vpro gids bijlage
DESIGN: GABRIELLA GIANDELLI & JOOST SWARTE
bij #11 van 16 maart t/m 22 maart 2013
animatie studeren? Animatie heeft een breed toepassingsgebied zoals film- en tv-leaders, commercials, educatieve animaties, clips, internetanimaties en vrije animaties in de Nederlandse animatietraditie. Interesse?
Kom naar de open dag van HKU! Op zaterdag 23 maart zijn alle vijf locaties open van 10.00 tot 16.00 uur. Kijk voor actuele informatie op www.hku.nl/opendag
kunstmanagement - design theater - beeldende kunst media - games en interactie muziek
vpro gids bijlage
Holland Animation Film Festival, Utrecht 20-24 maart 2013 www.haff.nl
4
‘Je mag ook gewoon genieten van animatie’
6
Terug met Tito
8
HAFF Features
11
Aimabele klootzak
12
Animator tot de laatste snik
15
Aaibare dikkerd
16
Enzo Lorenzo Lucio Pinokkio
20
Zwart-witte humor
22
Concert, KunstStripBeurs, Shorts
Omslag Gabriella Giandelli Typografie Joost Swarte
Interview met festivaldirecteur Gerben Schermer.
Twee Zweedse striptekenaars op roadtour door ex-Joegoslavië met een pop van maarschalk Tito op de achterbank. In het rijkelijk bizarre Tito on Ice maakt dat heel wat los.
Een overzicht van de lange animatiefilms te zien op het HAFF.
A Liar’s Autobiography, de openingsfilm van het HAFF over Graham Chapman, het enige Monty Python-lid dat na het stoppen van de serie in vergetelheid raakte.
Afgelopen december overleed Gerrit van Dijk, Nederlands bekendste animatiefilmmaker en bedenker van het HAFF. Op de laatste dag van zijn leven gaf hij nog een interview.
Naakte mensen zijn minder provocerend als ze van wol gemaakt zijn, zoals in Oh Willy... ‘Maar er wordt nog altijd gegiecheld als er een piemel in beeld komt.’
Colofon
Animatiefilmer Enzo d’Alò en tekenaar Lorenzo Mattotti haalden de beroemdste marionet uit de wereldliteratuur terug naar zijn geboortegrond Toscane.
René Windig (Heinz de Kat) presenteert tijdens het HAFF een avond met filmpjes van Felix the Cat. ‘Ik heb een enorme hang naar oude dingen.’
O.a. een greep uit de meer dan 200 korte films uit de verschillende competities.
De zestiende editie van het Holland Animation Film Festival speelt zich af in Utrecht in het Louis Hartlooper Complex en Filmtheater ’t Hoogt. De KunstStripBeurs is in de Nicolaïkerk. Online kaartverkoop via haff.nl
Losse kaart € 8,50 (ook voor het live concert van Priessnitz: Alois Nebel) Losse kaart met HAFF-pas, U-Pas of CJP-pas € 6,50 Losse kaart voor CJP HAFF Lights € 5,HAFF-pas (persoonsgebonden) € 12,50 HAFF passe-partout € 85,HAFF passe-partout studenten € 50,Daily Masters, Heartstrings, KunstStripBeurs gratis
Hoofdredactie Hugo Blom Arne Leffring (adj.) Samenstelling Arne Leffring Eindredactie Han Ceelen Tekst Nick Boers Maarten van Bracht Jaap van Eyck Hans Heesen Oliver Kerkdijk Michael Minneboo Lex Veerkamp Beeld Carla van Thijn Vormgeving Roel Siebrand Bladcoördinatie Gabrielle Hagedorn Advertentie-acquisitie AdNovus B.V. Lithografie Sarah Tames Drukwerk Roto Smeets, Weert
3
Festivaldirecteur Gerben Schermer:
4
‘Je mag ook gewoon genieten van animatie’
In de zestiende editie van het Holland Animation Film Festival staat storytelling centraal. Het festival biedt een eigenzinnige kijk op animatie en slaat een brug tussen animatie, strips en games. Ook wordt er afscheid genomen van animator Gerrit van Dijk. Festivaldirecteur Gerben Schermer licht het programma toe. D O O R M I C HAEL MINNEBOO F O T O M A A RTJE GEELS
oms word ik blij verrast door een film, zoals Recycled van Lei Lei en Thomas Sauvin. Lei Lei heeft op de vuilnisbelt van Beijing allerlei familiefoto’s en vakantiekiekjes bij elkaar gezocht. Daar heeft hij een prachtige film mee gemaakt. Ik waardeer Lei Lei als filmmaker, dus het is altijd fijn om iets van hem te zien. Vooral als zijn nieuwe film weer anders is dan zijn voorgaande animaties,’ vertelt Gerben Schermer in het HAFF-kantoor in hartje Utrecht, waar de staf druk bezig is met de voorbereiding van de zestiende editie van het jaarlijkse animatiefestival. Recycled is een mooi voorbeeld van de independent poëtische films die er op het HAFF te zien zijn, naast andere innovatieve shorts, experimentele films, opdrachtfilms en lange publieksfilms. Vijf dagen lang kunnen liefhebbers en professionals terecht voor een zeer uitgebreid filmprogramma, talkshows, presentaties, lezingen en masterclasses. ‘De belangrijkste accentwijziging ten opzichte van vorige edities is dat het programma dat we bieden voor een breed publiek interessant is. De featurefilms en competities, maar ook de programmering rond de thema’s storytelling en 3D laten mensen op een andere manier naar film kijken. Wie echter niet geïnteresseerd is in de achterliggende thema’s krijgt evengoed een mooi programma te zien. Je mag immers ook gewoon genieten van animatiefilms zonder verder na te denken over het medium,’ legt Schermer uit.
’S
Storytelling Toch, de vragen die het festival stelt over animatie en de verbanden die gelegd worden tussen verschillende media, maken het HAFF juist extra interessant voor de fijnproever. Dit jaar loopt het begrip storytelling als rode draad door de verschillende programmaonderdelen. Schermer: ‘We willen de nadruk leggen op hoe je dingen kunt vertellen. Een boodschap hebben is één ding, maar hoe breng je die
in een goedlopend verhaal? Dat laten we zien door films te vertonen, maar ook door een levendige discussie te voeren. Door nieuwe technieken heb je tegenwoordig heel veel mogelijkheden om een verhaal te vertellen. De nadruk ligt echter vaak op spektakel. Toegepaste technieken moeten niet alleen een druk op de knop zijn, maar ook iets toevoegen. Er zijn bijvoorbeeld genoeg 3D-films waarbij het driedimensionale aspect helemaal niets toevoegt.’ Adriaan Lokman is een filmmaker die experimenteert met 3D. Vorig jaar vertoonde het HAFF de 3D-versie van zijn abstracte achtervolgingsfilm Chase en dit jaar gaat de 3D-versie van Barcode in première op het festival. ‘Die versie wordt significant anders dan de oorspronkelijke film,’ aldus Schermer. Marc Bertrand, producent bij de National Film Board in Canada, heeft zich verdiept in de voors en tegens van de 3D-techniek en laat in zijn lezing zien wat deze techniek op verhalend vlak voor toegevoegde waarde kan hebben. Strijdbare film De vorig jaar overleden kunstenaar en animator Gerrit van Dijk stond in 1985 aan de wieg van het festival. Tot aan zijn dood maakte hij nog iedere dag een tekening voor zijn laatste film The Last Picture Show. In een programma rond de hoogtepunten uit zijn oeuvre en een minitentoonstelling, wordt de meesteranimator op het HAFF herdacht. Schermer: ‘De vroege films van Gerrit gaven commentaar op de maatschappij. Ze waren zeer politiek en geëngageerd, zoals Butterfly R.I.P. 1975 (1975) en de Jute-films (1979). Later werd zijn oeuvre wat meer naar binnen gekeerd en maakte hij films over thema’s als familie. In hedendaagse animaties zit wat minder engagement. Ik mis in die zin een Gerrit van Dijk in de wereld. Toen Gerrits einde eraan zat te komen hebben we besloten om ieder jaar in zijn nagedachtenis een themaprogramma rondom strijdbare films te presenteren. Daaromheen gaan we ook lezingen organiseren.’ De strijdbare film kent een breed palet aan thematiek en uitingsvormen, van poëtische kunstwerken tot agressieve pamfletten. In het themaprogramma zijn films van nu en eerder te zien. In competitie zitten een aantal korte films uit Canada die aandacht vragen voor de Iraanse filmregisseur Jafar Panahi, die door het regime gevangen wordt gehouden. Strip en games ‘Games, strips en animatie zijn heel verschillende werelden. Toch proberen we
die bij elkaar te brengen,’ vertelt Schermer. ‘Dit jaar wordt voor de vierde keer de KunstStripBeurs in samenwerking met het animatiefestival gehouden. Op zaterdag 23 maart bieden zo’n zeventig stripmakers en illustratoren hun prints, originelen, boeken, T-shirts en buttons aan in de gratis toegankelijke Nicolaïkerk. Die dag wordt ook de StripGrafiekPrijs uitgereikt.’ Gastprogrammeur René Windig, een van de stripmakers van de populaire strip Heinz, waarover een lange animatiefilm in ontwikkeling is, presenteert een speciaal programma van met name Felix the Cat-
‘Lang speelde alleen de korte animatiefilm echt een rol in Nederland, maar nu gebeurt er veel op het gebied van opdrachtfilms, commercials en televisieseries’ animaties uit de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Tijdens de voorstelling vertelt hij over zijn fascinaties voor deze filmpjes. Verder draaien er films die gebaseerd of geïnspireerd zijn op strips, zoals Pinocchio van Enzo d’Alò, waar het tekenwerk van stripmaker Lorenzo Mattotti in gebruikt is. Tito on Ice gaat over de promotietour door voormalig Joegoslavië van de Zweedse striptekenaars Max Andersson en Lars Sjunnesson. Ze reizen in gezelschap van een pop die de mummie van Tito moet voorstellen. Behalve strip komen ook games ruim aan bod. Er is onder meer aandacht voor gametrailers en cut scenes, de geanimeerde intermezzo’s in een game die te zien zijn als een bepaald doel bereikt is of het verhaal verder verteld wordt. Grote Prijs Het festival zet zich sinds jaar en dag in om animatiefilm onder de aandacht te brengen. Daarom zijn er verschillende competities en lanceert het HAFF dit jaar de Grote Prijs voor Nederlandse animatie. Een driekoppige vakjury zal deze uitreiken aan de beste Nederlandse animatiefilm. ‘Op dit moment gebeurt er steeds meer op het gebied van animatie. Lang speelde alleen de korte animatiefilm echt een rol in Nederland, maar nu gebeurt er veel op het gebied van opdrachtfilms, commercials en televisieseries. Er is een nieuwe generatie filmmakers opgestaan. Het is goed om dat te benoemen en te laten zien door een prijs uit te reiken voor de beste Nederlandse animatiefilm.’ www.haff.nl
5
Terug met Tito
Twee Zweedse striptekenaars op roadtour door ex-Joegoslavië met een pop van Tito op de achterbank. In het rijkelijk bizarre Tito on Ice maakt de in 1980 gestorven maarschalk heel wat los. D O O R MAARTEN VAN BRACHT
et leek gewaagd, de levensgrote pop die een gemummificeerde Tito moest voorstellen. Max Andersson en Lars Sjunnesson wisten niet hoe men in de nieuwe Balkanstaten op hun creatie zou reageren. Tot aan zijn dood hield maarschalkdictator Tito Joegoslavië als volkenbond met harde hand bij elkaar. Daarna werd de socialistische republiek door nationalisme en burgeroorlog opgesplitst in nieuwe, soms amper levensvatbare staten die elkaar niets gunden. Wie weet, hadden nostalgie en overleefde propaganda Tito daar postuum wel als held in stand ge-
6
H
houden, als een symbool van eenheid en vrede. Of was hij niet meer dan een kwade geest uit het verleden? Hoezeer de Zweedse striptekenaars hun Tito ook hadden toegetakeld – als mummie, met de ogen van een zombie, grijnzend ontbloot gebit, rechthoekig gouden brilletje, sigaret tussen de tanden –, overal in ex-Joegoslavië werd hij nieuwsgierig en geamuseerd ontvangen. In het bizarre Tito on Ice (2012), dat je een politieke roadmovie zou kunnen noemen maar dat eigenlijk niet te classificeren valt, groeit de pop uit tot de hoofdpersoon en worden zijn beide bedenkers een soort assistenten. Overal waar hun door hoedenontwerpster en knutselares Helena Ahonen bestuurde huurauto halt houdt – Slovenië, Kroatië, Servië en Bosnië; alleen Macedonië en Montenegro vallen buiten de route – vormt Tito de sleutel tot het Joegoslavische verleden. Collega-striptekenaars of andere veelal in de underground actieve kunstenaars vertellen over het culturele klimaat ten tijde van Tito en wat er na zijn dood
ten goede en ten kwade is veranderd. Tegelijkertijd kun je Tito on Ice door zijn vormgeving, een mix van animatie, documentaire en archiefbeelden, ook bekijken als een ingenieus en absurdistisch spel tussen in elkaar overlopende fictie en werkelijkheid. Of als een zoektocht naar wat een mens onder daverend absurde omstandigheden als communisme en burgeroorlog eigenlijk nog voorstelt, als de bodem onder de zogenaamde werkelijkheid en daarmee het individuele bestaan wegvalt. Groteske werkelijkheid Als zoveel striptekenaars hebben Andersson (die ook filmmaker is) en Sjunnesson een goed oog voor het absurde en karikaturale. Hun fascinatie voor de soms groteske werkelijkheid in de Balkanstaten dateert van 1999, toen ze in Ljubljana, Slovenië een festival voor alternatieve strips bijwoonden en vervolgens in Kroatië, Republika Srpska en Sarajevo (Bosnië) rondkeken, terwijl de Navo bombardementen uitvoerde in Ser-
vië. Hun indrukken leidden uiteindelijk tot het album Bosnian flat dog (2003), compleet met geïllustreerde woordenlijst, foto’s en landkaarten. Een jaar eerder waren, in het kader van een Balkanfestival, de eerste drie hoofdstukken van het album in groot formaat te zien in een kelder in Prenzlauer Berg, Berlijn, naast een buste van Tito, een oorlogsdagboek, met Balkanmotieven versierde granaathulzen, en als klapstuk een koelkast met daarin de mummie van Tito. Diens vermakelijke making-of is in Tito on Ice te zien. Het lichaam van de maarschalk bestaat uit polystyreen, hoofd en handen zijn van papier-maché. De uitgeteerde maarschalk kreeg een bijpassende legerpet en een oud DDR-legeruniform aangemeten, met daarop een trits zwemmedailles van Zweedse origine. Hij wordt in de film vervoerd in een rolstoel, of een grote draagtas, maar in de trein zit hij gewoon aan het coupéraam met een halveliterblik bier binnen handbereik. Aandoenlijke eenvoud Aan Bosnian flat dog, dat zijn titel dankt aan een droom van de ik-figuur die twee als haardkleedjes geplette honden in een etalage ziet liggen, werden in 2003 nog twee hoofdstukken toegevoegd. Na de expositie in Berlijn gingen Andersson en Sjunnesson op uitnodiging naar de Balkan om daar hun vriesdroge Tito te presenteren en zo hun album te promoten, wat op film en super 8 werd vastgelegd. Dit materiaal kwam later goed van pas in Tito on Ice. Het idee daarvoor ontstond in 2005 in Parijs, waar de makers zich tussen de bedrijven van hun Tito-presentatie door flink verveelden en in diverse cafés tot vermaak van de overige bezoekers kapotgeschoten gebouwen, papieren poppetjes, vliegtuigen, tanks en ander oorlogstuig in elkaar knutselden, met behulp van materiaal dat toevallig voor-
handen was. Alles van een kinderlijke en aandoenlijke eenvoud, maar dit procédé pakt in Tito on Ice heel goed uit. Zo zie je in het begin een kartonnen treintje zich onbeholpen van Berlijn over de kaart van Europa richting Balkan begeven, naadloos overgaand in eerder genoemd filmshot waarin Tito uit het treinraam staart. Tito on Ice zit vol met zulke originele effecten. Ongeveer een derde van de film bestaat uit animatie, een parallel universum opgetrokken uit karton en uiteenlopende rommel; verpakkingen en huishoudelijk afval als pannensponzen, sigarettenpeuken, wc-papier, een kapotte knoflookpers, kattenhaar, scheermesjes en tandenstokers. De rest van de film bestaat uit documentaire beelden, archiefmateriaal en 8mm-film van eerder gemaakte reizen. Het geheel vormt, met Tito als leidsman, een bizarre reis langs de alternatieve kunstenaarsscene van voormalig Joegoslavië, die hooguit net iets te lang (76 minuten) duurt. Mythische verhalen ‘We moesten de hele tijd grenzen passeren,’ aldus het duo, ‘tot bij een checkpoint werd gevraagd of die figuur op de achterbank Tito voorstelde. We moesten de auto parkeren en een flink poosje wachten.’ De makers waren er niet gerust op,
tot een hoge politieman arriveerde. ‘Hij zag er gelukkig uit en wilde alleen maar zittend naast Tito op de achterbank gefotografeerd worden.’ Na zijn dood in 1980 maakte de echte Tito in zijn kist ook een rondreis door Joegoslavië. Onderweg volgen ontmoetingen met de Servische striptekenaar Sasa Rakezic, zijn Kroatische collega Igor Hofbauer, diverse personen die betrokken zijn bij het Sloveense stripblad Stripburger, en veel
Het lichaam van de maarschalk bestaat uit polystyreen, hoofd en handen zijn van papiermaché andere persoonlijkheden uit het alternatieve culturele circuit. Anders dan elders in het Oostblok, waren onder Tito strips en popmuziek toegestaan en dus heel populair. Onderweg bleek ook dat veel mensen na de confrontatie met de Tito-pop van de makers wilden weten wat volgens hen de burgeroorlog had veroorzaakt, alsof de beide Zweden geen buitenstaanders waren en het juiste antwoord wisten. Destijds heerste groot verdriet na Tito’s overlijden, want hoe moest het nu verder met het steeds meer verdeeld rakende Joegoslavië? Met smaak worden in de film mythische verhalen rond de maarschalk verteld. Hoe zijn hond Lux in 1943 door op te springen een granaat opving die voor Tito was bedoeld. Hoe Stalin aan Tito, die zoals bekend een ‘derde weg’ wilde tussen kapitalisme en communisme, een pot met zand stuurde met als waarschuwende boodschap: zo talrijk zijn wij, waarop Tito een pot met pepers terugstuurde: wij zijn niet talrijk, maar wel pittig. Of hoe Tito als kind al een verzetsstrijder was. Deze mythe wordt door Andersson gepareerd met een dodelijk geslaagde animatie: peuter-partizaan Tito die met de op zijn kinderwagen gemonteerde mitrailleur een gaatjespatroon in zijn kartonnen nazi-vijanden schiet.
7
Ánima Buenos Aires
HAFF Features Tijdens het HAFF zijn de volgende lange animatiefilms te zien. Ánima Buenos Aires (María Verónica Ramírez), Argentinië 2012 Deze lange animatiefilm van María Verónica Ramírez bundelt vier korte verhalen gemaakt door hedendaagse Argentijnse animators en striptekenaars, onder wie Pablo Rodriguez Jauregui, Florencia Faivre, Pablo Faivre, Caloi en Carlos Nine. Iedere sequentie heeft zijn eigen sfeer en animatiestijl, van 2D-animatie, stop-motion, fotomontages tot cut-out. Zo ontstaat een divers en kleurrijk beeld van Buenos Aires met de Tango als verbindende factor. O Apostolo (Fernando Cortizo), Spanje 2012 In deze geslaagde mengeling van humor en horror arriveert een ontsnapte gevangene in een afgelegen dorp in Galicië, om zijn
8
Consuming Spirits
verborgen buit op te halen. Hem wacht een nachtmerrie, waarin een onheilspellende geestelijke het middelpunt vormt van een reeks geheimzinnige verdwijningen en geestverschijningen. Sfeervolle claymation-film. Arjun, the Warrior Prince (Arnab Chaudhuri), India 2012 Een jonge prins groeit op tot nobele held die het opneemt tegen een sterk, vijandig leger. Disney-versie van de legende van Arjuna, de meesterlijke boogschutter uit de Mahabharata: het omvangrijke religieuze en filosofische epos uit India dat samen met de Ramayana een belangrijke culturele hoeksteen is van het hindoeïsme. Consuming Spirits (Chris Sullivan), Canada 2012 Chris Sullivan werkte maar liefst vijftien jaar aan dit psychologische drama voor volwassenen, dat draait om het leven van drie krantenmedewerkers in het stoffige stadje Magguson, ergens in het Midwesten van Amerika. Hun familiegeheimen, seksuele verlangens en kleinburgerlijkheden staan centraal in dit mistroostige epos van 130 minuten dat alleen vanwege het handwerk
DOOR MICHAEL MINNEBOO
al het kijken waard is: Sullivan mengt verschillende animatietechnieken als cut-out, potloodtekeningen en stop-motion en nam alles frame voor frame op met een 16-mm camera. The Croods (Kirk DeMicco, Chris Sanders), VS 2013 Kersverse animatie van DreamWorks, waarin holbewoner Grug (met de stem van Nicolas Cage) zijn familie
The Croods
Padak/ Padak Padak (Dae-hee Lee), Zuid-Korea 2012 De eerste lange speelfilm van Dae-hee Lee gaat over het leven van de vissen in het aquarium van een Koreaans visrestaurant. Sommige vissen leggen zich neer bij het vooruitzicht binnenkort dood op een bord te liggen. Anderen doen er juist alles aan om dit einde te ontlopen, zoals de jonge vechtlustige makreel die zojuist uit de zee is gevist. De makreel krijgt tegenstand van de oude, pessimistische platvis die heerst over de andere vissen. Hij ziet de acties van de jonge vis als een bedreiging voor zijn regime.
It’s Such a Beautiful Day
Pinocchio (Enzo dÁlò), Italië 2012 Zie voor beschrijving pagina 16.
door een verdwijnend prehistorisch landschap leidt op zoek naar een nieuw thuis. De familie krijgt gezelschap van de moderne holbewoner Guy (Ryan Reynolds) wiens ruimdenkendheid botst met de traditionele opvattingen van Grug. Komiek/acteur John Cleese schreef de eerste versie van het script. Slotfilm van het HAFF. It’s Such a Beautiful Day (Don Hertzfeldt), VS 2012 De Amerikaanse onafhankelijke animator Don Hertzfeldt verwierf wereldroem via het internet toen hij in 2006 met Everything Will Be OK een trilogie begon over het leven van de getroebleerde Bill. Nu heeft hij de drie korte films samengesmeed in It’s Such a Beautiful Day: een zwartkomisch relaas waarin burgerman Bill een levensveranderde gebeurtenis ondergaat. Hertzfeldt bedient zich van een effectieve combinatie van simpele doch aansprekende harkpoppetjes à la Maaike Hartjes, live-action filmmateriaal en herkenbare klassieke muziek.
The King of Pigs
klassenmaatschappij, gesitueerd op de middelbare school. Klasgenoten van goede komaf, aangeduid als dogs, maken het leven zuur van de lagere klasse, de pigs. Totdat een nieuweling het tegen de honden opneemt. Het hoge geweldsniveau in deze animatie is vergelijkbaar met de Koreaanse gevechts- en wraakfilms. A Liar’s Biography – The Untrue Story of Monty Python’s Graham Chapman (Bill Jones, Jeff Simpson, Ben Timlett), Engeland 2012 Openingsfilm van het festival. Zie voor beschrijving pagina 11.
Rio 2096 – A Story of Love and Fury/ Uma História de Amor e Fúria (Luiz Bolognesi), Brazilië 2012 Serieus en somber filmdebuut van journalist, politicoloog en scenarist Luiz Bolognesi. Rio 2096 behandelt vier episodes uit 600 jaar Braziliaanse geschiedenis: de stammenoorlogen in voorkoloniaal Brazilië; de opstand tegen de slavernij; de studentenopstand tegen het militaire regime in 1968; en het Rio de Janeiro van 2096, waar kinderen voor een gestolen fles water worden neergeschoten door het militieleger dat de stad ‘veilig houdt’. We zien de geschiedenis door de ogen van de onsterfelijke hoofdpersoon, die zich altijd in het kamp van de onderdrukten bevindt en zijn grote liefde Janaína telkens in een andere vrouw herkent. Hun liefde overstijgt leven en dood. Tito on Ice (Max Andersson, Helena Ahonen), Zweden/Duitsland 2012 Zie voor beschrijving pagina 6.
The Croods en Frankenweenie draaien buiten competitie.
Frankenweenie (Tim Burton), VS 2012 Prachtige moderne stop-motion bewerking van Mary Shelleys Frankenstein. Wanneer het hondje Sparky wordt doodgereden, wekt het jonge genie Victor Frankenstein zijn maatje weer tot leven. Als zijn klasgenoten hier lucht van krijgen willen ze Victors geheim weten om de lokale science fair te winnen. Hun experimenten leiden tot monsterlijke resultaten. Burton maakte een vermakelijke adaptatie van zijn eigen korte live-action film uit 1984, en brengt hommage aan de horrorfilms waar hij mee opgroeide. The King of Pigs/ Dae-gi-eui Wang (Sang-ho Yeun), Zuid-Korea 2011 Twee oud-klasgenoten, waarvan er een zojuist zijn vrouw heeft vermoord, blikken terug op hun schooltijd. The King of Pigs is een gewelddadige satire op de Koreaanse
Rio 2096 – A Story of Love and Fury
9
FILM, FOOD, DEBAT & KUNST
Graham Chapman was het enige Monty Python-lid dat na het stoppen van de serie in vergetelheid raakte. Maar op zijn makkers had hij een onuitwisbare indruk gemaakt, blijkt uit de openingsfilm van het HAFF.
1
DOOR JAAP VAN EYCK
oed dat hij dood is, de klootzak, ik hoop dat hij brandt in de hel,’ zei John Cleese bij het overlijden van Graham Chapman (1941-1989). Zelden zal er zo gelachen zijn op een herdenkingsdienst als bij de uitvaart van de minst bekende
‘G
Aimabele klootzak van de Pythons. Nogmaals Cleese: ‘Hij zou het me nooit vergeven als ik deze gelegenheid niet had aangegrepen u allen diep te shockeren.’ De openingsfilm van het Holland Animation Festival is een geanimeerde versie van Graham Chapmans autobiografie A Liar’s Autobiography, die werd gepubli-
2
ceerd in 1980. Maar liefst vijftien animatiestudio’s werkten aan deze film; ieder bedrijf maakte drie tot twaalf minuten in totaal verschillende stijlen. Leidraad is de audioversie van de biografie van Chapman, die hij kort voor zijn dood insprak. Chapman vertelt zelf in de openingsbeelden dat weinig van het gepresenteerde verhaal op waarheid berust. De film is dan ook een zeer vrije vertaling van zijn leven, dat begon tijdens een bombardement op Leicester. In Pythoneske stijl schetsen de animatoren Chapmans fantasievolle leven. In zijn hoofd verruilt
4
hij de grauwe werkelijkheid van de Britse voorstad voor een kasteel in Nice, zijn kibbelende ouders (stemmen van medePythons Terry Jones en Michael Palin) worden de kinderboekenheld Biggles en zijn copiloot. Zijn opmerkelijk ongecom-
Verschillende episodes uit het leven van Graham Chapman, verbeeld door Trunk (1), Steven Lall (2), Beakus (3) en Not To Scale (4)
pliceerde overstap naar de herenliefde – Chapman was een van de eerste Britten die op televisie toegaf homoseksueel te zijn – inspireert veel krankzinnig vormgegeven erotische dromen. Vergetelheid Bijna alle leden van Monty Python waren na het uiteenvallen van de groep zeer succesvol. John Cleese en Eric Idle als acteur en schrijver, Terry Jones en Terry Gilliam als regisseur en Michael Palin met zijn reisprogramma’s. Chapman verdween als enige in de vergetelheid, hij verhuisde naar Amerika en ruim twintig jaar na zijn dood wordt hij vooral om zijn alcoholisme herinnerd. De film, met veel krankzinnige beelden van deliriums, neemt jammer genoeg niet het misverstand weg dat Chapman zich dooddronk. In werkelijkheid stond de ko-
miek, tevens afgestud jaar droog toen hij ove Ook wordt niet verme zijn partner, met wie h men was, een kind ad een kolossaal bedrag g uit de Verenigde State maar een weggelopen
3
Fuck Ondanks die omissie de film naar voren al mens. Wie zijn naam tikt op Google, komt beelden van de speec herdenkingsdienst. O andere conclusie wor dat er veel van Chap Cleese beweerde trou hem bij het schrijven volgende woorden in terd. ‘Oké Cleese, je z zo trots op bent dat j was die ooit shit zei o sie. Als deze dienst e gehouden, wil ik dat bent die ooit op een dienst het woord fuck Te zien is hoe de rou gen als Cleese deze w waarna Eric Idle uitb ‘Always look on the b
12
RON DE GRUYL
Animator tot de laatste snik
Gerrit van Dijk in 2012
Afgelopen december overleed Gerrit van Dijk, Nederlands bekendste animatiefilmmaker en bedenker van het HAFF. Op de laatste dag van zijn leven blikten Hans Heesen en Lex Veerkamp met hem terug. ‘Film, dat was vies volgens de pastoor.’ D O O R H A NS HEESEN EN LEX VEERKAMP
insdag 4 december 2012, een uur ’s middags. We hebben een gesprek met Gerrit van Dijk, over hoe zijn passie voor film is ontstaan en hoe hij terugkijkt op zijn leven. Het is de laatste mogelijkheid. Zijn gezondheid laat niet toe dat we later in de week langskomen, liet echtgenote Cilia weten. Van Dijk heeft net met zijn familie geluncht. Eten kost hem moeite. Zware shag roken gaat hem beter af. Hij steekt de ene sigaret na de andere op. Het ontspant hem. Liever nog een paar maanden goed leven, dan het bestaan wat langer rekken en je van alles ontzeggen. Als het leven geen kwaliteit meer biedt, laat hij euthanasie plegen. Precies veertig jaar geleden rolde Van Dijk min of meer bij toeval de animatiefilm in, vertelt hij. ‘De NOS, die heette toen nog NTS, schreef een scenarioprijsvraag uit. De eerste prijs was dat de NTS het script zou realiseren. Ik heb toen Butterfly ingestuurd. Het was één A4-tje. Dat viel op en het was ook nog eens animatie. De beroepsvereniging NBF heeft het als voorbeeld in hun blad geplaatst om te laten zien: zo kun je ook een filmscript schrijven, naast de gebruikelijke pakken van honderd vel.’ Ook het maken van de film ging met vallen en opstaan, zegt hij. ‘Bij mijn eerste films staat Peter Brouwer vermeld als regisseur. Hij was op een gegeven moment degene die zei: “Gerrit,
D
I Move, So I Am
die film gaan we maken.” Wist ik veel wat dat inhield: regisseur. Brouwer ging ermee naar producent Nico Crama, die meteen enthousiast was. Toen Butterfly klaar was, zei Nico: “Er moet nog geluid bij.” En ik: “Verdomd, dat is waar ook.” Toen zei hij: “Ik ken Rupert van der Linden, die kan heel aardig piano spelen.” Zo zaten die eerste films in elkaar: een beetje muziek erbij, dat wapperde wat mee. Tot ik op een gegeven ogenblik dacht: nee, zo hoort het niet. Vanaf dat moment heb ik alles zoveel mogelijk in eigen hand gehouden.’ Openbaring Van Dijk werd geboren het NoordBrabantse Volkel, gemeente Uden. ‘Mijn vader komt uit een milieu van Brabantse keuterboeren: drie koeien, twee kippen en een varken, het zogenaamde gemengde bedrijf. Ik ben niet met kunst opgevoed,
heb nooit middelbare school gehad, alleen de ambachtschool. Film, dat was vies. De pastoor had gezegd dat je daar niet naar toe mocht. Ik was een jaar of zeventien toen ik voor het eerst in de bioscoop in Uden kwam. De eerste film die ik zag, was Het loon van de angst met Yves Montand.’ Toch was het niet de Franse filmster, maar het plaatselijke kerkje van Volkel dat zijn belangstelling voor kunst aanwakkerde. ‘Dat kerkje was gebouwd en ingezegend in 1938, mijn geboortejaar. Ik was er van mijn zesde tot mijn twaalfde misdienaar, voor ik uit het dorp vertrok om naar een kostschool te gaan. In de vijftiger jaren ging de kerk moderniseren. Er kwam een nieuwe kruiswegstatie, ontworpen door Hugo Brouwer. Het was Picasso-achtig gestileerd met soldaten die je recht aankeken. Het hele dorp vond het niks. Voor mij was het een openbaring. Dat gevoel voor vormen, maar ook voor het recalcitrante, was de basis van mijn wil om iets met kunst te doen.’ Handicap Ondanks zijn gebrek aan vooropleiding, werd Van Dijk op jonge leeftijd toegelaten op de Academie voor Kunst en Architectuur in Tilburg. Hier begon hij met schilderen, om pas later over te stappen op animatie. ‘Ik had op school natuurlijk een enorme achterstand. Van Griekse mythen en sagen had ik nog nooit gehoord. Ondanks die grote handicap, heb ik later toch bereikt wat ik wilde. Daar ben ik wel trots op. Mijn vader heeft mij alle vrijheid gegeven, maar heeft bij God niet gesnapt wat ik deed. Toen ik Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw werd, vroeg hij: “Gerrit, waarom heb je nou dat lintje gekregen?” Het woord animatiefilm heeft hij ook nooit uitgesproken. Hij had het over: onze Gerrit doet aniflatiefilms.’
Pas à deux
13
A Good Turn Daily
Wereldverbeteraar Politiek werd Van Dijk gevormd door de Provobeweging. Begin jaren zestig woonde hij in Haarlem en gaf hij tekenles in Hoofddorp. ‘Na mijn lessen reed ik met mijn Volkswagentje gelijk naar Amsterdam en keerde pas om een uur of twaalf ’s nachts huiswaarts. We maakten ontzettend veel lol, maar je leerde ook maatschappijkritisch denken. Daar is mij de linkse kerk bijgebracht. Je bent jong en je denkt: ik ga de wereld veranderen. Naarmate je ouder wordt, wordt dat minder.’ Ook zijn eerste films hadden een duidelijk politieke en rebelse inslag. ‘Dat rebelse is een soort tweede natuur. Dat uitte zich vaak in grappen. Mensen vonden dat ik het Nederlandse volkslied verkrachtte, omdat ik in Vlag iets uit het ‘Wilhelmus’ wegliet. In Duitsland werd
‘Bij A Good Turn Daily wilde de katholieke jury de film een boycot opleggen omdat Hitler doorliep in de paus met de stem van Mussolini erachter’
14
Janneke bij een expliciete liefdesscène weggefloten. Zij vonden dat ik de muziek van Mahler verkracht had en de componist is daar een heilige. Bij A Good Turn Daily wilde de katholieke jury de film een boycot opleggen omdat Hitler doorliep in de paus met de stem van Mussolini erachter.’ In zijn latere films richtte Van Dijk zich weer meer op de schilderkunst, die altijd een van zijn grote liefdes zou blijven. ‘Ik heb zelfs lang het idee gehad dat ik meer schilder dan filmer was. Animatie was altijd een uitstapje, totdat later het schilderen en tekenen de uitstapjes werden. Dat ik uiteindelijk het meest met animatiefilm kreeg, is omdat het de meest geïntegreerde en vrijheidsgevende kunst-
vorm is. Als animatiefilmer ben je van niemand afhankelijk. Je maakt je eigen decors, je eigen beelden, je eigen geluid. Ik had nooit problemen met hoofdrolspelers. Als ik de paus als hoofdrolspeler wilde, dan had ik hem.’ Toch hebben zijn vroege en zijn latere werk ook veel overeenkomsten, zegt hij. ‘Veel van mijn films hebben dezelfde structuur, al heb ik me dat ook pas later gerealiseerd. Je poneert een stelling en vervolgens kun je proberen de wereld te veranderen, maar uiteindelijk kom je toch weer bij je eerste stelling uit. Dat is zo bij Sportflesh, bij A Good Turn Daily, en in wezen ook bij Janneke. Daar begin ik met mijn vrouw Cilia op haar 21ste en ik kom uit bij mijn dochter Janneke als ze 21 is.’ Laatste film Gedurende zijn lange loopbaan maakte Van Dijk zowel de vette als de magere jaren mee. In de jaren tachtig kon er veel op financieel gebied, zegt hij: ‘Een ambtenaar van het ministerie vroeg me: “Zou jij niet eens subsidie bij ons willen aanvragen?” Ik wist niet eens dat zoiets bestond. Zo heb ik A Good Turn Daily (1983) gemaakt.’ Maar die tijden zijn definitief voorbij, verzucht Van Dijk. Onlangs nog moest hij toezien hoe het door hem opgerichte Instituut voor Animatiefilm (NIAf) werd wegbezuinigd. Hij had de kracht niet meer om zich ertegen te verzetten. ‘Ik dacht als dat zo is, dan is dat zo. Als de ander dat niet wil, dan houdt het op. Maar als het tien jaar geleden gebeurd was, dan waren ze nog niet met me klaar geweest. De strijdbaarheid neemt af. En dat is ook in je films. De provojongen wordt vader. Hij wordt toch oud. Hij ziet wat er in de buitenwereld gebeurt, want hij moet steeds meer binnen blijven. Zijn blikveld wordt steeds kleiner. Hoe meer je van de wereld ziet, hoe meer je je eigen wereld gaat waarderen.’
De afgelopen maanden hield Van Dijk zich bezig met zijn laatste film The Last Picture Show, een soort dagboek. ‘Ik maak iedere dag een tekening, zolang ik nog kan. De laatste dag is de laatste tekening. Als ik er straks niet meer ben, is de film af.’ Glimlachend: ‘Nee, ik weet niet wat mijn laatste tekening wordt. Zolang ik niet weet wat er morgen gebeurt, ken ik het onderwerp niet. Anders zou ik de film nu af kunnen maken.’ Ondertussen gaat zijn toestand elke dag een beetje achteruit. ‘Het praten wordt steeds minder. Bij het kopje thee dat hier staat, denk ik: dat moet ik opdrinken, en ga ik dat nu doen of doe ik het straks? Als de thee helemaal koud is, zeg ik doodleuk: “Ik wil een nieuw kopje thee. Een beetje warm, graag.” Ik kleed me niet meer aan en uit. Dat kost me een uur. Waarom zou ik dat doen? Ik kan toch niet meer naar buiten. Alles wordt bepaald door je energie. Dit lichaam teert gewoon van binnen weg.’ We vragen Van Dijk wat zijn laatste woorden zullen zijn. Het blijft lang stil. Hij trekt nog eens aan zijn sigaret en blaast stevig uit. ‘Daar ben ik nog niet uit. Ik heb het een geweldige tijd gevonden. Ik zou zeggen: “Bedankt dat ik er mocht zijn.”’ Dezelfde avond volgt het bericht dat Gerrit van Dijk is overleden.
Vanaf 16 maart op Holland Doc 24: de documentaire Eight Days a Week vooraf gegaan door I Move, So I Am
Gerrit van Dijk (1938-2012) ‘De grootste tovenaar van de Nederlandse animatie,’noemde het Nederlands Filmmuseum Gerrit van Dijk tijdens een retrospectief in 2005. Volgens de samenstellers van het programma is zijn oeuvre te beschouwen als één lange gedaanteverwisseling. ‘In Pas à deux uit 1988 zijn het dansers die veranderen van Popeye naar Betty Boop naar Kuifje naar Charlie Chaplin naar Shirley Temple en verder. In I Move, So I Am uit 1997 is het Van Dijks eigen lichaam dat maar blijft veranderen. En in The Last Words of Dutch Schultz uit 2003 zijn het wereldleiders en populaire helden die versmelten tot één zinderende, historische figuur.’ Van Dijk was Nederlands meest bekroonde animatiefilmer. Hij won een Gouden Kalf voor A Good Turn Daily (1984), en twee keer een Gouden Beer op het Filmfestival van Berlijn: in 1989 voor Pas à deux (samen met Monique Renault), en in 1998 voor I Move, So I Am. Tevens werd hij geridderd in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Aaibare dikkerd
Naakte mensen zijn minder provocerend als ze van wol gemaakt zijn, zoals in Oh Willy... ‘Maar er wordt nog altijd gegiecheld als er een piemel in beeld komt.’ D O O R N I CK BOERS
et is zeven uur ‘s ochtends in Tokio. Via Skype hebben we contact met Marc James Roels, samen met partner Emma De Swaef maker van de stopmotion-animatie Oh Willy… (in 2012 winnaar van de Cartoon d’Or). Ze zijn ‘s nachts teruggekomen van een screening in Kyoto. Zij ligt nog te slapen, hij heeft een stevige kop koffie voor zich. De twee maken lange dagen. ‘We zijn hier met een artist in residence programma, van de Japan Image Council. Elk jaar nodigen ze drie filmmakers uit om in Tokio te komen werken voor drie maanden om aan hun volgende projecten te werken.’ Dat moet dan ongetwijfeld over Japan gaan? ‘Nee, eigenlijk niet,’ lacht hij. ‘Het is een beetje vreemd, maar men laat ons heel vrij.’ Het geeft maar aan wat voor succes de twee hebben gehad met Oh Willy… De korte film is te zien op een waslijst van festivals van Japan tot Frankrijk, maar om te beginnen natuurlijk op het HAFF, waar hij vorig jaar ook de Grand Prix won voor beste short.
H
opgegroeid. Wat volgt is een even ontroerend als bizar verhaal waarin Willy wordt geconfronteerd met zichzelf en de natuur. En dat allemaal in stop-motion geanimeerde wol. ‘Emma is van kinds af aan bezig geweest met wol en breien en van alles. Ik heb op haar afstudeerproject [HAFF-prijswinnaar Zachte planten (2008), red.] ook camera gedaan en om een of andere reden klikte het voor ons met wol: om het uit te lichten, om een soort van sfeer op te roepen.’ Het maakt het avontuur van de schuwe, onbenullige dikzak in het naturistenkamp en daarbuiten ‘zachter, aaibaarder’, vertelt Marc. ‘Het filmen van nudisten op een expliciete manier zou veel te confronterend zijn voor de toeschouwer in live action. Die zou naakte mensen zien en beginnen te giechelen. Maar als het met poppen gebeurt, dan is er een stilistische, of ma-
terialistische afstand. Er wordt nog altijd gegiecheld als er een piemel in beeld komt, maar het is minder provocerend.’ Studentenfietsen Marc neemt een tweede kop koffie. ‘We waren aan het kijken naar foto’s van Diane Arbus, zij heeft een hele reeks gedaan in de jaren vijftig in een nudistenkolonie in Amerika. Dat was eigenlijk onze inspiratie.’ Willy kenden ze toen al: het koppel dankt het personage aan een eerder documentaireproject van Emma, over een kalende, gezette ambtenaar in Gent, die studentenfietsen uit de grachten vist. Een dienstbare figuur om in de raarste situaties te plaatsen. ‘Tijdens het schrijven dachten we bij elke scène: o Willy, wat nu? Vandaar de titel. Als je kijkt naar het eerste shot en naar de laatste scène van de film, dan moet je als toeschouwer de vraag hebben: hoe zijn we van daar naar daar gekomen? Zo ver ligt het uit elkaar.’
Naturistenkamp In Oh Willy… ontmoeten we Willy, die na de dood van zijn moeder terugkeert naar het naturistenkamp waar hij is
15
Enzo Lorenzo Lucio Pinokkio Animatiefilmer Enzo d’Alò en tekenaar Lorenzo Mattotti haalden de beroemdste marionet uit de wereldliteratuur terug naar zijn geboortegrond Toscane. Pinokkio leeft! D O O R OLIVER KERKDIJK
r was eens een Florentijnse schrijver die een eenzame Toscaanse houtbewerker schiep die een betoverd stuk pijnboomhout kreeg waaruit hij een marionet sneed die een schelm bleek die niets wilde leren en de wijde wereld in trok om uiteindelijk door schade en schande wijzer geworden zijn leven te beteren en een jongetje van vlees en bloed te worden. Eind goed al goed. Toen Carlo Lorenzini alias Collodi (18261890) de figuur Pinokkio schiep voor een kinderfeuilleton, was een zekere streekpopulariteit hem gewis. Dat de hardleerse snotneus een nationaal icoon zou worden en ook in de 21ste eeuw nog in allerlei gedaantes door de wereld zou banjeren, kon de journalist-satiricus-vertaler uit Florence bij zijn dood niet vermoeden. Hoewel Le avventure di Pinocchio uit 1883 aanvankelijk individuele anarchie lijkt te bezingen, is het in de kern een moraalvertelling: wie niets leert zal niets weten, wie niet werkt zal niet eten. De generatie ’68 kon het boek nog interpreteren als manifest voor een vrije opvoeding en ongebreidelde zelfexpressie van het kind. Vandaag de dag weten we dat het slechts stevige schouders zijn die de vrijheid kunnen dragen en gaat die vlieger niet meer op. Wat resteert is Collodi’s rijk verbeelde odyssee waarin allegorie en satire, humor en ernst, sprookje en realiteit door elkaar lopen. Een bron
16
E
Getoonde afbeeldingen zijn de ontwerpen die Lorenzo Mattotti maakte voor de film Pinocchio (2012)
van artistieke inspiratie voor menigeen. Dat was het ook voor de bevlogen Napolitaanse animatiefilmer Enzo d’Alò (La freccia azzurra, La gabbianella e il gatto), die al tien jaar met het idee voor een bewerking rondliep. Voor de grafische vormgeving wist hij een bijzondere figuur te strikken: de vermaarde striptekenaar en illustrator Lorenzo Mattotti. Dat de tandem d’Alò-Mattotti een gouden combinatie is, blijkt uit iedere episode en achtergrond, uit elk figuurtje en beeld van Pinocchio (2012). De uit duizenden herkenbare lijnen, golven, arabesken en kleuren van maestro Mattotti geven deze animatiefilm een volstrekt eigen, Italiaanse poëzie. Daarin is bovendien de aloude commedia dell’arte nooit ver weg. Klassieker ‘Pinokkio achtervolgt me,’ grinnikt Lorenzo Mattotti aan de telefoon vanuit zijn atelier in Parijs. ‘Al in de jaren tachtig vroegen vrienden me om twee beelden te kiezen uit Collodi’s boek en die tot schilderijen voor een expositie te bewerken. Dat werden toen de imposante marionettenspeler Mangiafuoco (‘Vuurvreter’), en het beeld waarin Pinokkio een boom in is gevlucht en het sluwe oplichtersduo Vos en Kat daaronder een vuur aanleggen om hem uit te roken.’ Sindsdien kruist de houten schelm telkens weer Mattotti’s pad, zoals nu bij de ontwerpen voor de animatiefilm van Enzo d’Alò. In 1990 verscheen bij de Franse uitgever Albin Michel een Pinokkio-editie met Mattotti-illustraties. ‘Dat project kwam direct voort uit die expositie, ik werd gevraagd. Net zoals ze me later vroegen voor een Italiaanse tv-animatie. En deze nieuwe Pinokkioanimatie, waarvoor we wat sfeer betreft de televisiepilot uit 1998-99 als basis namen, is ook niet mijn film, maar die van Enzo d’Alò. Hij blies het project leven in, zocht de financiering et cetera.’ Het universum van de vijftigplussende tekenaar uit Brescia beschouwende, lijkt de volwassen interpretatie van Collodi’s verhaal hem inderdaad eerder te liggen dan het kinderboek. Mattotti: ‘In Italië geldt Pinocchio als een literaire klassieker
[onder meer bezongen door grote auteurs als Antonio Tabucchi en Umberto Eco]. Het is een bizarre melange van symbolistische en surrealistische elementen. Onclassificeerbaar. Daarnaast zit het vol met Florentijns dialect en woordspel.’
Die versierde taaldimensie verdwijnt steevast in Pinokkio’s van buitenlandse fabricage en in de nasynchronisaties. Gelukkig vertoont het HAFF de oorspronkelijke versie van Pinocchio. Daarin zijn bovendien Lucio Dalla’s laatste
17
Oskar Fischinger tentoonstelling Nog t/m 17 maart
1 jaar EYE festival
EYE viert verjaardag met klassiekers, voorpremières en publieksfavorieten, 5 t/m 7 april
¡Viva México!
Mexicaanse films van jonge makers, nog t/m 24 maart
Info & tickets: www.eyefilm.nl
Johan van der Keuken / tegen het licht Tentoonstelling vanaf 30 maart
EYE_ADV_VPRO_BIJLAGE11.indd 1
SCHOPMAN ANIMATION...
21-02-13 13:16
SCHOPMAN OFFICE Supp...
SCHOPMAN SUPPLIES Europe Pioenstraat 20 - 2600 Antwerp - Belgium Tel.:+32.3.2390018 - info@schopman.be BTW-TVA-VAT-UST: BE 0509.736.384
Sky with Diamonds”! [Lacht.] ‘t Was een lastige episode om vorm te geven, met al z’n vervreemding en metaforen.’ Brengt het archetypisch Italiaanse onderwerp de import-Parijzenaar Mattotti ook even dichter bij zijn geboorteland? ‘Eigenlijk ben ik er nooit ver vandaan. Ik heb een huis in de Toscaanse heuvels, nabij de zee. Die sfeer, die kleuren waren voor de film mijn referentiekader, dat sowieso voornamelijk Italiaans is. Mijn inspiratie voor landschappen komt vaak uit de Renaissance, van de Italiaanse Primitieven. Ik zoek naar een zekere ruimtelijkheid, die zit complexer in elkaar dan je denkt. [Pauzeert even.] We hebben vooral geprobeerd om een echt Europese film te maken.’
‘Pinokkio is een bizarre melange van symbolische en surrealistische elementen. Onclassificeerbaar’
composities en zanglijnen te horen. De in Italië zeer geliefde cantautore en jazzklarinettist stierf op 1 maart 2012 aan een hartaanval in Montreux, daags na een concert. D’Alò droeg de film aan hem op. Voorafgaand aan de eindtitels verschijnt een tekening van een bedroefde Pinokkio kijkend naar een verweesd brilletje en een klarinet in schijnwerperslicht. Het bijschrift luidt: ‘Ciao Lucio’.
eenschakeling van kleurexplosies. ‘O ja, zeker ook een favoriete scène, en een uitdaging om te maken. Daarbij dacht ik aan de Beatles-film Yellow Submarine. Alleen wilde ik dat de kleurwisselingen elkaar nog sneller opvolgden. “Lucy in the
Van de talloze adaptaties door de decennia heen is Luigi Comencini’s tv-reeks Le avventure di Pinocchio (1972, voor het buitenland indertijd ook tot bioscoopfilm versneden) zonder enige twijfel de mooiste en rijkste. Herinnert Mattotti zich die grote televisiegebeurtenis? Lorenzo Mattotti: ‘Maar natuurlijk. Dat is een prachtige verfilming. Maar Comencini’s visie was een heel realistische. Hij toonde de mensen in negentiende-eeuws Toscane en Florence zoals bijvoorbeeld de tekenaar Roberto Innocenti [die Pinokkio eveneens illustreerde] ze ziet: levend in armoede. Dat past dan weer niet echt bij mijn stijl. Die is meer metafysisch en dromerig.’
Tekenaar Lorenzo Mattotti
Ambachtelijk D’Alò’s film mag dan met geavanceerde digitale technieken zijn geanimeerd, Mattotti ging z’n eigen ouderwets ambachtelijke gang. ‘Alles heb ik net als altijd met potlood en papier gedaan. Toen ik de film zag – ik was niet bij het animatieproces zelf betrokken – bleek dat de animatoren dicht bij m’n ontwerpen waren gebleven. Natuurlijk, er zijn dingen waarmee je niet gelukkig bent. Bij animatie word je altijd geconfronteerd met compromissen. Maar toch ben ik best tevreden. Favoriete scènes? Die met il Pescatore Verde [de Groene Visser, met de stemvan Dalla] en die in het reizend marionettentheater van Mangiafuoco.’ Oogploppend psychedelisch is de scène waarin Pinokkio Luilekkerland binnengaat. Een waar stijlvuurwerk in een aan-
19
20
U I T : T H E F E L I X A N N U A L VA N O T T O M E S S M E R . U I T G E G E V E N D O O R T H E D A I L Y S K E T C H & S U N D A Y G R A P H I C L T D , 1 9 2 6 - 1 9 2 7 .
René Windig (Heinz de Kat) presenteert tijdens het HAFF een avond met filmpjes van Felix the Cat. ‘Ik heb een enorme hang naar oude dingen.’ D O O R N I C K BOERS
en paar maanden terug sprak René Windig op een première met Gerben Schermer, directeur van het HAFF. ‘Ik zei tegen hem: “Wat ik nou mis op die animatiefestivals, is gewoon een zwijgend zwart-wit tekenfilmpje en dan het liefst een retrospectief van iets.” Dat leek me mooi. Ik ben een enorme fan van Felix de Kat. De hele oude filmpjes natuurlijk, zo van 1923 tot 1930, want later werd het wat meer vercommercialiseerd, ook met een tv-serie. Maar die oude filmpjes, dat zijn echte tekenfilms. “Nou,” zei Gerben, “dat vind ik wel een goede tip en dan mag jij dat gaan organiseren.” Dat viel me een beetje koud op mijn dak, maar als je A zegt moet je ook B zeggen.’
E
Wat trekt u aan in Felix de Kat? ‘Ik heb gewoon een enorme hang naar oude dingen. Wat ik mooi vind aan die filmpjes, is dat het overduidelijk bewegende tekeningen zijn. De helderheid
ervan. Hoe Felix de kijker betrekt bij wat hij aan het doen is. Hij kijkt constant in de camera en dan wijst hij naar zichzelf en dan wijst hij op wat hij gaat doen. Dat vind ik nog steeds meesterlijk. Ook sterk zijn de vele grafische grappen. Felix gebruikt alle attributen die hij tegenkomt. Een slang verandert hij in een fiets. Zijn staart wordt een vraagteken, een paraplu, een wandelstok of een krik. Hij is constant bezig om zijn omgeving te gebruiken om zijn doel te bereiken. Verder trekt het hele simpele me aan: dat het scenario niet een enorme spanning met zich meebrengt. Bij Felix gaat het meestal over dat hij niets te eten heeft, of nergens kan slapen. In de animatiefilms van tegenwoordig moet het gaan over dat wereld vergaat en hoe dat komt, of dat het bos wordt vernield door iemand. Het milieu komt erbij. Noem maar op.’
maar dan denk ik: Jezus, daar heb je dan vijf jaar aan gewerkt en er wordt in de zaal niet één keer gelachen.’ Moet dat dan? ‘Ontroerend kan natuurlijk hè. Je had op een gegeven moment die prijswinnaar met zo’n meisje met een fiets dat aan haar vader moet denken [Father and Daughter (2000), van Michael Dudok de Wit, red.]. Ontzettend knap gedaan, heel poëtisch, prachtig hoor. Maar ik zit te wachten tot de hele zaal zit te bulderen van het lachen. Ik zeg niet dat animatie zo moet zijn, maar dat is hoe ik ertegen aankijk. Ik hou toch meer van het luchtige werk.’
U kijkt niet zo graag naar hedendaagse animatiefilms? ‘Best wel, maar ik vind ze dikwijls zo gewild kunstzinnig en zwaarmoedig. Ik ben ook vaak diep onder de indruk hoor,
21
Concert Dat van strips films worden gemaakt (en andersom), dat is niets nieuws. Maar rond een strip een concert maken, dat is best bijzonder te noemen. Jaromír Švejdík (beter bekend als Jaromír 99) is behalve illustrator van de Tsjechische
striptrilogie Alois Nebel ook zanger in de band Priessnitz. Deze alternatieve rockband komt zaterdag 23 maart naar het HAFF (Filmtheater ’t Hoogt, 20.00 uur) en terwijl zij hun melancholische muziek spelen, zien we op de achtergrond beelden uit de stripserie. Alois Nebel draait om een gelijknamige treindienstleider die aan het einde van de jaren tachtig werkt op een klein station-
netje bij de Tsjechisch-Poolse grens. Het is een vrij troosteloos, maar ook rustig bestaan voor de einzelgänger Alois, in ieder geval tot de mist binnenrolt. Dan wordt hij geplaagd door spoken, die hem bezoeken met treinen uit het verre Europese verleden. Alois draait door en belandt in een sanatorium, waar hij The Mute (De Doofstomme) ontmoet,
Shorts Een greep uit de meer dan 200 korte films uit de verschillende competities. Apodemy (Katerina Athanasopoulou), Engeland/ Griekenland 2012. Voortdurende cirkelgang over een half afgebouwde, verlaten metropool in bleek zonlicht biedt een grafisch indrukwekkend lijnenspel van gebouwen en wegen. Het karkas van een bus, zwermen vogels en delen van een groot standbeeld aan een hijskraan dragen bij aan een zekere vervreemding. Chemin faisant (Georges Schwizgebel), Zwitserland 2012. Associatieve tocht op doeltreffende muziek met fraaie vormen en schaduwen in de bekende stijl van grootmeester Georges Schwizgebel op een motto van J.J. Rousseau (Les confessions, livre IX): ‘Ik kan alleen maar denken als ik loop. Als ik stop denk ik niet langer.’ Choir Tour (Edmunds Jansons), Letland 2012. Een wereldberoemd jongenskoor gaat met hun strenge dirigent op reis. Als die per ongeluk in de lift blijft steken, gaan de jongens aan de haal. Grafisch sterke debuutfilm.
