde honing. Hij heef een optreden als de vroegere profeet Elijah en velen zien in hem de nieuwe Elijah. Al vlug heef hij rondom zich een groep discipelen die hem helpen in de boodschap die hij predikt en in de bediening van zijn doop. Twintig jaar later vinden we in Epheze zelfs nog leerlingen van hem. - Hand.19 Een rare man is het wel, maar wàt een boodschap. Hij vervult wat de profeet Jesaja voorzegd had. Hij is: "De stem van één die roept in de woestijn. Bereidt de weg des Heren maakt recht Zijn paden." Dit gedeelte uit het boek Jesaja wordt in de vier evangeliën op Johannes de Doper toegepast. De 18de -eeuwse theoloog Bengel zegt dat de sluier van het Nieuwe Testament hier al opgelicht wordt. Dat is terecht, de principiële boodschap van deze profeet is dezelfde van de Christus: bekering. Men kan dit begrip als volgt definiëren: vanuit je zelfgerichtheid je naar God toekeren, terugkeren naar de Vader zoals een verloren schaap naar de stal keert. In het Oude Testament worden hiervoor begrippen gebruikt als: “het goede zoeken in plaats van het kwade” (Amos 5:14 e.v.), “de besnijdenis van het hart” (Deut.10:16), of “zijn hart neigen tot God” (Jos.24:23). In het Nieuwe Testament betekent het meer dan alleen maar berouw hebben of boete te doen. Hier staat bekering in het teken van het naderende koninkrijk van God. Gezien de eindtijd genaderd is moet er drastisch opgetreden worden. Er staat teveel op het spel. Echte bekering moet méér zijn dan uiterlijk vertoon, méér dan godsdienstigheid. Het vraagt de totale ommekeer van het binnenste. Hier wordt om echt geloof gevraagd, geloof met de daad. Johannes wil dat de Sadduceeërs hun valse leerstellingen laten varen. Johannes wil dat de Farizeeën hun wettisch denken en hypocrisie laten varen. Van de Essenen wil hij dat ze in plaats van uit de wereld zich af te sluiten in de wereld gaan staan. De Zeloten moeten niet meer uitkijken naar een Messias die met hen ten strijde zal trekken tegen de Romeinen. Integendeel ze mogen alles verwachten van de Messias van Vrede. De gewone man van de straat moet maar
Johannes de Doper 4
eens méér aan God gaan denken in plaats van aan zichzelf. Gans Israël van groot tot klein letterlijk of figuurlijk moet zich nù tot God keren. Laten wij God bidden dat voor onze tijd ook dergelijke mensen opstaan om de afgevallen christenheid tot de Heer te brengen. Men kan dus gerust zeggen dat in de persoon van Johannes de echte voorloper van de Messias aan de gang is. Voordat de grote dag van YaHWeH komt wordt het volk gewaarschuwd, ze krijgen de kans zich te bekeren. Maar wél in de vorm van een ultimatum. Het is een zaak van of je geloof nù of je gaat later aan je ongeloof ten onder. In zijn prediking wordt de sluier van het nieuwe verbond als het ware opgelicht. Maar niet ten volle. Johannes legt zoals alle profeten uit het Oude Testament nog steeds de nadruk op de menselijke prestatie: je moet boete doen voor je zonden. Christus daarentegen predikt een inwendige bekering. Hier gaat het om een werkelijkheid die vanuit ons kunnen en willen niet te bereiken is. In het Nieuwe Testament komt dan ook alle nadruk te liggen op de liefde van God. God heef ons zondaars lief en heef daarom Zijn Zoon gezonden. Zijn dood is onze dood geworden in geloof en in genade. Ondanks dit verschil heef Johannes de doper de ware toedracht van zijn profeet-zijn besef. Hij is de voorloper, degene die de paden recht zal maken. Daarom mag gerust gezegd worden dat hij in vele opzichten een beter christen is dan velen van ons. Hij had zichzelf kunnen uitgeven als de Messias, als de wedergekomen Elijah of Mozes. Maar niets daarvan. In zijn nederigheid gaat hij zijn perken niet te buiten. Zijn werk hoe groots ook, is voorbereidend. De Christus is het waar het op aankomt. Hij, als laatste profeet van het Oude Testament is niet waardig de schoenriem te lossen van deze die nà hem komt. Het ganse land staat letterlijk in rep en roer. De toeloop is groot. Vanuit Jerusalem's omstreken, Judea en zelfs de Jordaan komen de mensen naar hem toe. Ze laten zich dopen onder belijdenis van hun zonden. Dit dopen in water was een volledige onderdompeling van het lichaam in water. Op zichzelf was dit een nieuwe ritus hoewel in het O.T. dopen reeds gekend was. Elke nieuwe priester die zijn taak op zich nam werd ondergedompeld in water als zuiverend teken. Ook werden sommige ceremoniële onreinheden door water bij wijze van spreken weggewassen. Sommige geleerden zeggen nu dat Johannes de doper een zelfde doop uitoefende als de Essenen. De Essenen waren een Joodse sekte zoals de Farizeeën en Sadduceeërs. Hoewel klein, slechts
Johannes de Doper 5
5.000 in aantal, hebben ze wel hun invloed gehad op het leven van die tijd. Die Essenen doopten zich dagelijks omwille van hun zonden. Maar juist daarom kunnen we de Esseense doop en deze van Johannes niet vergelijken. De doop van Johannes gebeurt ééns en voor altijd. Deze doop betekent dat je in nieuwheid des levens uitkijkt naar de Messias. Het is een eerste stap naar het koninkrijk Gods. Dit moet je als eerste teken doen en dan blijven uitkijken naar de komende, die alles zal vernieuwen en herstellen. Niet alleen komen ze van overal om Johannes te horen, ook mensen van alle slag. Toen Johannes zag dat vele Farizeeën en Sadduceeërs tot hem kwamen liep zijn maat over: "Adderengebroed" verwijt
Hij
hen
die
zo
trots
zijn
op
hun
titel
van
"kinderen
van
Abraham."
"Adderengebroed wie heeft u een wenk gegeven om den komenden toorn te ontgaan." Een zeer strenge terechtwijzing, maar dit zal wel iets te maken hebben met de reacties van deze Schrifgeleerden. Ze hebben de boodschap van Johannes gehoord maar zonder bekering. Wat ook hun motieven waren om de profeet in de woestijn te bezoeken het waren verkeerde motieven. Om zijn doop te ondergaan waren ze niet geschikt. Lukas zegt in zijn evangelie dat zij weigerden gedoopt te worden (Luc.7:30). Johannes zegt: "Wie een dubbel stel klederen heeft, dele aan wie er geen heeft en wie spijzen heeft doe evenzo." (Luc.3:12). Met andere woorden help die in nood naar de mate van je vermogen, toon je geloof door je werken. Blijf niet steeds naar boven kijken wanneer je naast je deur iets met je handen kan doen. Tegenover de tollenaars, de belastingontvangers is de boodschap: neem genoegen met wat de wet voorschrijf en maak jezelf niet rijk met onrechtvaardige bijverdiensten. Maak géén verkeerd gebruik van de macht die je is overgedragen. Aan de soldaten in het leger geef hij de raad tevreden te zijn met hun soldij en niet een extra loon erbij te stelen. Het is dan ook begrijpelijk dat de mensen die hem hoorden zich afvroegen: "Is dat niet de Messias?" Maar deze wijst alle eer in dit verband af: "Ik doop u met water tot bekering maar Hij die na mij komt is sterker dan ik...die zal u dopen met vuur en met den heiligen Geest."
Hoe belangrijk het werk van Johannes wél was blijkt uit het feit dat vele van zijn discipelen later
Johannes de Doper 6
kristenen geworden zijn. Maar het blijf een werk van voorbereiding. De ware Messias heef nog een andere doop, machtiger dan de doop in water namelijk de doop in vuur. Johannes is de grootste aller profeten maar slechts een heraut, de koning zelf komt nog. De doper is maar een man van God gezonden, God zendt Zijn Zoon nog. Johannes is een groot man maar een zondaar, Christus is het Lam Gods zuiver en onbevlekt. Het contrast tussen de twee is groot en zo ook hun bediening. Johannes doopt een doop van bekering. Christus brengt een doop van vuur. Hoe groot de kracht van vuur is beseffen we wel allemaal. Het heef een reinigende, gezond-makende werking. Zo werkt het vuur van Christus in ons om ons te zuiveren. De oude mens in ieder van ons wordt er door vernietigd en de nieuwe mens ontvangt de vlam des Levens. Maar laat ons nog even dat aspect bekijken van de werking van dat goddelijke vuur in ons. En laten we dat illustreren. In 1665 brak er in London een zo grote pest uit dat hij later in de geschiedenis de naam kreeg van "de grote plaag". Duizenden mensen zijn in dat jaar gestorven en alle verweer bleek niet te baten. Natuurlijk wist men in die dagen niet dat al die ziekten door bacteriën voortgebracht werden. Het jaar nadien - in 1666 - brak er echter een brand uit die bijna de ganse stad verwoestte. Dat was natuurlijk een zware catastrofe die echter bijna geen slachtoffers eiste dan enkele brandwonden. Door het vuur echter werd ook de grote pest vernietigd. Dat is ten andere één van de redenen waarom vrouwen het eten koken op vuur. Om dezelfde reden krijgen wij ook koorts om door warmte de virussen te doden. Zo ook zou je de doop van Johannes en de doop van vuur kunnen vergelijken. Wat het water niet kan afwassen kan gemakkelijk door het vuur vernietigd worden. Het vuur is de vijand van ziektekiemen of bacteriën. Onze diepste zonden en tekortkomingen worden niet door het water van de doop afgewassen. Maar Gods vuur, Zijn Geest kan dat wél. Daarin kan je ook zien hoe veel groter de bediening is van Jezus Christus. Nadat God zovele profeten gezonden had waaronder Johannes de doper, heef God tot slot Zijn Zoon gezonden. Daarin klinkt Kerstmis, Pasen en Pinksteren, Zijn dood en Zijn opstanding. Door die Zoon van God hebben we ook het antwoord op alles wat in ons leven verkeerd loopt. Indien we Zijn "heilig vuur" in ons zijn werk laten doen.
Johannes de Doper 7
Amen.