Bedrijf in beeld BakkerBio 2
No.
2/2015
Een uitgave van Van Westering Groep bv Losse verkoop â‚Ź 8,49
www.ekoland.nl
Terugblik op Bio-beurs 2015
Omschakelen in Azerbaijan
Biofach 2015 en Organic 3.0
EKOLAND
februari | nummer 2 – 2015
14
bedrijf in beeld
Altijd bedekt en vol leven Jan Willem Bakker van BakkerBio uit Munnekezijl laat droge kluiten aarde zien, met grote gaten en tunnels erin gemaakt door wormen. Bij BakkerBio zijn de Lumbricus wormen de vrienden van de boer. Diepe wormengangen, goede doorworteling en een kruimige structuur laat meteen zien dat op bij BakkerBio de bodem centraal staat.
24
10
Internationaal
Omschakelen in Azerbaijan Met uitzicht op de Kaukasus in Azerbaijan bevindt zich het bedrijf van Azza Agro. Het eerste land is 2012 aangekocht. In 2012 heeft Gerard Oomen een eerste advies gegeven, sinds 2013 begeleidt Jelmer Buijs het bedrijf bij de omschakeling naar biologische landbouw.
Inhoud bedrijfsvoering 9 Regels & wetten - Deel 6
Hoe om te gaan met (nieuwe Europese) regelgeving. ‘ Heeft u een allergie? Meldt het ons’
verslag bio-beurs
10 Eerste Bio-beurs geslaagd Een terugblik.
Bedrijf in beeld
14 Altijd bedekt en vol leven Bodem is basis voor innovatie bij BakkerBio, winnaar van de Ekoland Innovatieprijs 2015
verslag bio-beurs 20 Biologisch en gangbaar duurzaam in 2030? Levendig ‘lagerhuisdebat’ op de Bio-beurs
EKOLAND | februari – 2015
Bodem 21 Op zoek naar het ideale
bodemprofiel Over kruimige aarde, rode en grauwe wormen, pendelaars en wel of niet frezen
Internationaal 24 Omschakelen in Azerbaijan
Hoe verloopt de omschakeling van een 700 hectare groot landbouwbedrijf in Azerbaijan?
onderzoek 26 Hoe meer diversiteit hoe beter?
veehouderij 22 Voederbomen in de wei
Bladeren zijn een gezonde en voedzame aanvulling op het gebruikelijke rantsoen van herkauwers
OP DE cover: Wridzer en Jan Willem Bakker FOTO: Dick Boschloo
vaste Rubrieken Editoriaal Landbouwberichten Biohuis update Marktberichten Column Jos van Duinen Trekkers
Eerste Bio-beurs geslaagd
5 6 7 30 31 34
Onderzoek naar de effecten van biodiversiteit lijken veelbelovend. Wordt vervolgd
bedrijfsvoering 28 Wordt vervolgd - Deel 41
Bedrijfscontinuïteit in de biologische landbouw. Vernieuwing in landbouw en zorg
Handel & Afzet 32 BioFach 2015 en Organic 3.0
De BioFach staat symbool voor het succes van bio, maar de idealen lijken te verschralen. 3
Biologisch met voorsprong Bejo, voorop in de ontwikkeling van groenterassen voor de biologische sector.
Bejo Zaden B.V.
Trambaan 1, 1749 CZ Warmenhuizen
T + 31 (0) 226 - 39 61 62
E info@bejo.com
voor woord
Gemiste kans Natuurlijk ben ik blij dat de totale omzet van de biologische export in 2014 ruim 928 miljoen Euro bedraagt. Bijna een miljard. Een stijging van 11% ten opzichte van 2013. Toch was mijn eerste reactie: dus nog 79 miljard te gaan en dan hebben we evenveel export als onze gangbare collega’s? Is dat het doel van de biologische landbouw? Exporteren? Nogmaals, natuurlijk zie ik dat deze groei kansen biedt op vernieuwing, voor extra activiteiten, voor nieuwe bedrijven, maar het klinkt allemaal zo …… grijs, gangbaar, correct, zo neoliberaal. Zo echt Nederlands, handel is het hoogste doel. Groeien totdat je in de hemel bent? Het moet absoluut aan de grote klok worden gehangen en de Biofach is de uitgelezen plek daarvoor. Minister Sharon Dijksma zal ongetwijfeld trots zijn op onze bio-sector, de enige agrarische sector die zo hard groeit. Toch vind ik de grote nadruk op economische groei maar het kleine verhaal. Het grote verhaal van de bio-landbouw is het verhaal van het gelijkblijvende of toenemende organi-
sche stofgehalte in de bodem, het betere welzijn van buitenlopende en grazende dieren. En van de toename in arbeidsvreugde van biologische boeren en boerinnen. De toename in biodiversiteit als je niet meer spuit op je gewassen en hoe intens biodiversiteit binnen kan komen. Kees Scheepens haalde het nog even aan op de Bio-beurs. De aardappelteler die bij de tweede keer spuiten om het loof dood te krijgen, tegen een broedende fazant aanreed. Het dier zat er treurig bij in een bijna verdord gewas. Zonder beschutting. Ze keek angstig omhoog naar de tractor. Dat trof hem, er brak iets in hem bij die aanblik. Dat moment gaf de doorslag: ‘ik spuit nooit meer!’. Ik weet ook niet hoe je dat op een trendy en catchy manier aan de grote klok hangt. Ik weet wel dat daar de kern van het biologisch boeren ligt.
Kees van Veluw hoofdredacteur
colofon ISSN: 0926-9142
Uitgever Jaap van Westering
Hoofdredacteur Kees van Veluw
Eindredactie Bernard Faber
Redactie Maria van Boxtel Eline de Bot Harm Brinks Leen Janmaat
Bladmanager Annemieke Praamstra
Vormgeving Vilarrica bv, Baarn
35ste jaargang nr 2
Aan dit nummer werkten mee
Advertentieacquisitie
Abonnementen
Emiel Anssems, Dirk van Apeldoorn, Jan Willem Bakker, Diana Beekvelt, Dick Boschloo, Maria van Boxtel, Peter Brul, Jelmer Buijs, Ria Dubbeldam, Jos van Duinen, Nick van Eekeren, Oane de Hoop, Nariman Huseynov, Wouter Joop, Boki Luske, Gerard Oomen, Walter Rossing, Mark Vonk en Helmer Wieringa
Van Westering Groep bv Baarn T 035-8873531 E sales@ekoland.nl
Ekoland verschijnt 11x per jaar. Een jaarabonnement kan elke maand ingaan en kost € 92,49 (NL) inclusief BTW. Het abonnement wordt stilzwijgend verlengd, tenzij twee maanden voor het verstrijken van het lopende abonnementsjaar schriftelijk (kan ook via de website) wordt opgezegd. Indien niet anders is overeen gekomen wordt jaarlijks een acceptgiro ter betaling van het a bonnementsgeld toegezonden. Adreswijzigingen s.v.p. vijf weken van tevoren schriftelijk opgeven aan de abonnementenadministratie onder vermelding van het oude adres. Via het formulier op www.ekoland.nl. (Kies onder abonnee service het formulier ‘adreswijziging’). Of via de adresdrager.
Redactie-adres Postbus 696 3740 AP Baarn T 035-8873531 E redactie@ekoland.nl
Druk Drukkerij Veldhuis Media, Raalte
Abonnementenadministratie Van Westering Groep bv Postbus 696, 3740 AP Baarn T 035-8873531 E abonnementen@ekoland.nl ©2015. Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen en/of illustraties is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie noch de uitgever aanvaardt enige verantwoordelijkheid voor schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan na gebruikmaking van gegevens uit dit blad.
Ekoland is een uitgave van Van Westering Groep bv
www.ekoland.nl EKOLAND | februari – 2015
@vakbladekoland
Los nummer € 8,49 Het volgende nummer van Ekoland verschijnt op 20 maart 2015
5
Steeds meer boeren laten ploegen achterwege Het is een opkomend fenomeen in agrarisch Nederland: niet meer ploegen. Dat bleek ook uit de belangstelling voor de workshop van Wageningen UR in het kader van het programma ‘’Beter Bodembeheer’’. Meer dan vijftig deelnemers namen deel. Een toenemend aantal akkerbouwers en groentetelers, zowel gangbaar als biologisch, proberen zo min mogelijk bodembewerkingen toe te passen en hun grond zo veel mogelijk bedekt te houden. Dat blijkt een positieve invloed te hebben op bodem en bodemleven. De jonge ondernemer Jan Willem Bakker uit Munnekezijl boert sinds 15 jaar biologisch en is in 2004 gestopt met ploegen. Samen met zijn vader heeft hij een bedrijf met vollegronds groenteteelt en vleesvee, dat bestaat
Biologisch antwoord op appelschurft?
Onderzoeker dr. Jürgen Köhl van Wageningen UR is mogelijk dicht bij een doorbraak in de bestrijding van appelschurft. Een natuurlijke schimmel met de codenaam ‘H39’ zou wel eens het lang gezochte biologische antwoord kunnen worden op deze gevreesde ziekte. “Deze schimmel is niet alleen getest op zijn vermogen om de ziekteverwekker te bestrijden. Via de nieuwe methode Select BioControl is ook meteen gekeken naar de praktische haalbaarheid om deze schimmel in te zetten als commercieel product.” De schimmel Venturia inaequalis die appelschurft veroorzaakt, is wereldwijd de belangrijkste ziekteverwekker in de appelteelt. 6
uit 80 hectare Waddenzeeklei. ‘We hebben nog wel een aantal jaren gespit, maar daar zijn we in 2011 ook mee gestopt. Het niet-keren van de grond betekent op ons bedrijf dat het bodemleven meer en meer de overhand krijgt. We zien een betere beworteling, meer volume, meer wormen, geen blauwe grond en minder problemen’’, aldus de enthousiaste bio-boer. Soortgelijke ervaringen had ook biologische boer Mart Verbrugge uit Hengstdijk in Zeeuws Vlaanderen, die een 49 ha groot
Tot nu toe kan de schimmel alleen worden bestreden met synthetische middelen, waartegen vaak resistentie ontstaat. “In onze zoektocht naar een biologisch alternatief hebben we gekeken naar de verschillende schimmels die van nature op de schurftplekken voorkomen”, vertelt Köhl. Uit schimmels die als zogenoemde antagonist de Venturia kunnen bestrijden kwam onder andere de schimmel‘H39’ naar voren. In verschillende Europese veldproeven is inmiddels aangetoond dat deze schimmel inderdaad in staat is om de vorming van schurft op bladeren en vruchten te voorkomen, zowel in biologische als in gangbare teeltsystemen.
MBO-opleiding voor schaapherder Een primeur voor Helicon MBO Velp, waar in augustus de vakopleiding Schaapherder van start gaat. Het is de eerste en enige MBO-opleiding van Nederland voor dit unieke beroep. Er wordt breed ingestoken. Behalve om de schapen gaat het bij de moderne schaapherder ook om ecologie,
akkerbouwbedrijf heeft. Beide ondernemers zijn in de loop van de jaren ook overgeschakeld op beddenteelt en maken gebruik van een vast spoor op 3,20 meter. Dit betekent dat er geen trekker rijdt op de plaats waar het gewas groeit. Als ondernemer heb je dan te maken met een egaal teeltbed, zonder sporen. Zie ook de bedrijf en ~Beeld reportage op pag 14.
natuurbeheer, communicatie en ondernemerschap. De opleiding kent vier pijlers: het schaap, het hoeden, de natuur en de mens. Door deze brede insteek kunnen afgestudeerden ook als terreinbeheerder aan de slag bij bijvoorbeeld Natuurmonumenten of Staatsbosbeheer. De opleiding bij Helicon MBO Velp, sluit aan bij de bestaande expertise op het gebied van bos- en natuurbeheer en dier. De school vindt duurzaam natuurbeheer heel belangrijk. Schaapherders met hun kuddes hebben naast natuurbeheer, een grote cultuur-historische waarde. Anno 2015 dreigt er een tekort aan schaapherders door vergrijzing binnen de beroepsgroep en een veranderende vraag naar natuurbegrazing voor stedelijk groen, dijken en natuurgebieden.
Zadenweekend ‘Reclaim the Seeds 2015’ In Driebergen wordt het weekend van 28 februari en 1 maart de vierde editie van Reclaim the Seeds plaats, het jaarlijkse weekend voor zadendiversiteit gehouden. Op zaterdag 28 februari is de grote zadenbeurs: bijzondere zaden, maar ook pootgoed en enten van groenten,
kruiden, fruit en bloemen worden geruild, verkocht of weggegeven. Verschillende kramen bieden daarnaast veel kennis in de vorm van praktische instructies en boeken. En er zin workshops en lezingen over zaden, biodiversiteit en wetgeving. De zondag start met een praktische workshop ‘seed saving’, gevolgd door een fiets februari – 2015 | EKOLAND
landbouwberichten excursie langs buurtmoestuinen en andere biodiverse tuinen waar de deelnemers ook de handen uit de mouwen zullen steken. Zaterdag 28 februari van 11.00 tot 17.00 uur, zondag 1 maart vanaf 10:30 uur op Landgoed de Kraaybekerhof. Toegang gratis. Meer info op www.reclaimtheseeds.nl.
senteerd op de Biobeurs. Er blijkt een groot draagvlak voor zijn agro-ecologische benadering op biologische grondslag, niet alleen in Nederland maar ook in het buitenland.
De petitie kan getekend worden op http:// www.petities24.com/wur_continue_with_agroecology_on_an_organic_basis.
Leerstoel agro-ecologische landbouw in gevaar Bezoekers van de Bio-beurs in Zwolle kregen een petitie onder de neus geduwd voor het behoud van de leerstoelgroep voor agroecologische landbouw (Farming Systems Ecology). De oproep komt rechtstreeks van het college van bestuur van Wageningen UR. Alle betrokken partijen bij de biologische sector in Nederland (boeren, verwerkers, retailers, onderzoekers) zijn van mening dat de leerstoel behouden moet blijven, ook na het vertrek van hoogleraar Pablo Tittonell. Deze heeft vorig jaar zijn agro-ecologische visie, die breder is dan biologische landbouw, gepre-
niet zonder een wetenschappelijke ondergrond. Op dit moment is de tweede generatie bio-boeren en zaadtelers sterk groeiend. Om die te ondersteunen is een bevlogen wetenschappelijke onderbouwing onontbeerlijk.
Frédérique Ries
Nederland mag zelf beslissen over gengewassen Ook Louise Fresco, bestuursvoorzitter van Wageningen UR, wil niets liever dan continuering van dit vakgebied. Een hoogleraar die werkt vanuit het biologische gedachtengoed hoort thuis op een pluriforme universiteit die midden in de samenleving wil staan. Dit geldt ook voor de buitengewone leerstoel Biologische Plantenveredeling, waarvoor verlenging vanaf 1 maart in aanvraag is. De biologische sector in Nederland kan volgens Fresco
Nederland mag voortaan zelf beslissen over het verbieden of toelaten van gengewassen. Dat is 13 januari besloten door de Europese Commissie, het parlement en de aangesloten landen. Momenteel heeft het Amerikaanse bedrijf Monsanto in de EU toestemming om maïs te telen in Spanje, Portugal, Tsjechië, Roemenië en Slowakije. Ook de Nederlandse regering heeft eerder aangegeven meer ervaring te willen opdoen met gemanipuleerde zaden. Grote tegenstanders zijn Frankrijk, Duitsland, Luxemburg
en Oostenrijk, die lange tijd een besluit blokkeerden. Het besluit betekent dat zeven genetische gemanipuleerde gewassen, die wel door de EU zijn goedgekeurd, maar niet ingezaaid mochten worden, nu toch de grond in kunnen als de afzonderlijke Europese landen daar toestemming voor geven. Volgens de verantwoordelijke Europese bestuurder, Frédérique Ries, is ‘een juridische jungle’ ontstaan. Het is in feite om die reden dat de EU heeft besloten dat de aangesloten landen het voortaan zelf maar moeten uitzoeken.
Biohuis update Tevredenheid over Biofach Nederland stond centraal op de BioFach 2015. Nederlandse standhouders keken tevreden terug op de belangstelling. De Biofach in Neurenberg is de grootste internationale beurs op het gebied van biologische landbouw en voeding. Ook Biohuis bestuurslid Kees van Zelderen was actief tijdens de beurs en was zeer te spreken over de Nederlandse presentatie:”Er waren meer Nederlandse bedrijven dan ooit tevoren. Nederland straalde het beeld uit integer en tegelijk innovatief met biologisch bezig te zijn. Met een fraai HollandPaviljoen, een opvallende Iglo buiten en diverse workshops, EKOLAND | februari – 2015
zoals over biodiversiteit en innovatie. Met name staatssecretaris Dijksma heeft twee volle dagen goed werk verricht voor de Nederlandse sector.“
Bijdrage aan continuïteit biopromotie gevraagd Alle marktpartijen uit de biologische keten, verenigd in Bionext, spannen zich de komende tijd extra in om te zorgen dat de biologische sector ook de komende paar jaar voldoende middelen heeft om de consument beter bekend te maken met biologisch en het logo voor het biologische keurmerk. Uit onderzoeken blijkt nog steeds een hele slechte bekendheid met het ‘groene blaadje’. Ook zijn er nog
steeds misverstanden over waar biologisch voor staat. Momenteel worden biologische bedrijven benaderd voor een vrijwillige bijdrage voor de promotie in de komende jaren. Als er voldoende bijdragen binnenkomen om de helft van de kosten te dekken, wordt de andere helft door Brussel betaald.
Lobby en discussie in Neurenberg De Biofach werd ook gebruikt voor gesprekken met collega’s in het buitenland en met de overheidsvertegenwoordigers. De voorstellen voor herziening van de regelgeving waren uiteraard ook onderwerp van gesprek. Er is veel eensgezinde kritiek. Maar de
voorgestelde strenge residunorm (afkeuringsnorm) riep wel veel discussie op. Sommigen vinden dat biologisch product ook bij een heel klein residu moet worden afgekeurd, omdat de consument een schoon product wil. Anderen benadrukken dat de consument ook mag weten dat biologische productie niet onder een glazen stolp plaatsvindt en dat de bioboeren niet de dupe mogen worden van overal aanwezige vervuiling. Kees van Zelderen: “Staatssecretaris Dijksma was spreker op het Biofach congres en kreeg daar veel waardering van de Duitse deelnemers voor haar kritische houding ten aanzien van de EU voorstellen voor herziening van de regelgeving.” 7
Unieke kans: landgoed Deelerwoud geeft enclave natuurland in pacht uit:
Pachter(s) gezocht
Het Deelerwoud ligt bij de middeleeuwse enclave natuurland Deelen. Deelen werd het eerst beschreven in 1326 in het eerste Gelderse leenregister. Deelerwoud verwijst naar ‘holtmarken’ waarbij bepaalde boerderijen in ‘delen’ van het bos gerechtigd waren. Deelerwoud is opgesplitst in drie delen. Landgoed Deelerwoud bij Hoenderloo, Hoog Deelen en het Delerwoud van Natuurmonumenten. Landgoed Deelerwoud is ruim 600 hectare groot en omrasterd. Na het overlijden van de eigenaar Jonkheer V.G.F. Repelaer vorig jaar, probeert het bestuur van de stichting Huis Deelerwoud het landgoed duurzaam in stand te houden. Het bestuur is voornemens de enclave natuurland binnen het raster dit jaar of het daarop volgende jaar in (geliberaliseerde) pacht uit te geven, mits een geschikte pachter wordt
gevonden. Het gaat om ca. 58 ha ‘natuurpacht’ (N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland, 1,5 GVE per ha) en ca. 7 ha grasland binnen het raster. Daar wordt aan toegevoegd ca. 7 ha bouwland rond de Woeste Hoeve. Er zit geen bedrijvencomplex bij. Voorts lopen er ca. 25 koeien met een sterke inslag Piemontese bloedlijn vrij rond. De Piemontees is een van oorsprong Italiaans vleesras. Groot voordeel van dit ras is dat vrijwel alle kalveren probleemloos op natuurlijke wijze kunnen worden geboren. De luxe bespiering van onder andere de achterhand begint namelijk pas aan te zetten na de geboorte. De dieren groeien lang door, zonder te vervetten. De groei bestaat vooral uit aanleg van spieren. De kwaliteit van het vlees wordt door zowel
HAK introduceert compacte LTC1 werktuigdrager Al te zien op de Bio-beurs en nu ook leverbaar: de HAK LTC1 werktuigdrager voor kleinschalige akker- en tuinbouwbedrijven. Deze modulaire werktuigdrager is vooral geschikt voor mechanische onkruidbestrijding in rijen- en beddenteelt. Het instapmodel biedt multifunctionaliteit en tal van opties. Door het schuin aflopende frame heeft de gebruiker optimaal zicht op het schoffelwerk, alsof hij over het land loopt. Een 11,7 pk Honda benzine motor met handstart zorgt voor de hydraulische aandrijving van de achterwielen. De vaste spoorbreedte van 150 cm en een wielbasis van 185 cm dragen bij aan een rustig en stabiel rijgedrag. De besturing is 8
hydraulisch en de draaicirkel is zo klein, dat de machine op elke kopakker moeiteloos kan keren. De bodemvrijheid is 460 mm. De bandenmaat voor is 5.00-10 (Ø 500) en achter 6.00-12 (Ø 600). In de standaard uitvoering vormt de LTC1 werktuigdrager een perfecte combinatie met HAK schoffelmachines uit de L- en S-Serie. Daarnaast zijn er tal van opties leverbaar die het werkgemak en comfort verhogen. Zo is er een elektrisch pakket bestaande uit
Foto Michel Simons
Landgoed Deelerwoud was eigendom van de vorig jaar overleden Jonkheer V.G.F. Repelaer. Het bestuur van de Stichting Huis Deelerwoud tracht het landgoed duurzaam in stand te houden en zoekt een pachter voor de landbouwenclave.
slagers als consumenten bijzonder gewaardeerd. De fijnheid van het vlees zorgt ervoor dat het zeer mals is. Het spreekt voor zich dat een kandidaatpachter die deze bijzondere koeien overneemt en handhaaft bij de selectie voorrang krijgt, zodat een belangrijke traditie op het landgoed behouden blijft. Ook zal gekeken worden of de instelling van de kandidaat pachter past bij de aard van landgoed Deelerwoud. Stichting Huis Deelerwoud biedt een pachter de unieke kans om aan het beheer van dit bijzondere landgoed een wezenlijke bijdrage te leveren. Voor meer informatie zie advertentie op pagina 34
een elektrische starter, startaccu, dynamo en twee werklampen. Ook is de machine leverbaar met verstelbare spoorbreedte, een rolbeugel, een extra hydraulisch ventiel, extra hefinrichting in voorof achteraanbouw, spoorwisserset met hefinrichting, frontgewicht en een vast of opklapbaar oogstrek. Leverbaar in elke gewenste bedrijfskleur. Als schoffelspecialist biedt HAK daarom een overweldigend programma framedelen en werktuigen, waarmee de als LTC werktuigdrager voor elke vorm van mechanische onkruidbestrijding kan worden ingezet. Zo zijn er korstenbrekers, aanaardhulpstukken, torsiewieders, vingerwieders, rijeneggen, loofbeschermers, steunwielen, schoffels, aanaarders en schijven in talloze afmetingen leverbaar. www.HAKnl.com
Biologisch: ook voor het klimaat Het Praktijknetwerk Biologisch Klimaatneutraal, begeleidt door Stichting ERF, CLM en LBI, werkte aan het klimaatneutraal maken van bio melkvee-, akkerbouw-, pluimvee- en varkensbedrijven. Maatregelen om emissie te reduceren zijn geïnventariseerd alsook de acties om koolstof vast te leggen op het bedrijf zelf om emissie te compenseren. Op de eindbijeenkomst op 13 maart worden de uitkomsten gepresenteerd. Via discussies, presentaties en workshops over oa vrijwillige klimaatcompensatie, agroforestry en regionale samenwerking tussen veehouder en akkerbouwer. Deelname is gratis, opgeven voor 9 maart: d.keuper@clm.nl. Kijk voor het volledige programma op www.biologisch-klimaatneutraal.nl
februari – 2015 | EKOLAND
bedrijfsvoering
Regels & wetten Deel 7 Hoe om te gaan met (nieuwe Europese) regelgeving
Nieuwe EU regelgeving over het vermelden van allergenen geldt ook voor cateraars
‘ Heeft u een allergie? Meldt het ons’ Voedsel en gezondheid hangen samen. Het dringt ook door tot de wetgever. Daarom nieuwe regels over allergenen voor iedereen die met voedsel werkt. Een mooie kans voor ‘biologisch’? Alweer nieuw regelwerk? Let op de datum: 1 februari 2015! Tekst Helmer Wieringa
Goede voedselinformatie aan consumenten is het onderwerp van een Europese verordening uit 2011. Op etiketten moet informatie staan over ingrediënten, hoeveelheden, houdbaarheid, bewaring, herkomst en voedingswaarde. Hoe dan met maaltijden, catering, eigen appels? Dankzij de lobby van ‘de horeca’, zo stellen de organisaties, gelden deze verplichtingen niet voor alle ‘niet-voorverpakte producten’. Opgelost? Nee: er is één uitzondering, de allergenen! Per december 2014 moet iedereen die voedsel bereidt, van restaurant tot zorginstelling, kunnen vertellen of het eten allergenen bevat. Het is ondoenlijk om alle allergenen te weten en het is ondoenlijk om op de menukaart alles te vermelden. Daarvoor zijn twee oplossingen bedacht. Het gaat ‘slechts’ om 14 hoofd-allergenen. En het mag mondeling. Hoe werkt dit? Praktisch: vermeldt op de menukaart of op een bord de tekst ‘Heeft u een allergie? Meldt het ons!’ en zorg dat er iemand is met een e-learning bewijs die de allergenen kent. De menukaart en het bord heeft u zo aangepast. De 14 allergenen zijn eenvoudig te leren: het gaat vooral om gluten, ei, lactose, EKOLAND | februari – 2015
pinda, noten, soja, vis- en schaaldieren. Medewerkers kunnen via internet een test doen. Er moet altijd een medewerker aanwezig zijn die deze test heeft gedaan. Niet iedereen hoeft dus alles te weten. En
‘Onbedoeld stimuleert Europa het koken met pure basisproducten.’ je hoeft dus ook niet om te schakelen naar allergeenvrije appeltaart of maaltijden. Het advies is om dit op te nemen in het voedselveiligheidsplan (logboek), zodat je alert blijft op de bewaking ervan. Let op: de menukaart of het bord én het bewijs van de e-learning moeten per 1 februari 2015 op orde zijn of op een later tijdstip als je later open gaat. heeft u een vraag Helmer Wieringa ontvangt graag vragen van Ekoland-lezers om te bespreking in deze rubriek. Mail uw vraag naar kopij@ekoland. nl of hwieringa@landco.nl.. Uw vraag blijft anoniem! Voor eerdere antwoorden: zie Ekoland.nl en www.landregels.nl
Aansprakelijkheid als iemand ziek wordt is er niet, indien je deze regels volgt. Het is de klant zelf die aan zijn of haar allergie moet denken. Bij catering of maaltijdenbereiding is het al gebruikelijk om naar dieetwensen en andere wensen zoals allergie, te vragen. Indien dit van te voren is gevraagd (check je website!) ligt de verantwoordelijkheid bij de klant. Daarom is schriftelijke bevestiging (e-mail) altijd gewenst. Wordt er een fout in de keuken gemaakt, dan verschuift de aansprakelijkheid. Heerlijk voor biologisch! Kant-en-klare ingekochte producten hebben uitgebreide etiketten. Die moet de keuken dus lezen op de 14 allergenen die er op staan. Onbedoeld stimuleert Europa tot het koken met pure basisproducten uit de landbouw. Dat is dus goed nieuws. Ook is het een kans voor de biologische cateraar om het belang van goed voedsel en het verschil tussen allergie en intolerantie uit te leggen. En dat is een kans om in winkel, restaurant en catering de nieuwe ‘regels’ of ‘allergenenwet’ als een voordel uit te leggen! Helmer Wieringa is partner in Land & Co.
9
Voor organisator Bionext was het een vuurproef, de eerste Bio-beurs. Afgaande op het commentaar van exposanten is de organisatie glansrijk geslaagd. Een terugblik. Tekst Bernard Faber | Foto’s Bernard Faber, Ekoland (e.a.)
Eerste Bio-beurs geslaagd
I
n totaal 8.747 geregistreerde bezoekers kwamen naar de eerste Bio-beurs, die 21 en 22 januari j.l. in Zwolle werd gehouden. Iets minder dan de 9.000 bezoekers die Bionext vooraf had verwacht, maar de organisatie is zonder meer tevreden en praat van ‘een geslaagd feestje’ met een ‘gemoedelijke en gezellige sfeer’. In totaal waren er 235 standhouders op de Bio-beurs, die samen de hele biologische keten vertegenwoordigden, van boer en producent tot groothandel, winkel en horeca. Dat de sfeer goed was wordt links en rechts door exposanten bevestigd, zoals door Harry ten Dam van Aurora
kaas: “Het was een prettige beurs. De combinatie van handel en boeren geeft de Bio-Beurs een unieke eigen sfeer. Dat wordt door zowel de standhouders als de bezoekers gewaardeerd.” Als minpuntje noemt Ten Dam het feestje voor de standhouders op woensdagavond. “Dat was leuk, maar op dat moment schoot de catering wel tekort, het eten was veel te vroeg op. Maar ik heb de indruk dat de nieuwe organisatie het verder goed gedaan heeft. Het wordt steeds professioneler. Alleen de achterste hal vond ik wat minder geslaagd.” Hij is positief over de ruimere van opzet, met bredere gangpaden en sluit af met: “Het is niet een beurs waar wij grote contracten afsluiten, maar wel een mooie gelegenheid om veel winkeliers te spreken. Als wij volgend jaar dezelfde plek kunnen krijgen als dit jaar doen we zeker weer mee.”
De nieuwe halindeling met meer aandacht voor horeca was succesvol. De proeverijen, kookdemonstraties en het restaurant op het Horecaplein werden zeer goed bezocht. Het horecaplein vormt een mooie basis voor dit tot nu nogal onderbelichte onderdeel van de keten. En het
ZONNEPANELEN
coöperatie agrico//Bioselect Duit 15, 8305 BB emmeloord T 0031 527 639 911 info@agrico.nl www.agrico.nl
carel Bouma
alikruikweg 15 8256 rk Biddinghuizen T 0321-331384 m 06-51068038 info@biologischpootgoed.nl @carelbouma www.biologischpootgoed.nl 10
agrisun B.v.
ambachtstraat 24 7587 BW De Lutte T 0541-551887 www.agrisun.nl
aqua aurora b.v.
Vensestraat 47, 6599 an Ven-Zelderheide T 0485 513 055 info@aurora-kaas.com www.aurora-kaas.com
de Bolster Biologische zaden
Postbus 3, 5473 ZG Heeswijk-Dinther T 0413 293 090 - F 0413 293 545 info@dehalm.nl www.dehalm.nl
commandeur ekovlees B.v. Hand-eg 3 1648 GD De Goorn T 0229 540960 info@commandeurekovlees.nl www.commandeurekovlees.nl
aurora/de dageraad bv
Woudhuizerweg 82 7325 WL apeldoorn T 06-55 767 259 www.aqua-aurora.nl
de halm bv
www.debolster.nl
februari – 2015 | EKOLAND
verslag biobeurs
zorgt voor een goede sfeer, want van het kijken naar al dat eten met hier en daar een minisnackje, krijg je als bezoeker na een stand of vijftig flinke trek. 2015 is het Jaar van de bodem en daarop anticipeerde het Demeterplein met het thema ‘Levende bodem’. Een wand met meer dan levensgrote foto’s van bodemprofielen markeerde het plein. “Logisch, want de bodem is de basis van de biologische en misschien nog wel iets meer van bd-landbouw,” aldus Bert van Ruitenbeek van de Stichting Demeter. “De beurs is een mooi platform voor de sector, waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en inspireren. De voorbereiding van de beurs zie ik als een richtmoment voor het uitwerken van een bepaald thema. Het geeft aanleiding voor gesprekken en ook voor publiciteit. Zo heeft het programma Vroege Vogels aandacht aan ons thema besteed.” De reacties op het Demeterplein waren volgens van Ruitenbeek positief. “Er was ruime belangstelling voor de mogelijkheid om een bodemmonster te laten analyseren en ook voor de elektrisch aangedreven machines van Paul van Haren.”
Uitreiking prijs favoriete biowinkel 2015
In het workshopprogramma was uiteraard ook veel aandacht voor het thema bodem, met als grote publiekstrekker de première van de film Bodemboeren. Vanwege de grote belangstelling moest voor de vertoning van de film worden uitgewe-
Biodivers B.v.
stichting merkartikel Bio+ www.bio-plus.nl
stichting demeter
Diederichslaan 25d 3971 Pa Driebergen T 0343 522 355 - F 0343 516 943 info@stichtingdemeter.nl www.stichtingdemeter.nl
Biobackstube ahaus GmbH Fleehook 53, D-48683 ahaus, Duitsland T 0049 25619799612 grunder@biobackstube.org www.biobakker.eu
Hoenkoopse Buurtweg 51 3421 GB oudewater T 0348 - 560 286 F 0348 - 560 691 info@biodivers.nl www.biodivers.nl
Biorey B.v.
Bronsweg 7, 8203 aL Lelystad T 228 5964 87 louvanreij@biorey.nl www.biorey.nl
advies en onderzoek in de Biologische landbouw
dlv plant
Postbus 7001, 6700 Ca Wageningen T 0317 - 491 578 info@dlvplant.nl www.dlvplant.nl
ekoplaza
Postbus 244, 5460 ae Veghel T 0413 256 700 - F 0413 256 156 info@ekoplaza.nl www.ekoplaza.nl
eko-holland melk op maat www.eko-holland.nl
Naamloos-12 1
EKOLAND | februari – 2015
02-01-15
11
ken naar de grootste zaal. Overigens werd het gehele workshopprogramma goed bezocht. Het programma voldoet duidelijk aan de behoefte aan kennisdeling en het uitwisselen van ervaring binnen de sector. Iedereen lijkt ervan te zin doordrongen dat het relatieve succes van biologisch alleen maar kan worden geprolongeerd als de sector zich ook inhoudelijk blijft ontwikkelen. Maar het succes van het programma is ook te danken aan de zorgvuldige samenstelling ervan door de programmacommissie van de Bio-beurs. Toeval of niet, maar ook de Ekoland Innovatieprijs biologische landbouw 2015 ging naar een bedrijf waar de bedrijfsvoering geheel draait om de (Groningse) bodem: BakkerBio van vader
green organics Bv
De kromme rijn 1, 8253 rG Dronten T 0321 385 340 - F 0321 385 341 info@greenorganics.nl www.greenorganics.nl
en zoon Wridzer en Jan Willem Bakker uit Munnekezijl. De familie Bakker ontvingen een geldprijs van 1500 euro (gesponsord door de Rabobank) en een koperen spade van de firma Kopersporen. De tweede prijs van 750 euro was voor Veld & Beek van Jan Wieringa, Marijke Domburg, Wilco de Zeeuw, Geert-Jan van der Burgt en Coen van Beuningen uit Doorwerth. Piet Korstanje, Heleen van Elsacker en Tim Moerman van Boomgaard Ter Linde uit Oostkapelle kregen de derde prijs. De jury bestond bestond uit Jan van Beekhuizen, Jan Bokhorst, Maria van Boxtel, Jan Jonkman, Geertje Schlaman en Kees van Veluw Koos Havelaar van HAK Havelaar landbouwmachines kijkt tevreden terug. “Het was een goede beurs voor ons. Door de ruimere openingstijden hadden we een veel constantere aanloop dan eerdere jaren. We hebben goede zaken gedaan. Je merkt wel dat iedereen na een jaar reikhalzend uitkijkt naar nieuwe ontwikkelingen en praktische innovaties. Voor ons is de toegevoegde waarde van deze beurs dat we veel
k.a. havelaar & zn.
nijverheidstraat 10, 2741 Gr moerkapelle T 079 593 1307 - F 079 593 1164 info@havelaar.biz www.havelaar.biz
kemperkip Bv Postbus 60, 7020 aB Zelhem T 0413 26 26 05 verkoop@kemperkip.com www.kemperkip.com
smart farming
coöperatie nautilus
Havenweg 11-C, 8251 kB Dronten T 0321 328 040 - F 0321 328 049 info@nautilusorganic.nl www.nautilusorganic.nl 12
odin groothandel
De Panoven 1, 4191 GV Geldermalsen Tel: 0345-577133 info@estafette.org www.estafette.org
rinagro
Buren 4, 8756 JP Piaam 0515 232 724 info@rinagro.nl www.rinagro.nl
kopersporen
Sparrenlaan 5, 9401 ra assen T 0592 319 402 info@kopersporen.nl www.kopersporen.nl
stoker holland verkoop B.v. noorderbaan 22 8256 Pr Biddinghuizen T 0321 330 602 info@stokerholland.nl www.stokerholland.nl
februari – 2015 | EKOLAND
verslag biobeurs
gelegenheid hebben om met klanten te praten en kennis te delen. De organisatie was goed en de sfeer prima, wij hebben ons al opgegeven voor de beurs van 2016. En dat zegt wel wat, want zo snel hebben we ons nog nooit eerder opgegeven.” Voorzitter Kees van Zelderen van het Biohuis had voorafgaand aan de beurs een oproep gedaan aan gangbare boeren met belangstelling voor omschakeling om naar beurs gedaan. Misschien heeft zijn oproep geholpen, want volgens Bionext waren er veel bezoekers met belangstelling voor omschakeling en was ook de retailsector goed vertegenwoordigd.
van gorp Biologische voeders
Zomerdijkweg 2, 5145 Pk Waalwijk T 0416 315 770 - F 0416 315 779 info@van-gorp.com - www.van-gorp.com
Veel aandacht was er dit jaar van de media. Wie op woensdag met de auto naar beurs toereed en afstemde op Radio 1 kon ieder halfuur luisteren naar een live verslag vanaf de beursvloer. Verder besteedde RTV Oost aandacht aan de beurs, maakte BNR Nieuwsradio reportages en waren de vakmedia aanwezig.
vecozuivel
Werktuigweg 37, 3899 an Zeewolde T 036-5494000 www.vecozuivel.nl
De Bio-beurs van 2016 lijkt met mogelijk landenpaviljoens uit Griekenland, Denemarken en Frankrijk een flink internationaal tintje te krijgen, maar de hoofdfocus zal op de Nederlandse markt blijven, van boer en producent, van groothandel tot retail en horeca. Noteer de datum alvast in uw agenda: woensdag 20 en donderdag 21 januari 2016.
land & co
m. van Boxtel, T. iJzerman, H. Wieringa Postbus 179, 6700 aD Wageningen T 0317 350 700 - F 0317 350 130 info@landco.nl - www.landco.nl
Biologische Zaden
vitalis Biologische zaden B.v. Hengelderweg 6, 7383 rG Voorst T 0575 502 648 info@biovitalis.eu www.biovitalis.eu
mest!’ ‘Vlamings is het best in bio-
naturelle
louis Bolk instituut
Hoofdstraat 24, 3972 La Driebergen T 0343 523 860 - F 0343 515 611 info@louisbolk.nl - www.louisbolk.org
koopliedenweg 2 2991 L n Barendrecht T 0180 657 200 info-naturelle@thegreenery.com www.natuurlijknaturelle.nl
handelsonderneming vlamings B.v.
nachtegaallaan 31, 5425 rT De mortel T 0492 319434 www.vlamings.nl
Jaarrond
verkrijgbaar www.zespri.nl
tradin organic agriculture B.v. Stationsplein 61 - 65 1012aB amsterdam 020 4074499 info@tradinorganic.com www.tradinorganic.com
triodos Bank
utrechtseweg 44, 3704 HD Zeist 030 6942 700 info@triodos.nl www.triodos.nl
udea B.v.
Naamloos-12 2 Naamloos-12 2
EKOLAND | februari – 2015
Postbus 244, 5460 ae Veghel 0413-256700 info@udea.nl / www.udea.nl
02-01-15 15:31 02-01-15 15:31
13
Jan Willem Bakker laat bij de koffie droge kluiten aarde zien. Met grote gaten en tunnels erin. Waar komen die gaten van? De foto van de kluiten op twitter gaf een variatie aan antwoorden. Wortels, rietstengels, een prikstok. Allemaal onjuiste antwoorden. Wel juist: wormen. Bij BakkerBio zijn de Lumbricus wormen de vrienden van de boer. Tekst Maria van Boxtel | Foto’s Dick Boschloo 14
februari – 2015 | EKOLAND
Bedrijf in beeld
Bodem is basis voor innovatie bij BakkerBio, Winnaar van de Ekoland Innovatieprijs 2015
Altijd bedekt en vol leven
W
ridzer Bakker en zijn zoon Jan Willem graven graag een kuil in de grond, in de wat lichtere en ook in de zwaardere klei op hun twee aaneengesloten landbouwbedrijven in het weidse landschap bij het Groningse Munnekezijl. Diepe wormengangen, goede doorworteling en een kruimige structuur laat meteen zien dat op bij BakkerBio de bodem centraal staat. Op natte dagen hoort Jan Willem de wormen in hun gangen ‘ploppen’. “Als je heel stil in het land staat, hoor je kleine plopgeluidjes en kan je ze vinden.” Zijn kinderen Laura en Wilco maken nieuwsgierig kennis met de wormen. Nu is het wat rustiger op het Groninger land, maar stilstaan doen ze in het teeltseizoen niet vaak bij BakkerBio. Het landbouwbedrijf met veel verschillende teelten en rundvee is gericht op de bodem. Die bodem is naar de visie van Wridzer en Jan Willem altijd bedekt. “Zo is er altijd wat te eten voor het bodemleven. Wij vergelijken het bodemleven graag met het vee. Vee moet je verzorgen, huisvesten en voeden. Bodemleven ook.”
Alle innovaties op het bedrijf dragen in samenhang bij aan de bodemkwaliteit. Zoals de ruime rotatie waarbij de bodem nooit kaal is. “We houden de bodem altijd groen,” stelt Jan Willem. “Liever niet met onkruid,” vult Wridzer aan. “Juist met goede gewassen en tussengewassen, het liefst met mengsels, zo staat er altijd een dak op het huis voor het bodemleven. Daarnaast fungeren de gewassen als voeding voor het bodemleven; plantenresten zowel boven als onder de grond en wortelexudaten.” De rotatie is ruim en gericht op verdienen met bloemkool. “Anderhalf jaar
Als je heel stil in het land staat, hoor je de wormen
grasklaver wordt gevolgd door late bloemkool, met als tussengewas haver/klaver of rogge/erwten-mengsels, aardappelen ook voor pootgoed en stamselectie en een tussenteelt van phacelia en wikke. Dan weer vroege bloemkool of pompoen, tussenteelt van haver met klaver, knolselderij of peen en een teelt van glutenvrije haver.” De groenbemesters als tussengewas en de akkerranden bevatten geen brassica’s om de bloemkool gezond te houden en geen glutenhoudende granen als tarwe of rogge, maar wel Japanse of soms gewone haver om de productiehaver echt glutenvrij te produceren. Die haver past namelijk in de glutenvrije graanketen die BakkerBio mee op heeft gericht: een goede meerprijs voor een bijzonder product.
BakkerBio ploegt niet en dat is ongebruikelijk in het Groninger land. De eerste keer was bij toeval omdat een perceel slecht berijdbaar was, maar nadat Wridzer zich erin verdiepte stopten ze welbewust. En het bevalt goed. “Een perceel op onze tweede boerderij waar iedereen ons bij aankoop mee condoleerde vanwege de slechte structuur levert nu felicitaties van de buren op”, lacht Jan Willem. “Met niet-kerende grondbewerking hou je de natuurlijke gelaagdheid van de bodem in stand. Wat boven hoort, blijft boven.” Wridzer en Jan Willem zoeken actief kennis en samenwerking en delen dat graag. “De bovenste bodemlaag bevat veel bacteriën, het is aeroob. Eronder is het voornamelijk schimmelgedreven. Ook het grotere bodemleven, zoals wormen, hebben voorkeursplekjes. Met ploegen of spitten zet je het huis van het bodemleven op z’n kop.
Foto familie Bakker
EKOLAND | februari – 2015
15
Xxx
Met ploegen of spitten zet je het huis van het bodemleven op z’n kop Hiermee verlies je veel van de natuurlijke kracht van de bodem.” BakkerBio teelt op brede ruggen, vroeger met verenmeel als bijbemesting, maar sinds twee jaar met een eigen innovatie: grasbrok, plaatsspecifiek in de rug. Maar de basisbemesting is de vaste mest van eigen vee en vaste mest van biologische bedrijven in de regio. “Vaste mest vinden wij ‘superfood’,” vertelt Jan Willem. “Het is het ideale voedsel voor het bodemleven, dat niet houdt van te zuur of te zout maar wel van een lekkere ‘bite’.” En niet meer ploegen? Dan zouden de slakken het vast overnemen. Maar dat blijkt mee te vallen: loopkevers, de natuurlijke vijanden van de slakken, gedijen uitstekend bij niet-ploegen. Dat geeft de familie Bakker vertrouwen in natuurlijke oplossingen. Een gezonde bodem geeft gezonde, weerbare planten. De teeltruggen liggen ook in brede bedden met vaste rijpaden. De combinatie van niet meer ploegen, niet meer spitten, vaste mest plus beddenteelt met vaste rijpaden, resulteert in 30% verminderde mestbehoefte en 25% lager brandstofgebruik. En dat bij een betere productkwaliteit.
Bedrijfsgegevens BakkerBio Arbeid: Jan Willem en Wridzer Bakker plus twee vaste krachten; Aukine Bakker runt de winkel. Seizoensarbeid tot 30 krachten, in samenwerking met proefboerderij Kolummerwaard. Areaal: 80 hectare eigen landbouwgrond met twee boerderijen, 80 hectare pacht van kwelderland voor beweiding vleesvee Teelten: bloemkool, aardappelen(Agria, Ditta en Carolus), pompoen, knolselderij en peen, haver. Afgewisseld met tussengewassen zoals haver/klaver en rogge/erwten mengsels. Vee: 23 Charolais zoogkoeien plus jongvee: totaal zo’n 70 dieren Mest: stromest van eigen dieren (50%) en aankoop geitenmest (50%). Afzet: Naturelle (Bio+) groenteboeren in de regio voor bloemkool, van Dinter Semo (de Halm) voor haver, Agrico voor pootgoed, industrie. Commandeur Ekovlees voor runderen. www.bakkerbio.nl
Vader en zoon Bakker gaan actief op zoek naar nieuwe inzichten. In samenwerking met andere telers in BioWad – Wridzer was tot voor kort de voorzitter –, door deelname aan projecten en in een samenwerking met de dichtbij gelegen proefboerderij Kollumerwaard. Overal steken ze hun licht op. Dit resulteert in eigen technische innovaties. Met bloemkool is het tegengaan van de koolvlieg belangrijk. Een schoffelmachine die met luchtondersteuning kleine onkruiden in de rij moet wegblazen, is door de familie Bakker aangepast om de eitjes van de koolvlieg bij het koolplantje 16
februari – 2015 | EKOLAND
Bedrijf in beeld
Foto familie Bakker
Foto familie Bakker
Foto familie Bakker
weg te blazen. “Werkt tegen onkruid, maar bij ons is het wegblazen van die koolvliegeitjes eigenlijk nog belangrijker.” Met deze techniek kunnen ze plantgoed blijven aankopen dat is opgekweekt zonder het middel Tracer. “De interactie tussen de plantenwortel en de bodem aangaan, dat lukt niet als er een blokkade van Tracer tussen ligt.” Ook op het gebied van breedspoortrekkers op rijpaden met RTK-GPS zijn de Bakkers voorlopers. Ze kiezen dan slim: van andere boeren namen ze verschillende onderdelen over. Lachend: “Wij zijn goed in knippen en plakken. Daarom denken we nu dat we de beste trekker hebben die er is.” De familie Bakker werkt hierin graag samen met de buren van proefboerderij Kollumerwaard. “Met dezelfde systemen kunnen we elkaars machines gebruiken.” Jan Willem ziet de schaalvoordelen van samenwerken met de buren, en ook van de uitbreiding van hun eigen bedrijf door aankoop van een tweede boerderij van 40 hectare. “Je kan makkelijker een werknemer erbij nemen, en investeringen over een groter areaal verdelen. Ook ga je sneller voor nieuw materiaal, wat toch eigenlijk makkelijker werkt.” De bedrijfsovername waar de familie Bakker langzaamaan mee bezig is, wordt de komende tijd formeel. Jan Willems vrouw Jacquelien komt ook van de boerderij en werkt nu op een accountantskantoor, het is handig dat zij mee kan kijken. Veel groenteboeren in de Noordrand van Groningen verkopen alleen de bloemkool van BakkerBio. “Als bloemkool van Bakker tussen de gangbare groenten en als BakkerBio in het biologische schap. Voor ieder wat wils. En voor dezelfde prijs. Maar met alleen onze bloemkool hoeven we het niet te verpakken, wat we voor Bio+ wel doen.” Vanaf 20 kratjes komt Bakker het zelf brengen, kleinere bestellingen halen de EKOLAND | februari – 2015
groenteboeren graag op. En een enkele bloemkool plus wat er beschikbaar is komt in de ‘gelukswinkel’ van Aukine. “Bij mijn moeder’s boerderijwinkeltje heb je geluk want er is altijd wel wat,” lacht Jan Willem over het kleine, maar fijne assortiment. De familie Bakker initieerde met andere telers proeven met teelt zonder aanvoer van dierlijke meststoffen in het project Planty Organic. “Niet voor ons, wel interessant,” oordelen vader en zoon eensgezind. Ze vullen elkaar goed aan en lijken geen last te hebben van typische generatieverschillen. “Ieder van ons komt wel met wilde ideeën, doordat we samen besluiten duurt het ietsje langer, maar de beslissingen zijn beter.” Jan Willem werkt graag stap voor stap, ook aan duurzaamheid. Ruim 250 zonnepanelen liggen al op het schuurdak en de energie die ‘over’ is, wordt gedeeltelijk gebruikt door de nieuwe elektrische heftruck. En de rest van de stroom? Daarvoor staat een wilder plan al op de website: een bloemkool-oogst machine op accu’s. “Nog niet gerealiseerd, misschien maar goed ook, want groen gas lijkt ook aantrekkelijk. Economisch rendement is ook belangrijk bij innoveren.” Soms komt het rendement echter onverwacht. “Toen we trekkers kochten voor vaste rijpaden, moesten we sowieso nieuwe trekkers hebben en dat trok mij over de streep. Mijn vader was al overtuigd. Ik was bang voor het rijpad, waar we geen bloemkool in konden planten en waardoor ons oogstpercentage zou dalen. Niets blijkt minder waar: in de onbereden bedden groeit de bloemkool gelijkmatiger, waardoor we het aantal oogstbeurten van 6 naar 4 konden terugbrengen, een forse kostenbesparing. Dat verwacht je niet. Als een vernieuwing goed voelt, moet je het soms gewoon doen.” 17
Levendig ‘lagerhuisdebat’ op de Bio-beurs
Biologisch en gangbaar duurzaam in 2030? Zowel de biologische als de gangbare sector werken in 2030 dier- en milieuvriendelijk. Dat voorspelden Henk Gerbers van merkartikel Bio+ en Gerard Migchels en Marieke Meeusen van Wageningen UR tijdens het ‘lagerhuisdebat’ op 21 januari op de Bio-beurs. Het thema was ‘Biologisch en gangbaar: verschillende routes naar duurzaamheid’. Er werd gedebatteerd aan de hand van stellingen. Tekst Ria Dubbeldam | Foto’s Oane de Hoop
18
D
“
uurzaamheid is in 2030 een bestaansvoorwaarde, een license of exist. Verschillende routes leiden naar hetzelfde eindpunt”, poneert Henk Gerbers. Gerard Migchels vindt zich in die visie en geeft zijn kijk op de melkveehouderij. “In 2030 combineert de melkveehouderij het beste van de twee werelden. Enerzijds dichtbij de natuur, zorg voor bodem en dier, en anderzijds rationeel, efficiënt en hightech. Alle melkveehouderij in 2030 is niet biologisch, maar het lijkt er wel sterk op.” Het omslagpunt in denken en doen is dichtbij, meent Migchels. Niet alleen bij melkveehouders, ook bij banken, onderwijsinstellingen, zuivelketens en overheden. “Alleen omgevingsgerichte ondernemers mogen in de toekomst hun bedrijf verder ontwikkelen. Heeft een melkveehouder geen meerwaarde voor de directe omgeving en zorgt groei voor meer lasten dan lusten, dan krijg hij eenvoudigweg geen ontwikkelingsruimte!” Ketenpartijen en banken sturen sterk mee. “Een betere score op duurzaamheid dan de gemiddelde melkveehouder? Dan een hogere melkprijs en een lagere rente.” februari – 2015 | EKOLAND
verslag bio-beurs
Consument wil vinger in de pap. Marieke Meeusen meent dat in 2030 milieu- en diervriendelijkheid goed is geregeld via standaarden en wetgeving. De consument wil een stap verder op de duurzaamheidsladder. “Voedselproductie moet ook voor de mens duurzaam zijn. Denk aan goede arbeidsomstandigheden, eerlijke prijzen en voldoende inkomen. In 2030 zijn er een veelheid aan initiatieven om dit te bewerkstelligen. Mensen willen actief meedenken, meebeslissen en participeren in de inrichting van de keten en de productie. Nu wordt over dit soort initiatieven nog wat smalend gedaan, in 2030 zijn ze uitgegroeid tot volwaardige spelers.” Gerbers voorspelt dan ook dat een merk als Bio+ in 2030 een merk is dat boeren en consumenten verbindt, zoals vroeger
De helft van onze landbouwgrond ligt in Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika. toen de consument zelf zijn voedsel bij de boer kocht. “Alleen niet meer door naar het erf te gaan; we zijn een netwerk geworden, waarin alle partijen participeren. Boeren en consumenten zitten dan ook qua zeggenschap mede aan het stuur van Bio+.” Meeusen vult aan: “Daarnaast zijn er altijd consumenten die erop vertrouwen dat hun retailer zorg draagt voor alles wat zij belangrijk vinden. In 2030 bestaat een diversiteit aan initiatieven die invulling geven aan sociaal duurzame agrofoodketens.”
Henk Gerbers (l) en gespreksleider Gijs Weenink (r)
De stelling ‘Nederland heeft de beste landbouw ter wereld’ zorgt voor een levendig ‘lagerhuisdebat’. Deelnemers die het met de stelling eens zijn gaan aan de ene kant zitten en de anderen aan de overzijde. Bij instemming mag een brommend ‘hear, hear’ klinken, zoals in het Britse Lagerhuis gebruikelijk is, en EKOLAND | februari – 2015
Marieke Meeusen
mag er met de voeten worden getrommeld. Ja, we hebben de beste landbouw, vindt ongeveer de helft. “Kijk naar de sterke exportpositie en onze kennis, we zijn kennisleider in de wereld!” Een andere groep vindt juist het omgekeerde: we hebben de slechtste landbouw. “De helft van onze landbouwgrond ligt in Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika”, verwoordt gepensioneerd biologisch veehouder Piet Boons de mening van de groep. “We slepen producten hiernaartoe en voeren daar onze dieren mee. We verdrinken hier bijna in de mest en putten de bodemvruchtbaarheid in andere landen uit.” “We doen het niet op alle fronten goed”, beaamt Henk Gerbers, “maar hier is de kennis en het enthousiasme om problemen aan te kunnen pakken. De beste zijn, betekent nog niet dat we klaar zijn.” Boons bestrijdt het optimisme. “De komende vijf jaar wordt de melkveehouderij intensiever als gevolg van nieuw beleid en komt er nog meer voer van elders. Het wordt slechter in plaats van duurzamer.” Een redacteur van Nieuwe Oogst is benieuwd welk land het dan beter doet dan Nederland. Boons: “Duitsland, Denemarken, Polen, Zwitserland, Frankrijk, Tjechië, Denemarken, Zweden. Alle landen. Ik kan geen land noemen dat de natuur zoveel geweld aandoet als Nederland. Ja, Nederlandse boeren hebben veel kennis, dus ik verbaas me erover dat ze niet goed genoeg beseffen wat ze aanrichten.” Marius Brakebouwer, gangbare boer, “We hebben het hier veel over intensieve veehouderij, maar een houderij die op geen enkele manier aan de grond gebonden is, heeft niets met landbouw te maken. Maar kijken we naar meststofgebruik per kilo product, niet per hectare, dan doen we het helemaal niet zo slecht.” Bij de stelling ‘In 2030 zal alle landbouw in Nederland biologisch zijn’ schuiven de meeste mensen naar het vak oneens. Bart Wesselink, zelfstandig adviseur klimaat en energie, blijft vrijwel alleen 19
Gerard Migchels
zitten. Hij reageert verrast: “Als niemand hier in de ambitie gelooft, dan zien jullie het niet als dringend!” Gespreksleider Gijs Weenink vult aan: “Als Kennedy in 1961 niet gezegd had dat we binnen tien jaar op de maan zouden staan, hadden we er niet gestaan. Waarom zou deze topsector met een Wageningen UR dat niet kunnen bereiken?” Nico Bulthuis, bedrijfsleider van een boerderij in Rusland, vanuit het ‘tegen’vak: “We hebben realiteitszin. We weten dat de consument niet bereid is om voor biologisch te betalen. Is hier de landbouw honderd procent biologisch, dan importeren we gangbaar voedsel uit het buitenland.” Nu vindt Boons dat een aanvulling op
De komende vijf jaar wordt de melkveehouderij eerst nog intensiever. zijn plaats is, want op den duur wordt de landbouw wel biologisch. “Het is onafwendbaar. Kunstmest is eindig. We vallen terug op de basis en gaan produceren vanuit een mineralenkringloop om de mineralen op onze bedrijven te houden. Maar in 2030 zijn we nog niet zover. De komende jaren wordt de landbouw eerst nog intensiever, totdat we tot de ontdekking komen dat het niet meer kan in het kader van voedselzekerheid en bodemvruchtbaarheid wereldwijd.” ‘Alleen de biologische landbouw moet door de EU gesubsidieerd worden’ luidt de volgende stelling. “Ja”, vindt Claudia van Rieswijk, stagiair bij Centrum voor Landbouw en Milieu, “Je moet alleen koplopers, de mensen die echt willen verduurzamen, belonen. Het nieuwe GLB met een generieke maatregel, waar20
bij boeren beloond worden door 5% ecologische zone aan te leggen, is een wassen neus. Een eiwitrijk gewas voldoet al. Met normale teeltmaatregelen kan een boer gewoon in aanmerking komen voor subsidie.” Akkerbouwer Johan van de Nieuwhuyzen (bijna bio logisch) zou het liefst zonder subsidies werken. “Ik ben er helemaal niet trots op. De markt zou zijn werk moeten doen.” Een docente biologie vindt subsidies voor gangbare boeren wel belangrijk. Het geeft de gelegenheid om überhaupt te kunnen verduurzamen. “Beloon je alleen de beste twee, dan komt de rest er niet.” Haar collega vult aan dat subsidies bij innovaties noodzakelijk zijn als een duwtje in de rug. “Anders komen innovaties niet van de grond. Banken willen niet investeren.” De stelling ‘We moeten een klimaattax opleggen op landbouwproducten met een grote ecologische footprint’ vindt geen brede instemming. Een gangbare akkerbouwer: “De footprint van de biologische landbouw is groter dan van gangbaar. Door meer diesel, meer arbeid, branden et cetera.” Gerard Migchels bevestigt dit en stelt voor geen klimaattax maar een integrale duurzaamheidstax in te voeren. “Ben je een voorstander van biologisch, ga dan niet het gevecht aan op klimaat, maar ga een tienkamp aan. Ofwel, pleit voor een duurzaamheidstax. Biologisch is integraal een heel duurzaam product, het scoort goed op dierenwelzijn, relatief goed op bodem en redelijk goed op klimaat, per kilo product slechter dan gangbaar, maar per hectare beter.” En dan klinkt in het lagerhuisdebat uit het kamp van de voorstanders voor het eerst een instemmend “hear, hear”.
februari – 2015 | EKOLAND
Bodem
In het jaar van de bodem besteedt de Biologisch Dynamische Vereniging extra aandacht aan de bodem. Actieve boerengroepen kijken samen met bodemdeskundigen naar bodemprofielen. Hoe ver is de bodem op het bedrijf al ontwikkeld? Welke maatregelen zijn nodig om de bodem op een hoger niveau te brengen? Met Jan Bokhorst van Gaia Bodemonderzoek op bezoek bij Beleaf in ’s Gravenzande. Tekst Leen Janmaat | Foto’s Leen Janmaat & Jan Bokhorst
Over kruimige aarde, rode en grauwe wormen, pendelaars en wel of niet frezen
Op zoek naar het ideale bodemprofiel
V
olgens de bodemkaart is de kas van Siete Neef, eigenaar van het kasbedrijf Beleaf, gebouwd op zeer geschikte tuinbouwgrond. We scharen ons rond de profielkuil en kijken wat we aantreffen. Op het oog lijkt de bodem goed doorwortelbaar, ook in de diepere lagen zijn wortelgangen zichtbaar. Jan Bokhorst
Deze zavelhoudende zandgrond is goed doorwortelbaar en bevat kalk. Kalk stimuleert de afbraak van organische stof. Dit vraagt om onderhoud, afgelopen jaar is er ca. 125 ton groencompost per ha aangevoerd. Dit bodemprofiel op de Betuwse klei toont een goed doorwortelbare teeltzone. Hier zorgen verschillende groepen wormen voor het homogeniseren.
Rode worm
legt uit hoe belangrijk regenwormen zijn bij de opbouw van de bodem. Hij noemt de drie belangrijke groepen. Ten eerste de rode wormen, vaak licht aan de onderkant. Dit zijn strooiselbewoners, ze leven van afgestorven organisch materiaal. Dan zijn er de grauwe wormen, zowel boven als onder grijs van kleur. Deze wormen eten zich door de grond en brengen structuur. Teveel grauwe wormen leidt tot verkitting, een probleem dat soms opduikt bij rooigewassen. En tenslotte de pendelaars, die blad eten dat op de grond ligt en organisch materiaal de verticale gangen intrekken. Deze verticale gangen zorgen voor lucht in de bodem en voor afwatering na intense regenval. Naast aanbod van voedsel hebben regenwormen, en vooral de pendelaar, ook huisvesting nodig. Na verstoring ofwel afbraak van de woning, heeft de pendelaar een kleine overlevingskans. Vandaar
dat deze wormen slecht tegen grondwerking kunnen. In de teeltsysteem waarbij nauwelijks grondbewerking plaatsvindt en bovendien veel voedsel beschikbaar is, verwerven pendelaars zich een plek in het bodemprofiel. De gangen die de pendelaars achterlaten zijn gunstig voor wortels die hierdoor in de diepere lagen kunnen doordringen. In het kasbodemprofiel zijn wel gangen zichtbaar, maar de pendelaars zelf zijn verdwenen. Al met al valt de beoordeling van de bodem positief uit. Wel adviseren de aanwezige collega’s om de bodem minder intensief te bewerken. Vooral freezen geeft verstoring. Siete zelf aarzelt nog, want voor hem als tuinder vormt de frees een veel gebruikte grondbewerker. Een kenmerk van de ideale bodem is een kruimelstructuur waarbij de organische stof naar beneden toe langzaam afloopt. Door verticale gangen zijn de wortels in staat ook de diepere lagen te doorwortelen. Beworteling geeft een goede indicatie voor bodemkwaliteit. Hoe vaker je graaft en hoe meer je kijkt, hoe meer informatie en inzicht er ontstaat. Na afloop van de bijeenkomst spreken we af bij elk bezoek eerst een profielkuil te graven. Leen Janmaat werkt bij het Louis Bolk Instituut, Jan Bokhorst werkt bij Gaia Bodemonderzoek.
EKOLAND | februari – 2015
21
Bladeren zijn een gezonde en voedzame aanvulling op het gebruikelijke rantsoen van herkauwers
Voederbomen in de wei Bladeren en twijgen van bomen en struiken kunnen een rol spelen in het rantsoen van koeien, geiten en schapen omdat ze een aanvullende bron zijn van eiwit, mineralen en sporenelementen. Daarnaast bevatten veel bomen secundaire plantenstoffen die een positief effect kunnen hebben op de vertering en de gezondheid van herkauwers. In het Praktijknetwerk Voederbomen en Functioneel Landgebruik (www.voederbomen.nl) is de inpasbaarheid van voederbomen op melkveebedrijven getest. Tekst & foto’s Nick van Eekeren, Boki Luske, Mark vonk & Emiel Anssems
V
oor veel veehouders is boomblad als voer voor koeien, geiten en schapen iets nieuws. Geiten, schapen en ook koeien zijn naast grazers voor deels ook ‘browsers’, en blad eten is een onderdeel van hun diereigen gedrag. In een groot deel van de wereld maken bladeren en twijgen van bomen een belangrijk deel uit van het rantsoen van herkauwers.
Net als gras hebben de meeste bladsoorten van bomen een eiwitgehalte van 150-200 g per kg ds. Bij bomen die in staat zijn om via een symbiose stikstof uit de lucht te binden, zoals de els en de robinia pseudo-acacia, kan het eiwitgehalte oplopen tot 270 g per kg Bomen, grasland en ds. Boombladeren zijn ook interesandere voedergewassen bovendien sant als bron van mineravullen elkaar aan. len en sporenelementen, 22
bijvoorbeeld koper en selenium. Dit kan verschillen per boomsoort en grondsoort. Kijk voor voederwaarde en mineralensamenstelling van verschillende boomsoorten op de database van 620 monsters van 40 boomsoorten op www.voederbomen.nl/voederwaarden. Bomen en struiken bevatten ook secundaire plantenstoffen, die beschermen tegen ziektes en vraat. Deze secundaire plantenstoffen kunnen bijdragen aan de diergezondheid. Dit was voor de deelnemers van het Praktijknetwerk een belangrijke reden om met voederbomen aan de gang te gaan. Voorbeelden van secundaire plantenstoffen zijn de slijmstoffen in lindeblad die het spijsverteringsstelsel beschermen of de flavonoïden in hazelaarblad die een ontstekingsremmende werking hebben. Eén van de meest voorkomende plantenstoffen in bomen zijn looistoffen. Deze looistoffen maken het eiwit bestendiger waardoor de vertering van eiwitten wordt verlegd van de pens naar februari – 2015 | EKOLAND
veehouderij Oogsten van wilgen bij Diergaarde Blijdorp
de lebmaag, wat gunstig kan zijn voor de eiwitbenutting. Dit is mogelijk een verklaring voor het feit dat de in-vitro verteringscoëfficiënt van bladeren gemiddeld lager is dan die van gras. Voederbomen kunnen in een monocultuur worden geteeld, net als gras en mais. Zo zijn in de tropen plantages van vlinderbloemige voederbomen zoals Leuceana die met een bepaalde frequentie per jaar worden geoogst. Diergaarde Blijdorp heeft een dergelijk systeem ontwikkeld met wilgen om voer te winnen voor de beesten in de dierentuin. Op enkele hectares worden griendwilgen geteeld die 2-3 maal per jaar worden geoogst. Door de relatief hoge oogstfrequentie loopt de totale biomassa iets terug maar neemt de blad/ stengelverhouding toe en zijn de kleine twijgen inpasbaar in het rantsoen van de dieren. Oogst kan met een ronddraaiend zaagblad op de tractor (zie foto) of met een maishakselaar met een speciale oogstkop met een ronddraaiend zaagblad. In dit systeem wordt nu gewerkt met griendwilgen. Mogelijk kan met veredeling de blad/stengelverhouding verder verhoogd worden. Mengteelt of agroforestry? Door voederbomen op een perceel te combineren met gras- en/of bouwland ontstaat het zogenaamde agroforestry. Bomen, grasland en andere voedergewassen vullen elkaar aan betreffende bewortelingsdiepte en begroeiingshoogte. Hierdoor wordt in de beschikbare ruimte beter ge-
bruik gemaakt van de hulpbronnen zonlicht, nutriënten water. De opbrengst van 1,0 ha mengteelt is hoger dan de gezamenlijke opbrengst van 0,5 ha monocultuur voederbomen en 0,5 ha grasland. Door voederbomen langs watergangen te planten spoelen daarnaast minder nutriënten uit, vormt zich meer schaduw in de sloot en ontstaan er verbindingszones voor flora en fauna. Dit ontwerp lijkt op een traditionele heg of houtwal. In een nieuw jasje kunnen deze landschapselementen ook gebruikt worden voor voerproductie. Het oogsten van het voer kan zowel horizontaal, zoals in monocultuur, maar ook verticaal met een maaibalk. In beide gevallen kan het geoogste product tegelijkertijd met gras worden ingekuild. In het Praktijknetwerk hebben melkveehouders middels ‘driedimensionaal grazen’ voederbomen door koeien laten oogsten. Voederbomen zijn interessant voor een melkveebedrijf vanwege: • de samenstelling van mineralen en sporenelementen; • het positieve effect van secundaire plantenstoffen op de vertering en diergezondheid; • bijdrage aan het diereigen gedrag van herkauwers; • een hogere totale opbrengst in mengteelt met andere voedergewassen; • positieve effecten op milieu, biodiversiteit en landschap. Nick van Eekeren, Boki Luske werken bij Louis Bolk Instituut, Mark Vonk en Emiel Anssems vertegenwoordigen het Overlegplatform Duinboeren
Wilgenblad en -twijgen met gras ingekuild Voederbomen kunnen invulling zijn van Ecological Focus Areas
S T I T U U T
EKOLAND | februari – 2015
N
Brochure met handreikingen voor de praktijk. Hoe voederbomen te inte greren in de bedrijfsvoering van een modern melkveebedrijf. Ingegaan wordt o.a. op ontwerp, aanplant, b eheer, oogst, conservering en vervoedering van voederbomen.
I
Brochure over het hoe en waarom van voederbomen
Voederbom en in Meer waard de landbouw e per hecta re multifuncti oneel landg door ebruik Nick van Ee
keren Boki Luske Mark Vonk Emiel Ansse ms
23
Hoe verloopt de omschakeling van een 700 hectare groot landbouwbedrijf in Azerbaijan?
Met uitzicht op de Kaukasus in Azerbaijan bevindt zich het bedrijf van Azza Agro. Het eerste land is 2012 aangekocht. In 2012 heeft Gerard Oomen (www.pum.nl) een eerste advies gegeven, sinds 2013 begeleidt de auteur het bedrijf bij de omschakeling naar biologische landbouw. Tekst & Foto’s Jelmer Buijs & Nariman Huseynov
Omschakelen I
in Azerbaijan
n Azerbaijan is officieel (volgens IFOAM cijfers) 23000 ha in omschakeling, maar het is onduidelijk waar deze bedrijven zich bevinden en wat ze produceren. Azza Agro omvat 700 hectare prima kleigrond en ligt 10 km van de stad Ismayilli in het heuvelland dat overgaat in de Kaukasus bergen. Het ligt op een hoogte van ongeveer 700 meter. De jaarlijkse regenval is 600-700 mm en dus redelijk vergelijkbaar met die in Nederland. Met gehalten van 2,3-4,2% zijn de humusgehalten in de bodem redelijk hoog, maar de mineralisatie is zeer laag. Ter plaatse wordt door dorpelingen voornamelijk wintergraan verbouwd. Het land wordt meerdere malen geploegd. Dan wordt er meerdere malen geëgd en daarna met de hand of met een zaaimachine gezaaid. Organische mest of kunstmest wordt vrijwel niet gebruikt. Dat geeft een opbrengst die omstreeks de 1,5 ton per hectare ligt. Door extreem lage fosfaatgehalten
24
en door een gebrek aan andere voedingsstoffen, zoals stikstof, zink, cobalt, molybdeen, ijzer stoelen de planten stoelen niet of nauwelijks uit. Onkruidbestrijding vindt niet plaats, wat resulteert in extreem grote aantallen planten wilde haver (enkele miljoenen planten per ha). De gehalten aan fosfaat en sporenelementen in de grond zijn extreem laag, waarschijnlijk omdat er gedurende langere tijd (50 jaar of meer) geen of nauwelijks organische mest is toegepast en ook geen minerale mest, behalve af en toe een kleine dosis ammoniumnitraat (33%N). Het komt er dus op neer dat de mineralen systematisch zijn en worden uitgeput in de regio. De sporenelementen die vroeger aanwezig waren zijn dus voor een groot deel afgevoerd met de oogsten van vele jaren. De afgevoerde mineralen zijn op geen enkele manier teruggebracht naar het land. februari – 2015 | EKOLAND
Internationaal
Het doel van de omschakeling is het opzetten van een gemengd biologisch bedrijf van 700 ha. Op een centrale locatie is een stal gebouwd voor 400 koeien. Ten behoeve van de vruchtwisseling, voedervoorziening en stikstofvoorziening is in een flink aandeel (minimaal 30%) luzerne voorzien. Verder moet de melk op termijn op het bedrijf verwerkt worden tot kaas, boter en andere producten. De producten moeten via eigen verkooppunten in Baku vermarkt gaan worden. Er is ook een groentensectie voorzien. Hiervoor is op een locatie in principe irrigatiewater beschikbaar. De zes belangrijkste opgaven van de omschakeling zijn: • Introductie van een effectieve rotatie met voedergewassen • Verbetering van de teelt van lucerne, die de stikstofbehoefte van het bedrijf moet gaan dekken • Verhoging van de opbrengsten van granen tot een acceptabel niveau (6000 kg/ha) • Verbetering van het gebruik van het bodemvocht, door vermindering van vochtverliezen tijdens en na de teelten • Introductie van moderne landbouwmechanisatie met betere resultaten, minder structuurbederf en hogere capaciteit • Beheersing van ziekten, plagen en onkruid zonder chemie In de eerste fase is gekozen voor een rotatie van wintergranen en luzerne. Door bodemanalysen (bij Blgg in Nederland) werd op het luzerneveld een fosfaatvoorraad van minder dan 3 milligram per kg grond (P-Al) gevonden, terwijl 20-30 gewenst is. Hierna is 150 kg fosfaat per ha als ammoniumfosfaat gegeven,
In 2014 was de opbrengst al verbeterd van 1,5 naar 3 ton per ha. omdat ruwfosfaat of organische mest ter plaatse niet beschikbaar zijn. Die fosfaatmeststof bevat ook veel sporenelementen. Alleen molybdeen en zink zitten er onvoldoende in, deze zullen apart aan het zaad worden toegevoegd.
Er wordt nog iemand gezocht die de groetenteelt kan gaan helpen opzetten. Wie hier zin in heeft, kan contact met Jelmer opnemen, bas.wag@wxs.nl.
De aanpak ter verhoging van de opbrengst van wintergranen is onder meer gebaseerd op: de verbetering van het zaaibed ; verbetering van de zaaikwaliteit (met name zaaidiepte); verbetering van de bodemvruchtbaarheid; vermindering van vochtverliezen; verlaging van de bandenspanning van alle machines tot 0,9 bar. In 2014 was de opbrengst al verbeterd van 1,5 naar 3 ton per ha. Op termijn moet de opbrengst nog sub-
EKOLAND | februari – 2015
Akker nabij Izmaily en stal in aanbouw met schuren en kantoor
stantieel omhoog kunnen door verdere verbetering van de bodemvruchtbaarheid. We doen proeven met de tarwerassen Julius en Amalia en met het Duitse wintergerstras Loreley. De voorjaarsuitzaai van luzernezaad met inoculum en met kalk, molybdeen en cobalt is goed gelukt. Het is in de streek alleen zeer moeilijk gebleken om het vee van dorpelingen weg te houden uit de lucernevelden. Na de oogst van het wintergraan laten de dorpelingen hun koeien vrij rondlopen over alle geoogste en niet geoogste akkers. Bewaken is tot nu toe onmogelijk gebleken. In 2014 is het land voor het wintergraan alleen geschijfegd en daarna ingezaaid met een zaaicombinatie met rotorkopeg. Dit laatste gaat veel sneller en kost minder brandstof. Tot nu toe lijkt het erop dat deze methode zeker niet slechter is dan met ploegen. In de aanloop naar de omschakeling is er voor gekozen om met kunstmest (fosfaat en stikstof) te gaan werken, omdat we anders uit zouden komen op dezelfde lage opbrengsten als de omliggende bedrijven. In 2015 wordt een kleine veestapel van 100 koeien aangekocht wordt begonnen met het produceren van eigen stalmest (vaste en drijfmest). Het gebruik van stikstofmest wordt dan in fasses beëindigd. Met de dan aanwezige oppervlakte voedergewassen (o.a. luzerne) moet het mogelijk zijn om actief organische stof op te bouwen in de bodem. Ook het bodemleven moet dan weer tot een gezond peil gebracht kunnen worden. Metingen van het bodemleven geven aan dat dit op een extreem laag niveau ligt (namelijk minder dan 1, waar 60-80 gewenst is volgens Blgg). De firma AZZA is van zins om de eigen productie in toekomst onder eigen merk te gaan afzetten in nog op te zetten natuurvoedingswinkels in de hoofdstad Baku, waar voldoende koopkrachtige mensen wonen. Op dit moment voert de firma AZZA ongeveer 30 winkels die bakkerijproducten verkopen (van de eigen bakkerij). 25
Onderzoek naar de effecten van biodiversiteit lijken veelbelovend. Wordt vervolgd
Hoe meer diversiteit
hoe beter? Ecologen zijn het er over eens, diversiteit draagt bij aan de stabiliteit van ecosystemen. En met dit inzicht wordt er nu ook binnen de landbouw volop geëxperimenteerd. Maar waar ligt de grens? Tekst Dirk van Apeldoorn, Walter Rossing & Gerard Oomen | Foto Dirk van Apeldoorn
D
iversiteit verandert het functioneren van landbouwsystemen. Door bijvoorbeeld het gebruik van groenbemesters of onderzaai wordt het groeiseizoen beter benut. De totale biomassaproductie neemt toe en weersfluctuaties worden beter opgevangen. Een ander voorbeeld is een mengteelt met vlinderbloemigen waardoor er een verminderde afhankelijkheid is van aangekochte meststoffen. Een hogere diversiteit van gewassen leidt tot een lagere dichtheid van kwetsbare planten en meer voedsel en habitat voor natuurlijke vijanden van plaagdieren. We verwachten daarom ook minder last van ziekten en plagen. Maar op welke schaal moeten we diversifiëren om stabiliteit te creëren. Om een antwoord te krijgen op deze vraag zijn we in 2014 bij de Farming Systems Ecology-groep in Wageningen een onderzoek gestart naar hoe diversiteit in de tijd en ruimte binnen een perceel stabiliteit beïnvloedt. Eén van de manieren om diversiteit binnen een perceel te verhogen is een
26
strokenteelt met afwisselende gewassen, waarbij de breedte van een strook bepaald wordt door een handige werkbreedte van de aanwezige machines. Dit kan bijvoorbeeld een rijpad of een veelvoud van rijpaden zijn. Een andere optie is een mengteelt van verschillende rassen of gewassen die zich makkelijk samen laten telen. Bijvoorbeeld de teelt van veldbonen samen met tarwe of gras samen met klaver. Diversiteit in de tijd kan bereikt worden door bijvoorbeeld rotaties over deze stroken en het gebruik van groenbemesters. Of door een combinatie van deze opties. We onderzoeken drie verschillende schalen van diversiteit binnen een perceel. De eerste schaal is een normaal veld met alleen tarwe. De tweede schaal is de ‘strookschaal’, waarin we een rotatie van gras-klaver, gras-klaver, koolzaad, tarwe, aardappel, mais telen op stroken van 3 meter breed. De derde schaal is ‘strook-gemengd’ waarin we binnen deze vijf gewassen in de stroken nog extra diversiteit introduceren door verschillende rassen of gewassen te mengen. Een voorbeeld is alleen februari – 2015 | EKOLAND
onderzoek
Hoe hoger de diversiteit hoe meer natuurlijk vijanden en natuurlijk bestreden luizen tarwe voor de strookschaal en tarwe-veldboon voor strook-gemengd schaal. Drie studenten van studie biologische landbouw van Wageningen UR hebben dit jaar hun scriptie geschreven over deze proef. Twee keer hogere opbrengst. MSc. student Zewen Yang heeft onderzoek gedaan naar het effect van het mengen van verschillende aardappelrassen (Raja, Carolus, Connect, Sarpo-mira) binnen de rij in vergelijking met één ras (Raja) binnen een strook van 3 meter. Ondanks een erg late pootdatum (half mei) en hoge fytoftoradruk haalden we in de gemengde strook met verschillende rassen een opbrengst van 30 ton/ha terwijl de strookschaal van alleen Raja bleef steken op 14 ton/ha. De diversiteit op strookschaal was duidelijk niet voldoende om een voldoende opbrengst te generen. De opbrengst van de gemengde strook werd echter gedomineerd door één ras (Connect) wat de vraag oproept of een strookschaal teelt van alleen Connect niet een hogere opbrengst had gegeven dan een mengsel. Dit laatste komt ook overeen met eerder onderzoek dat een mengteelt van aardappels nooit meer oplevert dan het best presterende ras, maar ook nooit slechter dan het slechtste ras. Meer fundamenteel was de observatie dat met mengen andere raseigenschappen veranderen onder competitie zoals groeikracht en de verdeling van de wortels. Theoretisch gezien zou dit moeten leiden tot een hogere potentiële opbrengst omdat blad en wortels beter verdeeld worden over de ruimte. Het kiezen van de juiste rascombinaties wordt dan wel cruciaal! Dit gaan we natuurlijk onderzoeken.
De tarwe heeft een hoge kwaliteit met eiwitgehaltes van gemiddeld 18% Zeven keer meer natuurlijk vijanden in een mix van tarwe en veldboon. MSc. student Shuang Xie heeft onderzoek gedaan naar het effect van verschillende diversiteitsschalen en het voorkomen van natuurlijke vijanden en plaaginsecten. De resultaten waren verbluffend en consistent. Hoe hoger de diversiteit hoe meer natuurlijk vijanden en natuurlijk bestreden luizen. Op de tarwe die gemengd was met veldbonen werden gemiddeld zeven (!) keer meer natuurlijke vijanden gevonden. In diezelfde gemengde tarwe-veldbonen werden twee keer zoveel luizen geparasiteerd als in het referentieveld. Op de grond werd er in de gemengde stroken, twee keer zoveel natuurlijke vijanden gevonden dan in een referentie veld van alleen tarwe. De strookschaal stroken met maar één gewas presteerden wel altijd beter dan het referentieveld maar minder goed dan de gemengde stroken. Theoretisch EKOLAND | februari – 2015
gezien geven al deze natuurlijke vijanden een enorm potentieel om plaag insecten te bestrijden. Hoger eiwitgehalte in tarwe door mengen. BSc. student Steffen Dahlke heeft onderzoek gedaan naar stikstofbenutting in tarwe en combinaties van tarwe met veldboon en tarwe met lupine. Deze resultaten kwamen overeen met eerder onderzoek dat de combinatie weliswaar minder tarwekorrel oplevert, maar in ons geval wel tot twee keer zoveel biomassa dan alleen tarwe. Daarnaast heeft de tarwe een hogere kwaliteit met eiwitgehaltes van gemiddeld 18% in de tarwe-veldboon combinatie. De vraag is nu of de vermindering in korrelopbrengst opweegt tegen hogere kwaliteit, meer biomassa en de veldbonen. Ook hier weer zal rassenkeuze en mengselverhouding cruciaal zijn voor het resultaat. Naast bemoedigende agronomische resultaten leverde de proef ook veel complimenten op van voorbijgangers. De proef lag haaks op de drukke Ritzema Bosweg en voor veel mensen gaf de proef een leuk doorzicht op de verschillende gewassen. Naast de mens leek ook de omliggende natuur te profiteren van de stroken. Vogels zoals fazanten en patrijzen waren regelmatig tussen de hoge en lage stroken te zien. Ook aan de slag? Al met al zien we een enorme potentie voor diversificatie binnen het perceel, maar langjarig onderzoek moet nu laten zien dat opbrengsten in de meer diverse systemen ook stabieler zijn. Dit experiment vindt plaats in nauwe samenwerking met PPO Lelystad, het Louis Bolk Instituut en Farming Systems Ecology. Samen we willen ook met de praktijkkennis van agrarische ondernemers aan de slag: welke ervaringen hebben boeren als het gaat over diversiteit, stabiliteit en meeropbrengsten? Mocht je dit idee ook wel zien glimmen, neem dan contact met ons op wellicht dat we samen verder kunnen experimenteren. Dirk van Apeldoorn, Walter Rossing en Gerard Oomen zijn werkzaam bij Wageningen UR
27
Deel 41
Wordt vervolgd Bedrijfscontinuïteit in de biologische landbouw
Vernieuwing in
landbouw en zorg Natuurorganisaties, landgoedeigenaren, recreatieschappen zoeken naar nieuwe exploitaties voor hun gronden. Dit kan door ondernemerschap in combinatie met publieke functies zoals educatie en recreatie. Biedt dit kansen voor biologische boeren? Wel bij boerderij De Marsen in ’t Twiske, waar jonge ondernemers Benno Graef en Wouter Joop die nieuwe exploitatie opbouwen. Tekst Maria van Boxtel | foto’s De Marsen
W
outer Joop werd geboren in een nieuwbouwhuis in Zaandam. Het zand onder die woning werd gewonnen uit de recreatieplas in natuur- en recreatiegebied ’t Twiske. Vlak naast die recreatieplas ligt boerderij De Marsen. Wouter is hier medevennoot met als doel het opzetten van een gezonde exploitatie van landbouw, zorg, natuur, eigen verkoop, educatie en openstelling voor het publiek. Met koeien, varkens, groenteteelt en mensen. “Zo is het kringetje snel rond.” De Marsen ligt vlakbij Amsterdam in de Zaanstreek, in de polder ’t Twiske van ruim 600 hectare. Wouter kent de geschiedenis: “Meerdere keren is geprobeerd de polder goed droog te malen, maar met een onderlaag van zand
28
is de zijging van water de polder in niet tegen te houden. In de jaren ’70 wilden grote steden ook geen voedselteelt dichtbij, maar wel graag een groen gebied.” Zo is recreatie- en natuurgebied ’t Twiske ontstaan. Beheerder van de grond is het recreatieschap, een vereniging van omringende gemeenten Amsterdam, Zaanstad en Landsmeer. “In het begin realiseerde dit recreatieschap al het beheer. Van grasmaaien tot onderhoud van waterplas en parkeerplaatsen, het bleek een dure exploitatie. In de jaren ’90 begon daarom de zoektocht naar alternatieven.” Ondernemerschap leek de oplossing, met exploitatie door ondernemers voor de jachthaven en het zwembad. In 2008 kwam er een boer. Met een inmiddels weer failliet
zwembad gaat het zoeken naar alternatieven door. De nieuwe oplossing: sociale ondernemingen, waarbij alle partners meedragen. Voor de boerderij betekent dit terug naar de basis. In 2008 verzorgde de Raphaëlstichting met zorgboerderij Breidablick de zorgboerderij. De plek bewees haar waarde met een groeiend aantal tevreden cliënten, maar bleef zonder stal qua landbouwexploitatie beperkt. In 2013 besloot de Raphaëlstichting zich terug te trekken, en de boer vertrok naar een andere locatie met meer ontwikkelingsmogelijkheden. Kon het recreatieschap een andere partij bereid vinden? Ja, want Wouter die als adviseur de eerste plannen mee had februari – 2015 | EKOLAND
bedrijfsvoering
Enkelen vinden een varken in de wei geen natuur en klagen
aan De Marsen en andere boeren uit de buurt. “Ons doel is de gebouwen van De Marsen te kopen van het recreatieschap en voor erf en landerijen onderpachter te worden.” Zo zorgen de vennoten voor de exploitatie van boerderij en zorg, en komt er een aparte stichting als vastgoedeigenaar. Voor het wonen van cliënten op het erf zijn de opties nog open. Want de oude stal komt vrij, het idee is om te verbouwen en hier woningen voor cliënten aan te bieden. Acht van de hulpboeren hebben al gezegd dat ze dat graag zouden willen. “Of we dat gaan realiseren met strategische partners of dat we dit met financiering via de PGB’s van de cliënten zelf doen, moeten we nog uitzoeken.” Voor ondernemers met gevoel voor communicatie, ondernemerschap en doorzettingsvermogen bieden plekken als ’t Twiske kansen. Ondanks de natte grond trokken de ondernemers een tuinder aan die op het drogere stuk bij de boerderij een tuinderij is gestart. In het eerste jaar met 50 deelnemende klanten die een oogstaandeel namen, en zo medeverantwoordelijkheid dragen voor het bedrijf.
Met een onderlaag van zand is de zijging van water de polder in niet tegen te houden
ontwikkeld, wilde er nu als ondernemer instappen. Wouter en zijn medevennoot Benno Graef plus gezin zijn de nieuwe, jonge ondernemers op het bedrijf. Ze geven zichzelf twee jaar om de boerderij om te vormen van een zorgbedrijf met wat landbouw naar een volwaardiger landbouwbedrijf met meerdere functies. Op die manier kunnen ze de gebouwen van de huidige eigenaar overnemen en met langjarige pacht een rendabele exploitatie realiseren. De boerderij kan op termijn groeien, want in de directe omgeving ligt tot 70 hectare land dat agrarisch gebruikt kan worden. De Staat der Nederlanden verpacht de gronden aan het recreatieschap, die ze op haar beurt weer verpacht EKOLAND | februari – 2015
Voor komend seizoen is een uitbreiding gepland op basis van een groeiend aantal aanmeldingen. Inmiddels loopt ook een pilot met vijf klanten met vleesaandelen. Want de nieuwe kudde van 20 Brandrode runderen graasde afgelopen herfst op de 18 hectare pachtland en staat deze winter in de nieuwe stal. Door de klanten mee te laten dragen in de exploitatie, maken de ondernemers optimaal gebruik van de sterk urbane bevolking in hun directe omgeving. Wouter: “De stal voor 20 koeien was nog een heel gedoe, omdat we tevens in een Natura 2000 gebied werken.” De dreiging dat een al toegezegde subsidie voor de potstal weg zou vallen, zette partijen tot actie aan. “Iedereen ziet wel
Spannende samenwerking, conferentie over landbouw en zorg Vrijdag 20 maart van 10 tot 16 uur, op de Warmonderhof in Dronten Biologische en biologisch-dynamische landbouwbedrijven zijn mede initiatiefnemers van landbouw in combinatie met zorg. Momenteel vinden er spannende ontwikkelingen plaats op dit gebied. De vertrouwde wettelijke kaders zijn losgelaten en de visie op zorg is volop in beweging. Het streven is nu: goede zorg voor degenen die forse beperkingen hebben en ondersteuning of meedoen voor mensen met (meer) mogelijkheden. Gemeenten zijn nu verantwoordelijk en zoeken passende vormen. Hoe speel je hier als landbouwbedrijf op in? Nieuwe samenwerkingsverbanden, maatschappelijke ondernemingen, opnieuw invullen van idealen. Tijdens de werkconferentie ‘Spannende samenwerking’ vertelt Wouter Joop over zijn aanpak op De Marsen en bieden andere sprekers inzicht in de nieuwe ontwikkelingen, ook: hoe past het bij jou dealen van een BD-landbouwbedrijf. Stichting Omslag en de BD-Vereniging heten u van harte welkom! Meer informatie: www.bdvereniging.nl
in dat we het gebied ook moeten beheren met de dieren, en dat ze dan winterstalling nodig hebben.” Werken in een verstedelijkt gebied vraagt veel van de communicatievaardigheden van de ondernemers. “Mensen kijken mee. De meesten zijn blij, enkelen vinden een varken in de wei geen natuur en klagen.” Toch is natuurbeleving en -educatie een onderdeel van de boerderij. IVN heeft een ruimte op de boerderij, maar naast deze vrijwilligers zijn de (hulp)boeren belangrijk om het verhaal van de landbouw te vertellen. “Boeren en zorgvragers kunnen samen met de burgers de beleving van natuur en landbouw verdiepen.” Het Twiske trekt als gebied zo’n 1,5 miljoen bezoekers per jaar, bij De Marsen registreerden ze het afgelopen jaar zo’n vijfhonderd bezoekers per week die iets aan de kassa afrekenden. “Het zijn er dus meer, en we krijgen ook veel stagiaires. Wij verzorgen die publieksfunctie graag.” Nieuwe afspraken over de vergoeding voor de publiekstaken moeten nog worden gemaakt, en zijn onderdeel van het geheel van afspraken met het recreatieschap. “We moeten het samen doen.” Maria van Boxtel is partner in Land & Co Meer informatie op www.demarsen.org
29
Bio-consumenten minder pesticiden in hun lichaam Wetenschappers hebben vastgesteld dat mensen die biologische producten eten minder pesticiden in hun lichaam hebben. De studie is gepubliceerd in Environmental Health Perspectives van 5 februari 2015. De blootstelling aan organofosfaten van de Amerikaanse bevolking wordt gedomineerd door inname via de voeding. De omvang van de blootstelling aan deze middelen vanuit de voeding is gedeeltelijk afhankelijk van persoonlijke beslissingen, zoals welke voedingsmiddelen ze eten en of ze voor biologisch voedsel kiezen. De studie is één van de eerste die de blootstelling van een persoon aan pesticiden voorspelt op basis van informatie over hun gebruikelijke dieet. De onderzoekers analyseerden de inname
Biologische bedrijven doneren 3.000 kilo voedsel aan Voedselbank
De Voedselbank in de regio Zwolle heeft ruim 3.000 kilo biologisch voedsel gekregen, waaronder veel verse groenten. De producten waren afkomstig van biologische bedrijven die zich presenteerden op de Bio-beurs. De inzamelingsactie was een initiatief van de Youth Food Movement en Bionext. Het initiatief is met enthousiasme ontvangen door de Voedselbank. Behalve de vestiging in Zwolle hebben ook de vestigingen in Deventer en Meppel meegeprofi30
van organofosfaten via de voeding van bijna 4.500 mensen uit zes Amerikaanse steden. Er werd onder meer gevraagd hoe vaak de deelnemers biologische producten eten. Vervolgens werd de urine gecheckt. Daaruit bleek dat mensen die veel biologische groenten en fruit eten, minder pesticiden in hun urine hebben dan mensen die conventioneel geteelde producten eten. Bovendien hadden mensen die vaak appelen, nectarines en perziken eten,
teerd van de actie. De opbrengst van de inzamelactie was hoger dan verwacht, aldus Ellen de Lange van de Youth Food Movement: “Uit sympathie voor de actie gaven sommige standhouders nog meer dan alleen de versproducten die sowieso naar de Voedselbank zouden gaan.” De Lange: “Zonder deze actie zou een groot deel van dit voedsel zijn verwerkt tot diervoer of het zou zijn vernietigd.” Overwogen wordt om deze actie voort te zetten rondom de Biobeurs 2016.
Albert Heijn schakelt over naar eigen biolabel Het woud aan keurmerken wordt ietsje overzichtelijker omdat Albert Heijn stopt met het eigen gefabriceerde duurzaamheidslabel ‘Puur & Eerlijk’. De komende maanden schakelt het supermarktconcern over naar een eigen biolabel. Eigen marktonderzoek bracht aan het licht dat er een toename is aan mensen
fruitsoorten die in de conventionele teelt doorgaans met meer pesticiden behandeld worden, geassocieerd met een significant hogere blootstelling. “Voor de meeste Amerikanen is voeding de primaire bron van blootstelling aan organofosfaten pesticiden”, aldus een van de onderzoekers.
meer op lokale afkomst is gericht. Het Europese ‘Health & Nutrition’-onderzoek door TNS NIPO wees vorig jaar al uit: “Als het aanbod groter zou zijn, zou bijna een kwart van de Nederlandse bevolking vaker voor biologisch te kiezen”.
die biologisch willen kopen, en deze mensen gaven aan dat het zou helpen als de biologische producten beter beschikbaar en te herkennen zijn. De koerswijziging van Albert Heijn is een teken dat er een stille oorlog in het duurzame voedingssegment aan de gang is, waar ook EkoPlaza en Marqt bij betrokken zijn. De sterk opgekomen winkelketen EkoPlaza heeft het voordeel dat het probleem tussen het aangeven van biologisch en niet-biologisch niet bestaat. Vooral bij EkoPlaza wordt daarom heel scherp gelet op de prijssetting ten opzichte van de grote ketens. Marqt krijgt het lastiger, met een hoge prijssetting en een onderscheid tussen producten dat
Biologische en vegetarische lunch voor Franse schoolkinderen
In de schoolkantines van SaintEtienne, in de Loire in Frankrijk, kan sinds 1 januari een volledig vegetarisch biologisch menu worden besteld. Een jaar eerder werd al februari – 2015 | EKOLAND
marktberichten besloten dat al het eten dat in de kantines wordt geserveerd volledig biologisch moet zijn. Samy Kefi-Jérôme, adjunctonderwijsdirecteur, zegt dat smaak al aanzienlijk verbetert is, maar dat de presentatie nog wel kan worden verbeterd. Ouders moeten nu 48 uur van tevoren aangeven of hun kind mee luncht. Onder andere hierdoor wordt er minder afval gemaakt en eten weggegooid. De scholen kunnen beter anticiperen voor hoeveel kinderen ze ingrediënten moet inslaan. De prijs van het menu is hetzelfde gebleven. De gemeente betaald 8 euro per maaltijd, en de ouders dragen 1 tot 4,60 euro bij. Een aantal van de steden waarin de scholen staan hebben nooit geklaagd over de overstap op biologische eten. Andere steden moesten worden overgehaald.
Arla verhoogt toeslag op biologische melk
Arla verhoogt met ingang van maart de bonus op biologische melkleveranties met 2 euro per 100 kilo. Volgens het zuivelconcern wordt dit initiatief genomen om te waarborgen dat er voldoende biologische melk wordt aangevoerd. De verwachting is dat de afzet van biologische zuivel de komende jaren groeit. Arla heeft de ambitie om voortrekker te zijn in dit marktsegment. Het bedrijf overweegt tegen deze achter-
grond ook om de werving van nieuwe biologisch gecertificeerde leveranciers te hervatten. De verhoging van de biotoeslag gaat gelden voor de coöperatieleden in Denemarken, Zweden, Groot-Brittannië en Midden-Europa, zoals Arla het formuleert. Voor de leden/leveranciers in Denemarken neemt de toeslag door de verhoging toe naar €9,40 per 100 kilo standaardmelk. Arla zegt er niet bij hoe hoog de toeslag in de andere landen wordt.
Staatssecretaris Dijksma onthult bord Biomeerwaarde Ei Staatssecretaris Sharon Dijksma onthulde 5 februari het eerste boerderijbord van Biomeerwaarde Ei, een coöperatieve vereniging van zo’n veertig biologische legpluimveehouders. Dijksma onthulde het bord op
het bedrijf van Huib en Hennie van Woudenberg in het Utrechtse Leusden. Biomeerwaarde Ei werd opgericht met als doel de biologische eieren de waarde te geven, en te laten behouden, die deze eieren verdienen. Biomeerwaarde probeert op alle fronten de belangen van de aangelsoten pluimveehouders te behartigen. De Coöperatie heeft ondertussen al zoveel leden, dat zij nu al een belangrijke speler is op de markt van Biologische eieren in Nederland. Sinds september verkoopt Biomeerwaarde Ei gezamenlijk de eieren van bijna een half miljoen kippen.
Column
Bio-beurs De kar die de afgelopen jaren door ICEM/BioVak was getrokken, is dit jaar verder geduwd door Bionext/Libema. Nog maar net binnen zijn de eerste verschillen al merkbaar. De entree bedraagt vijf euro, een vijfde van het bedrag dat vorig jaar moest worden betaald. Dan begin je de dag al anders. Bovendien hebben veel bezoekers een relatiecode, waarmee ze gratis naar binnen kunnen. Iedereen krijgt een naamkaart opgespeld, ook dat is nieuw. Daarop is duidelijk en al van grote afstand te zien wie je bent en waarvan. Dat kan, getuige de vele handen die op de beursvloer geschud worden, handig zijn. Er gebeurt veel. Zo wordt er volop gewroet in de bodem, zijn er kookdemonstraties en kunnen er proefritten gemaakt worden in een gigantische robotachtige tractor. Iemand ontmoeten en even onder vier ogen netwerken? Dat kan dit jaar eindelijk onder het genot van een volledig biologische catering. Houten wegwijzers loodsen je er als vanzelf naar toe. Grootgrutter Odin is naar de achterzijde van de IJsselhallen verkast, dichter bij de BD-idealen op het Demeterplein. De EKOLAND | februari – 2015
Nieuwe Band eist ook dit jaar de plaats bij de entree op. Het is er traditiegetrouw een rustpunt voor de coöperatieleden, er wordt geproefd en bijgepraat. Een stukje verder huist de kraam van Bakkerij Verbeek, waar beursbezoekers net als vorig jaar eigenlijk een zonnebril zouden moeten krijgen om zich tegen de felle lampen te beschermen. Centraal ligt de ruimte van Bionext, waar bio-bobo’s uit verschillende hoeken in en uitlopen, regelen, en zichtbaar genieten van het succes dat Bio-beurs heet. De regie ligt niet langer in handen van een beursorganisator maar van de sector zelf. Dat maakt het werkbaar. Iedereen is op hun feestje gekomen, ook de pers. Elf maanden van voorbereiding worden er in twee dagen doorheen gejast. Nu moet het gebeuren. En het is gebeurd. De eerste editie van de Bio-beurs zit er op. En is inderdaad een succes.
Jos van Duinen
Vennoot Biowinkel Brandnetel in Leiden 31
De grootste beurs voor de bio-sector, deBioFach in Neurenberg met deelnemers uit 76 landen, was dit keer een beetje oranje. Nederland was country of the year. Met 101 stands was het Nederlandse paviljoen iets groter dan voorgaande jaren. De beurs was weer een groot success, maar intussen beginnen ook de nadelen van dit succes zich af te tekenen. Het is tijd voor Organic 3.0. Tekst Peter Brul | Foto’s ANNEMIEKE PRAAMSTRA
De BioFach staat symbool voor het succes van bio, maar de idealen lijken te verschralen
BioFach 2015 & Organic 3.0
H
et belang van de sector voor Nederland werd onderstreept door de tweedaagse aanwezigheid van staatsecretaris Sharon Dijksma. Een miljard omzet op de binnenlandse markt plus een miljard export, bij een aanhoudende groei, genereert politieke belangstelling.
ter, zijn met een paar honderd stands veel kleiner en daarmee goedkoper. Ze bieden vooral meer gelegenheid om de Duitse klanten te ontmoeten: Bio Ost 19 april in Berlijn, Bio West 10 mei in Dusseldorf, Bio Süd 20 september in Augsburg en Bio Nord 27 september in Hannover.
De BioFach is nog steeds de grootste en belangrijkste beurs voor de internationale handel in biologische producten, maar de omvang loopt wel gestaag terug. Een aantal jaren geleden waren er nog zo’n 3300 stands, dat is inmiddels teruggelopen naar 2450. In Duitsland is de markt zo groot geworden en wordt, net als in Nederland en veel andere landen, de combinatie van biologisch en regionaal geproduceerd steeds populairder. Daardoor geven veel bedrijven de voorkeur aan regionale beurzen. In Duitsland zijn jaarlijks vier van die beurzen. Ze duren kor-
Enkele sectoren zijn de BioFach ontgroeid. Biologische wijn vormt inmiddels zo’n groot deel van de Europese wijnmarkt, dat men de voorkeur geeft aan de Prowein in Düsseldorf (15-17 april). Ook de textiel is verdwenen richting eigen sectorbeurzen. Toch blijft de BioFach een ideale plek om mensen te treffen die internationaal in de biologische landbouw werkzaam zijn en voor internationale handelscontacten. Ik ontmoette op de beurs studenten van het Van Hal Instituut, de WUR, Maribor en verschillende Duitse universiteiten. Voor hen is de
32
BioFach een eyeopener, ze zien wat er allemaal te koop is en welke mogelijkheden er internationaal zijn om in de biologische sector te werken. De stemming op de beurs was goed. Veel bedrijven groeien tegen de klippen op, de handel bevindt zich in de luxe positie van een sterke vraagmarkt. De wereldmarkt is in 2014 opnieuw gegroeid, met 12% naar circa 77 miljard dollar. De omschakeling naar bio in de twee grootste afzetmarkten, de Verenigde Staten en West-Europa, blijft daarbij de laatste jaren sterk achter. Dat versterkt momenteel de handelspositie van handelsbedrijven, die de hele wereld afstruinen op zoek naar biologische producten voor de twee belangrijkste markten. Op wat langere termijn kan dit voor veel problemen zorgen, omdat de kloof tussen de perceptie van biologische landbouw bij consumenten (en een groot februari – 2015 | EKOLAND
Handel & Afzet
deel van de biologische beweging) en de werkelijkheid van biologische productie tegen lage kosten in lage lonenlanden steeds groter wordt. Ook het verschil tussen biologische bedrijven in Nederland en grote groepen producenten in OostEuropa en ontwikkelingslanden is groot. Hier is een hoog kennis niveau, gericht op verdere ontwikkeling van het bedrijf via teelttechnische innovatie en worden nieuwe verbindingen met consumenten aangegaan. Daar haalt de handel een heel groot deel van de producten vandaan met en premie van een paar centen, zonder dat er sprake is van sociaal-economische ontwikkeling, teelttechnische begeleiding en ontwikkeling van een thuismarkt. Een paar keer per jaar wordt een controleur ingevlogen. Wel worden er miljoenen besteed aan residu-analyses om het ‘biologische gehalte’ te garanderen en claims te voorkomen. Het is natuurlijk niet te vermijden dat het ene ‘schandaal’ het andere in hoog tempo opvolgt, met schadeclaims die in de miljoenen lopen. Maar is de aanwezigheid van hele kleine hoeveelheden residu in biologische producten voldoende reden om ze af te keuren? De consument verwacht een ‘schoon’ product, dus zero tolerance. Vanuit certificeringsoptiek staat de vraag echter centraal of er aan alle regels is voldaan waarbij vervuiling uit de omgeving of het verleden niet geheel valt uit te sluiten. Er zijn meerdere risicomodellen ontwikkeld, die handelsbedrijven kunnen benutten om fouten en risico’s zoveel mogelijk uit te sluiten. Biologisch gebaseerd op wettelijke regelgeving vanuit Brussel en Washington wordt door IFOAM aangeduid als Organic 2.0. Inmiddels zijn we toe aan Organic 3.0. Voorafgaand aan de beurs was er een bijeenkomst van de IFOAM denktank SOAAN. De regelgeving van de EU en de Verenigde Staten was ooit gebaseerd op de IFOAM standards, maar ze spelen momenteel nauwelijks nog een rol in de internationale handel. Maar IFOAM kan wel een belangrijke rol spelen in de verdere verdieping en heroriëntatie die in de biologische sector nodig is. De vertaling van de doelen in regelgeving heeft geleid tot redelijk heldere regels in een level playing field, waarin bedrijven EKOLAND | februari – 2015
weten waaraan ze zich moeten houden. De tendens is steeds meer bureaucratie en minder betrokkenheid. Met Organic 3.0 moeten de maatschappelijke doelen van biologische landbouw weer meer in beeld komen. Wat willen we eigenlijk ook alweer met biologische landbouw en waar hadden we die regels eigenlijk voor ontworpen? Hoe zorgen we er voor dat de biologische sector mainstream wordt en de biologische beweging leidend in de weg naar een duurzame landbouw? Gangbare boeren in de Verenigde Staten en Europa zijn gemiddeld (bijna) 60 jaar, hebben vaak grote bedrijven en zijn loyaal aan de gangbare landbouw met zijn eigen netwerken. Zij zullen de overstap naar biologische productiemethoden niet snel maken. De groei in biologische landbouw zal dus veel meer moeten komen van nieuwkomers, mensen die nieuw in de landbouw stappen en geïnspireerd raken door biologisch. Dat kan met Organic 3.0, dat zich richt op het formuleren en verwezenlijken van doelen in duurzame bodemvruchtbaarheid, productie van smakelijke en gezonde voeding, een rijke agro-biodiversiteit, voedselzekerheid en voedseldiversiteit, werkgelegenheid en behoud van leefbaarheid op het platteland, nieuwe bruggen tussen stad en platteland o.a. door directe, sterkere relaties tussen boeren en burgers/consumenten. De grote thema’s en uitdagingen voor de landbouw, als idealen van de biologische beweging en sector, maar wel wetenschappelijk onderbouwd aangepakt en op een schaal uitgevoerd die aantoont dat duurzaamheid ook in de praktijk kan. Organic 3.0, daar gaan we meer van horen. Het kan een inspiratiebron zijn voor jonge mensen, consumenten, onderzoekers, boeren, landbouwvoorlichters, boeren en tuinders. En hopelijk kan het ook tot nauwere samenwerking leiden met organisaties met deels vergelijkbare doelstellingen, zoals Slow Food, Fair Trade, maar ook de FAO en overheden. De grootste uitdaging is misschien nog om ook de internationale handel mee te krijgen in de weg naar een duurzame biologische landbouw. Daar zijn waarschijnlijk nog wel een paar BioFachs voor nodig.
33
Trekkers Hallo, Ik wil graag meewerken op een biologische boerderij in de omgeving Amsterdam Noord, email irene_bruns@yahoo.nl 06-49786708 Partij biologisch zaad De Bolster kleinverpakkingen Engelse teksten. Winkelwaarde over €10.000. Overzicht op aanvraag. Teab. 0633028603 Zutphen Zaden: Uitgebreid assortiment biologische groentezaden. Veel rassen van Bejo en Vitalis in kleinverpakking. www.zaderij.nl - info@zaderij.nl Landbouwbedrijf uitbreiden of afbouwen? Op termijn participatie
of opvolging? Ik zoek een bedrijf dat mij deze kans wil bieden. J.H. Welleweerd, 06-13462021 Doperwt-Peul-Capucijner etc. F1 Tasty Sweet mais. F1 Sweet Mama pompoen.Cape Horn spits. Namenia .groene Raapsteel etc. Veel soorten bonen oa. Montano Fa.Joh.Kats. tel.0186-651579 fax.0186-651534 Numansdorp Te koop aangeboden: Plantmachine, izgst, 2-rijig, merk Lännen type RT-2, voor kluitplanten (o.a kool). Rosmalen, G.Beentjes tel 073-5229385 na 18.00 uur of e-mail gbeentjes@planet.nl
Gezocht op landgoed Deelerwoud:
een pachter voor ca. 58 ha (Kruiden- en faunarijk grasland N12.02, 1,5 GVE per ha) alsmede ca. 7 ha grasland binnen het raster en ca. 7 ha bouwland buiten het raster. Uitgifte in geliberaliseerde pacht. Er zit geen bedrijvencomplex bij. Een kandidaatpachter die de kudde van ca. 25 koeien van het landgoed overneemt en handhaaft krijgt voorrang. Geïnteresseerden kunnen zich wenden tot: t.schoolkate@takkenkamp.nl
VAN GORP
BIOLOGISCHE VOEDERS BV
voeders e h c is g lo io b in t s li ia c e De sp De biologische voeders worden apart geproduceerd in onze fabriek te Schalkwijk en zijn leverbaar in de gehele BENELUX Informatie: Tel. 0416-315770 - Fax 0416-315779 Zomerdijkweg 2 - 5145 PK Waalwijk NL info@van-gorp.com - www.van-gorp.com
Teeltmanager Fruit gevraagd In verband met het binnenkort terugtreden van twee vennoten zoeken wij een allround teeltmedewerker die de capaciteiten en ambitie heeft om door te groeien tot teeltmanager. Voor verdere informatie zie onze website:
www.boomgaardterlinde.nl
Ontwikkelaars voor een sterk en levendig platteland • Beleidsadvisering landbouw • Versterking verbrede activiteiten • Omschakeling naar biologisch ondernemen
Helmer Wieringa: 06 – 53 44 77 70 Taco IJzerman: 06 – 13 10 26 98 Maria van Boxtel: 06 – 53 59 31 88
www.landco.nl
Het Biohuis is de vereniging van biologische boeren en tuinders. Uniek en cruciaal. Het is de enige organisatie voor alle Nederlandse biologische boeren en tuinders, ongeacht bedrijfstak of regio. Het Biohuis versterkt, verbindt, beschermt en inspireert de biologische land- en tuinbouw.
Samen sterk met het Biohuis Het is voor uw bedrijf van het grootste belang dat u ook meedoet. Voor een goede biologische boterham, nu en in de toekomst.
Meld u aan als lid op www.biohuis.org of per email info@biohuis.org
biohuis
Samen hebben we meer invloed op marktontwikkeling, regelgeving en onderzoek: • Biologisch in de media
• PR en crisiscommunicatie
• Nieuwe promotiecampagnes
• Skal controle en certificering
• Overheidsmiddelen voor onderzoek
• Samenwerking in de afzetketen
• EU wetgeving en regelgeving
• Verder ontwikkelen van duurzaamheid
• Aanpak 100% biologisch mestgebruik
• Genetische Modificatie en Cisgenese
• Herziening Europees Landbouwbeleid
• Biologisch uitgangsmateriaal
• EKO keurmerk
• Europese samenwerking via IFOAM, EU
Voor meer informatie: www.biohuis.org of per email info@biohuis.org