toelating gesloten verpakking 2030 - Antwerpen X - P602624
INTERVIEW
JEF AERTS ‘Schrijven wordt steeds vanzelfsprekender’
N° 2015
J a a rg a ng 1 0
HET TIJDSCHRIFT DAT JE AAN HET SCHRIJVEN ZET
5 euro
02 APRIL-MEI-JUNI
Driemaandelijks tijdschrift van
CREATIEF SCHRIJVEN VZW
DOSSIER REISLITERATUUR
FAKEBOEK, EEN INTERACTIEF VERHAAL
PARODIE OF PLAGIAAT?
Al schrijvend de wereld rond
Interview met Ivo Victoria
De kunst van de letterdieverij
12
COLUMN 21STE-EEUWSE STRANDJUTTERS Dimitri Bontenakel
I
n de documentaire Ten noorden van de zon zie je ze neerstrijken op een afgelegen eiland voor de kust van Noorwegen. Ze bouwen een hut uit wrakhout en stenen. Een aangespoeld olievat wordt een kachel. Water halen ze uit de beek en in hun proviandkast staan blikken met een verstreken vervaldatum. Twee jongens van twintig zijn het, gekleed in Jack Wolfskin en Timberland. Je ziet hen surfen op de ijzige golven, paragliden, snowboarden. Maar de twee zijn niet naar het noorden van de zon gereisd om extreme sporten te beoefenen. Ze overwinteren er om één baai van het eiland naar zijn oorspronkelijke – ongerepte – staat terug te brengen. Daar hebben ze hun handen mee vol want elke ochtend spoelt er nieuwe rommel aan – dobbers, netten, glas, blikjes, plastic, plastic, plastic. Boven de poolcirkel gaat het licht uit in de winter. Op een avond zien ze de zon voor het laatst. De volgende dag maken ze in het schemerduister schoon. Maar ze volharden. Extase wanneer de zon voor het eerst weer op hun gezicht schijnt. Negen maanden later haalt een helikopter het afval op. Drie ton hebben ze verzameld. Drie ton droesem uit de fles van de homo oeconomicus die anders als tandplak aan de baai was blijven kleven.
In de eenentwintigste eeuw is de buitengewoon grote voetafdruk van de mens tot in de meest onherbergzame gebieden doorgedrongen.
Schrijvers die een boekje willen plegen over hun maand in deze of gene schrijversresidentie of over hun tandemtrip door Maleisië, bespaar u de moeite. In de eenentwintigste eeuw is de buitengewoon grote voetafdruk van de mens tot in de meest onherbergzame gebieden doorgedrongen. Sterker nog, dankzij Cheap Tickets, Google Earth en de cultuurreizen van het Davidsfonds heeft iedereen de plek waarmee u uw lezers wilt laten kennismaken, zélf reeds bezocht. De twee surfers zijn niet de enigen die hun hart hebben verloren aan de koude kusten. Onderweg naar de Noordkaap las ik Baaien, boeken, boten van de Nederlander Eerde Beulakker over de zeilreis die hij in 2000 langs de Noorse kustlijn ondernam. Het is een verhaal van beschuiten en zeeziekte, van wolkenarchitectuur en lompe gesprekken. Voor diepgravende inzichten in de Noorse cultuur of heroïsche verhalen over de strijd tegen de elementen moet je het boek niet lezen. Wel voor de puntige en vaak geestige toon. En omdat het boek vooral inzicht wil bieden in de mens Beulakker zelf.
Redmond O'Hanlon
Jef Aerts
INTERVIEW
12
Jef Aerts: ‘Schrijven wordt steeds vanzelfsprekender’
SCHRIJFWERK
4 6 28
20
Ivo Victoria over het onlineverhaal Fakeboek Tussen parodie en plagiaat: de kunst van de letterdieverij Letterfabriek: Vitalski wikt en weegt teksten van Azertyfactor
DOSSIER REISVERHALEN – AL SCHRIJVEND DE WERELD ROND
32
Schrijfdag 2015
34
Cursus in de kijker: ‘Schrijven voor theater’ van Het Schrijfsalon
19
Inleiding
20
Vijf reuzen van het reisverhaal
36
Recensie ‘Blogboek’ van Kelly Deriemaeker
22
Controleurs van de werkelijkheid: reisliteratuur in Vlaanderen en Nederland.
38
Nieuws
40
Agenda
26
4
EN VERDER
Schrijven met open blik: Vlaamse en Nederlandse uitgevers over de kansen van reisverhalen
6
26
Het is moeilijk maar niet onmogelijk: een goed reisboek schrijven in de eenentwintigste eeuw.
3 Ivo Victoria
SCHRIJFWERK
SCHRIJFWERK
Ivo Victoria:
Ivo Victoria over het onlineverhaal ‘Fakeboek’
ALS FACEBOOK NU ECHT EEN BOEK WAS Onze levens zijn onherkenbaar veranderd sinds de opkomst van de sociale media. We staan voortdurend met elkaar in contact via Twitter, Facebook, Whatsapp of één van de vele andere onlineplatforms. Of je nu sporadisch een berichtje het wereldwijde web instuurt of je hele leven online documenteert: iedereen is op één of andere manier betrokken bij deze digitale revolutie. Fakeboek, een sociaal medium voor onlinefictie, speelt daar behendig op in. Door Julie Putseys Foto Devon de Koning
F
akeboek lijkt op het eerste gezicht niets meer dan een vereenvoudigde versie van Facebook. Maar er is een belangrijk verschil: het verhaal op Fakeboek is volledig fictief. Het zoomt in op de gebeurtenissen van drie figuren die op het eerste gezicht weinig met elkaar te maken hebben: Els Aertbeliën, Jan De Greef en VincenteSchilacci. Els is een jonge, Brusselse vrouw met een liefde voor cultuur, Jan een Antwerpse ambtenaar met een kleiner hartje dan hij doet uitschijnen, en Vincente een diepzinnige, Italiaanse kapitein. Door een samenloop van omstandigheden raken de levens van de drie personages met elkaar verstrengeld. Maar Fakeboek, een project van Creatief Schrijven, omvat meer dan alleen een verhaal. Het is ook een interactieve website. Je kan een profiel aanmaken en commentaar geven op de verschillende berichten. Meer nog, je kan er ook voor kiezen om zelf mee te schrijven. Het is dan ook de bedoeling om met Fakeboek meer mensen aan het schrijven te zetten. “Het is een ontvankelijke manier om te beginnen schrijven”, licht projectleider Hilke Ros van Creatief Schrijven toe. “We willen ons richten tot de digital natives”.
Ivo Victoria en Carmien Michels schreven het verhaal dat momenteel online staat. Beide schrijvers zijn niet aan hun debuut toe. Carmien Michels is een jonge, Leuvense woordkunstenaar die in 2013 haar eerste roman, We zijn water, publiceerde. Ivo Victoria groeide op in Antwerpen en is momenteel werkzaam in Amsterdam. Zijn gerenommeerde romans zijn allesbehalve hapsnapklare kost. Met Dieven van Vuur (2014) gooide hij hoge ogen en bereikte hij de longlist van de Libris Literatuurprijs, eerder al stond hij op de shortlist met Gelukkig zijn we machteloos (2011). “Ik wil de lezers tot
4
aandacht dwingen. Ik wil ze niet alleen vermaken, maar ook aan het denken zetten”, verklaart hij. Hiertoe biedt Fakeboek een ideaal medium. De lezer moet namelijk actief het verhaal ontrafelen door te klikken op de vele statussen, privéberichten en profielen. Ivo Victoria is enthousiast over het project.
Hoe viel dat mee, een verhaal schrijven dat grotendeels uit statusupdates bestaat? “Sociale media hebben me altijd al geboeid. Toen Creatief Schrijven me vroeg als hoofdschrijver voor het project, was ik heel geïnteresseerd. Daarna heb ik Carmien Michels erbij gevraagd als tweede schrijver. We begonnen met een beetje op Twitter te experimenteren. Zo hebben we fakeprofielen aangemaakt en zijn we gaan kijken aan wat de Fakeboekwebsite zou moeten voldoen. Ondertussen zette ik de grote lijnen van het verhaal uit. Carmien en ik hebben de zijpersonages onder elkaar verdeeld. We beslisten dat Carmiende vriendinnen van Els Aertbeliën zou uitwerken, en ik de vrienden van Jan De Greef.”
Hoe werkt het interactieve deel op de website precies? “Je kan als lezer bij elke post feedback geven door op het plusje rechtsboven te klikken. Lezers kunnen zo suggesties doen voor het verdere verloop van het verhaal. We schreven telkens maar een week op voorhand, om rekening te houden met de eventuele inbreng van onze lezers. Ons verhaal is nu afgelopen, maar voor het verdere verloop van Fakeboek gaan we aan de slag met een aantal beginnende schrijvers.”
Gaan ze dan verder werken op jullie verhaal of komen er nieuwe verhalen? “Dat weten we nog niet helemaal. Misschien gaan sommigen wel verder met de personages uit ons verhaal. Er zullen zeker ook nieuwe verhalen komen met nieuwe personages. Ik kan me inbeelden dat er op termijn een verhalennetwerk zal ontstaan. Dat het ene verhaal verder bouwt op het andere. Dat zou het mooiste zijn, denk ik. Er zal waarschijnlijk een soort van moderatie komen die een beetje in de gaten houdt dat het consequent blijft.”
Zie je Fakeboek als een nuttig tool voor beginnende schrijvers? “Zeer nuttig, want het is een goede manier om aan je personages te werken. Die kunnen zich namelijk alleen maar in statusupdates uiten. Aan de ene kant heb je het innerlijk van een persoon – wat denkt die? wat voelt die? wat maakt die allemaal mee? Aan de andere kant heb je zijn publiek profiel dat vaak weinig te maken heeft met zijn innerlijk. Je moet dus de hele tijd nadenken over wat er in de realiteit gebeurt en hoe zich dat uit in een statusupdate. Je kan niet gewoon letterlijk schrijven wat er zich voltrekt. Bijvoorbeeld, wanneer het personage een tandartsafspraak heeft kan je niet doodleuk schrijven: “Ik ben bij de tandarts”. Maar je zou wel een foto van een wachtkamer kunnen posten en via comments op de foto verdere details meegeven.”
Ben je een grote fan en intensief gebruiker van de sociale media? “Ik ben er vanaf het begin veel mee bezig geweest. Ik heb er ook veel profijt uit gehaald. Ik ben beginnen schrijven als blogger. Via Twitter en Facebook heb ik voor een deel mijn publiek gevonden. Maar ik kan ook heel moe worden van de overdaad aan meningen op sociale media. Daarom filter ik nogal streng wat ik te zien krijg. Eigenlijk gebruik ik het nu vooral als informatiebron. Om artikels te lezen, filmpjes te kijken, op dingen te Ivo Victoria: worden gewezen…”
“Via Twitter en Facebook heb ik voor een deel mijn publiek gevonden.”
Zijn de personages uit Fakeboek gebaseerd op jouw Facebook- of Twitter-kennissen?
“Wel de manier waarop statusupdates schrijven. vind het soms wel grappig om profielen te bekijken. Af toe zie je mensen heel gekke dingen posten, heel open
ze Ik en en
“Ik kan me inbeelden dat er op termijn een verhalennetwerk zal ontstaan.” bijna gênante bekentenissen. Anderen zijn dan weer subtiel en cryptisch. Els Aertbeliën, bijvoorbeeld, die met liedjes, citaten, en gedichten werkt. Je hebt ook mensen die altijd het tegengestelde zeggen van wat ze eigenlijk bedoelen. Dat hebben we met de statussen van Jan De Greef uitgeprobeerd. Anderen hebben dan weer geen idee van wat ze aan het doen zijn. Zo kwam ik toevallig iemand op Twitter tegen; hij had ongeveer vijfentwintig volgers en was de hele tijd beleggingstips aan het tweeten. Die stonden dan ook nog eens vol spellingsfouten. Het was alsof hij in het ijle aan het tweeten was, volledig in zijn eigen wereldje. Dat heb ik toegepast op Peter Mertens, één van de zijpersonages. We spelen allemaal een bepaalde rol op de sociale media. En we zijn ons daar ook heel erg van bewust. Het grappige aan Fakeboek is dat je te maken hebt met personages die weten dat ze iets op een sociaal medium zetten. Jij, als schrijver, creëert een personage dat op zijn beurt zijn eigen personage creëert.”
Misschien heb je jezelf wel in het verhaal geschreven? “Neen, er zit weinig van mezelf in. Ik ben ook een Antwerpsupporter, zoals Jan de Greef. Maar daar stopt het dan.”
Denk je dat het klassieke boek gaat verdwijnen in de toekomst? Dat de lezer van morgen niet meer genoeg zal hebben aan ‘gewoon’ lezen? “Dat is een moeilijke vraag. Momenteel groeit er een generatie op die niets anders gekend heeft dan voortdurend met elkaar in contact staan via sociale media. Die mensen zullen ongetwijfeld op een andere manier lezen. Je ziet op het internet al een aantal interessante projecten ontstaan. Sidney Vollmer uit Nederland, bijvoorbeeld, is nu bezig aan een E-book dat je vanuit zes standpunten kan lezen. Je kiest hoe de puzzel in elkaar valt door zelf de volgorde van de standpunten te bepalen. Je hebt ook romanschrijvers die de vorm van PowerPointpresentaties of statusupdates in hun romans verwerken. Er zijn dus wel een aantal interessante experimenten gaande. Of die nu het boek gaan vervangen, dat verwacht ik niet zo snel. Het is wel zeker zo dat de manier waarop we verhalen vertellen verandert onder invloed van sociale media.”
Volg het verhaal en schrijf mee via www.fakeboek.be
5
SCHRIJFWERK
SCHRIJFWERK
VIJFTIG TINTEN ADAPTATIE
E
en auteur of kunstenaar pleegt plagiaat als hij een werk overneemt en doet uitschijnen dat het gaat om een eigen tekst of een eigen kunstwerk. De oorspronkelijke auteur wordt in dat geval niet vermeld. Niet alle overgenomen werken zonder bronvermelding zijn echter plagiaat. Een kunstenaar of schrijver kan ook een bestaande tekst of kunstwerk bewerken of adapteren. Volgens de adaptatiekritiek is de bewerking dan géén plagiaat. Gérard Genette was de eerste die de verschillende vormen van bewerking in een theoretisch kader goot (Palimpsestes. La littérature au second degré, 1982). Als literatuurwetenschapper concentreerde hij zich in de eerste plaats op tekstadaptatie, maar zijn theorie is toepasbaar op alle kunstvormen.
De kunst van de letterdieverij: tussen origineel en plagiaat “Luc Tuymans veroordeeld voor plagiaat”, zo kopte De Standaard midden januari 2015. De befaamde Antwerpse schilder baseerde zijn schilderij ‘A Belgian politician’ (2011) op een krantenfoto die fotografe Katrijn Van Giel van Jean-Marie Dedecker maakte. De veroordeling veroorzaakte hoogoplopende controverse in de kunstwereld. Ook in de letteren wordt plagiaat beschouwd als een artistieke zonde. Wie plagieert, is een letterdief. Maar wat houdt ‘plagiaat’ precies in? En waar ligt de grens tussen een geplagieerd werk en het origineel? VERZIN zoekt het uit.
Van parodie tot forgerie
Door Barbara Delft
De waaier aan termen waarmee critici allerlei vormen van adaptatie beschrijven, is erg uitgebreid. Genette tracht met zijn theorie het kluwen aan begrippen te ontwarren. Ten eerste gaat hij ervan uit dat een bewerking drie functies kan hebben: een adaptatie is ludiek, satirisch of ernstig bedoeld. Ten tweede heeft een schrijver de keuze tussen twee manieren van adaptatie: ofwel gaat hij een tekst imiteren, ofwel transformeren, bijvoorbeeld in de tijd of in de ruimte. Deze functies en methodes combineert Genette tot zes soorten van bewerking: drie vormen transformatie en drie vormen imitatie.
Illustratie: Elias Derboven
6
ses van James Joyce is een transpositie van de Odyssee van Homerus omdat de actie verplaatst is naar Dublin in de twintigste eeuw. Ook de parodie is een erg bekende bewerking. El ingenioso hidalgo Don Quijote De la Mancha van Cervantes, een van de eerste romans, is in feite een ludieke transformatie van de middeleeuwse ridderroman. Een travestie, ten slotte, is een nabootsing van een ernstig werk, waarvan de vorm en stijl grondig zijn gewijzigd. Scarron schreef in de zeventiende
Wat wij kennen als parodie, definieert hij als ‘ludieke transformatie’, travestie als ‘satirische transformatie’ en transpositie als ‘ernstige transformatie’. De transpositie is een van de vaakst voorkomende adaptaties: de originele tekst wordt inhoudelijk of formeel verplaatst, zoals naar een andere setting of tijd, naar een ander medium of naar een andere taal. Ulys-
bijvoorbeeld Suite de Marianne, een vervolg op de onafgewerkte roman La Vie de Marianne ou les aventures de Madame la comtesse de ***. Na onderzoek bleek de tekst niet van de hand van Marivaux. Dit korte overzicht van Genettes uitgebreide theorie verduidelijkt dat er tussen plagiaat en een eigen, authentiek werk een scala aan adaptatievormen bestaan. Want een bewerking kan naast een ludieke, satirische of ernstige functie ook een polemische, humoristische of ironische betekenis hebben. Bovendien kunnen auteurs nog op andere manieren verwijzen naar reeds bestaande teksten, onder andere door te alluderen of te citeren. Kortom, hoe meer we ons verdiepen in de adaptatietheorie, hoe meer tinten adaptatie we ontdekken.
Literaire letterdieverij
eeuw Virgile travesti, de beroemde travestie van Vergilius’ Aeneis. Hij adapteerde een epische tekst naar octosyllaben en naar een burleske stijl. Zoals het een theoreticus betaamt, onderscheidt Genette ook drie vormen van imitatie. Een pastiche – of ludieke imitatie – is een tekst die geschreven is in de stijl van een beroemde auteur, denk aan de vele liefdesgedichten ‘alla maniera di Petrarca’. De charge – of satirische imitatie – lijkt nog het meest op een karikatuur. En forgerie staat synoniem voor ernstige imitatie, bijvoorbeeld een tekst die onterecht wordt toegeschreven aan een auteur. Na de dood van Marivaux verscheen
Literatuur lijkt een geliefd medium om te adapteren: boeken worden massaal vertaald, verfilmd, naar het theater gebracht of zelfs hertaald naar games. Deze verschillende gedaantes van adaptatie cirkelen meestal mooi omheen het plagiaatgevaar. Aangezien de voorstellingen van personages, decors en plaatsen bij literatuur enkel bestaan in het hoofd van de auteur en de lezer, is de kans immers groot dat de omzetting naar een ander medium erg verschilt van het literaire origineel. Daarom klagen heel wat lezers van Fifty Shades of Grey over de brave vertolking van het hoofdpersonage, en was ikzelf als kind niet bijzonder tevreden over de casting van Emma Watson als Hermione Jean Granger in Harry Potter. Hoe groter de asymmetrie tussen de literaire verbeelding en de concrete uitbeelding, hoe kleiner de kans op plagiaat. Vandaar dat letterdieverij minder vaak optreedt bij transposities naar een ander medium, zoals ver-
7
de nieuwe verhelst is onthutsend mooi
SCHRIJFWERK
filmingen of theateradaptaties. Des te vaker komt literair plagiaat voor bij vertalingen, of transposities naar een andere taal. Meestal wenst een auteur nauw betrokken te zijn bij de vertaling van een van zijn of haar werken. Een slechte vertaling wordt immers gezien als regelrechte smaad aan de oorspronkelijke schrijver, wat niet het geval is bij een flauwe verfilming. Ook een vertaling zonder vermelding van de auteur is absoluut not done. De meeste bekende plagiaatgevallen in de literatuur zijn dan ook transposities naar een andere taal zonder bronvermelding.
SCHRIJFWERK
Aan de term ‘plagiaat’ hangt hoe dan ook een leugenachtig en oneerbiedig geurtje. Beroemde plagiarissen Zo lijkt Hugo Claus’ eerste roman De metsiers meer op een Nederlandse vertaling van The Sound and the Fury van William Faulkner dan op een volstrekt nieuw werk. Later bekende Claus dat De metsiers een “bijna-pastiche op een Amerikaans model” is.
PETER VERHELST reed op de autosnelweg toen hij bij het inhalen over het losgeraakte wiel reed van een vrachtwagen. Hij ging drie keer over de kop, en overleefde wonderbaarlijk. Verhelst beschrijft op weergaloze wijze de plekken en tijden waar hij tijdens het ongeval een glimp van opving. De kunst van het crashen is een tour de force vol verhalen-in-verhalen waarbij het geheel zo ontzettend veel groter is dan de optelsom van de delen. Naast het autobiografische element van de crash en het herstel, worden we als lezer getrakteerd op een poëtische taalrijkdom en een verbeeldingskracht die zijn gelijke niet kent.
In de Nederlandstalige poëzie is J.J. Slauerhoff een van de beruchtste plagiarissen. Literatuurwetenschappers herkenden in zijn bundels vrije vertalingen van onder meer Verlaine, Rimbaud en Heine. Een andere, Nederlandstalige schrijver die even leentje-buur speelde bij
‘
De kunst van het crashen, een adembenemend en ontroerend onderzoek naar zichzelf, alsook naar het zwarte gat dat gaapt in zijn herinneringen – ’t is van het beste dat hij ooit schreef.
’
– HU MO
DE KUNST VAN HET CRASHEN / € 19,95 / UITGEVERIJ PROMETHEUS
“Overspel”
& GIERIK
Waarom is overspel geen discipline op de Olympische Spelen? Ovidius, René Hooyberghs, Ward Mertens, Pia Fraus, Fernand Auwera, Raymond Carver, Gaea Schoeters, Geertrui Daem, Jan Lauwereyns & Arnoud van Adrichem, Erik Vlaminck, Tijl Nuyts, Leen Pil, Jean Paul Van Bendegem, Eef Lanoye, Nicole Van Overstraeten, Guy Commerman, Betty Antierens, Claar Griffioen, Lotte Dodion en Frederik De Swaef onthullen een en ander ... en volgt ook nog een “Proeftuin” vol verassingen. Als abonnee helpt u jong talent Volgens een wetenschappelijk onderzoek door het Vlaams Fonds voor de Letteren in 2007 komen 80% van de in Gierik & NVT gepubliceerde debutanten bij een reguliere uitgever terecht. Van alle Vlaamse literaire tijdschriften behaalde Gierik & NVT de beste score!
Neem nu een abonnement door overschrijving op rekening IBAN BE26-0682-2376-9529, BIC- code GKCC BE BB van Gierik & NVT. Gewoon jaarabonnement 32 euro (4 nummers). Steunend abonnement 50 euro. Ere-abonnee 75 euro (op verzoek wordt uw naam dan vermeld in het impressum). Buitenland: 40 euro Gratis proefnummer via mail (zie hieronder), of schriftelijk op het redactieadres: Gierik & NVT, Kruishofstraat 144, 2020 Antwerpen of guycommerman@skynet.be.
Illustratie: The Strange Library - Haruki Murakami
Bezoek ook onze website www.gierik-nvt.be. U vindt ons ook op facebook.
Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift
8
- al 30 jaar een pittig literair speerpunt in Vlaanderen en Nederland -
33ste jaargang - lentenummer 126 - België: 9 euro - Europa: 13 euro
Bruss
el
Baza Nieuw Vlaams Tijdschrift ar
Overspel
© Niels Donckers
Overspel Overspel Overspel
carine weve weve ©©carine
Brussel in -de Raymond Carver - Ovidius Janwereld Lauwereyns & Arnoud Van Adrichem Jean Paul Van Bendegem - Gaea Schoeters - Erik Vlaminck Annie Proulx - Fouad Laroui - Jan Decorte - Lieven -De Cauter GeertruiThomas Daem -Gunzig Fernand Auwera - Frederik DeMin Swaef e.a. Queipo e.a.... - Benno Barnard - Eric - Xavier Azertyprijswinnaars: Leen Pil - Tijl Nuyts
Exclusief..!
Exclusief: Doina Ioanid - Lief Vleugels Stille Sidders - Olivia Hanks en Werner Lambersy in vertaling
AFGIFTEKANTOOR 2020 - ANTWERPEN AFGIFTEKANTOOR 2020 - ANTWERPEN 22
Een lentenummer 126 met als thema:
Nieuw Vlaams Tijdschrift
literair tijdschrift met initiatief
& GIERIK 32ste jaargang - herfstnummer 124 - België: 9 euro - buitenland: 13 euro
Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift
9
SCHRIJFWERK
ander literair werk, is Adriaan Van Dis. In zijn reisverslag Het beloofde land: een reis door de Karoo citeerde hij de antropoloog Vincent Crapanzano zonder bronvermelding. Later ontdekten critici passages van Hugh Thomas in Van Dis’ bijdrage aan de bundel Historisch tableau. Ook in Een barbaar in China meenden tegenstanders van de auteur gelijkenissen aan te treffen met From Heaven Lake: travels through Sinkiang and Tibet van de Indiase schrijver Vikram Seth. Het is moeilijk vast te stellen of bovenstaande citaten en gelijkenissen moedwillig plagiaat zijn of het dan wel gaat om onzorgvuldige bronvermelding. Ook auteurs als Stijn Streuvels en Maurice Maeterlinck worden beticht van onrechtmatige vertalingen. Jawel,
SCHRIJFWERK
Plagiaat werd pas vanaf de romantiek een scheldwoord. Vóór de cultus van de originaliteit, was de ambacht van de imitatio het toppunt van eerbetoon en zelfs het toppunt van talent. te filosoof Voltaire vergreep zich aan een bescheiden vorm van letterdieverij, door citaten van andere auteurs te bewerken. En zoals we al eerder zagen was Scarrons Virgile travestie een bewerking van de Aeneis van Vergilius, wat op zijn beurt een adaptatie was van de Odyssee van Homerus. Wie plagieert wie? Het is vaak onduidelijk waar het origineel eindigt en de bewerking begint. Ook in het postmoderne tijdperk waarin we vandaag leven is overname, allusie en bewerking schering en inslag. ‘Intertekstualiteit’ is de intellectuele – en vriendelijke – term van deze stijlfiguur.
Plagiaat als eerbetoon
de enige Belgische Nobelprijswinnaar maakte zich schuldig aan letterdieverij. Onderzoeksjournalist en schrijver David Van Reybrouck spitte de plagiaatzaak uit. Hij concludeerde dat grote delen van Maeterlincks in 1926 verschenen La vie des termites afkomstig zijn uit Die siel van die mier van de Zuid-Afrikaanse auteur Eugène Marais. Met andere woorden: niet alleen onbekende, debuterende of obscure auteurs plegen plagiaat. Zelfs de verlich-
10
Steeds weer geldt dat de definitie van plagiaat rekbaar is. Letterdieverij kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Bovendien werd plagiaat pas vanaf de romantiek een scheldwoord. Vóór de cultus van de originaliteit, was de ambacht van de imitatio het toppunt van eerbetoon en zelfs het toppunt van talent. Het artistieke ideaal bestond erin om een werk van een groots voorganger – of epigoon – te imiteren en te overtreffen door er een eigen stempel op te drukken – de aemulatio. Een kunstenaar als Leonardo Da Vinci had zowaar een hele school leerlingen aan wie hij zijn schildertechnieken aanleerde. Vandaag de dag heerst echter de consensus dat de overname van ideeën,
structuren en plannen zonder bronvermelding oneerlijk is. De angst voor plagiaat domineert vooral de academische wereld. Maar ook kunstenaars mogen niet meer nabootsen of zich al te opvallend laten inspireren door collega’s, dat bewijst de veroordeling van Tuymans. Door deze mentaliteitsverschuiving kunnen we de adaptatie niet langer enkel theoretisch analyseren. Het ethische aspect van de bewerking kan in The Information Age niet vergeten worden. Plagiaat heeft niet toevallig letterdieverij of letterroof als synoniemen. Aan de term ‘plagiaat’ hangt hoe dan ook een leugenachtig en oneerbiedig geurtje. Wie plagieert, wil de bron verzwijgen of acht de originele bron niet vermeldenswaardig.
carrière verschillende onbewuste pasticheurs, zoals Godfried Bomans die zich duidelijk liet inspireren door de stijl van Nicolaas Beets (Camera Obscura).
Eerste Hulp Bij Plagiëren Kortom, wees je er als schrijver van bewust dat je imiteert en transformeert. Wil je een fragment uit een bestaand werk gebruiken of bewerken, dan volg je best enkele regels. Het voornaamste kenmerk van plagiaat is de toe-eigening, de pose dat een tekst of kunstwerk van jouw hand is. Je speelt dus op veilig als je de oorspronkelijke auteur vernoemt en indien mogelijk om toestemming vraagt. Je vermijdt ook beter de letterlijke overname van citaten, tenzij je de auteur en het bronwerk duidelijk vermeldt.
Wil je alluderen op een bestaand werk, of op een satirische manier verwijzen naar een tekst? Dan staat een bronvermelding uiteraard wat flauw. Zet het alluderende of satirische karakter van de allusie extra in de verf, zodat het duidelijk is dat je je het oorspronkelijke werk niet wil eigen maken. Een andere oplossing is dat de adaptatie in die mate afwijkt van het origineel, dat het niet meer opvalt dat je elders inspiratie haalde. Bovendien geldt: hoe bekender de oorspronkelijke tekst, hoe kleiner de kans dat de lezer zal denken dat je plagieert. Overigens werkt een pastiche of parodie enkel als de lezer de bewerking als dusdanig herkent.
de wetteksten op na voor je bewust aan het plagiëren slaat. Misschien had Tuymans zich ook beter in de theorie verdiept alvorens de krantenfoto van Van Giel te bewerken. Benieuwd of het ingewikkelde kluwen aan adaptatietheorieën en auteursrechten überhaupt werd geraadpleegd tijdens het plagiaatproces ‘A Belgian Politician’. Ikzelf kan na het uitspitten van de adaptatiekritiek alvast niet meer beloven dat dit artikel volledig vrij is van plagiaat.
Ook de wetgeving over auteursrechten hangt nauw samen met de adaptatiekritiek. Lees er dus zeker eens
DW B in 2015 DW B in 2015: vijf nummers tjokvol woord en beeld. Vijf gestroomlijnde thema’s afgewisseld met het beste uit de postbus, citybooks en kritieken van recente romans, dichtbundels en essays. Dit geven we nu al mee: DW B 1 (februari) Finissages onderzoekt wat ‘af zijn’ is. In het feestnummer DW B 2 (april) wandel je doorheen een geschreven portrettengalerij. DW B 3 (juni) tast het immateriële af. DW B 4 (september) voert onverfilmbare scenario’s op. Het boeknummer DW B 5 (december) omsluit het werk van Anne-Mie Van Kerckhoven.
Desondanks staat ook vandaag imitatie niet altijd gelijk aan minachting. Vooral de pastiche – of stijlimitatie – houdt een zekere vorm van lof in. In de Nederlandstalige literatuur toont Paul Claes zich een meesterlijk pasticheur. In zijn bundel Mimicry (1992) staan enkele schoolvoorbeelden van stijlimitatie van onder anderen Richard Minne, Guido Gezelle en Hans Faverey. Later breidde hij de verzameling van tien pastiches uit tot Geschiedenis van de Nederlandse poëzie in vijftig pastiches; a la manière de. De meeste beginnende auteurs slaan echter onbewust aan het pasticheren. Veel auteurs starten met schrijven in navolging van hun epigonen. Diezelfde Paul Claus “ontmaskerde” in zijn
Courtesy beeld Lore Vanelslande
Een abonnement bedraagt 52 euro. Studenten en cjp’ers betalen 42 euro. Wilt u meer doen voor DW B? Dat kan in de vorm van een steunabonnement (vanaf 100 euro). De namen van de steunende leden worden achteraan in elk nummer gepubliceerd. Meer info: www.dwb.be
INTERVIEW
Eén van de gasten op de Schrijfdag op 25 april in Oostende is auteur Jef Aerts. Er stonden al vier romans voor volwassenen op zijn palmares toen hij in 2012 besloot om een kinderboek te schrijven. Het genre bleek hem te passen als een handschoen. Recensenten én jonge lezers sluiten zijn boeken stevig in hun hart en de literaire prijzen stapelen zich op. “Ik zoek het niet te ver. Net daarom voel ik me zo vrij om ver te gaan.”
Door Sofie Rycken Foto’s Wendy Marijnissen
B
INTERVIEW MET JEF
AERTS
“SCHRIJVEN WORDT STEEDS MEER VANZELFSPREKEND”
laffende honden, nieuwsgierige koeien en een rosse kat. Dat is mijn welkomstcomité wanneer ik op een fraaie winterdag de straat van Jef Aerts inloop. Jef groeide op in het landelijke Linden bij Leuven en woont nu in het al even pittoreske Ransberg met zijn vrouw en drie kinderen. Hun charmante boerderij is een oase van rust en het perfecte schrijfoord voor een man die als jongetje al gretig verhaaltjes schreef en smulde van De Gebroeders Leeuwenhart. Vooral de voormiddagen, wanneer de kinderen op school zijn, zijn heilig. E-mails, administratie en andere boze geesten worden verbannen naar de namiddag. Na zijn studies Germaanse Talen en Theaterwetenschappen werkte Jef jarenlang als toneelauteur en dramaturg, onder meer bij De Roovers en Toneelgroep Amsterdam. Zijn eerste roman, Haeren Majesteit, kwam er in 1999 en kreeg meteen aardig wat media-aandacht. De jaren daarna volgden Vertezucht, De nadagen en Rue Fontaine d’Amour – romans die in de pers op bewonderende recensies konden rekenen. Toen Jef in 2012 zijn eerste kinderboek publiceerde, Het kleine paradijs, werd hij beloond met een nominatie voor de Boekenleeuw. Opvolger Groter dan een droom, een prentenboek geïllustreerd door de Nederlandse Marit Törnqvist, bevestigde zijn uitzonderlijke talent om jonge lezers aan te spreken en mee te slepen.
Je meest recente boek, Vissen smelten niet, werd bekroond met de Zilveren Griffel 2014 en is genomineerd voor de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen. Groter dan een droom uit 2013 kreeg ook een Zilveren Griffel én de Boekenleeuw. Vlaanderen ziet jou graag als jeugdauteur. “Het is heel fijn om die erkenning te krijgen, dat had ik natuurlijk niet verwacht. Voor mij is het een bevestiging dat de
koers die ik volg de juiste is. Ik heb de voorbije jaren eerder versnipperd gewerkt: ik schreef romans, maar ik was ook bezig met poëzie, theater én muziek. Daardoor kon ik maar om de zoveel tijd iets nieuws presenteren en dat maakt het moeilijk om een publiek uit te bouwen. Daarom wil ik me de komende jaren op één discipline, kinder- en jeugdboeken, blijven concentreren. “
Hoe kwam je op het idee om een paar jaar geleden de overstap te maken? “Een echte overstap is het niet. Het blijven gewoon boeken, of ze nu door jonge of oude ogen worden gelezen. Wellicht schrijf ik binnen enkele jaren ook weer een roman. Maar nu is dit wat ik moet doen. Terwijl ik bezig was aan wat mijn vijfde roman zou worden, voelde ik me er niet langer gelukkig bij. Ik piekerde te veel over wat ik moest schrijven, overanalyseerde elke zin. Tegelijk spraken verschillende mensen me erop aan dat ze vonden dat mijn fantasie en taal ook voor jonge lezers konden werken. Uiteindelijk heb ik dat manuscript opzij gelegd en ben meteen gestart met een eerste kinderboek. En het was fantastisch om te doen!”
Vind je het soms jammer dat je niet eerder op dat idee kwam? “Nee. Elke schrijver moet een zeker traject afleggen, dat is gewoon nodig. Alleen zo kun je groeien. In het begin ben je een beetje onzeker, denk je dat je een bepaalde techniek moet hebben of moet tonen wat je kan, waardoor je jezelf in bochten wringt en veel te veel nadenkt. Intussen vertrouw ik meer op mijn eigen visie. Schrijven wordt steeds meer vanzelfsprekend. Het is veel minder zwoegen, dat is zalig om te voelen.”
13
INTERVIEW
Jef Aerts: “Tijd is het kostbaarste goed van een schrijver. Dus moet je bewuste keuzes maken.” Hoe komt het dat je nu zo goed kan tappen van die creatieve flow? “Ik denk dat ik met de tijd mijn eigen stem heb ontwikkeld. Wanneer ik aan een verhaal werk, probeer ik vanuit mijn eigen waarheid te vertrekken. Wanneer alles af is, wil ik het gevoel hebben dat niemand anders het boek op deze manier zou hebben kunnen schrijven, behalve ikzelf. Ik zoek het niet te ver en ik denk dat ik me daarom net zo vrij voel om ver te gaan. Een verhaal kan groots zijn, episch, dat maakt niet uit. Maar de gevoelslaag probeer ik zo dicht mogelijk bij mezelf te houden. Als die dichtbij zit, kan je overal naartoe reizen. Dat is voor mij de basis.”
Je hebt drie kinderen, de oudste is acht. Hebben zij je schrijfparcours beïnvloed? “Dat heeft absoluut meegespeeld. Ik weet niet of ik de overstap naar kinderboeken had aangedurfd zonder mijn kinderen. Misschien zou hun wereld dan te ver af zijn komen te liggen, doorheen de jaren. Nu durf ik me er vrij in te bewegen. Het is ook vanzelfsprekender geworden om de verbinding met het kind in mezelf te maken. Ik doe veel lezingen in bibliotheken en op scholen en daar merk ik dat ik het heel normaal vind om voor een groep kinderen te staan en met hen te praten over boeken, over schrijver zijn. Ik zit de hele tijd met kinderen te praten.”
Fijn publiek? Kritisch publiek?
“Hun feedback is inderdaad heel direct! Als ze iets saai vinden zullen ze je dat ook zeggen. Maar ik vind het heel fijn om hun opmerkingen, hun interpretaties en hun vragen te horen. Kinderen breken hun hoofd niet over “Zou de auteur nu dit of dat bedoelen?”. Ze nemen aan wat er staat - of niet. Het is wat het is. Heel bevrijdend. De gesprekken zijn niet zo beladen als “volwassen” gesprekken. Kinderen vragen iets over een bepaald thema, en meteen daarna wat je lievelingseten is.”
Zijn er bepaalde thema’s taboe? “Ik denk dat je over alles kan schrijven, op voorwaarde dat je de blik van een kind vasthoudt en vanuit hun leefwereld start. Je kunt niet vertrekken vanuit het idee “Nu ga ik eens op mijn knieën zitten en uitleggen wat depressie is”. Het interesseert me totaal niet om een zogenaamd “probleemboek” te schrijven, ik neem bepaalde zaken gewoon mee in het verhaal. Groter dan een droom gaat over de dood van mijn eigen zusje en dat boek heeft veel mensen geraakt. Ik merk wel dat scholen me minder vaak voor dat specifieke boek vragen, omdat ze denken dat het moeilijker ligt bij hun leerlingen. Het zijn dus soms eerder de volwassenen die schroom voelen.”
Denk je dat het schrijven van kinderboeken onderschat wordt? “Misschien zijn ze wel nog moeilijker om te schrijven. Je hebt een goede, stevige verhaalstructuur nodig. De beelden en de motieven die je gebruikt moeten kloppen, en ook de taal vind ik heel belangrijk. En dan wil je er natuurlijk ook een
emotionele gelaagdheid aan geven, die rijk en waardevol is. Je wilt dat de personages psychologisch goed uitgewerkt zijn - dat hun daden en woorden niet te veel voor de hand liggen, maar ook niet van de pot gerukt zijn. Daar lang aan werken en in graven, dat is wat werkt voor mij. Sommige mensen onderschatten wat er bij het schrijven komt kijken, omdat het eindresultaat er bedrieglijk eenvoudig uitziet. Het lijkt alsof het hele verhaal er in één keer is uitgekomen, maar uiteraard zit er een volledig traject achter. Alles is uitgepuurd. Hetzelfde geldt voor de illustraties: ze zien er misschien ongekunsteld uit, maar er is vaak maanden werk aan vooraf gegaan.”
Het schrappen en schaven tot het goed zit, doe je dat op eigen houtje? Of vraag je advies? “Ik heb het geluk om met heel fijne redacteuren samen te werken bij mijn uitgeverijen, Querido en Bezige Bij Amsterdam. Ik krijg goede feedback, er wordt hard gewerkt. Zo’n professionele vertrouwensrelatie is onbetaalbaar. Ik ben daar heel behoedzaam in, ik wil niet dat eender wie mijn teksten naleest. Je kunt als auteur helemaal in de war raken als je feedback krijgt van iemand die je niet goed kan inschatten. Zeker naar het einde van het schrijfproces toe ben je zo kwetsbaar.
14
Je begint met goede moed, maar er komt altijd een moment waarop je het even niet meer weet en aan alles begint te twijfelen. Dan heb je iemand extern nodig die zegt waar het op staat, maar wiens oordeel je ook goed kan inschatten. Naast de mensen van de uitgeverij mag mijn vrouw mijn teksten natuurlijk lezen en ook onze oudste dochter is testpubliek.”
Is je vrouw ook bezig met literatuur? “Katlyn en ik hebben elkaar leren kennen op een schrijfcursus, die ik gaf (lacht). Maar ze is vooral bezig met muziek.
“Je begint met goede moed, maar altijd komt het moment waarop je het even niet meer weet. Dan heb je iemand extern nodig die zegt waar het op staat.”
15
INTERVIEW
INTERVIEW
Jef Aerts: “Elke schrijver moet een zeker traject afleggen, dat is gewoon nodig. Alleen zo kun je groeien.” Samen met mijn broer hebben we een band, Momomatique. Jan en ik speelden als tieners al samen in bandjes. Muziek is dus altijd in mijn leven geweest, nu eens wat intensiever, dan weer wat op een lager pitje. Ik zing, speel gitaar, basgitaar en recent zelfs zingende zaag. Een personage in mijn volgende boek speelt dat, dus nu wil ik dat ook onder de knie krijgen. Katlyn en ik brengen samen ook een muzikale vertelling van mijn boek Vissen smelten niet. Het is geen muziektheater, ik vertel en mijn vrouw speelt muziek. Schrijven gebeurt binnenskamers, maar muziek maak je samen. Ik neem ook vaak een gitaar mee als ik een lezing geef in een klas: liedjes werken altijd.”
Het wordt een muzikale Schrijfdag! Is er een leraar aan jou verloren gegaan? “Nee, dat denk ik niet - al heb ik wel Germaanse Talen gestudeerd. Op dit moment doe ik het niet zo vaak meer, maar ik heb wel lang schrijfcursussen gegeven voor volwassen, eerst voor Kunstencentrum STUK en daarna voor WISPER. Het is heel verrijkend om je ambacht te delen met mensen die zich er ook in willen verdiepen. De komende weken ben ik druk bezig met het schrijfproject Tiktaalik bij Artforum. Vijf auteurs – Els Beerten, Siska Goeminne, Kristien Dieltiens, Michael De Cock en ikzelf – begeleiden enkele gemotiveerde jongeren tussen 7 en 14 om een verhaal te schrijven. Dat is heel fijn. Het is geen cursus, maar echt individuele coaching. We zitten samen, we mailen en werken zo aan een tekst. Uiteindelijk worden alle verhalen gebundeld en gepubliceerd.”
Is het moeilijk om je tijd goed te verdelen? “Als schrijver is tijd je kostbaarste goed. Dus moet je bewuste keuzes maken. Ik heb de voorbije vijftien jaar heel verschillende dingen naast het schrijven gedaan, zoals schrijven voor een krant, dramaturgie of schrijfworkshops geven. De voorbije drie jaar werkte ik halftijds bij Artforum rond kunsteducatie voor kinderen en jongeren. Op elke plek heb ik heel veel geleerd dat me nu van pas komt. Maar altijd kwam het schrijven op de eerste plaats. Nu ben ik bijzonder gelukkig dat ik me er weer voltijds aan kan wijden.”
16
Heb je tussendoor nog tijd om zelf te lezen? “Ik moet toegeven dat ik meer schrijf dan ik lees. Ik probeer wel veel kinderboeken te lezen, omdat ik het belangrijk vind om dat terrein goed te kennen. Ik geniet van die verhalen, maar het is voor een deel natuurlijk ook functioneel: je kijkt mee in de keuken van een schrijver en je probeert uit te vissen hoe hij bepaalde zaken aanpakt en verpakt.”
Wat zijn je plannen voor dit jaar? “Eind april verschijnt mijn nieuwe boek Paard met laarzen. Ik heb het onlangs helemaal voorgelezen aan mijn oudste dochter. En haar opmerkingen bleken heel waardevol. Zo had ik nogal veel flashbacks gebruikt, maar dat klopte voor haar niet helemaal. Eigenlijk had het verhaal dat ook niet nodig, ik had het gewoon als schrijftechniek gebruikt. Ik heb er dus een paar flashbacks uitgehaald, zodat het de Lilith-test kon doorstaan.”
Wat is het grootste compliment dat een lezer je kan geven? “Ik merk het vrij snel of een lezer het boek echt ‘gevoeld’ heeft zoals ik het bedoelde. Sommige lezers pikken enkel de bovenste laag van het verhaal op, maar niet de lagen eronder. En ik merk dat het me raakt, dat ik dat jammer vind. De beelden die ik oproep en de taal die ik hanteer zijn belangrijk, maar ik hoop toch vooral dat lezers aansluiting vinden met de gevoelswaarde van het boek. Je daar verbonden voelen met je lezers is heerlijk.”
Nog één vraagje. Wat is je lievelingseten? “Lekker vegetarisch. In mijn boeken wemelt het van de dieren, maar nooit op mijn bord”.
Jef Aerts geeft op de Schrijfdag op zaterdag 25 april 2015 te Oostende een lezing met als titel ‘Schilderen in laagjes’, over het schrijven van kinderverhalen. Paard met laarzen, zijn jongste roman voor kinderen, verschijnt eind april 2015. Meer info: www.creatiefschrijven.be/schrijfdag
17
Schrijfreisje? Graag. Naar Ikaria! ssiedocente Schrijf- en expre ) Joey Brown (Bim t zinnige Ikaria, da
he woont op het ge aat. aar tijd niet best w Griekse eiland SE, haar O n MANAMAH U Ze is bezielster va blijf en er waaruit ze schrijfv virtuele huis van organiseert. schrijfvakanties r. agt je uit tot méé Ze verrast en da
Schrijfvakantie
Individueel verblijf Dagelijks schrijfadvies
Workshops in kleine groep Feedback en advies
1 april - 31 oktober
4 - 8 mei en 7 - 11 sept
www.manamahouse.be
14-11-14-MANAMA_ADV_VERZIN.indd 1
17/11/14 20:36
[Schrijfschool@Gent] Schrijfweek in Zuid-Frankrijk. (met individuele coaching)
AL SCHRIJVEND DE WERELD ROND
Van 27 juni tot 4 juli 2015 in Molières sur Cèze.
N
u we met een paar muisklikken de meest exotische bestemmingen bij de vingers hebben, zetten steeds meer globetrotters hun ervaringen op papier. Het reisverhaal is een druk gepraktiseerd genre. In de boekhandel krijgen reisverhalen zelfs een aparte afdeling, net als in de bibliotheken. En wie smult er niet van de literaire mondiale avonturen van Boudewijn Büch, Redmond O’Hanlon of Robert Louis Stevenson? In een eerste bijdrage belichten we vijf internationale reuzen van het reisverhaal, waar je inspiratie kunt bij halen. Maar ook wie in de tegenwoordige Nederlandse en Vlaamse literatuur gaat snuisteren, stuit op een levendig universum, zo ondervond Michiel Leen. “Nu hij zich niet meer kan laten voorstaan op zijn rol van pionier, wordt het voor de reisverhalenschrijver vooral zaak om aan te tonen dat hij die bestemmingen bekijkt met een andere, meer indringende blik dan de doorsnee reiziger.” Of zoals voormalig zeeman en reisauteur Bart Plouvier het stelt: “Van Cees Nooteboom leerde ik dat een reisverhaal niet per se exotisch of spectaculair hoeft te zijn. Zijn aanpak toont dat er verschillende invalshoeken mogelijk zijn als je over een land of een stad schrijft: de culinaire geschiedenis, auteurs die er hebben verbleven, musea, historische wetenswaardigheden.”
DOSSIER
Schrijfverblijf
DOSSIER REISVERHALEN
En hoe zit het met de uitgeversmarkt voor reisverhalen? Het is niet steeds een simpele opgave om voor je reisverhalenboek onderdak te vinden. Het genre pendelt tussen fictie en non-fictie en tast er de grenzen van af. Toch is het niet altijd een verkoopstopper. Julie Putseys onderzocht hoe je bij Vlaamse en Nederlandse uitgevers het best tewerk gaat om met je manuscript een plaatsje te veroveren en welke accenten je best legt.
schrijfschoolgent@gmail.com • www.ingridverhelst.be • 0477 26 67 71
19
5
REUZEN UIT DE REISLITERATUUR
PAUL THEROUX (°1941)
Het reisverhalengenre heeft beroemde beoefenaars, waar we allemaal wat kunnen van leren. Opvallend is hoe vooral Groot-Brittannië het genre een flinke duw in de rug gaf. Vijf internationale reisiconen die je met plezier weer ter hand zal nemen.
Paul Theroux
Door Dirk Leyman
R.L. STEVENSON (1850-1894)
De Schot Robert Louis Stevenson kennen we allemaal als de auteur van het avontuurlijke zeeroversverhaal Schateiland (1883), waarin Jim Hawkes op zoek gaat naar de schat van een beruchte kaperkapitein. Door zijn frêle gezondheid moest Stevenson na ingenieursstudies warmere oorden opzoeken, waar hij reisverhalen begon neer te pennen en als schrijver meteen werd opgemerkt. Ontegensprekelijk is hij een van de pioniers van het reisverhalengenre in de negentiende eeuw. Stevenson trok door het koninkrijk Hawaï en raakte daar nauw bevriend met koning David Kala-
20
BRUCE CHATWIN (1940-1989) Het tot de verbeelding sprekende bestaan van de aan Aids overleden Britse schrijver Bruce Chatwin is nog altijd voer voor biografen. Chatwin geldt als een van de grootste Engelse reisauteurs en ontwikkelde een nomadische fascinatie toen hij een stuk Patagonische brontosaurushuis aantrof bij zijn oma. Nadat hij een tijdlang werkzaam was bij veilinghuis Sotheby’s, maar we-
Bruce Chatwin
gens een oogkwaal geadviseerd werd om op reis te gaan, trok hij daadwerkelijk naar Patagonia, waaruit zijn meesterwerk In Patagonia (1977) voortvloeide. Ook The Songlines, waarvoor hij op bezoek ging bij de Australische Aboriginals, is ontegensprekelijk een klassieker in de reisliteratuur. Verder trok hij ook door Afghanistan, in het kielzog van Alexander de Grote, bracht in Ivoorkust een tijd door met de nazaten van slaven, ontdekte het archaïsche Wales (On The Black Hill, 1982), het barre Siberië. Centraal in zijn reizen en boeken staat zijn fascinatie voor de rusteloze natuur van de mens, iets wat we ook terugvinden bij de Franse Nobelprijswinnaar J.M.G. Le Clézio.
V.S. NAIPAUL (°1932) De in Trinidad geboren en opgegroeide Nobelprijswinnaar 2001 is wel eens “een multiculturele brombeer” genoemd, zo schrijft Pieter Steinz in zijn naslagwerk Steinz. Gids voor de wereldliteratuur. Maar het observatievermogen dat hij tentoonspreidt in zijn reisboeken is onovertroffen, vaak
V.S. Naipaul
heid van het land. Naipaul en Theroux waren overigens goede vrienden, tot ze gebrouilleerd raakten. Het resulteerde in Theroux’s boek Sir Vidia’s Shadow. De vete lijkt intussen bijgelegd.
REDMOND O’HANLON (°1947) De Britse schrijver en avonturier Redmond O’Hanlon is bezeten van negentiende eeuwse helden en ontdekkingsreizigers die onvermoeibaar de wereld afrotsten. “Ik ben op plaatsen geweest waar ik niet van had durven dromen, maar het gekke is dat ik nog meer dáár was als ik er ‘s nachts, in alle stilte, over schreef”, vertelde hij ooit in een interview aan Trouw. “Tijdens die uren voel-
Redmond O’Hanlon
de ik me gewichtsloos, in rechtstreeks contact met hoe het was, daar, toen. Alleen met mijn gedachten en met de wereld die ik, met pen en inkt, schiep op het papier.” De excentrieke O’ Hanlon studeerde aan het Marlborough en het Merton College in Oxford. Hij werd benoemd tot wetenschappelijk medewerker in 1971, verkreeg de Alistair Horne Research Fellowship in 1974 en werd senior visitor aan het St Antony’s College, Oxford, in 1985. Hij was ook werkzaam bij de Times Literary Supplement. Tot zijn bekendste boeken behoren Into the Heart of Borneo (1984), In Trouble Again (1988) en Congo (1996). De ook verbaal erg begaafde O’Hanlon kampt de laatste jaren met een writer’s block, maakte televisieprogramma’s voor VPRO en woont in Amsterdam. “Al staat hij in de Orinoco, in Papoea-Nieuw-Guinea of op Antarctica, het meest in het oog springende exotische beest heet O’Hanlon. Prototype van Britishness. Zo weggelopen van de set van Brideshead Revisited, of Downton Abbey”, zo schreef Sander Pleij in Vrij Nederland ooit over hem.
DOSSIER
R.L. Stevenson
kaua. Op het eiland Molokai bezocht hij pater Damiaan die daar werkzaam was bij geïsoleerde leprapatiënten. Later publiceerde hij The South Seas (1891), waarin hij geschiedenis en het leven in de Stille Oceaan analyseerde en inventariseerde. Op het eiland Western-Samoa werkte hij door aan zijn oeuvre. Hij schreef in samenwerking met zijn stiefzoon Lloyd Osbourne onder meer de zwarte komedie The Wrong Box (1889), de reisavonturen The Wrecker (1892) en The Ebb-tide (1894). Stevenson oefende veel impact uit op Rudyard Kipling, Ernest Hemingway en Vladimir Nabokov. Aan het eind van zijn leven was hij vijf jaar lang plantagehouder en stamleider in Samoa, waar hij op 44-jarige leeftijd overleed aan een hersenbloeding.
De Amerikaanse schrijver van reisverhalen, die wereldwijd doorbrak met The Great Railway Bazaar (1975), heeft een werkelijk imposant palmares inzake reisboeken. Wie in zijn oeuvre duikt, is voor maanden zoet. The Great Railway Bazaar is het verhaal over een fascinerende treinreis vanuit Groot-Brittannië door West- en Oost-Europa en Azië tot aan Japan en weer terug. Theroux heeft het treinreizen altijd gecultiveerd, getuige zijn boek over een treinreis van Boston naar Argentinië (The Old Patagonian Express), een wandeltocht door Groot-Brittannië (The Kingdom By The Sea), treinreizen door China (Riding the Iron Rooster) en een reis van Caïro naar Kaapstad (Dark Star Safari). Sommigen zijn van oordeel dat Theroux te vaak grossiert in al te gedetailleerde beschrijvingen van omgevingen en ontmoetingen, maar tegelijk mengt hij steeds een stevige scheut ironie door zijn teksten.
met een vileine maar ongemeen scherpe blik. Bekend zijn onder meer zijn boeken waarin hij het debacle van het kolonialisme op de korrel neemt of de islam bekritiseert, denk aan Among the Believers: An Islamic Journey (1981). Voor een zijn laatst verschenen boeken The Masque of Africa: Glimpses of African Belief (2010) moest hij nogal wat kritiek incasseren over de “giftige” en “racistische” manier waarop hij Afrikanen portretteerde. Sommige recensenten zagen er parallellen in met zijn boek over India. An Area of Darkness, dat hij schreef na zijn eerste bezoek aan India, het land van zijn voorvaderen, in de vroege jaren zestig. Hij hekelde er onder meer de smerig-
21
CONTROLEURS VAN DE WERKELIJKHEID Reisliteratuur in Vlaanderen en Nederland Reisliteratuur is een vlag die vele ladingen dekt. Sommige auteurs ontpoppen zich tot globetrotters, terwijl anderen ervoor opteren om eenzelfde plek intensief te bereizen. Soms vanuit een persoonlijke nieuwsgierigheid, soms vanuit een uitgesproken engagement, maar nooit onbewogen.
Reisschrijver Bart Plouvier: “Ik schrijf impressionistisch. Ik moet de plekken in mijn verhalen echt gezien en beleefd hebben.” hem tot zijn eerste reisverhalen. “Dankzij dat zeemansverleden kan ik mijn verhalen een persoonlijke touch geven: ik ken de zee, ik wéét wat een storm is,” zegt hij. Later ontpopte Plouvier zich tot een bedreven reisjournalist voor publicaties als Weekend Knack en De Standaard. “Het literaire reisverhaal was mijn dada, ik heb er enkele honderden geschreven die ik, soms in een bewerkte vorm, verzamelde in verschillende bundels.” Zijn verhalen brachten hem over de hele wereld, maar exotisme is hem vreemd. Voorwaarde is wel dat je ter plekke gaat, wat vandaag zelfs voor professionele reisschrijvers niet meer evident is. “Een reportage schrijven van achter mijn bureau lukt me niet. Ik schrijf impressionistisch. Ik moet de plekken in mijn verhalen echt gezien en beleefd hebben.”
A
ls je even gaat graven naar de wortels van de reisliteratuur in onze contreien, kom je een naam tegen die je in dit genre niet zou verwachten: Cyriel Buysse. De schrijver van naturalistische klassiekers als Het recht van de sterkste en Het Gezin Van Paemel was een fervent reiziger op een moment dat zelfs een tripje naar de kust slechts voorbehouden was aan de happy few. Terwijl de auto amper zijn status van experimenteel duivelstuig was ontgroeid, kroop Buysse, soms in het gezelschap van zijn vriend, Nobelprijswinnaar Maurice Maeterlinck, achter het stuur voor ellenlange tochten door België en Frankrijk (De Vroolijke Tocht, 1910 en Per Auto, 1913). In Wat wij in Spanje en Marokko zagen uit 1929, waagt Buysse zich samen met co-auteur Daisy van Riemsdijk zelfs aan een grand tour van het Middellandse Zeegebied, Marokko en Algerije in wat toen nog steevast een automobiel werd genoemd. Een uitzonderlijke expeditie, waarvan Buysse en van Riemsdijk in korCyriel te, ironisch Buysse aangepunte
22
stukjes verslag doen. Het is reisliteratuur in zijn meest klassieke vorm: het verslag van een exotisch avontuur in streken die voor de lezer op het thuisfront nog ontoegankelijk zijn, en waarin de auteur zelf als pionier en gids optreedt. Al is het in dit geval gelukkig met een scheut zelfrelativerende humor. Een zelden gezien exploot in een tijd waarin Vlaamse literatuur zich vaak nog nadrukkelijk onder de kerktoren afspeelde. Het mag wel duidelijk zijn dat die aanpak intussen niet meer voldoet. Het exotisme verdwijnt naarmate de weidse bestemmingen toegankelijker worden voor een groter publiek. Nu hij zich niet meer kan laten voorstaan op zijn rol van pionier, wordt het voor de reisverhalenschrijver vooral zaak om aan te tonen dat hij die bestemmingen bekijkt met een andere, meer indringende blik dan de doorsnee reiziger. Het simpele feit dàt hij ergens geweest is, volstaat niet meer. De impressie telt, een aparte, persoonlijke kijk wordt een vereiste. Anders kun je evengoed zelf gaan kijken. Niettemin heeft de Vlaming Bart Plouvier nog iets van het romantische beeld van de reisverhalenschrijver. Zijn schrijverscarrière begint op zee: Plouvier monsterde in de jaren tachtig aan als matroos, die jaren als zeeman inspireerden
Als in het Nederlands taalgebied een schrijver erin geslaagd is het reisverhaal naar ongekende hoogten te stuwen, dan wel de Nederlander Cees Nooteboom. Nooteboom werd in 2011 nog door het Amerikaanse tijdschrift Newsweek uitgeroepen tot een van de tien beste reisauteurs allertijden – een podium dat hij deelt met internationale kleppers als Paul Theroux en V.S Naipaul. Nadat Nooteboom begin jaren vijftig debuteerde als romanschrijver, maakte hij zijn eerste grote reportage over de Hongaarse opstand in 1956. Zo evolueerde Nooteboom tot reisverhalenschrijvers. Zijn sporen verdiende hij met reisreportages en – verhalen voor chique Nederlandse tijdschriften als Elsevier en Avenue in de jaren zestig. Nootebooms naam werd zodanig synoniem met het reisverhaal, dat sommige critici zijn terugkeer naar de romanvorm – met het magistrale Rituelen (1981) - maar moeilijk konden verteren. Niet dat Nooteboom het aan zijn hart laat komen: op zijn website is zelfs een wereldCees kaartje te zien, met Nooteboom daarop alle plekken (Foto: Simone Sassen) die de schrijver in
meer dan een halve eeuw heeft aangedaan. Ook Plouvier is onder de indruk van Nootebooms reisverhalen. “Ik ben altijd een bewonderaar van hem geweest en lees hem nog steeds. Van Nooteboom leerde ik dat een reisverhaal niet per se exotisch of spectaculair hoeft te zijn. Zijn aanpak toont dat er verschillende invalshoeken mogelijk zijn als je over een land of een stad schrijft: de culinaire geschiedenis, auteurs die er hebben verbleven, musea, historische wetenswaardigheden. Al die mogelijke perspectieven maken het er alleen maar plezieriger op.”
DOSSIER
De wereldkaart van Nooteboom Door Michiel Leen
Bart Plouvier
Een mooi voorbeeld van Nootebooms aanpak is De omweg naar Santiago, misschien wel het ultieme boek over Spanje. Daarin laat Nooteboom al te uitvoerige beschrijvingen van landschappen, bouwwerken en merkwaardige lokale gerechten liefst achterwege. Veel liever gaat Nooteboom op zoek naar de verhalen die zich in de streek hebben afgespeeld, om zo tot een waarachtig beeld te komen. “De reisschrijver is de controleur van de werkelijkheid”, zo omschrijft Nooteboom het zelf. Nootebooms boutade heeft school gemaakt. Bijvoorbeeld in De zon is het probleem niet, een bundeling van acht literaire reportages door de jonge Nederlander Daniel Rovers. “Hoe ziet de wereld er in het echt uit?” is de vraag die hij zich bij aanvang stelt – en weg is hij. Op zijn tochten wordt Rovers fruitplukker in Zeeland, probeert hij greep te krijgen op de underground van het door oorlogen getraumatiseerde Kosovo en onderneemt hij een helletocht naar het eiland Lampedusa, om met eigen ogen te zien hoe het de gelukzoekers vergaat die in gammele bootjes de oversteek wagen vanuit Afrika. Dat de schrijver zich daarbij meteen out als een allesbehalve getalenteerd reiziger, maar ondanks die handicap toch de wijde wereld intrekt, zorgt voor een welkome relativerende toets.
23
DOSSIER
Van Dis in Paris Sommige schrijvers gooien het over een andere boeg. Zij ontpoppen zich niet per se tot globetrotters, maar keren telkens terug naar dezelfde plek. Een schoolvoorbeeld is de Nederlandse auteur Adriaan Van Dis. Adriaan Toegegeven, Van Dis schreef Van Dis uitvoerig over zijn buitenlandse reizen (onder andere In Afrika en Casablanca), maar toont ook hoe één plek onder zijn huid kruipt: in Stadsliefde, scènes in Parijs schetst Van Dis in korte vignetjes hoe hij dankzij zijn frequente verblijf in de Lichtstad ophoudt toerist te zijn, maar toch ook buitenstaander blijft. Van Dis beschrijft hoe ook hij valt voor de toeristische charme van een stad die haar uiterste best doet om ook in het echt te lijken op het beeld dat de miljoenen hoopvolle toeristen ervan hebben – aan die kitscherige romantiek is nu eenmaal geen ontsnappen, en Van Dis geeft er met een wufte ironie graag aan toe. Maar hij is niet blind voor de barsten in het sprookjesbeeld, de soms grimmige sociale realiteit van een stad die ondanks alles een typische 21e-eeuwse metropool is geworden, al doet ze nog zo haar best om de schijn op te houden. Een echte Parisien worden, blijkt een onmogelijke opgave te zijn.
Geëngageerde blik Andere auteurs maken in hun reisverhalen plaats voor een uitgesproken engagement. Een goed voorbeeld is de Nederlander Frank Westerman. In El Negro en ik, dat in 2005 de Gouden Uil wegkaapte, staat de schrijver in een Spaans museum oog in oog met het opgezette lichaam van een zwarte man. Westerman raakt in de ban van de man die als ‘El Negro’ tot museumstuk werd herleid en gaat reizend op zoek naar het hoe en waarom. Zelf blijft hij, als ontwikkelingswerker in opleiding, niet onbewogen bij wat hij vindt. Zijn sporen had Westerman op dat ogenblik al verdiend met non-fictieboeken over het drama van Srebrenica (Het zwartste Scenario) en schrijvers in de Sovjet-Unie (Ingenieurs van de ziel) Ook in het werk van Carolijn Visser is sprake van een duidelijk engagement. Visser spitst zich vaak, maar niet uitsluitend, toe op communistische of postcommunistische samenlevingen, zoals China, Vietnam, of voormalige Oostbloklanden. Haar eerste reisverhaal Grijs China (1982) was meteen een opdoffer: terwijl in het Westen in bepaalde middens nog de lof werd gezongen van de Chinese Culturele Revolutie,
24
Het simpele feit dàt je ergens geweest bent, volstaat niet meer. De impressie telt, een aparte, persoonlijke kijk wordt een vereiste. durfde Visser het aan om met eigen ogen te gaan onderzoeken wat er nu aan was van al die propaganda. Het beeld dat Visser schetst, is ronduit ontluisterend. Speciale aandacht heeft Visser ook voor het lot van de vrouwen die ze onderweg tegenkomt, zoals de Tibetaanse Dolma in Tibetaanse Perziken. In Vrouwen in den vreemde focust ze op de levens van negen vrouwen die door oorlogen of revoluties hun land van herkomst hebben moeten verlaten en elders een nieuw leven moeten opbouwen. Maar of je volgende reis je nu naar de andere kant van de wereld brengt, of eenvoudigweg twee dorpen verder, met een open blik en de bereidheid om je onderweg te laten verrassen, kom je al een heel eind. Of om het met de woorden van Bart Plouvier te zeggen: “In het beCarolijn gin ging ik ervan uit Visser dat een reisverhaal iets spectaculairs moest zijn. Daar kwam ik snel van terug: je kunt ook op een indringende manier schrijven over een plek als Oostende, of zelf Benidorm. De manier waarop je kijkt is cruciaal. Als je dat doorhebt, kun je over elke bestemming een aangrijpend reisverhaal schrijven.” Tijdens de Schrijfdag 2015 in Oostende geeft Bart Plouvier een workshop aan boord van het schip ‘Nele’. De zee zal – uiteraard – een grote rol spelen in Plouviers uiteenzetting.
Helpt e d n e m e n r e ond schrijvers! Paris Books is een uitgeverij van Schrijvers voor Schrijvers. Een nieuw iniatief en concept van bestsellerschrijvers Geert Kimpen en Christine Pannebakker. De tijd van het oude uitgeven is voorbij. Vind jij het normaal dat een auteur slechts 10% van een boek krijgt bij een uitgeverij? Wij niet. Daarom zijn wij begonnen met Paris Books. Een uitgeverij van schrijvers voor Schrijvers. Omdat er zoveel is dat je zélf kan doen – maar waar en hoe moet je beginnen? Wij helpen je! Je boek is klaar. Je hebt besloten om het in eigen beheer uit te geven. Maar je kijkt op tegen de vele dingen die je moet uitzoeken en regelen. Paris Books neemt je een gedeelte van het werk uit handen. Zodat jij je helemaal kunt richten op het bekendmaken en lanceren van je boek. Wij weten wat schrijvers willen en kunnen jou door onze jarenlange professionele ervaring ondersteunen WIJ KUNNEN JE HELPEN MET: en adviseren met onze kennis.
Paris Books... voor schrijvers die het heft in eigen handen nemen. Welkom! ONZE MEEST RECENTE TITELS:
• • • • • •
Redactie en redigeren van je boek Vormgeving van je boek en cover Drukken van je boek Het maken van een Ebook Distributie van je boek Een efficiënt en professioneel marketingplan • Het vertalen van je boek • En met alle vragen die je verder nog zou hebben... Neem contact op met susanbrown@geertkimpen.com
SCHRIJVEN MET OPEN BLIK Vlaamse en Nederlandse uitgevers over de kansen van reisverhalen De lezersmarkt voor reisverhalen blijkt niet zo uitgebreid. Het is daarom niet altijd eenvoudig om ze bij een uitgeverij aan de man te krijgen. Temeer het genre de klassieke grenzen tussen de fictie en non-fictie sloopt. Toch liggen er veel kansen voor doorzetters.
Door Julie Putseys
over de ervaringen die iemand opdoet die door een land, streek of continent reist. Je moet ruimer denken. Met de reisverhalenschrijver ontdek je een cultuur, krijg je contact met een andere geschiedenis, of een andere beleving van de wereld dan wij in het Westen gewoon zijn. Wat verwachten wij van een goed reisverhaal? Het verhaal van mensen in hun omgeving, een verhaal waarin geschiedenis, heden, en de blik van de schrijver op een
den Uyl Prijs binnensleepten, de prijs voor het beste Nederlandstalige reisboek. Deze uitgeverij publiceert onder meer het werk van Lieve Joris. Voor haar nieuwste, Op de vleugels van de Draak, reisde de schrijfster samen met Afrikanen naar China en beschreef de Chinees-Afrikaanse relatie, een relatie die erg verschillend is van de Afrikaans-Europese door het ontbreken aan een koloniaal verleden. Een ander voorbeeld van
Lieven Dufour (uitgever bij Lannoo):
“Je moet je reis in taal kunnen omzetten en het visueel interessant maken. Dat vergeet men vaak.” visueel interessant maken. Dat vergeet men vaak”. Een schrijver die daar wel in slaagde is bijvoorbeeld Jan De Cock. Voor zijn reisroman Prison Hotel bezocht de ziekenhuispastor gevangenen over de hele wereld. Ook Gert Duson bemachtigde de interesse van de Lannoo uitgevers. In Een vreemde eend in Afrika, dat trouwens zijn debuutroman is, vertelt hij hoe hij met een twintigjaar-oude Citroën het Afrikaanse continent doorkruiste.
doelpubliek wil. Toch zijn er redelijk veel uitgeverijen die regelmatig reisverhalen publiceren. Zo is de uitgeversgroep Veen, Bosch en Keuning (VBK) een heel grote speler in de wereld van reisverhalen, vooral haar uitgeverijen Atlas Contact, Kosmos en Ambo|Anthos. Vé Bobelyn, directeur van VBK België, doet uit de doeken aan welke vereisten een goed reisverhaal moet voldoen om kans te hebben op uitgave. “Reisverhalen zijn niet zozeer verhalen
26
ongewone manier samenkomen waardoor een bijzonder beeld ontstaat dat je niet direct uit kranten of tijdschriften kunt halen”. Dat auteurs te fel de eigen ervaringen vooropstellen en overbodige details geven zoals verplaatsingswijzen, beschouwt ze als de grootste valkuil voor reisverhalenauteurs. Voornamelijk uitgeverij Atlas Contact maakte naam met het uitgeven van reisverhalen die meermaals de VPRO Bob
een bekende schrijver die Atlas Contact uitgeeft is Geert Mak die je ongetwijfeld kent van zijn In Europa en Reizen zonder John. Voor dat laatste boek trad hij in de voetsporen van de legendarische Amerikaanse schrijver, John Steinbeck. Ook Lannoo is een belangrijke uitgeverij op gebied van reisverhalen, hoewel dat in de toekomst minder het geval zal zijn. De uitgevers beslisten namelijk hun aanbod in reisverhalen terug te dringen omdat ze niet al te goed in de markt liggen. Lieven
Hollandia, het watersportfonds van Gottmer, geeft eveneens regelmatig reisverhalen uit. “We zijn niet geïnteresseerd in de ‘reis ansich’, maar in het verhaal erachter. Een veelgemaakte fout is te denken dat een verre, exotische reis per definitie interessant is. Een verhaal moet uniek zijn qua stem, invalshoek of beleving”, vertelt Ben Rutte van Hollandia. De uitgeverij ziet vooral graag zeereisverhalen tegemoet. Zo gaven ze bijvoorbeeld in 2011 de roman Liften naar Suriname uit waarin de vierentwintigjarige Daan
Ben Rutte (uitgeverij Hollandia):
“Een veelgemaakte fout is te denken dat een verre, exotische reis per definitie interessant is. Nee, een verhaal moet vooral uniek zijn qua stem, invalshoek of beleving.” Goppel beschrijft hoe hij per boot van Nederland naar Suriname liftte. Ook Tristan Jones’ relaas over hoe hij erin slaagde het wereldrecord verticaal zeilen te breken, pronkt in de catalogus van Hollandia. In De Ongelooflijke Tocht beschrijft hij hoe hij van De Dode Zee naar het Titicacameer zeilt, van het laagste naar het hoogste vaarwater ter wereld.
Intense reisavonturen Over indrukwekkende fysieke reisprestaties gesproken: als je op reis een bewonderenswaardige atletische inspanning neerzet, kan je je verhaal misschien wel kwijt bij Elmar. Deze uitgeverij lijkt namelijk een voorkeur te hebben voor ‘straffe reisverhalen’. Arlen Hoebergen, bijvoorbeeld, wandelde 6242 kilometer tijdens zijn reis in Chili, met zijn boek Gemaakt om te lopen als resultaat. Of denk maar aan de ‘wereldfietser’ Frank van Rijn die inmiddels al meer dan 500.000 fietskilometers achter de rug heeft. Zijn verhalen hierover pende hij neer in maar liefst dertien boeken. Ook de Arbeiderspers, één van de Singel Uitgeverijen, publiceert regelmatig een reisverhalen. Zo verscheen onder andere Tessa De Loo’s Een varken in het Paleis, een reisroman die tegelijkertijd ook enigszins een biografie is, die van Lord Byron namelijk. De Arbeiderspers geeft ook vertalingen van reisverhalen uit, bijvoorbeeld die van de Britse Italië-enthousiast Tim Parks, en de inmiddels overleden Poolse globetrotter Ryszard Kapuscinski. Recent verscheen bij de Arbeiderspers Miss Yellow hair, Hello! Van Iris Hannema. In het boekje, dat vergezeld gaat met een interactieve website, pent de pittige journaliste onverbloemd over haar intense reisavonturen.
Er zijn ook heel wat uitgeverijen die de informatieve waarde van een reisverhaal vooropstellen. Daarom werken deze vaak samen met journalisten van wie de naambekendheid uiteraard ook niet misstaat. Zo publiceert Vrijdag onder meer het werk van Sam de Graeve, columnist bij De Morgen en Greet de Keyser, Amerika-correspondente voor de VRT. Uitgeverij Conserve werkt dan weer samen met NOS-correspondenten die verslag doen van de stad waarin ze gevestigd zijn. Podium beschikt over een landenreeks van journalistieke boeken, zoals die van Eefje Blankevoort over Iran en Maarten Zeegers over Syrië. Ook bij uitgeverij Van Halewyck verschijnt heel af en toe journalistiek werk, zoals De weg naar Mekka van Jan Leyers en Wat Dawid Wist van Karl Symons. Tenslotte schrijven journalisten als Michel Maas van de Volkskrant en de legendarische Cees Nooteboom voor De Bezige Bij, een uitgeverij die trouwens heel af en toe ook literaire reisverhalen uitgeeft zoals die van fictieschrijver Tommy Wieringa.
DOSSIER
H
et aanbod aan reisverhalenmanuscripten is hoog, terwijl de vraag eerder aan de lage kant is. En zoals iedereen met een gemiddeld economisch inzicht hieruit kan afleiden: door de hoge concurrentiedrang moet je wel uitzonderlijk goed zijn om de uitgeefdrempel te halen. Een succesvol reisverhalenschrijver heeft een uitstekende pen, is enorm origineel én kan nauwkeurig inschatten wat zijn
Defour, uitgever reizen en cartografie, legt uit waarom: “Je moet maar eens proberen om over je reis te praten wanneer je met vrienden afspreekt. Tenzij je iets heel opmerkelijks hebt meegemaakt, zal hun aandachtscurve erg kort zijn”. Hoe ziet een goed reisverhaal er dan uit volgens Lannoo? “Het grote probleem is de voorspelbaarheid, de klassieke structuur van iemand die vertrekt en thuiskomt. We willen structureel iets anders zien, iets creatiefs, iets fris en verrassends”, licht hij toe. Naast originaliteit is ook het literaire aspect cruciaal. “Je moet echt een heel goede pen hebben. Je moet je reis in taal kunnen omzetten en het
Atlas Contact: www.atlascontact.nl Kosmos: www.kosmosuitgevers.nl Ambo|anthos: www.amboanthos.nl Lannoo: www.lannoo.be Hollandia: www.gottmer.nl/ watersportboeken Elmar: www.uitgeverijelmar.nl Arbeiderspers: http://www.singeluitgeverijen.nl/ de-arbeiderspers/ Van Halewyck: www.vanhalewyck.be De Bezige Bij: www.debezigebij.nl Vrijdag: www.uitgeverijvrijdag.be Conserve: www.conserve.nl Podium: www.uitgeverijpodium.nl
27
LETTERFABRIEK
LETTERFABRIEK
GEVOELIG MAAR NIET SENTIMENTEEL TEKSTEN MET ‘AZERTYFACTOR’ Vitalski wikt en weegt Sinds 2013 kan aanstormend talent terecht op Azertyfactor, het online schrijversplatform van Creatief Schrijven vzw. Op Azertyfactor speuren we naar nieuwe of minder nieuwe schrijvers met een stevige portie x-factor. Je kunt er een schrijversprofiel aanmaken en je teksten publiceren. En op die manier word je makkelijker opgemerkt door het brede publiek of wie weet een uitgever of literair tijdschrift. In deze Letterfabriek selecteren we uit het uitdijende aanbod twee jonge inzenders. Met commentaar van schrijver en performer Vitalski die een gedicht van Femke Vindevogel en een tekst van Liselotte Schippers kritisch onder de loupe neemt.
HET RIJK VOOR MIJ ALLEEN! (door Liselotte Schippers ) Hier heb ik echt naar uitgekeken: heerlijk de hele avond het rijk voor mij alleen! Hoe zal ik dat eens gaan vullen... Zou zoveel willen doen, dat ik wel een weekje voor mezelf kan gebruiken. Met een hapje en drankje voor de buis of aan de schrijf, bezig met de website of gewoon lekker lezen? Telefoon en tablet aan de kant. Druk even de tv aan, languit op de bank met een kopje thee... Als ik verkleumd wakker word in het donker, is er inmiddels op tv een dame allerlei telefoonnummers aan het aanprijzen en is mijn thee koud. Langzaam wordt de rest van mij wakker en besef ik waar ik ben en dat mijn avondje voorbij is. Want zo te voelen is de verwarming al even uit. Dat is lekker dan! Voordat ik er van ga balen, knip ik een lampje aan. Twee uur! Dan dringt het tot me door: waarom is hij nog niet thuis? Hij zou het toch niet laat maken? Ach het is vast gezellig en zo heel laat is het ook nog niet. Ik verhuis naar mijn bed en verwacht eigenlijk ieder moment dat hij thuis komt. Pfff
28
verwachten duurt lang! Zeker weer de tijd vergeten of misschien wel een lekke band? Moet hij zijn telefoon maar mee nemen. Waarom heb ik nu uitgerekend de laatste man zonder horloge en zonder whatsapp? Wat als er wel wat gebeurt? Zo kan ik toch niet slapen, dus maar weer naar beneden. Thee herkansing. Zinloos kijk ik uit het raam of hij er al aan komt, alsof het dan sneller gaat. Wat als er echt iets gebeurd is en hij ergens op straat ligt. Gevallen of in elkaar geslagen? Wie moet ik nou bellen als hij helemaal niet thuis komt? Volgende keer moet hij echt z’n telefoon mee nemen. Straks belt het ziekenhuis... Wat moeten de kinderen zonder vader? En ik zonder mijn man? Krijg er een knoop van in mijn buik. Dan hoor ik de sleutel in het slot en “Ha, ben je nog wakker?”. “Ja ik kon niet slapen, heb je het leuk gehad?” Langzaam verdwijnt de knoop weer. Het is kwart over twee, ik ga slapen...
Commentaar van Vitalski Literair De alledaagsheid van het onderwerp spreekt van meet af aan tot de verbeelding. Geen vergezochte marslandingen of hoogdravende filosofieën, maar wel het voor iedereen zeer herkenbare genoegen om een avond vrij te hebben, en de vraag hoé die avond in te vullen. Als lezer wil je meteen meer weten: wat gaat er gebeuren, wat gaat de auteur precies doen? Dus die eerste alinea is, hoewel gevaarlijk dicht grenzend aan het banale, toch op spontane wijze uitnodigend. De tweede alinea staat in een verrassend maar geloofwaardig contrast
met deze opening. Koude thee, verwarming uit: opnieuw zeer kleine, menselijke gewaarwordingen, geen hoog romantisch verdriet maar wel een zeer kleine, herkenbare wrevel. In de laatste regel van die tweede alinea wordt het ware probleem pas naar voren geschoven: “hij” is nog niet thuis. Wellicht de minnaar van de auteur. Dus nét op tijd wordt het ware onderwerp van het korte verhaaltje belicht: iets dat misschién een relatieprobleem is. In de derde alinea is de frase “Wat als er wel wat gebeurt?” overigens wel een beetje té vaag. Dat zou moeten worden “Wat als hij verongelukt of iets anders ergs meemaakt”, iets in die aard. Verderop is het begrip “thee herkansing” dan weer een geinige vondst. “Zinloos” is een beetje een raar woord wanneer het gaat om door een raam kijken, zou misschien beter worden “Wezenloos”, of “Zonder veel hoop”. De happy ending is aangenaam. Je kijkt ervan op hoeveel een goed auteur verteld krijgt met zo weinig woorden.
Taalkundig De auteur gebruikt de meest “directe” vertelvorm denkbaar: een ik-persoon die zich, in het heden, expliciet tot een lezer wendt. Dit neigt naar het naïeve, en is daarom gevaarlijk, maar toch behoudt de auteur haar evenwicht. Voorts: in plaats van “Als ik verkleumd wakker word”, zou ik wel hebben gekozen voor het minder dubbelzinnige “Wanneer ik verkleumd wakker word”. Wat inhoudelijk wel vreemd is, is het volgende: het hoofdpersonage merkt éérst dat haar thee koud is, en daarna pas begint zij te beseffen waar zij zich ergens bevindt; dat klopt niet helemaal; als je van je thee nipt, heb je je ogen al even open. Dus zou dit personage eerst moeten beseffen waar ze is wakker geworden, en pas daarna dat haar thee koud is. Nog eens voorts: na “ach” moet er een komma. De uitdrukking, te “verhuizen” naar je bed is erg goed, dit “verhuizen” suggereert dat je niet alleen maar gaat slapen, maar dat je thee en lectuur en weet ik veel wat nog meer mee naar bed sleept, dat het om een gehele staat van zijn gaat. Na “Pfff” moeten er drie puntjes komen, of minstens een komma. Het gezegde “Verwachten duurt lang” in plaats van “Wachten duurt lang” is een spitsvondige, verbeeldingsrijke noviteit. Dit verhaaltje, een tableau, is in het algemeen erg taalzuiver geschreven. Misschien soms bijna naïef, maar een zekere eenvoud is alleszins te verkiezen boven nodeloos opsmuk.
29
LETTERFABRIEK
gehoor was bezoek dat haar langzaam heeft verlaten haar ogen zijn bestofte ramen die niet meer kunnen gelapt waas werd een veel te goede vriend van haar grijze hoofd ze magert uit haar kleren de plooien van haar vel versneeuwen in het laken ik schenk alle planten aandacht voeding water
Commentaar van Vitalski Literair Ik zou niet weten op welke manier dit gedicht nog zou kunnen worden verbeterd. De eerste regel is een metafoor die nog neigt naar een vergelijking, je kan lezen:”gehoor was als bezoek”, en die vergelijking wordt meteen gelegitimeerd door de tweede regel: een geluid dat weggaat, wat een zeer vatbaar en emotioneel idee is. Doordat je als lezer, op deze manier, logisch in het poëem naar binnen komt, neem je de tweede metafoor er zonder argwaan bij. Ogen als ramen: dat is bovendien een archetypisch beeld, reeds in middeleeuwse poëzie werden ogen bezongen als ramen die uitkijken op de ziel. De derde strofe is eigenlijk géén metafoor of vergelijking, maar, althans vormelijk, een nuchtere “opmerking”, bijna klinisch geformuleerd, wat bijtend aankomt na die lyrische beginstrofen. De terzine die aanvangt met de zevende regel, biedt ons vormelijk en inhoudelijk een “volta” aan, een breuk zoals we die kennen van het klassieke sonnet. De schaarste aan adjectieven en het weglaten van leestekens
30
maken samen dat je als lezer zeer snel bij die volta arriveert, en dus al snel, pardoes, wordt ontroerd. Wat nazindert in de krukdroog geformuleerde eindstrofe; wanneer de lezer dààr is aanbeland, is de ontroering die hij gewaarwerd bij de voorlaatste strofe, weer tot een herinnering geworden. Daarom is dit vakkundige gedicht wél zeer gevoelig, maar gelukkig helemaal niét sentimenteel.
Taalkundig Dit is uiteraard een zeer subjectieve notie, maar ikzelf ben persoonlijk geen voorstander van het weglaten van het werkwoord “worden” in een uitdrukking als “gelapt worden”. Dus in plaats van “die niet meer kunnen gelapt”, zou ik schrijven “die niet meer kunnen worden gelapt”. Het weglaten van die infinitief suggereert een gebrek aan plechtigheid, maar dus ook een gebrek aan belangrijkheid, en dat is zeker niet in overeenstemming met de zeer ingetogen, zeer bedachtzame vorm van het gehele gedicht. Zelfs ritmisch wint die regel aan kracht wanneer dat “worden” daar toch wordt toegevoegd; de verlossing van het krachtige, opvallende eindwoord “gelapt” wordt er twee lettergrepen langer mee uitgesteld, dus wint extra aan nadruk en aan verrassingseffect. Ook zou het woord “worden” allitereren met het eerste woord van de daarop volgende regel, “waas”, wat zodoende netjes gestileerd, maar toch natuurlijk zou overkomen. Ook zou ik, tenslotte, toch wél een komma plaatsen tussen voeding en water, daar helemaal op het einde. Naar analogie met de regel daarboven, zou die laatste regel immers abusievelijk kunnen worden gelezen als “ik schenk alle voeding water”. Dat is een mierenneukertje, maar: een komma zou daar bovendien een zekere gevoeligheid scheppen, een kortdurend ingehouden adem, alvorens schrijver en lezer elVitalski kaar weer verlaten.
illustratie: Julie Van Wezemael
BEZOEK (door Femke Vindevogel)
Indienen voor 15 mei 2015 info en inschrijven: www.west-vlaanderen.be/letterkunde
31
SCHRIJFDAG 2015
SCHRIJFDAG 2015
Zaterdag 25 april 2015, CC De Grote Post, Oostende
Interviews en panelgesprekken met zowel bekende als debuterende schrijvers: Johan de Boose op de Schrijfdag vorig jaar.
Schrijf je in voor een literair spreekuur en krijg feedback op jouw tekst. Of breng je manuscript mee en ga op uitgeversbezoek.
We sluiten de Schrijfdag af met een feestelijke receptie.
Heb je schrijfplannen? Wil je literair bijtanken of wil je beter en meer schrijven, of meer ontdekken over het schrijfproces? Dan ben je van harte welkom op de achtste Schrijfdag in Oostende. Waar beter dan aan zee, met je blik op de oneindige horizon, kun je jouw schrijfdromen laten rijpen? Met een uitgebreid programma van workshops en lezingen strijken we neer in cultuurcentrum De grote Post. Maar wie wil, waaiert uit. Je kunt samen met Bart Plouvier reisverhalen schrijven op zee, intiem koffie drinken met Charlotte Mutsaers, deelnemen aan de schrijfwandeling of je even terugtrekken in onze Schrijverscaravan op de dijk. Je kiest zelf hoe jouw ideale Schrijfdag eruit ziet. We ontmoeten je graag in Oostende! Ook literaire figuren als Peter Verhelst, Jef Aerts, Delphine Lecompte, Piv Huvluv en Ish Ait Hamou zakken op 25 april af naar de kuststad.
In lezingen geven auteurs hun schrijfgeheimen prijs. Hier zie je Kris van Steenberge aan het werk vorig jaar.
literair booreiland voor schrijvers
Informatie + inschrijven:
www.creatiefschrijven.be/schrijfdag.
Hier een aantal sfeerbeelden van de Schrijfdag vorig jaar in de Gentse Vooruit.
Presentatrice Katrijn van Bouwel
32
www.klugerhans.net
CURSUS IN DE KIJKER
CURSUS IN DE KIJKER
iedereen alle teksten twee dagen op voorhand zodat elke cursist zijn of haar mening hierover kan geven op de volgende bijeenkomst. Als begeleiders bereiden we ons erg goed voor zodat het geheel constructief blijft en zowel de positieve kanten als de puntjes waar nog aan gesleuteld moet worden, naar voren komen.
Hoe bereikt Het Schrijfsalon zijn cursisten? “Wij krijgen vooral veel respons op onze cursussen dankzij de website van Creatief Schrijven, dankzij het concept van Uit/In Vlaanderen, maar ook mond tot mond reclame komt steeds vaker voor.”
THEATERSCHRIJVEN MET DE KAT OP SCHOOT Het Antwerpse Borgerhout is een wirwar van straten en culturen waar ook het project van Gert-Jan Janssens en Joke Vanneylen zijn plaatsje heeft gevonden. In de Helmstraat staat een klein huisje met een bescheiden sticker op het raam: ‘Het Schrijfsalon’. Een een lieve kat laat je er meteen welkom voelen door zijn gespin. Wie zou er nu geen cursus theaterschrijven willen volgen in zo’n decor?
Door Anneleen Winten
W
ij vroegen aan de docent van dienst, Gert-Jan Janssens, hoe hij op het idee kwam om les te geven indit genre, maar ook naar het waarom van zijn theaterliefde.
Hoe bent u op het idee gekomen om Het Schrijfsalon op te richten Gert-Jan Janssens: “Joke Vanneylen, medeoprichtster van Het Schrijfsalon, verbleef een tijdje in Duitsland waar ze deelnam aan feedbacksessies voor schrijvers. Deze sessies bestonden uit een maandelijkse bijeenkomst van een groep
34
schrijvers die constructieve kritiek verleenden op elkaars teksten. Het viel ons op op dat zoiets nog niet in België bestond. Het was dus vooral uit noodzaak dat wij met dit idee zijn beginnen spelen en uiteindelijk Het Schrijfsalon hebben opgericht.”
Op welke wijze begeleidt Het Schrijfsalon de theaterleerlingen? “Het verschil tussen de feedbacksessies en de workshop ligt in de begeleiding. Tijdens de workshops worden de teksten van de deelnemers wel begeleid: we geven gerichte oefeningen en ondersteu-
nen elke bijeenkomst met een flinke dosis theorie. In die zin gaan we tamelijk klassiek aan de slag tijdens de workshops, het verschil met andere workshops is echter wel dat we ook hier veel belang hechten aan persoonlijke feedback. De workshops zorgen ervoor dat de cursisten hun teksten anders gaan bekijken door middel van discussie met andere studenten. Uiteraard worden de kneepjes van het vak uitgelegd, al geloven we zeer erg dat een goede ontwikkeling van schrijvers ligt in het praten over teksten, deze belichten vanuit verschillende gezichtspunten, en natuurlijk door veel te lezen. Zowel bij de feedbacksessies als de workshops krijgt
Is iedereen welkom op de cursus of is er toch enige ervaring vereist? “Het is een beetje een dooddoener om te zeggen dat je schrijven niet kan leren. Ergens klopt het natuurlijk wel, een zekere dosis talent, observatievermogen, innerlijke noodzaak en discipline zijn noodzakelijk om het te maken als schrijver, maar het is zeker ook zo dat je erg veel kan bijleren door bijvoorbeeld zelf veel te schrijven of te lezen. De theorie is dat je tienduizend uren iets zou moeten doen voordat je er goed in bent. Met talent alleen kom je er niet: oefening, experiment, je tekst laten lezen door anderen en openstaan voor kritiek zijn eveneens hoogstnoodzakelijk om te groeien als schrijver.”
Zijn er op dit moment al aardig wat geïnteresseerden? “Er zijn al wat inschrijvingen, maar momenteel zijn er nog een aantal plaatsen vrij. We werken vaak met opdrachten tijdens de week en trachten hier steeds een erg sterke feedback op te geven. Ook is het belangrijk om de teksten steeds te laten voorlezen bij elke afspraak, want bij theater is het van cruciaal belang dat de teksten ook goed klinken. Omdat de begeleiding zo intensief is, opteren we liever voor een kleinschalige cursus dan een klas van twintig personen. Hoe groter het
aantal, hoe theoretischer het wordt. Dat willen we vermijden.”
Wat is het meest voorkomende probleem als toekomstige cursisten met hun tekst komen aankloppen? “Erg vaak komt het voor dat alles al vast ligt. In die zin dat het in het hoofd van de theaterschrijver allemaal erg duidelijk lijkt: de personages liggen vast, hun tekst is volledig uitgewerkt... Het is jammer genoeg veel complexer dan dat. Voorbereiding is goed, maar de acteur zal alles heel anders spelen dan hoe de schrijver het in gedachten heeft. Niets is voorgeprogrammeerd bij theater, dat is net wat het zo mooi maakt. Een regieaanwijzing als ‘hij lacht’ of ‘hij roept’ kan op duizend verschillende manieren door een acteur worden gerealiseerd.”
interessanter dat het personage net niet zegt wat jij wou, maar hier een eigen draai aan geeft. Als een personage letterlijk zegt ‘ik ben boos’, dan begrijpt het publiek dit gevoel wel, maar het is veel mooier om de acteur dit ook op een andere en eigen manier te laten uitdrukken.”
Een eindvraagje dan, hoe zou jij ‘theater’ liefst definiëren? “Dat is een lastige vraag. Ik denk dat ‘goed’ theater moet zorgen voor een soort complot tussen wat er op de scene gebeurt en het publiek. Theater heeft iets tastbaars, door de lijfelijke aanwezigheid van de gebeurtenissen ontstaat er een spanningsveld tussen het publiek en het theater, de grens tussen het publiek en het theater wordt tijdelijk opgeschort. Theater is een van de weinige kunstvormen die slechts in het moment bestaan.”
Uw liefde voor het theater komt dus vooral voort uit de vrijheid die er in dit genre schuilt? “De flexibiliteit en ongrijpbaarheid van een theatertekst trekken mij inderdaad het meest aan. Een theatertekst is constant onderhevig aan verandering, bij elke voorstelling spreekt een acteur de tekst net iets anders uit dan de vorige keer.”
U schrijft nochtans niet enkel theater, maar u waagt zich ook aan proza en poëzie. Wat is het grote verschil tussen deze drie genres? “Het grootste verschil lijkt mij dat je als theaterschrijver rekening moet houden met de verhouding tekst en publiek. Bij theater hoort het publiek alles, bij proza leest het publiek het werk. Dit vereist een andere manier van schrijven. Er bestaat een soort dynamiek in theater die niet terug te vinden in is proza of poëzie.”
Wat lijkt u de grootste instinker bij het theaterschrijven? “Volgens mij is het dat je schrijft wat je wil dat het personage zegt. Heel vaak is het
PRAKTISCHE INFO: BEGELEIDING: Gert-Jan Janssens WANNEER: dinsdag 21, 28 april en 5, 12, 19, 26 mei vanaf 19 uur. LOCATIE: Antwerpen, Helmstraat 210 LEEFTIJD: +16 PRIJS: 120 euro MEER INFO: www.hetschrijfsalon.net info@hetschrijfsalon.net
35
RECENSIE
RECENSIE
TO BLOG OR NOT TO BLOG Blogboek van Kelly Deriemaeker Andy Warhol voorspelde het al in 1968 met de woorden “In the future, everyone will be world-famous for 15 minutes”. De explosieve groei van nieuwe media heeft er voor gezorgd dat iedereen met een internetverbinding zijn hobby, gedichten of politieke meningen met de rest van de wereld kan delen. Een blog is dan ook de perfecte manier om de hele wereld te bereiken. Fervente blogster van het eerste uur Kelly Deriemaeker geeft in haar Blogboek tips en inspiratie om aan de slag te gaan én te blijven.
Door Yves Joris
I
n de aflevering The computer wore menace shoes van The Simpsons koopt Homer een computer en begint, zoals we van hem gewoon zijn, zonder enige voorbereiding een website/blog in elkaar te knutselen. Veel flashy gimmicks, maar nauwelijks inhoud. Tevergeefs wacht een gefrustreerde Homer op hits. Pas wanneer hij roddels verspreidt op zijn blog - en daardoor gerichte informatie aan een bepaalde doelgroep aanbiedt- groeit het aantal bezoekers. Dit wordt geen pleidooi voor een roddelblog, maar wel voor een wandeling langs de do en don’ts van blogs met Kelly Deriemaekers Blogboek als gids.
Wat werkte? Wat niet? Hoe omgaan met een leven buiten het internet? Wat als het even niet lukt? Hoe maak ik mijn blog bekender? Stuk voor stuk vragen waarmee ze in de loop van haar blogjaren geconfronteerd werd. Het kleurrijke boek kreeg een overzichtelijke structuur waarin Kelly de verschillende facetten van bloggen aanpakt. Structuur is een basisvereiste voor een goede blog en ook voor een goed boek over blogschrijven. Zo behandelt de auteur verschillende onderwerpen zoals stem en onderwerp, unieke content, een blog opzetten, jezelf organiseren, lezers gezocht en in latere hoofdstukken zoomt ze zelfs dieper in op geld verdienen met je blog.
Discipline en structuur Stel de juiste vragen “Velen voelen zich geroepen om een blog te beginnen, weinigen houden het langer dan enkele maanden vol.” Met deze woorden opent het achterplat. Discipline en structuur zijn basisvoorwaarden om je blog online te houden en om in een later stadium lezers aan te trekken. Want geef toe: na elke blogpost ga je toch wel eens stiekem kijken naar je statistieken om te weten hoeveel mensen je blogpost gelezen hebben. Elke hit een zachte euforie, een ongelezen blog een harde steek in het hart. Kelly Deriemaeker was al vele jaren een fervente blogger alvorens er een hype ontstond. Met haar blog Tales from the Crib bood ze op vaste tijdstippen haar lezers een blik in haar leven en passies.
Laat ons eerlijk zijn: een blog beginnen is net hetzelfde als een emmer zand op het strand uitkieperen. Je bijdrage zal slechts een kleine rimpeling in het landschap veroorzaken om even snel weer te verdwijnen. Denk daaraan alvorens je begint. Er zijn inderdaad bloggers die kunnen leven van de opbrengsten van hun blog, maar daar staan er evenveel miljoenen tegenover die zich elke avond tevreden moeten stellen met een of twee bezoekers. Dus voor je eraan begint, moet je zeker van je stuk zijn waarom je een blog wil maken en je (meestal beperkte) vrije tijd wil opofferen.
Elke hit een zachte euforie, een ongelezen blog een harde steek in het hart.
36
Wanneer je deze eerste horde genomen hebt, stelt zich de tweede vraag: waarover wil ik bloggen? Focus is heel belangrijk want mensen klikken op je blog omdat ze door een bepaald onderwerp aangetrokken werden. Dus als mensen naar je blog doorklikken voor een vegetarisch gerecht en de volgende dag lezen over de sterilisatie van je kat, dan haken ze af. Mensen keren terug naar je blog omdat ze daar terecht kunnen voor bepaalde informatie. Dit wil echter niet zeggen dat je jezelf in een rigoureus keurslijf moet dwingen. Integendeel, een blogstukje over een leuke citytrip mag er zeker bij, maar als je daar in een heerlijk vegetarisch restaurantje hebt gegeten, vermeldt dit dan ook en de link is er terug. In een derde stap focus je op je lezer. Wie wil je bereiken? Dit zal het uitgangspunt worden voor elk van je blogs. Geef je gewoon een overzicht van de ingrediënten of beschrijf je ook de toevallige ontdekking van een buurtwinkel waar ze heerlijke tofu verkopen? Vorm je een duidelijk beeld van je lezerspubliek. Vrouwen als doelgroep is wellicht te algemeen. Voor welke vrouwen wil je schrijven? De huisvrouw die tijd heeft om in de keuken te experimenteren of de zakenvrouw die na een dagje vergaderen zo snel mogelijk een lekker gerecht
wil tevoorschijn toveren? Koken voor alleenstaanden of voor groepen? Denk na over wie je wil bereiken: hoe duidelijker je doelgroep is afgebakend, hoe gemakkelijker het wordt om ervoor te schrijven. Kelly Deriemaekers Blogboek onthult geen schokkende geheimen: de meeste informatie vind je ook wel op internet. De kracht van haar boek zit in de aantrekkelijke lay-out en haar spontane, overzichtelijke manier van schrijven. Je hebt alles binnen handbereik om snel aan de slag te gaan: je eerste blogpost lonkt.
WAAROVER BETER NIET SCHRIJVEN OP EEN BLOG? • de overemotionele post: denk altijd na voor je op de 'publish-knop' drukt. Internet heeft een goed geheugen; • de politieke post: gal spuwen lucht op, maar levert zelden goede literatuur op; • de snelsneldatkonveelbeterpost: je lezer komt naar je blog om iets te vernemen. Haastig neergepende clichés met schrijffouten roepen alleen maar ergernis op; 19 redenen om te bloggen: • moderne media delen blogs heel snel; • Jij deelt met anderen wat jou interesseert; • Jij brengt je eigen perspectief; • Een idee uitwerken is sterker dan een facebookpost of twitter bericht; • Jij bent de koning(in) van je eigen blogkoninkrijk; • Bloggen is een online ontmoetingsplaats om met elkaar van gedachten te wisselen; • Jij ontmoet er nieuwe mensen; • Bloggen kan voordelen opleveren (gratis stalen, boeken voor recensies, geld - de ultieme droom van vele bloggers); • Structuur en discipline maken je een betere schrijver; • Je werk inspireert anderen; • Jij leert focussen: er is zoveel materiaal beschikbaar dat je informatie moet filteren; • Er is meer dan een waarheid: respecteer de mening van de ander; • Bloggen houdt je actief; • Jij voelt je minder alleen (als je daar al last van zou hebben); • Produceren is leuker dan consumeren; • Een blogpost is voor eeuwig. Een krant is de volgende dag alleen nog goed om de aardappelen op te schillen. • Een blog kan een aanloop tot een boek zijn; • Bloggen zorgt dat je stilstaat bij de dingen waarover je schrijft; • Bloggen maakt je zekerder van je stuk. Na een tijdje weet je perfect wat werkt en wat niet.
37
NIEUWS
Kunsteducatie binnen de muren
Met het Europees kunstenproject PAROL! maakte Creatief Schrijven vzw verbinding tussen kunst, detentie en de brede maatschappij. Gedurende 2 jaar werkten gedetineerden uit 13 gevangenissen in België, Griekenland, Italië, Polen en Servië samen met schrijvers en kunstenaars. Deze uitwisselingen resulteerden in exposities, ontmoetingen, lezingen en publicaties. De bundel Ooit komt er een dag laat je op papier genieten van fragmenten uit de workshops slam poetry. Bij het boekje zit een CD die tekst en muziek combineert tot een unieke creatie. De bundel kun je bestellen op www.creatiefschrijven. be/ooit-komt-er-een-dag/ Wil je zelf een kunsteducatief project opzetten met gedetineerden? De good practices en inspirerende methodes van PAROL! hebben we gebundeld in een inspirerende online publicatie. Je kunt ze downloaden op www.creatiefschrijven.be
COLOFON APRIL/MEI/JUNI 2015 Jaargang 10, nummer 2 Verschijnt vier keer per jaar. Oplage: 1000 exemplaren Uitgever: Creatief Schrijven vzw Hoofdredacteur: Yves Joris Eindredactie: Creatief Schrijven vzw Redactieraad: Barbara Delft, Yves Joris, An Leenders, Michiel Leen, Dirk Leyman en Sofie Rycken.
38
Jouw song in het Sportpaleis?
Liefde voor Lyriek is een tweejaarlijkse liedtekstwedstrijd voor rappers en rockers, schlagerfans en emopoëten. In 2015 gaan Creatief Schrijven vzw en Nekka opnieuw op zoek naar liedteksten die het leven schetsen zoals het is; met een lach en een traan. Kriebelt het om zelf een songtekst te gaan schrijven? Of heb je al liedteksten geschreven? Waag je kans en neem deel. Een vakjury selecteert de laureaten. Hun teksten worden op muziek gezet door de finalisten van de parallel lopende Nekka-wedstrijd. De winnaar van de Nekka-wedstrijd brengt het nieuwe lied in een nokvol Sportpaleis. Deelnemen kan vanaf 15 juni 2015 op www.azertyfactor.be
Werkten ook mee aan dit nummer: Dimitri Bontenakel, Wendy Marijnissen, Julie Putseys, Vitalski, Anneleen Winten. Vormgeving: Albino {www.albino.be} Druk: EPO drukkerij Redactieadres: [e] redactie@creatiefschrijven.be [w] www.creatiefschrijven.be [t] +32 3 229 09 90 [a] Waalsekaai 15 – 2000 Antwerpen Abonnementen 15 euro (voor 4 nummers) met factuur 20 euro – buitenland 32 euro. Over te schrijven op rekening
SchrijversAcademie en Basisjaar Literair Schrijven
Schrijf je al langer en droom je van een roman, verhalen-, gedichtenbundel of jeugdverhaal? Stel je dan voor 7 mei kandidaat voor SchrijversAcademie. Deze tweejarige opleiding biedt je de kans om onder vakkundige begeleiding van auteurs een eigen literair project te realiseren. SchrijversAcademie leverde al verschillende grote namen af, onder wie Kris Van Steenberge, Ruth Lasters en Fikry El Azzouzi. www.schrijversacademie.be Wil je ontdekken wat je schrijven waard is? Tijdens het Basisjaar Literair Schrijven dompel je je een jaar lang onder in literatuur. Je leert de basistechnieken en gaat op zoek naar je eigen stem. Je werkt aan een publiceerbaar kort verhaal of een gedichtencyclus. Roel Richelieu van Londersele, Peter van der Graaf, John Vervoort en Barbara Van Den Eynde begeleiden je. Schrijf je in vanaf 1 mei. www.creatiefschrijven.be/ basisjaar-literair-schrijven/
BE06 7310 3181 1022 met vermelding 'abo VERZIN' + adresgegevens Losse nummers: 5 euro VERZIN is te koop in de betere boekhandels. Copyright berust bij Creatief Schrijven vzw. Overname van de teksten is toegelaten mits bronvermelding en voorafgaand akkoord van de uitgever. Iedere medewerker/inzender is verantwoordelijk voor zijn of haar bijdrage. Creatief Schrijven vzw is het aanspreekpunt voor iedereen die schrijven niet laten kan. De vzw
adviseert, ondersteunt en begeleidt niet-professionele schrijvers en literaire verenigingen. Advertentiemogelijkheden en -tarieven op aanvraag: barbara@creatiefschrijven.be VERZIN maakt deel uit van Folio, een nieuwe koepel van literaire en culturele tijdschriften. www.foliotijdschriften.be
v.u.: Luk Verschueren Forum voor Amateurkunsten vzw Abrahamstraat 13, 9000 Gent ontwerp: www.janenrandoald.be
AGENDA
Zin in literatuur? Wil je zelf schrijven?
Een uitgebreid overzicht vind je op www.creatiefschrijven.be of in SCHRIJF, het overzicht van alle schrijfwedstrijden en –cursussen in Vlaanderen en Brussel.
DE SPREKENDE EZELS WAT: experimenteel laagdrempelig vrij podium voor poëzie, woord, muziek, comedy. WAAR: Turnhout, Gent, Antwerpen, Leuven, Brussel INFO: www.desprekendeezels.be
TXT BOOTCAMP (16-21 JAAR) WAT: Schrijf je teksten en wil je ze de wijde wereld insturen? Kom dan mee op TXT-bootcamp. WANNEER: 9/04 - 10/04 WAAR: Brussel INFO: www.jeugdenpoezie.be
ENTER FESTIVAL 2015 WAT: sociaal-artistiek festival, gespreid over zes dagen WANNEER: 18/04 - 26/04 WAAR: Verschillende locaties in Antwerpen. INFO: www.enterfestival.be
WEEK VAN DE AMATEURKUNSTEN 2015 WAT: in heel Vlaanderen staan amateurkunsten 10 dagen lang in de spotlight. Het thema van de WAK 2015 is ‘De kleine artiest’. WANNEER: 24/04 - 03/05 INFO: www.amateurkunsten.be
SCHRIJFDAG 2015 + UITREIKING PRIJS LETTERKUNDE PROVINCIE WEST-VLAANDEREN + SPREKENDE EZELS WAT: de jaarlijkse hoogdag voor en door schrijvers, met workshops, lezingen en debatten. WANNEER: 25/04 WAAR: CC De Grote Post, Oostende INFO: www.creatiefschrijven.be/schrijfdag
en je voorzien van inspirerende leestips. WANNEER: 28/04 en 26/05 WAAR: Vooruit, Gent INFO: www. vooruit.be
SCHRIJVEN OP EEN LANDGOED WAT: gedurende vijf dagen werk je onder begeleiding aan een eigen schrijfproject. We bieden voor 8 mensen een comfortabele villa in een rustige, inspirerende en groene omgeving. WANNEER: 29/04 – 03/05 WAAR: Villa Hellebosch, Vollezele INFO: www.www.creatiefschrijven.be/ schrijven-op-een-landgoed/
HET PORTRET
BASISJAAR LITERAIR SCHRIJVEN STALT UIT
PROVICIALE PRIJS LETTERKUNDE 2015 - POËZIE ( DEADLINE 15/05)
WAT: de deelnemers van het Basisjaar Literair Schrijven tonen de resultaten van hun literaire workshops. WANNEER: 1/05 WAAR: Borgerhout, ’t Werkhuys INFO: wwww.creatiefschrijven.be/basisjaar-literair-schrijven
WAT: iedereen die in West-Vlaanderen geboren is of in West-Vlaanderen gedomicilieerd is, kan één of meer poëziebundels indienen, zowel niet gepubliceerd als gepubliceerd werk. DEADLINE: 15/05 INFO: www.west-vlaanderen.be
VERHALEN OVER JE LEVEN
VERHALENWEDSTRIJD VLAAMSE FILMPJES
WAT: cursus autobiografisch schrijven voor beginners en beginners met enige ervaring. WANNEER: 02/05, 09/05, 23/05, 30/05, 06/06 WAAR: Antwerpen, Scoutel INFO: www.creatiefschrijven.be/verhalen-over-je-leven-3/
40
WAT: beleef een literaire avond over het portret in de literatuur, de tekenkunst en de muziek. Gastvrouw Maud Vanhauwaert regisseert de avond. WANNEER: 07/05 WAAR: Paleis voor Schone Kunsten, Brussel INFO: www.bozar.be
WAT: jaarlijks organiseert Uitgeverij Averbode deze wedstrijd ‘korte verhalen voor kinderen’. De winnende tekst wordt gepubliceerd. DEADLINE: 22/05 INFO: www.averbode.be/vlaamsefilmpjes
SOET (DEADLINE: 15/06/15) NIEUWE MAATJES: TOMMY WIERINGA EN MAUD VANHAUWAERT WAT: auteur Tommy Wieringa nodigt dichteres Maud Vanhauwaert uit. Zij lezen voor uit elkaars werk en gaan in gesprek. WANNEER: 03/05 WAAR: Vrijstaat O., Oostende INFO: www.vrijstaat-o.be
UITGELEZEN WAT: maandelijks boekenprogramma waarin de panelleden pittige commentaren leveren op recent verschenen boeken
ture’ van Nederlandstalige dichters. WANNEER: 07/05 WAAR: Poëziecentrum, Vrijdagmarkt 36, Gent INFO: www.poeziecentrum.be
STUDIEDAG “HET DICHTERSCHAP IN SCÈNE GEZET” WAT: focus van deze namiddag is de ‘pos-
WAT: de poëziewedstrijd van Jeugd en Poëzie voor jongeren van 6 tot 30 jaar. DEADLINE: 15/06 INFO: www.jeugdenpoezie.be