Een zeereis naar Italië Een landreis terug naar Hoog e z a n d Dagboek van Kornelis Pieter B o o n
R e i s n a a r I t a l i ë v an K.P. Boon Anno – 1851
Eenmaal in Italië aangekomen haalt kapitein Potjer hen over om aansluitend een reis door Europa te maken. En zo zwerven de neven een halfjaar door Italië, Zwitserland en Duitsland om tot slot van hun reis de Wereldtentoonstelling in Londen te bezoeken.
Reis naar Italië van K.P. Boon
In 1851 besluiten de neven Kornelis Pieter Boon en Kornelis Bakker met kapitein Berend Potjer uit Sappemeer een zeereis naar Italië te maken. De beide zonen van landbouwers uit Hoogezand en Sappemeer zijn erg nieuwsgierig en leergierig. Zij zien deze zeereis als een unieke kans om met eigen ogen te bekijken wat zij uit de verhalen van de plaatselijke veenkoloniale schippers gehoord hebben.
Het originele reisverslag van K.P. Boon is bewaard gebleven en wordt beheerd door de gelijknamige stichting. De oorspronkelijke tekst is hertaald en aangevuld met achtergrondinformatie over de bezienswaardigheden en over het leven in de veenkoloniën in 1851 door Hendrik Hachmer, conservator van het Veenkoloniaal Museum in Veendam. Beleef deze reis door het Europa van 1851 opnieuw met het dagboek van Kornelis Pieter Boon: Reis naar Italië van K.P. Boon anno 1851.
H.A. Hachmer
Omslag Boon_def.indd 1
01-06-2011 16:39:49
Theepotje en schotel van creamware, in het eerste kwart van de 19de eeuw gemaakt in de Manufactura Giustiniani te Napels. Zij zijn gedecoreerd met Napolitaanse vedutes. (Collectie Kapiteinshuis Pekela)
4
BOON_DEF.indd 34
01-06-2011 15:28:17
HOOFDSTUK II
Va n M o n o p o l i naar Napels
BOON_DEF.indd 35
01-06-2011 15:28:21
Te M o n o p o l i huurden we een wagen die ons naar B a r i bracht. Onderweg zagen we tientallen olijfbomen, amandel- en vijgenbomen en af en toe landerijen met slechte tarwe en gerst. We passeerden twee kleine steden P o l i g n a n o en M o l a. Om 3 uur ’s middags arriveerden we in Bari en lieten we ons naar de heer Niccolo een vriend van Pitkin brengen en overhandigden hem een brief, die Pitkin ons had meegegeven. Bij onze komst lag Niccolo in bed een middagdutje te doen. We stonden bij hem, zonder een woord met elkaar te kunnen spreken. Hij sprak niets anders dan Italiaans, een taal die we totaal niet verstonden. Op dat ogenblik voelden we ter dege, hoe lastig het is in een land te reizen, waar je de taal niet kan verstaan. Maar nadat de heer Niccolo de brief gelezen had ontving hij ons zeer vriendelijk en ging eerst met ons naar een logement, waar we volstrekt op zijn kosten mochten dineren en ging daarna met ons de stad in om te wandelen. Nu en dan probeerden we de heer Nicollo met gebarentaal iets duidelijk te maken maar dat gebeurde met weinig succes. Toch blijf hij vrolijk en bleef telkens weer bij mensen staan om, althans zo kwam het op ons over, aan iedereen te vertellen, dat we voor plezier een zeereisje naar Italië hadden gemaakt en nu op de terugreis waren naar Nederland. ¶ Tot elf uur ’s avonds bleef de heer Niccolo ons gezelschap houden en bracht ons naar het posthuis, waar we plaats namen op de postwagen naar Napels. ¶ Bari is overigens net een stadje. De plaats heeft brede straten en de huizen zijn evenals in de meeste steden wit en vaak 3 verdiepingen hoog. ¶ Onderweg van Bari naar Napels verbouwde men hoofdzakelijk tarwe en af en toe gerst, tevens ziet men hier en daar boomgaarden met olijfbomen en wijngaarden met overvloed aan wijndruiven. In plaats van sloten en grachten, die onze landerijen scheiden, heeft men hier stenen op de wijze van hagen op elkaar geplaatst. Stenen zijn er in overvloede want de grond is overal rotsachtig. We passeerden de steden G i o v i n a z z o, M o l f e t t a , B i s c e g l i e , Tr a n i , B a r l e t t a , C a n o s a , C e r i g n o l a , P a s s o d i O r t a en F o g g i a . In Foggia hadden we een half uur tijd om te dineren en werden we zoals gewoonlijk op macaroni onthaalt. We waren halverwege Napels en reden na het diner weer verder en passeerden de steden en dorpen P o z z o d ’ A l b e r o , S a v i g n a n o , A r i a n o , G r a t o , M i d a r n o , Av e l l i n o , C a r d i n a l e en B r u s c i a n o . Plaatsen die er over het algemeen vervallen uitzagen en waar weinig welvaart heerste. ¶ Bij ieder station, meestal een herberg, waar paarden werden
6
BOON_DEF.indd 36
Van Monopoli naar Napels
01-06-2011 15:28:23
De kust bij Napels
gewisseld, hadden wij veel last van bedelaars, lazzaronies genaamd. De bedelaars zagen er zeer armoedig en slordig uit en vroegen op kermende toon om aalmoezen. AL LEVERDEN DE STEDEN EN DORPEN ER DAN OOK WEINIG BEDONDER OP, HET LAND DEED ONS OOG VERRUKKEN, VOORAL TOEN WE DE BERGKETEN DE APENNIJNEN PASSEERDEN. Nu eens op de bergen en dan weer in de groene dalen te rijden, levert een onbeschrijfelijk schoon en schilderachtig gezicht op, vooral voor ons, daar wij nog nooit bergen gezien hadden. De diligence werd meestal met twee, maar ook met vier en bij steile wegen zelfs met zes paarden getrokken. Tegen de bergen op ging het langzaam, maar er vanaf meest in vollen galop. Voor rijtuigen gebruikt men meestal hengsten, die zeker vlugger dan de merries zijn. Bijna om het twee uur werden de paarden verwisseld en hadden we dan een ogenblik tijd om een kleine verversing te nemen. ¶ Toen wij nog enige uren van Napels verwijderd waren, konden we al merken dat we dicht bij een hoofdstad van een groot land zaten. Het geraas der koetsen en andere rijtuigen, scherpe kreten en getier deden zich hoe dichter we bij de stad kwamen meer en meer horen. ¶ Dicht bij Napels was de grond zeer vruchtbaar. Er zijn veel wijnvelden en er wordt maïs, tarwe en hennep verbouwd, terwijl kastanje, sinaasappel en amandelbomen meest tegen de bergen opgroeiden.
Napels
BOON_DEF.indd 37
7
01-06-2011 15:28:27
9
Napels Inmiddels hadden we 40 uur bijna onophoudelijk in de diligence doorgebracht en we waren nu wat vermoeid van het rijden en verheugden ons daarom, dat we eindelijk zaterdag ’s middags om 3 uur Napels binnen reden. We gingen in het Hotel de Rome logeren en we hadden er een mooi uitzicht op de Vesuvius, de eilanden Ischia en Capri en zee. ¶ Nadat we ons in ons hotel hadden verfrist, gegeten en gedronken, gingen we ’s avonds naar de opera, het bekende theater van St. Carlo. Dit theater is het mooiste en indrukwekkendste van Europa. Er bevinden zich zes rijen loges,
8
BOON_DEF.indd 38
Van Monopoli naar Napels
01-06-2011 15:28:44
waarvan de beide eersten 24 en de vier overigen 20 stuks tellen. Ieder loge heeft plaats voor twaalf toeschouwers en tussen ieder loge is een grote kandelaar met vijf armen geplaatst. Een schitterend gezicht. Men kan al de bijzonderheden van het gehele theater goed overzien. De loge van de koning boven de ingang is prachtig. Ze rust op twee vergulden palmbomen, terwijl het behang uit prachtige metaalbladen bestaat. De overige loges zijn met mooie rode zijde behangen en tussen de loges is dit met goud en zilver afgezet. Men zong er Italiaans, waarvan we natuurlijk niets konden verstaan, maar toch beviel het ons uitstekend. Zoiets hadden we nooit eerder gezien of gehoord. Zeer voldaan gingen we dus uit het theater naar ons hotel. Bij het uitgaan stonden er verscheidene soldaten gewapend te paard, om het volk bij het gedrang te beveiligen.
Het Theater van San Carlo (Teatro di San Carlo) is nog steeds het grootste theater van Italië en ook nu maakt het nog indruk op de vele bezoekers. Op 4 november 1737 werd de eerste voorstelling gegeven in aanwezigheid van koning Karel de VII, koning van Napels en Sicilië. Het theater biedt plaats aan maar liefst 3000 bezoekers. Omdat het gangenstelsel cirkelvormig is kan men er voor het gevoel al snel in verdwalen. Het theater is ontworpen door Giovanni Antonio Medrano en Angelo Carasale. In 1816 werd het imposante gebouw gedeeltelijk verwoest door brand en onder architect Antonio Nicollini gereconstrueerd.
De volgende morgen, op de eerste pinksterdag, namen we een gids, die Frans kende en met ons kon spreken. We gingen te voet naar het klooster St. Martino. HET IS EEN VERMOEIENDE WANDELING VAN EEN UUR LANGS EEN ONEFFEN WEG TEGEN DE HOOGTE OP, MAAR HET MEEST VERRASSENDE SCHOUWSPEL LOONT DIE MOEITE RUIMSCHOOTS. Na het rijke klooster met marmeren gangen, beeldwerk en prachtige schilderijen te hebben betreden, ziet men bij het openen van een luik, de stad in volle glorie voor zich met de Vesuvius, de baai en de eilanden voor zich in de diepte liggen. Het levert een prachtig panorama op. Aan het klooster is een kerk verbonden met acht kapellen, met fraaie schilderijen en marmeren beeldwerk versiert. Toen we van het klooster weer beneden in de stad kwamen, bezochten we nog een paar van de voornaamste kerken, onder andere de St. Dominicus die in gotische stijl is gebouwd. Je treft hier maar liefst drie gewelven, 28 kapellen en 12 altaren. De kerk munt uit door een rijk plafond. Ook zagen wij de St. Francesco di Paolo, waarvoor het Pantheon te Rome tot model strekte. Het gebouw heeft van boven een groot koepeldak, die op dertig Corinthische zuilen rusten en vervolgens zie je boven het altaar een tweede dak in koepelvorm. Daarna bezichtigden wij de kapel van de heiligen Januarius, die ter rechter zijde van de kathedraal of dom staat. Het is een vanwege de bouwstijl en inwendige rijkdom zeer bezienswaardige kerk, waarmede zij als ’t ware een geheel uitmaakt. Deze kapel, ook wel Cappella del Tesoro genaamd, werd in het jaar 1608 naar aanleiding een aantal jaren eerder bij het heersen van de pest gedane belofte gebouwd en kostte een miljoen dukaten. Achter vele deuren waarvan de laatste
Napels
BOON_DEF.indd 39
9
01-06-2011 15:28:48
een met zilver beklede is worden twee flessen met bloed van de Heilige Januarius bewaard. Het bloed begint drie maal per jaar, op de 1 zaterdag in Mei, 19 September en 16 December te vloeien. De heilige roept men te hulp bij buitengewone omstandigheden zoals bij oorlog en of bij een uitbarsting van de Vesuvius. Als het bloed op die dagen niet goed wil vloeien dan voorspelt dat weinig goeds. Rampen zoals oorlog, aardbevingen, uitbarstingen of ziekten zullen dan het land treffen. ’s Namiddags wandelden we langs voet en rijwegen van Napels, die zeer florissant zijn en vooral zondags druk bezocht worden. Ze liggen naast elkaar. Duizenden rijtuigen van allerhande soort, de een nog prachtiger dan de andere reden hier in een ferme draf heen en terug en ook op de wandelpaden naast de rijweg was het bijna zwart van volk. De een nog kostelijker uitgedost dan de andere.
Napels
40
BOON_DEF.indd 40
Van Monopoli naar Napels
01-06-2011 15:28:59
Pompeï in 1850
9
Pompeï Op de 2de Pinksterdag vertrokken we om vijf uur ’s morgens per spoor van Napels naar Pompeï. Men komt bij de oude voorstad Pagus Augustus Felix aan. Het eerste gebouw, dat men ontbloot heeft, is de buitenplaats van Diodemus. Hier vond men het geraamte van de meester Arius Diodemus die met in de ene hand een sleutel en in de andere voorwerpen van goud en munten vast hield. In de kelders van dit gebouw vond men nog zeventien geraamten. Het gebouw heeft twee verdiepingen en is van baden, ovens en schilderijen voorzien. Er was zelfs nog een stuk van het dak overgebleven. Vervolgens vindt men er een plaats, om de as van de lijken te bewaren. Hier dicht bij staat een halfronde zitbank, misschien de rustplaats voor wandelaars, waar men in de nabijheid het geraamte van een vrouw met een kind op haar arm en met twee kinderen aan haar zijde gevonden heeft. Ook vond men hier twee paar oorringen met fijne parels. Buiten de stad is een grote herberg te vinden die voor rijtuigen en paarden bestemd was. ¶ Voor vreemdelingen was het verboden om in de stad te slapen en zodoende lagen de logementen altijd buiten de stad. ¶ Van hier gingen we door de poort van Herenlanum, die in 3 delen verdeeld is; de
Pompei
BOON_DEF.indd 41
41
01-06-2011 15:29:03
Een zeereis naar Italië Een landreis terug naar Hoog e z a n d Dagboek van Kornelis Pieter B o o n
R e i s n a a r I t a l i ë v an K.P. Boon Anno – 1851
Eenmaal in Italië aangekomen haalt kapitein Potjer hen over om aansluitend een reis door Europa te maken. En zo zwerven de neven een halfjaar door Italië, Zwitserland en Duitsland om tot slot van hun reis de Wereldtentoonstelling in Londen te bezoeken.
Reis naar Italië van K.P. Boon
In 1851 besluiten de neven Kornelis Pieter Boon en Kornelis Bakker met kapitein Berend Potjer uit Sappemeer een zeereis naar Italië te maken. De beide zonen van landbouwers uit Hoogezand en Sappemeer zijn erg nieuwsgierig en leergierig. Zij zien deze zeereis als een unieke kans om met eigen ogen te bekijken wat zij uit de verhalen van de plaatselijke veenkoloniale schippers gehoord hebben.
Het originele reisverslag van K.P. Boon is bewaard gebleven en wordt beheerd door de gelijknamige stichting. De oorspronkelijke tekst is hertaald en aangevuld met achtergrondinformatie over de bezienswaardigheden en over het leven in de veenkoloniën in 1851 door Hendrik Hachmer, conservator van het Veenkoloniaal Museum in Veendam. Beleef deze reis door het Europa van 1851 opnieuw met het dagboek van Kornelis Pieter Boon: Reis naar Italië van K.P. Boon anno 1851.
H.A. Hachmer
Omslag Boon_def.indd 1
01-06-2011 16:39:49