SEMINARIE 2: SYSTEEMTHEORIE
Zelfstudiepakket Algemene Psychologie
Algemene Psychologie.
1
Eva Adriaensens Henk Sap
Š 2015-2016 Arteveldehogeschool
Algemene Psychologie.
2
Š 2015-2016 Arteveldehogeschool
SEMINARIE 2: SYSTEEMTHEORIE: DE COMMUNICATIEAXIOMA’S
DOELSTELLINGEN
1 De student kan met eigen woorden weergeven hoe het communicatieproces verloopt, wat binnenkant en buitenkant is en welke storingen er zich kunnen voordoen. 2 De student kent de communicatieaxioma’s en kan deze axioma’s herkennen in een concrete situatie. 3 De student weet wat bedoeld wordt met het axioma 1: Men kan niet niet communiceren, kan dit herkennen in concrete situaties en kan dit illustreren met eigen voorbeelden. 4 De student weet wat fout kan lopen als men het axioma 1: Men kan niet niet communiceren miskent, kan dit herkennen in concrete situaties en kan dit illustreren met eigen voorbeelden. 5 De student weet wat bedoeld wordt met het axioma 2: Elke boodschap bevat een inhouds- en een betrekkingsniveau,kan dit herkennen in concrete situaties en kan dit illustreren met eigen voorbeelden. 6 De student weet wat fout kan lopen als men het axioma 2: Elke boodschap bevat een inhouds- en een betrekkingsniveau miskent, kan dit herkennen in concrete situaties en kan dit illustreren met eigen voorbeelden. 7 De student kan met eigen woorden uitleggen wat het betrekkingsniveau in de communicatie inhoudt, kan dit herkennen in concrete situaties en kan dit illustreren met eigen voorbeelden. 8 De student weet wat bedoeld wordt met het axioma 3: Elke interpunctie is arbitrair, kan dit herkennen in concrete situaties en kan dit illustreren met eigen voorbeelden. 9 De student weet wat fout kan lopen als men het axioma 3: Elke interpunctie is arbitrair miskent, kan dit herkennen in concrete situaties en kan dit illustreren met eigen voorbeelden. 10 De student kan verschillende interpunctie in een concrete situatie herkennen en kan ook zelf verschillende interpunctie geven bij een concrete situatie.
Algemene Psychologie.
3
© 2015-2016 Arteveldehogeschool
11 De student weet wat bedoeld wordt met het axioma 4: Mensen communiceren zowel digitaal als analoog, kan dit herkennen in concrete situaties en kan dit illustreren met eigen voorbeelden. 12 De student weet wat fout kan lopen als men het axioma 4: Mensen communiceren zowel digitaal als analoog miskent, kan dit herkennen in concrete situaties en kan dit illustreren met eigen voorbeelden. 13 De student kan de verschillen tussen analoge en digitale communicatie duiden en illustreren met eigen voorbeelden. 14 De student weet wat bedoeld wordt met het axioma 5: Elke uitwisseling van communicatie is ofwel symmetrisch, ofwel complementair kan dit herkennen in concrete situaties en kan dit illustreren met eigen voorbeelden. 15 De student weet wat fout kan lopen als men het axioma 5: Elke uitwisseling van communicatie is ofwel symmetrisch miskent, kan dit herkennen in concrete situaties en kan dit illustreren met eigen voorbeelden.
Algemene Psychologie.
4
Š 2015-2016 Arteveldehogeschool
LEERPAD
0
Info seminarie 2: Doelstellingen, Leerpad en Opdracht
1
Lees een eerste keer de paragraaf over de communicatie-axioma’s door.
2
Lees daarna de paragraaf axioma per axioma nog eens grondig. Bekijk hierbij ook de Power Point® Probeer axioma per axioma te begrijpen waar het om gaat. Zoek axioma per axioma naar concrete voorbeelden in je omgeving waarin je die begrippen herkent. Vat met eigen woorden samen waar het om gaat. Doe de oefening symmetrische en complementaire communicatie Maak de oefeningen op de versozijde over de verschillende axioma’s van de menselijke communicatie. Maak de multiple-choice oefening over de communicatieaxioma’s
3
Ga nu op zoek naar de samenhang tussen de verschillende axioma’s. Let hierbij op de volgorde van de axioma’s, die is niet toevallig herschikt. Doe ook de oefening met het filmpje: A.10.1 uit In de Gloria
4
Probeer de opdracht bij dit seminarie 2 op te lossen.
5
Maak een samenvatting van dit hoofdstuk.
6
Memoriseer de leerstof.
7
Maak de overkoepelende multiple choice oefening bij dit hoofdstuk.
Algemene Psychologie.
5
© 2015-2016 Arteveldehogeschool
Algemene Psychologie.
6
Š 2015-2016 Arteveldehogeschool
OPDRACHT BIJ SEMINARIE 2: SYSTEEMTHEORIE
Axioma 2: elke boodschap bevat een inhouds- en een betrekkingsniveau Vergelijk deze 2 gespreksfragmenten en ga na wat de boodschap is op inhoudsniveau en wat de boodschap is op betrekkingsniveau. Het is zondagmiddag Gerard en Linda zitten rustig op het terras in de zon. De kinderen zijn naar de jeugdbeweging. Fragment 1. Gerard zegt: “Schat, mijn kopje is leeg.” Linda springt overeind, rent naar de keuken en haalt de koffiekan, komt terug, vult Gerards kopje, gaat weer naar de keuken, komt terug en gaat weer zitten. Fragment 2. Gerard zegt: “Schat, mijn kopje is leeg.” Linda buigt zich voorover en zegt verontwaardigd: “Nou ja!” en gaat weer rustig zitten. (VAN STEENWEGEN, 1988)
Fragment 1
Fragment 2
Hoe ziet Linda zichzelf
Hoe ziet Linda Gerard
Hoe ziet Linda de relatie met Gerard
Algemene Psychologie.
7
© 2015-2016 Arteveldehogeschool
Algemene Psychologie.
8
Š 2015-2016 Arteveldehogeschool
Axioma 3: Elke interpunctie is arbitrair Hieronder staan drie situaties. Bedenk mogelijke interpuncties. (GEERTSEN, 1988) Een voorbeeldsituatie: Jan is getrouwd en heeft twee kinderen. Zijn oudste zoon heeft het moeilijk op school. Zijn vrouw heeft al jaren te kampen met migraine en brengt soms hele dagen in bed door. Door de economische crisis is hij een jaar geleden zijn werk verloren. De laatste weken drinkt Jan te veel. Dit wordt opgemerkt door zijn vrienden en buren die er zo elk hun eigen kijk op na houden. Op een avond staan zijn buren X en Y met elkaar te praten. - Interpunctie van X: Jan drinkt omdat hij ontslagen is - Interpunctie van Y: Jan drinkt omdat zijn vrouw zo vaak migraineaanvallen heeft
Situatie 1: Een groepje studenten heeft een presentatie gegeven. De docent beoordeelt het werk als te zwak en geeft een onvoldoende. De studenten X, Y, Z geven hierover een verschillende verklaring aan de docent. - Interpunctie van X: - Interpunctie van Y: - Interpunctie van Z:
Situatie 2: In de Bagattenstraat is er een ongeval waarbij twee wagens en een motorvoertuig betrokken zijn. Bedenk zelf een situatie en geef aan hoe de interpuncties van elkaar zouden kunnen verschillen. - Interpunctie van chauffeur van wagen 1 - Interpunctie van chauffeur van wagen 2 - Interpunctie van de motorrijder:
Situatie 3: (bedenk zelf een situatie) - Interpunctie 1 - Interpunctie 2
Algemene Psychologie.
9
Š 2015-2016 Arteveldehogeschool
RIGTER
SEMINARIE 2: SYSTEEMTHEORIE: DE COMMUNICATIEAXIOMA’s VAN WATZLAWICK 1
Axioma 1: Men kan niet niet communiceren ....................................... 243
2
Axioma 4: Mensen communiceren zowel digitaal als analoog .............. 245
3
Axioma 2: Elke boodschap bevat een inhoud en een betrekkingsniveau ................................................................................................... 243
4
Axioma 5: Elke uitwisseling van communicatie is ofwel symmetrisch, ofwel complementair ............................................................................. 246
5
Axioma 3: Elke interpunctie is arbitrair ................................................ 244
6
Geciteerde werken
INDEX
analoge communicatie,........................ 9 betrekkingsblindheid, ........................ 15 circulaire causaliteit, .......................... 21 cirkelcommunicatie, ........................... 23 competitieve symmetrie, ................... 19 complementaire interactie, ............... 17 digitale communicatie, ......................... 9 effect, ................................................... 7 ik-boodschappen, ............................... 23
Algemene Psychologie.
incongruentie, .................................... 11 inhoudsniveau, .................................. 13 interactiepatroon, ................................ 5 interpunctie, ...................................... 21 lineair causaal, ................................... 21 relatieboodschap, .............................. 13 submissieve symmetrie, .................... 19 symmetrische escalatie, .................... 19 symmetrische interactie, ................... 17
10
Š 2015-2016 Arteveldehogeschool
INHOUDSOPGAVE
SEMINARIE 2: SYSTEEMTHEORIE: DE COMMUNICATIEAXIOMA’s VAN WATZLAWICK 1
Axioma 1: Men kan niet niet communiceren ........................................... 5
2
Axioma 4: Mensen communiceren zowel digitaal als analoog .................. 9
3
Axioma 2: Elke boodschap bevat een inhoud en een betrekkingsniveau 13
4
Axioma 5: Elke uitwisseling van communicatie is ofwel symmetrisch, ofwel complementair ............................................................................... 17
5
Axioma 3: Elke interpunctie is arbitrair .................................................. 21
6
Geciteerde werken................................................................................ 25
Algemene Psychologie.
11
© 2015-2016 Arteveldehogeschool
Algemene Psychologie.
12
Š 2015-2016 Arteveldehogeschool