4 minute read

Ben Verwaayen, oud-topman van onder andere Alcatel-Lucent en British Telecom, partner van Keen Venture Partners en voorzitter van het Expertcomité van de Hillenraad100 over de andere sterspelers in deze nieuwe tijd

Ben Verwaayen, oud-topman van onder andere Alcatel-Lucent en British Telecom, partner van Keen Venture Partners en voorzitter van het Expertcomité

‘Meest opvallend is de opmars van de technologiebedrijven in high tech productiesystemen, de engineers en technici die wereldwijd kassen met alle bijbehorende technologie leveren. Die kunnen helemáál hard gaan als ze hun product en denkkracht ook nog eens combineren met een resultaatverplichting.’

Advertisement

‘De Hillenraad100 van 2019 laat zien dat de nieuwe tijd andere sterspelers kent’

Met Ben Verwaayen als nieuwe voorzitter van het expertcomité heeft de Hillenraad100 een boegbeeld dat vooral scherpe vragen stelt. Waar blijven die écht nieuwe samenwerkingsvormen? Waarom gebruiken we dat ouderwetse woord ‘toeleverancier’ nog altijd? Waarom kijkt het cluster niet vaker van buiten naar binnen? In zekere zin geeft de Hillenraad100 een antwoord op een deel van die vragen, want de lijst is flink omgeschud. Ben Verwaayen licht toe hoe hij van de buitenkant tegen de tuinbouw aankijkt.

De nieuwe voorzitter van het Expertcomité behoeft nauwelijks nog toelichting. De 67-jarige Ben Verwaayen is al jaren een spraakmakend ondernemer, adviseur van onze minister-president en diens partij, en hij wordt ‘één van de meest invloedrijke zakenmensen van Nederland’ genoemd. Controversieel is Ben Verwaayen ook, maar dat hoort bij het spreekwoord ‘hoge bomen vangen veel wind’. Ben Verwaayen is vooral een snelle denker en doener, zoals bijvoorbeeld bleek bij de meest recente vergadering van het Expertcomité. Geen lange discussies over details, maar de grote lijn zien, kijken door de oogharen. En vragen, veel kritische vragen. Want die nieuwe nummer één in de lijst, is dat werkelijk op dit moment het beste wat de Nederlandse tuinbouw toe bieden heeft?

Maar de argumenten die over tafel kwamen, overtuigden. Die nieuwe nummer één staat symbool voor wat de tuinbouw nu doormaakt: een door zeer hoogstaande technologie gedreven internationalisering. En dat vindt Ben Verwaayen desgevraagd veelzeggend: ‘De tuinbouw draait allang niet meer om, gechargeerd gezegd, de-tomaten-in-dekas. De teeltbedrijven waren in het verleden de core van de sector, de kern waar alles om draaide. Vanuit die kern werd de keten opgebouwd zoals die nog altijd traditioneel wordt verwoord: zaden, uitgangsmateriaal, toeleveranciers, teelt en afzet. Die woorden hebben in wezen hun waarde verloren, want nieuwe technologie heeft een flink deel daarvan overhoop gegooid. De echte koplopers in de sector zien dat en gaan er ook mee aan de slag. Dat reflecteert zich bijvoorbeeld in een top 10 van de Hillenraad100 die je een paar jaar geleden niet voor mogelijk had gehouden. De groene geneticabedrijven bijvoorbeeld gaan in toenemende mate over datagedreven high tech veredeling. Meest opvallend is de opmars van de technologiebedrijven in high tech productiesystemen, de engineers en technici die wereldwijd kassen met alle bijbehorende technologie leveren. Die kunnen helemáál hard gaan als ze hun product en denkkracht ook nog eens combineren met een resultaatverplichting. Tot enkele jaren terug waren ze vooral turnkey leveranciers, opleveren en klaar. Ze zijn klaar voor een nieuwe rol, met nóg meer succes. Dát is nou wezenlijk anders denken.’

‘Ze zijn klaar voor een nieuwe rol, met nóg meer succes. Dat is nou wezenlijk anders denken.’

Van ketens naar clusters

Dat wezenlijk anders denken, dat mist Ben Verwaayen nog te vaak. En dat terwijl de Nederlandse tuinbouw alle potentie heeft om mondiaal veel krachtiger te opereren. ‘Eigenlijk laat de tuinbouw twee gezichten zien’, meent Verwaayen. ‘Aan de ene kant is het onmiskenbaar een hoogst competitieve, hoogst innovatieve sector, gestoeld op heel veel kennis en ervaring. Er is veel flexibiliteit om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden. Dat vind ik bijzonder, dat valt me op. Maar wat óók opvalt: de sector heeft toch nog altijd elementen van in zichzelf gekeerd zijn. Dat is jammer, want dan mis je wat voor interessante ontwikkelingen er plaatsvinden. In mijn optiek is er nog een geweldige sprong te maken door twee ontwikkelingen: de globalisering en clusterdenken. Dat eerste is niets nieuws, we weten allemaal hoezeer de wereld openbreekt. Wat wél nieuw zou zijn voor grote delen van de tuinbouw, is clusterdenken in een mondiale setting. Ik denk dat de tuinbouwsector zich er heel goed bewust van moet zijn dat andere sectoren heel hard hebben moeten leren wat de kracht van samenwerken is. De tuinbouw had jarenlang vele structuren om intensief samen op te trekken, maar een deel daarvan is verloren gegaan en ik zie nog te weinig nieuwe alternatieven, zoals clusterdenken. Er is een wezenlijk verschil tussen samenwerken in een cluster of in een traditionele keten. In een keten doet ieder z’n eigen ding, als het ware onafhankelijk van de ander. Het is een estafettemodel. In een cluster daarentegen vervagen veel meer de onderlinge grenzen en voert dynamiek de boventoon. Kennelijk vinden veel ondernemers in de tuinbouw dat nog een brug te ver.’

‘De Nederlandse tuinbouw heeft alle potentie om mondiaal veel krachtiger te opereren.’ ‘De samenleving verwacht een zekere vorm van leiderschap van toonaangevende ondernemingen.’

Openheid

Al in 2009 interviewden we Ben Verwaayen, toen de editie ‘leiderschap’ als thema had. Dat woord komt nu, anno 2019, nog eens voorbij. Want in het verlengde van clusterdenken en een wezenlijk andere relatie tot soms geheel nieuwe partners is er in de tuinbouw ook nog wel wat missiewerk te verrichten op het vlak van openheid en transparantie. Ben Verwaayen: ‘De samenleving verwacht een zekere vorm van leiderschap van toonaangevende ondernemingen. Dat betekent dus dat je niet louter in staat bent om alleen de beste prijs te bieden, maar ook dat je je gezicht ook toedraait naar de mondiale samenleving. Er zitten nog steeds ondernemingen in de Hillenraad100 die zich dat nog niet helemaal realiseren. Veel ondernemingen koesteren zich in de beslotenheid en veiligheid van hun plek in de keten. Maar ja, wat als die keten eerdaags voorbij is?’

This article is from: