VERZIN jaargang 10 nummer 4 (2014)

Page 1

toelating gesloten verpakking 2030 - Antwerpen X - P602624

DUO-INTERVIEW BART CANNAERTS EN WIM HELSEN Schrijven voor comedy

N° 2014

J aa rg a n g 9

HET TIJDSCHRIFT DAT JE AAN HET SCHRIJVEN ZET

5 euro

04

OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER

Driemaandelijks tijdschrift van

CREATIEF SCHRIJVEN VZW

DOSSIER FANTASY

GLUREN IN DE SCHRIJFKAMER

HOE SCHRIJF IK EEN GOEIE SEKSSCENE?

‘Dit is een genre om jong mee te beginnen’

Beroemde auteurs aan het werk

‘Je moet zo dicht mogelijk op de actie zitten’


COLUMN STEMPELS

40

12

Dimitri Bontenakel

H

erinner je je het laatste jeugdboek uit je kindertijd nog? Het laatste boek dat je leest voor je de oversteek naar de volwassenenfictie waagt? Het mijne heette Ogen van tijgers, de schrijfster ervan Tonke Dragt, het speelde zich in de toekomst af en het probleem ermee was dat het indruk op me had gemaakt. In de bibliotheek van Mortsel was elk boek toen van een icoontje voorzien: Geeraerts droeg een revolver, Stephen King een doodshoofd, Tolkien een wolk. Welnu, dat ik de eerste jaren na mijn oversteek vaak van wolkenstempels voorziene romans uit de rekken zou halen, mag die Nederlandse schrijfster geheel en al op haar conto schrijven. Waarom sf & fantasy? Net als Ivo Victoria groeide ik in Edegem op. We fietsten door dezelfde straten en droegen onze boekentassen allebei door de betegelde gangen van het olve-college. Daar liggen de verhalen nergens voor het oprapen en moet een mens dus improviseren. Waar Victoria zich verbeeldde de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen te winnen, nam ik het eerste het beste portaal naar een verzonnen wereld. Veel goede dingen gelezen. Helaas ook veel slechte. Op de duur werd ik ze beu, de bordkartonnen personages, de vergezochte namen, de dialogen waarin dingen gefluisterd, gestameld, gezworen en zelden gewoon gezegd werden. Zo rond de tijd dat ene George R.R. Martin zijn A Game of Thrones begon uit te lijnen, liet ik de wolkenboeken voor wat ze waren. Enkel op kantoor kom ik nog vergezochte namen tegen, in dossiers waar kinderen soms Frodo Vermeulen of Arwen Moerenhout worden genoemd.

Een op hol geslagen verbeelding levert niet altijd een meesterlijke roman op

In Lillo Boekendorp stootte ik twee jaar geleden weer op Tonke Dragt. Jeugdsentiment won het van gezond verstand. Ik herlas Ogen van tijgers diezelfde zomer. Een vergissing. Het boek was beter een mooie herinnering gebleven. Ho maar, vóór u als fantasylezer ‘Et tu, Brute’ gaat scanderen: Jack Vance, Stephen Donaldson, Dan Simmons en zijn Hyperionboeken, ze blijven me stuk voor stuk dierbaar. En Neil Gaiman volg ik nog steeds geïnteresseerd. Bovendien heb ik zo Kurt Vonnegut en J.G. Ballard ontdekt. Dus ja, een goed boek is en blijft een goed boek, ongeacht de stempel op zijn cover. Mais pour les mauvais livres la même chose. Want een op hol geslagen verbeelding levert niet altijd een meesterlijke roman op. Verder is het een kwestie van tijd voor ik op kantoor de eerste Cersei Yserbyt of Melisandre De Munck mag ontmoeten.

Dubbelinterview met Bart Cannaerts en Wim Helsen Affiche Boekenbeurs 2014

SCHRIJFWERK

4 8 12

34

36 38

EN VERDER

Gluren in beroemde schrijfkamers Een literaire seksscène schrijven is een vak apart Schrijven voor comedy: dubbelinterview met Bart Cannaerts en Wim Helsen Cursus in de kijker: Schrijf eens een selfie – ‘Zelfportret’ met Veerle Schaltin Recensie Nieuwe editie ‘Handboek voor Schrijvers’ Schrijfuitdaging: Carmien Michels legt ‘spoken word’-teksten op de rooster

19 DOSSIER FANTASY ‘DE VERBEELDING AAN DE MACHT’

19

Inleiding

20

Fantasy verovert boekenkast en scherm: ‘Een genre om jong mee te beginnen’

24

Fantasy: ‘Een oeroud lijf in een hip jurkje’

28

Vlaamse fantasy-auteurs zoeken hun weg: ‘Fantasy moet onder je huid zitten’

32

Op zoek naar een fantasy-uitgever

40

Workshops Creatief Schrijven op de Boekenbeurs

42

Nieuws

44

Agenda

Fantasy: een oeroud lijf in een hip jurkje

24 3


SCHRIJFWERK

SCHRIJFWERK

Tussen de pijpen van Simenon en de katten van Sartre

GLUREN IN DE SCHRIJFKAMER

kleurt, ontdek je er – net zoals op Writers at Work en andere websites - een bonte mozaïek van verschillende soorten schrijfplekken.

Inspirerende chaos

Jean-Paul Sartre

Foto’s van beroemde schrijfkamers spreken hevig tot de verbeelding. Maar zegt de schrijverspose ook iets over het oeuvre? En wat valt er zoal te detecteren op deze auteursfoto’s? Een speurtocht door de wereldliteratuur.

Door Barbara Delft

Truman Capote

D

e fascinatie voor een boek gaat vaak gepaard met een onblusbare nieuwsgierigheid naar de auteur. Fanatieke lezers willen de plek zien waar het genie tot zijn creaties kwam. Daarom zijn schrijvershuizen zo’n populaire trekpleisters voor lezers en schrijfliefhebbers - en is het alledaags stadje Stratford-upon-Avon vandaag wereldberoemd bij Shakespeare-adepten. In Groot-Brittannië bestaat overigens een fraaie traditie van het conserveren van schrijvershuizen door de National Trust. De schrijftafel is er heilig. Niet onlogisch: het beeld van de auteur aan het werk, biedt een manier om de moeilijk te vatten inspiratie beter te begrijpen. Veel boekenliefhebbers zijn trouwens zo geïntrigeerd door dit beeld dat ze foto’s verzamelen van hun schrijvende helden, onder meer op websites en Facebookpagina’s als Writers at Work. Fotograaf Jill Krementz wijdde zelfs een groot deel van haar artistieke werk aan de bewondering voor auteurs. In The Writer’s Desk (1996) selecteerde ze achtenvijftig beelden van de werkplekken van beroemde schrijvers. Hoewel het boek zwart-wit

4

Sommige auteurs werken aan een schrijftafel die overladen is met rondslingerende boeken, notitieschriftjes, kranten, foto’s en pennen. Jean Piaget, bijvoorbeeld, laat zich tijdens het schrijven omgeven door een complete chaos aan boeken, verzamelmappen en kranten: “The folders I need are within reach, in the order of the frequency with which I use them.” Agatha Christie hield haar wanorde daarentegen nog onder controle; ze schrijft te midden van zorgvuldig gestapelde torens boeken. Anderen vullen hun schrijfplek met notities en kladblaadjes. Lewis Mumford kijkt uit op een wand vol aantekeningen en Julio Cortázar werkt aan een bureau vol papieren. Uit de beelden blijkt dat het ouderwetse notitieboekje nog altijd een van de meest gegeerde schrijfaccessoires is. Veel schrijvers beginnen een roman of dichtbundel met pen en papier. Chaoten houden van het kriskras door elkaar gekrabbel. De wanorde van bedenkingen, quotes en flarden zinnen wakkert de inspiratie aan.

bed, Ross Macdonald in de sofa met een plank als geïmproviseerd bureau. Dan zijn er ook nog de auteurs die helemaal geen schrijftafel gebruiken, maar zich terugtrekken op ietwat vreemde plaatsen. William F. Buckley Jr. schrijft in de auto, terwijl Françoise Sagan iets heeft met schrijven terwijl ze op een tapijt ligt genesteld. Ook Veronica Chambers heeft een erg originele schrijfplek: in kleermakerszit op het keukenaanrecht, met de laptop op haar schoot. Als ze “vanuit de hoogte” werkt, kan ze immers met een zekere afstand naar haar verhalen kijken. Tot zover dus het stereotiepe beeld van de schrijftafel. Lang niet elke auteur heeft blijkbaar de behoefte aan een bureau.

ste boeken van de Harry Potter-reeks schreef in verschillende cafés in Edinburgh. Ook tijdelijke schrijfplekken lijken aanlokkelijk. Aan een boek werken tijdens een schrijfresidentie is rustiger, bevordert de concentratie of kan ook net spannend en vernieuwend zijn. Terwijl Hunter S. Thompson het exotische Puerto Rico opzoekt, schreef Alain De Botton in de zomer van 2009 een week in de luchthaven van Heathrow, zij het wel als gevolg van een opdracht. Verandering van lucht doet schrijven.

Hondenmetaforen

Bovendien schrijven sommige auteurs het liefst op verplaatsing, al dan niet letterlijk reizend zoals in de trein of in de auto. Veel auteurs wisselen immers graag van werkomgeving. Het is algemeen bekend dat J.K. Rowling de eer-

Op foto’s van schrijfplekken merk je verrassend genoeg veel huisdieren op. James Bond-auteur Ian Fleming schrijft steeds in aanwezigheid van zijn geliefde honden en ook Stephen King verkiest het gezelschap van de trouwe viervoeter. Jean-Paul Sartre houdt dan weer meer van katten. Ook bij Truman Capote ontdek je katachtigen in het landschap van de schrijfkamer. Even-

E.B. White

Ernest Hemingway

Puerto Rico of Heathrow Airport

Schrijven op het keukenaanrecht Anderen lijken liever op een Spartaanse manier te schrijven, aan een bureautje dat maar net groot genoeg is voor een schrijfmachine – zoals Anthony Powell – of aan een lege, grote tafel zoals Archibald MacLeish. E.B. White zoekt dan weer de concentratie op in de kaalste kamer van een boothuis, met enkel een houten bank en tafel ter beschikking. Enkele auteurs houden er zelfs van om rechtstaand te schrijven: Ernest Hemingway, Saul Bellow en Rita Dove werken daarom aan een hoge schrijftafel. Ook Philip Roth koos – wegens rugproblemen – voor het schrijven aan een pupiter. Walker Percy schrijft in

5


SCHRIJFWERK

wel geen spinnende poezen of krolse katers, maar wel kitscherige, porseleinen beeldjes. De dichter Michael McClure geeft dan weer de voorkeur aan een tamme maar excentrieke vogel. In The Writer’s Desk probeert auteur Amy Tan de aanwezigheid van huisdieren te verklaren. Tijdens het werken omringt ze zichzelf met ‘spullen’ waarmee ze zich verwant voelt, zoals haar hond Bubba Zo. Volgens haar is het dan ook geen toeval dat ze veel dog metaphors in haar boeken gebruikt.

De pijpencollectie van Simenon Enkele schrijvers triggeren zodanig de verbeelding dat de lezer zich inbeeldt hoe de auteur aan het werk is aan The World According to Garp, Veinte poemas de amor, American Pastoral, Le rhinocéros of hoe hij pakweg het personage Maigret creëert. Maar dan sluimert het gevaar van de teleurstelling. De schrijftafels van John Irving, Pablo Neruda, Philip Roth, Eugène Ionesco en Georges Simenon zijn minder fasci-

Georges Simenon

6

SCHRIJFWERK

nerend dan hun literaire werken. Alle vijf beschikken ze over een traditioneel bureau, redelijk ordelijk, omgeven door boeken, persoonlijke voorwerpen en foto’s van geliefden. Alleen stelt Simenon op zijn bureau een aardige collectie pijpen tentoon, wat meteen doet denken aan de kenmerkende afbeelding van de pijp op de Dick Bruna-covers van de Nederlandstalige Maigret-reeks. Net zoals bij Amy Tan beïnvloedt de schrijfplek het werk van de schrijver. Bovendien lijkt Simenon zijn kantoor te hebben opgeruimd voor de fotograaf aan de slag ging. Hier sluimert dus niet alleen het gevaar van de teleurstelling, maar ook het risico dat de auteur poseert. Bij veel auteurs is de dandy immers nooit ver weg. Zo lijkt de schrijfplek van Truman Capote weinig geloofwaardig en waarschijnlijk in scène gezet.

brador aan de voeten en evenmin verwachten we van Hemingway een burgerlijk bureautje. Bovendien onthult een blik in de schrijfkamer de werkwijze van schrijver. Een goede observator kan zelfs de oorsprong ontdekken van terugkerende details in het oeuvre. Daar staat tegenover dat sommige auteurs geregeld van schrijfplek wijzigen of weinig aandacht hechten aan hun schrijftafel. Zo is werken in de trein of in plaatselijke cafés een bekende schrijversgewoonte. Evengoed kan de schrijftafel de vorm aannemen van een keukenaanrecht of een vloertapijt. Om met de woorden van Richard Ford te besluiten: “Mijn bureau is de ene keer een klaptafeltje op het vliegtuig en de andere keer de zitting van een busstoeltje. De ’schrijfkamer’ lijkt mij eerder een concept dan een plek.”

De schrijfkamer als concept Wel vaker verraadt de schrijfplek de capriolen van de auteur. We kunnen ons Sartre niet voorstellen met een la-

Bron: Jill Krementz, The Writer’s Desk, 1996 of website Writers at work.

Agatha Christie

7


SCHRIJFWERK

SCHRIJFWERK

SEKSSCENES SCHRIJVEN, EEN VAK APART Erotiek kruidt de literatuur

D

e literaire wereld in Nederland en Vlaanderen kende een massaal seksueel ontwaken in de jaren zestig. In Vlaanderen schreef literair zwaargewicht en Nobelprijswinnaar Louis Paul Boon naast Daens ook een staaltje parodie-erotiek waarvoor zelfs Markies de Sade zijn wenkbrauwen zou opheffen. Jef Geeraerts deed stof opwaaien met zijn semi-autobiografische Gangreen. Hoewel dat voornamelijk te maken had met een overdaad in geweld en racistische uitlatingen, overdonderde Geeraerts zijn lezerspubliek eveneens met tal van ruwe seksscènes. Hugo Raes noemde erotiek “een bijzonder rijk en belangrijk thema, een onuitputtelijk terrein”. Hij trachtte met z’n erotische scènes, volgens de vitalistische traditie, alle zintuigen in te zetten en aan te spreken. De Vlaamse schrijvers waren onmiskenbaar beïnvloed door hun Nederlandse collega’s. Jan Cremer, bijvoorbeeld, die in zijn autobiografische Ik Jan Cremer onverbloemd zijn seksleven documenteerde, wat hem trouwens de stempel ‘staatsgevaarlijk’ opleverde omdat het ‘dierlijke driften’ bij de jeugd zou loswrikken. Auteur Jan Wolkers moest zeker niet onderdoen voor Cremer. Hij deed eveneens monden openvallen met zijn grafische seksscènes, zoals in het verfilmde Turks Fruit.

Eef

“Ik wil het mooi en vooral zintuiglijk opschrijven, zo dicht mogelijk op de actie. Mijn lezer moet proeven, ruiken, voelen en beleven wat er gebeurt.”

Misschien minder expliciet, maar daarom niet minder invloedrijk, waren de erotische scènes van de zogenaamde Nederlandse ‘Grote Drie’: Harry Mulisch, Gerard Reve en Willem Frederik Hermans. Reve’s homo-erotiek, Hermans’ sensuele machinale verheerlijking en Mulisch’ ‘verwoestende’ liefdesdaad uit Het stenen bruidsbed.

Een jongen ontwaakt in een soort van onzedelijke Tuin van Eden. Hij mag er ongestoord z’n lusten botvieren op het vrouwelijk schoon. Een wiskundeleerkracht wordt waanzinnig verliefd op één van zijn leerlingen. Ze is slechts vijftien jaar oud. Een jonge vrouw kruipt graag voor de camera, volledig naakt. Ze wil dat iedereen haar zo ziet.

8

Je hoeft geen E.L. James te heten om een pittige verhaallijn neer te pennen. De Nederlandse en Vlaamse auteurs kunnen het ook. Zelfs zonder zich te vergrijpen aan een clichématig dominant, semigoddelijk mannelijk figuur dat graag klappen uitdeelt.

Ondertussen, een goede dertig jaar later, liggen de meesten niet meer wakker van erotische content – of toch niet op de negatieve manier. Seks is bijna een onontkoombaar thema. Waar vroeger het merendeel van de auteurs het onderwerp uit de weg gingen, of blozend aankaartten, ben je als schrijver nu de vreemde eend in de bijt als je het doodzwijgt. Auteurs als Pia Fraus, Eef Lanoye en Isabelle Dams springen in hun pen om vrijelijk en ongegeneerd hun wildste fantasieën neer te schrijven terwijl ook Tom Lanoye, Kristien Hemmerechts en andere Vlaamse literaire reuzen de seksscène niet schuwen.

Wordt literaire erotiek serieus genomen? Door Julie Putseys

ken, gaat de trend bijlange niet ver genoeg. “Boeken moeten vandaag braver zijn dan de werkelijkheid”, klaagt hij. “Terwijl de werkelijkheid al fantastisch gevaarlijk en misselijkmakend is en de literatuur daar net over moet springen”. In ieder geval vindt er wel een ‘seksueel ontwaken’ plaats in het Vlaamse en Nederlandse boekenlandschap. Tegelijkertijd wordt erotiek tegenwoordig meer en meer bestempeld als minderwaardig aan literatuur omdat het ‘gemakkelijk’ zou zijn. Isabelle Dams, auteur van verschillende erotische romans, doet hier haar zegje over: “Niet iedereen kan zich plots aan het schrijven van erotiek wagen, al wordt er lacherig over gedaan en heeft het het etiket ‘gemakkelijk’ te zijn.” Ook Eef Lanoye, die in 2011 debuteerde met de erotische verhalenbundel Sterrenogen, vindt het opmerkelijk dat men erotiek niet helemaal serieus neemt terwijl bijna iedere auteur zucht dat een seksscène schrijven zo moeilijk is. “Het is blijkbaar moeilijker dan het schrijven van een ‘gewone’ tekst, maar wordt wel Lanoye: minder gewaardeerd”, merkt de schrijfster op. Volgens Pia Fraus, auteur van de spraakmakende boeken Vrijages en Meer Vrijages, is de slechte reputatie van het genre te wijten aan de grote hoeveelheid commerciële publicaties die uit de drukpers glijdt. Het staat in ieder geval als een paal boven water (no pun intended) dat seksscènes schrijven allesbehalve gemakkelijk is. Dat feit leidde het Britse magazine Literary Review ertoe om de Bad Sex in Fiction Award te lanceren. Lachwekkende passages als “Mijn geslacht zwemt in het vermaak zoals een vis in het water” of “Zo uitvergroot en zo scherp waren haar gevoelens dat haar inwendige zenuwen zelf de hobbels, ruggen, puistjes en geringe haren langs de schacht van zijn mannelijke staaf konden voelen” belandden (terecht) bij de nominaties. Als tegenreactie organiseerde de Nederlandse recensiewebsite Recensieweb een prijsuitreiking voor de Beste Literaire Seksscène. Tom Lanoye ging vorig jaar met de prijs aan de haal, met de volgende passage uit Gelukkige Slaven, door Recensieweb bestempeld als een ‘anti-seksscène’ omdat ze allesbehalve opwindend is: “Haar gezicht wiegde telkens mee, alsof ze het stugge hoofdkussen moest uitsmeren met haar hoofd als deegrol. Het andere kussen had ze daarnet al onder haar middel getrokken om haar bekken omhoog te kunnen houden zonder kramp te krijgen. Als de liefde zich aandient moet men zich openstellen.’

Of de Nederlandstalige literatuur nu volledig ‘seksueel vrijgevochten’ is, valt te betwisten. Voor Joost Vandecasteele bijvoorbeeld, wiens erotische Vel niet elke recensent kon sma-

9


SCHRIJFWERK

VIER VUISTREGELS VOOR EEN SAPPIGE SEKSSCENE Iedereen die zich ooit aan een erotische scène waagde, weet dat het niet simpel is. Er is natuurlijk geen standaardmanier om het goed te doen, net zoals dat het geval is bij pakweg een actiescène of een sterfscène. Over smaken valt niet te twisten. Toch zijn er enkele vuistregels waar je je best aan houdt:

Wees geloofwaardig, evenwichtig en consequent Een seksscène die plots uit het niets komt vallen en totaal niet bijdraagt aan het verhaal, irriteert de lezer. Als de handelingen en uitspraken van het personage in kwestie dan ook nog eens helemaal niet overeenstemmen met zijn of haar courante gedrag, ben je je lezer volledig kwijt. Geloofwaardigheid en het neerzetten van een personage is misschien wel hét belangrijkste element in het schrijven van een seksscène. Paul Claes: “Ik probeer een zo getrouw mogelijk beeld op te hangen van de mens. AanPia gezien de mens een seksueel wezen is, vormt de liefde een belangrijk element.” Geloofwaardigheid wil ook zeggen dat de scène evenwichtig moet zijn. “Teveel sérieux maakt het geheel te zwaar, dus je hebt ook humor nodig om af en toe wat te verzachten”, licht Isabelle Dams toe. De eroticaschrijfster raadt ook aan om consequent te zijn in je standpunt. “Maak een keuze. Waar zet je je camera? In de hoek van de kamer waardoor je zachtere, eerder suggestieve erotica creëert of zit je met je camera op de huid van de personages?”

scènes, zoals in de romans van Willem Frederik Hermans, maar ook geweldig expliciet werk. Waar je wél mee moet oppassen, is dat je tekst niet op een sekshandleiding begint te lijken, dat je de seks bijna werktuiglijk beschrijft, zonder gevoel. Zo vindt Kristien Hemmerechts bijvoorbeeld dat je het niet hoeft te beschrijven wanneer personages rechttoe rechtaan seks hebben, enkel als het werkelijk bijdraagt bij de verhaallijn. Eef Lanoye gaat hier volmondig mee akkoord: “Stop geen seks in je verhaal omdat je denkt dat dat moet, doe het omdat je het wilt, omdat het iets toevoegt aan je verhaal.” Paul Claes – momenteel bezig is aan een romanreeks over het seksueel beleven in de geschiedenis van de Westerse cultuur – meent dat er voldoende ruimte moet zijn voor de lezers om zelf te fantaseren. Maar de belangrijkste wijsheid komt misschien van Pia Fraus: “Als je dan toch alles beschrijft, zorg er dan tenminste voor dat het aantal benen Fraus: klopt.”

“Als je dan toch alles beschrijft, zorg er dan tenminste voor dat het aantal benen klopt.”

Wees een taalvirtuoos

Schrijf geen sekshandleiding Sommige seksscènes zijn zo suggestief dat je amper weet wat er gebeurt. Anderen zijn dan weer zo klaar als een k(l)ontje. Het ene is niet beter dan het andere. Je hebt behoorlijk suggestieve seks-

10

Last but not least: geniet ervan. Fantaseer er op los. “Put meer uit de ongebreidelde fantasie dan uit de altijd beperkte belevenis”, dixit Paul Claes. Isabelle Dams gaat graag terug op eigen ervaringen, maar vergroot ze dan uit: “Een erotische fantasie is altijd groter dan de werkelijkheid.” Eef Lanoye: “Schrijf met overtuiging. Schrijf met gevoel. Laat je gaan, laat alle schaamte los. Volg je eigen weg, anders wordt het fake. En fake is saai, en saaie seks is dodelijk. Net als in het echte leven.” Of je nu teruggaat op eigen ervaringen of alles uit je duim zuigt: wanneer je zelf opgewonden raakt, zit het goed. (JP)

Shop My Books

Zelf een boek schrijven? Wel, dan is Create My Books zeker iets voor jou. We helpen je jouw boek te creëren, te printen en te publiceren.

Op onze webshop Shop My Books kan je boeken kopen van self-publishing auteurs en out-ofprint boeken.

Bundel de mooiste momenten uit je leven in een echt boek en publiceer het voor jezelf, je familie en vrienden of zelfs fans wereldwijd.

Kies jouw favoriete boek en krijg je bestelling snel thuis geleverd dankzij ons uitgebreid netwerk van betrouwbare printpartners.

o

o

Kijk snel op:

Surf vlug naar:

www.createmybooks.com

www.shopmybooks.com

en profiteer van onze online acties.

en start met de aankoop van je favoriete boeken.

Create My Books en Shop My Books bezorgen je een compleet nieuwe ervaring!

o

“Goede erotica moet het hebben van taalvirtuositeit. Het gaat erom het zo esthetisch te brengen zodat de lezer bereid is het verhaal, hoe grensoverschrijdend ook, te aanvaarden”, zegt Pia Fraus. Eef Lanoye sluit zich daarbij aan en vindt variatie in woorden ook heel belangrijk, wat niet altijd evident is bij het schrijven van erotiek. Lanoye: “Ik wil het mooi en vooral zintuiglijk opschrijven, zo dicht mogelijk op de actie. Mijn lezer moet proeven, ruiken, voelen en beleven wat er gebeurt.” Maar niet iedereen kan, zoals Jef Geeraerts in Black Venus, een volzin van 1895 woorden schrijven en nog steeds verstaanbaar blijven. Als je werk de bedoeling heeft om op te winden, moeten zinnen vlot leesbaar zijn en mag het literaire de aandacht niet afleiden.

Geniet ervan

Create My Books

P registreer gratis P creëer snel een boek P deel met vrienden, familie of wereldwijd P publiceer en verkoop via onze webshop P netwerk van betrouwbare partners Corporate Headquarters Peleman Industries nv I Rijksweg 7 I 2870 Puurs I België I info@createmybooks.com I info@shopmybooks.com


INTERVIEW

INTERVIEW

‘GRAPPIG ZIJN ONTDEK JE DOOR HET TE DOEN’ Genoeg gelachen, nu comedy. Wim Helsen en Bart Cannaerts laten, op de slappe koord tussen kolder en sérieux, hun licht schijnen op hun metier. Want hoe doe je dat nu, grappig zijn op het podium? Hoe wordt een stapel grappen en ideetjes een voorstelling? En moet je met alles kunnen lachen?

DOSSIER

Door Michiel Leen Foto’s Wendy Marijnissen

C

annaerts en Helsen, they go a long way back. Sterker nog: Cannaerts besloot de stap naar het podium te zetten toen hij, een tiental jaar geleden, Wim Helsen aan het werk zag met zijn voorstelling ‘Heden Soup.’ Cannaerts: “Ik ging voor het eerst het podium op in 2006, maar de aanzet kwam er enkele jaren tevoren, toen ik Wim zag optreden. Ik dacht meteen: dat zou ik ook graag doen. Niet dat ik Wim wilde imiteren, maar het idee om alleen dat podium op te gaan, zelf te beslissen wat je zegt en daarmee een zaal aan het lachen te brengen, sprak me aan. Ik volgde een jaar de woordkunstopleiding, waar ik nog niet meteen vertelde dat ik comedy wou maken. Al heb ik daar wel gemerkt: die richting wil ik uit.”

SCHRIJVEN VOOR COMEDY Interview met Bart Cannaerts en Wim Helsen, tussen notaboekje en Excelbestand

12

Bart Cannaerts: ‘Eigenlijk trek je een T-shirt aan waarop staat: ik vind mezelf heel grappig.’ Wim Helsen: ‘Tja, dat is nu eenmaal de stilzwijgende afspraak: ‘Ik ga jullie doen lachen.’ ‘

Helsens parcours vertoonde iets meer bochten. “Voordat ik solo ging, vormde ik samen met Randall Casaer enkele jaren het duo ‘Vrolijk België’. Die periode beschouw ik als incubatietijd. Het begon voor mij écht toen ik mijn job bij de radio opgaf en halftijds ging lesgeven om meer tijd te hebben voor de comedy. Dat was geen evidente stap: ik koos voor een onzeker bestaan, terwijl ik toch al een kind en een huis had.

Ik heb me even tegen die keuze verzet, hoewel ik eigenlijk wel besefte dat de beslissing genomen was. In mijn hoofd speelde ook onzekerheid: is het niet pretentieus om de collega’s te vertellen dat je stopt en cabaretier gaat worden? Tegelijk had ik er vertrouwen in: ik heb er nooit rekening mee gehouden dat het zou kunnen mislukken.”

Wist je al vroeg dat je comedian zou worden? Waren jullie bij wijze van spreken al de grappigste jongetjes van de klas? Cannaerts: “Elke comedian vindt het uit zichzelf tof om mensen aan het lachen te brengen. Je zou dat grapdwang kunnen noemen, maar dat klinkt zo anaal. Op school was ik jarenlang de enige en per definitie de grappigste jongen.” Helsen (grinnikt): “Je kon vast ook het snelste lopen en het beste voetballen.” Cannaerts: “En ik was ook de knapste jongen van de klas.” Helsen: “Dus je bent opgegroeid met het beeld dat je een soort prins was, kortom? Goed voor jou.“ (lacht) Cannaerts: “In het land der blinden…”

13


INTERVIEW

En jij Wim? Vanouds de grappigste thuis? Helsen: “Ik maak mensen graag aan het lachen, ja. Het is ook leuk om te delen. Mijn beste vrienden zijn mensen met wie ik goed kan lachen. Maar dat heeft niets te maken met op een podium staan en een publiek aan het lachen te maken. Dat is een andere discipline. Er zijn mensen genoeg die weliswaar heel grappig zijn, maar die niet per se op een podium kunnen staan. Comedy is theatraal geladen, en het is ook gewoon spannend om alleen voor een groep mensen op het podium te staan. Het heeft iets kwetsbaars.” Cannaerts: “Maar je kiest toch voor die vorm? Je kunt op het podium evengoed theater spelen, of dansen?” Helsen (gespeeld verontwaardigd): “Jamaar, dat doe ik toch ook? Ik zie mijn voorstellingen als dansvoorstellingen. Alleen worden ze niet zo gepercipieerd!” Cannaerts: “De stap naar het podium moet je niet onderschatten. Eigenlijk trek je een T-shirt aan waarop staat : ik vind mezelf heel grappig.” Helsen: “Tja, dat is nu eenmaal de stilzwijgende afspraak: ‘Ik ga jullie doen lachen’. “

Hoe begin je aan een voorstelling? Je moet op zoek gaan naar een thema, een samenhang… Dat komt toch zomaar niet uit de lucht vallen? Helsen: “Ik heb een jaar lang scenarioschrijven gevolgd aan het RITS, toen nog met het idee om dingen te schrijven voor tv en film. Ik heb echter niet de discipline om iets te schrijven wanneer niemand er expliciet om vraagt. Wanneer je gaat optreden, weet je echter dat je materiaal bij elkaar moet hebben. Dat zorgt voor een dwingende deadline.”

INTERVIEW

Verandert zo’n voorstelling nog na de tryoutfase?

zelfde anekdotes nog steeds opdist met dezelfde drammerige verontwaardiging, wordt het steriel. Je koestert de verbijstering omdat je zo eeuwig ‘de goeie’ blijft in dat verhaal. Eenmaal zo’n basisidee zich aandient, moet ik op zoek naar een manier om het te vertellen. Rechttoe rechtaan vertellen zoals ik hier nu doe, werkt niet in een show. Gaandeweg kom ik dan situaties tegen waarop ik dat idee kan loslaten.”

Helsen: “Bij mij wel, ja. Op de dag van de première staat het geraamte er, maar dan kan er nog veel veranderen. Van veel dingen ontdek je dat ze grappig zijn, gewoon door ze te doen. Zonder dat je ze vooraf per se grappig bedoelt.” Cannaerts: “Herkenbaar. Mijn laatste voorstelling veranderde nog serieus tijdens het spelen. Het geheel werd ook beter. Hoe meer je de voorstelling in de vingers hebt, hoe vrijer je bent om op zoek te gaan naar kleine, nieuwe elementjes. Soms kunnen twee woordjes volstaan om een scène grappiger te maken. Bij een première durf ik niet zo snel te improviseren.”

Cannaerts: “Bij mij werkt het anders. Ik heb niet echt een basisthema, maar wel een Excelbestand. Een erfenis van mijn ingenieursopleiding, ik werk graag met dat programma.” Helsen: “Ah zo doe jij dat, met een Excèlbestand!”

Hoe nerveus ben je nog, voordat je het podium op moet?

Cannaerts: “Welja. Zo viel het me op dat vrouwen op huwelijksfeesten altijd hun schoenen uittrekken om te dansen. Dat schrijf ik dan op. Van dergelijke dagelijkse details verzamel ik er enkele honderden. Op dat moment zijn het nog geen moppen, maar in de aanloop naar een show ga ik daar verder over nadenken en kan er iets grappigs uit ontstaan. Ik schrijf vooraf bijna niets uit. Enkele kernwoorden, hoogstens. De deadline voor zo’n nieuw onderdeeltje ligt vaak een kwartier voor het begin van een try-out. Tijdens een try-out speel ik dan een deel van een bestaande show, met de nieuwe elementen ertussenin, om te zien wat er werkt. Met de elementen die overeind blijven, bouw ik gaandeweg een geheel op.”

Cannaerts: “Eenmaal de show op punt staat, heb ik daar nauwelijks nog last van.” Helsen (ironisch): “Ja, met jouw natuurlijk arrogantie…” Cannaerts: “Ja, maar bij een try-out in een café als The Joker ben ik net razend nerveus.” Helsen: “Dat herken ik. Je bent kwetsbaar, de ideeën zijn vers, je vraagt je af of je alles wel gaat onthouden, het is te laat om nog nieuwe invallen te verwerken. De allereerste try-outs zijn de ergste, onplezierig nerveus. Bij de voorstelling zelf is er een prettige nervositeit, die ik desnoods zelf een beetje opzoek: kijken hoe de toeschouwers binnendruppelen, bijvoorbeeld.”

Helsen: “Ik schrijf niet per se meer uit dan Bart. Bij de ontwikkeling van een voorstelling komt het eropaan om te weten wat er saai overkomt en wat niet. Het kan gebeuren dat een cruciaal onderdeel niet werkt. Ja, dan moet ik een oplossing vinden, of het gaat er gewoon uit. Al spelend groeit het geheel, met try-outs van stukjes die soms maar enkele minuten duren.”

Heb je een klankbord tijdens dat proces?

Is er een script? “Ik weet vooraf wel waarover ik het wil hebben. Vaak is dat een vorm van menselijk gedrag die me irriteert en waarover ik me vragen stel. Waarbij vaak blijkt dat ik die eigenschap bij mezelf ook tegenkom. Mijn laatste voorstelling vertrok vanuit het gegeven dat sommige mensen jarenlang in een soort verbijstering blijven hangen. Zo van: “Nu zegt die dàt tegen mij, allez hoe kan dat nu?” Op zich niets mis mee, maar als je tien jaar later die-

14

Helsen: “In mijn notaboekje ontstaat een zekere structuur, en dat is wel belangrijk. Elementen moeten van plaats wisselen, je ontdekt dat er iets wringt omwille van een wending een kwartier tevoren, of omdat er even te weinig ademruimte is. Zoiets ontdek je pas wanneer je overzicht krijgt, wanneer je de voorstelling gespeeld hebt.”

Wim Helsen: ‘Ik zie mijn voorstellingen als dansvoorstellingen. Maar ze worden niet zo gepercipieerd.’

Helsen: “Ik laat me altijd helpen door verschillende mensen, in wiens oordeel ik vertrouwen heb. Ik vertrouw ook op mijn eerste gevoel na een voorstelling: wat zat er juist, wat niet? Vervolgens zoek je samen uit waaraan dat kan liggen. Een regisseur of coach vertelt mij vooral wat er met hem gebeurt tijdens de voorstelling.”

Cannaerts: “Mijn ritueel…” Helsen: “Hola, rituelen, Excelbestanden, het houdt niet op!...” Cannaerts: “Ik beeld me in hoe toeschouwers hun tickets hebben gekocht, die dagenlang op het prikbord gehangen hebben, hoe ze een babysit hebben geregeld, hoe ze voor de show nog een hapje gaan eten Tja, die mensen verwàchten wel iets van mij, mijn enige optie is mijn best te doen. Daardoor raak ik wel opgeladen, maar zenuwen heb ik niet. Na vijftig voorstellingen mag je ervan uitgaan dat alles in principe wel zal marcheren.”

15


INTERVIEW

INTERVIEW

Helsen: “Dat zie ik toch anders. Ik ga er niet zomaar van uit dat het wel in orde zal komen. Als ik niet heel goed speel, komt het gewoon niet goed, en ben ik achteraf ongelukkig.”

tie enigszins ‘aanzetten’. In de Excelfase ben ik veel meer gefocust, in de maanden voor de show zijn mijn voelsprieten veel actiever. Misschien hebben andere comedians dat constant. Moet vermoeiend zijn!”

Cannaerts: “Ik sta meer wat ‘als mezelf’ met de mensen te babbelen. Jij hebt de bijkomende moeilijkheid dat je ook goed in je personage moet zitten. Als je dan het publiek niet meteen meekrijgt…”

Helsen: “Hoe meer ik inzicht in krijg in wat een voorstelling nog nodig heeft, hoe meer het tot mij lijkt te komen.”

Observatievermogen, kortom?

Helsen: “Ach, dat lukt wel, maar dan moet je rustig blijven spelen. Mijn shows zitten ook vol moodswings, soms vijf emoties binnen een halve minuut. Dan moet ik goed weten wat ik sta te doen, uiteraard. Dat betekent niet dat je altijd hetzelfde moet spelen, maar het gevoel vanwaaruit je de dingen zegt, verandert constant. Ik weet niet of het me zou lukken, zoals Bart, om ‘als mezelf’ voor de mensen te gaan staan.”

Helsen: “Een soort tunnelvisie, waardoor opvalt wat er beter past, lijkt me.” Cannaerts: “Wat ik doe, wordt omschreven als observatiecomedy. In se vertel ik over dingen die iedereen weleens meemaakt, maar dan (plechtig) vanuit mijn aparte blik erop. Hoe dat precies gebeurt, weet ik niet. Aan een tafel gaan zitten en zeggen: nu ga ik iets grappigs doen, lukt me niet.”

Is het altijd even gemakkelijk om op het podium grappig te zijn? Bijvoorbeeld wanneer je een off-day hebt, of een mentaal dipje? Cannaerts: “Vlak voor de voorstelling ligt de focus volledig op de show. Hoewel: hoe langer je een voorstelling speelt, hoe groter het gevaar wordt dat je tijdens het spelen afgeleid raakt en aan dingen denkt die niet met de voorstelling te maken hebben.”

Helsen: “Bij mij was dat Bart Cannaerts, of juister: het vermoeden dat er zoiets bestond als Bart Cannaerts. Dat vermoeden is juist gebleken. In mijn hoofd heette hij Fritzy, want ik kende zijn naam natuurlijk niet.” (hilariteit)

Helsen: “Maar daar ga je toch slecht van spelen? Ik speel heel graag, maar als ik opkom, moet ik wel zo vrij mogelijk zijn in mijn hoofd. Alle bijzaken die me voordien bezighouden, moeten van de baan. De verwachtingen van het publiek, de aandacht die op jou gericht is, zorgen er wel voor dat veel ruis uitgeschakeld wordt. Dat sluit niet uit dat je op automatische piloot kunt spelen. Maar dan begin je jezelf te imiteren, terwijl de magie idealiter net op het moment zelf ontstaat. Als dat niet lukt, moet je jezelf al spelende tot de orde roepen.”

Cannaerts: “Oh, op een dag zag ik Wim bezig en ik dacht: dat lijkt me plezierig! Niet in de zin van: dat kan ik beter. Maar dat plezier! Als ik tijdens een voorstelling zelf dingen begin te bedenken, is dat meestal een goed teken.”

Welke rol speelt inspiratie voor jullie? Helsen: “Je moet zorgen voor omstandigheden waarin de inspiratie kan stromen. Je kunt dat niet afdwingen. Maar je kunt wel een try-out vastleggen. Dan moet je wel aan de slag. Door te zien wat er goed ging, en wat net niet, kun je je beter concentreren op bepaalde aspecten.” Cannaerts: “Ik kan mijn gevoeligheid voor inspira-

16

Wie beschouw je als een voorbeeld?

Wim Helsen: ‘Goede comedy moet er vloeiend uitzien. Alleen is het dat helemaal niet.’ Bart Cannaerts: ‘Grof zijn op het podium volstaat niet om mensen aan het lachen te brengen. Nee, je hebt goede grappen nodig, punt!’

Helsen: “Goede voorstellingen, films, muziek… Alle dingen waar je ooit van genoten hebt, spelen een rol. Het is fijn om tijdens een voorstelling geïnspireerd te raken. Soms denk ik: ja, dat wil ik ook doen, juust hetzelfde! Toen ik begon, kende ik het werk van andere comedians niet echt. Nu zie ik vaker collega’s aan het werk, waaronder Bart, en dat heeft weer invloed.”

Valt wat jullie doen nog onder de noemer stand-upcomedy of ben je verder geëvolueerd? Helsen: “Het maakt me niet uit welk genre op mijn werk wordt gekleefd. In het begin is dat belangrijk, wanneer mensen je nog moeten leren kennen. Ze willen een duidelijk antwoord op de vraag wat je nu

eigenlijk doet. Ik ben verzot op comedy, maar ook op theater en dans. Nadenken over welk genre ik beoefen, helpt me niet vooruit bij het bouwen van een voorstelling. Het genre speelt vooral een rol in de verwachtingen van het publiek. Mocht ik een doodernstig stuk schrijven, is het uiteraard wel belangrijk dat daar vooraf duidelijk over wordt gecommuniceerd. Anders fnuik je de verwachtingen. Tenzij dat de bedoeling is, natuurlijk. En dan is het op een metaniveau wel nog grappig, zij het dan alleen voor mezelf.” (lacht) Cannaerts: “Er wordt soms neerbuigend gedaan over comedy, als zou het plat zijn en vulgair. Cabaret zou dan een boodschap en diepgang hebben. Daar ga ik toch niet in mee.” Helsen: “Goede comedy kan die reactie uitlokken, net omdat het er heel gemakkelijk uitziet. Goede comedy moet er vanzelfsprekend vloeiend uitzien, alleen is het dat helemaal niet. Een reactie als ‘dat kan ik ook’ is helaas niet van de lucht. Vandaar wordt comedy soms zo laag aangeschreven. Ach, het helpt niet je daar druk in te maken.” Cannaerts: “In Nederland lijkt die genrediscussie harder te woeden dan hier. Er is een grotere cabarettraditie. Maar hoe moet ik me dan positioneren? Ik breng stand-up, maar zing ook liedjes. En soms valt er een stilte. Ben ik nu plots een cabaretier? Comedy is voor mij een grote noemer voor grappige dingen, met verschillende genres. Net zoals in de muziek.”

Kun je met alles lachen? Cannaerts: “Je kunt met alles lachen, maar moet dat ook?” Helsen: “Werkt het? Dat is het criterium. An- en Eefjemoppen zullen niet werken bij de begrafenis van een van die kinderen, al zijn het goede grappen. Maar jaren later, ver weg van die plek, hebben die goede grappen vast wel effect. Er zijn geen taboes, alleen dingen die werken, of niet. Dat kan aan de context liggen. Een grap die je enkel kunt begrijpen als je ingewijd bent in de Belgische manier van doen, zal in Nederland niet werken.” Cannaerts: “Grof zijn op het podium volstaat niet om mensen aan het lachen te brengen. Om er dan achteraan te roepen: “hoho, is dat te grof ofwa?”

17


INTERVIEW

DOSSIER FANTASY

DE VERBEELDING AAN DE MACHT

Nee, je hebt goede grappen nodig, punt! Grof en grappig zijn tegelijk is moeilijk. Maar er is ook nog zoiets als vrije meningsuiting.” Helsen: “Dat vind ik toch niet hetzelfde, hoor. Er zijn toch grenzen. Wat als ik uit diepe wrok tegenover jou een verhaaltje verzin dat jou je job kost? Dat mag toch niet gebeuren?” Cannaerts: “Dat zie ik ook niet als een beperking. Feiten verzinnen mag niet, maar een mening hebben kan toch perfect?”

ot voor enkele jaren was fantasy nog het terrein van een relatief kleine groep diehards. Vandaag heeft het genre — met dank aan Game of Thrones — een plaats in de mainstream en ongetwijfeld ook in jouw boekenkast veroverd. De tv-, film- en gamesindustrie heeft er rijkelijk uit geput. Nergens is de wisselwerking tussen boek en beeld zo intensief als bij fantasy, dat schatplichtig is aan eeuwenoude mythen en saga’s. Redenen genoeg voor VERZIN om het genre grondig te verkennen in een themadossier.

Helsen: “Doe je dit louter voor het effect, dan is de kans groot dat het niet goed genoeg is om ook te werken. Als iemand dat doet uit een authentieke verontwaardiging of woede, zal dat kloppen met het geheel. Dat verschil voel je wel.” Cannaerts: “Ik censureer mezelf weleens. Soms weet je gewoon dat iets kwetsend zal overkomen. Is het sop de kool waard? Soms wel, soms niet. Ooit maakte ik een grap waarin een kind werd doodgereden. Dan voel je in de zaal dat sommigen het grappig vinden, en anderen verontwaardigd zijn. Moet zoiets dan? Ik worstelde toch even met die vraag. Zeker toen ik na de voorstelling een man ontmoette die zijn kind verloren had in het verkeer. Al verzekerde die man me dat hij hartelijk om de voorstelling had moeten lachen.” Helsen: “Als je die provocatie opzoekt, creëer je een spanning bij het publiek. Wanneer het woord ‘neger’ valt, bijvoorbeeld. Dat is nu eenmaal de term die mijn personage gebruikt. En ik maak me weinig zorgen over de gevolgen, want het zal het publiek wel duidelijk zijn dat mijn intentie goed is: ik sta daar niet om een hele bevolkingsgroep uit te kafferen. Maar dan moet je met die spanning iets doen. In die spanning zit vast nog een betere mop verborgen.”

Michiel Leen vroeg zich af waarom het genre nu plots zo’n succesverhaal is geworden, terwijl Rika Meulemans een blik van binnenuit werpt. Fantasy kleurt haar leesle-

Tips voor onze lezers die comedy willen gaan maken? Cannaerts: “Doe het niet! We zijn met meer dan genoeg!” (lacht)

ven al sinds haar vroege jeugd. Zij verdedigt het genre met hart en ziel tegen critici die het wegzetten als zweverig escapisme en spreekt van “een hip jurkje in een oeroud lijf”. Sofie Rycken nam poolshoogte in de Belgische en Nederlandse fa nta s y w erel d . Want ja, hoe kom je als beginnende fa nta s y -auteu r aan de bak en verwerf je je plaatsje in dit vooral door i nt e r n a t i o n a l e auteurs gedomineerde landschap? Ze laat onder meer thrillerauteurs Bavo Dhooge en Guido Eekhaut aan het woord, die geleidelijk aan uitstappen naar het fantasygenre maken. En bij welke uitgever kun je terecht? Dit dossier demonstreert hoe fantasy tegemoet komt aan onze reis- en exploratiedrang én de verbeelding aan de macht laat. (DL)

DOSSIER

T

Maar zou je die extremen per se opzoeken in een voorstelling?

Helsen: “Zorg dat je ergens kunt optreden. Een free podium, een café, een wedstrijd. Je leert het maar door het te doen.” Cannaerts: “Inderdaad: zo snel mogelijk het podium op.”

19 14-03-11-ADV_MANAMA_SCHRIJVEN_MAG_85x120.indd 1

10/03/14 23:38


Fantasy verovert boekenkast en scherm

‘EEN GENRE OM JONG MEE TE BEGINNEN’ Fantasy is een van de bloeiendste literaire genres van het moment. Het succes van saga’s als ‘Songs of Ice and Fire’ en de afgeleide tv-serie ‘Game of Thrones’, ‘Harry Potter’ en het nimmer aflatende appeal van klassiekers als ‘Lord of the Rings’ bezorgt het genre een plaatsje in de mainstream. Waar komt dat succes vandaan?

DOSSIER

Door Michiel Leen

T

oegegeven, over fantasy wordt vaak meewarig gedaan. Het is gemakkelijk om de lang uitgesponnen saga’s vol elfen, draken en buitenwereldse koninkrijken weg te zetten als voer voor onverbeterlijke basement dwellers, van wie je je kunt afvragen waar ze nog de tijd vinden om überhaupt te lezen, tussen twee marathonsessies van World of Warcraft in. Alleen doe je daarmee het genre ernstig tekort. Anno 2014 is fantasy immers niet meer weg te denken uit het entertainmentlandschap. Een tv-serie als Game of Thrones, gebaseerd op de cultboeken van George R.R. Martin, doet downloadrecords springen. Idem voor de filmtrilogie rond The Lord of the Rings. En dan hebben we het nog niet gehad over de boeken en films van Harry Potter, om slechts de populairste te noemen. Fantasy als genre laat zich dus minder makkelijk definiëren dan eerst gedacht. “Fantasy is een apart genre binnen diverse media, kunst- en cultuurvormen, zoals film, televisie, literatuur, videospel, festivals, muziek, en dergelijke. Het is een genre dat zich kenmerkt door het gebruik van fictieveverhalen, verzonnen wezens en imaginaire werelden”, zegt Wikipedia. Tja, dat had je zelf ook wel kunnen verzinnen.

Geheime tegenwerelden

High fantasy Goed mogelijk dat je bij de term ‘fantasy’ niet meteen aan die laatste voorbeelden zou hebben gedacht. Na de Tweede Wereldoorlog gaat één stroming binnen het genre het beeld van de fantasy domineren, onder impuls van J.R.R. Tolkien en zijn romans The Hobbit en The Lord of the Rings. Tolkien haalt het genre definitief weg uit de hoek van de kinder- en sprookjesliteratuur en komt aanzetten met een ambitieus totaalproject. Niet alleen put hij inspiratie uit zowat alle bekende Europese sagen en legenden, hij bouwt boek na boek aan een consistent geheel, dat zich afspeelt in het fictieve rijk ‘Middel-Aarde.’ In Tolkiens nagelaten werken wordt pas echt duidelijk hoe obsessief de schrijver daarmee bezig is: Tolkien verzint zelfs hele talen voor de wezens in zijn boeken. Tolkiens werk kon mede hierdoor steeds rekenen op een cult-aanhang, voordat de verfilming van de trilogie The Lord of the Rings definitief de mainstream in katapulteerde.

Fantasy doet het goed bij jongeren, traditioneel toch een lezersgroep die een grote ‘uitval’ kent als het op lezen aankomt.

Duidelijk is wel dat veel fantasy schatplichtig is aan een eeuwenoude verhaaltraditie. De Westerse literatuur heeft altijd haar portie magie gehad, en een beetje grasduinen in de mythologieën leert je al heel wat over de inspiratie van sommige modernere schrijvers. Helden op avontuurlijke queestes, monsters, magiërs en geheime tegenwerelden komen al voor in de oudste overgeleverde literatuur, zoals het Gilgamesj-epos (misschien wel het oudste overgeleverde literaire werk), werken uit de klassieke oudheid zoals de Odyssee, de Verhalen uit Duizend–en–een–nacht, en de middeleeuwse Arthurromans en andere riddersagen. (zie meer details in het artikel van Rika Meulemans)

Fantasy zoals we het vandaag kennen, krijgt zijn vorm in de late 19e en vroege 20e eeuw. De Britse auteur George MacDonald wordt met zijn romans The Princess and the Goblin en Phantastes beschouwd als eerste moderne fantasy-auteur. Phantastes heet bovendien het eerste boek in het genre te zijn dat zich op een volwassen publiek richt – tot dan toe mikte fantasy vooral op kinderen. MacDonalds werk zou een grote invloed hebben op het werk van J.R.R. Tolkien (Lord of the Rings) en C.S. Lewis (The Chronicles of Narnia). Enkele

20

klassieke kinderverhalen, zoals The Wonderful Wizard of Oz, Peter Pan en Alice in Wonderland, brachten de fantasy in zwang bij een groter publiek. Vandaag zouden deze werken, die zich allemaal lijken af te spelen in een andere wereld (Neverland, Oz, Wonderland ) worden ingedeeld bij de ‘lost world’ fantasy.

Fantasy zoals Tolkien die bedrijft, wordt ‘high fantasy’ genoemd. Opvallendste kenmerk is een setting die, alle fantasie-elementen in acht genomen, duidelijk geïnspireerd is op de middeleeuwen. Een premoderne omgeving, quasi verstoken van moderne technologie, met personages die vaak functioneren binnen een maatschappij die geënt is op de middeleeuwse feodale orde, met koningen, ridders en onderhorigen. Ook The Chronicles of Narnia van C.S Lewis wordt tot de canon van de high fantasy gerekend.

Tovenaarsleerling The Chronicles of Narnia mag dan klassieke jeugdliteratuur zijn, Tolkiens werk is taaier en donkerder en lijkt niet in de eerste plaats gericht op een jeugdig publiek. In de jaren negentig geven de Harry Potterboeken van J.K Rowling de fantasy weer een kindvriendelijker gezicht. Harry Potter and the Philosopher’s Stone uit 1997 is het eerste deel van een zevendelige saga rond de avonturen van de bebrilde tovenaarsleerling. In veel opzichten brengt Harry Potter fan-

21


een herfstnummer 124 met als thema:

“Plagiaat!”

Fantasy doet het goed bij jongeren, traditioneel toch een lezersgroep die een grote ‘uitval’ kent als het op lezen aankomt. “Fantasy is een genre om jong mee te beginnen,” vat de Nederlandse fantasy-uitgever Jacques Post het appeal van het genre samen in De Volkskrant. Bovendien hebben saga’s als Game of Thrones volgens Post ook de structuur van een klassieke ontwikkelingsroman. “De uitverkoren eenling die speciale gaven blijkt te hebben en aan een hele reeks tests wordt onderworpen. Bij Martin zijn het hele families die een ontwikkeling doormaken.” Voor laat-puberale lezers op zoek naar zichzelf is de onderliggende boodschap van een derge-

22

& Gierik

Vandaag is fantasy big business geworden. Dat heeft voor een groot deel te maken met de succesvolle crossover die het genre heeft gemaakt naar film en tv. Hollywood lust wel pap van de sprookjesachtige settings en magische wendingen: spektakel op het scherm verzekerd. En in een entertainmentindustrie die het steeds meer moet hebben van sequels en prequels, kan het heus geen kwaad dat het bronnenmateriaal wordt aangeleverd in de vorm van meerdelige saga’s. In het verleden groeiden de seriële verfilmingen van Lord of the Rings en Harry Potter uit tot kaskrakers. De op stapel staande verfilming van The Hobbit zal dat rijtje weldra vervoegen. Ook de tv-serie Game of Thrones groeide uit tot een wereldwijd succes, al is het plaatje daar wat diffuser doordat veel fans ervoor opteren de show illegaal te downloaden. Was fantasy tot enkele jaren geleden nog het terrein van een relatief kleine groep diehards, dan heeft het genre vandaag een plaats in de mainstream – en ongetwijfeld ook in jouw boekenkast - veroverd.

Als abonnee helpt u jong talent Volgens een wetenschappelijk onderzoek door het Vlaams Fonds voor de Letteren in 2007 komen 80% van de in Gierik & NVT gepubliceerde debutanten bij een reguliere uitgever terecht. Van alle Vlaamse literaire tijdschriften behaalde Gierik & NVT de beste score!

AT

Neem nu een abonnement door overschrijving op rekening IBAN BE26-0682-2376-9529, BIC- code GKCC BE BB van Gierik & NVT. Gewoon jaarabonnement 32 euro (4 nummers). Steunend abonnement 50 euro. Ere-abonnee 75 euro (op verzoek wordt uw naam dan vermeld in het impressum). Buitenland: 40 euro Gratis proefnummer via mail (zie hieronder), of schriftelijk op het redactieadres: Gierik & NVT, Kruishofstraat 144, 2020 Antwerpen of guycommerman@skynet.be. Bezoek ook onze website www.gierik-nvt.be. U vindt ons ook op facebook.

Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift - al 30 jaar een pittig literair speerpunt in Vlaanderen en Nederland -

© carine weve

Literair tijdschrift met initiatief (On)herkenbaar plagiaat Geert Lernout - Stef Lernous - Joost Vandecasteele - Peter De Voecht Lucas Hüsgen - Piet Gerbrandy - Paul Claes - kenji Minogue e.a....

exclusief..!

De briefwisseling tussen Geerten Meijsing en Nanne Tepper

Persoonlijke schrijfcoaching door Christine Pannebakker

WIL JE PERSOONLIJKE COACHING BIJ HET SCHRIJVEN VAN JOUW BOEK? DAT KAN BIJ AUTEUR CHRISTINE PANNEBAKKER! Zowel voor Fictie als Non-fictie. Ook coaching mogelijk op gebied van Publiciteit en Marketing of Concept-bespreking van je boek. Christine Pannebakker schreef dit jaar de roman De week, verschenen bij de Arbeiderspers. Het boek kreeg lovende recensies in kranten, tijdschriften en op televisie. Met name om de plotwendingen, de schrijfstijl, de (erotische) scenes, de herkenbaarheid van de personages. Het boek stond in de Libris top 10 op de vierde plek. Eerder verschenen titels als Singles, Het Mama Masterplan en Vrouwenpower. Haar boek Wie ben ik was één van de best verkochte boeken van 1996. Na een interview in Margriet schreven 15.000 mensen zich in voor een Wie ben ik-dag. Tijdens de Schrijfweken van Geert Kimpen en Christine Pannebakker begeleidde ze honderden auteurs bij het schrijven van hun boek. Ze is de redacteur van alle boeken van Geert Kimpen, onder meer van zijn bestseller De Kabbalist.

Voor meer informatie of het maken van een afspraak, neem rechtstreeks contact op met Christine Pannebakker: info@vrouwenpower.eu of www.christinepannebakker.com

AFGIFTEKANTOOR 2020 - ANTWERPEN 2

DOSSIER

Succes

Big business

)

Vandaag is fantasy big business geworden. Dat heeft voor een groot deel te maken met de succesvolle crossover die het genre heeft gemaakt naar film en tv.

De fakkel van de high fantasy wordt vandaag meer dan ooit hoog gehouden door de boeken van George R.R. Martin, A Song of Ice and Fire, en de afgeleide tv-serie Game of Thrones, waarbij Martin nauw betrokken werd. Martins epos over de dynastieke strijd op het fictieve continent Westeros getuigt van een grote ambitie, met een steeds verder uitwaaierende plot en een uitdijende cast van hoofdfiguren: maakt de lezer in het eerste deel kennis met negen protagonisten, dan zijn dat er in het vijfde en meest recente deel van de cyclus al meer dan dertig. Voor inspiratie kijkt Martin naar de middeleeuwse geschiedenis, zoals de 15de eeuwse Rozenoorlogen, waarin de strijd om de Britse troon beslecht werd. De materie is ook veel donkerder dan wat Rowling doet, en Martin weet zijn verhalen te kruiden met een stevige dosis romantiek en seks, zaken die je bij Tolkien niet aantreft. Intussen kan Martin het tempo amper bijhouden, zo snel verwachten de diehards zich aan nieuwe delen van de mythologie. Martin zou momenteel het zesde deel van de cyclus in de steigers hebben staan. Een zevende deel is aangekondigd en Martin zou gesuggereerd hebben dat de reeks een achtste deel zou krijgen. Tegelijk liet de auteur ook al enkele malen zijn ongenoegen blijken over het ongeduld van de fans. Het schrijven van een nieuw boek nam tot nu toe algauw een half decennium in beslag, en speculaties van fans dat de nu 66-jarige schrijver misschien nooit in staat zal zijn zijn werk te voltooien, werken Martin aardig op de zenuwen.

Met originele, onhullende, plagiërende teksten en foto’s (poëzie, proza, essay) van Peter De Voecht, Tin Vankerkom, Carine Weve, Geert Lernout, Stef Lernous, Jan Vannot, Puck Vonk, Joost Vande Casteele, Delphine Lecompte, Tim Aarts, Levity Peters, Ben Zwaal, Lucas Hüsgen, Guy Commerman, Piet Gerbrandy, Kenji Minogue, Julian De Backer, Floortje Sebens, Atte Jongstra en Paul Claes en een “Proeftuin” vol verassingen. )

Game of Thrones

lijk queeste niet zo moeilijk te vatten. In de Harry-Pottersaga is die ontwikkeling misschien nog explicieter: doorheen de verschillende delen zien we de tovenaarsleerling opgroeien, van schooljongetje tot jongvolwassene. Wie de boekenreeks eind jaren negentig begon te volgen, groeide als het ware op hetzelfde ritme mee.

)

tasy dichter bij huis. Potters leefwereld is immers geen lost world of in mythen verzonken verleden. Eerder lijkt hij zich te bewegen in een onbestemd midden – 20e-eeuws landschap, dat very British aandoet. Behalve dan natuurlijk de magie en tovenarij die achter elke hoek schuilen.

PLAGIA

Nieuw Vlaams Tijdschrift

literair tijdschrift met initiatief

32ste jaargang - herfstnummer 124 - België: 9 euro - buitenland: 13 euro

Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift


Fantasy onder de loupe

EEN OEROUD LIJF IN EEN HIP JURKJE Als kind was Rika Meulemans gek op sprookjes en als tiener verslond ze de hele Griekse mythologie. Het vertelvirus uit magische landen liet haar nooit meer los. Voor VERZIN schreef ze neer hoe deze fantasypassie haar leesbestaan kleurt en schetst ze de rijke geschiedenis van het genre.

DOSSIER

Door Rika Meulemans

24

A

an de basis van de huidige volkssprookjes liggen volksverhalen. Om tegemoet te komen aan de maatschappij en het veranderende tijdsbeeld, borstelde men eeuwenlang stelselmatig alle gewelddadige en erotische details eruit. Deze haast uitgebeende overblijfselen werden in hun geciviliseerde en geromantiseerde vorm beschaafd gedegradeerd tot commercieel amusement voor kinderoortjes van de eenentwintigste eeuw. Door deze trivialisering verloren ze echter ook hun griezelige en sensuele aantrekkingskracht voor volwassenen. Uit bewondering voor en in navolging van volkssprookjes begon men sinds de romantiek cultuursprookjes te bedenken. Fantasyschrijvers willen een nieuwe mythologie creëren, een moderne, ongeborstelde en aantrekkelijke incarnatie van millenniaoude vertellingen voor volwassenen. Naar analogie is ‘cultuurmythologie’ misschien een concretere bepaling dan ‘fantasy’. De laatste zes decennia wonnen fantasievolle verhalen opnieuw aan belangstelling bij volwassenen, maar tot in de vroege jaren zeventig werd fantasy nog stiefmoederlijk ingedeeld bij kinder- en jeugdliteratuur. Nadien werd het beschouwd als subgenre van sciencefiction. In literaire kringen blijven velen dit genre als enfant terrible bekijken. Waarom? Fantasy brengt zowel ontspannende pulp als uitdagend literair werk voort, evenzeer als ‘realistische’ schrijvers dat doen. De fantastische elementen staan op geen enkele wijze literaire aspecten in de weg. Ze geven de juiste schrijver net een resem extra mogelijkheden. Alleen daarom al verdient fantasy een kans. Misschien wordt dan het gapende gat Vlaamse fantasyschrijvers in de boekenwinkel opgevuld? [zie hiervoor het artikel van Sofie Rycken in dit dossier].

O hemel! Wanneer keek jij voor het laatst naar de zon om het uur te weten? Dat doet geen mens meer: wij hebben uurwerken. Millennialang was het firmament met zijn bewegingen van zon, maan en sterren het enige aanknopingspunt voor het indelen van de tijd: uren, dagen, maanden, seizoenen, jaren. Dit oneindige hemelritme was fascinerend maar onverklaarbaar. Het hemeldak werd dan ook aanbeden als woonplaats van de goden. Bijgeloof in natuurgoden mag dan naïef zijn en voortkomen uit een gebrek aan kennis over natuurkrachten, dit geloof groeide wel uit respect en bewondering voor de natuur. Waar ligt de grens tussen primitief en modern? Gigantische monumenten (o.a. Stonehenge, de piramiden van Gizeh en Meso-Amerikaanse tempels) werden gebouwd met stenen tientonners en tot op de millimeter uitgelijnd met de zon en sterren. Dergelijke constructies getuigen van een uitzonderlijke architecturale bekwaamheid en astronomische kennis, en zijn vandaag niet meer te realiseren zonder hoogtechnologische werktuigen. Hun gebruikte technieken blijven onze wetenschappers en bouwkundigen verbazen, maar die competenties gingen verloren ergens in de laatste drie millennia. Hoe modern is onze kosmologie en hoe superieur zijn onze bouwwerken, als je bij elke zonnewende een staaltje ziet van de exactheid en perfectie van ‘primitieve’ begaafdheid en vakkundigheid?

Hocus pocus? Fascinerend wordt het als je inzoomt op een geschiedkundig tijdperk. Vraag je daarbij af welke riten en rituelen die volkeren uitvoerden. Welk geloof ging er schuil achter deze poëzie van hun

Fantasy komt tegemoet aan deze reis- en exploratiedrang, maar ook aan de moderne trend van gezond escapisme: er even helemaal tussenuit.

cultuur? Als schrijver hoef je helemaal niet te geloven in occulte machten en krachten, pseudowetenschappen en parapsychologie om er gebruik van te maken. Laat je verbeelding erop los en je komt automatisch bij magie, en dát is een onontbeerlijk stuk van de fundering van fantasy. Bij het ontwerpen van een imaginaire wereld sprokkel je als een surrealistische schilder elementen uit diverse bronnen (geschiedenis, religie, natuur, wetenschappen, cultuur, geografie,…) om een nieuw en aantrekkelijk leefmilieu te componeren. De integratie van magie binnen de samenhang van al die verschillende bouwstenen bepaalt in grote mate de geloofwaardigheid en de realiteitswaarde van je fictieve wereld, het decor van je roman.

25


DOSSIER

Elf Arwen uit ‘Lord of the Rings’

Zowel fantasy als sf verkennen een andere realiteit dan de onze en roepen een opgewonden mysterieus gevoel op: een ‘sense of wonder’. Om fantasy de schijn van echtheid te geven is het belangrijk magie te doseren, keuzes te maken, en machten en krachten duidelijk af te bakenen door een eigen ethiek en wetten waaraan niet te morrelen valt. Magie houdt dus heel wat meer in dan een deus ex machina. Ze uit zich niet alleen in grootse daden. Net kleine details – waar je haast over leest omdat ze niet van wezenlijk belang zijn – maken je fantasy nog overtuigender.

Fantasy en fantasie ‘Fantasy: Engels woord voor fantasie.’ Alleen al door die woordkeuze heeft het genre met de vooroordelen en pejoratieve bijklank van fantasie af te rekenen. Fantasie bij kinderen is normaal, zelfs onontbeerlijk voor een gezonde geestelijke ontwikkeling. Maar heel wat volwassenen zijn er nog

26

steeds van overtuigd: bij de puberteit wordt het hoog tijd om met beide voeten in de realiteit te staan en alle kinderlijke hersenspinsels achter je te laten. Blijft fantasie door ontwikkelingspsychologie teveel verbonden met de kinderleeftijd? Heb je als volwassene dan geen fantasie meer nodig? Fantasie bij volwassenen wordt vaak gelinkt aan ‘illusie, utopie, waanvoorstelling’ en verder naar ‘leugens, oplichting, ziekelijk gestoord’. Fantasie wordt veel minder gezien als de kracht van constructief denken die aan de basis ligt van voorstellingsvermogen, probleemoplossend denken en creativiteit. Einstein had niet veel op met het ‘gezond verstand’, dat hij omschreef als de verzameling vooroordelen die men op zijn achttiende jaar heeft opgedaan. Kennis zag hij dan ook niet als het belangrijkste ingrediënt voor innovaties, in plaats daarvan hamerde hij op het belang van fantasie: “Fantasie is belangrijker dan kennis, want kennis is begrensd.” Hebben cognitie en materialisme wilde en ver doorgedreven fantasieën te veel geketend en beknot? Is het belang van fantasie door rationalisme en realisme te lang geminacht en miskend? Elke roman is een fantasie van zijn auteur. Fantasy drijft de fantasie in verhalen wel verder door dan andere genres. Het daagt je uit om je los te maken van deze wereld en mee te gaan naar een fictieve. Zodra je begint te lezen krijg je een gevoel van immersie, waarbij de gefingeerde wereld over de werkelijkheid heen glijdt. De meester-verhalenverteller zuigt je stap voor stap dieper in het imaginaire zodat de realiteit om je heen met elke stap die je neemt verder vervaagt. ”Logica brengt je van A naar B, fantasie brengt je overal” (Einstein). Hoe groot is jouw verbeeldingkracht? Voldoende om leven te blazen in een imaginair wezen? Aanzienlijk genoeg om een heel nieuwe wereld te bezielen?

Kan jij lezers overtuigen de realiteit achter te laten om je te volgen doorheen jouw imaginaire wereld? Welkom dan als fantasyschrijver.

Fantasticus de Oude Millenniaoude epossen (o.a. Gilgamesj, de Ilias en de Odyssee) en op geloof geïnspireerde geschriften (o.a. de Bijbel) hebben kenmerken van fantasy, evenals mythen en sagen, legenden en volksverhalen van eeuwen geleden. Wie kent niet de verhalen van King Arthur (opgetekend door Sir Thomas Malory, 1485) en Gulliver’s Travels (Jonathan Swift, 1726). Ook William Shakespeares werk bevat magische elementen, denk maar aan het sprookjesbos in A Midsummer Night’s Dream (1600). In de 18e eeuw verschenen Gothic novels, een mengeling van romantische, griezelige en paranormale ingrediënten, bv. Frankenstein (Mary Shelley, 1831). Deze literaire werken waren voorlopers van fantasy. William Morris (1834-1896) vertaalde de Edda (Ijslandse mythen) waarna hij The Well at the World’s End (1896) schreef. Hij wordt beschouwd als grondlegger van het genre, hoewel eerder geschreven werken ook tot fantasy gerekend worden (o.a. Phantastes (1858) van George MacDonald). Maar fantasy brak pas echt door in de tweede helft van de 20e eeuw met de waanzinnige populariteit van The Lord of the Rings (1955) van J.R.R. Tolkien. Dit literair genre bestond intussen al een eeuw, het had alleen nog geen naam. Navolgers traden in Tolkiens voetsporen en dat was meteen ook de negatieve kant van de enorme impact van zijn trilogie op het hele genre: The Lord of the Rings werd te veel norm en voorbeeld, vergroeide tot fantasysjabloon en leidde tot clichés van het genre.

Gelukkig zaten de Tolkien-schoenen voor tal van schrijvers te krap waardoor de actieradius van de auteurs zich uitbreidde. Aanvankelijk leek de tijdsgeest van de imaginaire wereld ergens in de middeleeuwen gesitueerd, gebruikte men de Oudnoorse mythologie als uitvalshoek en bevatte de romans heel wat elementen uit de Keltische cultuur. Een andere tijdsgeest, mythologie of cultuur wijzigt de fundamenten van nieuwe fantasywerelden. Soms worden kritiek of taboes, maatschappelijke hete hangijzers of actuele onderwerpen door middel van symboliek en metaforen in verhalen geprojecteerd. Zo sluit het verhaal aan bij de huidige leefwereld. Schrijvers weven ook elementen van literaire genres door het verhaal. Hierdoor ontstaan steeds nieuwe subgenres, als kunstmatige hokjes die elkaar overlappen. Maar fantasy is niet echt in vakjes te proppen.

Fancy de Jonge Van de literaire genres die nauw verwant zijn aan fantasy (magisch realisme, horror, superhelden, e.a. genres van de fantastiek) is sciencefiction het bekendste. Zowel fantasy als sf verkennen een andere realiteit dan de onze en roepen een opgewonden mysterieus gevoel op: een ‘sense of wonder’. Goeie fantasy en sf geven je dan ook een wauw-gevoel, als wanneer je naar een cocon kijkt en een verfomfaaid hoopje tevoorschijn ziet komen dat trillend enkele uitsteeksels uitslaat om deze al pompend te ontvouwen tot een paar kleurrijke vleugels. Sf breidt onze wereld uit door ons te verbazen met toekomstige technologische en wetenschappelijke vooruitgang en verwezenlijkingen. Als sf de literatuur van de verandering en ontwikkeling is, dan is fantasy de literatuur van

het verlangen: in plaats van te verhalen over de wereld zoals hij op een dag zou kunnen worden, vertelt fantasy over de wereld zoals wij wensen dat het zou kunnen zijn of zou kunnen geweest zijn. Wij kunnen slechts dromen van de opgeroepen onmogelijkheden: fantasy overstijgt onze wereld. Deze normatieve soort van fictie eindigt vaak met het overwinnen van het kwade en het zegevieren van het goede. Meestal bezitten personages, dieren of voorwerpen waardevolle krachten die helpen om het ‘onevenwicht’ in de wereld weer recht te trekken. De realiteit van fantasy verschilt in uitbouw van setting en environment, is vanuit een andere perceptie geschreven en voelt anders aan dan sf.

Aanstekelijk Wereldwijd nam de populariteit van fantasy de laatste decennia enorm toe. Die expansieve evolutie is onlosmakelijk verbonden met de tv-, film- en gamesindustrie. Van bij het ontstaan van de film was de fantastiek een uitdaging. Wat je voordien alleen in je verbeelding beleefde, werd zichtbaar: trucages gaven levende wezens in onbestaande werelden realistisch weer en specialeffecten tóónden magie. Voor de commerciële gamewereld betekende fantasy dé uitgelezen inspiratiebron. Dungeons & Dragons (1974) heeft een nog grotere invloed op de fantasygames gehad dan The Lord of the Rings op de fantasyliteratuur. Aanvankelijk waren deze spellen geïnspireerd op bestaande romans, later creëerde men eerst games met bepaalde wetmatigheden om er vervolgens boeken op te baseren.

meest fantastische en extravagante kostuums, of ze spelen mee in ‘live role playing’: verkleed en opgesmukt deelnemen aan rollenspellen met honderden andere levende figuranten. Ervaren deelnemers dit als uitlaatklep voor hun fantasie? De echte wereld ter afwisseling van de virtuele? ‘Op dát moment mag fantasie éventjes wél in het écht.’ Aan het begin van deze eeuw is onze wereld grotendeels geëxploreerd en zijn we aangewezen op boeken en films als we de sensatie, verwondering en spanning van oude ontdekkingsreizen willen beleven. Fantasy komt tegemoet aan deze reis- en exploratiedrang, maar ook aan de moderne trend van gezond escapisme: er even helemaal tussenuit en weg van thuis. De fantasyafdeling in boekenwinkels kan je dan ook vergelijken met een reisbureau: welke wereld zal ik nu eens bezoeken? Wil ik op de trein of in een wachtzaal snel even heen en weer pendelen naar een adembenemend oord? Kies ik een alternatieve reisbestemming voor een weekendtrip in de zetel thuis? Of ben ik toe aan een eindeloos lange, heerlijk deugddoende vakantie in een wonderbaarlijke, magische wereld met een complete boekenreeks boordevol fantasy? Dungeons & Dragons

Bij fantasyevenementen lijkt het erop dat mensen een steeds groeiende behoefte hebben om zich te identificeren en fantasy ten volle te beleven. Op een ‘fantasyfair’ flaneren ze met de

27


Vlaamse fantasy-auteurs zoeken langzaam hun weg

‘FANTASY MOET ONDER JE HUID ZITTEN’ DOSSIER

Net zoals Scandinavische en Britse thrillers het al jaren goed doen in Vlaanderen, kijken we ook voor ons fantasy-aanbod overwegend naar het buitenland. Kleppers zoals George R.R. Martin, Robert Jordan en Raymond Feist prijken bovenaan de verkooplijsten. Maar ook in Vlaanderen zijn er gemotiveerde en getalenteerde auteurs aan het werk. Dwingen zij binnenkort een eigen plaats af? En is een fantasyschrijfwedstrijd de ideale springplank?

Door Sofie Rycken

D

e top tien van de meest succesvolle fantasy-auteurs in de periode 2012 – 2014, zoals vastgesteld door Boek.be, kleurt overtuigend Brits-Amerikaans. De top vijf bestaat uit George R.R. Martin, J.R.R. Tolkien, Robert Rordan, Christopher Paolini en Raymond Feist. In de top tien zijn ook twee Duitsers te vinden – Markus Heitz en Bernard Hennen – maar een Belgische of Nederlandse naam ontbreekt. Voorlopig. Journalist en auteur Guido Eekhaut publiceerde al tientallen boeken bij uitgeverijen in Vlaanderen en Nederland. Hij gooit hoge ogen met zijn thrillers – waar hij onder meer de Hercule Poirotprijs voor kreeg – maar schrijft ook fantastische literatuur. Hij bevestigt dat er sprake is van een soort omgekeerd chauvinisme in ons koopgedrag. “We gaan er te snel van uit dat een internationale auteur die het tot in onze boekenwinkels schopt, dan wel beter zal zijn dan een Nederlandstalige. Waarom zou de uitgeverij anders geïnvesteerd hebben in een vertaling?” is de redenering. Het is een situatie die inderdaad vergelijkbaar is met die van de thriller en de misdaadroman en één die voor een groot stuk draait om economie. Er zijn weinig grote Vlaamse uitgeverijen die zich wagen aan fantasy van eigen bodem. En zolang het lezerspubliek niet over de brug komt zal dat ook niet snel veranderen. Uiteindelijk is het de lezer die beslist.” Auteur Anton Voloshin beaamt dat genrefictie het niet gemakkelijk heeft. “De situatie in het Nederlandse taalgebied creëert een merkwaardige catch-22: door het ontbreken van een grote naam, wordt het vaak niet serieus genomen door

28

uitgevers en recensenten. Een bekende Engelstalige auteur vertalen is aanzienlijk goedkoper dan tijd en geld investeren in onzeker talent van eigen bodem. Toch heb ik het gevoel dat dit langzaam aan het veranderen is. Een hele generatie Vlaamse jongeren is opgegroeid met de boeken van Paul Van Loon. Ook de publicatie van recentere boeken, zoals het post-apocalyptische Vloed van Roderik Six, is hoopgevend.”

Subgenres Wat valt er precies onder de noemer “fantasy”?. Binnen het fantasygenre wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende subgenres: bij hedendaagse fantasy – zoals Harry Potter – speelt het verhaal zich af in de huidige moderne wereld. Bij heroïsche fantasy – zoals In de Ban van de Ring – is het hoofdpersonage een nederige antiheld, zonder bijzondere krachten. De strijd tussen goed en kwaad staat dan weer centraal bij high fantasy. Andere bekende fantasy-boeken zijn De Kronieken van Narnia van C.S. Lewis, The Lost World van Arthur Conan Doyle en de boekenreeks De Schijfwereld (“Discworld”) van Terry Pratchett. Fantasy wordt vaak op een hoopje gegooid met science fiction, maar dat genre speelt – zoals we lezen in de andere bijdragen – nadrukkelijker met futuristische en vaak wetenschappelijke thema’s.

Ook strips flirten met fantasy Naast fantasy-romans en fantasy-tv-series zijn er ook behoorlijk wat stripverhalen en graphic novels rond fantasy. Andreas

Martens, die geboren werd in Duitsland maar studeerde aan Sint-Lukas in Brussel, is een bekende fantasystriptekenaar en – scenarist. Stripjournalist Geert De Weyer: “België heeft zeker succesvolle fantasystrips. Ik denk meteen aan Crisse (Didier Chrispeels) die meewerkte aan talloze series zoals Het Kristallen Zwaard. Scenarist Jean Van Hamme maakte samen met de Poolse tekenaar Grzegorz Rosinski één van de meest succesvolle stripseries in ons taalgebied, Thorgal. In 1986 bracht hij één van de meest indrukwekkende fantasy-graphicnovels uit: De Chninkel, een zeer eigenzinnige adaptatie van het Oude Testament in een Tolkieniaanse setting. Er is de dromerige “Roze Bottel”-reeks van Dany en Greg of Blake en Mortimer van Edgar Pierre Jacobs, die soms aanleunde bij science fiction, dan weer bij fantasy. En vergeet De smurfen niet. Pure fantasy. Heel veel albums van topscenarist Dufaux bevatten fantasy-elementen: Jessica Blandy, Samba Bugati, Beatifica Blues,… Hij staat echt bekend als een liefhebber van het genre. Specifiek voor Vlaanderen: Steven Dupré, die werkt als tekenaar en animator, heeft met Sarah & Robin en Coma pareltjes afgeleverd. Stedho (Steven Dhondt) maakte het bizarre oneshot Ooievarken. En ik denk ook aan Ken Broeders, die de serie Voorbij de Steen tekende. Wat je vaak ook ziet is dat langlopende reeksen vaak met dit genre flirten, zeker de Vlaamse volksstrips zoals Nero, Suske en Wiske of Jommeke. Ook De Kiekeboes komen in fantasysituaties terecht, bijvoorbeeld in hun eerste album “De Wollebollen”. Eigenlijk mag je gerust stellen dat de Belgische stripauteurs zeer bedreven zijn in het fantasy-genre en zelfs klassiekers hebben voortgebracht. Je brood verdienen met graphicnovels in Vlaanderen? Dat is niet evident. Als je daar op hoopt, dan is je beste gok om een langlopende serie te maken. Jean Van Hamme, bijvoorbeeld, schreef Largo Winch, XIII, Thorgal… Als zo’n reeks aanslaat, dan kan je er absoluut je boterham mee verdienen. Met aparte boeken is dat een pak moeilijker.”

Gretig en betrokken

The Chronicles of Narnia

Daenarys Stormborn, Game of Thrones Lord of the Rings

Wie houdt van fantasy doet dat zelden met mate. Fantasylezers zijn vaak gretige en betrokken lezers, die hun uitverkoren auteurs en reeksen op de voet volgen. Tussen 2010 en 2011 steeg de verkoop van fantasy in ons land met meer dan 19 procent. Het jaar erop volgde opnieuw een stijging met 22 procent. En ook het succes van sommige events kan niet genegeerd worden. Denk maar aan F.A.C.T.S., dat elk jaar Flanders Expo twee dagen lang inpalmt. Wat begon als een kleinschalig projectje boven een café groeide uit tot het grootste evenement rond fantasy, science fiction, anime en comics in de Benelux. De voorbije jaren daagden telkens zo’n 25.000 fans op, om verzamelobjecten te kopen, idolen te ontmoeten, deel te nemen aan cosplaywedstrijden en te genieten van het spektakel. Dat lijkt een stevige groep fans, maar voelen ook Nederlandstalige auteurs het effect van al dat enthousiasme?

29


Auteur Guido Eekhaut:

DOSSIER

“Er zijn weinig grote Vlaamse uitgeverijen die zich wagen aan fantasy van eigen bodem. En zolang het lezerspubliek niet over de brug komt zal dat ook niet snel veranderen.” Bavo Dhooge heeft een bibliografie van niet minder dan tachtig boeken. Hij is vooral bekend als misdaadauteur en won onder meer de Schaduwprijs, de Diamanten Kogel en de Hercule Poirotprijs. Met zijn reeks Styx waagde Dhooge zich met succes aan zijn eerste fantasythriller. Het boek speelt zich af in een apocalyptisch Oostende. Wanneer een politieman een seriemoordenaar achterna zit en zelf het loodje legt, herrijst hij als een zombie. Dhooge: “Fantasy is een breed genre, met veel subgenres. Ik zie fantasy vooral als het oproepen van een alternatieve wereld: wat als… Het is heel belangrijk voor mij dat het menselijke aspect aanwezig blijft. Neem nu het hoofdpersonage van Styx. Zombies worden vaak opgevoerd als een groep, als een plaag die over een dorpje neerdaalt. Maar deze man is alleen. En dat brengt een hoop existentiële vragen met zich mee: hoe is dit kunnen gebeuren? Wie is hij nu geworden? Hoe gaat hij om met de beperkingen en de eenzaamheid van zijn nieuwe identiteit? Met fantasy kan je veel kanten uit, het biedt je veel ruimte, maar je mag het niet laten ontsporen. Zoals bij elk goed verhaal moet er altijd een zekere geloofwaardigheid en logica in zitten. Het moet kloppen.” Dat Dhooge met zijn nieuwste boek een succesvol pad is ingeslagen is wel duidelijk. De Amerikaanse uitgeverij Simon & Schuster viel meteen voor de pitch en brengt de reeks volgend jaar uit. Is fantasy een nieuwe goudmijn? “Het genre was tot enkele jaren geleden commercieel niet zo interessant, maar nu is er inderdaad een zeker momentum. Net zoals dat er enkele jaren geleden was rond de misdaadroman. Fantasy spreekt tot de verbeelding, ook tot die van jonge lezers. En dat staat zeker niet los van het succes van bepaalde films en tv-series, zoals Game of Thrones. Maar meedoen met een hype om mee te doen met een hype, loont niet als auteur. Ik wil de Styx-trilogie afwerken en daarna zien we wel weer wat het volgende project wordt.”

Uit hun hokje gehaald De woorden zijn gevallen: Game of Thrones. De tv-serie, die zich grotendeels afspeelt op het mythische continent Westeros, draait rond adellijke families die strijden om de macht.

30

HBO zendt de serie uit sinds 2011, 2BE toonde het eerste seizoen in 2012. Sindsdien zijn de boeken van George R.R. Martin, waar de reeks op gebaseerd is, ook bij ons een hit. Vraag aan honderd Vlamingen waar ze aan denken bij het woord ‘fantasy’ en de kans is groot dat er niet enkel boekentitels vallen, maar vooral ook namen van films, tv-series en videogames. En daar profiteren fantasyboeken mee van. Auteur An Janssens: “Fantasy wordt zo voor een stuk uit zijn hokje gehaald. Plots zien veel mensen in dat fantasy niet beperkt is tot één leeftijdscategorie of generatie, maar als iets waar zowel volwassenen als pubers als kinderen van kunnen genieten. Het is een vorm van escapisme. Je stapt even uit de echte wereld, je kan zijn wat of wie je wil. Dat kan in andere fictiegenres ook, maar bij fantasy is het toch extremer.”

Een voet tussen de deur Fantasy zit in de lift, en de verkoopcijfers getuigen van die stijgende populariteit. Maar hoe krijg je als gemotiveerde fantasy-auteur een voet tussen de deur bij een uitgeverij? Eén van de grote beloftes bij onze noorderburen is de Nederlander Thomas Olde Heuvelt. Toen hij in 2008 onderdak kreeg bij de Nederlandse uitgeverij Luitingh-Sijthoff was hij de eerste Nederlandstalige auteur in hun fantasyfonds. Intussen zijn er al verschillende namen bijgekomen én werd er ook een Vlaamse auteur verwelkomd: An Janssens. Het verhaal van An leest als een droom. Hoewel ze nog nooit een schrijfcursus had gevolgd of iets had gepubliceerd, besloot ze in 2013 toch maar eens deel te nemen aan de Luitingh Fantasy &MagicTales Schrijfwedstrijd. Tot haar eigen verbazing werd haar manuscript uit meer dan honderd inzendingen geplukt en bekroond. An werd verder redactioneel begeleid en in oktober 2013 lag haar roman Drakenkoningin in de winkel. “De wedstrijd winnen was voor mij dé springplank, dat is wel duidelijk. Luitingh heeft zo ongeveer negentig procent van de fantasymarkt in handen en bedient zowel Vlaanderen als Nederland, dus je naam wordt plots bij een hoop lezers geïntroduceerd. Fantasylezers zijn vaak heel betrokken, het is belangrijk om je als auteur ook te laten zien.” Daarom volgde er een officiële presentatie van Drakenkoningin op de Antwerpse Boekenbeurs – waar het boek op nummer vier stond van de Fantasy en Triller Top 5 van VBK - en een signeersessie op F.A.C.T.S. Het lijkt een ongecompliceerd voorbeeld van schaalvoordeel: hoe groter de uitgeverij, hoe meer gevestigde waarden in hun portfolio, hoe nadrukkelijker hun aanwezigheid op belangrijke pro-

motiekanalen én hoe meer financiële ruimte om te investeren in gloednieuwe namen.

“Wedstrijd” Deelname aan wedstrijden is dus een goede manier om je in de kijker te werken. Ook wie niet wint, kan er baat bij hebben. De Fantasy Strijd Brugge, bijvoorbeeld, een tweejaarlijkse schrijfwedstrijd van de Brugse Boekhandel en de Stad Brugge, belooft elke deelnemer een uitgebreid persoonlijk rapport met enige commentaar van de vijf juryleden. De grootste fantasywedstrijd in ons taalgebied blijft de Paul Harland Prijs, die sinds 1976 wordt georganiseerd. De wedstrijd kreeg zijn huidige naam in 2003. Concreet gaat de organisatie op zoek naar verhalen van maximaal 10.000 woorden. Auteur Guido Eekhaut, die in de jury zetelt: “De wedstrijd kan rekenen op meer dan tweehonderd inzendingen per jaar. Daar zitten uiteraard geslaagde en minder geslaagde verhalen tussen. Ik denk dat ik dat per editie zo’n vier a vijf écht goede verhalen lees, die het genre op een originele manier benaderen. Dat betekent niet dat klassieke thema’s niet aan bod mogen komen, maar ze moeten op een frisse manier worden gepresenteerd. Ik word graag verrast.”

“Geld” Toch kan zelfs een auteur bij een grote uitgeverij niet op zijn of haar lauweren rusten. Iemand als An Janssens, die de opvolger op Drakenkoningin net heeft afgewerkt en al volop bezig is aan een derde deel, verdient met haar schrijfwerk geen pakken geld. Ze werkt nog steeds fulltime als business analist. “Die combinatie is soms zwaar, zeker wanneer er schrijfdeadlines gehaald moeten worden. Ik barst van de ideeën voor nieuwe boeken, dus zolang de uitgever in me gelooft blijf ik schrijven en blijf ik er tijd voor maken. Maar ik ben realistisch: ik denk niet dat ik ooit zal kunnen leven van het schrijven alleen.” Ook Mel Hartman, het pseudoniem van de Oostendse Melissa Vandeputte, heeft die ervaring. Op haar dertigste had ze de moed en het vertrouwen om een eerste manuscript naar een uitgever te sturen, en dat bleek een schot in de roos. In 2007 debuteerde ze met De Fantasiejagers, dat ze opvolgde met Droomloos en Angstdroom. Naast romans schrijft Hartman ook veel kortverhalen in het fantasygenre. Hartman: “Ik denk niet dat iemand kan leven van fantasy. Per verkocht boek krijgen auteurs sowieso maar een kleine som geld, en als je je dan nog eens toespitst op fantasy én op het Nederlandse taalgebied…”

Jeudboekenauteur en fantasyschrijver Luc Descamps:

“Je moet niet plots fantasy gaan schrijven omdat het populair is en je mee op de kar wil springen. Je moet zelf een fascinatie hebben voor die bijzondere werelden.”

tasyverhaal voor volwassenen. Maar dankzij een verhalenwedstrijd en een enthousiaste uitgeverij nam hij een vliegende start als jeugdboekenauteur. “Ik schrijf graag fantasy, maar hou er ook heel veel van om realistische verhalen te schrijven. Ik hou van beide genres. Op een bepaald moment voel je gewoon de drang om aan een verhaal te werken, in welk genre dat dan ook mag zijn. Ik vind het ook geweldig interessant om verschillende genres met elkaar te verweven.” Recent schreef Descamps samen met zijn zoon Timo een trilogie: Eilanden, een verhaal voor kinderen vanaf veertien jaar. Een lucratieve onderneming? “Je moet niet plots fantasy gaan schrijven omdat het populair is en je mee op de kar wil springen. Fantasy is iets dat onder je huid zit. Je moet zelf echt een fascinatie hebben voor die bijzondere werelden. Niets zo erg als een fantasywereld van plastic.”

TART JE EIGEN VERBEELDING Op de Antwerpse Boekenbeurs organiseert Creatief Schrijven op 1 november 2014 om 16 uur een workshop rond fantasyschrijven. Bavo Dhooge schreef al meer dan tachtig boeken. Onlangs verscheen zijn eerste fantasy-roman Styx, die prompt ook in Amerika werd uitgegeven. An Janssens schrijft al van jongs af fantasyverhalen. Drakentovenaar is haar laatste boek. Ook Guido Eekhaut geeft zijn schrijfgeheimen prijs. Aansluitend kun je de workshop volgen en zelf fantasy uit je pen laten vloeien. Schrijfoefeningen zetten je op weg om de toegevoegde waarde van fantastische personages en vreemde werelden te verkennen. Je gaat naar huis met een aantal praktische tips om je eigen magische verhaal te creëren. Meer details op pagina 40. (in samenwerking met VBK Uitgevers)

Het eerste boek dat Luc Descamps schreef was een fan-

31


Kruip in je pen voor momenten die ertoe doen! Het huisvandeMens is op zoek naar vrijwillige creatievelingen.

OP ZOEK NAAR EEN FANTASY-UITGEVER

Vrijzinnig

VerbHuma ond nis en h

e k nMd Oor Pas

m Lerboenselijk Contact

V send Afscheid Autehrbon ent de iek n

ma t

enanvisenndsevnehrehidaHleienrnLu ukis Le

m s i e n a M m a o n u C t a c k H selimj e Maatwert Verat

Me

t

e

e

um uthen in ern eid uA- Vrijzinntigiek Mnig h c id A sme Maatw Hu aals Vrijz

DOSSIER

Contac

e

De Boekerij: www.boekerij.nl AW Bruna: www.awbruna.nl www.fantastischeboeken.nl Verschijnsel: www.verschijnsel.net Kramat: www.kramatnew.be Luitingh Sijthoff www.lsamsterdam.nl

e alsheiVdnHseielijrknumaals

hemanLiuoirsPtaerskrsLeeennvdednAsfvseOcrhheaoliedrAut erkV h n n L d Oaatwe uistenti e er e ren Mm

Dat betekent dat veel Nederlandstalige fantasyschrijvers hun heil zoeken bij kleinere uitgevers zoals Verschijnsel, dat ook science fiction, fantasy en horror uitgeeft. Opgericht in 1993 door Roelof Goudriaan en Mike Jansen als Babel Publications werkte de uitgeverij aan de publicatie van romans en anthologieën. Er verschenen daar de voorbije tien jaar zo’n dertig publicaties, waaronder de Ragnarok-jaarbundels. Babel Publications ging omstreeks 2005 op in uitgeverij Verschijnsel. Ook fantasy e-books vinden er geregeld onderdak. Een Vlaamse uitgeverij die ook regelmatig fantasy serveert is Kramat, in 1994 opgericht met als doel “het uitgeven van kwalitatief Nederlandstalig werk”. Het wisselvallige aanbod bestaat voor het grootste deel uit spannende boeken ondergebracht in de series Kramat Suspense en in Meesters in Magie. Kramat Suspense brengt thrillers en misdaadromans. In Meesters in Magie vinden we fantasy, sf, horror en bovennatuurlijke thrillers. (DL)

bovernendrijzOinnoigr HumanisHmieter re

nd e n erbo Pass heid s V Oorr Passenednd A Hi

“Het zou weinig opportuun zijn als we de gevestigde namen ondergeschikt zouden maken aan Nederlandstalig werk.”

Luitingh Sijthoff is de Nederlandse uitgever van topauteurs als Stephen King, Lee Child, Dan Brown, Patricia Cornwell, George R.R. Martin, Jill Mansell en Danielle Steel. Daarnaast geeft Luitingh-Sijthoff ook diverse Nederlandse auteurs uit als Astrid Harrewijn, Lisette Jonkman, Almar Otten en Femke Roobol. Op de fantasyblog van hun website posten ze voortdurend nieuws

over de eigen auteurs waardoor je een goed inzicht krijgt in het soort auteurs waarop ze mikken in hun fonds. Ook De Boekerij en AW Bruna komen af en toe met fantasy, maar ook daar zijn de plekjes dun gezaaid.

nd Ooals Vrijzinni Afs fs d n ma werk Levensveg H c r h al u nuMaat

De grote spelers in uitgeversland zijn Uitgeverij Luitingh-Sijthoff en De Boekerij. Jacques Post van Luitingh vertelt dat fantasyboeken weliswaar zelden de bestsellerlijsten halen, maar wel een lange verkoopsadem hebben, omdat ze meestal deel uitmaken van een reeks. “Fantasylezers zijn veellezers; gemiddeld lezen ze 20 tot 25 boeken per jaar. Hun gemiddelde leeftijd is de voorbije jaren behoorlijk gezakt.” Maar toch zijn het voornamelijk de internationale auteurs die er furore maken. “Het zou weinig opportuun zijn als we de gevestigde namen ondergeschikt zouden maken aan Nederlandstalig werk”, aldus Post onlangs in De Standaard. “Nederlandstalige auteurs hebben ook behoorlijk veel redactionele begeleiding nodig. Daarom kunnen we maar een beperkt aantal titels uitgeven.”

Jacques Post, uitgeverij Luitingh-Sijthoff:

32

H

oewel vertalingen nog in grote mate de plak zwaaien, lopen er heel wat aankomende auteurs met fantasyplannen rond. Kijk maar het succes van de talloze wedstrijden zoals de ‘Fantasystrijd’. Maar bij welke uitgever klop je aan als je een dergelijk manuscript in de vingers hebt?

thentiekM u A k eid Luist en h r n e e w ndsverhalen Luis ere rk Levensverha atwe aals Vrijzinnig H len L u m Maiernum aniuiste sm meeid H

Wie zijn manuscript kwijt wil bij een fantasy-uitgever in Vlaanderen en Nederland, heeft slechts een beperkt aantal mogelijkheden. Al openen toch steeds meer uitgevers hun deuren voor het genre.

In het huisvandeMens verzorgen we plechtigheden vanuit een vrijzinnig humanistische levensvisie. De mens en zijn verhaal staat centraal. Die plechtigheden schrijven we telkens op maat. Dat doen we natuurlijk niet alleen.

Al jaar en dag bouwen we een bloeiende vrijwilligerswerking uit. Een werking waar jij ook deel van uit kan maken! Spreekt dit engagement je aan? Neem gerust contact op met een huisvandeMens in jouw buurt: HuisvandeMens Antwerpen Jan Van Rijswijcklaan 96 2018 Antwerpen Tel.: 03/259 10 80 antwerpen@deMens.nu

HuisvandeMens Herentals Lantaarnpad 20 2200 Herentals Tel.: 014/85 92 90 herentals@deMens.nu

HuisvandeMens Mechelen Hendrik Consciencestraat 9 2800 Mechelen Tel.: 015/45 02 25 mechelen@deMens.nu

HuisvandeMens Turnhout Begijnenstraat 53 2300 Turnhout Tel.: 014/42 75 31 turnhout@deMens.nu

HuisvandeMens Mol Laar 2 bus 3a 2400 Mol Tel.: 014/31 34 24 mol@deMens.nu

HuisvandeMens Lier Begijnhofstraat 4 2500 Lier Tel.: 03/488 03 33 lier@deMens.nu


CURSUS IN DE KIJKER

CURSUS IN DE KIJKER

Veerle Schaltin over ‘Zelfportret’

SCHRIJF EENS EEN SELFIE

In een vorig leven begeleidde ze mensen met een verstandelijke beperking. Nu is het allemaal schrijven wat de klok slaat bij Veerle Schaltin. Ze coacht personen die hun levensverhaal willen neerpennen, organiseert schrijfworkshops à volonté en o ja, ze schrijft ook zelf, natuurlijk. Haar recentste workshop, die plaatsvindt in het najaar, heet ‘Zelfportret’ en staat open voor zowel professionele als amateurschrijvers.

D

e cursus van Veerle Schaltin wil op een speelse manier het autobiografisch schrijven aanleren. Veerle vertrekt van een focus op het lichaam, en al de herinneringen die eraan vasthangen. “We gaan eerst kijken naar hoe we eruit zien, hoe anderen ons zien, en wat typisch is aan onszelf. Van daaruit starten we met schrijfoefeningen”, licht Veerle toe. De ‘selfie’ was nog nooit zo creatief.

tret met woorden. Ik heb gekozen voor een in het bijzonder om haar ziekte te verwerVeerle Schaltin over focus op het lichaam. Bijvoorbeeld, ik zal ken. Natuurlijk kan schrijven geen therapie ‘autobiografisch schrijven’: hen misschien vragen na te denken over vervangen – en ik ben trouwens ook geen hun handen. Dat gaat dan niet alleen over therapeute – maar het kan wel helpen om hoe hun handen eruitzien, maar ook over een aantal dingen een plaats te geven of te wat ze te vertellen hebben, wat ze hebben verwerken. Als je je dan beter voelt, is dat meegemaakt, aangeraakt, enzovoort. Het mooi meegenomen.” kan ook gaan over lichaamsdelen die je Wat is het moeilijkste aan autobiografisch schrijven? niet ziet. De longen en de ademhaling. Het hart, de liefde. Al die zaken, maken je volledige persoon. En je naam is ook be“Misschien is jezelf durven blootgeven het moeilijkste. En langrijk, daar hoort ook een schrijfopdrachtje bij. Ik kan ze soms bots je op iets pijnlijks. Ook al heb je de keuze om over bijvoorbeeld een gedicht laten schrijven met de letters van iets anders te schrijven, het pijnlijke kan zich opdringen. Dat hun naam.” maakt het dan ook moeilijk, want dan moet je met jezelf de confrontatie durven en willen aangaan.” “De cursus loopt over vier namiddagen, bij mij thuis. Door gebrek aan plaats, maar ook omdat het gezelliger is, ontAls je één tip mag geven aan een auteur die aan een auvang ik maximum tien personen. De nadruk van de cursus tobiografie begint, welke zou dat dan zijn? ligt op proza, maar af en toe schrijven we ook een gedicht. Een elfje, een woordgewicht, misschien een rondeel. Op het “Schrijf wat in je opkomt zonder al te veel na te denken einde van de cursus krijgen de cursisten een boekje mee over de vorm. Sommige mensen willen het zo mooi mogelijk met hun schrijfsels.” schrijven. Maar je kan gewoon nadien naar de vorm kijken. Hoe ben je op het idee gekomen? Schrijf eerst alles wat in je opkomt, zonder ophouden. Dan komt hetgeen wat binnen in jou zit naar buiten. Dan kom je “Ik heb voor dit thema gekozen omdat het redelijk beperkt op veel mooiere verhalen. Autobiografisch schrijven is een is. Aangezien de cursus niet zo lang duurt, was dat ook nodig. mooie manier om jezelf op een andere manier te leren kenAfijn, je kan er zo uitgebreid in gaan als je zelf wil, maar het nen. Mensen denken dat ze zichzelf goed kennen, totdat ze kan ook beknopt. Daarbij is het lichaam een goede instap in eens wat dieper gaan.” het genre. De cursisten hoeven nog geen ervaring te hebben Welke autobiograaf vind je de moeite? met autobiografisch schrijven, of zelfs met schrijven in het algemeen. Echte beginners kunnen deelnemen. Dat geldt trou“Ik ben nog maar net begonnen in een roman, maar het wens voor het merendeel van m’n workshops. Tegelijkertijd spreekt me al heel erg aan: Sonali Deraniyagala’s Vloedgolf. krijg ik ook geregeld professionele schrijvers over de vloer.” De schrijfster heeft de tsunami in Sri Lanka meegemaakt Wat is volgens jou zo typerend aan autobiografisch en overleefd. Ze raakte heel haar familie kwijt. Ze schrijft schrijven? erg no-nonsense, heel gewoon, zoals het is. Ze gebruikt geen emotionele woorden. Maar dat maakt het net zo sterk.” ‘Iederéén kan autobiografisch schrijven. Wanneer ik opdrachtjes geef, komen de woorden vanzelf. Zelfs bij iemand die nog nooit eerder een woord op papier heeft gezet. Bij fictie, daarentegen, moet je zelf een verhaallijn verzinnen. Niet iedereen voelt zich daar zo goed in thuis. Toegegeven, de De cursus ‘Zelfportret’ van Veerle Schaltin vindt plaats op fictieauteur schrijft ook vaak over zaken die hij of zij heeft 7, 14, 21 en 27 november 2014 van 9.30 tot 12u. meegemaakt. Je kan uiteindelijk alleen maar schrijven over Locatie: Zwitserstraat 11, Putte dingen die je wat kent en begrijpt.”

“Je moet met jezelf de confrontatie durven aan te gaan.”

Wat staat de toekomstige cursisten te wachten? Door Julie Putseys

34

“We gaan een zelfportret maken. Zoals een schilder een portret schildert met zijn kwast of een beeldhouwer een beeld houwt met zijn beitel, maken wij een zelfpor-

“Autobiografisch schrijven heeft ook een andere uitwerking dan fictieschrijven. Over jezelf schrijven is toch altijd een beetje therapeutisch. Je kan zaken van je af schrijven of net naar je toe schrijven. Eén van mijn vorige cursisten schreef

Leeftijd: 16+ Prijs: 97 euro (koffie, thee en materiaal inbegrepen) Meer info: www.wiebelwoorden.be

35


RECENSIE

RECENSIE

NIEUWE EDITIE VAN ‘HANDBOEK VOOR SCHRIJVERS’

OOK UITGEVERIJ QUERIDO START MET NIEUWE SCHRIJFBIBLIOTHEEK Ook uitgeverij Querido springt op de kar van de schrijfboeken. In samenwerking met het Nederlandse dagblad Trouw starten ze niet alleen een internetcursus voor beginnende auteurs. Vanaf november krijgen de allerbesten daarvan een masterclass aangeboden, met als gastdocenten onder meer Arnon Grunberg, Wanda Reisel, Kees ‘t Hart en A.F.Th. van der Heijden op. Daarnaast wordt onder het motto ‘Schrijf!’ een begin gemaakt met een kleine reeks boeken over de kunst van het schrijven. Trouw-journaliste Iris Pronk ondervroeg tal van specialisten (onder wie Stefan Brijs, Nico ter Linden, Yvonne Kroonenberg, Def P, Francine Oomen, Wim de Bie, Ingmar Heytze, Rosita Steenbeek en Kristien Hemmerechts) over uiteenlopende genres en verwerkte hun adviezen in een nuttig en inspirerend boek voor beginnende auteurs: Schrijven doe je zo (verschijnt in september).

Het ‘Handboek voor Schrijvers’ is een instituut. Sinds de eerste editie uit 1996 is het Handboek geraadpleegd en gebruikt door tienduizenden schrijvers in spe, die hun verhalen, romans, essays en gedichten de wereld in willen sturen. Zopas rolde de zevende editie van de persen.

Door Dirk Leyman

H

et praktische gebruiksgemak van het Handboek voor Schrijvers stond steeds voorop. De klemtoon in de gids ligt immers op de vraag hoe je een uitgever kunt vinden voor je manuscript. En als dat niet lukt, waar je dan wel terechtkunt en welke andere publicatiemogelijkheden er voorradig zijn. Het Handboek voor Schrijvers, geschreven door Maaike Molhuysen, is geen ‘schrijfgids’ stricto senso. Niet het schrijfproces staat immers centraal, maar alles eromheen. Wel wordt uitgezocht hoe je als beginneling een betere schrijver kunt worden. Leren omgaan met feedback, cursussen volgen, een schrijfgroep oprichten en aan wedstrijden deelnemen: dat komt uitgebreid aan bod, net als manuscriptbeoordeling, schrijfcoaches en de toename aan particuliere opleidingen. Het tweede deel van het Handboek zoomt in op de verspreiding van je werk. ‘Publiceren’ handelt over het plaatsen van korte fragmenten of teasers op Facebook-pagina of het publiceren in literaire tijdschriften tot printing on demand en uitgeven in eigen beheer. En vanzelfsprekend komt het publiceren via een reguliere uitge-

36

verij uitgebreid aan bod. Welke uitgeverij past het best bij je profiel? Hoe benader je die en hoe gaat het publiceren in zijn werk? Nieuw in de zevende editie is de aandacht voor het publiceren van een e-book, waaraan een geheel hoofdstuk wordt gewijd. Steeds blinkt dit Handboek uit door heldere suggesties en tips, die worden omlijst met concrete voorbeelden uit de literaire praktijk. Wat meer illustratiemateriaal zou de gids ten goede komen: hij oogt nu wel erg droog. Hij zou ook aan overzichtelijkheid kunnen winnen door een strakkere indeling. In het slotdeel gaat het over de periode nadat het boek er daadwerkelijk ligt: promotie, het omgaan met recensies en hoe je als schrijver financieel het hoofd boven water houdt. “Zelfs als je bij een reguliere uitgeverij onderdak hebt gevonden, is ook wat boekpromotie betreft het devies tegenwoordig: zelf doen!” In de inleiding van het Handboek voor Schrijvers wordt erop gewezen dat het literaire klimaat flink aan het wijzigen is. De sombere geluiden uit het boekenvak (winkelsluitingen, titelreductie, subsidiekortingen, dalende boeken-

verkoop, enz..) worden er voorzichtig gepareerd. “Misschien gaat het wel niet zozeer slecht als wél anders. Uitgeverijen zoeken naar nieuwe manieren om hun publiek te bereiken. (...) Ze volgen wedstrijden als Write Now!, lezen Twitterberichten van aspirant-schrijvers, houden via bevriende schrijvers en redacteuren bij of zich interessante talenten bevinden onder de alumni van schrijfopleidingen en keuren het aanbod van schrijfopleidingen.” Schrijvers wachten hun beurt minder af, zo stelt de auteur, en nemen vaker het heft in eigen handen.

Maaike Molhuysen, Handboek voor Schrijvers, Atlas Contact, 2014. Het boek is te koop bij Creatief Schrijven. Abonnees op Verzin betalen slechts €24,99 i.p.v. €28,99.

Schrijven op topniveau is niet alleen een ambacht, maar vooral ook een kunst. In De kunst van het schrijven sprak schrijver en recensent Kees ‘t Hart met Hella S. Haasse, Tom Lanoye, Thomas Rosenboom, K. Schippers, Margriet de Moor en A.F.Th. van der Heijden over hun manier van werken. Op basis van die gesprekken en aan de hand van fragmenten uit hun romans laat hij zien voor welke problemen een schrijver zich gesteld ziet en hoe die kunnen worden opgelost. (verschijnt in november)

[Schrijfschool@Gent] Schrijfweek in Zuid-Frankrijk. (met individuele coaching)

Van 27 juni tot 4 juli 2015 in Molières sur Cèze.

Nog steeds blinkt dit Handboek uit door heldere suggesties en tips, omlijst met concrete voorbeelden uit de literaire praktijk.

schrijfschoolgent@gmail.com • www.ingridverhelst.be • 0477 26 67 71

37


SCHRIJFUITDAGING

SCHRIJFUITDAGING

‘SMEERT U IN, GE VERBRANDT!’

De zee

huid van de ik-figuur kruipen.

De titel geeft het niet anders weer: de tekst Elegie van Personofink bezingt inderdaad de dood. Het begin is meteen cassant:

Ik heb goed gelachen met de ‘romantische’ schets die Jan De Jonghe in zijn tekst De zee maakt van het strand. Ik zou hem doodgraag eens door vijf verschillende acteurs vertolkt zien worden, gewoon om te kijken hoe ze met het materiaal aan de slag gaan. Deze tekst, die puur theater is, doet denken aan de spekkige pennen van Jan Decorte en Arne Sierens. De rauwheid van de alledaagse spreektaal wordt lekker uitgeleefd. De schrijver geniet hiervan en dat voel je.

Na de ‘slecht gewaxte schaamstreken’ worden we nog even meegevoerd naar de golven: ‘Woesh...woesh...’ Hierna rolt het verhaal snel af. Alle elementen van het strand worden samengevat en vervolgens besluit de ik-figuur: “Ik wil naar huis.” Dit wisten we al; heel de tekst barst van deze gedachte. Het ietwat magere einde van deze bonkende, bruisende monoloog mag dus gerust geschrapt worden.

Carmien Michels legt ‘Spoken Word’-teksten op de rooster

Mijn lichaam is een graf waarin gedachten kruipen als onmondige wormen als onbegrepen vormen

Zeven schrijvers gingen de schrijfuitdaging ‘Wees toegankelijk, daag je publiek uit’ op Azertyfactor aan. Schrijver en performer Carmien Michels las hun teksten grondig. In Verzin bespreekt ze haar drie favorieten met de nodige strengheid.

Het publiek kan geen kant op: het moet en zal naar dit taaie gedicht luisteren.

D

e schrijfuitdaging draaide ditmaal rond ‘spoken word’, teksten die trouwens ook centraal staan tijdens het Belgisch kampioenschap Poetry Slam en Frappant TXT. Het ging erom te schaven aan teksten op papier, zodat die ook werken op een podium. Want de basics – het gebruik van klank, ritme en van goed gekozen beelden – blijven overeind, maar de live context beïnvloedt je tekst aanzienlijk. Pink Lady Met Pink Lady stuurde Edward Verschaeren de kortste inzending. Kort zoals een grapje. En – zonder afbreuk te doen aan het genre of aan Edwards tekst – daar heeft het wel iets van weg met de keurige spanningsopbouw en ludieke pointe. Eerst wordt er een kader geschetst: een man is in de supermarkt. Die man heeft een intentie: hij wil het hart van de kassierster veroveren. Hij werpt haar de ene lofnoot na de andere toe. Tussen zijn laatste uitspraak (“Jij wordt mijn zoete en zwoele zomerboost”) en de reactie van de winkeljuffrouw kantelt alles. Met een ongeïnteresseerde, praktische vraag stelt ze zijn poëtische lofzang bloot aan de tl-lichten van het alledaagse.

38

Elegie

Dankzij deze opbouw kan je op het podium lekker spelen met timing en pauzes. Pink Lady is tevens erg herkenbaar: je kan je meteen een dergelijke situatie voor de geest halen. Het blijft echter niet bij een anekdote. Doorspekt met allusies op het koopwaar prikkelt de tekst extra de zinnen. Dankbaar podiummateriaal dus.

Beperk je niet tot ‘brutale’ uitspraken en simpele woordspelletjes, maar zoek de poëzie op. Toch kan alles fijner en specifieker. Neem een langere aanloop, laat het publiek mee hunkeren naar de kassierster. Bepaal niet voor het publiek dat zij ‘knap’ is, maar laat haar in de verbeelding van de luisteraar aantrekkelijk worden door concrete kenmerken. Ze kan bijvoorbeeld volle lippen hebben, een opmerkelijke blos, of het knoopje van haar bloes is misschien juist opengesprongen. Aan de litanie van de man mag ook nog worden geschaafd. Beperk je niet tot ‘brutale’ uitspraken en simpele woordspelletjes, maar zoek de poëzie op. Ver-

trek van een verlegen opmerking en bouw op tot de spanning te snijden is. Betrek de luisteraar nog meer door de man te vervangen door de ik-figuur. En ten slotte: laat het publiek nog een tikkeltje langer in het ongewisse over de reactie van de caissière, laat ze mee smachten. Als je simpelweg beschrijft hoe ze hem aankijkt (bv. “ze sperde haar ogen open”), borduur je nog even voort op die spanning: alle mogelijkheden staan open. Je kan er nog een schepje aan toevoegen door de luisteraar even op het foute spoor te brengen, bijvoorbeeld door haar wat dichter naar hem toe te laten buigen. De uitgelezen kans om die pointe extra hard binnen te knallen. Citaat: Hij haalde diep adem, duwde zijn winkelkarretje voorwaarts, keek de knappe kassierster doordringend aan en stapte de boomgaard van het flirten in. “Jij smaakt vast als een pink lady. Ik wil je proeven, ik wil je bijten, ik wil jou eten. Van schil tot pit. Fruit oogde nooit zo lekker. Jij wordt mijn zoete en zwoele zomerboost”. Zij maakte moes van zijn verhaal. “Meneer, neemt u uw appels uit de weegschaal?”

De dwingende toon van de schrijver eist de aandacht op, maar helaas doen vormelijke trucs de veelbelovende tekst al snel verzanden in gewauwel. De talloze herhalingen en het gezochte eindrijm halen de her en der sterke beelden en interessante ideeën onderuit. Een doorgewinterde performer zou met deze monotonie misschien een aantal luisteraars in trance kunnen brengen. Liever zien we deze tekst met veel potentieel uitgepuurd, tot op het bot.

Papa dit, meme hier, mama dat, pepe daar, cola, cornetto, bueno, calippo, en boven de uitpuilende vuilbak vliegen wespen. Niet te ver in de zee, Jeffrey! Rudy, let op de Jeffrey! Niet te ver in de zee! Smeer u in, ge verbrandt! Pas op! En op de stront van een hond zie ik vliegen.

Dit kan bijvoorbeeld door de metafoor ‘mijn lichaam is een graf’ verregaand uit te spinnen. Nu gaat de inhoud alle kanten op. Probeer enkele straffe elementen uit je tekst te lichten en verbind ze met elkaar, zodat de luisteraar enigszins mee kan in je verhaal. Schrap overtollig vet. Vermijd het woord ‘dood’ tot elf maal toe te gebruiken. Zoek synoniemen en speel met de verschillende betekenislagen en klanken van die woorden. Herhalingen en parallellismen zijn handige werktuigen, maar gebruik ze spaarzaam, om er iets mee te bouwen.

Het lijkt of de tekst in een ruk geschreven is, tot er te veel wordt doorgedraafd op ‘de stront’ en de ‘marginale wijven’. Een tikkeltje perversie is altijd welkom, maar de lijn tussen te weinig en te veel is dun. Door de opeenvolging aan cassante uitspraken lijkt het personage niet meer aan het woord, maar is de schrijver die perversie om de perversie beoogt iets te zichtbaar.

Bij dit noeste werk mag de bezwerende toon zeker niet inboeten aan kracht, want deze stuwt de tekst aan. Met vakkundige aanpassingen en een weldoordacht ingeslagen richting kan Elegie uitgroeien tot een performancetekst die menig mens van zijn sokken blaast.

Aan concrete beelden die in het gezicht van de luisteraar openspatten geen tekort. Uiteraard zullen zulke beelden op de lachspieren werken. Maar om de eerlijke, nuchtere blik waarmee de ik-figuur vanaf het begin de luisteraar inkijk geeft in zijn wereld door te trekken, moet je nog net iets meer in de

Hangtieten, buikspek, eczeembenen, rughaar, cellulitereten, slecht gewaxte schaamstreken.

CARMIEN MICHELS Carmien Michels (1990) studeerde Woordkunst aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen. Ze schrijft, performt, presenteert, doceert en maakt audioverhalen. In 2011 won ze de Nederlandse NTR Radioprijs en in 2012 werd ze Slam Poetry kampioen van Antwerpen en vice-kampioen van België. Haar debuutroman We zijn water verscheen in oktober 2013 bij De Bezige Bij Antwerpen. Met het collectief Eigen Wolk Eerst staat ze op tal van podia met spoken word, slam poetry en interactieve teksten. In 2014 ontwikkelt Carmien nieuwe voorstellingen en bijt ze zich vast in verschillende multimediale projecten. Ze geeft schrijfen dramacursussen aan kinderen en volwassenen en geeft binnen de Postgraduaatopleiding MUVO van Thomas More Mechelen het vak Taalstimulering voor 0- tot 4-jarigen. www.carmienmichels.be

Dit is de laatste aflevering van de Schrijfuitdaging. Vanaf het volgende VERZIN-nummer werken we met een nieuwe formule om tekstmateriaal aan bod te laten komen en worden er onder meer teksten van de website Azertyfactor onder de loupe genomen en doorgelicht op hun sterke en zwakke punten.

39


CURSUS IN DE KIJKER

CURSUS IN DE KIJKER

CREATIEF SCHRIJVEN OP DE BOEKENBEURS

VAN FANTASY TOT LITERAIR SPEEDDATEN Ook dit jaar verhuist Creatief Schrijven vzw weer tien dagen naar de Antwerpse Boekenbeurs. Je bent welkom op onze stand (439) in zaal 4. In de tot de verbeelding sprekende machine, Azertyfactory, maak je daar snel en eenvoudig je eigen boek. Tijdens een aantal gratis workshops en lezingen bieden we je de kans om je schrijftalent aan te scherpen. Kijk voor de juiste zaal op www.creatiefschrijven.be en schrijf je daar ook online in.

Schrijf je eigen stripverhaal 31 OKTOBER – 16.30u Strips worden niet alleen getekend, maar ook geschreven. Sterker nog: het scenario vormt de basis van het beeldverhaal. Maar hoe begin je eraan? Hoe vul je het storyboard? Je krijgt tips van ervaren stripmaker Serge Baeken. Je oefent in verhaalschetsen en scherpt je fantasie aan want in een strip is alles mogelijk: van sprekende katten, over crashes en instortende gebouwen tot vliegende superhelden.

Het geheim van fantasy - Panelgesprek ZATERDAG 1 NOVEMBER VAN 14.30u TOT 15.30u Fantasy is een van de meest bloeiende literaire genres van het moment. Het succes van saga’s als Songs of ice and fire en de afgeleide TV-serie Game of Thrones, draagt daar zeker toe bij. Auteurs Guido Eekhaut, Bavo Dhooge en An Janssens schrijven fantasy en schetsen inhun romans een alternatieve fantastische wereld. Hoe pakken zij dat aan? De auteurs vertellen uitvoerig over hun schrijftraject, hun eerste contacten met een uitgever en de relatie met hun lezerspubliek. Ze gunnen je een blik in hun hoofd en beantwoorden graag jouw vragen. Aansluitend kun je de workshop fantasy schrijven volgen met Bavo Dhooge. i.s.m. VBK België

40

Verbeelding aan de macht - workshop fantasy 1 NOVEMBER - 16u

ZIN: Lust in je Leven door Schrijven 10 NOVEMBER – 16u

Stap binnen in de schitterende wereld van de verbeelding. Auteur Bavo Dhooge geeft je een inkijk in de wetmatigheden en valkuilen van een fantasyverhaal. Schrijfoefeningen zetten je op weg om de toegevoegde waarde van fantastische personages en vreemde werelden te verkennen. Je gaat naar huis met een aantal praktische tips om je eigen magische verhaal te creëren. Nog meer tips krijg je tijdens het panelgesprek over fantasy op 1 november om 14.30u. Fantasy-auteurs Guido Eekhaut, An Janssens en Bavo Dhooge geven dan hun schrijfgeheimen prijs. i.s.m. VBK België.

Je leert om tijdelijk grammatica, structuur en stijl te vergeten en te schrijven met huid en haar, vanuit je botten in plaats van je brein. Deze manier van schrijven heft schrijfblokkades op en brengt de ZIN terug in het schrijven. Sans gêne fileert Geertje Couwenbergh het schrijfproces

Een Poetry Slam in de klas – voor leerkrachten middelbaar onderwijs 5 NOVEMBER – 16.30u Slam poetry en spoken word zitten in de lift. In de Antwerpse urban scene palmen jongeren diverse podia in. Carmien Michels en Max Greyson, ervaren slammers, geven concrete tips om met de jongeren van jouw klas aan het slammen te gaan. Laagdrempelig, hedendaags, ritmisch en met veel praktische oefeningen. Je ontvangt ook een lesmap met concreet uitgewerkte modules. Wedden dat je bij de slamles de hele klas onmiddellijk mee hebt?

Speeddate Azertyfactor 11 NOVEMBER – 10.30u Tijdens de Boekenbeurs kiezen elf vooraanstaande figuren uit het boekenvak elke dag een favoriete tekst op Azertyfactor, het kansenplatform van Creatief Schrijven vzw. Is jouw literaire creatie ‘tip van de dag’, dan ben je welkom op deze speeddate. Je krijgt schrijftips en marketingadvies van uitgevers, auteurs, boekhandelaars en/of recensenten. Waag je kans en post jouw beste tekst op www.azertyfactor.be

Webschrijven – lezing NOCTURNE 6 NOVEMBER – 20.30u Lezers op een beeldscherm zoeken en zappen. Ze scannen teksten en ze klikken zo weer weg. Door je teksten goed op te bouwen en aantrekkelijk te formuleren, counter je de gevreesde muisklik naar elders. Schrijf je vaak teksten voor websites? Wil je dat surfers jouw webteksten nog beter vinden én lezen? Webredacteur Kristof D’hanens geeft je tips en advies.

Creativiteit in je schrijfproces – lezing 8 NOVEMBER – 16u Guillaume Van der Stighelen toont hoe hij de creativiteit, die hij nodig had om te scoren in de reclamewereld, gebruikt als hij poëzie en proza schrijft. Hij is overtuigd dat iedereen met scheppingsdrang wordt geboren, maar dat velen die creativiteit kwijtraken. Hij geeft tips en advies om je eigen vindingrijkheid terug aan te wakkeren en die optimaal te benutten tijdens je schrijfproces.

WIN EEN MATCHBOOX COLLECTORS EDITIONS UNIEKE HEBBEDINGEN VOOR ELKE BIBLIOFIEL Matchboox zijn handgemaakte miniatuurboekjes, gevouwen in een luciferdoosje. De boekjes bevatten originele illustraties en nieuwe verhalen van onder meer Arnon Grunberg, Joke van Leeuwen, Arthur Japin en Herman Brusselmans. VERZIN geeft vier Matchboox Collectors Editions weg. Wat is de titel van het verhaal dat Herman Brusselmans speciaal voor Matchboox schreef? Stuur een e-mail naar redactie@creatiefschrijven.be met het juiste antwoord. Wie weet win je een Collectors Edition met vier miniatuurboekjes. www.matchboox.com

41


met vermelding 'abo VERZIN' + adresgegevens Losse nummers: 5 euro VERZIN is te koop in de betere boekhandels. Copyright berust bij Creatief Schrijven vzw. Overname van de teksten is toegelaten mits bronvermelding en voorafgaand akkoord van de uitgever. Iedere medewerker/inzender is verantwoordelijk voor zijn of haar bijdrage. Creatief Schrijven vzw is het aanspreekpunt voor iedereen die schrijven niet laten kan. De vzw adviseert, ondersteunt en begeleidt niet-professionele schrijvers en

literaire verenigingen. Advertentiemogelijkheden en -tarieven op aanvraag: barbara@creatiefschrijven.be

BI NN EN GE HA AL D?

Guido Vereecke, één van de pioniers van Creatief Schrijven vzw, is niet meer. Met een grote dosis optimisme en een blind geloof in de kracht van het woord was hij van 2003 tot 2011 onze gedreven voorzitter. Guido werd 67 jaar. Dit afscheid komt helaas veel te vroeg. We wensen zijn familie en vrienden veel sterkte.

N

42

Guido Vereecke (67), pionier van Creatief Schrijven, overleden

G DA IN SS LO OP

Jaargang 9, nummer 4 Verschijnt vier keer per jaar. Oplage: 1000 exemplaren Uitgever: Creatief Schrijven vzw Hoofdredacteur: Yves Joris Eindredactie: Creatief Schrijven vzw Redactieraad: Barbara Delft, Yves Joris, An Leenders, Michiel Leen, Dirk Leyman en Sofie Rycken

Werkten ook mee aan dit nummer: Carmien Michels, Wendy Marijnissen, Rika Meulemans, Julie Putseys, Dimitri Bontenakel Vormgeving: Albino {www.albino.be} Druk: EPO drukkerij Redactieadres: [e] redactie@creatiefschrijven.be [w] www.creatiefschrijven.be [t] +32 3 229 09 90 [a] Waalsekaai 15 – 2000 Antwerpen Abonnementen 15 euro (voor 4 nummers) met factuur 20 euro – buitenland 32 euro. Over te schrijven op rekening BE06 7310 3181 1022

De Schrijfdag is de jaarlijkse literaire hoogdag voor en door schrijvers. Heb je schrijfplannen? Zoek je de ideale gelegenheid om je schrijfpeil op te krikken? Dan ben je er best bij op zaterdag 25 april 2015 in Oostende. We beloven een verrassend programma met o.a. workshops voor beginners en gevorderde schrijvers, een literair spreekuur met uitgevers en mogelijkheid tot feedback op je teksten. Zowel auteurs, uitgevers, schrijfdocenten als aspirant-schrijvers verzamelen die dag aan de Belgische kust. Blokkeer alvast 25 april in je agenda. Meer info vanaf 15 december 2014 www.creatiefschrijven.be

DE

oktober/november/december 2014

Met Frappant TXT gaan we voor de vierde keer op zoek naar schrijftalent met podiumpersoonlijkheid. Vijftig laureaten krijgen de kans publiek én vakjury te overtuigen tijdens de voorronden in de bibliotheken van Mol (13/11), Aartselaar (14/11), Turnhout (11/12) en Mechelen (12/12). De finalisten strijden op 28 februari 2015 in de Antwerpse bibliotheek Permeke om de hoofdprijs van 1.200 euro, een tekstpublicatie in een literair tijdschrift en een optreden op een literair festival. Uitgever Rudy Vanschoonbeek, actrice Ikram Aoulad en journalist Peter Briers zetelen in de jury. Benieuwd wie in de voetsporen stapt van o.m. Maud Vanhauwaert, Sylvie Marie en Maarten Inghels? Wees er dan als eerste bij om jong txt-talent te ontdekken tijdens Frappant TXT. www.creatiefschrijven.be

Schrijfdag 2015

JE

COLOFON

TXT-on-stagewedstrijd Frappant TXT

ZI T ? A ENL DA rk DT GE A R e BIE IN T EX rw N e pi pa

Op zaterdag 15 november weten we wie ons land vertegenwoordigt op het Europees Kampioenschap Poetry Slam in Zweden. De beste Belgische slammers nemen het tegen elkaar op tijdens de Belgische finale in Muntpunt, Brussel. Kom supporteren in Leuven (4/10), Gent (13/10) of Luik (12/11) en stem jouw favoriet naar de volgende ronde. De slammers krijgen drie minuten podiumtijd om je te overtuigen met hun literaire punchlines. Op 15/11 ben je welkom in Muntpunt om het BK live mee te maken. www.beslam.be

INTERVIEW

op E dr ac ht

BK Poetry Slam 2014

Tentoo is fiere sponsor van de schrijvers, vertellers, performers en slammers van Frappant txt

sc E hr EN T ijf OF F

NIEUWS

Alle voordelen van het freelancen én de zekerheid van een bediendestatuut? Kijk op www.tentoo.be.

43


AGENDA

Zin in literatuur? Wil je zelf schrijven?

Een uitgebreid overzicht vind je op www.creatiefschrijven.be of in SCHRIJF, het overzicht van alle schrijfwedstrijden en –cursussen in Vlaanderen en Brussel.

BK POETRY SLAM 2014 WAT: Belgisch Kampioenschap met preselecties in Antwerpen, Leuven, Gent en Luik. Wie de Belgische finale in Brussel wint, vertegenwoordigt ons land op het EK in Malmö, Zweden WANNEER: voorronde in Leuven op 04/10, in Gent op 13/10. Nationale finale in Brussel op 15/11. WAAR: Leuven (OPEK), Gent (Hotsy Totsy), Brussel (Muntpunt) INFO: www.beslam.be

ATELIER ROMANSCHRIJVEN WAT: schrijfatelier waarbij je 8 maanden onder begeleiding aan je eigen schrijfproject werkt. WANNEER: 11/10, 8/11, 6/12/2014, 10/01, 07/02, 07/03, 25/04, 30/05/ 2015 WAAR: Vilvoorde, CC Het Bolwerk, Bolwerkstraat 17 INFO: www.creatiefschrijven.be

SCHRIJFSALON MET STIJN VRANKEN WAT: lezing en feedbacksessie voor aspirant-schrijvers Wanneer: 18/10 in Turnhout WAAR: Turnhout, Het Gevolg / Mol, ‘t Getouw INFO: www.creatiefschrijven.be

DE SPREKENDE EZELS WAT: experimenteel laagpodium voor poëzie, muziek, comedy WAAR: Brussel, Turnhout, Gent, Leuven, Antwerpen INFO: www.desprekendeezels.be

MOORDEN MET WOORDEN NATIONAL NOVEL WRITING MONTH WAT: jaarlijks, internationaal schrijfinitiatief WANNEER: 30/10 – 30/11 INFO: www.nanowrimo.org

PRIJS ‘KORT VERHAAL’ MARNIXKRING LEEUWERCKE WAT: schrijfwedstrijd ‘kort verhaal’ Deadline: 31/10 INFO: www.azertyfactor.be

WAT: schrijfcursus misdaadverhalen voor gevorderden WANNEER: 29/11, 6/12, 13/12 2014, 10/01, 17/01 2015 WAAR: Antwerpen, Scoutel, Stoomstraat 3 INFO: www.creatiefschrijven.be

LEVEN ALS LIJFMOTIEF WAT: poëziewedstrijd van Het Levenshuis DEADLINE: 30/11 INFO: www.levenshuis.be

VERHALEN OVER JE LEVEN HET BETERE BOEK 2014 WAT: literair festival met uitreiking van De Bronzen Uil, een prijs voor de beste Nederlandstalige debuutroman. WANNEER: 11/10 WAAR: Gent, Liberaal Archief en Geuzenhuis INFO: www.hetbetereboek.be

WAT: basiscursus autobiografisch schrijven Wanneer: 08/11, 15/11, 22/11, 29/11, 6/12, 13/12 WAAR: Brussel, De Markten, Oude Graanmarkt 5 INFO: www.creatiefschrijven.be

VAN TAAL NAAR PERSONAGE, VAN DIALOOG NAAR (TONEEL)TEKST AUTEURS ONTHULLEN SCHRIJFGEHEIMEN WAT: lezingen over het schrijverschap, met Koen Stassijns, Pieter De Buysser, Jonathan Sonnst WANNEER: 15/10, 12/11, 10/12 WAAR: Antwerpen, Plantijn Hogeschool, Meistraat 5 INFO: www.creatiefschrijven.be

44

WAT: schrijfcursus dialogen en toneelteksten WANNEER: 15/11, 22/11, 29/11, 6/12 WAAR: Mechelen, Bibliotheek, Moensstraat 19 INFO: www.creatiefschrijven.be

STUDIEDAG VOOR SCHRIJFDOCENTEN WAT: inspiratiedag met lezingen en workshops Wanneer: 10/12 Waar: Lier, SAMWD Lier, Gasthuisvest 50 INFO: www.creatiefschrijven.be

ESSAYPRIJSVRAAG WEL WAT: schrijfwedstrijd door Universitaire Werkgroep Literatuur en Media DEADLINE: 15/12 INFO: www.uwlm.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.