2 minute read
Schatje op school, thuis een vurig draakje
from heit&mem nr. 1 2023
by heit&mem
Het ene moment is er geen vuiltje aan de lucht. Je kind speelt heerlijk buiten en geniet van zijn ijsje. Opeens slaat de stemming radicaal om en krijgt hij een gigantische woede-uitbarsting. Het feest is compleet als je als gefrustreerde ouder ook nog eens je geduld verliest.
Psychologe Janneke van Olphen schreef het boek Het hooggevoelige kind met een sterke wil en de voorleesboekjes Draakje Vurig. Hierin beschrijft ze hoe door de combinatie van hooggevoeligheid en een sterke wil woedebuien kunnen ontstaan. Maar vooral wil ze duidelijk maken hoe je je kind kunt helpen te voorkomen dat het überhaupt zover komt.
Advertisement
De aanleiding dat Janneke zich in deze combinatie ging verdiepen, was haar jongste zoon. Als psycholoog herkende ze bij haar oudste jongens, een tweeling, de eigenschap hooggevoeligheid. Daardoor hebben zij vaker dan de meeste anderen tijd nodig om prikkels te verwerken.
Ook haar derde zoon bleek hooggevoelig, maar er speelde ook nog wat anders. Als baby had hij al een enorme drive om alles voor elkaar te boksen wat hij voor ogen had. En het frustreerde hem als dat niet lukte. Toen hij naar de kleuterschool ging vond iedereen hem een schatje, maar thuis barstte vaak de bom.
In de psychologie worden hooggevoeligheid én een sterke wil als twee aparte eigenschappen behandeld. ‘Ik ben de eerste psycholoog die de combinatie van die twee is gaan beschrijven. Ongeveer dertig procent van de hoogsensitieve kinderen heeft daarnaast ook een (ijzer)sterke wil.’
Die combinatie is eigenlijk heel tegenstrijdig. Het zijn namelijk vaak enthousiaste kinderen die continu op zoek zijn naar nieuwe avonturen en uitdagingen. Tegelijkertijd loopt, vanuit hun hooggevoeligheid, hun emmertje juist sneller vol met al die prikkels. Ze zoeken dus gretig nieuwe prikkels op, terwijl die hen juist sneller overspoelen.
Anderzijds wordt de harmonie verbroken door zo’n uitbarsting. Een hooggevoelig kind beleeft dit bovendien heel intens.’
Op school kan een kind zich dus aanpassen en sociaal wenselijk gedrag vertonen, maar thuis na een drukke dag komt de opgelopen spanning eruit. ‘Daarom is het belangrijk om de signalen te leren herkennen wanneer het emmertje van je kind vol begint te raken. En aan te voelen wanneer je kind een rustmoment nodig heeft om prikkels te verwerken.’
Zo is spelen in een pretpark natuurlijk geweldig, maar tegelijkertijd is het ook een plek met veel prikkels. ‘Je kunt ook naar een rustige speelomgeving gaan, bijvoorbeeld op ontdekkingstocht door het bos. Of even lekker ontspannen door te knijpen in klei of te spelen met slijm.’
‘Je hebt dan nog geen idee of het reëel is wat jij wilt. Je ouders wel, maar het voelt net alsof zij alles voor je bepalen.’
Verder hebben ze vaak een sterke behoefte aan autonomie en een enorme leerhonger. ‘Als ze niet meer geboeid zijn of ergens op uitgekeken zijn, dan moeten er snel weer nieuwe dingen worden ontdekt.’ Ze zijn hierbij vaak erg vindingrijk.
En cruciaal: ze gaan confrontaties niet uit de weg. Die sterke eigen wil brengt hen in conflict met hun hooggevoeligheid. Want als een kind hoogsensitief is, heeft hij ook een grote behoefte aan harmonie. ‘Enerzijds is hij enorm gefrustreerd als iets niet lukt.
Belangrijk is te weten dat je bij deze kinderen niet altijd kunt voorkomen dat de spanning oploopt en ze deze via een woede-uitbarsting uiten. Ook kun je niet voorkomen dat je als ouder je geduld verliest. ‘Er is nu eenmaal een grens aan wat jij en je kind kunnen verdragen.’ Erken dat ook gewoon. ‘Zeg bijvoorbeeld: “Jeetje, wat hadden wij het even lastig samen, hè? We schreeuwden allebei omdat we het moeilijk hadden.” Je kind weet namelijk heus wel dat het niet gezellig was en daar heeft hij al genoeg moeite mee.’
Geef je kind daarom het gevoel dat je hem ziet en dat jij er voor hem bent om hem te helpen zijn gevoelens te reguleren en met teleurstellingen om te gaan. ‘Leer je kind beter kennen, herken wanneer zijn emmertje volloopt. En onderzoek wat hij nodig heeft om te ontspannen en die emmer te legen.’