3 minute read
Strijdtoneel
Het jaarlijks terugkerende Break a Leg – dit is de twaalfde editie – belooft weer een groot spektakel te worden. Verwacht bloedstollende battles, piepende gympen, opgehyped publiek en vooral véél hiphop. Dansers en crews strijden in vier categorieën tegen elkaar om het prijzengeld: Hiphop Crew Competitie, Breaking Battles, All Styles Battles en Hiphop Battles. Aan de jury de moeilijke taak om per categorie de winnaars uit te roepen en aan het publiek de taak om hun favorieten te steunen.
‘Met Break a Leg verbinden we rauwe straatcultuur met de commerciële en de theaterwereld’, zegt curator en host Vince Charming. Samen met dansers Jur Bouterse, Gregory Shaggy
Advertisement
Albertzoon, Rianca van Dijk en Wendy de Vries van Meervaart Studio organiseert hij jaarlijks het evenement in het Meervaart theater. Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat wordt hier gedanst – en niet alleen door de deelnemende dansers, ook door het publiek: meedoen kan namelijk gewoon. Maar ook als je twee linkervoeten hebt of gewoon wilt kijken, is er nog genoeg te doen. Zo zijn er gratis dansworkshops en doen dj’s hun ding in de foyer (ga je toch nog met de voetjes van de vloer). Dus verzamel goed gezelschap en geniet van het talent, want zoals hoofdproducent Wendy de Vries het zegt: ‘Real art happens in communities’.
7 mei, De Meervaart
AFLEVERING 14:
Waarin Cindy Door De Snacks De Markt Niet Meer Ziet
Het begon ermee dat ik elke vrijdag precies hetzelfde deed en dat was vrij veel bier drinken in mijn stamcafé, en daardoor deed ik ook elke zaterdag hetzelfde, namelijk met een kater naar de Lindenmarkt strompelen. Aan het ene uiteinde van de markt kocht ik dan een gezinsbak kibbeling met ravigotesaus, aan het ene uiteinde een flesje vers sinaasappelsap om scheurbuik te voorkomen. Als ik op zaterdag moest werken of iets te doen had met vrienden waardoor ik geen kibbeling kon halen, werd ik chagrijnig. Met deze kleine traditie begon ik toen ik in de buurt van de Jordaan kwam wonen, en eindigde ik toen ik me op een dag afvroeg waarom ik in godsnaam elke week gefrituurde vis wilde eten. Wat doet dit met mijn gewicht, en met de visstand? Ik moest ermee stoppen voordat er slechts ravigotesaus door mijn aderen stroomde.
Tegenwoordig ga ik mijn katers te lijf met tomatensoep en cola zero en loop ik dus niet meer elke week over de markt. Maar als ik er toevallig toch kom, lijkt de sliert kraampjes allengs korter te worden. Dat ligt niet aan mij want de Volendamse viskraam, met al die vriendelijke Volendamse jongens en meisjes, is er nog steeds en er staat ook nog steeds een flinke rij. Bij de viskraam hapten mensen altijd al ter plaatse een haring weg, beschermd tegen de regen door een extra stukje luifel met statafels, maar nu kwamen er steeds meer uitbaters bij die niets anders verkochten dan snacks.
Naast de goedbezochte zuurkoolkraam (wat ik overigens een zeer ongebruikelijke vorm van fastfood vind) die er altijd al was, kun je op de Lindenmarkt nu ook sateetjes eten en broodjes buikspek, die nogal lekker ruiken (helaas vind ik varkens nog zieliger dan vissen). Er staat ook een kar waar ze sabich verkopen, een pita met aubergine, ei en mangosaus die ik graag eens zou willen proeven maar wat er op mysterieuze wijze nooit van komt. De Lindenmarkt is steeds minder een markt, en steeds meer een mini-foodtruckfestival. Kennelijk hebben mensen niet langer zin om een trui te kopen in een tochtige straat, en vinden ze voordringende Amsterdamse tantes bij de bloemenstal ook niet meer zo gemoedelijk.
De Albert Cuypmarkt is ook veranderd. Als kind kwam ik er vaak, mijn moeder hield wel van een koopje en ook van gezelligheid. Met marktkoopmannen die haar ‘meissie’ noemden en na een willekeurige zin heel hard ‘Hahahaha!’ bulderden, zodat je wist dat je te maken had met Amsterdamse humor. Schetterend draaiorgeltje erbij… Onlangs gingen we er weer eens heen, maar het kon haar niet meer bekoren. Halverwege sloegen we af voor koffie en appeltaart, waarna we niet meer terugkeerden naar de Cuyp. Verkopers van pluchen klompen, chocoladepiemels, houten tulpen en andere in China gemaakte prullen winnen er steeds meer terrein. Dat kan alleen maar komen doordat de meer traditionele marktkoopmensen er de brui aan geven óf zich aanpassen aan het nieuwe publiek, de toerist. Een aangetrouwd familielid van me, die ooit de groentekraam van zijn ouders overnam, bestiert nu een Delfts blauw beschilderde stroopwafelkar. Op enkele uitzonderingen na lijken Amsterdammers niet meer zo geïnteresseerd in markten. Alles is eindig. Sommige tradities zijn hardnekkig, zoals de zwartheid van Pieten, vieze grapjes mogen maken tegen achttienjarige stagiaires en het recht je eigen en andermans handen en ogen op te blazen met consumentenvuurwerk, maar de markt bepaalt zijn eigen lot. Wellicht heet het daarom marktwerking. Wie heimwee heeft naar vroeger kan alleen door zelf een kraam te huren en onderbroeken of Amsterdams zuur te gaan verkopen de markt redden. Voor wie dat te veel gedoe is, zeg ik: welkom op het minifoodtruckfestival. Neem een lekkere sabich, of tenminste: een sabich waarvan ik vermoed dat-ie lekker is.
Cindy Hoetmer (55) is geboren en opgegroeid in Amsterdam. Na haar comeback als schrijver met het voor de Libris genomineerde Min of meer opmerkelijke gebeurtenissen uit het leven van een treuzelaar (2020) verscheen vorig jaar haar boek Goed, naar omstandigheden