Apodemy
Chopper (Lars Damoiseaux), Nederland 2012. De natuurlijke keten van sprinkhaan tot motorrijder. Een kikker eet een sprinkhaan. Een ooievaar eet de kikker. Een krokodil eet de ooievaar. Een motorrijder draagt fraaie laarzen van krokodillenleer. Hij verongelukt als hij een sprinkhaan in zijn gezicht krijgt. Edison Bay (Michiel van Bakel), Nederland 2013. De tijd verstrijkt in de haven van Rotterdam, vanuit 25 hoeken gefilmd. Vanuit de Edisonbaay is de Yangtzehaven zichtbaar, waar enorme containers uit China gelost worden. Beelden van een zwevende man zijn vermengd met een industriële horizon. Edmond était un âne (Franck Dion), Canada 2012. Edmond is niet als andere mensen. Hij is klein en stilletjes, heeft een vrouw die van hem houdt en hij is bijzonder succesvol in zijn werk. Als zijn collega’s hem plagen met een paar ezelsoren ontdekt hij zijn ware aard. Veelvuldig bekroond.
22
Chemin Falsant
Marcel, King of Tervuren
Fit: duurt te lang (Job, Joris & Marieke), Nederland 2012. Videoclip in slow motion voor de Nederlandse rapper MC Fit in de herkenbare stijl van Job, Joris & Marieke. Een paartje zit samen in een band. Ze maken al veel te lang, veel te vaak ruzie. Futon (Yoriko Mizushiri), Japan 2012. Comfortabel gewikkeld in een futon laat een vrouw haar gedachten en zintuigen plezierig de vrije loop. International Father’s Day (Edmunds Jansons), Letland 2012. Op vaderdag hebben de mensen iets te vieren, ze organiseren zelfs een parade met een fanfare. Voor een vogel is het gewoon een werkdag, hij moet voedsel regelen voor zijn gezinnetje. Junkyard (Hisko Hulsing), Nederland/België 2012. Onderweg met z’n vriendin wordt een man in de metro neergestoken door een junk. Voor hij sterft schieten jeugdherinneringen voorbij aan zijn boe-
Lonely Bones
KunstStripBeurs
een man die een oude foto en een duister verhaal met zich meedraagt. Ondertussen valt buiten de muren van het instituut de Berlijnse muur en niet veel later het communisme in Tsjecho-Slowakije. Jaromír 99 en schrijfpartner Jaroslav Rudiš gooiden hoge ogen met hun stripserie (uitgebracht tussen 2003 en 2006), en de verfilming (2011) van Tomás Luñák deed daar nog een schepje bovenop, met vorig jaar onder andere een Grand Prix van het HAFF en een European Film Academy Award tot gevolg. In strip-, film- of muziekvorm heeft Alois Nebel zo al door heel wat delen van Europa getreind; Utrecht Centraal zal ongetwijfeld niet de eindbestemming zijn.
Signeren, tekenen en wat kletsen; een bekend recept voor de KunstStripBeurs, die dit jaar voor de vierde keer samenvalt met het HAFF en voortaan geïntegreerd wordt in de programmering. Een kleine zeventig striptekenaars, grafische ontwerpers, illustratoren en schilders zullen op zaterdag 23 maart van 10.00 tot 17.00 uur aan tafels zitten in de Nicolaïkerk te Utrecht om hun werk te presenteren en verkopen. Denk bijvoorbeeld aan Joost Swarte, die de Marten Toonderprijs 2012 won en misschien wel nog belangrijker, het HAFF-logo ontwierp. Hij wordt vergezeld door de Italiaanse grafische kunstenaar Gabriella Giandelli, die de poster voor deze editie van het animatiefilmfestival verzorgde. Tel daarbij nog namen als Margreet de Heer, Serge Baeken, Argibald, Willem Vleeschouwer en Nozzman op, plus animatiefilmmakers, gameontwerpers en de uitreiking van de StripGrafiekPrijs (voor de beste strip in piëzografie), en het belooft een drukke zaterdag te worden. René Windig kan ook in de kerk gespot worden, maar niet aan een teken- of signeertafel, vertelt hij. ‘Nee, ik ga een beetje kijken hoe die anderen allemaal hard zitten te werken. Haha, dat klinkt wel een beetje lullig. Het is voor mij gewoon een gezellige dag.’ De KunstStripBeurs is voor iedereen gratis toegankelijk.
Palmpedarium
zemvriend die door een dealer uit hun arbeidersbuurt in een grimmige wereld van drugs en geweld terechtkwam. Bijzondere combinatie van technieken en materialen: olieverfschilderijen, tekeningen en 3Dcomputeranimatie. Lay Bare (Paul Bush), Engeland 2012. Caleidoscopisch portret van het menselijk lichaam zoals het zelden zichtbaar is, in de meest intieme relaties met familie en geliefden. Erotisch en komisch, mooi en kwetsbaar. Lonely Bones (Rosto), Frankrijk/Nederland 2013. Nogal hallucinerende film over dromen en wat je daarvoor over moet hebben. Visueel overdonderend vervolg in een serie rond de band Thee Wreckers van beeldend muziekkunstenaar Rosto. Marcel, King of Tervuren (Tom Schroeder), USA 2012. Griekse tragedie met Belgische hanen en onstuitbare voice-over. De onhandelbare Marcel wordt getemd met alcohol, slaappillen en drie kippen. Toen vluchtte hij niet meer. Zijn nageslacht wil de baas worden, maar Marcel is de King. Palmipedarium (Jérémy Clapin), Frankrijk 2012. Een jongen op het platteland weet veel van eenden. Ze vliegen, zwemmen en maken geluid. Op een dag
Toto
Stilte
komt hij een wonderlijke vogel tegen. Beetje vreemd, maar wonderlijk mooi. Recycled (Lei Lei, Thomas Sauvin), China 2012. Zo’n drieduizend gevonden kleurennegatieven uit vuilnisbelten van Beijing tonen samen in een razendsnel tempo de stad, de bewoners en de vergankelijkheid. Abstract, maar toch een verhaal. Regel van het Inwendige (Arlette Boerlage), Nederland 2013. Op een middelbare meisjesschool worden de leerlingen in een strak regime met saaie lessen klaargestoomd voor de maatschappij. Een rozeharig meisje ontdekt een ongekende wereld. Sfeervolle poppen en objecten met bijzonder oog voor detail. Ride of the Tram (Milena Molenda), Polen 2012. De alledaagse routine rond een tramhalte. Mensen wachten, hangen. Rustig, ongeduldig, dronken. Zwart-wittekeningen en enigszins mysterieuze duistere sfeer die uitstekend passen in stevige Poolse animatietraditie. Stilte (Carel Fransen), Nederland 2012. Een gepensioneerde cellist raakt ontstemd door allerlei geluiden uit de omgeving: een blaffende hond, gierende remmen van een auto, kwetterende vogels. Hij is op zoek naar de perfecte stilte, met drastische gevolgen.
Chopper
Tired of Swimming (Anna Eijsbouts), Engeland/ Nederland 2012. Een man wordt verscheurd door de herinnering aan zijn vrouw. Zijn eenzame bestaan wordt alleen nog in beweging gebracht door een zieltogende vis in een kom. Enigszins surreële film met toepasselijk kwetsbare poppen. Toto (Zbigniew Czapla), Polen 2012. Impressionistisch verhaal van een jongen die verleid wordt door een cynische sleutelverzamelaar. Tram (Michaela Pavlátová), Frankrijk/Tsjechië 2012. Een alledaagse dag vol eentonige sleur verandert in een erotisch avontuur voor een trambestuurster op het ritme van de tram en het stempelen van de kaartjes. Nieuwste film van Oscarwinnares Michaela Pavlátová werd meteen overladen met prijzen. Velocity (Karolina Glusiec), Engeland 2012. Een man dacht altijd dat hij een prima geheugen had. Hij tekent flarden van herinneringen. Het einde van de zomer, een heldere dag, gebouwen, mensen, passerende treinen, mensen die kijken naar passerende treinen. Elke dag gebeuren dingen, elke dag lijkt alles hetzelfde. Fragmentarische stijl sluit prachtig aan bij de biologerende voice-over.
Junkyard
Tram
23
FROMPASSIONTOPROFESSION ямБlm making 3D graphics interactive animation web design game design music production cross media publishing
GERICHTE PRAKTIJK E MEDIA CREATIEV GEN OPLEIDIN JOIN OUR GLOBAL NETWORK OF CREATIVE MEDIA COLLEGES bezoek onze website voor meer info |
www.sae.edu
Amsterdam 020-622 8790 Rotterdam 010-411 7951 Brussel 02/647 92 20
HAFF2013.indd 1
25-02-13 14:45