24 minute read

Interview met U.G. door Jan Kersschot

Next Article
Matthew Dougherty

Matthew Dougherty

Een spiegel die weerkaatst

Ik heb niets te zeggen over wat dan ook. Ik weet ook niets. Wat er ook uit moge komen, dat is er tevoren ingestopt. Ik ben als een poepdoos: alles wat erin gestopt is, is de poep en wat er ook uit me komt is nog meer poep.

Advertisement

Interview met U.G. door Jan Kersschot

JK : Er wordt soms gezegd dat een van de kenmerken van uw onderricht – als ik het zo kan noemen – is dat u niets voor uzelf opeist. Klopt dat? U.G.: Dat klopt. Maar onderricht is eigenlijk niet het juiste woord. Onderricht is iets wat je gebruikt om een verandering teweeg te brengen. Maar ik zie geen enkele noodzaak om wat dan ook te veranderen. Filosofen en hoogleraren zeggen me: “We zijn er tot nu toe niet in geslaagd een denksysteem te creëren op grond van wat u zegt.” Ze zeggen ook: “We kunnen welk boek dan ook schrijven over een filosoof uit het verleden of heden, maar wat u zegt kan in geen enkel kader worden ingepast. We zijn niet in staat een denkkader rond U.G. te creëren.” Ik beweer de hele tijd, steeds maar weer, dat er niets is wat veranderd dient te worden. Dus hoe zou men dat wat ik zeg kunnen gebruiken om een verandering te bewerkstelligen? Ik ben er niet in geïnteresseerd om wie dan ook van wat dan ook te bevrijden. Dat is mijn benadering. Van meet af aan is het al onjuist te suggereren dat men iemand kan redden. JK: Er is dus geen sprake van bepaalde bedoelingen. Geen spiritueel doel. Geen spirituele ambities. U.G.: Bijvoorbeeld de opdracht: ‘Laat egoïsme varen.’ Waarom zou iemand vrij van egoïsme moeten zijn? Een bepaalde hoeveelheid egoïsme hebben we nodig om in deze wereld te overleven. Het is juist die eis om onzelfzuchtig te zijn die egoïsme creëert. Ik ben met deze samenleving niet in conflict, omdat die niet anders kan zijn dan ze is. Ik houd er geen enkel waardesysteem op na en ik wens ook in geen enkel systeem te passen. Zolang mensen een oorlog vanbinnen hebben, zal er buiten hen ook oorlog zijn.

NIETS TE ZEGGEN JK: Wat drijft u er dan toe om over de hele wereld lezingen te houden? U.G.: Ik ben hier gewoon als een hond, een blaffende hond. U komt hier en maakt dat de hond gaat blaffen. U komt hier en stelt vragen, en ik ben net als een computer. Wat er uit me komt is iets wat ik niet weet. Er is natuurlijk bewustzijn hier [wijst op zijn lichaam]. Ik ben me bewust van wat er om me heen gebeurt, bewust ook van wat er in mijn lichaam aan de hand is. Maar in feite is er geen binnen en geen w

© NICOLAS GREY

buiten. Die verdeling, die scheiding, is niet meer dan een gedachte. Het is niet dat ik mijn woorden wil mystificeren of ze in een mystiek kader wil plaatsen. Wat ik zeg is als het ware mechanisch. Het zit hier in deze computer, in de databank of hoe men het ook wil noemen. Dus als men bepaalde toetsen op mijn computer indrukt, komt de computer vanzelf met het antwoord. Er is hier niets. Er is hier geen activiteit. En ik mystificeer het niet, maar verwoord het gewoon in fysiologische termen. Het brein is een heel idioot instrument – het is gewoon een container, een vat waarin allerlei reacties plaatsvinden. Ik zeg zoveel dingen. Dit produceert een heleboel woorden. Maar het weet niet wat het betekent. Zoals ik u al zei, u bent degene die de computer bedient. En als u een vraag stelt, luister ik zelfs niet eens naar de vraag. Er is geen luisteraar die luistert en vertaalt. Zowel de vragen als de antwoorden zijn niet meer dan ruis, geluid.

JK: Al die interviews zijn compleet zinloos. U.G.: Ja! Ik heb niets te zeggen over wat dan ook. Ik weet ook niets. Wat er ook uit moge komen, dat is er tevoren ingestopt. Ik ben als een poepdoos: alles wat erin gestopt is, is de poep en wat er ook uit me komt is nog meer poep [lacht]. Het spijt me dat ik zulke taal gebruik.

JK: Het is helemaal niet nodig om sorry te zeggen. U.G.: Ik weet het, u hebt gelijk. Sorry zeggen, zeggen dat het me spijt, is niet meer dan een oude gewoonte. Oxford en Cambridge. Opvoeding. De victoriaanse invloed. Hoe dan ook, het is absurd om te zeggen dat er iemand is die denkt – het is zelfs belachelijk om te stellen dat er gedachten zijn. Dat er iemand is. Alleen maar door het voortdurend gebruik van het geheugen zijn we in staat een gevoel van identiteit te creëren. Op de keper beschouwd heeft me in mijn hele leven nog nooit iets gespeten. Het is een kwestie van het nemen zoals het is. Hoe het ook zij, in deze poepdoos vind ik geen enkele gedachte. Er bestaat niet zoiets als gedachte. Weten we wat gedachten zijn, wat denken is? Wat is denken? Ik stel mezelf geen vragen, anderen stellen die.

JK: Bij alles wat u zegt is er geen sprake van persoonlijke betrokkenheid. UG: Inderdaad. En dat zeg ik niet uit bescheidenheid. Alles wat ik zeg, alle radio-interviews, alles wat in mijn boeken gepubliceerd is – ik weet niet wat ik zeg. Ik ben niet meer dan een spiegel die weerkaatst. In feite hebben we helemaal geen vrijheid van handelen, omdat al ons handelen, al onze actie reactie is.

ALLES GEDAAN U.G.: Voor mij is iedere gebeurtenis een op zichzelf staande gebeurtenis. Al die spirituele geloofssystemen … Dat is niet mijn manier van functioneren. En ik heb echt alles gedaan. Alles. Ik heb zeven jaar in een grot geleefd. Van mijn veertiende tot mijn eenentwintigste. Ik heb alle boeken bestudeerd. Elk boek, elke spirituele praktijk. JK: Waarom hebt u dat gedaan? U.G.: Omdat ik er zeker van wilde zijn dat ze alle

Er is niets dat veranderd dient te worden

vals waren [lacht]. Toen ik zeventien jaar was en in die grot zat, had ik nog een natuurlijke drang. Ik ontdekte dat er iets niet goed was. Waarom? Waarom zou ik mijzelf loochenen? Waarom seks verachten? Toen kwam ik op een punt waarop ik het niet meer nodig vond om me seks te ontzeggen. Ik was eenentwintig jaar en lid van de Theosofische Vereniging en er waren meisjes uit alle delen van de wereld. Ze zaten daar vast ten gevolge van de oorlog. Ik ging toen voor een knappe vent door. Maar ik verviel niet in het andere uiterste. Het ging bij mij niet alleen maar om seks. Maar ik wilde weten waarom seks in mijn spirituele leven niet mocht. Ik vroeg me echt af waarom seks werd afgewezen. Als verlangen, begeerte, een hormoon is, dan slaat het hele verhaal over ethiek en religieuze regels nergens op. Ik gaf eens een lezing in India, voor de Theosofische Vereniging. Daar zat onder de toehoorders een katholieke priester. Hij stond op en vroeg me hoe ik tegenover het celibaat stond. En ik zei hem: “Als u zich om wat voor reden dan ook wilt bevrijden van seks, zult u zich moeten bevrijden van God. Ik weet niet waarom u het celibaat aanhangt. Zorg ervoor dat u God uit uw lichaam krijgt, dan zult u vanzelf van seks bevrijd zijn. Beide komen uit dezelfde Bron voort. Waarom wilt u volhouden dat God zo belangrijk is? Neem alles toch niet zo serieus! Alles is goddelijk.” Ik herinner me dat we, toen ik nog maar zeven jaar was, het gouden jubileum van de Theosofische Vereniging bijwoonden. Er waren drieduizend afgevaardigden uit alle delen van de wereld. En bij de eerste ontmoeting stellen mensen zich dan voor met de woorden: “Ik was in mijn vorige leven koningin Victoria, wat was jij?” of: “Ik was in mijn eerdere leven Alexander de Grote.” Ik kwam erachter dat er voor mij geen enkele historische figuur meer over was. En ook geen enkele spirituele leraar. Wat was ik in mijn vorige leven? Einde verhaal … Dus van die dag af liet ik mijn hele geloof in karma en reïncarnatie voor wat het was. India was natuurlijk de bakermat ervan. Ze vertalen de termen ‘karma’ en ‘reïncarnatie’ altijd op een heel verkeerde manier. Er zijn zo veel van die termen vertaald en overgenomen zonder dat mensen weten wat ze zeggen. JK: Wat bedoelt u daarmee? U.G.: Maya, zeggen ze, betekent illusie. Maar maya is niet illusie. Het woord ‘maya’ betekent meten. Dus altijd als je aan het meten bent, moet er hier [wijst op zijn ogen] een punt zijn. Er bestaat dus een relatie tussen dat punt en de dingen die je meet. En het is het meten vanuit dat punt dat de illusie creëert. Maar de wereld zelf is geen illusie. Als iemand met een geweer op je afkomt om je dood te schieten, noem je dat geen illusie, nietwaar? De manier waarop ze dingen trachten te vertalen is zo grappig. Er bestaat niet zoiets als karma in de gebruikelijke zin van het woord. Het woord refereert gewoon aan de reactie op een stimulus. Maar reactie en stimulus kunnen niet van elkaar worden gescheiden. Het is een beweging die één geheel vormt.

JK: De wet van actie en reactie. U.G: Ja! Actie en reactie. Vandaag de dag zeggen ook de wetenschappers dat het brein een reagerend instrument is, dat het niets kan creëren. Het brein speelt in dit lichaam geen hoofdrol – het is niet meer dan een reactiemechanisme. Hedendaagse fysiologen komen er nu achter dat het niet zo is zoals men jarenlang heeft beweerd. In het licht van hun experimenten realiseerden ze zich dat het brein maar een kleine rol in het lichaam speelt. Allemaal onzin. Nietwaar? Het is de menselijke geest. De menselijke geest die alles verzint. Vanochtend zei ik nog dat alle dieren in de hoogste spirituele staat van zijn leven waar de wijzen het over hebben. Spiritueel onderricht is helemaal niet nodig. Al die ernst over het spirituele doel. Laat me je vertellen dat al dat verlangen zoekers nergens brengt. En ik heb niets te geven. We hebben genoeg gezegd. Het was prettig u te ontmoeten. Waar komt u vandaan?

JK: België. U.G.: Ik ben dol op België – ik houd van Belgische chocola. t

Fragment uit: Het is zoals Het is, Jan Kersschot, iBooks.

U.G. Krishnamurti 5

Vreugdevuur

Het enige wat ik je werkelijk kan verzekeren, is dat zolang je zoekt naar geluk, je ongelukkig zult blijven. Dat is een feit. De samenleving is zo georganiseerd en complex dat je op geen enkele andere manier kunt overleven dan het leven, zoals het om je heen georganiseerd is, te aanvaarden, inclusief de beperkingen die het ons allen oplegt. We moeten allemaal de werkelijkheid of de samenleving accepteren, of we dat nu leuk vinden of niet. Maar daar gaat het hier niet om. Waarover we hier spreken is van een heel andere orde. Al jouw relaties, kennis en ervaringen, al jouw emoties en gevoelens, al dat romantische gedoe, behoort geheel toe aan de samenleving, niet aan jou. Jullie zijn helemaal geen individuen; jullie zijn tweedehands mensen.

Pas wanneer je vrij bent van wat iedere man en vrouw vóór jou heeft gedacht en gevoeld, zul je een individu worden. Een dergelijk individu zal niet proberen alles te vernietigen wat toebehoort aan de samenleving, want hij is helemaal niet in conflict met die samenleving. Hij zou nooit tempels en instituten afbreken of boeken verbranden die mensen met grote zorg hebben gemaakt. Hij zou geen rebel zijn. Alle opeengestapelde kennis, ervaring en lijden van de mensheid zit in jou. Je moet een enorm vreugdevuur in jezelf aansteken. Dan zul je een individu worden. Een andere manier bestaat er niet. De samenleving is gebouwd op een fundering van conflict en jij bent de samenleving. Daarom kun je niet anders dan altijd in conflict zijn met de samenleving. Een echt individu, iemand die vrij is van de opgehoopte traditie en kennis van de mensheid, is noodzakelijkerwijs een bedreiging voor die samenleving. De samenleving, waar jij deel van uitmaakt, kan niet anders zijn dan wat ze is, dus hou ermee op om haar te willen redden of te veranderen. Je kunt zelfs je schoonmoeder niet veranderen. t

Uit: De Denkbeeldige Geest, U.G. Krishnamurti, uitgeverij Samsara.

Voor wat?

Je vraagt me hoe mijn tijd met U.G. me geïnspireerd of veranderd heeft? Of een andere hoek van waaruit ik iets zou kunnen schrijven over U.G.?

Er is geen hoek van waaruit je dit kunt benaderen. Geen kader om dit te benaderen. Dit is ook niet interessant. Niets en niemand is veranderd.

Inspiratie is een gevoel dat komt en gaat en gebaseerd is op ervaringen. Ervaringen komen en gaan. Er is niemand om te inspireren en U.G. had nooit de intentie om inspirerend te zijn. Er is geen bedoeling en niets en niemand om te veranderen.

Religie, spiritualiteit, non-dualiteit, filosofie – ze gaan allemaal uit van de aanname dat er een bedoeling zou zijn en dat er een zelf is dat die bedoeling zou kunnen of moeten vinden, en zou kunnen veranderen om die bedoeling te vervullen – dit is allemaal verdwenen en het had helemaal niets met U.G. of wie dan ook te maken. U.G. openbaarde niets, gaf niets, onderwees niets. Waarom praat je over U.G.?

Voor wat? Dat was een vraag die U.G. vaak binnensmonds mompelde.

(Ellen Chrystal transcribed, edited and wrote the epilogue for The Courage To Stand Alone: Conversations With U.G. Krishnamurti.)

U.G. Krishnamurti De moed om te zijn wie je bent Uitgeverij Samsara ISBN 978 94 9141 136 6 De moed om te zijn wie je bent is het tweede boek van U.G. dat in Nederlandse vertaling is uitgebracht. Het bevat de weerslag van gesprekken die U.G. in 1982 in Amsterdam voerde, voorafgegaan door een voorwoord van Henk Schonewille en een inleiding van Julie Thayer (zie ook elders in dit nummer). Ook het eerder bij Samsara verschenen De denkbeeldige geest bevat (‘verontrustende’) gesprekken met U.G. Het lezen van U.G. is inderdaad een nogal verontrustende bezigheid. Voor mij betekent het veel bevestigend geknik (natuurlijk, zo is het en het kan niet anders), gevolgd door een gevoel van lichte paniek (ja maar help, wat dán?). De tekst is overwegend helder en duidelijk, maar er zijn ook passages die ik lastig te begrijpen vind en waar ik ‘de meester’ graag om een nadere toelichting zou hebben gevraagd. Overigens kan ik me voorstellen dat er in het proces van gesprek tot (vertaald) boek ook wat grammaticale onvolkomenheden in de tekst zijn geslopen, die mijn begrip in de weg staan. Maar dat is een detail, en om dat mentale begrijpen ging het toch al niet, schijnt. Een van de delen van het boek heeft als titel gekregen ‘Je hoeft niets te doen’. Dat klinkt nog wel gemoedelijk, geruststellend. Maar de ‘boodschap’ is natuurlijk dat je ook niets kúnt doen. Ai, paniek in de tent. U.G. is niet voor watjes. Hij hamert er steeds weer op dat de honger zichzelf moet opbranden. Het zoeken naar antwoorden voorkomt dat de vraag kan oplossen. De oplossing is het probleem, niet het probleem zelf. Niets te doen dus. Een berg beklimmen kan elke gek, zegt U.G. Maar zijn wie je bent, met beide benen op de grond, dat vergt ware moed. Gaat dat lezen. Jacolien Schreuder

Shri Ramakant Maharaj Zelfloos Zelf. Gesprekken. Uitgeverij Samsara ISBN 9789492995100 Zelfloos Zelf is een imponerend boek van ruim zeshonderd pagina’s dik en bevat een weergave van gesprekken die Shri Ramakant had met zijn leerlingen. Het boek is onderverdeeld in drie delen: Zelfonderzoek, Zelfkennis en Zelfrealisatie, en bevat in totaal 177 gesprekken. Enerzijds kunnen deze drie delen gezien worden als didactische stadia van het spirituele ontwikkelingsproces, anderzijds zijn het in de alledaagse praktijk juist geen afgebakende stappen en lopen ze in het hier en nu door elkaar heen. Ramakant is een directe leerling van Shri Nisargadatta en heeft gedurende negentien jaar in diens fysieke nabijheid geleefd. Wie conceptuele kennis zoekt in dit boek komt bedrogen uit, omdat het louter spontane Zelfkennis bevat, het jezelf kennen in de ware zin. Door het te lezen word je voortdurend uitgenodigd en eraan herinnerd voorbij te gaan aan het denken en ook aan het ‘Ik Ben’, dat de eerste manifestatie is van individualiteit. De lezer wordt aan de hand van dialogen voortdurend teruggeleid naar het Zelfloos Zelf. Zo stellen leerlingen allerlei vragen over spirituele ervaringen die ze gehad hebben, of over moeilijkheden die ze meegemaakt hebben; vervolgens antwoordt Ramakant dat die oplossen in het Zelfloos Zelf. Uiteindelijk zijn er geen ervaringen en vragen! Doordat dit proces geactiveerd wordt, lijkt Ramakant aanwezig te zijn en zijn ‘werk’ te doen als spiritueel meester. Ramakant sprak vloeiend Engels, en de oorspronkelijke tekst is dan ook in het Engels geschreven. De vertaling in het Nederlands verloopt helaas niet altijd even soepel. Alhoewel dit niets afdoet aan de inhoud, was het mooi geweest als de vertaling grondiger zou zijn geredigeerd. Dit is een boek voor diegenen die de directe weg van advaita willen volgen en die psychologisch stevig genoeg in hun schoenen staan. Indien dit laatste niet het geval is, dan loop je het gevaar van spirituele bypassing, en dat is zeker niet wat Ramakant beoogt. Het is een boek van het hoogste spirituele kaliber. En het verdient een plek op de boekenplank naast het boek Ik Ben van Nisargadatta, maar pas nadat je het eerst gelezen hebt! Paul Soons

Jon Bernie Het ongelofelijk geluk van wat is Uitgeverij Juwelenschip ISBN 9789076681412 Sommige boeken blijven ten onrechte onder de radar. Ze hebben geen

galmende titel of origineel nieuw jasje om het non-dualisme mee aan te kleden. Laten we hopen dat dit boek van Jon Bernie een ander lot is beschoren, want ondanks zijn bescheidenheid is het een boek waaraan een lezer met verlangen naar Eenheid veel kan hebben. Het is niet prekerig of opdringerig, maar vraagt op zachtmoedige wijze onze aandacht. De oefeningen die Bernie hier en daar aanreikt, worden steevast voorafgegaan door het advies ze over te slaan wanneer ze niet aanspreken. Wie ze desondanks uitprobeert, merkt snel hoe krachtig en direct ze zijn. Dit is dan ook eerder een ervaarboek dan een leesboek. De ingang die Bernie kiest, is meestal via de zintuigen; de lezer wordt dan gevraagd zich te concentreren op de adem of op lichamelijke sensaties. Gekoppeld aan een mentale vraag is het resultaat zonder uitzondering terugkeer naar de leegte die er eigenlijk altijd al was. Bernie adviseert zijn lezers de instelling van een wetenschapper en een onderzoeker aan te nemen – open, nieuwsgierig en vertrouwend op de directe ervaring. Ondanks zijn eigen achtergrond in de zen-, theravada- en advaita-traditie, is het boek nergens intellectueel of zweverig. Hoogdravende citaten en religieus jargon worden vermeden, wat het boek toegankelijk maakt voor iedereen. Desondanks is er aan eyeopeners geen gebrek. Zoals de observatie dat identiteit de controle is die je uitoefent om je denkbeelden bij elkaar te houden. Behalve met

ons begrip van eenheidsbewustzijn is Bernie begaan met onze psychologische en sociale inzichten. Een aantal hoofdstukken is gewijd aan tolerantie en openheid richting anderen. Volgens de schrijver bevordert het opheffen van blokkades op die terreinen het openstaan voor wat zich aandient, een belangrijke eigenschap van eenheid. Pas toen ik het uit had, besefte ik hoeveel hints en aanwijzingen Bernie hier bijeen heeft gebracht. Advaita-leraar Adyashanti beschrijft het boek op de omslag terecht als “het meest directe, complete en bruikbare spirituele onderricht dat ik ken”. Het is een boek dat je eigenlijk altijd in je tas zou moeten hebben om het vuurtje van zelfonderzoek brandende te houden. Frans Hasselaar

Ramana Maharshi Over Gewaarzijn Uitgeverij Juwelenschip ISBN 9789076681467 Onlangs is een prachtig boek verschenen dat elke oprechte en serieuze zoeker naar Waarheid langzaam tot zich zou moeten nemen. Het is zeker geen leesboek, maar reikt ons veeleer woorden van wijsheid aan die je op je kunt laten inwerken. De teksten in versvorm komen oorspronkelijk van Sri Ramana Maharshi zoals uitgesproken tijdens een interview in Tamil door Muruganar. Sri Ramana Maharshi heeft deze teksten zelf gecorrigeerd, wat bijdraagt aan het authentieke karakter. Naderhand is een Engelse vertaling verschenen van de hand van professor Swami Nathan. Daarop volgde nog een bewerking door Ramana’s meest nabije leerling Sri Sadhu Om, en nog weer later een bewerking door David Godman. Met deze bewerkingen als basis heeft een groep waarheidszoekers onder leiding van Gerard van Hooff zich ertoe gezet een vertaling te maken. In InZicht van september 2019 is het proces van vertalen uitvoeriger belicht. De kern van Ramana’s boodschap is dat Waarheid een eind maakt aan alle illusie en onwetendheid. Waarheid betekent dat afgerekend wordt met de illusie van een autonoom ‘ik’ met al zijn opinies en zelfgemaakte oplossingen; dat is wat bedoeld wordt met de ‘opening van het hart’. Gerard van Hooff betoogt dat de kwintessens van waar Sri Ramana Maharshi naar verwijst, terug te vinden is in de verzen 1227 tot en met 1229. Bijvoorbeeld: ‘Men zegt dat God wordt bereikt wanneer de ziel wordt bevrijd uit zijn gebondenheid, zoals een rijstkorrel uit het vlies dat eromheen zit.’ Maar al het gepraat over vrijheid en gebondenheid is slechts een idee van het beperkte denken, dat uiteindelijk voortkomt uit het Zelf. Geen schepping, geen vernietiging, geen gebondenheid, geen hunkering naar bevrijding; als dat ingezien wordt, blijft alleen woordeloze Waarheid over. Om diepe vrede te ervaren moet elk gevoel van doen wegvallen. Dus niet meer geloven in de gedachte dat je een autonoom handelend ‘ik’ bent.

Als door zelfonderzoek identificatie met het lichaam uitdooft, verdwijnen alle waan, angst en verwarring en blijft zuiver zijn in het hart over. Een belangrijk boek voor de oprechte en serieuze zoeker die tijd en aandacht wil nemen voor het onderzoek naar wat hij is. Mieke Berger

Joris Vincken Inclusief alles Uitgeverij Van Warven ISBN 978 94 92421 89 0 Inclusief alles is het tweede boek van muziekproducer Joris Vincken. Na een lange zoektocht heeft hij vrede gevonden in het nu, in totale acceptatie, het leven in zijn geheel omarmend. Inclusief alles betekent dat alles er mag zijn, ook pijn en verdriet. Onze zoektocht naar een doel ergens in de toekomst is een illusie. Er is geen doel voorbij dit moment, dit moment is het doel. Er is niets mis met je, je bent perfect zoals je bent. Je hoeft niets op te lossen, niets te overwinnen, alleen maar waar te nemen. Daar gaat het over in dit boek. Korte verhalen worden afgewisseld met gedichten. Het is een oprechte uitnodiging om de rijkdom van dit moment te herontdekken, voorbij onze oordelen hoe het leven er zou moeten uitzien. Wanneer we alles kunnen omarmen, ervaren we innerlijke rust en weten we dat thuis altijd ‘hier en nu’ is. Het boek is voor een breed publiek toegankelijk omdat de auteur zijn ervaringen van alledag op een intieme manier beschrijft, zonder daarbij zwaarmoedig te worden. Om een paar citaten weer te geven: “Mijn leven heeft geen doel, ik ben doelloos. In ben nergens naar onderweg, noch kom ik ergens vandaan. Mijn leven is het doel. Ik ben overal naar onderweg en kom daar ook vandaan.” “Ooit was ik op zoek. Op zoek naar de verborgen rijkdom van het leven. Vandaag ben ik, zonder zoektocht. Ik herken de oneindigheid van dit moment en wie ik daarin speel. In plaats van de droom waarin niets mij raakt, raakt dit moment mij tot in elke vezel. Ooit wilde ik vrij zijn van ego, nu dansen we samen.” Inclusief alles is het verhaal van hoe het leven zichzelf leeft en ons draagt, elk moment weer. Het is een tijdloos boek, vol inspirerende verhalen en gedichten, helemaal in de lijn van het wondermooie boek Liefde is het leven omarmen van Jeff Foster. Danny Senesael

Michel Dijkstra In alle dingen heb ik rust gezocht. Uitgeverij Vantilt. ISBN 978 94 6004 449 6 Michel Dijkstra is filosoof, en doceert en publiceert over met name oosterse filosofie. Onlangs promoveerde hij op eenheid en veelheid in het werk van twee middeleeuwse denkers: Meister Eckhart en zenmeester Dõgen. In alle dingen heb ik rust gezocht is de publieksversie van zijn proefschrift. Dit boek beschrijft en vergelijkt de ideeën van Eckhart en Dõgen over de werkelijkheid, maar gaat ook in op de praktische gevolgen van die visies voor het leven. Beide denkers wijzen op de onscheidbaarheid van veelheid en eenheid.. “Het ene is veel en het vele is een.” Geheel in lijn met hun beider tradities, duidt Eckhart de eenheid aan met God, en gebruikt Dõgen de term boeddhanatuur. Een verschil is volgens Dijkstra dat God bij Eckhart de substantie is waarvan alles afhankelijk is, terwijl de boeddhanatuur de verbinding tussen alle dingen is, en in zichzelf volkomen leeg. Maar beiden wijzen op eenzelfde kernaspect van de realiteit, namelijk een grenzeloze nabijheid. Reden waarom Dijkstra over een ‘discours van intimiteit’ spreekt waarbinnen beiden bewegen. Bij Eckhart gaat het daarbij echter vooral om de verhouding tussen God en mens, bij Dõgen om de verbondenheid van alle dingen met alle dingen. Wat betekent dit voor het dagelijks leven? De uitgangspunten verschillen. Eckhart gaat uit van de bron van eenheid, waarin de veelheid van de schepping besloten ligt. Dõgen daarentegen roept juist op je af te stemmen op de veelheid, waarin je de connectie tussen alle dingen vindt. Het gaat er bij beiden om betrokken te zijn bij wat je doet, maar tegelijkertijd onthecht. In de wereld, niet van de wereld. Of, zoals Meister Eckhart het zegt: “Jij staat bij de dingen, maar de dingen staan niet in jou.” Michel Dijkstra verstaat de kunst de zaken helder uit te leggen, met oog voor de literaire zeggingskracht van zijn objecten van onderzoek. Een mooi boek. Jacolien Schreuder

Morgen??

Je bent niet eerlijk tegenover jezelf. Je kunt oneerlijk zijn in deze wereld, dat zal je wellicht wat voordeeltjes opleveren, maar je kunt niet oneerlijk zijn tegenover jezelf. Het werkt niet wat die goeroes je allemaal vertellen. Maar nog steeds heb je de hoop dat je het de volgende keer op de een of andere manier wel voor elkaar zult krijgen. Ondertussen ben je het tegenovergestelde: ‘Je zult een vriendelijke mens zijn, vol van liefde, vol van medeleven...’ Wanneer? MORGEN!

Zo is juist datgene wat je hoopt en wat je aan het doen bent verantwoordelijk voor het tegenovergestelde, namelijk je ellende. Begrijp je dat? Het is juist de ongelukkige mens die gelukkig wil zijn; een gelukkig mens heeft niet het verlangen gelukkig te zijn. De kwestie van ongelukkig zijn komt dus helemaal niet op zolang je niet zoekt naar geluk!

Uit: De resolute waarheid, U.G. Krishnamurti, vertaling Robert Smit.

© 2019 PETER VAN MIERLO

4 nummers van februari 2020 t/m december 2020 U betaalt slechts 20 euro en ontvangt gratis het boek Naakte essentie - Darryl Bailey Voor abonnementen en geschenkabonnementen www.inzicht.org

[ADVERTENTIE]

Samsara Books en InZicht organiseren weer een evenement samen!

Verlichting en andere dwalingen Met Paul Smit en Karl Renz Zaterdag 25 april 14:00 tot 17:00 uur

Programma

13:30- 14:00 uur: inloop 14:00 -14:50 uur Paul Smit (Verlichting voor luie mensen) Korte pauze 15:05 -17:00 uur Karl Renz (Verlichting en andere dwalingen)

Paul Smit

Paul Smit studeerde af op de evolutie van het menselijk bewustzijn en schreef tien boeken over non dualiteit, filosofie en neurowetenschap. Hij is een van de meest gevraagde sprekers voor het bedrijfsleven en combineert daarbij humor met neurowetenschap. Daarnaast heeft hij een consultancy bedrijf in de VS, waarbij hij non dualiteit integreert in het bedrijfsleven. Paul Smit neemt zichzelf bloedserieus en denkt net als iedere nodale leraar dat hij verlichter is dan ieder ander. Hij heeft nul volgelingen, omdat die allemaal dwars door hem heen kijken en beseffen dat ook zijn teaching niet meer is dan een verzameling subjectieve concepten die alleen in zijn eigen hoofd waar zijn. Bovendien bestaat Paul Smit helemaal niet en is hij niet meer dan een tijdelijke verschijning in bewustzijn. Dat laatste gaat hij met de nodige humor proberen uit te leggen, wat hem waarschijnlijk niet zal lukken omdat dat wat we werkelijk zijn voorbij gaat aan alle woorden. Paul’s best verkochte boek Verlichting voor luie mensen wordt op het evenement in hardcover vorm gepresenteerd.

Karl Renz

Karl Renz (officiële naam Karl Renziehausen) werd in 1953 geboren als boerenzoon in Neder-Saksen in WestDuitsland. Hij studeerde landbouw, waarna hij kunstenaar werd. Hij had een diepe innerlijke ervaring, die jaren later leidde tot de realisatie waarbij het concept van een afzonderlijk zelf verdween. Sinds de jaren negentig heeft hij talloze uitnodigingen van over de hele wereld aangenomen om te spreken over Dat wat nooit vergaat. Karl’s boek Verlichting en andere dwalingen is nu in de maak en wordt op het evenement gepresenteerd.

Tickets 25 euro (inclusief koffie/ thee) Aanmelden: https://inzicht.org/agenda/

Locatie: De Roos (grote zaal) P.C. Hooftstraat 183 1071 BW Amsterdam

© 2019 PETER VAN MIERLO

© NICOLAS GREY

This article is from: