Sem 3 systeemtheorie uitgangspunten

Page 1

SEMINARIE 3: SYSTEEMTHEORIE: UITGANGSPUNTEN

Zelfstudiepakket Algemene Psychologie

Algemene Psychologie.

1

Eva Adriaensens Henk Sap

Š 2015-2016 Arteveldehogeschool


Algemene Psychologie.

2

Š 2015-2016 Arteveldehogeschool


SEMINARIE 3: SYSTEEMTHEORIE: UITGANGSPUNTEN (DEEL 1 VAN 2 DELEN)

We hebben het in dit hoofdstuk over de toepassing van de algemene systeemtheorie (A.S.T.) op het menselijk gedrag. We starten dit hoofdstuk met een toelichting bij de uitgangspunten en de geschiedenis van de systeemtheorie. Zo zullen we bij elke benadering die we verder in deze cursus bespreken, starten met de uitgangspunten of vooronderstellingen die aan deze theorie ten grondslag liggen. Daarna gaan we dieper in op het begrip systeem en de kenmerken van een systeem. Een systeem kan zowel een gezin als een klasgroep zijn, maar ook familie, een buurt of een voetbalploeg en zelfs een heel land functioneert als een systeem. Je doet er dan ook goed aan steeds een concreet voorbeeld van zo’n systeem voor ogen te houden als we te hebben over de eigenschappen van systemen. Zo blijf je doorheen de bomen het bos zien en worden die abstracte principes een heel stuk concreter. Dit hoofdstuk is sterk gebaseerd op het boek van Jakop RIGTER (RIGTER, 2008), die zich op zijn beurt vooral liet leiden door de theorieën van WATZLAWICK.

Algemene Psychologie.

3

© 2015-2016 Arteveldehogeschool


DE ZOOMLENS

Probeer naar analogie met het voorbeeld over Jantje (zie hiernaast) zelf een voorbeeld uit te werken van hoe het gedrag van iemand bepaald wordt door de context op hogere en lagere niveaus.

Het toepassen van systeemtheoretisch denken kan vergeleken met het gebruiken van een zoomlens. Je stelt de scherpte van de camera in op een bepaald niveau. De arts doet dat bijvoorbeeld op het niveau van een orgaan, de maatschappelijk werker op het niveau van de persoon. Daarna kun je de zoom gebruiken, zonder de scherpte te verliezen kun je switchen van telelens naar breedhoek. De arts kijkt naar een orgaan, vergroot de zoom en brengt ook de persoon en eventueel het gezin in beeld. De maatschappelijk werker kan naast de persoon ook het gezin in beeld brengen, en eventueel de buurt waarin ze leven etcetera. Andersom kan het natuurlijk ook, van breedhoek (bijvoorbeeld een organisatie) ga je naar een team en dan naar een lid van het team. Theo COMPERNOLLE, 1988

Algemene Psychologie.

4

Š 2015-2016 Arteveldehogeschool


1

UITGANGSPUNTEN VAN DE SYSTEEMTHEORIE

1.1

De systeemtheorie is een manier van denken waarbij aandacht gaat naar contextgegevens. De systeemtheorie is een manier van denken waarbij men er van uit gaat dat een systeem altijd een context heeft en dat die context mee het functioneren van het systeem bepaalt. Die context kan hierbij onderverdeeld worden in verschillende niveaus, die hierarchisch geordend zijn. Hoe hoger de hiërarchie, hoe complexer een niveau. biosfeer maatschappij cultuur–subcultuur gemeenschap familie twee personen persoon beleving en gedrag zenuwstelsel organen weefsels cellen moleculen atomen De systeemtheorie benadrukt hierbij het belang van een flexibele manier van kijken die meerdere invalshoeken toelaat. Door de flexibele manier van kijken komen de relaties tussen systeem en context of omgeving in beeld. Jantje is een erg vervelende kleuter. Om dit te kunnen begrijpen, moeten we naar de context kijken: naar het gezin waarin hij opgroeit, naar de buurt, naar de maatschappij waarin we leven. Daarnaast is het ook goed rekening te houden met lichamelijke kenmerken: stoornissen op het niveau van de hersenen, de overdracht van prikkels tussen zenuwcellen… e.d.m. Het toepassen van het systeemtheoretisch denken kan je dan ook vergelijken met het instellen van een zoomlens, waarbij je in- of uitzoomt op (een deel van) het geheel en zo telkens weer een ander zicht krijgt op hetzelfde.

Algemene Psychologie.

5

© 2015-2016 Arteveldehogeschool


Algemene Psychologie.

6

Š 2015-2016 Arteveldehogeschool


1.2

De systeemtheorie is een manier van denken die thuishoort in verschillende wetenschappen De systeemtheorie is een manier van denken die in verschillende wetenschappen toegepast kan worden, zij is niet per definitie verbonden aan de psychologie, de psychiatrie of de hulpverlening. Paul WATZLAWICK (WATZLAWICK, 1970) zegt letterlijk: “De algemene systeemtheorie is niet alleen een theorie voor biologische, economische of technische systemen. Ondanks hun ver uiteenlopende terreinen van onderzoek hebben de theorieën van de bijzondere systemen zoveel gemeen, dat er een meer algemene theorie is ontwikkeld, die de overeenkomsten tot formele gelijkvormigheden structureert. Een van de pioniers op dit gebied, Ludwig VON BERTALANFFY, beschrijft de theorie als ‘de formulering en afleiding van de beginselen die in het algemeen voor ‘systemen’ gelden.” De systeemtheorie wordt dan ook wel eens een meta-theorie genoemd, dat wil zeggen een theorie over theorieën. Het biedt een overkoepelend kader waarbinnen verschillende wetenschappen en uiteenlopende inzichten uit een wetenschap een plaats krijgen. De systeemtheorie kent ook invloeden uit verschillende wetenschappen. Belangrijk bij het ontstaan waren inzichten uit: - de gestaltpsychologie, - de cybernetica (letterlijk stuur- of navigatiekunst) - de informatica - de ecologie

1.3

De systeemtheorie is een manier van denken waarbij de nadruk ligt op het dynamisch karakter van de realiteit In de systeemtheorie bekijkt men de realiteit als een gegeven dat voortdurend in beweging is. Invloeden gaan over en weer. Niks staat op zich, maar alles moet in zijn samenhang bekeken worden. Simpele oorzaak–gevolg redeneringen zijn uit den boze. Alles beinvloedt alles. Enkel via circulair denken komt de complexiteit van de werkelijkheid tot haar recht. Er bestaat ook een continue wisselwerking tussen de verschillende elementen. Een voorbeeld uit de biologie -de fotosynthese- geeft dit mooi aan. Levende wezens produceren CO2. Via een biochemisch proces zetten planten CO2 om in zuurstof. Daarvoor is licht echter een voorwaarde. Bijna alle levende wezens (ook planten) hebben zuurstof nodig en zetten die zuurstof weer om in CO2. In die zin wijkt de systeemtheorie af van de traditionele Westerse kijk, die zeer analytisch en statisch is. Daarbij splitst men verschijnselen op en zoekt men naar oorzakelijke verbanden tussen de verschillende delen. Het nadeel van een dergelijke benadering is dat men zo de samenhang en de complexiteit uit het oog verliest.

Algemene Psychologie.

7

© 2015-2016 Arteveldehogeschool


Algemene Psychologie.

8

Š 2015-2016 Arteveldehogeschool


2

DE GESCHIEDENIS VAN DE SYSTEEMTHEORIE IN DE PSYCHOLOGIE

De algemene systeemtheorie, kortweg A.S.T., ontstond midden vorige eeuw, toen wetenschappers op zoek gingen naar een overkoepelende benadering, die in verschillende wetenschappen kon worden toegepast. Zoals gezegd is het vooral de Oostenrijker Ludwig VON BERTALANFFY geweest die op dit vlak voor een doorbraak heeft gezorgd.

Gregory BATESON past dan als eerste het systeemtheoretisch denken toe op menselijke systemen.

Zijn denkbeelden worden uitgewerkt door de Palo–Altogroep, met Janet BEAVIN, Don JACKSON en als centrale figuur Paul WATZLAWICK, die vooral de communicatieve component uitwerkte. Zijn boek: ‘De pragmatische aspecten van de menselijke communicatie’ geldt nog altijd als een soort bijbel voor systeemdenkers.

Later ontstaan er vanuit de algemene systeemtheorie verschillende stromingen in het methodisch werken met systemen in het algemeen en gezinnen in het bijzonder. De twee belangrijkste methodische benaderingen die daarop voortbouwen zijn ongetwijfeld die van MINUCHIN en die van NAGY. In de structurele benadering met Salvatore MINUCHIN staat het concept ‘grenzen’ erg centraal. Een gebrek aan grenzen tussen verschillende subsystemen van een gezin leidt tot een ‘los-zand gezin’, een teveel aan grenzen tot een ‘kluwengezin.’

De contextuele stroming van Ivan BOSZORMENYI-NAGY legt dan meer de nadruk op familierelaties en stelt dat het belangrijk is om de loyaliteit van kinderen ten aanzien van hun ouders ernstig te nemen.

Algemene Psychologie.

9

© 2015-2016 Arteveldehogeschool


Algemene Psychologie.

10

Š 2015-2016 Arteveldehogeschool


3

UITGANGSPUNTEN VAN DE SYSTEEMTHEORIE IN DE PSYCHOLOGIE

3.1

Gedrag situeert zich in een systeem In de systeemtheorie staat niet het menselijk gedrag op zich maar situeert dit gedrag zich in een geheel van relaties. Elk individu maakt deel uit van verschillende systemen en kan dan ook niet los gezien worden van die systemen, hoezeer we dit wel voortdurend proberen. Iemand kan deel uitmaken van een koppel (= systeem), van een gezin (= systeem), van een werkgroep (= systeem) enz. en die persoon wordt beïnvloed door die systemen en heeft er zelf ook invloed op. Binnen de therapeutische context is men vanuit dit denken het meest vertrouwd met de systemen: koppel en gezin.

3.2

Gedrag is interactioneel In de systeemtheorie krijgt niet de persoon zelf de centrale aandacht. Die aandacht gaat uit naar de onderlinge relaties tussen de personen die deel uitmaken van een systeem. De aard van de communicatie, de relatiedefinities zijn van cruciaal belang. Dit betekent niet dat de invloed van één individu ontkend zou worden. Iedereen heeft een aandeel in de situatie. Kortom, de systeemtheorie veroorzaakte in de psychologie een verschuiving van de aandacht voor het individu naar aandacht voor de interacties.

3.3

Gedrag varieert naargelang de context In de systeemtheorie schrijft men gedrag niet toe aan unieke eigenschappen die bij een persoon horen. Men beschrijft het gedrag als resultaat van het functioneren van een systeem waarvan een persoon op dat moment deel uitmaakt. De verlegenheid van Jan wordt niet gezien als typisch kenmerkend gedrag van Jan, maar de verlegenheid van Jan wordt gezien als een kenmerk van Jan in die bepaalde context. Michael, een kleuter van drie, raakt helemaal van streek als de andere kinderen in het kinderdagverblijf onrustig zijn. Vooral als andere kinderen iets verboden wordt of als ze een standje krijgen, begint Michael onbedaarlijk te huilen. Het gedrag van Michael is niet typisch iets van Michael, maar mede afhankelijk van de het systeem waartoe Michael op dat moment behoort: de groep kinderen en leidsters van het kinderdagverblijf.

Algemene Psychologie.

11

© 2015-2016 Arteveldehogeschool


Algemene Psychologie.

12

Š 2015-2016 Arteveldehogeschool


Aangezien we ervan uit gaan dat organische systemen open systemen zijn en dat wil zeggen dat systemen voortdurend, altijd en overal informatie uitwisselen, zal het gedrag van mensen ook voortdurend variëren naargelang de context van het systeem zelf.

3.4

Gedrag situeert zich in het hier en nu In de systeemtheorie staat het hier-en-nu centraal. Het gedrag van een persoon wordt opgevat als een element in het hier en nu van de interacties binnen het systeem waarvan die persoon op dat moment deel uit maakt. Toch is er bijzondere aandacht voor de geschiedenis van systemen. Vooral voor de manier waarop leden van een systeem nu naar het verleden kijken. Een centrale vraag daarbij is hoe een systeem in een bepaalde situatie in stand wordt gehouden en wat het effect is van wat vroeger gebeurde op de huidige interacties. GEERSTEN stelt dan ook dat ‘niet gisteren belangrijk is, maar de manier waarop ik vandaag met gisteren omga.’ (GEERTSEN, 1988) In een meer recente stroming binnen de systeemtheorie, waarvan Ivan BOSZERMENYINAGY (cf. supra) zowat als de vaandeldrager kan beschouwd worden, hecht men veel belang aan het intergenerationeel perspectief. Hij heeft het bijv. over de loyaliteit1 van kinderen t.a.v. hun ouders.

1

Loyaliteit: trouw aan de denk- en handelingskaders van dit systeem

Algemene Psychologie.

13

© 2015-2016 Arteveldehogeschool


TOETSEN

Op teemtheorie.

Algemene Psychologie.

vind je een multiple-choice toets over de uitgangspunten van de sys-

14

Š 2015-2016 Arteveldehogeschool


4

GECITEERDE WERKEN

GEERTSEN, H. (1988). Ondubbelzinnig. De Algemene Systeemtheorie (AST) voor kommunikatietrainers en kommunikatietrainees. Deventer: Van Loghum Slaterus. RIGTER, J. (2008). Het Palet van de psychologie. Stromingen en hun toepassingen in de hulpverlening. Bussum: Couthino. VAN CRAEN, W. (2005). Omgaan met anderen. Een communicatiekunst. Leuven: Voorburg-Acco. WATZLAWICK, P. B. (1970). De pragmatische aspecten van de menselijke communicatie. Deventer: Van Loghum Slaterus.

Algemene Psychologie.

15

Š 2015-2016 Arteveldehogeschool


Algemene Psychologie.

16

Š 2015-2016 Arteveldehogeschool


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.