Foto: Shutterstock
4.1 ALLES IN BALANS – CIRCULAIRE LANDBOUW- EN VOEDSELSYSTEMEN Kernpunten van dit scenario • Grootschalige, ecologische landbouw, waarbij alle kringlopen in balans zijn. Er is geen verspilling meer, kringlopen (grondstoffen, energie) zijn gesloten op meerdere schaalniveaus, ook regionaal. Er is geen uitstoot meer van broeikasgassen. Land wordt gebruikt voor food en non-food (bijvoorbeeld vezelgewassen voor kleding). • Plaats bepaalt de teelten; we eten meer plantaardig, en voeding is rijker aan inhoudsstoffen (voedingsstoffen, micronutriënten) omdat het van een gezonde bodem komt. Veehouderij is er nog steeds, ook intensief, maar met een kleinere veestapel en veel sterker verbonden met plantaardige productie. De veehouderij, ook ‘microveehouderij’ met insecten, staat ten dienste van het upcyclen (hergebruik
13
van materialen of grondstoffen tot iets met meer waarde) van reststromen en het verwaarden van marginale graslanden. Dierenwelzijn wordt gewaarborgd. • Retail is helemaal ingespeeld op een meer regionaal geproduceerd productaanbod en op circulariteit: alle overgebleven producten gaan ofwel naar voedselbanken ofwel naar de diervoederindustrie. Deze verwerkt de voedingsreststromen samen met andere organische reststromen (bijv. bermgras) tot hoogwaardige diervoeders. • Technologie speelt een grote rol. De technologie achter onze kassen is nu ons grootste exportproduct. Over de hele wereld implementeren we systemen die met minimale input de lekkerste groenten en fruit produceren. Nederland is ook koploper op het
Toekomstverkenning agrofood 2050 - Transitiecoalitie Voedsel