14 minute read
Karin Visser in conversatie met Tess Hughes
from InZicht 1-2021
de spirituele geboorte
Het is erg belangrijk dat je de spirituele tradities die je op je zoektocht tegenkomt persoonlijk maakt, dat je ze eigen maakt. Pas ze toe op jezelf, op je mentaliteit, je emotionele make-up, je handelingen. Er is niets algemeens aan jouw spirituele reis; die is specifiek voor jou. Het gaat er niet om te geloven wat iemand anders je vertelt of om in te stemmen met wat ‘alle leraren’ zeggen. Je moet het testen in je eigen ervaring. Je moet jezelf heel serieus nemen.
Advertisement
Karin: In je openhartige boek This above All gebruik je de tien plaatjes van de ossenhoeder uit de zentraditie om je eigen reis naar Huis te beschrijven. Je schrijft in je voorwoord dat je geïnspireerd werd door een dun boekje van Bernadette Roberts, die de zenplaatjes daartoe ook gebruikt. Ik ben speciaal nieuwsgierig naar je ervaring wat betreft het zevende plaatje De Os Verdwijnt – De Hoeder Blijft en het achtste plaatje Os en Hoeder Verdwijnen Beiden. Ze lijken te verwijzen naar de No-Self-ervaring van Bernadette Roberts. Wat is het verschil?
Tess: Het is lang geleden dat ik over deze dingen nadacht, Karin. Maar toen ik vandaag mijn dagelijkse wandeling maakte, merkte ik dat ik over het verschil tussen die fasen nadacht als over een vrouw die op het punt staat te bevallen: tussen het breken van het vruchtwater en het begin van de weeën.
Voor sommige vrouwen, of bevallingen, is het breken van het vruchtwater als een explosie, een dramatische of zelfs onverwachte gebeurtenis, en voor sommige is het een langzaam gedruppel dat niet echt gevoeld wordt tot ze het vocht opmerken. Dit kan snel opgevolgd worden door het begin van de weeën en de eigenlijke bevalling, of er kunnen een paar dagen tussen zitten. Maar ongeacht de situatie moet het vruchtwater eerst breken voordat de uiteindelijke geboorte kan plaatsvinden. Het zet het in.
De vrouw in kwestie hoeft deze fasen niet te weten of te begrijpen om erdoorheen te kunnen gaan. Zelfs als ze de fasen kent, is het waarschijnlijk irrelevant tijdens de barensweeën. (Ik las eens een beschrijving van een vrouwelijke verloskundige die het verschil beschreef tussen het observeren van een bevalling en zelf bevallen. Twee totaal verschillende processen, zei ze.)
Lichamelijk bevallen heeft zo zijn eigen manier om zijn doel te bereiken. Dat geldt ook voor de spirituele bevalling. Dus ik zou zeggen dat de verschillen tussen plaatje zeven en acht analoog zijn aan de latere fasen van de fysieke geboorte.
Hoe je ze beschrijft of interpreteert hangt af van de taal en mythologie waar je bekend mee bent. Bernadette Roberts gebruikt de christelijke mythologie om haar ervaring te begrijpen en te interpreteren. Ze gebruikt woorden als ‘goddelijk Centrum’ en ‘God’. Een andere bron die ik in mijn boek citeer is John Keller, die een Aziatische achtergrond heeft. Hij gebruikt woorden als ‘Realisatie, non-dualiteit, Zelf en identiteit’. Maar het is duidelijk dat ze het over hetzelfde hebben. In haar kleine boekje The Christian Commentary on the Oxherding Pictures vertaalt Bernadette zen als het ware naar christelijk, om het zo maar te zeggen.
UNIVERSALITEIT Net zoals een fysieke bevalling universeel is, is een spirituele bevalling dat ook. Op basis van de universaliteit ervan leidt dat tot vele manieren om erover te praten. Als vrouw die bevallen is, is het voor mij gemakkelijk om de spirituele geboorte te begrijpen en interpreteren analoog aan het fysieke gebeuren, tenminste wat betreft de laatste fasen ervan. Ik heb Bernadettes boeken niet bij de hand maar ik herinner me vaag dat ook zij refereert aan de aspecten van bevallen en moeder zijn als analoog aan haar spirituele reis.
Tess Hughes, opgegroeid in een traditionele katholieke Ierse samenleving, werd een bewuste zoekster rond haar vijftigste. In die tijd kwam ze ook de boeken van Bernadette Roberts tegen, die bijdroegen aan de verschuiving van een toegewijde, op geloof gebaseerde mentaliteit naar die van een analytische rationele zoeker. Bernadettes boeken leidden haar naar een scherpere focus op de aard van bewustzijn en het vertrouwen in de autoriteit van je eigen ervaringen. Van Bernadette leerde ze je eigen ervaringen te vertrouwen en te analyseren. Tess schreef een boek over haar eigen spirituele reis, This above All. Ze woont nog steeds in West-Ierland.
Toevalligerwijs lagen er voor mij negen maanden tussen de beide fasen. Ik weet niet of dit toevallig is of dat andere vrouwen dezelfde ervaringen hadden op hun spirituele tocht. Ik vond het moeilijk om informatie te vinden over de vrouwelijke spirituele reis, tenminste wat betreft vrouwen die een gezin hadden en geen non waren. Dus ik zou zeggen, Karin, dat plaatje zeven en acht geen verschillende fasen zijn maar twee aspecten van het ene.
Ik denk dat dit soort kennis van weinig nut is voor degene die het proces ondergaat, maar erg nuttig voor een spirituele vroedvrouw, of leraar, die een ander assisteert op de reis. Het is ook interessant om terug te kijken en de universaliteit te herkennen in de fasen van je eigen tocht. Terwijl ik er zelf doorheen ging had ik geen idee waar ik was, en pas dicht tegen het einde realiseerde ik me dat ik feitelijk in de barensweeën van een spirituele geboorte was.
Sindsdien heb ik vele mensen ontmoet, zoekers, die bekend zijn met de fasen en denken te weten waar ze zijn. Ze denken altijd dat ze verder zijn dan waar ze echt zijn. Het ego ziet zichzelf altijd als verder gevorderd dan het echt is, wat dit betreft.
Karin: Wat ik mooi vind aan je analogie van een bevalling is dat de uitkomst van een baby natuurlijk is, en geen zeldzaamheid. Wat gebeurt er met de (spirituele) baby als die eenmaal geboren is? Is er groei of verdieping mogelijk?
Tess: Net als alle analogieën gaat die van een spirituele verrijzenis en de fysieke zwangerschap niet meer op als we het te ver doorvoeren. Maar als je bekend bent met de term ‘maagdelijke geboorte’ denk ik dat het is waar dit echt aan refereert: iets wordt uit zichzelf geboren.
De mytholoog Joseph Campbell schreef: “We worden allemaal als dieren geboren en leven het leven dat dieren leven: we slapen, eten, reproduceren en vechten. Maar is er een andere levensorde die de dieren niet kennen, en dat is ontzag hebben voor het mysterie van zijn … wat de oorzaak en het gevolg is van spirituele zingeving tijdens je leven. Dat is de geboorte – de Maagdelijke Geboorte – in het hart van een waarlijk menselijk spiritueel leven.”
Wat er geboren wordt, wordt niet werkelijk geboren in de zin van dat er iets nieuws verschijnt, maar dat iets wat onze ware natuur blokkeerde is weggevallen. Wat we eerst als ons centrum ervoeren, lost op of verdwijnt. Dit is een plotselinge en dramatische ervaring. Er is niets nieuws verrezen, en toch wordt het leven daarna als totaal anders ervaren. Op een bepaalde manier is het een uiterst definitief en nieuw begin. w
Je moet het testen in je eigen ervaring
Wat verandert is de perceptie van wat de kern van het leven is. Niets is er werkelijk veranderd, maar onze interpretatie of begrip ervan is veranderd.
VERSCHUIVING Er is een zenverhaal over een man die in de schemering naar huis terugloopt door de velden en bij de bron een dodelijke slang ziet. Hij verstijft van angst. Hij staat daar, doodsbang om zich te bewegen, tot er iemand anders langskomt die vraagt waarom hij daar zo staat. Als hij het uitlegt, maakt de andere man duidelijk dat er geen slang is, alleen maar een opgerold touw. Daarna is de eerste man onmiddellijk verlost van zijn misperceptie en angst.
Hetzelfde gebeurt met deze spirituele verrijzenis. We worden bevrijd van onze mispercepties over wat het leven is en wat we zijn. In de Hindoestaanse cultuur wordt dit Zelfrealisatie genoemd. We hebben plotseling en onherroepelijk onze ware natuur gerealiseerd. Het valse centrum valt weg. Voor mij is deze perceptuele verschuiving niet veranderd door de tijd heen. Mijn leven gaat door met alle gebruikelijke ups en downs. Mijn wereldse leven is niet beter geworden, maar de reactie erop wel. Dit is niet alleen een intellectueel begrip maar wordt emotioneel ervaren.
Wat sindsdien wel veranderd is, is het vermogen om erover te praten. De eerste jaren na de verschuiving vond ik het erg moeilijk om er iets over te zeggen. Ik kon me de lessen die ik ervaren en geleefd had niet meer herinneren. Het was alsof mijn gedachten compleet schoongeveegd waren van alle kennis en onderricht. Ik kon geen patroon zien in wat er met me gebeurd was. Nu kan ik wat er gebeurd is in een context plaatsen. Eigenlijk gebeurde dit toen ik Bernadette Roberts’ boekje over de ossenhoederplaatjes las, wat ertoe leidde dat ik mijn eigen verhaal heb geschreven. Ik kon zien hoe mijn hele leven, mijn hele zoektocht, niet een ongewone spirituele reis is geweest, alhoewel ik daar, toen ik er doorheen ging, geen idee van had.
Karin: Laat ik een stukje uit je boek citeren waarin je zoekers op het pad een paar suggesties geeft.
“Wat ik van Seamus* geleerd heb is hoe moeilijk het is voor het ego om op te geven. ‘Mijn wil’ bepaalt en wedijvert met ‘Uw wil’ tot het laatst. Ik denk niet dat iemand van ons zelf kan opgeven, het is alleen de Genade die de laatste stap mogelijk maakt. De laatste stap is niets minder dan de aanvaarding van onze persoonlijke dood, en dit, zoals ik ontdekte, bleek de kernoorzaak van al mijn lijden, van angst voor de dood. Uiteindelijk is er geen dood. Alles wat sterft is het geloof dat we iets op zichzelf staands zijn, wat de oorzaak is van ons lijden. Met de dood van het ego, de dood van het geloof in onszelf als afgescheiden entiteit, verschuift de identificatie van het ego naar wat we werkelijk zijn, Bewustzijn. Deze verschuiving is geen intellectueel begrijpen. Ze is veel meer. Je gehele wezen ondergaat een diepe verandering. Het leven na deze verandering wordt ervaren als vredig. Dit pad biedt geen garantie voor succes, maar we kunnen, denk ik, onszelf ‘gevoelig maken voor genade’, om een uitdrukking te gebruiken die ik van Bart Marshall hoorde. Het terugnemen van de energie die we gewoonlijk in het ego investeren en deze intelligent en vastberaden investeren in de niet-identificatie met het ego, maakt ons gevoelig voor die genade. Tegenwoordig krijg ik e-mails van spirituele zoekers, van wie sommigen al heel lang het non-duale pad hebben gevolgd. Het algemene patroon dat ik in hen
zie is de ontkenning van elke ervaring die ze hebben, en zeker de negatieve. Ze vertellen dat ze door een bepaalde gebeurtenis van streek zijn en schrijven daarna “... maar ik weet dat het niet gebeurde. Het is niet waar. Ik weet dat ik niet besta.” Op mij komt dit over als een weigering om diep naar jezelf te kijken, om je eigen ervaringen serieus te nemen, om jezelf serieus te nemen. Het moeilijkst voor iedereen is om je relatie met jezelf serieus te nemen, ongeacht wat een leraar of wie dan ook zegt. Het is triest dat zulke oprechte zoekers niet inzien dat we het ego niet kunnen passeren, of ons lijden eenvoudig niet kunnen weggooien, maar dat we erdoorheen moeten gaan. Natuurlijk zou het fantastisch zijn als we het eenvoudig zouden kunnen wegdoen, of zouden kunnen wachten op het winnende lot in de verlichtingsloterij, maar dat is een loser’s game - dat is pure fantasie.”
Karin: Wil je hier nog iets aan toevoegen?
Tess: Ja, Karin. Het feit op zich dat iemand zoekt is een indicatie dat die persoon zich bewust is dat er iets ontbreekt. Maar er zijn twee dingen die ervoor zorgen dat we verward of ongemotiveerd zijn over wat we zoeken. Ten eerste kunnen we niet precies aangeven wat er mist, en ten tweede worden we afgeleid door de constante parade van met elkaar concurrerende wereldse wensen en angsten. Hierdoor zijn we niet gefocust op ons meest fundamentele verlangen en blijven we als gevolg daarvan ongedisciplineerd in ons zoeken. Bernadette Roberts was in staat om haar fundamentele verlangen te herkennen (eenwording met God) en wijdde zich bovendien vanaf heel jonge leeftijd aan haar zoektocht, door in te treden in een karmelietenklooster.
BEWUST DOORLEVEN Hoe iemand zijn fundamentele verlangen uitdrukt hangt af van het taalgebruik en de tradities waar die persoon bekend mee is. Een christen denkt in termen van God en Christusbewustzijn, een boeddhist denkt in termen van ego en Verlichting, een hindoe denkt in termen van identiteit en Moksha. Het maakt niet uit met welk taalgebruik of welke traditie je bekend bent. Ze proberen allemaal te spreken over iets wat uiteindelijk woordeloos is. Wat wel belangrijk is, is dat je een manier vindt om de spirituele tradities die je tegenkomt persoonlijk te maken. Maak ze je eigen. Pas ze toe op jezelf, op je mentaliteit, je emotionele make-up, je handelingen. Er is niets algemeens aan jouw eigen spirituele reis; die is specifiek voor jou. Het gaat niet om te geloven wat iemand anders je vertelt of om in te stemmen met wat ‘alle leraren’ zeggen. Je moet het testen in je eigen ervaring. Je moet jezelf heel serieus nemen.
Je moet je eigen ervaringen bewust doorleven. Dit is hoe jij je ‘ontvouwt’ en waaruit je motivatie voortkomt en van waaruit vorderingen worden gemaakt in de verlangde richting. Dit is hoe je ‘gevoelig voor Genade’ wordt. t
*Seamus is Tess’ man, die vele jaren aan leukemie leed en die ze tot aan zijn dood verpleegde.
God
“Alleen God is liefde. En om die liefde ten volle tot haar recht te laten komen moet het zelf opzij stappen. We hebben niet alleen geen zelf nodig om van god te kunnen houden, maar hebben om dezelfde reden geen geest nodig om hem te kennen. Want datgene in ons dat god kent, is god.”
Bernadette Roberts
Ik vind dat een prachtig citaat van Bernadette Roberts. Ik maak weliswaar meestal geen gebruik van woorden als ‘god’ om deze boodschap over te brengen, maar uiteraard staat god in essentie gelijk aan non-dualiteit. Mijn persoonlijke reis met god begon toen ik als kind in een halfreligieus joods gezin in Engeland opgroeide. We gingen regelmatig naar de synagoge en vierden de meeste joodse feestdagen. Eens per week kreeg ik godsdienstles, waar ik de gebeden, de verhalen, de tradities en de gebruiken leerde van het jodendom. Ik leerde dat god ‘boven in de hemel’ leefde en dat we tot hem moeten bidden als we goed willen zijn. Als jong kind vroeg ik me nooit af waarom god het nodig vond dat we tot hem baden of de andere rituelen uitvoerden. In al mijn onschuld gehoorzaamde ik heel nauwkeurig aan de dingen die god van ons verlangde en probeerde ik mijn familie religieuzer te laten zijn. Pas als tiener begon ik het bestaan van god te betwijfelen. Ik begon me af te vragen waarom ik de gebeden wel kon opzeggen, maar meestal niet wist wat ze betekenden of waarom ik ze uitsprak. In de synagoge zag ik zelden of nooit iemand die een diepe, innige relatie met god onderhield. Het was in die tijd dat ik zeer teleurgesteld raakte in het concept god en het volledig afwees. Ik weet nu weliswaar dat de essentie van het jodendom of welke andere religie dan ook dezelfde waarheid over onszelf vertegenwoordigt, maar toen ik jong was, kon ik geen echte spiritualiteit vinden in de religie die ik voorgeschoteld kreeg. Toen mijn verlangen naar de waarheid steeds groter werd, begon religie me tegen te staan, omdat ik die zag als een nepversie van spiritualiteit. Ik verlangde naar een verbinding met god die ik werkelijk kon voelen en waar ik me in thuis zou voelen. Het eindigde ermee dat ik de waarheid waar ik naar snakte in mezelf vond. Pas na verloop van tijd ging ik zien dat die waarheid ook god genoemd kan worden. Ik geloof of hoop niet langer meer dat god zich buiten me bevindt en me kan redden of beschermen, maar wel dat mijn ware natuur god is. Sterker nog, zoals Bernadette Roberts hierboven aangeeft, er bestaat geen onderscheid tussen wie ik ben en god. Om god werkelijk te kunnen kennen dient het afzonderlijke ‘ik’ te sterven of gezien te worden als wat het is – niet meer dan een gedachte zonder substantie. Alles wat er dan overblijft is liefde. God is liefde. En dat kan niet bevat of begrepen worden door het denken. Die liefde is geen specifiek gevoel van liefde, maar ieder specifiek gevoel, iedere specifieke gedachte of ervaring. Liefde neemt iedere ervaring in zich op. God houdt van zichzelf door middel van het spel van ervaring en uitdrukking. Er is niets dat buiten god staat of er geen deel van uitmaakt. Ik heb me er weliswaar tegen verzet om het woord ‘god’ in mijn onderricht te gebruiken, maar als ik het nu gebruik, merk ik dat het een andere connotatie heeft dan woorden als gewaarzijn of non-dualiteit. Voor mij bevat het woord ‘god’ nu een persoonlijk, hartverscheurend gevoel van verlangen. Het voelt als de gracieuze overgave en nederigheid die we ervaren als we ons hoofd buigen en toegeven dat ik (het afzonderlijke ‘ik’) niet degene ben die de leiding heeft. Bidden is dan niet slechts het reciteren van dode, betekenisloze woorden in de hoop dat het in orde komt en ik beschouwd word als een ‘brave meid’. Gebed is dan een oproep doen, vanuit onze menselijke uitdrukkingsvorm, tot onze goddelijke essentie. Een verlangen om te verdwijnen in de leegte van god. Een dringende oproep om te ontwaken en nu op dit moment als god te leven. Zoals Bernadette Roberts zo volmaakt aangeeft: “Want datgene in ons dat god kent, is god.”