2 minute read

Hun tijd ver vooruit

Een elektrische fluitketel, de Rietveld-stoel, een intiem schilderij van een doodgewoon gezin: ooit golden ze als zeer vernieuwend. Tentoonstelling Modern is een ode aan al die vooruitstrevende ontwerpen.

Boven: Jan Toorop, voorstudie Het heden voor tegeltableau Verleden, Heden,Toekomst voor de Beurs van Berlage, 1902. Onder: Josef Hoffmann, bestek Rundes Modell, 1906.

Advertisement

Louis Vuitton had halverwege de negentiende eeuw in Parijs een atelier waar hij reiskisten en koffers maakte, en vanaf 1865 ook kofferbedden. Dat was een bed van buismateriaal dat je ingeklapt aan een stok op je rug kon dragen – vooral de extra lichte aluminium versie was handig. Markies en ontdekkingsreiziger Pierre Savorgnan de Brazza kocht er een voor hemzelf en zijn vrouw toen hij weer eens naar Congo afreisde. Het kofferbed is een van de onverwachte dingen die je kunt zien op Modern. Nu is het een grappig, oud ding, maar in zijn tijd was het een vooruitstrevend ontwerp, dat wil zeggen: modern. Het Stedelijk pakt flink uit met maar liefst driehonderd moderne werken uit wel twintig stromingen, van impressionisme tot Dada, van Art Nouveau tot Bauhaus en De Stijl. Je vraagt je af wat modern dan eigenlijk betekent. Een echt sluitende definitie ontbreekt, maar modern is in elk geval iets dat hoort bij de tijd waarin je leeft, een uiting van de tijdgeest.

Toen H L Modern

Wat modern is, verandert, en dat geldt ook in de kunst. Bij ‘moderne kunst’ denk je niet zo gauw aan de negentiende eeuw, maar toch werd in die tijd de zoektocht naar een eigentijdse, niet op geschiedenis en christelijke verhalen gebaseerde kunst in gang gezet. Herkenbare onderwerpen wilde de burger zien, uit het dagelijks leven. Daarom is ook Jozef Israëls’ schilderij van een arme weduwnaar met twee kinderen bij moeders graf een modern schilderij. Net zo goed als het schilderij van Van Gogh dat vastlegt hoe een Parijse buitenwijk opgeslokt wordt door de oprukkende stad. Het gevoelsmatig echte modern komt daarna: Piet Mondriaan schildert in 1914 een abstracte (moderne!) compositie waarin bij nadere bestudering een Parijs gebouw te herkennen is, ingedeeld in etages en raampartijen en waar een steiger voor staat die meer horizontale en verticale lijnen meebrengt. Zo’n complexe structuur paste bij Mondriaans beeld van een wereldstad, met zijn universele ritme. De wereld verandert en het modernisme verandert mee.

Technologische Wonderen

Op het gebied van vormgeving komt er een voorkeur voor de nieuwe materialen en technieken die in de twintigste eeuw steeds meer beschikbaar zijn. Kijk naar de elektrische waterketels uit 1909, een vroeg industrieel ontwerp. De Duitse ontwerper Peter Behrens ziet het helemaal voor zich: de meest imposante uitingen van wat wij kunnen, zijn het resultaat van de moderne techniek, vindt hij. En de technologische vooruitgang heeft een hogere beschaving geschapen dan ooit eerder in de geschiedenis bereikt is. Inmiddels weten we dat de vooruitgang niet alleen maar voordelen heeft, maar dat kon Behrens niet voorzien. Moderniteit is divers, maar er is ook een ander soort diversiteit. Daarom is er ook aandacht voor kunst van buiten Europa, zoals prachtige boombastdoeken uit Fiji en Nieuw-Guinea en een moskeekleed uit Iran. En het is ook altijd weer zoeken naar kunst van niet cis-mannen. Dat treft, want een van de meest begerenswaardige voorwerpen van de tentoonstelling is een ontwerp van een vrouw; de fauteuil met bewegende rugleuning van Charlotte Perriand, gemaakt van verchroomd buisstaal en koeienhuid, een werkelijk prachtig ding. Met behulp van een ledenpop bepaalde ze hoe je er het best in kon zitten. Die moeite heeft Rietveld vast niet gedaan; zijn beroemde stoel zit voor geen meter. Die staat er natuurlijk wel, want als er één kunstenaar modern was, dan Rietveld. Maar voor je rug kun je beter kiezen voor de 1 Fauteuil à Dossier Basculant. Uit 1928, dus bijna een eeuw oud, maar zo modern als wat.

This article is from: