Industrielinqs 1, 2023

Page 9

industrie linqs

Prorail wil terug naar hoger veiligheidsniveau
Energietranstie
kost 52 miljard euro Gunvor begint alsnog aan uitgestelde stop
SEPTEMBER 2020 www.industrielinqs.nl Naamloos-2 1 31-07-20 14:43
VERBINDT INDUSTRIËLE KETENS Contouren van de waterstoftransitie in vijf beelden Flexibiliteit voorwaarde voor verdere elektrificatie
www.industrielinqs.nl FEBRUARI 2023
‘Van de armen naar het hoofd en andersom’
‘Industriebeleid nodig voor aanpak zwakke plekken’

UNIS Group repareert vakkundig en snel

Is uw industriële elektronica defect of werkt deze niet naar behoren? UNIS Group is gespecialiseerd in de reparatie van gebruikte elektronica, ook als deze speciaal voor u is gemaakt.

Onze technische specialisten repareren op componentniveau, ondersteund door geavanceerde meet- en testapparatuur.

Voordelen van reparatie door UNIS Group:

Vaste prijzen voor reparaties

No cure, no pay

Tot 2 jaar garantie

Spoedreparaties mogelijk

Omruilservice

Gratis ophaalservice

www.unisgroup.nl sales@unisgroup.com + 31 566 62 44 62 Defecte industriële elektronica?
Wilt u uw industriële elektronica laten repareren?       Vraag een reparatieo erte aan!

Tango

‘ It takes a whole chain to tango ’, stelt Ulco Vermeulen in deze Industrielinqs Magazine, als het gaat om de ontwikkeling van groene waterstof. Volgens de directeur business development bij Gasunie moet in tegenstelling tot elektriciteit voor groene waterstof een volledig nieuwe keten worden opgetuigd, inclusief producenten van duurzame stroom, elektrolyse-installaties en ook afnemers. In de industrie is al een grote markt voor waterstof, maar de markt voor bijvoorbeeld zwaar transport moet nog worden ontwikkeld. Vermeulen: ‘Niemand in de hele keten kan het alleen. De kunst is dat alle plannen aan elkaar worden geschakeld.’

On spec

Een prima pleidooi voor systeemintegratie. Toch denk ik dat op meerdere fronten totaalvoetbal is vereist. Wellicht is bij elektrificatie één schakel minder nodig, er is geen omzetting van elektronen naar moleculen, maar ook daar moet de hele keten stappen zetten. Immers bij extra wind- en zonneparken blijft het niet. Ook moeten de elektriciteitsnetten flexibeler en zwaarder worden ingericht. En grootschalige opslag van elektriciteit zal ook een vlucht moeten nemen. Aan de marktkant zijn eveneens investeringen nodig in bijvoorbeeld elektrische warmtepompen en andere elektrisch aangedreven installaties en transportmiddelen. Een soortgelijke analyse is te maken voor circulaire ketens. Om van afval grootschalig weer grondstof te maken, zal op nog grotere schaal moeten worden ingezameld. Het vraagt ook om nog betere scheidingstechnieken, meer opslagterminals en nieuwe installaties voor onder meer de omzetting naar chemische bouwstenen. Het enige voordeel is dat na de kraker en in de markt minder veranderingen nodig zijn. Mits de chemische bouwstenen on spec zijn.

Dansvloer

En misschien kan de nieuwe waterstofsector het zich het komende decennium ook iets gemakkelijker maken door zich vooral te richten op de industriële markt. Die bestaat al en groeit bovendien. Ontwikkeling van de markt voor zwaar transport? Prima, voor de langere termijn. Maar weer het huishoudelijk gebruik en personenwagens gerust van de dansvloer. Dit scheelt alvast één of twee in de tango.

Colofon

Nummer 1 - 2023

industrie linqs

Uitgave van Industrielinqs pers en platform

Postbus 36420

1020 MK Amsterdam

020 312 20 88 info@industrielinqs.nl

Hoofdredactie

Wim Raaijen wim@industrielinqs.nl

Eindredactie

Liesbeth Schipper en Breg Schoen redactie@industrielinqs.nl

Met medewerking van Monique Harmsen en Jacqueline van Gool

Traffic Breg Schoen 020 312 20 88 abonnementen@industrielinqs.nl

Commercieel

Janet Robben 06 512 795 73 janet@industrielinqs.nl

Lay-out Bureau OMA BV, Doetinchem

Coverfoto’s Wim Raaijen, Plug Power en Studio Dijkgraaf/Nobian

Advertentieverkoop

Jetvertising www.jetvertising.nl

Robbin Hofman 070 3990 000 robbin@jetvertising.nl

Drukwerk PreVision Graphic Solutions

Abonnementsprijzen:

Abonnement NL/BE € 159,00

Abonnement buiten NL/BE € 179,00 Losse verkoopprijs € 20,00

Opzeggen

Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen en wijzigen kan per e-mail naar abonnementen@ industrielinqs.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is acht weken voor het einde van uw abonnementsperiode.

Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door ons is ontvangen. Als u hierom verzoekt, ontvangt u een

bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Mail voor overige vragen naar abonnementen@industrielinqs.nl of neem telefonisch contact met ons op via 020 312 20 88.

Prijswijzigingen voorbehouden.

ISSN: 2667-1123

© Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever.

Papier:

industrie linqs SEPTEMBER 2020 3 COMMENTAAR 01 | 2023
Prorail wil terug naar hoger veiligheidsniveau Energietranstie kost 52 miljard euro Gunvor begint alsnog aan uitgestelde stop
www.industrielinqs.nl
Breg Wim Liesbeth Suzanne Monique Jacqueline Wim Raaijen hoofdredacteur

Bedrijfskleding die representatief blijft. Altijd.

Je medewerkers zijn je belangrijkste visitekaartje. Elke dag weer. Daarom levert Vendrig niet alleen representatieve werkkleding; ook reinigen en beheren we de complete werkkledingvoorraad.

Zo blijf je er piekfijn uitzien. Altijd en overal.

Produktieweg 5 IJsselstein 030 212 30 00 vendrig.nl Werkkleding, veiligheids- en hygiëneproducten

8

INTERVIEW

‘Industriebeleid nodig voor aanpak zwakke plekken’

In no time repareert Gasunie met steun van de overheid een zwakke plek in ons aardgassysteem: ontvangst en opslag van vloeibaar aardgas. Onder meer met de ongeëvenaarde snelle aanleg van de drijvende terminal in de Eemshaven. Het toont volgens Ulco Vermeulen aan dat regie in de vrije markt nodig is: ‘Het nieuwe debat moet volgens mij gaan over wat de optimale mix is tussen industriebeleid en vrije markt.’

12

THEMA WATERSTOF

Contouren van de waterstoftransitie in vijf beelden

Waterstof is hot, en met name de groene variant. Toch staat de productie van waterstof via elektrolyse uit water nog in de kinderschoenen. De grootste groene waterstof-installatie in Nederland heeft een vermogen van slechts 1 megawatt (Zuidwending). De aangekondigde gigawatts aan productiecapaciteit staan er voorlopig nog niet. Toch worden de contouren van de industriële waterstoftransitie in Nederland en België steeds zichtbaarder.

22

PLANTMANAGER

‘Van de armen naar het hoofd en andersom’

De eerste uitdaging van Anne Arkenbout als operations manager was het ontvlechten van het productieteam van de chloorfabriek van Nobian en dat van de MCA-fabriek van Nouryon in Delfzijl. Komend jaar kan ze zich met het team meer richten op innovatieve verduurzamingsprojecten. ‘En daar heb je de juiste mensen voor nodig. Dat is misschien wel de grootste uitdaging.’

29 TECHNIEKHELD

‘Je hebt vooral rust en overzicht nodig’

Bart Stallaert is sinds twee jaar technical support assistant bij Yara in Sluiskil. Als werkvoorbereider, zoals hij zelf zijn werkzaamheden samenvat, houdt hij zich vooral bezig met onderhoudsstops en grote projecten.

32 TOPIC TRANSITIE

Flexibiliteit voorwaarde voor verdere elektrificatie

Volgens berekeningen van TenneT kan industriële vraagsturing de piekbelasting van het elektriciteitsnet met wel tien procent verlagen. Dat is in de praktijk niet eenvoudig maar er zijn bedrijven die dit al doen. Zo speelt Nobian in de Botlek al jaren een rol in het balanceren van het net.

5 01 | 2023 industrie linqs SEPTEMBER 2020
En verder 5 Commentaar 6 Actueel 30 Platformpagina’s INHOUD

Kort nieuws

Het Duitse Ebert HERA Esser neemt de service-tak van Sitech over. Het bedrijf gaat onder de naam Sitech verder als zelfstandig bedrijf binnen het nieuwe moederbedrijf. Na de overname gaat Sitech werken aan verbreding van het werkveld op en buiten Chemelot. Ebert HERA Esser Group is geen onbekende op Chemelot. Het is er al actief bij de uitvoering van turnarounds. De asset-tak van het voormalige Sitech gaat voorlopig door onder de huidige zes eigenaren op de Chemelot-site. De zoektocht naar een nieuwe eigenaar voor deze tak zal waarschijnlijk medio 2024 afgerond zijn.

Het Franse Fairbrics heeft 22 miljoen euro opgehaald om haar technologie om polyestervezels uit CO2 te produceren, op te schalen. Met het geld wil het bedrijf een pilot-installatie en een demonstratieplant in het Antwerpse havengebied bouwen. In 2024 wil het bedrijf een pilot-installatie met een capaciteit van 100 kilo per dag in bedrijf hebben. In 2026 zou een demonstratieplant van een ton per dag realiteit moeten zijn. Het benodigde CO2 kan worden onttrokken van bedrijven in de Antwerpse haven.

Borealis heeft een meerderheidsbelang in het Belgische recyclingbedrijf Renasci genomen. In juli 2021 nam Borealis al een aandeel van tien procent in Renasci. Dat belang is nu uitgebreid tot 50,1 procent. Borealis is vooral geïnteresseerd in het Smart Chain Processing (SCP) concept dat de recycler ontwikkelde. Het toepassen van SCP maakt de verwerking van meerdere afvalstromen met verschillende recyclingtechnologieën onder één dak mogelijk. Dat resulteert in een hoge valorisatie van afval. Borealis wil de implementatie van het SCP-concept versnellen en mogelijkheden onderzoeken om het model te lanceren op strategische locaties.

De Duitse gasnetbeheerder Thyssengas heeft een bestaande gasleiding gekocht om die te gebruiken voor grensoverschrijdend waterstoftransport. De twaalf kilometer lange leiding loopt tussen Vlieghuis in de Drentse gemeente Coevorden en het Duitse Kalle-Hoogstede. Halverwege 2023 wordt de leiding gereed gemaakt voor waterstoftransport. De leiding heeft tot doel het transport van waterstof vanuit de verschillende havens in Nederland naar Duitsland te faciliteren.

PureCycle bouwt recyclingfabriek in Antwerpen

PureCycle investeert 250 miljoen euro in de bouw van een plastic-recyclingfabriek in het Antwerpse NextGen District. Het gaat om een installatie voor de recycling van polypropeen, met een capaciteit van 59.000 ton per jaar. Er is ruimte om in totaal vier verwerkingslijnen te bouwen, waardoor de totale capaciteit kan oplopen tot 240.000 ton per jaar.

Het bedrijf maakt in haar processen gebruik van een gepatenteerde recyclingtechnologie van Procter & Gamble, waarvoor het een wereldwijde licentie heeft. Het bedrijf zuivert polypropeen met oplosmiddelen en zet deze om in een hernieuwbare grondstof. In het proces worden kleur, geur en andere onzuiverheden uit het plastic afval verwijderd. Hierdoor wordt een Ultra-Pure Recycled (UPR) plastic verkregen.

De fabriek in Antwerpen is de eerste vestiging van het Amteriaanse PureCycle in Europa. Het bedrijf wil graag wereldwijd groeien en zet nu een stap om haar product Ultra-Pure Recycled (UPR) hars op de Europese markt te brengen. Het bedrijf legt momenteel de laatste hand aan een recyclingfabriek in Ironton in Ohio (VS). Deze wordt naar verwachting dit kwartaal nog opgestart. Daarnaast bouwt het een tweede fabriek in de VS, in Augusta (Georgia). En in Azië is het bedrijf begonnen met de bouw van een PP-recyclinginstallatie die in 2025 klaar moet zijn.

PureCycling werkt nog aan de financiële planning en de aanlevering van grondstoffen voor de recyclingfabriek in Antwerpen. Halverwege 2023 kan de definitieve planning rond zijn waarna de bouw – na afronding van de vergunningprocedure –naar verwachting in 2024 kan beginnen.

Afronding stikstofinstallatie verwacht in oktober

Gasunie verwacht op basis van informatie van hoofdaannemer Air Products dat de stikstofinstallatie in Zuidbroek vanaf oktober volledig operationeel zal zijn.

Na afronding van de bouwwerkzaamheden in het voorjaar, zal de installatie gedurende de zomer worden getest en stapsgewijs op gang worden gebracht voor een veilige oplevering.

De bouw van de fabriek begon in 2020 en

liep een aantal keer vertraging op. Volgens de plannen zou de installatie al in april 2022 moeten zijn opgeleverd. In januari beëindigde hoofdaannemer Air Products het samenwerkingsverband met onderaannemer Ballast Nedam Industriebouw. De beëindiging van de samenwerking volgde op een slepend conflict tussen de twee partijen.

De stikstoffabriek is bedoeld om buitenlands gas de juiste specificaties te geven voor gebruik in Nederland.

industrie linqs SEPTEMBER 2020 6 ACTUEEL 01 | 2023
FOTO: GASUNIE

Dow snijdt fors in kosten Europese vestigingen

Dow schrapt wereldwijd tweeduizend banen en denkt ook aan het sluiten van fabrieken. Het Amerikaanse bedrijf kijkt hierbij specifiek naar Europa.

De maatregelen moeten een besparing van 500 miljoen dollar opleveren. Nóg eens 500 miljoen wil het bedrijf besparen op onderhoud, grondstoffen, logistiek en utilities. Het bedrijf richt zijn besparingsmaatregelen met name op Europa, vanwege onzekerheden en uitdagende energiemarkten. Dow ziet meer kansen in andere regio’s en die krijgen dan ook prioriteit.

Dow heeft acht grote locaties in Nederland (Terneuzen, Delfzijl en Dordrecht) en België (Antwerpen, Brussel, Tertre, Zwijndrecht en Seneffe), waaronder zes productielocaties. Dow Terneuzen is met zestien fabrieken de op één na grootste productielocatie van Dow wereldwijd. Bovendien werken specialisten er in het Research & Development Center aan innovaties binnen en buiten Dow. Ook levert Terneuzen ondersteunende diensten voor Dow in Europa,

het Midden-Oosten, Afrika en India. In Dordrecht produceert Dow hoogwaardige polymeren met twee extruder productielijnen. In Delfzijl produceert het bedrijf MDI, een basisgrondstof voor de polyurethaanindustrie. Als MDI wordt gecombineerd met polyol – dat Dow in Terneuzen produceert – ontstaat polyurethaan.

ONE-Dyas sluit contracten voor ontwikkeling N05-A gasveld

ONE-Dyas heeft een aantal omvangrijke contracten gesloten voor de ontwikkeling van het N05-A gasveld in de Noordzee. De onderneming sloot overeenkomsten met onder meer Allseas, Heerema Marine Contractors en HSM Offshore Energy.

In juni 2022 verkreeg ONE-Dyas de definitieve vergunningen voor de ontwikkeling van het veld. In september nam het bedrijf samen met partners EBN en Hansa Hydrocarbons een definitieve investeringsbeslissing. Met de ontwikkeling van het veld, dat zich in de Nederlandse en Duitse Noordzee bevindt, is een bedrag van ruim 500 mil-

joen euro gemoeid. Het is de bedoeling dat ONE-Dyas het eerste gas in de herfst van 2024 zal leveren. Het platform N05-A wordt vanuit het nabijgelegen offshore-windpark

VARO Energy bouwt biogasfabriek in Coevorden

VARO Energy neemt een belang van tachtig procent in Bio Energy Coevorden, een van de grootste biogasfabrikanten van Europa. Belangrijk punt van de transactie is de ontwikkeling van de grootste biogasfabriek van Noord-Europa. De huidige capaciteit van 300 GWh wordt uitgebreid naar 650 GWh in 2026.

Met de transactie integreren de partijen de competentie van Bio Energy Coevorden op het gebied van biogasproductie in het bedrijfsmodel van VARO voor inkoop, productie en leverantie van energie. VARO presenteerde afgelopen zomer haar strategie, waarin het bedrijf aangaf om in 2026 1 TWh aan biomethaan/bio-LNG te willen produceren. De overname

Riffgat van elektriciteit voorzien. ONE-Dyas heeft een sterke focus op de Noordzee. Het ontwikkelt het zogeheten Gateway to the Ems (GEMS) project, een gebied in de Noordzee van 20 tot 100 kilometer uit de monding van de Eems. Samen met Hansa Hydrocarbons en EBN onderzoekt ONE-Dyas hier de mogelijkheden tot gaswinning. De ontwikkeling van gasveld N05-A is hier onderdeel van. Het verwachte te produceren volume uit het N05-A veld en de omliggende prospects is 4.5 tot 13 miljard kubieke meter. Het potentieel van het bredere Nederlands-Duitse GEMSgebied is in totaal geschat op ongeveer 50 miljard kubieke meter.

en de bouw van de nieuwe biogas-fabriek zal hier voor 65 procent aan bijdragen.

Het Zwitserse VARO speelt met de overname en de nieuwbouw in op de verwachte groeiende vraag naar biomethaan en bio-LNG vanuit Europa. Het bedrijf verwacht dat de vraag naar biomethaan tegen 2030 verdrievoudigd zal zijn. In Duitsland voorziet het bedrijf een vertienvoudiging van de vraag naar bio-LNG tegen 2030. Biogas wordt opgewekt door landbouwafval af te breken in speciaal gebouwde installaties voor anaerobe vergisting. Het resultaat van dit proces is de productie van biogas, dat vervolgens verder wordt verwerkt tot biomethaan/bio-LNG of kan worden verbrand om elektriciteit op te wekken.

7 ACTUEEL industrie linqs SEPTEMBER 2020 01 | 2023
FOTO: DOW FOTO: ONE-DYAS
industrie linqs SEPTEMBER 2020 8 01 | 2023 INTERVIEW ULCO VERMEULEN GASUNIE FOTO’S: WIM RAAIJEN

‘Industriebeleid nodig voor aanpak zwakke plekken’

In no time repareert Gasunie met steun van de overheid een zwakke plek in ons aardgassysteem: ontvangst en opslag van vloeibaar aardgas. Onder meer met de ongeëvenaarde snelle aanleg van de drijvende terminal in de Eemshaven. Het toont volgens Ulco Vermeulen aan dat regie in de vrije markt nodig is: ‘Het nieuwe debat moet volgens mij gaan over wat de optimale mix is tussen industriebeleid en vrije markt.’

Het afgelopen jaar heeft het bewustzijn van de samenleving overuren gemaakt. Zeker bij de zorgen over de leveringszekerheid en betaalbaarheid van energie. ‘Er is bij veel mensen meer inzicht gekomen hoe het energiesysteem in elkaar steekt’, stelt Ulco Vermeulen, directeur business development bij Gasunie. ‘Vooral de uitdagingen zijn veel duidelijker naar voren gekomen. En dat gaf ook een basis voor creatieve oplossingen. Goede crises bestaan niet, maar crisis does create.’ Nu de hectiek is gedempt, is er iets meer tijd voor reflectie. Ook bij Vermeulen.

Zwakke plekken

Ulco Vermeulen, directeur business development bij Gasunie, is ervan overtuigd dat voor de huidige transitieopgave een gevoel van urgentie kan terugkomen zoals er indertijd was bij de aanleg van het gasnet in Nederland.

Duidelijk werd dat de rol van fossiele brandstoffen – en met name aardgas –nog lang niet is uitgespeeld. Dat we er afscheid van willen en ook gaan nemen is duidelijk, maar transitie is iets van een lange adem. Het gebeurt allemaal niet van de ene op de andere dag. De geopolitieke omstandigheden geven weliswaar nog meer urgentie aan de transitie en Vermeulen sluit niet uit dat alles nog meer in een versnelling komt, maar we moeten tegelijkertijd ook met beide benen op de grond blijven staan. Voorlopig kunnen we niet zonder aardgas. ‘We hebben in Nederland een

goed aardgassysteem en dat moet voorlopig ook zo blijven’, stelt hij beslist. ‘En we wisten tevoren ook wel waar de zwakke plekken in het aardgassysteem zaten en die werden afgelopen jaar ook blootgelegd. Hadden we in Europa al twintig LNG-terminals gehad, dan was de gasprijs niet zo omhooggeschoten.’

Gazprom

Opslag is een belangrijke factor in de leveringszekerheid van energie, werd eens te meer duidelijk. ‘Je kunt natuurlijk overal vloeibaar aardgas contracteren, maar je moet het gas wel kunnen opslaan. Op dat vlak hadden we in Nederland een betere positie dan bijvoorbeeld Duitsland. Wij hadden al de Gate-terminal op de Maasvlakte. Toen we die samen met Vopak gingen bouwen, was er best wel kritiek. Zelfs met de commerciële, marktgerichte opzet van Gate.’ De urgentie was niet zo duidelijk. ‘In de eerste jaren kon de terminal wel uit, maar is de opslag niet ten volle benut. Dat werd later wel anders.’ Het belang van de Gate-terminal nam de laatste jaren toe, onder ander door het terugschroeven van de gaswinning in Groningen en de hogere gasprijzen. ‘Vergeet niet dat al voor de inval van Rusland in Oekraïne de gasprijzen enorm

industrie linqs SEPTEMBER 2020 9 01 | 2023

stegen.’ En die gingen afgelopen jaar helemaal door het dak. ‘Waar Gate eerst een interessante optie was, werd de terminal nu een noodzakelijkheid. Mooi dat we nu achteraf gelijk hadden, maar laten we eerlijk zijn, de wijze waarop hadden we ook niet kunnen voorzien.’ Zelfs de doorgewinterde Gasunie-man met intensieve contacten bij Gazprom niet. ‘Tot kort voor de inval van Rusland, zag ik die ook niet aankomen.’

Terneuzen

Het echte huzarenstukje van het afgelopen jaar was natuurlijk de aanleg van een drijvende LNG-terminal in de Eemshaven. In zes maanden – sneller dan waar dan ook in de wereld – realiseerde Gasunie met verschillende partners een significante uitbreiding van de LNG-opslagcapaciteit in Nederland. En vanaf het begin was er volledige steun van het kabinet voor het plan. Een telefoontje met minister Rob Jetten was voldoende. ‘Hij begreep het meteen.’

daar nog veel nijpender is. Gasunie is in Noord-Duitsland ook een grote speler in het transport van aardgas. Vermeulen heeft zich de afgelopen jaren meer dan eens geërgerd aan de stroperigheid bij de oosterburen. ‘We zijn al meer dan vijf jaar bezig om ook een landbased LNG-terminal in de haven van Hamburg te krijgen. Door alle ontwikkelingen kunnen we die nu eindelijk wel gaan realiseren. Had de terminal er een paar jaar geleden al gestaan, dan waren de problemen echt minder groot geweest.’ Het gebrek aan daadkracht heeft zowel met regelgeving als het uitblijven van overheidssteun te maken. Op beide vlakken gaat dat toch soepeler in Nederland, stelt Vermeulen. De Russische inval heeft de boel in Duitsland inmiddels wel aardig losgetrokken. Zo ging nog in het voorjaar van 2022 de LNG Acceleration Act in werking, waardoor onder andere het vergunningentraject voor energieprojecten werd versneld. En ook kwam de regering in beweging met steun.

tijd blijft er onzekerheid over de aanvoer. En dan gaan verschillende onzekerheden meespelen. Wat gebeurt er bijvoorbeeld in China? De afgelopen jaren is de groei daar gestagneerd. Trekt die echter aan, dan neemt daar de vraag naar aardgas ook toe en stijgt de gasprijs als gevolg daarvan. En als de oorlog in Oekraïne ook nog jaren duurt, dan kan die combinatie al voor grote problemen zorgen. En dat kan nog worden versterkt als zich andere onverwachte ingrijpende gebeurtenissen voordoen.’

Optimale mix

De crises van de laatste jaren lieten volgens Vermeulen zien dat niet alles met de vrije markt is op te lossen. Het uitbreiden van de LNG-opslag is volgens hem een mooi voorbeeld van samenwerking tussen markt en overheid. ‘Begrijp me niet verkeerd; de vrije markt is wel de basis. Er zit meer dynamiek in de markt dan we vaak denken. Uiteraard maken we ons zorgen. De hoge energieprijzen en vraaguitval zorgen voor grote zorgen in de industrie. Gaat de energie-intensieve industrie vertrekken uit Europa? Maar dat dachten we indertijd ook over de raffinaderijen.’

Samen met de relatief eenvoudige uitbreiding van Gate met vijftig procent is de totale jaarlijkse capaciteit voor vloeibaar aardgas in Nederland in korte tijd verdubbeld naar 24 miljard kubieke meter. Een razendsnelle reactie dus op de Oekraïne-crisis.

Daarmee is de kous nog niet af. Gasunie onderzoekt mogelijkheden voor een verdere tijdelijke uitbreiding van de LNG-importcapaciteit. Daarbij wordt naar zowel bestaande als nieuwe locaties gekeken. Kan het bedrijf bijvoorbeeld met technische optimalisaties Eems Energy Terminal en Gate verder uitbreiden?

Daarnaast is onder meer de haven van Terneuzen in beeld voor extra drijvende opslag.

Beschikbare boten

Daarmee is Nederland voortvarender dan bijvoorbeeld Duitsland, terwijl de situatie

Duitsland werd wakker. En dat was ook duidelijk merkbaar. ‘Ineens kaapten de Duitsers overal beschikbare boten voor LNG-opslag weg. Dat leverde ons een probleem op. Wij waren nog volop met de voorbereidingen bezig voor de terminal in de Eemshaven, maar hadden nog geen boot gecontracteerd. Gelukkig konden we eindelijk de Exmar voor vijf jaar vastleggen.’

China

Doordat de opslag van vloeibaar aardgas in Nederland en de rest van Europa is toegenomen en ook andere voorraden zijn aangevuld, is er inmiddels meer controle op de marktontwikkelingen. Toch blijft het nog een paar jaar onzeker, verwacht Vermeulen. ‘Er zijn wel veel langdurige leveringscontracten gesloten met onder andere Qatar en de VS, maar die gaan over twee tot drie jaar in. Tot die

Die staan er bijna allemaal nog en zijn volop in transitie, impliceert hij. ‘De problemen die we de afgelopen jaren tijdens Covid en de huidige geopolitieke ontwikkelingen zien, zijn echter niet alleen in een vrije markt op te lossen. Ik denk dat we steeds meer een industriebeleid nodig hebben. Overheden moeten in actie komen om bijvoorbeeld mee te helpen de zwakke plekken in het energiesysteem aan te pakken. En hoe gaan we – om maar wat te noemen – om met de afhankelijkheid van China en Rusland? Het nieuwe debat moet volgens mij gaan over wat de optimale mix is tussen industriebeleid en vrije markt.’

Urgentie en regie

Datzelfde geldt ook op het gebied van de transitie. Ook daar kan de overheid met name een verbindende rol spelen. ‘De twee belangrijkste oplossingen voor de transitie zijn naar mijn idee elektrificatie en waterstof. Als Gasunie hebben we natuurlijk de focus op waterstof. En we zijn maar een schakel. It takes a whole chain to tango.’

industrie linqs SEPTEMBER 2020 10 01 | 2023 INTERVIEW ULCO VERMEULEN GASUNIE
‘Hadden we in Europa al twintig LNGterminals gehad, dan was de gasprijs niet zo omhooggeschoten.’
ULCO VERMEULEN DIRECTEUR BUSINESS DEVELOPMENT GASUNIE

In tegenstelling tot elektriciteit moet een volledig nieuwe keten worden opgetuigd, inclusief producenten van duurzame stroom en waterstof en ook afnemers. In de industrie is al een grote markt voor waterstof, maar er zijn ook markten die nog volledig moeten worden ontwikkeld, bijvoorbeeld zwaar transport op waterstof. ‘Niemand in de hele keten kan het alleen. De kunst is dat alle plannen aan elkaar worden geschakeld.’

Daarvoor is urgentie nodig en regie. Misschien zoals indertijd bij de aanleg van het gasnet in Nederland. In relatief korte tijd is een halve eeuw geleden het hele land aangesloten. ‘Ik ben ervan overtuigd dat voor de huidige transitieopgave ook een soortgelijk gevoel van urgentie kan terugkomen.’

Ammoniak

Aan Gasunie zal het niet liggen. Ondanks het hectische jaar zijn de voorbereidingen voor de aanleg van een waterstofnet onverminderd doorgegaan. Eerst binnen de industriële clusters, denk aan de pijpleiding tussen de Maasvlakte en Pernis, en vervolgens zijn de verbindingen tussen de industriële clusters aan de beurt.

Ook denkt het gastransportbedrijf al na over de import van waterstof. Uiteindelijk kan er een internationale markt ontstaan, met overzeese aanvoer van betaalbare groene waterstof uit verre, veelal zonovergoten gebieden, waar de productie van zonne-energie nu al richting één eurocent per kilowattuur gaat. De uitdaging is het transport over grote afstanden. Vooral ammoniak als drager van de waterstof krijgt momenteel veel aandacht. Ook Gasunie speelt daarop in met bijvoorbeeld plannen voor de bouw van een ammoniakterminal op de Maasvlakte, samen met HES International en Vopak. Maar volgens Vermeulen is ammoniak niet de oplossing voor alles. ‘Ammoniak is als drager vooral interes-

sant voor havens waar de vervolgindustrie er ook wat mee kan, als grondstof. Denk aan Rotterdam of Zeeland. Maar het is niet de enige oplossing die we onderzoeken. Voor de Eemshaven is ammoniak weer minder interessant.’

Stuk grond

Toch denkt Vermeulen dat de Eemshaven een groot Europees waterstofknooppunt wordt. ‘Het heeft een uitstekende ligging aan de Noordzee, er is ruimte, er ligt al veel gasinfrastructuur en ook Zuidwen-

ding ligt dichtbij, waar in de toekomst veel waterstof kan worden opgeslagen in zoutcavernes.’

Voor overzees transport van waterstof is het logisch dat daar naar andere opties wordt gekeken. ‘We onderzoeken verschillende mogelijkheden waaronder vloeibaar waterstof of andere waterstofdragers dan ammoniak. Of we eerst in de Eemshaven pilotinstallaties daarvoor gaan bouwen? Dat zou inderdaad heel goed kunnen.’

Achter de kade waar nu de drijvende LNG-terminal ligt, heeft Gasunie niet voor niets een stuk grond gekocht. De terminal ligt daar tijdelijk. De huur loopt over vijf jaar af. Dat op het land tegen die tijd een waterstof-importterminal is verrezen, is zeker denkbaar. Echter in welke vorm geïmporteerde waterstof daar dan komt, is dus nog ongewis.

industrie linqs SEPTEMBER 2020 11 01 | 2023
‘Als Gasunie hebben we natuurlijk de focus op waterstof. En we zijn maar een schakel. It takes a whole chain to tango.’
ULCO VERMEULEN DIRECTEUR BUSINESS DEVELOPMENT GASUNIE

Contouren van de waterstoftransitie in vijf beelden

Waterstof is hot, en met name de groene variant. Toch staat de productie van waterstof via elektrolyse uit water nog in de kinderschoenen. De grootste groene waterstof-installatie in Nederland heeft een vermogen van slechts 1 megawatt (Zuidwending). De aangekondigde gigawatts aan productiecapaciteit staan er voorlopig nog niet. Toch worden de contouren van de industriële waterstoftransitie in Nederland en België steeds zichtbaarder.

Dat de energie- en grondstoffentransitie een grote verandering van de procesindustrie in Nederland en België met zich meebrengt, moge duidelijk zijn. Waterstof kan daarbij een belangrijke rol spelen, naast onder meer elektrificatie en circulaire en biogebaseerde koolstofbronnen. Waar waterstof in de publieke discussie vooral wordt gezien als energiedrager, is de rol van waterstof als chemische bouwsteen in de industrie al decennialang essentieel. Slaagt de industrie erin om het komende decennium een groot deel van de waterstofvraag emissieloos te maken, dan wordt er al een enorme stap gemaakt in de gewenste industriële transformatie. Met vijf beelden en korte artikelen wil Industrielinqs Magazine een globale situatieschets geven van waar de industrie in Nederland en Vlaanderen nu staat en wat op verschillende terreinen de volgende stappen zijn.

Beeld 1: Systeembenadering

Begin november 2022 werd bekend dat RWE de biedingenstrijd had gewonnen voor de bouw van een groot windmolenpark voor de kust van IJmuiden. Maar daar blijft het niet bij. Het energiebedrijf benadert de investering vanuit een veel groter systeem. Zo is onder andere de bouw van een 600 MW groene waterstoffabriek ook onderdeel van het plan.

industrie linqs SEPTEMBER 2020 12 01 | 2023 THEMA WATERSTOF
BEELD: RWE
Het windpark Hollandse Kust West bestaat uit twee kavels. Het kavel van RWE heeft in de toekomst een vermogen van 700 MW.

Het windpark Hollandse Kust West bestaat uit twee kavels die ruim vijftig kilometer uit de kust bij IJmuiden liggen. Het kavel van RWE heeft in de toekomst een vermogen van 700 MW. Naast een bieding van vijftig miljoen euro, wist RWE te overtuigen met extra investeringen die de transitie samen met de offshore wind een stevige impuls moeten geven. Zo wil het energieconcern onder meer 600 MW vermogen gebruiken voor de productie van groene waterstof.

In de Eemshaven was al een waterstoffabriek gepland van 50 MW, die straks groene stroom krijgt van RWE’s plaatselijke windpark Westereems. Maar de ambities reiken veel verder. Nu RWE de bieding voor Hollandse Kust West heeft gewonnen, komt de bouw van een waterstoffabriek van maar liefst 600 MW een flinke stap dichterbij. De kans dat die in de Eemshaven terecht komt, lijkt groot.

Waterstof uit afval

RWE lijkt ook op andere vlakken de systeembenadering te omhelzen. Bijvoorbeeld met het Furec-project op het Limburgse industriepark Chemelot, waarbij het concern

afval wil omzetten in waterstof en andere chemische bouwstenen. Als onderdeel van het project wil RWE een voorbehandelingsinstallatie bouwen in het nabijgelegen Zevenellen. Hier zet het concern straks niet-recyclebaar vast huishoudelijk afval om in brandstofpellets.

De pellets worden vervolgens in een tweede RWE-fabriek omgezet in waterstof. Deze zal het bedrijf bouwen op het industrieterrein Chemelot in Limburg. De fabriek zal naar verwachting 54.000 ton waterstof per jaar produceren. Potentiële industriële afnemers van het waterstof zijn er genoeg op het industriepark. Levering aan Rotterdam en het Ruhrgebied is in de toekomst ook denkbaar. De bij de waterstofproductie vrijkomende CO₂ wordt afgevangen en kan worden opgeslagen of in de toekomst als grondstof worden gebruikt door de industrie.

Als het aan RWE ligt, is dit project de eerste in een reeks. Ook in andere industriële clusters kunnen dergelijke installaties en infrastructuur voor een enorme, circulaire stap zorgen. Afgelopen januari kende het Innovatiefonds van de Europese Unie 108 miljoen euro toe aan het Furec-project.

Beeld 2: Waterstofproductie op zee

Waterstofproductie op zee heeft een belangrijk voordeel. Door windenergie direct in waterstof om te zetten, kan bestaande gasinfrastructuur onder de Noordzee worden hergebruikt voor waterstoftransport. Inmiddels experimenteert het consortium PosHYdon al met offshore productie van waterstof.

Op het Q13a-A platform van Neptune Energy ontwikkelt het PosHYdon consortium een pilot voor de productie

van groene waterstof. De samenwerking bestaat uit Nel Hydrogen, InVesta, Hatenboer, Iv-Offshore & Energy, Emerson Automation Solutions, Nexstep, TNO, Neptune Energy, Gasunie, Noordgastransport, Nogat, Deme Offshore, Taqa en Eneco.

Dit jaar afronden

Het Q13a-A platform ligt op zo’n dertien kilometer voor de kust van Scheveningen. De bestaande olie- en gasinstallaties worden uitgebreid met een elektrolyzer die zeewater, na demineralisatie, omzet in groene waterstof met elektriciteit van een naastgelegen windmolenpark. De waterstof wordt met

industrie linqs SEPTEMBER 2020 13 01 | 2023 FOTO: NEPTUNE ENERGY
Op het Q13a-A platform van Neptune Energy ontwikkelt het PosHYdon consortium een pilot voor de productie van groene waterstof.

aardgas gemengd en via bestaande gasleidingen naar land getransporteerd.

De pilotinstallatie krijgt een vermogen van 1 MW en kan straks maximaal 400 kilo groene waterstof per dag produceren. Voordat de installatie naar het offshore platform wordt vervoerd, zal deze aan land worden getest. Neptune Energy verwacht de tests dit jaar af te ronden.

Opschalen

Het H2opZee consortium wil offshore productie van groene waterstof opschalen, op grond van de bevindingen bij PosHYdon. Het is de bedoeling dat er een elektrolyzer van 300 tot 500 MW elektrolysecapaciteit ver in de Noordzee

komt, aangedreven door een speciaal hiervoor ontwikkeld offshore windpark. De waterstof komt vervolgens via een pijpleiding aan land. De pijpleiding heeft een capaciteit van 10 tot 12 gigawatt en is al geschikt voor de uitrol van groene waterstofproductie op gigawatt-schaal in de Noordzee.

Energie-eilandjes

Als na 2030 een volwassener waterstofmarkt ontstaat, kunnen zelfs energie-eilanden worden aangelegd. Deze vormen een energiehub in de Noordzee voor zowel elektriciteit als waterstof. Behalve energietransport, zouden de eilanden ook energieopslag kunnen faciliteren.

Beeld 3: Vlaamse voorzichtigheid

De afgelopen jaren volgden de waterstofaankondigingen in Nederland elkaar in ras tempo op. Bij al dat “geweld” bleef het relatief stil in Vlaanderen. Toch kwam in juni 2022 vanuit de Antwerpse haven ook een grote aankondiging. Het Amerikaanse Plug Power wil een 100 MW groene waterstoffabriek bouwen in het NextGen District, een hotspot voor circulaire economie.

Volgens CEO Jacques Vandermeiren van Port of AntwerpBruges ziet ook Vlaanderen volop mogelijkheden voor waterstof. Alleen schreeuwen Vlamingen het minder hard van de daken. Vandermeiren daarover in een interview in mei 2022: ‘Sowieso zijn we wat bescheidener in onze

aankondigingspolitiek. We wachten met aankondigingen tot het moment dat er meer zekerheid is over de investeringen. Maar ook wij zijn actief aan het onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. En er zijn verschillende interessante gesprekken.’

Import

Toch begint de Belgische overheid zich ook steeds meer in duidelijkere taal uit te spreken. Zo kondigde de federale regering in oktober 2022 aan de komende jaren sterk in te zetten op waterstof. Lokale productie, import, verwerking en export moeten ervoor zorgen dat Port of Antwerp-Bruges een grote Europese waterstofhub wordt.

België heeft onvoldoende ruimte om de benodigde hoeveelheden groene waterstof zelf te produceren. De lokale

industrie linqs SEPTEMBER 2020 14 01 | 2023 THEMA WATERSTOF
BEELD: PORT OF ANTWERP-BRUGES
Plug Power heeft een concessieovereenkomst getekend voor de bouw van een 100 MW waterstoffabriek in het Antwerpse NextGen District.

productie zal daarom moeten worden aangevuld met import van groene waterstof uit regio’s die voldoende zon en wind alsook ruimte in overvloed hebben. Het havengebied rondom Antwerpen krijgt een sleutelrol bij de import van groene waterstof en waterstofdragers als ammoniak en methanol. Via diverse transportmodi – pijpleidingen, spoor en binnenvaart – worden waterstof en waterstofdragers straks getransporteerd naar het Europese achterland. Hierbij is infrastructuur, zoals open access waterstofpijpleidingen en -terminals, essentieel. Daarom werkt de haven aan de uitbreiding van de terminalcapaciteit voor bestaande en nieuwe waterstofdragers op beide haventerreinen. Bovendien financiert de regering een netwerk van waterstofpijpleidingen die tegen 2028 de havens verbindt met de Belgische industriegebieden en Duitsland.

Plug Power

Maar er zijn ook mogelijkheden voor waterstofproductie in de haven van Zeebrugge. De aanwezigheid van windmolenparken

en aardgasinfrastructuur maken van Zeebrugge de gewenste locatie voor de bouw van een fabriek voor de productie van groene waterstof.

En zoals gezegd is de eerste grote investering al aangekondigd. Het Amerikaanse bedrijf Plug Power in Antwerpen heeft een dertigjarige concessieovereenkomst getekend voor de bouw van een 100 MW waterstoffabriek in het NextGen District, een hotspot voor circulaire economie.

De bouw van de fabriek zal naar verwachting eind 2023 beginnen. De eerste productie van groene waterstof wordt eind 2024 verwacht en de inbedrijfstelling van de fabriek zal in 2025 plaatsvinden. Aan deze bouw zit ook een Nederlands tintje. Het voormalig Nederlandse Frames speelt een belangrijke rol bij de systeemintegratie van de fabriek. Plug Power nam eind 2021 system integrator Frames over als waardevolle aanvulling op het bedrijf. Jordi Zonneveld van het nieuwe Plug-onderdeel: ‘Wij brengen verschillende installaties bij elkaar tot een volwaardige fabriek. En die expertise was bij Plug Power nog onvoldoende aanwezig.’

Beeld 4: Aanleg nieuwe waterstofnetten

Voor een belangrijke rol voor waterstof is een goede infrastructuur van groot belang. Maar een Nederlandse en Vlaamse waterstof-backbone is er voorlopig nog niet. Laat staan een Europese. Daarom begint Gasunie-dochter HyNetwork Services (HNS), die liever spreekt over een waterstofnetwerk, eerst aan een verbinding tussen de grote

Nederlandse industrieclusters. Als onderdeel daarvan gaat HNS in samenwerking met Havenbedrijf Rotterdam een 32 kilometer lange waterstofleiding aanleggen tussen de Maasvlakte en Pernis.

De eerste klant van de waterstofleiding in het Rotterdamse havengebied wordt het waterstofproject Holland Hydrogen I van Shell. De 200 MW waterstoffabriek op de Maasvlakte gaat

industrie linqs SEPTEMBER 2020 15 01 | 2023
De buizen voor de 32 kilometer lange waterstofleiding tussen de Maasvlakte en Pernis liggen klaar. FOTO: GASUNIE

vanaf 2024/2025 met stroom van offshore windpark Hollandse Kust (noord) groene waterstof produceren. Begin van de zomer 2022 nam Shell de definitieve investeringsbeslissing voor de bouw van deze waterstoffabriek op de Maasvlakte. Op haar site in Pernis gebruikt Shell grote hoeveelheden waterstof, met name om brandstoffen te ontzwavelen. Ook bij het voornemen van Shell om de fossiele aanvoer steeds meer te vervangen door circulaire en biogebaseerde grondstoffen, zal waterstof een belangrijke rol blijven spelen.

Drie fases

De leiding wordt onderdeel van het landelijke Nederlandse waterstofnetwerk dat, inclusief verbindingen naar het buitenland en de locatie voor waterstofopslag, naar verwachting vanaf 2027 operationeel is. In Nederland willen 59 bedrijven gebruikmaken van een waterstofinfrastructuur. Zo blijkt uit een Kamerbrief over de ontwikkeling van het transportnet voor waterstof van 29 juni 2022. De helft wil gas leveren terwijl de andere helft het gas wil inzetten in zijn processen.

Het net zal, zoals het er nu naar uitziet, in drie fases worden gerealiseerd. In de eerste fase zullen de grote industriële clusters aan de kust worden aangesloten met de opslag in Noord-Nederland en met het buitenland (Duitsland en België). Denk aan Rotterdam, de Eemsdelta, het Noordzeekanaalgebied en de procesindustrie in Zeeland. Zij kunnen dan waterstof van windparken gebruiken in hun processen. Deze fase zou rond 2025 of 2026 gereed moeten zijn. In de tweede fase zal ook het binnenlandse cluster Chemelot worden aangesloten. Dit zou rond 2027 of 2028 klaar moeten zijn. In de derde en laatste fase sluit HNS het netwerk met een leiding tussen West- en Oost-Nederland.

Bestaande leidingen

Bij de ontwikkeling van het waterstofnetwerk gebruikt HNS vooral bestaande leidingen die beschikbaar komen omdat er in de komende jaren steeds minder aardgastransport is. Circa 85 procent van het landelijke netwerk zal bestaan uit hergebruikte aardgasleidingen. Na de derde fase kunnen op deze manier nog meer gebruikers en producenten worden aangesloten.

Beeld 5: Conversiepark op de Maasvlakte

De industriële clusters aan de kust hebben de beste papieren als het gaat om productie – en ook import – van groene waterstof. Daar komen de gigawatts aan offshore geproduceerde windenergie aan land en zijn grote klanten binnen handbereik. Reden voor het Havenbedrijf Rotterdam om op de Maasvlakte ruimte te creëren voor een speciaal park waar verschillende partijen waterstof kunnen produceren.

Het gaat om een stuk grond van 24 hectare. Hier komt een conversiepark dat groene stroom van offshore windparken

omzet in groene waterstof, zuurstof en warmte. De locatie vormt een goede aanlandingsplaats voor de windparken die medio 2023 (Hollandse Kust Zuid - 1,4 GW) of richting 2030 (IJmuiden Ver - 2 GW) in gebruik worden genomen. Daarnaast is nog 4 GW in ontwikkeling, wat de totale potentie voor aanlanding op de Maasvlakte brengt op 7,4 GW.

Kabelbed

Hoe dichter de conversie bij de parken plaatsvindt, hoe goedkoper het elektriciteitstransport wordt. En hoe meer het park de netbeheerder ontlast. Het Havenbedrijf voerde al een studie uit naar de infrastructuurbehoefte voor groene waterstof en concludeerde dat daarvoor een 48 meter breed kabelbed

industrie linqs SEPTEMBER 2020 16 01 | 2023 THEMA WATERSTOF
FOTO: WIM RAAIJEN
Havenbedrijf Rotterdam heeft op de Maasvlakte ruimte gecreëerd voor een speciaal park waar diverse partijen waterstof kunnen produceren.

nodig was of slechts zes meter pijpleiding om dezelfde energie te transporteren.

Contractueel verbonden

Verschillende partijen hebben zich al gemeld om waterstoffabrieken te bouwen op het conversiepark, waaronder Shell en Uniper. Shell is tot nu toe de enige die een investeringsbeslissing heef genomen met de bouw van Holland Hydrogen I, de 200 MW-installatie die de komende twee jaar wordt gebouwd. Overigens kiest Shell voor koppeling aan het offshore windpark dat het samen met Eneco bouwt, Hollandse Kust Noord. Hoewel de stroom ergens anders aanlandt, kent de netbeheerder de geproduceerde energie via power purchase agreements toe aan de waterstofproductie van Shell. Om voldoende elektriciteit in de Rotterdamse haven ook in de toekomst te kunnen blijven leveren, moet het hoogspanningsnetwerk wel worden verzwaard. Havenbedrijf Rotterdam onderzocht samen met Tennet en Stedin hoe het tegen de laagste maatschappelijke kosten kan uitbreiden.

WATERSTOF PROJECTEN

Wie: Air Liquide

Wat: 200 MW elektrolyzer

Waar: Terneuzen

Wanneer: 2024

Wie: Engie, OCI en EEW

Wat: 100 MW elektrolyzer

Waar: Eemshaven/Delfzijl

Wanneer: 2025

Wie: o.a. Gasunie en Shell

Wat: windpark en elektrolyzer

Waar: Eemshaven

Wanneer: 2040

Wie: HyCC en Port of Amsterdam

Wat: 500 MW elektrolyzer

Waar: Amsterdam

Wanneer: 2027

Wie: HyCC en BP

Wat: 250 MW elektrolyzer

Waar: Rotterdam

Wanneer: onbekend

Wie: HyCC en Tata Steel

Wat: 100 MW elektrolyzer

Waar: IJmuiden

Wanneer: onbekend

Het bij elkaar brengen van grootschalige productie (zoals aanlandingen van wind op zee) bij grootschalige afname (zoals het conversiepark) beperkt de benodigde verzwaringen. Ook als de afname contractueel verbonden zit aan een ander windpark. Als het op de Noordzee waait, leveren immers alle parken stroom.

H2-Fifty

Ook waterstofbedrijf HyCC en BP hebben plannen op het conversiepark. Zij sloten een joint development agreement voor het project H2-Fifty. De twee partijen willen dit jaar een finale investeringsbeslissing nemen over de bouw van de 250 MW elektrolyzer op de Maasvlakte. De groene waterstof van H2Fifty, maximaal 45.000 ton per jaar, zal worden ingezet om de raffinaderij van BP en andere industrieën in het havengebied te verduurzamen. De partners zijn momenteel bezig met het selecteren van de technologieleverancier, het detailleren van het ontwerp van de installatie en met milieustudies voor het vergunningentraject.

Air Liquide heeft vergevorderde plannen om een 200 MW elektrolyzer te bouwen in Terneuzen. Het project, ELYgator genaamd, integreert op een slimme manier twee verschillende elektrolysetechnologieën (PEM en alkaline) in één ontwerp. Als het project doorgaat, kan de installatie in 2024 beginnen met de productie van groene waterstof.

Engie, OCI en EEW werken samen aan een grootschalige op waterstof gebaseerde waardeketen in Noord-Nederland. De eerste fase van het HyNetherlands (HyNL) project bestaat uit een 100 MW elektrolyzer, die wordt aangedreven met 200 MW van offshore windturbines. Deze moet waterstof gaan produceren voor onder andere de productie van e-methanol uit biogeen CO2

Gasunie, Shell, RWE, Equinor en Eneco werken samen aan het project NortH2. Kern is de bouw van een enorm windpark in de Noordzee met een vermogen van tien gigawatt. En de bouw van een waterstoffabriek in de Eemshaven. De partners verwachten zo’n 800.000 ton groen waterstof per jaar te produceren in 2040. OCI is aan het project verbonden als afnemer van de waterstof.

HyCC en Port of Amsterdam hebben plannen voor de bouw van een groene-waterstoffabriek van 500 MW in Amsterdam: H2era. Deze zou in 2027 operationeel kunnen zijn. De fabriek wordt aangesloten op wind op zee via het hoogspanningsnetwerk van TenneT, waarmee belasting van het lokale netwerk wordt voorkomen.

HyCC en BP willen op de Maasvlakte in Rotterdam een 250 megawatt elektrolyser bouwen. De groene waterstof van H2-Fifty, maximaal 45.000 ton per jaar, wordt ingezet om de raffinaderij van BP en andere industrieën in het havengebied te verduurzamen.

HyCC en Tata Steel willen een 100 MW elektrolyser op het terrein van Tata Steel in IJmuiden bouwen. Deze gaat – naast zuurstof – maximaal 15.500 ton waterstof per jaar produceren. Het project heeft de naam H2ermes gekregen.

industrie linqs SEPTEMBER 2020 17 01 | 2023

The collective KIVI membership

Your employees up to date

Good employership starts with happy employees, who are motivated, challenged and upto-date. In our present time with technological developments at top speed, innovations and transformations professional agility is paramount. Would you, as an employer like to  make a structural contribution to the technical development of your employees? Consider a collective membership at the Royal Netherlands Society of Engineers (KIVI: Koninklijk Instituut Van Ingenieurs). Sign up ten (or more) of your top engineers and they can immediately benefit from all advantages the largest engineering platform in the Netherlands has to offer.

Wie: HyCC en Gasunie

Wat: 20 MW elektrolyzer

Waar: Delfzijl

Wanneer: 2024

Wie: HyCC en SkyNRG

Wat: 40 MW elektrolyzer

Waar: Delfzijl

Wanneer: 2025

Wie: Lhyfe

Wat: 200 MW elektrolyzer

Waar: Delfzijl

Wanneer: 2026

Wie: Ørsted

Wat: 500 MW elektrolyzer

Waar: Zeeland

Wanneer: onbekend

Wie: Ørsted

Wat: 100 MW elektrolyzer

Waar: Sluiskil

Wanneer: onbekend

Wie: Plug Power

Wat: 100 MW elektrolyzer

Waar: Antwerpen

Wanneer: 2024

Wie: RWE

Wat: 600 MW elektrolyzer

Waar: onbekend

Wanneer: onbekend

Wie: RWE

Wat: 50 MW elektrolyzer

Waar: Eemshaven

Wanneer: 2025

Wie: Shell

Wat: 200 MW elektrolyzer

Waar: Tweede Maasvlakte

Wanneer: 2025

Wie: Uniper

Wat: 100 MW elektrolyzer

Waar: Rotterdam

Wanneer: onbekend

HyCC en Gasunie werken samen aan het waterstofproject Djewels. De partners installeren een twintig megawatt elektrolyzer in Delfzijl voor de productie van waterstof als basis voor groene methanol. Eind 2022 nemen de partners een investeringsbeslaissing over het project. Ze willen de installatie eind 2024 operationeel hebben.

In het project H2eron werkt HyCC samen met SkyNRG om een waterstoffabriek van 40 MW in Delfzijl te bouwen. SkyNRG neemt de waterstof af om te gebruiken voor de productie van kerosine. Een definitieve beslissing moet nog worden genomen, maar doel is om in 2024 te beginnen met de bouw van de fabriek, zodat in 2025 de eerste waterstof kan worden geleverd.

Lhyfe wil een waterstoffabriek met een capaciteit van 200 megawatt bouwen in Delfzijl, die voor de elektrolyse gebruik zal maken van offshore windenergie. De installatie krijgt een jaarlijkse productiecapaciteit van meer dan 20 kiloton groene waterstof. De ingebruikname van de groene waterstofinstallatie is ten vroegste gepland voor 2026.

Ørsted wil in twee fasen een elektrolysecapaciteit van 1 GW realiseren. Het bedrijf wil die koppelen aan een groot windmolenpark (2GW) in het Nederlandse deel van de Noordzee. In een eerste fase gaat het om 500 MW aan elektrolysecapaciteit. De ontwikkeling van deze fase begint zodra de regelgeving en een regionaal waterstofnetwerk klaar is.

Ørsted en Yara willen in Sluiskil samen groene ammoniak gaan produceren. Een 100 megawatt elektrolyzer moet de windenergie van Ørsted omzetten in groene waterstof, waarmee Yara zo’n 75.000 ton groene ammoniak per jaar kan maken, en vervolgens groene meststoffen.

Het Amerikaanse Plug Power wil een 100 megawatt groene waterstoffabriek bouwen in de Antwerpse Haven. De bouw van de fabriek begint na afronding van het vergunningsproces, naar verwachting eind 2023. De eerste productie van groene waterstof wordt eind 2024 verwacht.

Wie: VoltH2

Wat: 50 MW elektrolyzer

Waar: Delfzijl

Wanneer: 2025

RWE wil 600 megawatt vermogen van offshore windpark Hollandse Kust West gebruiken voor de productie van groene waterstof. Al eerder gaf het concern aan project Eemshydrogen, een 50 MW elektrolyzer in de Eemshaven, op termijn te willen uitbouwen tot een vermogen van 600 MW. De kans dat de 600 MW elektrolyzer in de Eemshaven terecht komt, lijkt dus groot.

Het project Eemshydrogen van RWE omvat de bouw van een 50 MW-elektrolyzer in de Eemshaven met een directe aansluiting op windpark Westereems van RWE. Als RWE in 2023 een definitieve investeringsbeslissing neemt, kan het in 2025 groene waterstof produceren. BioMCN is dan de eerste klant. Mogelijk neemt Evonik ook groene waterstof af.

Shell bouwt een 200 MW elektrolyzer op de Tweede Maasvlakte in de Rotterdamse haven, de Holland Hydrogen I. De waterstoffabriek kan straks 60 ton waterstof per dag produceren met energie van het windmolenpark Hollandse Kust (noord). Naar verwachting is de fabriek in 2025 operationeel.

Uniper wil groene waterstof gaan produceren op haar Maasvlakte-locatie. Het bedrijf onderzoekt de mogelijkheden van een elektrolyse-installatie die om te beginnen een capaciteit van 100 MW krijgt. In de verdere toekomst kan de capaciteit groeien naar 500 MW. Een investeringsbeslissing volgt in 2022

Naast de aankondiging van twee Zeeuwse waterstoffabrieken in Vlissingen en Terneuzen heeft VoltH2 ook plannen voor een 50 MW elektrolyzer in Delfzijl. De fabriek vereist een investering van 80 tot 100 miljoen euro. Als alles volgens plan verloopt, begint de bouw in 2024.

industrie linqs SEPTEMBER 2020 19 01 | 2023

‘Waterstofeconomie vraagt om opschaling ammoniakterminals’

Om Nederland in 2050 klimaatneutraal te maken, moeten er forse stappen worden gezet. Groene ammoniak speelt hierin een belangrijke rol als schone brandstof en als drager van waterstof voor transport en opslag. Om de klimaatdoelstelling te halen, moet in 2050 zo’n vijftig procent van de waterstofbehoefte worden geïmporteerd uit landen waar veel zon en wind is. Dit vereist een sterke uitbreiding van terminals voor de opslag en het transport van groene ammoniak.

Het in Schiedam gevestigde Proton Ventures is al 21 jaar actief in engineering en bouw van waterstof- en ammoniakinstallaties. Ammoniak wordt nu nog vooral gebruikt in de kunstmestindustrie. Echter, groene ammoniak wordt sinds een jaar of vier ingezet als brandstof en drager van waterstof. Paul Baan, CEO van Proton Ventures, ziet een belangrijke rol voor groene ammoniak weggelegd in de energietransitie. ‘De energiedichtheid van ammoniak is hoger dan die van waterstof en je kunt het eenvoudiger transporteren en opslaan voor een lange periode.’

Naast de voordelen zijn er ook vragen over de veiligheid van ammoniak.

‘Proton heeft jarenlange ervaring met ammoniak en met de strenge wereldwijde veiligheidsrichtlijnen. Het voordeel ten opzichte van waterstof is dat het veel minder explosiegevoelig is’, aldus Baan. Er is volgens hem geen beter alternatief als drager van waterstof. ‘De energiedichtheid van ammoniak is het hoogste ten opzichte van andere groene opties. Bij het terugkraken van ammoniak naar waterstof resteert er met de huidige technologie een rendement van ongeveer 75 procent. Daarnaast kan groene ammoniak ook worden gebruikt als directe brandstof. Zo ontwikkelen aandrijfleveranciers in de scheepvaart al motoren die draaien op ammoniak,

en kan ammoniak dienen als brandstofvervanger voor kolencentrales.’

Pilot Marokko

Op dit moment worden er wereldwijd veel projecten op het gebied van groene waterstof en ammoniak ontwikkeld. De uitdagingen zijn groot en complex. Proton ontwikkelt een aantal van deze projecten en is al vier jaar met partners betrokken bij de opzet van een groene ammoniakfabriek in Jorf Lasfar in Marokko die begin 2024 in bedrijf moet zijn. ‘Het is een pilotproject met de technische universiteit UM6P, IRESEN – een technisch onderzoekscentrum, een soort TNO van Marokko – en OCP.

Proton Ventures

pioniert al sinds

2001 in de (groene) ammoniakindustrie. Het bedrijf levert innovatieve engineering en turnkey oplossingen voor opslagterminals van wereldformaat, ammoniakproductie-eenheden en andere gerelateerde procestoepassingen. Dit kan van concept tot operationele faciliteiten. Proton Ventures biedt adviesondersteuning, projectontwikkelingsmanagement, haalbaarheids- en FEED-studie engineeringdiensten tot en met de daadwerkelijke EPC-werken.

industrie linqs SEPTEMBER 2020 01 | 2023 20 BRANDED CONTENT PROTON VENTURES
FOTO: PROTON VENTURES

De fabriek moet een researchcentrum voor technologie worden en een plek voor het testen van toekomstige technologieën in onder andere de elektrolysemarkt. De bedoeling is om bij succes de pilot verder op te schalen.’

In de pilotfabriek wordt onderzocht hoe de productie van groene ammoniak verloopt bij wisselend aanbod van wind- en zonne-energie. Baan: ‘Normaal gesproken wordt waterstof en ammoniak gemaakt op basis van een continue energiestroom, maar nu heb je te maken met fluctuerende profielen. Er komt een simulator waarmee we elk wind- en zonprofiel kunnen nabootsen. Daarmee kunnen we zien hoe de installatie werkt en wat de bottlenecks zijn voor de verschillende componenten zoals waterstofopslag, elektrolyse en de ammoniakfabriek. Allemaal bewezen technologie, maar de samenstelling en het laten draaien op verschillende zonen windprofielen is nieuw.’

Ammoniak-hubs

Om het gebruik van waterstof/ammoniak op te schalen, moeten er meer exporthubs komen. Naast het project in Marokko is Proton ook bezig met het ontwikkelen van grote fabrieken (productiecapaciteit van één miljoen ton ammoniak of meer) in Brazilië en Oman. En er zitten in Egypte en Chili nog meer projecten in de pijpleiding. ‘De mogelijkheden voor nieuwe ammoniak-hubs bevinden zich vooral op locaties waar goede zon- en windcondities zijn en die anders zijn dan de huidige grote energiemarkten. Deze projecten vergen grote investeringen; afhankelijk van de productiecapaciteit 1,5 tot 4 miljard euro. Door goed te kijken naar de lessen die we uit de pilot leren, proberen we de

toekomstige investeringen naar beneden te brengen.’

Afnamegarantie

Om groene ammoniak tot een succes te maken, zijn er afnemers nodig. En hoewel er veel over groene waterstof en ammoniak wordt gesproken, blijven concrete plannen achter. ‘Het is een soort kip/ei-situatie’, aldus Baan. ‘De industrie wil vooruit maar niemand wil de eerste zijn. We bouwen een fabriek voor dertig jaar en we hebben langjarige contracten van 15 tot 25 jaar nodig. Je ziet dat klanten terughoudend zijn. Op dit moment is de ammoniakprijs erg hoog. Afnemers vragen zich af hoe de markt zich gaat bewegen. Om deze situatie te doorbreken, zou de overheid een afnamegarantie voor een paar jaar

nieuwe agile methodieken mogelijk om samen met de juiste partners sneller een project van de grond te krijgen. Door elkaars sterke punten te gebruiken, kun je versnellen.’

Dat geldt ook voor de technologie. ‘Je hebt onder andere elektrolyzers nodig en die zijn er nog niet voldoende, maar de capaciteit wordt uitgebreid. Ook terminaloperators kijken naar hun rol. Je ziet nu de first movers en nieuwkomers op de markt, consortia die zich focussen op groene energieopslag.’

Toekomst

De import van groene waterstof/ammoniak is op basis van de huidige energiekosten al concurrerend, maar Baan voorziet nog een enorme toename van de handel in ammoniak. ‘Die is nu vooral

kunnen afgeven om het verschil tussen inkoop en verkoop te subsidiëren. Dat is in het verleden ook met zonne- en windenergie gedaan om de bal aan het rollen te krijgen.’

Een andere bottleneck is snelheid. De manier waarop de schaalvergroting van waterstof en ammoniak wordt aangepakt, is volgens Baan een van de grote uitdagingen. ‘Hier is enorme snelheid nodig, maar het wordt gedaan met een “olie en gas” mentaliteit. Natuurlijk is veiligheid essentieel, maar er zijn

voor de productie van kunstmest, maar in de toekomst verwachten we vijftien tot twintig keer meer handel in ammoniak. Er blijft een onbalans tussen de locaties waar groene energie wordt gebruikt en de locaties waar deze groene energie wordt opgewekt. Er zal dus altijd transport van energie plaatsvinden. Er zijn dan ook meer exporthubs en export- en importterminals voor opslag nodig. De haven van Rotterdam is al zeer actief met diverse importterminals, en andere zullen volgen.’

industrie linqs SEPTEMBER 2020 21 01 | 2023
‘Natuurlijk is veiligheid essentieel, maar er zijn nieuwe agile methodieken mogelijk om samen met de juiste partners sneller een project van de grond te krijgen.’
Paul Baan CEO Proton Ventures

‘Van de armen naar het hoofd en andersom’

De eerste uitdaging van Anne Arkenbout als operations manager was het ontvlechten van het productieteam van de chloorfabriek van Nobian en dat van de MCA-fabriek van Nouryon in Delfzijl. Komend jaar kan ze zich met het team meer richten op innovatieve verduurzamingsprojecten. ‘En daar heb je de juiste mensen voor nodig. Dat is misschien wel de grootste uitdaging.’

De plantmanager

In deze rubriek ‘De plantmanager’ laten wij elke keer een andere plant of site manager aan het woord over zijn werk, visie en bedrijf. Hoe lukt het hen om succesvol te zijn en kunnen ze anderen daarin inspireren? Kent u interessante plantmanagers? Mail dan naar redactie@industrielinqs.nl

Wie de toekomst van de chemische industrie wil verkennen, zou eens een kijkje kunnen nemen bij Nobian op het Chemie Park Delfzijl. En met name bij het Membraan Elektrolyse Bedrijf (MEB). In een grote hal met elektrolyzers produceert het chemiebedrijf chloor, natronloog en waterstof uit pekel. Powerto-X is dus niet alleen toekomstmuziek, het gebeurt al in de chloorproductie.

Bovendien kan Nobian met haar chloorfabrieken in Rotterdam en Delfzijl ook claimen dat het momenteel een grote producent van groene waterstof in Nederland is. Voorheen was waterstof slechts een bijproduct van de chloorproductie, maar het is inmiddels een zeer gewilde chemische bouwsteen en energiedrager. En helemaal nu de Nederlandse fabrieken van Nobian op duurzaam opgewekte stroom draaien, waardoor de geproduceerde waterstof met recht het predicaat groen mag dragen.

Goed ingespeelde vrienden

Aan het roer van de chloorfabriek in Delfzijl staat Anne Arkenbout. In 2021 begon ze bij de fabriek als productiemanager en sinds vorig jaar stuurt ze de hele plant aan. Een uitdagende periode, niet alleen vanwege Covid. De teams van de monochloorazijnzuur-fabriek (MCA) en MEB op de site waren net samengevoegd en geïntegreerd toen het nieuwe bedrijf Nobian zich afsplitste van Nouryon. MCA bleef bij Nouryon en MEB werd Nobian. ‘We moesten de teams weer ontvlechten’, vertelt Arkenbout. ‘We hadden daardoor ook meer mensen nodig. We konden immers minder profiteren van synergievoordelen, die juist het doel vormden van de samenvoeging. De bemensing was echt een grote uitdaging en het moest ook nog eens in korte tijd gebeuren. Echt een emotionele rollercoaster. Niet alleen voor mij, maar zeker ook voor het hele team.’

Tot nu toe ging heel veel van al haar aandacht naar het team en onder andere de samenwerking met Nouryon. Er ontstond weliswaar een nieuwe, commerciële relatie, maar op operationeel vlak is de scheiding minder rigoureus. Arkenbout: ‘Operationeel is het juist heel goed om close samen te werken. Ook voor de business is het uiteindelijk beter om goed op elkaar ingespeelde vrienden te zijn.’ Dat geldt natuurlijk ook voor Teijin Aramid, Delamine en Lubrizol, andere belangrijke klanten op het Chemie Park Delfzijl.

Juiste mensen

Dit jaar komt er weer meer ruimte voor andere projecten, onder andere op het gebied van verduurzaming. ‘Het gaat hier meteen om enorme hoeveelheden energie. Als we ons

industrie linqs SEPTEMBER 2020 22 01 | 2023 PLANTMANAGER ANNE ARKENBOUT NOBIAN DELFZIJL

kunnen richten op interessante verbeterprojecten, kunnen we op relatief korte termijn het energieverbruik van duizenden huishoudens besparen. Maar dan moeten we wel de juiste mensen aan boord krijgen. Er is namelijk nauwelijks meer sprake van laaghangend fruit, dus zullen projecten complexer worden, en daar heb je de juiste mensen voor nodig. Dat is misschien wel de grootste uitdaging.’

Goede opstap

Het voordeel is wel dat Anne Arkenbout en verschillende mensen om haar heen ruime ervaring hebben met energieprojecten. Tot twee jaar geleden was ze productiemanager van de energiecentrale Delesto op Chemie Park Delfzijl. Na acht jaar in de mottenballen werd de 343 megawatt gasgestookte centrale Delesto 2 eind 2020 in bedrijf genomen als start-stopinstallatie voor de levering van elektriciteit aan het openbare net op piekmomenten. Als oplossing voor de grillen in de productie van duurzame energie. Bijvoorbeeld als de zon nauwelijks schijnt en het nagenoeg windstil is, kan de installatie snel worden opgestart om toch op de stroomvraag te kunnen reageren. Toen de ombouw nagenoeg was voltooid, stapte Arkenbout met een deel van de crew over naar MEB. Eerst als interim, maar na een paar maanden als onderdeel van de vaste organisatie. ‘Delesto 2 was zeker een goede opstap voor MEB.’

Indampen

Daar ziet ze inmiddels een paar interessante verbeteropties. Elektriciteit lijkt daarbij een nog belangrijkere rol te krijgen. Naast elektrochemie is elektrificatie van de processen immers

een interessante optie om de chemische industrie verder te verduurzamen. In Delfzijl geldt dat bijvoorbeeld bij het indampen van het natronloog. Dat kost heel veel energie. Het zou een enorme stap zijn als Nobian dat proces kan verduurzamen. En er zijn al voorzichtige plannen. Arkenbout: ‘We werken twee plannen uit: een meertraps-indamping op basis van stoom en een volledige elektrificatie van dit proces.’

Wellicht kan de fabriek in Delfzijl daarbij leren van collega’s in Denemarken. In de zoutfabriek Dansk Salt aan de Deense Mariager Fjord nam Nobian onlangs een elektrische boiler in gebruik voor het drogen van zout. In de fabriek wordt jaarlijks 600.000 ton zout geproduceerd. Het bedrijf bespaart met de boiler significant op aardgas.

Creatief proces

Meer stroom gebruiken in plaats van stoom betekent ook dat de onbalans tussen vraag en aanbod op bepaalde momenten kan toenemen. Nobian kan echter ook onderdeel zijn van de

industrie linqs SEPTEMBER 2020 23 01 | 2023 FOTO’S: WIM RAAIJEN
‘We werken twee plannen uit: een meertraps-indamping op basis van stoom en een volledige elektrificatie van dit proces.’
ANNE ARKENBOUT OPERATIONS MANAGER NOBIAN DELFZIJL

www.muehlhan.nl

staalconservering – steigerbouw – rope access

Oplossing voor waterstof

De kracht van nieuwe energie activeren

Onze expertise voor industrialisatie en digitalisering

• Producten, systemen en oplossingen van elektrische verbindingstechniek tot Cloud

• Profiteer van onze jarenlange ervaring en competentie in de industrialisatie van oplossingen voor opwekking van energie uit hernieuwbare bronnen

• Veilige fabrieksoperatie dankzij onze certificeringscompetenties om aan internationale eisen te voldoen, zoals UL, IECEx, ATEX en meer Meer informatie:

www.weidmueller.com/hydrogen

Interesse in een afspraak? Bel 010-4264960
Muehlhan belooft en maakt waar Specialisten in staalconservering, steigerbouw en rope access
EEN MAN EEN MAN EEN WOORD EEN WOORD

oplossing. Naast de startstop-mogelijkheid van Delesto 2 heeft het bedrijf nog een ander instrument in handen, maar dan aan de vraagkant. In relatief korte tijd kan Nobian de chloorproductie verminderen. Aangezien het bedrijf een enorme stroomafnemer is, kan het de druk op het net wanneer nodig ook significant verlichten door deels af te schakelen. Het blijft wel puzzelen. Arkenbout: ‘Natuurlijk moeten we onze klanten wel kunnen blijven leveren. We hebben chlooropslag van ongeveer twee dagen als we volledig uitverkocht zijn. Helemaal naar nul productie gaan we ook niet gauw. Zeg dat we variëren tussen vijftig en honderd procent productie. Bij vijftig procent productie kunnen we vier dagen honderd procent blijven leveren.’

Het is een nieuwe dimensie voor de dagelijkse productie. ‘Nu al bepalen we per kwartier in de productie wat het meest efficiënt is. Het is een geweldig creatief proces. Menselijke intelligentie is daarbij heel belangrijk. In het team heb ik vier kennisdragers zitten op dit vlak. We dagen elkaar continu uit om het maximale eruit te halen, samen met de rest van het team. Van de armen naar het hoofd en andersom.’

Cultureel bepaald

Arkenbout is sowieso erg trots op het team. ‘Als organisatie zijn we eigenlijk net weer opnieuw begonnen. En de organisatie is veel platter dan voorheen. Als ik zie hoe de medewerkers hun verantwoordelijkheden oppakken, dan kan ik daar alleen maar

heel trots op zijn. En het geeft ook meteen een goede basis voor nieuwe projecten in dit jaar.’

Dat ze als vrouw in een mannenwereld werkt, heeft ze nooit als een issue ervaren. ‘Een divers team loont in de praktijk. En dat ik de eerste zwangere vrouw was die rondliep op de fabriek, maakt het ook weer heel leuk. Het wordt allemaal sowieso minder traditioneel. Vroeger was het heel normaal dat een plantmanager gemiddeld zestig uur per week maakte, maar dat is echt aan het veranderen. Ja, ik maak ook wel eens zestig uur, maar niet standaard. Dat kan ook niet.’ En dat geldt ook voor haar mannelijke collega’s.

Ze denkt dat nadruk op verschillen tussen mannen en vrouwen grotendeels cultureel is bepaald. ‘Ik heb sterk het idee dat die verschillen juist in Nederland worden geaccentueerd. In mijn tijd voor AkzoNobel in China hadden we het er helemaal niet over.’

industrie linqs SEPTEMBER 2020 25 01 | 2023
‘Nu al bepalen we per kwartier in de productie wat het meest efficiënt is. Het is een geweldig creatief proces.’
ANNE ARKENBOUT OPERATIONS MANAGER NOBIAN DELFZIJL

Capex-projecten in een tijd van snelle veranderingen

De stijgende energieprijzen, het terugdringen van de stikstofuitstoot, personeelstekorten en de veranderingen als gevolg van de Covid­pandemie hebben hun weerslag op bedrijfsinvesteringen in de procesindustrie. Bij de huidige volatiliteit is het moeilijk grote Capex­projecten – die van concept naar uitvoering toch al snel een doorlooptijd van twee jaar hebben – te plannen. Bedrijven zoeken dan ook intensief naar methoden om beter bestand te zijn tegen de invloed van deze externe factoren.

De consultants en engineers van Bilfinger Tebodin hebben dagelijks te maken met de toenemende onzekerheid in de markt. Tijdens een discussiebijeenkomst op de European Industry & Energy Summit 2022 boden Joost Zittema en Jeroen Triepels aan de hand van vragen van Wouter van Gerwen een kijkje in de keuken van Bilfinger Tebodin. Zij gaven aan waar zij tegenaan lopen bij klanten en hoe om te gaan met Capex-projecten in deze onzekere tijden.

Financiële voorspelbaarheid

Een belangrijk knelpunt bij grote projecten is de financiële voorspelbaarheid. Volgens Jeroen Triepels, regiodirecteur bij Bilfinger Tebodin, hebben klanten

moeite om voorspellingen te doen over de langetermijnkosten door volatiele energie- en transportprijzen en stijgende arbeidskosten. ‘Sinds begin 2021 zijn de equipmentkosten 16 procent gestegen en installatie- en bulkmaterialen zijn 31 procent duurder geworden. Ook contractors zijn moeilijker te plannen en als het lukt gebeurt dit tegen hogere prijzen. Je ziet de kosten toenemen gedurende een project. Wat gebeurt er met je businessmodel als er een substantiële verhoging plaatsvindt in de prijzen van bijvoorbeeld grondstoffen, transport, energie, personeel of emissierechten? Dat beïnvloedt de validiteit van de business case.’

Milieueisen

hún klanten moeten hieraan voldoen. ‘Duurzaamheid en circulariteit sijpelen vanuit de maatschappij steeds verder door in de productieketen. Denk aan de roep om minder verpakkingen of circulaire materialen. Bedrijven moeten hieraan voldoen om hun license to operate te behouden.’

Omgaan met complexiteit

Bilfinger Tebodin is een internationaal opererend advies­ en ingenieursbureau. Het bedrijf werkt samen met klanten en stimuleert innovatie met geïntegreerde consultancy­ en engineeringsoplossingen, gecombineerd met professioneel project­ en constructiemanagement. Bilfinger Tebodin kan een beroep doen op de ervaring, expertise en passie voor technologie van 1.600 professionele consultants en ingenieurs.

Daarnaast komen er ook meer en strengere milieueisen op bedrijven af. Joost Zittema, consultant Industrial Sustainability bij Bilfinger Tebodin, ziet dat er allerlei onbekende factoren zijn die de procesindustrie bedreigen en vaak leiden tot vertraging of zelfs uitstel van projecten. Voorbeelden zijn de invloed van steeds strenger wordende stikstofregels of het reduceren en beprijzen van de CO2-uitstoot. ‘Deze nieuwe regels leiden in de praktijk vaak tot uitstel van projecten en gedurende de wachtperiode worden de materialen duurder.’

De klanten van Bilfinger Tebodin zijn niet de enigen die te maken hebben met continu veranderende milieueisen, ook

Hoewel de externe factoren niet zijn te beïnvloeden of te controleren, kunnen we volgens Zittema wel de gevoeligheid voor veranderingen in deze externe factoren beoordelen. ‘Op basis van deze gevoeligheid, en de kostenverdeling, kunnen verschillende investeringsopties worden geëvalueerd. Het is hiermee ook mogelijk een bandbreedte voor de investeringskosten van de verschillende opties vast te stellen. Dit vormt de basis voor de uiteindelijke investeringsbeslissing. Deze gevoeligheidsanalyse maakt ook duidelijk wat de risico’s voor de business case zijn. Op basis hiervan kan actie worden ondernomen om risico’s te mitigeren. Gedurende de loop van een project worden risico’s en maatregelen regelmatig opnieuw geëvalueerd en afgestemd met de belanghebbenden.’

Dat laatste is erg belangrijk, stelt Zittema. ‘Je moet alle stakeholders integreren en op de hoogte houden van de stand van zaken van het project. Zo houd je ze op één lijn en betrokken. Wij volgen ook de trends en internationale

industrie linqs SEPTEMBER 2020 01 | 2023 26 BRANDED CONTENT BILFINGER TEBODIN

standaarden en maken voor belanghebbenden een duurzaamheidsplan. Daarbij focussen we ons op de totale life cycle van zowel het product als het productieproces.’

Cultuurverandering

Omgaan met onzekerheden vergt volgens Triepels een culturele verandering van lineair design denken naar een meer open benadering met constante verandering en kleine aanpassingen. ‘Traditionele projecten focussen zich op zo weinig mogelijk veranderingen.

De grote uitdaging in deze manier van werken is een goede samenwerking met iedereen in de keten. We organiseren daarom met de klant speciale workshops om iedereen betrokken en op de hoogte te houden.

Pitstop

Een van deze workshops is de zogenoemde Pitstop. Triepels: ‘In deze workshop bepalen we de succesfactoren van een project en stellen we de risico’s vast die dit succes mogelijk kunnen hinderen. Aan de hand van deze

niveau, inclusief de gevolgen voor de investeringskosten en de gevoeligheid voor externe factoren. Ten slotte doen we een interactieve planningssessie om het tijdspad inzichtelijk te krijgen. Deze Pitstop-sessies worden gedurende het project regelmatig herhaald om de risico’s en gevoeligheid opnieuw te beoordelen.’

In deze aanpak worden ook compliance en duurzaamheid meegenomen. Dat is volgens Zittema nodig omdat wet- en regelgeving op dit gebied aan voortdurende verandering onderhevig is. ‘Om ervoor te zorgen dat onze klanten voldoen aan zowel hun ambities op het gebied van duurzaamheid als aan hun license to operate is een geïntegreerde aanpak nodig.’

De nieuwe situatie zorgt soms voor de nodige stress. Engineers baseren zich altijd op feiten en nu moeten ze beslissingen nemen die voor een deel zijn gebaseerd op risicogevoeligheid.

uitkomst vallen sommige opties af. Door de overgebleven scenario’s aan verschillende criteria te toetsen, kan een gewogen keuze worden gemaakt. Deze resterende opties schetsen we op hoog

Samenvattend stelt Wouter van Gerwen, value engineering facilitator bij Bilfinger Tebodin: ‘Het op feiten gebaseerde lineaire engineersmodel moet worden vervangen door een iteratief model met deels aannames die onmiddellijke verificatie en validatie vereisen. En bovenal moeten alle belanghebbenden op de hoogte, op één lijn én betrokken blijven.’

industrie linqs SEPTEMBER 2020 27 01 | 2023
FOTO: ERIC DE VRIES
Tijdens een discussiebijeenkomst op de European Industry & Energy Summit 2022 gaven Joost Zittema en Jeroen Triepels aan de hand van vragen van Wouter van Gerwen aan hoe om te gaan met Capex­projecten in deze onzekere tijden.
‘Engineers baseren zich altijd op feiten en nu moeten ze beslissingen nemen die voor een deel zijn gebaseerd op risicogevoeligheid.’
Jeroen Triepels regiodirecteur Bilfinger Tebodin
buildingcareers.nl | info@buildingcareers.nl C M Y CM MY CY CMY K ADVERTENTIEINDEX Building Careers ................................................................................................ 28 Easyfairs Nederland 35 Industrielinqs Watervisie 2023 28 Koninklijk Instituut van Ingenieurs .............................................................. 18 Logisticon Water Treatment 36 Muehlhan 24 UNIS Group 2 Vendrig .................................................................................................................. 4 Weidmüller Benelux 24 HET SCHADUWMINISTERIE VAN WATER www.industrielinqs.nl/watervisiecongres2023 HUNTSMAN HOLLAND | BOTLEK-ROTTERDAM | 2 MAART [Schrijf nu in]

‘Je hebt vooral rust en overzicht nodig’

Bart Stallaert is sinds twee jaar technical support assistant bij Yara in Sluiskil. Als werkvoorbereider, zoals hij zelf zijn werkzaamheden samenvat, houdt hij zich vooral bezig met onderhoudsstops en grote projecten.

Onderhoudsstops hebben een planning van jaren. Tijdens de stop werkt in een tijdsbestek van een paar weken bijna duizend man extra aan de wettelijke inspecties en het onderhoud. Omdat er meerdere fabrieken bij Yara staan, is er bijna elk jaar wel een fabriek met een onderhoudsstop. De functie van werkvoorbereider is bij Yara opgesplitst tussen de dagelijkse werkzaamheden en de grotere projecten. Stallaert: ‘De dagelijkse werkzaamheden zijn hectisch. De aanloop naar een onderhoudsstop is dat ook, maar deze hectiek is gepland. Nu is het wel zo dat ook daar onvoorziene zaken kunnen gebeuren waardoor je je prioriteiten moet verleggen.’

Wat houdt het werk precies in?

‘Op het moment dat er een melding wordt gemaakt, bespreken we wat we gaan doen. Bij goedkeuring komt er een order waarmee je als werkvoorbereider aan de slag gaat. Ik zoek uit wat ik eraan kan doen, hoe ik dat ga doen en welke resources daarvoor nodig zijn. Daarna maak ik een kostenschatting gebaseerd op materialen, uren en mogelijke inhuur van externen. Op het moment dat de order klaar is, gaat deze naar

Techniekhelden

De industrie wemelt van de techniekhelden. Want hoe kunnen we producten maken voor auto’s, smartphones of medicijnen zonder technici die de machines en installaties in conditie houden? De techniekheld mag wat ons betreft best eens op het podium staan.

Ben of ken jij iemand in de procesindustrie of energiesector die enthousiast kan vertellen over zijn of haar beroep? Laat het ons weten via redactie@industrielinqs.nl.

planning. Uiteindelijk moet alles samenkomen op een dag die de productie uitkomt. Als dit allemaal rond is, is het een kwestie van ’s ochtends een vergunning afgeven en starten.’

Wat is voor jou de grootste uitdaging?

‘Je maakt een puzzel waarvan alle stukjes gedurende het traject op hun plek moeten vallen. Ik vind het mooi als ik dat voor elkaar krijg. Als je vanaf het moment dat de datum van het project wordt geprikt tot het eind van het project geen vragen of problemen hebt gehad, dan heb je het goed gedaan. Het is altijd spannend. Jij kunt wel een idee hebben over hoe het moet, maar dat moet je ook uitleggen aan anderen. De ervaring leert dat de interpretatie wel eens anders is.’

‘Ook de taal kan een barrière zijn. Bij een stop heb je veel nationaliteiten, maar mensen kunnen ook technisch een andere taal spreken. Ik heb hiervoor bij Flowserve gewerkt, waar ik veel klanten had in de voedselindustrie, chemie en petrochemie. Iedere sector gebruikt weer net andere benamingen. Dat moet je wel weten.’

Hoe ga je om met de druk die op een stop ligt?

‘Op het moment werk ik aan de voorbereidingen van een onderhoudsstop. Daar ben ik al maanden mee bezig en er zit heel veel in mijn hoofd. In de planning die ik maak, begint alles nu op zijn plek te vallen. Dat is ook nodig want de stop komt snel dichterbij. Vooral het op tijd binnenkrijgen van de materialen vergt veel aandacht. Soms bestel ik die al een half jaar van tevoren. Het is belangrijk voor je planning om de juiste onderdelen tijdig voorhanden te hebben. Hiervoor heb ik veel contact met de afdeling inkoop.’

‘Ondanks de druk die op een stop ligt, ervaar ik geen stress. Dat is een stukje ervaring dat meespeelt. Je hebt vooral rust en overzicht nodig. Iedereen heeft vragen en vindt die belangrijk, maar ik zet ze op volgorde en ga ermee aan de slag.’

industrie linqs SEPTEMBER 2020 29 01 | 2023 TECHNIEKHELD BART STALLAERT
FOTO: YARA

Industrielinqs en haar verschillende platforms hebben diverse partners, leden en experts die het netwerk versterken

Partners Industrielinqs

Partners iMaintain

Partners Utilities en Watervisie

Partners Het Nieuwe Produceren

Contentpartners

Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van Industrielinqs, kijk dan op www.industrielinqs.nl of neem contact op met Janet Robben - janet@industrielinqs.nl

industrie linqs SEPTEMBER 2020 30 01 | 2023
PLATFORM
Leden Industrielinqs Leden iMaintain Leden Utilities en Watervisie Leden
Kennis- en innovatiecentrum Maintenance Procesindustrie CIRCULAIR K OEL WA TER
Het Nieuwe Produceren

Henk Akkermans Universiteit Tilburg/WCM

Erik Bijlsma TNO

Dennis Braamse LambWeston/ Meijer

Annemarie Burgemeester Rijkswaterstaat

Michael Donders Unilin Insulation

Leo van Dongen Universiteit Twente

Ivo van der Gaag JIP Project Support

Michel Grijpink Hogeschool Utrecht

Mark Haarman Mainnovation

Simon Jagers Samotics

Giel Jurgens Havenbedrijf Rotterdam

Maarten Habets Shin-Etsu

Hans Hennekam Yokogawa

Rob de Heus HeusConsult

Geert-Jan van Houtum TU Eindhoven

Ton Huibers Humaintain

Experts Utilities en Watervisie

Sjoerd Delnooz Kiwa

Sophie Dingenen Bird & Bird

Teus van Eck Teus van Eck Energie en Milieu

Marcel Galjee Nouryon

Martijn de Graaf VoltaChem/TNO

Niels Groot Dow Benelux

Paul Kloet Iv-Water

Taco Mets Van Meeuwen Industries

Mark Oosterveer iTanks

Nico van Kessel voormalig Tata Steel

Ton Klinkenberg Phijns

Theo Knijff Dow Chemicals

Cor van de Linde iTanks

Celeste Martens Croonwolter &dros

Rob Kreiter TKI Energie en Industrie

Martijn Kruisweg Nijhuis Industries

André Mepschen Water Alliance

Johan van Mourik ZMP

Han Slootweg Enexis

Henri Spanjers TU Delft

Hans van der Spek FME

Frank Tielens HeatMatrix Group

Fokko Mulder TU Delft

Frank Oesterholt KWR

Johan Raap Waterschap Aa en Maas

Johan Wolt Nobian

Tim Zaal TZConsultancy

Peter Schokker Koninklijke Vezet

Roelf Venhuizen voormalig NAM/ Profion

Binne Visser Philips

Ivo van Vliet ENGIE Services West Industrie

Ron Wever Schiphol Group

Experts Het Nieuwe Produceren

Geanne van Arkel AmbassadorWise

Corine Baarends Quirine Consulting

Aaldrik Haijer Water & Energy Solutions

Petrus Postma &Flux

Roy Tummers VEMW

Arne Verliefde Universiteit Gent

Ad van Wijk TU Delft

Jacques Reijniers voormalig Nyenrode

Richard Schouten SA3M

Diana Seijs Bilfinger Tebodin

Jan Willem Slijkoord SPIC Emmen

industrie linqs SEPTEMBER 2020 31 01 | 2023
Experts iMaintain

Flexibiliteit voorwaarde voor verdere elektrificatie

Volgens berekeningen van TenneT kan industriële vraagsturing de piekbelasting van het elektriciteitsnet met wel tien procent verlagen. Dat is in de praktijk niet eenvoudig maar er zijn bedrijven die dit al doen. Zo speelt Nobian in de Botlek al jaren een rol in het balanceren van het net.

Nederland heeft als doelstelling in 2050 volledig klimaatneutraal te zijn. Voor de industrie betekent dit een grootschalige elektrificatieslag waarbij gebruik wordt gemaakt van groene stroom. Netbeheerder TenneT investeert de komende jaren miljarden in de versterking van het netwerk maar dit alleen is niet voldoende. De productie van elektriciteit met zon en wind fluctueert sterk. Om het netwerk in balans te houden, wordt naar de industrie gekeken om extra flexibiliteit te leveren. Het mes snijdt aan twee kanten. Door af te schakelen bij een laag aanbod van energie en hoge prijzen of juist te produceren bij een hoog aanbod en lage prijzen wordt bespaard op kosten en wordt de netstabiliteit in stand gehouden.

Flexvermogen

TKI Energie en Industrie deed onderzoek naar de mogelijkheden van flexibilisering van de industrie. Daarbij is gekeken naar het percentage flexvermogen dat bedrijven kunnen leveren, hoe snel ze kunnen schakelen, op welke termijn dit flexvermogen kan worden gerealiseerd en welke technieken daarvoor beschikbaar zijn of moeten worden ontwikkeld.

Uit het onderzoek blijkt dat vooral de grootverbruikers van elektriciteit, bedrijven met bijvoorbeeld elektrolyzers of luchtseparatie in hun proces, de gewenste flexibiliteit kunnen leveren. Op korte termijn kunnen zij tussen de twintig tot tachtig procent flexibiliteit leveren. Door een ingebouwde buffer gecombineerd met een overdimensionering van het primaire proces kan een flinke batterijcapaciteit worden opgebouwd. Alle bedrijven met hoge flexpercentages hebben al praktijktoepassingen.

Tool maakt marktwaarde flexcapaciteit inzichtelijk

TenneT heeft een gratis tool gemaakt waarmee bedrijven inzicht krijgen in de potentiële opbrengsten die ze kunnen behalen door flexibel te opereren op verschillende elektriciteitsmarkten. De tool geeft een schatting van deze inkomsten waardoor de gebruiker van de tool relatief snel kan beoordelen of flexibilisering de moeite waard is. De Industrial ValueFlex Tool geeft een beeld van de maximale opbrengst per jaar voor flexibele inzet van verschillende assets in een bedrijf door de flexcapaciteit te spiegelen aan de marktwaarde. Kan een batterij, een elektrische ketel, warmteopslag of een productieproces flexibel werken? En hoeveel capaciteit kan dan beschikbaar zijn voor de markt en hoe snel?

Met die informatie verkent de tool de mogelijkheden op de markten voor day ahead-, intraday- en netbalans vermogen. Verschillende modules zoomen in op specifieke processen, zoals gecombineerde massa- en warmte-opslag, batch- en continuprocessen, warmtegeneratie, batterijen, load shifting en airconditioning.

De tool optimaliseert niet de gecombineerde potentiële inkomsten voor deze markten, maar geeft de maximale inkomsten op elke markt. Het resultaat van de berekeningen is steeds een inschatting van de mogelijke opbrengsten die kunnen worden behaald, per asset en per jaar.

industrie linqs SEPTEMBER 2020 32 01 | 2023 TOPIC TRANSITIE
Monique Harmsen

Met een combinatie van WKK-installaties, e-boilers, eigen opwekking, productie-overcapaciteit en buffering kan zelfs honderd procent flexibiliteit worden bereikt. Maar dit geldt niet voor álle grootverbruikers van energie. ‘De grote (petro) chemische complexen, geïntegreerd ontworpen op een stabiel verbruik van fossiele brandstoffen, hebben in hun huidige opzet een gering flexvermogen. Een toekomstig, hernieuwbaar energiesysteem op basis van zon en wind vraagt grootschalige ombouw van het productieproces. Daarbij zou ook aandacht naar flexopties moeten uitgaan’, stellen de onderzoekers. Voor de bedrijven in de middencategorie is volgens TKI een combinatie van meerdere technieken nodig om tot een substantieel percentage flex te komen. In deze onzekere markt is het moeilijk keuzes maken. Hier gaat de voorkeur vooral uit naar reductie van energieverbruik boven mogelijkheden tot flexibilisering.

Voorspellingen

Nobian speelt als elektriciteits-grootverbruiker in de Botlek al jaren een rol in het balanceren van het net, en daarmee in industriële flexibiliteit. Aanvankelijk gebeurde dit in de vorm van het actief leveren van noodvermogen. Inmiddels levert Nobian als aanvulling daarop nu ook al enkele jaren passief regelvermogen.

Bij onbalans in het net schakelen de elektrolyzers in de chloorfabriek lager of hoger. Het totale vermogen is 200 MW. Daarvan is twintig procent flexibel: 20MW omlaag en 20MW omhoog. Opschakelen van het productieproces kan alleen als de fabriek niet op maximale capaciteit draait.

‘Elektriciteit is onze belangrijkste grondstof’, stelt Toine van de Lindeloof, operations manager van Nobian. ‘Sinds jaar en dag is onze planning gebaseerd op de energie-inname. Door de toegenomen volatiliteit in vraag en aanbod en de groeiende behoefte aan flexibiliteit in de elektriciteitswereld plannen we de productie nu meer aan de hand van voorspellingen. Een dag van tevoren beginnen we met het inkopen van elektriciteit waarbij de productievolumes per uur worden afgestemd op vraag en aanbod van elektriciteit, af te lezen uit de prijs. Waar mogelijk kiezen we ervoor te produceren op die momenten dat het aanbod groot is waardoor de prijzen lager zijn. Uiteraard moet dit wel aansluiten op de vraag en behoeften van onze klanten.’

Om bij te dragen aan netwerkstabiliteit heeft Nobian een contract met Vattenfall voor continu regelvermogen. ‘Vooraf heeft iedereen afgesproken wat ze produceren en hoeveel energie ze afnemen. Maar als de zon minder schijnt of de wind harder waait, klopt de voorspelling niet. Daar heb je regelvermogen voor. Op dit moment is de economische

industrie linqs SEPTEMBER 2020 33 01 | 2023 FOTO’S: STUDIO DIJKGRAAF/NOBIAN
Bij onbalans in het net schakelen de elektrolyzers in de chloorfabriek van Nobian in de Botlek lager of hoger.
‘In de praktijk betekent het dat het niveau van de fabriek twee keer per dag wordt aangepast.’
TOINE VAN DE LINDELOOF OPERATIONS MANAGER NOBIAN

situatie zo dat er extra capaciteit beschikbaar is omdat er in de chemische industrie minder vraag is.’

‘Onze primaire functie is het maken van producten voor onze klanten en op het moment dat de vraag toeneemt, kunnen we misschien minder flexibiliteit leveren. Je kunt je afvragen of er een moment komt waarin je in de chemische industrie bij nieuwe installaties meer capaciteit gaat inbouwen om hier een rol in te spelen. Dat kan in allerlei typen chemische industrie.’

Extra onderhoud

Het leveren van flexibiliteit betekent voor Nobian dat er aan de voorkant meer tijd en aandacht voor planning nodig is. Van de Lindeloof: ‘Op basis van voorspellingen bekijken we hoe we de productie variabel kunnen insteken. Hoe verwachten we dat de elektriciteitsmarkt er overmorgen uitziet? Daarnaast moet je de fabriek gaan bewegen om de planning waar te maken. In de praktijk betekent het dat het niveau van de fabriek twee keer per dag wordt aangepast. We draaien twee keer een hogere productie en twee keer een lagere. Daar hebben we een geautomatiseerd systeem voor.’

Het vaker schakelen in de productie kan ook extra onderhoud betekenen. ‘Je kunt het vergelijken met autobanden. Als je alleen maar op een rechte weg rijdt, slijten de banden minder snel dan wanneer je veel bochten maakt. Er zijn delen in de fabriek waar je wat meer onderhoud moet doen omdat je meer heen en weer gaat in de belasting. Dat vergt meer controle

in de software gestoken om alle checks te doen voordat we regelvermogen regelen. Dat is niet makkelijk, er komt veel bij kijken. Ik denk dat we nu in de fase zijn waarin we weten hoever we kunnen gaan en in welke mate onze assets flexibel zijn.’

Daar blijft het echter niet bij, want wellicht kan het percentage flexibiliteit nog worden opgerekt. ‘We kijken nu hoe we de 20 MW kunnen vergroten en welke regelingen we daarvoor moeten aanpassen. Het gaat er niet alleen om dat je een bepaalde hoeveelheid kunt leveren, het gaat ook om snelheid. Dit betekent dat de snelheid van veranderingen in de fabriek groot genoeg moet zijn. Het blijft maatwerk, work in progress dus.’

Toekomst

op de betrouwbaarheid van je assets. In de software van het systeem zitten checks om de fabriek veilig heen en weer te regelen. Alleen als alle stoplichten op groen staan, kunnen we flexibel produceren. Veiligheid gaat boven alles.’

Snelheid

Volgens Van de Lindeloof is het leveren van regelvermogen vooral een kwestie van gewoon voorzichtig beginnen. ‘Eerst moet je zeker weten dat het veilig kan en als dat gegarandeerd is, kan je gaan ontdekken wat wel en niet kan. En dit kun je dan langzaam uitbreiden. We hebben veel tijd en energie

Meer zon en wind betekent meer volatiliteit in de elektriciteitsmarkt en in de beprijzing van elektriciteit. Het biedt volgens Van de Lindeloof zeker mogelijkheden voor de industrie om hier meer mee te doen. Er zijn al elektrolyzers gepland om de extra energie van de Noordzee om te zetten in waterstof. Maar naast flexibel produceren blijft Nobian ook werken aan het reduceren van de totale energiebehoefte. Zo ondertekende het bedrijf onlangs een intentieverklaring met minister Adriaansens om de CO₂-doelstelling met tien jaar te versnellen naar nul uitstoot in 2030. Het installeren van nog zuinigere elektrolyzers in Rotterdam is een van de beoogde projecten. ‘Het zijn allemaal delen van die totale puzzel. We zijn een schakeltje in dat hele grote netwerk, dat kunnen we niet alleen. Het is niet en/of maar en/en.’

industrie linqs SEPTEMBER 2020 34 01 | 2023
Het leveren van flexibiliteit betekent voor Nobian dat er aan de voorkant meer tijd en aandacht voor planning nodig is.
‘Het gaat er niet alleen om dat je een bepaalde hoeveelheid kunt leveren, het gaat ook om snelheid.’
TOPIC TRANSITIE
TOINE VAN DE LINDELOOF OPERATIONS MANAGER NOBIAN
DRINK WATER PROCES WATER STEDELIJK WATER & RIOOLBEHEER AFVAL WATER BESTEL UW GRATIS TICKETS MET CODE MP1240 21, 22 & 23 MAART 2023 EVENEMENTENHAL GORINCHEM WWW.AQUANEDERLAND.NL AQUA NEDERLAND

U wilt uw (afval)water hergebruiken of uw ‘water-footprint’ verkleinen? U streeft naar een verlaging van chemische en biologische verontreinigingen? U wenst, ondanks de strengere lozingseisen, een lagere TCO? En u zoekt een (semi)permanente, mobiele of pilot-oplossing voor koop, lease, huur of volledige outsourcing?

Logisticon: al 30 jaar uw bewezen partner voor heldere oplossingen. Bel of mail voor een antwoord op al uw watervragen, een TCO-berekening of een vrijblijvende waterscan. U wordt direct geholpen.

SLIMME DRIEHOEK … GOED VOOR UW KASBOEK T +31 (0)184 60 82 60 E water@logisticon.com W www.logisticon.com Logisticon Water Treatment B.V. Logisticon Verhuur B.V. Energieweg 2 2964 LE Groot-Ammers, Nederland

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.