OPDRACHT BIJ SEMINARIE 2: SYSTEEMTHEORIE
Axioma 2: elke boodschap bevat een inhouds- en een betrekkingsniveau Vergelijk deze 2 gespreksfragmenten en ga na wat de boodschap is op inhoudsniveau en wat de boodschap is op betrekkingsniveau. Het is zondagmiddag Gerard en Linda zitten rustig op het terras in de zon. De kinderen zijn naar de jeugdbeweging. Fragment 1. Gerard zegt: “Schat, mijn kopje is leeg.” Linda springt overeind, rent naar de keuken en haalt de koffiekan, komt terug, vult Gerards kopje, gaat weer naar de keuken, komt terug en gaat weer zitten. Fragment 2. Gerard zegt: “Schat, mijn kopje is leeg.” Linda buigt zich voorover en zegt verontwaardigd: “Nou ja!” en gaat weer rustig zitten. (VAN STEENWEGEN, 1988)
Fragment 1
Fragment 2
Hoe ziet Linda zichzelf
Hoe ziet Linda Gerard
Hoe ziet Linda de relatie met Gerard
Algemene Psychologie.
1
© 2015-2016 Arteveldehogeschool
Axioma 3: Elke interpunctie is arbitrair Hieronder staan drie situaties. Bedenk mogelijke interpuncties. (GEERTSEN, 1988) Een voorbeeldsituatie: Jan is getrouwd en heeft twee kinderen. Zijn oudste zoon heeft het moeilijk op school. Zijn vrouw heeft al jaren te kampen met migraine en brengt soms hele dagen in bed door. Door de economische crisis is hij een jaar geleden zijn werk verloren. De laatste weken drinkt Jan te veel. Dit wordt opgemerkt door zijn vrienden en buren die er zo elk hun eigen kijk op na houden. Op een avond staan zijn buren X en Y met elkaar te praten. - Interpunctie van X: Jan drinkt omdat hij ontslagen is - Interpunctie van Y: Jan drinkt omdat zijn vrouw zo vaak migraineaanvallen heeft
Situatie 1: Een groepje studenten heeft een presentatie gegeven. De docent beoordeelt het werk als te zwak en geeft een onvoldoende. De studenten X, Y, Z geven hierover een verschillende verklaring aan de docent. - Interpunctie van X: - Interpunctie van Y: - Interpunctie van Z:
Situatie 2: In de Bagattenstraat is er een ongeval waarbij twee wagens en een motorvoertuig betrokken zijn. Bedenk zelf een situatie en geef aan hoe de interpuncties van elkaar zouden kunnen verschillen. - Interpunctie van chauffeur van wagen 1 - Interpunctie van chauffeur van wagen 2 - Interpunctie van de motorrijder:
Situatie 3: (bedenk zelf een situatie) - Interpunctie 1 - Interpunctie 2
Algemene Psychologie.
2
Š 2015-2016 Arteveldehogeschool