Ekoland Innovatie Special

Page 1

EX EDITR A TIE

Innovatie Special IN

VATIEPR I

JS

NO

15 JAAR

B

L

OU

BIO

W

Ekoland 2020 O Innovatieprijs GI D S

N

C H Elandbouw LA biologische

SCH

D

B

GI

OU

W

IN

www.ekoland.nl

O

L

Een speciale uitgave van Uitgeverij van Westering

BIO

2021

VATIEPR I

JS

NO

E LAN

Innovatie in de biologische landbouw

Prijswinnende ondernemers inspireren


Biologisch: een goed verhaal! Ruim driekwart van alle gecertificeerde biologische bedrijven in Nederland bankiert bij ons. Daar zijn we trots op. Familie Gerritsma: 'Biologisch is voor ons de kracht van de eenvoud.' Zoek je net als de familie Gerritsma een sparringpartner om over je toekomstplannen in de biologische markt te praten? Neem gerust contact op, ons team van biologische specialisten staat voor je klaar.


EKOLAND 6

INTERVIEW

Demissionair minister Carola Schouten Minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedsel­ kwaliteit sprak met Ekoland over de systeemverandering van de ge­ hele voedselketen en de grote kan­ sen die ze ziet in innovatie voor de verduurzaming van de landbouw. ‘De biologische landbouw inspireert de gehele landbouw’.

10

BakkerBio

12

Zonnegoed

Inhoud 5 - Voorwoord

6 - Minister Carola Schouten Systeemverandering van de voedselketen

8 - Juich mee voor innovatie Biologische boeren = kringloopboeren

10 - Maaimeststoffen ipv mest Zonnegoed voor Vegan Vegetables

12 - Wormen voeren Bodem is de basis voor BakkerBio

14 - Stad en boerderij een symbiose Akkerbouw en publiek

15 - Schone grond voor bollen Bloembollen planten in groenbemester

16 - Stadsboerderij Ridammerhoeve Vitale productie EKOLAND  |  INNOVATIE SPECIAL – 2021

18 - Bodem als basis

Biologisch telen doe je in de grond

22 - De zorgboerderij als minimaatschappij De Vijfsprong biedt écht werk

24 - Spelen met draadjes en koetjes Graasboerderij werkt mee met natuur

25 - Biologisch afmesten stierkalveren Ecofields kiest voor strostallen

26 - Koe weerspiegelt gezondheid Remeker werkt 100% antibioticavrij

28 - Innovatie stimuleert biologische boeren, biologische boeren ­­stimuleren innovatie 30 - Strokenteelt voor biodiversiteit ERF doet strokenteelt op grote schaal

35

Veld en Beek

Innovatie Special

E X TR EDITIEA

32 - Dé kringloopboeren Overesch: varkens én akkerbouw

35 - Leden financieren mee Veld en Beek biedt klanten gemak

36 - Fruittuin van West Zelfplukboomgaard in Amsterdam

38 - Lankerenhof Innovatieve stal voor hennen én hanen

40 - Toevluchtsoord boerennatuur Doornik: stabiel gefinanceerd

42 - De Korenschoof Minder zaden, meer opbrengst Op de cover: Winnaars van de Ekoland Innovatieprijs 2020. Theo Heijboer (l) en Jaco Burgers (r) van ERF BV met Dirk van Apeldoorn (m) onderzoeker bij de WUR Foto: Klaas Eissens

3


• We willen meer biodiversiteit in agrarisch landschap

• Onze biologische gewassen gezond laten groeien

• Stabiele opbrengsten met slimme teelttechniek

Problemen omzetten in voordelen We delen onze creatieve oplossingen in masterclasses en trainingen. Zo laten we zien hoe het ook kan! Hemus ontwikkelt de kennis en ervaring van ERF verder door naar toekomstbestendige landbouwsystemen. Economisch rendabel, binnen de grenzen van onze planeet. Laat je inspireren en ga ook innoveren!

Kansen zien in uitdagingen

• En voedsel produceren in een fijne leefomgeving

ERF

van bioland tot stadsrand

www.erfbv.nl | www.hemus.nu


VOOR WOORD Kees van Zelderen

Vieren van de oogst

Een paar jaar geleden liep een Oegandese man stage op onze boerderij. Er was besloten dat hij geen status ontving en terug zou keren naar zijn eigen land. Hij wilde daar erg graag een pluimveebedrijf opstarten. Zijn droom was boer te zijn. Hij vroeg of hij bij ons het vak mocht leren. Hier op de boerderij had hij een geweldige tijd, want onze zorgboerderij is – met alle deelnemers, vrijwilligers, medewerkers en bezoekers – een echte boerengemeenschap. Hij maakte vrienden, leerde gewel­ dig veel en betekende ook veel voor anderen. Bij zijn vertrek sprak hij ontroerende afscheidswoorden: “Thank you so much for learning! Everything I have harvested here, I will sow in Uganda.” Hij heeft terug in Oeganda inderdaad pluimveestal­ len gebouwd. Het gaat zo goed, dat hij een voorbeeld is gewor­ den. Andere boeren komen uit de hele regio bij hem om het vak te leren. Het vieren van zo’n ‘oogst’ geeft ook weer vreugde en energie om te zaaien. Daar is dan wel een gezonde bodem voor nodig, goed bewerkt zodat die ons kan voorzien van voldoende en gezond voedsel. Zonder alle inspanning van het zaaien en bewerken is er geen oogst. Een gezonde bodem creëert gezonde planten, gezonde planten geven een goede oogst en maken ge­ zonde mensen. En van gezonde mensen komen we tot gezonde gemeenschappen. In het oogsten en zaaien zit ook de waarde van de kring­ loop. Maar soms ontdek je dat er iets in een kringloop niet klopt. Dat is waar alle bedrijven in deze Ekoland Innovatie

IJsbrand Snoeij

Special vernieuwend in zijn: zij vinden nieuwe manieren om kringlopen te sluiten, met de bodem als basis. Deze onder­ nemers zijn op zoek gegaan naar het vitale onderdeel. Want hoe duidelijk bepaalde problemen in een systeem ook zijn, er is altijd iets dat wél klopt. In de zorglandbouw zie je dat ook: mensen komen op de boerderij vanwege een beperking of vorm van dementie. Als ze daar eenmaal zijn, ligt het accent plotseling op dat wat gezond is in die mens en juist niet op de beperking. Dat geeft zin en betekenis in het leven, vreugde, levenskracht en groei. Deze special over innovatie laat ook zien dat inkomen voor een boer weliswaar van belang is, maar dat er ook andere drijfveren zijn. Drijfveren zoals verbondenheid met de aarde, de sociale omgeving, het gemeenschapsgevoel en de spirituele dimensie. Boeren zijn zich van die meerwaarde bewust en kunnen iets waardevols betekenen voor mensen. De boer die de aarde bewerkt en bebouwt voor voedsel én om onze aarde tot een huis te maken voor mensen, een thuis. Onze hoop is dat we die oogst met elkaar keer op keer vieren. Vier mee met de innovatieve ondernemers in deze In­ novatie Special! IJsbrand Snoeij is zorgboer en voorzitter Biohuis Kees van Zelderen is melkveehouder en bestuurslid Stichting Innovatieprijs Biologische Landbouw

COLOFON ISSN: 0926-9142

Uitgever Jaap van Westering Hoofdredacteur Maria van Boxtel Eindredactie Bernard Faber Kees Hagendijk Redactie Bart Fokkens Geertje Schlaman Kees van Veluw Bladmanager Annemieke Praamstra

Aan dit nummer werkten mee Ismaël Bearzatto, Dick Boschloo, Maria van Boxtel, Iris Dam, Louis Dolmans Klaas Eissens, Mirjam Ganzevles, Niels Heining, Tim Huiberts, Leen Janmaat, Jan Jonkman, Marcel van Kammen, Joris van der Kamp, Jan Overesch, Geertje Schlaman, IJsbrand Snoeij, Kees van Veluw, Wim Wilmers, André Wooning, Kees van Zelderen Redactie-adres Postbus 16, 3740 AA Baarn T 035-8873531 E redactie@ekoland.nl

Vormgeving Diana Beekvelt

WWW.EKOLAND.NL EKOLAND  |  INNOVATIE SPECIAL – 2021

Advertentieacquisitie Uitgeverij van Westering Vof, Baarn T 035-8873531 | E sales@ekoland.nl Abonnementen­administratie Uitgeverij van Westering Vof Postbus 16, 3740 AA Baarn T 035-8873531 E abonnementen@ekoland.nl Druk Drukkerij Veldhuis Media, Raalte ©2021. Het geheel of gedeeltelijk over­nemen van artikelen en/of i­llustraties is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie noch de uitgever aanvaardt enige verantwoor­delijkheid voor schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan na gebruikmaking van gegevens uit dit blad.

Ekoland is een uitgave van Uitgeverij van Westering Vof Abonnementen De reguliere editie van Ekoland verschijnt 11x per jaar. Een jaarabonnement kan elke maand ingaan en kost € 119,49 (NL) ­inclusief BTW. Een abonnement of een proefnummer aan­vragen kan via www.ekoland.nl. Deze special is een productie van het project ‘Innovatie in de biologische sector: een podium voor pioniers’. Dit ­project wordt mede mogelijk gemaakt door de provincie Flevoland en de EU. Euro­pees Fonds voor Plattelandsontwikkeling: ­Europa investeert in zijn platteland

@vakbladekoland

5


DEMISSIONAIR MINISTER CAROLA SCHOUTEN OVER INNOVATIE

Systeemverandering

van de voedselketen Demissionair minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ziet grote kansen in innovatie voor de verduurzaming van de landbouw. Een beweging waarbij de biologische landbouw de gehele landbouw inspireert naar een systeemverandering in de voedselketen. Ekoland sprak met haar: “De inspirerende verhalen van uw innovatieprijswinnaars laten zien dat het kan.” Welke innovaties in de landbouw helpen volgens u bij een werkelijke omslag naar een toekomstbestendige en klimaatbestendige landbouwsector? En hoe zouden deze innovaties volgens u moeten worden gestimuleerd? “Innovatie is een belangrijke pijler in de transitie naar duurzame landbouw. De Nederlandse land- en tuinbouw is altijd koploper geweest op het gebied van productie, kennis en innovatie. Onze boeren en tuin­ ders vertellen over heel de wereld hoe zij werken. Dat doen kringloopboeren nu ook in Nederland; zij lopen voorop in kennis en innovatie. Ik hoop dat duurzame Nederlandse boeren straks over de hele wereld kun­ nen vertellen hoe zij blijven ondernemen in een ver­ anderende toekomst. Een heel mooi voorbeeld vind ik bijvoorbeeld de “coloradokever klapper” die recent in het nieuws was. Een mechanische wijze om een plaag te bestrijden zonder middelengebruik. Dit is

6

niet alleen goed voor de biologische landbouw, maar draagt bij het verminderen van middelengebruik en is daarmee een mooi voorbeeld van innovatieve ont­ wikkelingen. Ik wil dan ook dat onze landbouw een voorbeeld blijft. Op alle vlakken, van bodembeheer tot vier­ kantsverwaarding, zijn we afhankelijk van innovatie. Daarnaast kan ook digitalisering een belangrijke rol spelen voor een duurzame landbouw- en voedselke­ ten en voor een robuuste natuur. Zo kunnen senso­ ren en precisiebemesting boeren, telers en tuinders helpen om hun stikstofuitstoot te monitoren en te beheersen. Nationale en internationale datauitwis­ seling en e-herkenning van boeren kunnen beter inzicht geven in meststromen. Om daar te komen moet alles in beweging komen: de boer, de keten, de markt, de consument én de overheid. De risico’s mogen immers niet enkel op

INNOVATIE SPECIAL – 2021  |  EKOLAND


het bord van de boer komen, die al voor vele maat­ schappelijke opgaves staat. De sleutelbegrippen zijn gedeelde verantwoordelijkheid en gedeeld leider­ schap. Zo stimuleren we elkaar om de nodige inno­ vaties te maken.” Als u denkt vanuit kansen, welke -wellicht radicale - systeeminnovaties zou u willen ­stimuleren? “Verduurzaming van de landbouw, zoals kring­ looplandbouw, natuur-inclusieve landbouw en biologische landbouw zijn op zichzelf is al een veelomvattende systeeminnovaties. Daar zit een voedseltransitie eigenlijk aan vast. Ons huidige voed­ selsysteem heeft een negatieve impact op het milieu, de maatschappij en dierenwelzijn. Zonder aanpassing in dat systeem, ervaart de landbouw onvoldoende prikkels om de transitie naar duurzamere landbouw te maken. Ik zie veel interessante en vooruitstrevende voedselinitiatieven in het land, van korte ketenver­ koop tot acties om voedselverspilling tegen te gaan. Maar de grote opgave ligt toch in de systeemveran­ dering van de voedselketen. Naar mijn idee beweegt die markt nog te langzaam mee en stimuleren zij nog onvoldoende de vraagzijde naar duurzame produc­ ten. Het is belangrijk dat consumenten duurzame producten willen en kunnen kopen. Ook liggen er kansen bij de verwerkende industrie om meer met duurzame producten te gaan werken. Die transitie naar een duurzame toekomst is alles behalve makke­ lijk en vraagt een lange adem, maar de inspirerende verhalen van uw innovatieprijswinnaars laten zien dat het kan. Ik hoop dat hun ervaringen zowel boe­ ren als andere ketenpartners stimuleren in duurzame landbouw te investeren.” Om die innovaties tot stand te kunnen brengen: wat verwacht u van de biologische sector? “Wat mij betreft is biologische landbouw een heel goed voorbeeld van duurzaam ondernemen. Al jaren zijn biologische boeren pioniers op dit vlak. Ik weet hoe zwaar het soms ook voor hen is, zij betalen leergeld om risico’s te nemen en zien inves­ teringen vaak pas na jaren terug. Met het opstellen van een nationale strategie voor biologische produc­ tie en consumptie werken wij ook aan het verster­ ken van deze sector. Balans tussen aanbod en vraag is hierbij cruciaal, zodat er een verdienmodel blijft bestaan met een duurzame toekomst. Ook blijft het nodig om van elkaar te leren, samen te werken en innovatieve oplossingen te blijven ontwikkelen. Met de Boer-tot-Bord strategie geldt dit voor de hele keten.”

EKOLAND  |  INNOVATIE SPECIAL – 2021

Welke concrete wijzigingen op beleid, wet en regelgeving zouden volgens u nodig zijn om ruimte te bieden aan innovaties en de biologische sector? “Omschakeling naar biologische landbouw is een heel goed voorbeeld van een van de mogelijkheden om bij te dragen aan de transitie naar een duurzame toekomst. Momenteel werken we zoals gezegd aan een nationale strategie voor biologische productie en consumptie. Hierbij kijken we o.a. naar aanbod, vraag en innovatie/onderzoek. Het is goed dat dit onderwerp ook hoog op de agenda van de EU staat, want het internationale aspect is voor onze landbouw van groot belang. Er zijn diverse instrumenten om de omschakeling naar duurzame landbouw, waaronder biologische landbouw, te stimuleren, zoals het nationale Om­ schakelprogramma duurzame landbouw en het Na­ tionaal Strategisch Plan (NSP), die in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt opgesteld. Het kabinet en de provincies zullen bij het opstellen van het NSP bekijken hoe biologische land­ bouw het beste meegenomen kan worden.” Hoe en welke ruimte zou het beleid speciaal ­ kunnen bieden aan nieuwe en jonge ondernemers in de sector? “Ik wil graag dat jonge boeren kansen blijven zien voor een toekomst in de landbouw. Dat is misschien lastig met alle opgaves die op jullie bord liggen. Nu kan een overname of een bedrijf oprichten ook juist een kans zijn om duurzame landbouw te bedrijven. Ik kijk hoopvol naar jonge ondernemers die dat lukt. Ook maatschappelijke steun en erkenning spelen hierbij een rol. We vragen veel van de Nederlandse boer, maar dat ziet de boer niet altijd terug in de prijs voor zijn producten. Het ‘Bedrijfsovernamefonds voor startende boeren en tuinders’ (voorheen het Jonge Boerenfonds) geeft jonge ondernemers financiële ruimte bij het starten of overnemen van een bedrijf. Het is in deze tijd van grote transitie belangrijk om dat perspectief te bie­ den. Ik verwacht dat de financiële partijen ook meer mee gaan in deze transitie en het voor (startende) boeren mogelijk maken meteen te investeren in een duurzame toekomst.” En tenslotte: Bij welke beleid staat u te juichen? “Wat een leuke vraag. Ik zou zeggen, beleid dat posi­ tieve initiatieven stimuleert. Dat samenwerking bin­ nen de keten mogelijk maakt en laat zien dat het kan. Beleid waarmee we zowel de boeren als de tuinders een toekomstperspectief geven. Dan zult u mij zeker horen juichen!”

7


BIOLOGISCHE BOEREN ZIJN OP-EN-TOP KRINGLOOPBOEREN

Juich mee voor innovatie Ekoland, het onafhankelijke magazine voor de biologische keten, organiseert sinds 2008 de Ekoland Innovatieprijs. Inmiddels zijn er ruim veertig bedrijven in de prijzen gevallen. Bij de uitreiking op de Bio-beurs staan én de winnaars én de jury te juichen van blijdschap om de aandacht, de erkenning en de waardering voor de innovaties in een mooie vorm van landbouw. Geniet mee! TEKST | KEES VAN VELUW Foto: Freepik

B

iologische boeren en tuinders dragen zeer veel bij aan de ontwikkeling van duurzame land­ bouw. Biologische landbouw geeft hoop voor een duurzame, natuur-, aarde-, dier-, en mensvrien­ delijke landbouw. Dat positieve gevoel is de reden voor het project innovatie in de biologische sector: een podium voor pioniers om – in samenwerking met de jury van de Ekoland Innovatieprijs en het vakblad Ekoland - een positief geluid te laten horen. En dat is welkom in een tijd van demonstraties en onzekerheid. Een geluid dat anderen inspireert en ondersteunt. En dat boeren, beleidsmakers, politici, banken, supermarktmanagers, verwerkers maar ook burgers en consumenten een zetje in de rug geeft om meer biologische producten te gaan maken, verwer­ ken, verkopen en te eten. Daar word je gewoon blij van! Dat is niet naïef. De noodzaak van een radicale ommekeer van de landbouw, van het marktdenken, van het consumptiepatroon wordt door een steeds groter wordende groep wetenschappers bewezen en door steeds meer burgers begrepen. Het is de op­ dracht voor vandaag, voor de jeugd die nu boer(in) is of ergens anders in de productieketen werkt en zijn of haar bijdrage wil leveren. De visie ‘Waardevol en Verbonden’ van minister Carola Schouten kwam in september 2018 dan ook niet uit de lucht vallen. Net zoals het Brundtland-rapport over duurzaamheid in 1987 geen donderslag bij heldere hemel was. Het zijn documenten die aangeven dat de tijdsgeest veranderd

8

is en dat we aan de slag moeten. Natuurlijk houdt de oude economie, het oude denken en de oude politiek die radicale omslag tegen. Verandering doet pijn. Je moet op zoek naar andere ‘waarden en verbindingen’ en daarmee oude waarden en ketens loslaten. Dat gaat niet makkelijk.

‘We moeten immers voorkomen dat we ­bodem, water en grondstoffen uitputten en de temperatuur op aarde onaanvaardbaar verhogen. Kringlooplandbouw is daar een ­onontkoombaar en sluitend antwoord op.’ Bron: Waardevol en Verbonden, Ministerie van LNV, 2018

Biologisch-dynamische boeren hebben daar ge­ lukkig al bijna honderd jaar ervaring mee. En vanaf 1970 nemen steeds meer boeren de beslissing hun bedrijf radicaal om te gooien. Geen kunstmest en geen bestrijdingsmiddelen meer. Werken aan een gesloten kringloop, aan verminderd energie- en an­ tibioticagebruik, aan bedrijven gebaseerd op respect voor dieren, aan resistentere gewassen. Zorgen dat de bodemvruchtbaarheid beter wordt, de natuur je bedrijf in trekken, lol in kortere ketens, aan meer marge voor de boer, aan samenwerking met burgers, aan andere financieringsvormen, aan techniek die de mens dient. INNOVATIE SPECIAL – 2021  |  EKOLAND


Overzicht van de onder- en bovengrens van de maatschappelijke kosten van melkproductie. Thema

Ondergrens

Bovengrens

Broeikasgasemissie

€5

€ 25

Biodiversiteitsverlies

€7

€ 15

Humane gezondheid

€ 1

€ 13

Dierziekten

€ 1

€ 1

Bodemdaling

€2

€ 2

Inkomenstoeslag

€4

€ 4

€ 20

€ 60

Totaal

Bron: Meerkosten van de melkveehouderij. CLM, 2016.

De jury van de Ekoland Innovatieprijs heeft het gezien op de ruim veertig bedrijven die we in de af­ gelopen vijftien jaar bezochten. Biologische boeren nemen de bodem en natuurlijke processen als basis voor hun systeem. Ze zoeken continu naar de juiste balans tussen ‘de natuur z’n gang laten gaan’ en ‘in­ grijpen’ om voedsel te produceren. De kieming van graan, de geboorte van een kalf, de omzetting door wormen van mest tot voeding voor planten, stikstof­ binding door vlinderbloemigen, mycorrhiza’s die fosfaat loskoppelen van ijzer waardoor het opneem­ baar is voor gewassen, een sluipwesp die luizen para­ siteert, uilen die muizen eten; het zijn de natuurlijke processen die een biologische boer wil gebruiken op zijn bedrijf. Natuur en biologische landbouw horen bij elkaar. Sterker, de landbouw kan niet zonder na­ tuur. Natuur kan wel zonder landbouw. Niet meer al­ leen focussen op economische groei, het is nu de tijd voor ecologische groei. Dát besef is wezenlijk voor een biologische boer.

‘Natuur is van waarde voor ons allemaal en voor de landbouw in het bijzonder. Het mag niet langer zo zijn dat landbouw en natuur tegenover elkaar staan en dat landbouw de biodiversiteit onder druk zet. Landbouw en natuur horen bij elkaar en die relatie moet sterker, organischer worden dan zij nu is.’ Bron: Waardevol en Verbonden, Ministerie van LNV, 2018

Voor de samenleving zijn biologische producten goedkoper dan reguliere producten. Dat komt om­ dat biologische landbouw minder bijdraagt aan het verlies aan biodiversiteit, aan de opwarming van de aarde en aan de degradatie van de bodemvruchtbaar­ heid. Biologische landbouw is minder intensief en daardoor minder belastend voor het grond- en op­ EKOLAND  |  INNOVATIE SPECIAL – 2021

pervlaktewater. De bodem op biologische landbouw­ bedrijven zit vol wormen en bevat gemiddeld meer organische stof, waardoor deze bodems meer koolstof en water vasthouden. Biologische boeren wentelen minder kosten af op de samenleving. Zou de natuur een rekening kunnen sturen voor de verborgen kos­ ten, dan zou de biologische sector minder hoeven te betalen. Het CLM en het Instituut voor Milieuvraag­ stukken van de Vrije Universiteit (IVM) hebben die verborgen kosten in kaart gebracht. Het CLM stelt dat je 20 tot 60 cent per liter melk nodig hebt om alle verborgen kosten te voorkomen (zie tabel). De natuur stuurt echter geen rekening, dus niemand betaalt. En dus zit de samenleving met de brokken. Het IVM berekende eerder al dat de verborgen kos­ ten zijn van een kilo regulier varkensvlees vergeleken met een kilo biologisch varkensvlees. Biologische varkenshouders kunnen nog steeds verbeteren, maar ze zadelen de samenleving in vergelijking met de helft van de verborgen kosten op. Als je biologische producten eet, draag je actief bij aan een duurzame toekomst. Je neemt daardoor het voortouw om een betere wereld te creëren.

‘Het is gelukkig ook op ­allerlei plaatsen zichtbaar dat dit veranderingsproces (richting kringlooplandbouw) al is begonnen. De koplopers die daarmee bezig zijn, krijgen vanaf nu een ­stevige steun in de rug voor de innovaties, experimenten en kringloopinvesteringen die zij de afgelopen jaren al tot stand hebben gebracht. (...) Zij geven al de goede richting aan en zijn ­inspiratiebronnen voor ­anderen.’ Bron: Waardevol en Verbonden, Ministerie van LNV, 2018

Biologische boeren, en zeker de innovatieve onder­ nemers in deze uitgave, zijn begonnen met die radi­ cale omslag naar kringloopboeren. Maar ze kunnen het niet alleen. Ook het beleid, het onderzoek en het onderwijs, de wet en regelgeving zullen radicaal om moeten schakelen. Vandaar dit speciale innovatie­magazine. We hebben innovatieve ondernemers geselecteerd uit alle sectoren van de landbouw. Zo kan iedere boer of tuinder zich laten inspireren door een collega. En zo kan elke beginnende boer zich oriënteren op wat er allemaal meer kan dan wat je opleiding, de weten­ schap of de bank adviseert. Biologische boeren zijn op-en-top kringloopboeren. Juich je mee? 9


ZONNEGOED PRODUCEERT VEGAN VEGETABLES MET KEURMERK, VOOR EEN NIEUWE KORTE KETEN Joost van Strien heeft zijn bedrijf Zonnegoed helemaal ingericht op het in stand houden en bevorderen van bodemvruchtbaarheid en bodemstructuur. Experimenten met maaimeststoffen leidden naar nieuwste innovatie: volledig plantaardige bemesting.. “We zien hele mooie, rulle grond met veel wormen in onze percelen met maaimeststoffen.” TEKST MARIA VAN BOXTEL FOTO’S JORIS VAN DER KAMP

“I

k voelde ongenoegen met hoe de biologische sector aan dierlijke mest komt,” vertelt akker­ bouwer Joost van Strien over zijn redenen om te beginnen met maaimeststoffen. “In 2007 bijvoorbeeld mocht je nog gangbare mest aanvoeren, tot wel 60%. Dat percentage is intussen wel afgebouwd, maar ik vond met sommige andere biologische boeren dat je zo niet geloofwaardig bent. En dat je als sector risico’s loopt. Andere telers zeiden juist dat ze die mest uit de gangbare sector wel nodig hebben. Er is niet genoeg.” Die discussie zette Joost aan het denken. “Kan je de mestbehoefte verlagen? Heb je bijvoorbeeld geen 170 kg stikstof per hectare nodig, maar misschien maar 100 kg? Kan ik het veevoer op eigen bedrijf houden?” Joost startte in 2008 met een experiment in samen­ werking met het Louis Bolk instituut: verschillende blokkenproeven in de spinazie waarbij maaimeststof­ fen werden vergeleken met dierlijke bemesting. Hoe het werkt? Vlinderbloemige voedergewassen worden gebruikt als plantaardige meststof: gras/klaver of lu­ zerne wordt gemaaid, gehakseld en uitgereden. “Dat werkte goed. De opbrengst bleef gelijk of werd zelfs beter. Maar belangrijker nog: ik zag hele mooie, rulle grond met meer wormen in de plotjes met maaimest­ stoffen.” Joost experimenteerde na deze positieve ervaringen zelf door op grotere schaal. “We vergeleken in ver­ schillende teelten, de helft van het perceel met maai­ meststoffen en de helft met drijfmest. Met wisselende resultaten.” Voor de dierlijke mest werkte Zonnegoed samen met een veehouder dichtbij, waaraan ze voe­ dergewassen verkochten in ruil voor mest. “Dat was een prettige samenwerking. Dus na een tijdje hebben we de maaimeststoffen weer in de ijskast gezet.” Toch

10

Met maaimeststoffen geen mest meer nodig

Bedrijfsgegevens Zonnegoed - Ens

Ar beidl  |  Joost van Strien, Christaan Feickens, medewerkers Ar eaal  |  93 hectare, waarvan 5 hectare nieuw voedselbos Te elten  |  verschillende groentegewassen, rooigewassen zoals consumptieaardappelen, maaimeststoffen zoals klaver en luzerne in mengsel met wilde peen, rietzwenkgras en weegbree Af zet  |  groothandel en Duitse supermarkten, gedeeltelijk onder keurmerk Biocyclic Vegan Standard. Lokale afzet via korte keten van Vegan Vegetables. www.zonnegoed.nl

INNOVATIE SPECIAL – 2021  |  EKOLAND


blijft Joost graag nieuwe zaken uitproberen. Meer dingen brachten hem terug op het pad van de maai­ meststoffen. “Een paar jaar geleden bleek uit onder­ zoek van Jelmer Buys en anderen dat ook biologische mest veel residuen van gewasbeschermingsmiddelen bevat, vaak door het gangbare stro in de stal. Ook biologische mest is daarmee niet biologisch. Tegelij­ kertijd hoorde ik de resultaten van 10 jaar proeven met plantaardige bemesting op proefboerderij Kol­ lummerwaard in Planty Organic. Toen begon het weer te kriebelen.” Joost en mede-ondernemer Christiaan Feickens van Zonnegoed besloten eind 2019 volledig over te gaan op maaimeststoffen. “In 2020 hebben we ons laatste restje dierlijke meststoffen verbruikt.” De aanpak is intussen verbeterd. “De eerste snede maaigewassen passen we direct toe in de gewassen die bemesting vragen. De latere snedes kuilen we in en brengen we het volgende jaar in de lente aan, voor de teelt uit.” Ook de teelt van gras/klaver of luzerne als monocultuur maaimeststof is veranderd. “We zaaien een mengsel van klavers, luzerne met grassen en kruiden erdoorheen, zoals duizendblad en smalle

“In 2020 hebben we ons laatste restje dierlijke meststoffen verbruikt.”

EKOLAND  |  INNOVATIE SPECIAL – 2021

weegbree. Dat geeft in theorie een diverser aanbod aan sporenelementen. Want elke plant neemt zijn eigen voedingsstoffen op. Of dat klopt, gaan we laten analyseren, nu we het dit jaar gemaaid hebben.” Die invalshoek zag Joost bij een gangbare collega teler in de Noordoostpolder, die met brede mengsels van groenbemesters meer mineralen vrij wil maken in de bodem. En een ander voordeel: “met een monoteelt luzerne kan er ook een of andere ziekte in komen. Een mengsel blijft veel langer gezond.” Plantaardige bemesting blijkt zo prima te werken. “Op 1/6 van je bedrijf maaimeststoffen telen is bij ons voldoende met een normaal bouwplan. Wij telen meer, omdat we veevoer aan een veehouder blijven verkopen. En als je intensiever groentegewassen wil telen – meer kool en pompoen dan wij al doen – moet je ook iets meer maaimeststoffen verbouwen.” Bij Zonnegoed rouleert de luzerne en de grasklaver gewoon mee in de vrucht­ wisseling. “Het is ook een goed tussengewas.” Zonnegoed heeft als eerste Nederlandse bedrijf het Biocyclic Vegan Standard keurmerk, waarmee ge­ controleerd wordt dat de producten vrij van dierlijke mest zijn. “In Nederland is dat nog onbekend en moet de markt voor vegan groente nog ontwikkeld worden. Wij gaan daar nu mee beginnen via een korte keten. We gaan leveren aan regionale food hubs. Daarvoor bouwen we een platform waar consumenten zich kun­ nen abonneren. Dat is wel een spannend traject.” Joost heeft er wel vertrouwen in. “Als ik de eerste reacties hoor, zijn er genoeg mensen die het belangrijk vinden. Onze producten gaan nu vooral naar Duitse super­ markten, en daar worden veganistische groenten ook al verkocht. Dat wordt wel een groter volume.” Ook de prijzen zijn goed. “Vergelijkbaar met wat we nu voor onze biologisch-dynamische producten onder Deme­ ter keurmerk krijgen.” Joost blijft innoveren. Zoals werken met vaste rij­ paden en niet-kerende grondbewerking: “de worm neemt de rol van de ploeg over”. En met samenwer­ kingen met collega’s in innovatieve machines, zoals de Colorado Beetle Catcher. Plus vijf hectare nieuw voedselbos. De overstap naar plantaardige bemesting past prima in dat totaalplaatje. “Het wordt steeds dui­ delijker dat het aantal dieren in de landbouw omlaag moet, ook in de biologische landbouw. Ik denk dat in de toekomst dieren diervriendelijk en grondgebonden worden gehouden. Dan is er nog maar weinig mest die veebedrijven verlaat en minder beschikbaar voor akkerbouwers. Dat duurt misschien nog 10 of 20 jaar, maar het is onvermijdelijk. Wij hebben dan al voorge­ sorteerd. Het is ook belangrijk dat we dingen uitpro­ beren en innoveren, zodat andere bedrijven kunnen zien dat er alternatieven zijn.”

11


BODEM IS DE BASIS VOOR INNOVATIE BAKKERBIO

Wormen voeren Jan Willem Bakker laat bij de koffie droge kluiten aarde zien. Met grote gaten en tunnels erin. Waar komen die gaten van? Wortels, rietstengels, een prikstok? Nee, dat niet. Wel: wormen. Bij BakkerBio zijn de Lumbricus wormen de vrienden van de boer. TEKST MARIA VAN BOXTEL | FOTO’S FAMILIE BAKKER

J

an Willem en Wridzer graven graag een kuil in de grond, in de wat lichtere ook in de zwaardere klei op hun twee aaneengesloten landbouwbe­ drijven in het weidse landschap bij het Friese Mun­ nekezijl. Diepe wormengangen, goede doorworteling en een kruimige structuur laat meteen zien dat bij BakkerBio de bodem centraal staat. Op natte dagen hoort Jan Willem de wormen in hun gangen ‘ploppen’. “Als je heel stil in het land staat, hoor je kleine plop­ geluidjes en kan je ze vinden.” Toch: stilstaan doen ze in het teeltseizoen niet vaak. Het landbouwbedrijf met veel teelten en rundvee is gericht op de bodem. Die bodem is naar de visie van Wridzer en Jan Willem altijd bedekt. “Zo is er altijd wat te eten voor het bo­ demleven. Wij vergelijken het bodemleven graag met het vee. Vee moet je verzorgen, huisvesten en voeden. Bodemleven ook.” Alle innovaties op het bedrijf werken in samen­ hang aan bodemkwaliteit. Zoals de ruime rotatie. “We houden de bodem altijd groen,” stelt Jan Willem. “Liever niet met onkruid,” vult Wridzer lachend aan. “Juist met goede gewassen en tussengewassen, liefst mengsels, staat er altijd een dak op het huis voor het bodemleven. Daarnaast fungeren de gewassen als voe­ ding voor het bodemleven; plantresten zowel boven als onder de grond en wortelexudaten.” De rotatie is ruim en gericht op verdienen met bloemkool. “Anderhalf jaar grasklaver wordt gevolgd door late bloemkool, tussengewas met haver, aardappelen voor pootgoed en stamselectie en een tussenteelt een mengsel aan groen­ bemesters . Dan weer vroege bloemkool of pompoen, tussenteelt van een groenbemestermengsel, knolselde­ rij of peen met tussenteelt van rogge en een teelt van pompoen.” De groenbemesters als tussengewas en de 12

Bedrijfsgegevens BakkerBio - Munnekezijl Arbeid | Jan Willem, Jacquelien en Wridzer Bakker plus vier vaste krachten; Aukine Bakker runt de winkel. Seizoensarbeid tot 20 krachten; voornamelijk scholieren en studenten uit de buurt Areaal | 80 ha eigen landbouwgrond met twee boerderijen, 80 ha pacht van kwelderland voor beweiding vleesvee Gewassen | bloemkool, aardappelen (Agrico rassen), pompoen, knolselderij en peen, haver. Afgewisseld met groenbemester mengsels als tussengewassen Vee | 20 Charolais zoogkoeien plus jongvee: totaal ± 60 dieren, in potstal Bemesting | stromest van eigen dieren en aankoop geitenmest Afzet | Bloemkool; pompoen en knolselderij voor de versmarkt via diverse kanalen; knolselderij en peen via LaarakkerBio, pootaardappelen via c ­ oöperatie Agrico. Huisverkoop van de eigen producten op de 0,5 ha huisverkoop tuin en van het akkerbouw/groente teelt bedrijf www.bakkerbio.nl

akkerranden bevatten geen brassica’s om de bloemkool gezond te houden. Tot voor kort ongebruikelijk op het Friese land: BakkerBio ploegt sinds 2004 niet meer. De eerste keer bij toeval omdat een perceel slecht berijd­ baar was, maar nu al jaren welbewust. En het bevalt goed. “Een perceel op onze tweede boerderij - waar

Op de foto vlnr: Laura, Wilco, Jacquelien, Jan Willem, Aukine en Wridzer

INNOVATIE SPECIAL – 2021  |  EKOLAND


Vleesvee in het kwelderland

iedereen ons bij aankoop mee condoleerde vanwege de slechte structuur - levert nu felicitaties van de buren op”, lacht Jan Willem. “Met niet-kerende grondbewer­ king houd je de natuurlijke gelaagdheid van de bodem in stand. Wat boven hoort blijft boven. BakkerBio teelt op brede ruggen, met als bijbemesting hun eigen in­ novatie: grasbrok, plaatsspecifiek, in de rug. Maar de basisbemesting is de vaste mest van eigen vee en vaste mest van biologische bedrijven in de regio. “Vaste mest vinden wij het ideale ‘superfood’,” vertelt Jan Willem. “Het is het ideale voedsel voor het bodemleven, dat niet houdt van te zuur of te zout maar wel van een lekkere ‘bite’.” En niet meer ploegen? Dan zouden de slakken het vast overnemen. Maar dat blijkt mee te vallen: loopkevers, de natuurlijke vijanden van de slakken, gedijen uitstekend bij niet-ploegen. Dat geeft de familie Bakker vertrouwen in natuurlijke oplossingen. Een gezonde bodem geeft gezonde, weerbare planten. De teeltruggen liggen ook in brede bedden met vaste rijpa­ den. De combinatie van niet meer ploegen, vaste mest plus beddenteelt met vaste rijpaden, resulteert in 35% verminderde mestbehoefte en 25% lager brandstofge­ bruik. Met een betere productkwaliteit. Familie Bakker gaat actief op zoek naar nieuwe inzichten. In samenwerking met andere telers in BioWad, via projecten en in hun samenwerking met proefboerderij SPNA. Dit resulteert in eigen techni­ sche innovaties. Bijvoorbeeld met bloemkool is het te­ gengaan van de koolvlieg belangrijk. Een schoffelma­ chine die met luchtondersteuning kleine onkruiden in de rij moet wegblazen, is door de familie Bakker in gebruik om de eitjes van de koolvlieg bij het kool­ plantje weg te blazen. “Werkt tegen onkruid, maar bij ons is het wegblazen van die koolvliegeitjes eigenlijk EKOLAND  |  INNOVATIE SPECIAL – 2021

“Met nietkerende grond­ bewerking houd je de natuurlijke gelaagdheid van de bodem in stand. Wat boven hoort blijft boven.”

nog belangrijker.” Deze techniek is het antwoord op het gebruik van Tracer in de biologische koolteelt. “De interactie tussen de plantenwortel en de bodem aangaan, dat lukt niet als er een blokkade van Tracer tussen ligt.” Allerlei van dit soort innovaties maakte de stap naar biologisch-dynamische landbouw logisch. Familie Bakker volgde de Demeter cursus en leerde preparaten gebruiken. In 2019 vroegen ze de Demeter licentie aan. “Die mooie stap werd mogelijk ook door onze technische innovaties.” De familie Bakker initieerde met andere telers proe­ ven met teelt zonder aanvoer van dierlijke meststoffen in het project Planty Organic. “Nog niet voor ons, wel interessant,” oordelen vader en zoon eensgezind. Ze vullen elkaar goed aan en lijken geen last te hebben van typische generatieverschillen. “Ieder van ons komt wel met wilde ideeën, doordat we met elkaar besluiten duurt het ietsje langer, maar zijn de beslissingen beter. Economisch rendement is belangrijk bij innoveren. Maar als een vernieuwing goed voelt, moet je het soms gewoon doen. “ BakkerBio is een echt familie bedrijf; in 2015, net nadat BakkerBio de innovatieprijs won, vond de be­ drijfsoverdracht plaats. In dat jaar namen Jan Willem en Jacquelien het stokje over van Wridzer en Aukine. En nu helpen de kinderen van Jan Willem en Jacque­ lien ook al weer hard mee. In 2015 kwam de kracht van het familiebedrijf duidelijk naar voren. Want niet alles was positief dat jaar: de boerderij met gewasop­ slag brandde volledig af, inclusief woonhuis. “Door samen de schouders eronder te zetten hadden we twee jaar later de herbouw af. En in de tussentijd liepen de bedrijfsactiviteiten gewoon door.”

13


EEN AKKERBOUWBEDRIJF MET UITGEBREIDE PUBLIEKSFUNCTIE

Stad en Stadsboerderij

een symbiose

Natuurboerderij en woonerf Vliervelden

Tom Saat en Tineke van den Berg startten hun bedrijf vijfentwintig jaar geleden vanuit het niets. Ze stopten er hun dromen, idealen en toewijding in. Daar is iets heel moois uit ontstaan. De Stadsboerderij in Almere floreert. Boeren midden in de samenleving.

graan van de boerderij verwerkt. Of Ad en Bernard, die de werkplaats inrichtten waar om en nabij acht jongeren werken aan het onderhoud van de machines of zich bezighouden met houtbewerking.”

TEKST GEERTJE SCHLAMAN | FOTO’S DE STADSBOERDERIJ

De 200 hectare akkerbouwland kent een extensieve vruchtwisseling, dit met het oog op het verbeteren van de bodem­ vruchtbaarheid, vertelt Tom. “En op die manier telen we kwaliteitsproducten. Sommige biologische boeren halen de vlinderbloemigen uit hun vruchtwis­ seling, maar ik vind dat kortetermijn­ denken. Van de 40 ton uien komt die 10 ton extra opbrengst bij ons door de voorgaande gras-klaverteelt.” De Stads­ boerderij is gespecialiseerd in teelten voor de babyvoeding, waarvoor zeer strenge kwaliteitseisen gelden. “Om aan de ni­ traateisen voor babyvoeding te voldoen moet de stikstofaanvoer onder de 100 kg N/ha liggen. Om toch aan je opbrengst te komen, heb je vlinderbloemigen en pot­ stalmest nodig. De koeien hebben we in de eerste plaats voor de mest en dan pas voor het vlees.” Bij de bouw van de stal is er meteen een leslokaal aan vast gebouwd. Daarbij is rekening gehouden met de vele bezoekers, zo is de voergang extra breed. Heel praktisch, want veel bezoekers dren­ telen na de boodschappen even langs de koeien, legt Tom uit. “Zo beleven burgers iets van echte landbouw, want dat is wat we hier doen.”

O

p zaterdagmorgen heerst flinke drukte op het erf van De Stadsboer­ derij in Almere. De Boerenmarkt blijkt zo populair dat sommige kramen num­ mertjes laten trekken. Ook boerin Tineke van den Berg, mede-initiatiefnemer van de markt, is aanwezig. Ze staat achter een kraam met rundvlees van eigen runderen. Het voorhuis van de boerderij dient als boerderijcafé waar marktbezoekers even kunnen bijkomen. In de boerderijkeuken en ontvangstruimten zijn makers van lokaal voedsel enthousiast aan de slag, zoals de ambachtslieden van Almeerse Weelde. Het dak van de boerderij ligt vol zonnepanelen. En een warmtepomp die gebruik maakt van koude-warmte-opslag in de grond regelt de temperatuur. De nieuwste aanwinst op het bedrijf is een waterstoftrekker. ”Dit is een lang gekoes­ terde wens”, zegt Tom Saat. “Als Shell het niet doet, doen we het gewoon zelf.” Hun akkerbouwbedrijf met zoogkoeien hebben Tineke en Tom vanaf de grond af opgebouwd. “We komen beiden niet van een boerderij, maar zijn gewoon op zoek gegaan naar een plek om zelf een bedrijf

14

te beginnen. Wij konden hier gronden pachten van de gemeenten en in ruil daarvoor werken we met een publieks­ functie.” Die publieksfunctie is een diep­ gevoeld ideaal van het koppel. Van jaren­ lang volledig pachten van grond van de gemeente Almere, zijn ze inmiddels ook eigenaar van 43 hectare (landbouw)grond met een tweede erf ‘De Vliervelden’ in het nieuwe gebied Oosterwold. Op het erf is naast de agrarische bedrijfsruimte en de supermarkt van Odin ook plaats gemaakt voor 7 woningen en 21 appartementen. Alles bij elkaar is De Stadsboerderij een veelzijdig publieksbedrijf: bezoeken van ruim honderd schoolklassen per jaar, een groot oogstfeest, zorg, winkel- en markt­ verkoop op eigen erf, theatervoorstel­ lingen, ruimte voor kindervakanties en ‘koepraatjes’ op koopzondagen, plus zon­ nepanelen met burgerfinanciering. Tom en Tineke kunnen uiteraard niet al­ les zelf doen, ze gunnen anderen graag de ruimte. “Voor nieuwe passende initi­ atieven is er altijd plek. Zoals Jelmer De Koekenbakker, die de Boerenmarkt en vaak ook de boerderijkeuken vult met heerlijke geuren, en daarbij voor een deel

www.stadsboerderijalmere.nl

INNOVATIE SPECIAL – 2021  |  EKOLAND


GROENBEMESTER ZORGT VOOR GEZONDE GROND EN ONKRUIDVRIJE START VOOR BOLLEN

Schone grond voor bollen Veldleeuwerik, patrijzen en heel veel akkervogels. Zoemende insecten. Bollenland vol leven, dat zie je bij John en Johanna Huiberts. Ze planten hun biologische bollen ook onder de zode van pas afgemaaide groenbemester. Met de zelf ontwikkelde onder-zode-planter. “Zo verstoren we de bodem zo weinig mogelijk,” weet John Huiberts. “We werken met de natuur.” TEKST MARIA VAN BOXTEL | FOTO’S TIM HUIBERTS

E

en ‘uitgeputte’ bodem en enthousiasme voor een cursus bodembiologie sti­ muleerden bollentelers John en Johanna Huiberts om de teeltwijze volledig om te gooien. Op hun bedrijf in Sint Maartens­ brug maken ze een nieuw ecosysteem, waarbij de bol centraal staat. “Gewasbe­ schermingsmiddelen heb ik als biologisch teler niet meer nodig, wel natuur en bio­ diversiteit.” Huiberts Bloembollen heeft ruim 70 ha, de bloembollen staan op zo’n 35 ha. “De rest van mijn bollenland gaat in vruchtwisseling met biologische boeren uit de buurt. Zo komen de bollen altijd op schoon land.” John en Johanna zijn één van de vier biologische bollentelers en innovatie is nodig voor een teelt zonder middelen. “In de zomer, na de bollen­ oogst, zaai ik een gemengde groenbemes­ ter. Elke plant in ons mengsel heeft zijn ei­ gen positieve invloed. Winterrogge werkt tegen onkruid, klaver en erwten binden stikstof. Klaver verhoogt ook het boriumen zwavelgehalte. Als de mineralenhuis­

EKOLAND  |  INNOVATIE SPECIAL – 2021

houding in balans is, werkt het bodemle­ ven optimaal en hebben ziekteverwekkers minder kans.” Verder mengt John nog koolsoorten, hennep en Japanse haver bij. Vogels genieten volop van het gewas dat doorgroeit tot een hoogte van circa 1,60 meter. Dat het werkt, ziet ook Herman Vos van de Agrarische Natuurvereniging Hollands Noorden. “Zoveel rode lijst soor­ ten aan akkervogels,” juicht hij. “Dat zie je vooral bij Huiberts Bloembollen.” “Drie weken voordat we bollen gaan planten, maaien we de groenbemester af op 30 cm.” Een door John ontwikkelde onder-zode-planter tilt de zode op, plant de bollen er onder en legt de zode weer terug. “Hierdoor wordt de bodem zo wei­ nig mogelijk verstoord. De zode geeft ook een natuurlijke bescherming tegen vorst.” Normaal gesproken worden bollenvelden afgedekt met stro, dat in het voorjaar weer verwijderd wordt, en dat is bij Huiberts niet nodig. Want: “In het vroege voorjaar,

nog voordat de bollen boven de grond komen, mulchen we de restanten van de groenbemester en onkruiden. Zo hebben de bollen een onkruidvrije start.” John ontwikkelde de mulcher – een aangedre­ ven schijveneg - zelf. Machinefabrikant W.N. Kramer produceert en verkoopt de JBM Eco Mulcher nu. De bollen geven sterke planten. “En we voeden de bollen en de groenbemester met een biologische plantversterker: Vitaleaves.” Die maakt natuurgeneeskundige Johanna Huiberts zelf als een soort ‘thee’ van kruidenrijk hooi uit natuurgebied het Zwanenwa­ ter, aangevuld met kruiden, zeewier en mineralen. “We weken de eiwitten en mineralen uit het hooi en sproeien het mengsel uit over het land en de bollen. Er zit onder andere veel plantenversterkend silica in.” John en Johanna vertellen aan­ stekelijk over hun nieuwe aanpak, die ze ook samen met de andere bollentelers van de Coöperatie NLG Holland verder ont­ wikkelen. De afzet van biologische bollen stijgt, en blijft een uitdaging. “We verko­ pen ook bollen aan Veld Tulpenwodka. Johanna schreef het tulpenbollenkook­ boek ‘Eet smakelijke Tulp’ met 35 ver­ rassende recepten. En we werken samen met woon- en werkgemeenschap Croon en Berg in Burgerbrug, waar mensen met een beperking onze bollen in hele mooie ‘Bollendoosjes’ verpakken. Daarnaast zou ik graag meer aan gemeenten willen verkopen.” www.huibertsbloembollen.nl

15


EDUCATIE, VERKOOP EN PRODUCTIE GAAN IN HET AMSTERDAMSE BOS PRIMA SAMEN

Circa 350.000 bezoekers per jaar. Van schoolklassen en kinderen met (groot) ouders tot bedrijfspersoneel, klanten in de winkel en in de lunchroom en mensen die tussen de geiten yogales komen volgen, allen genieten van de Stadsboerderij in het Amsterdamse bos. Naast bezoekboerderij is het een innovatieve, vitale en productieve boerderij. TEKST  GEERTJE SCHLAMAN FOTO’S  DICK BOSCHLOO & IRIS DAM

Stadsboerderij Ridammerhoeve

W

illem Dam, Corine Riteco en hun kinde­ ren Tom en Iris werken op de publieks­ boerderij Ridammerhoeve midden in het Amsterdamse bos. Een werkende biologischdynamische boerderij met 120 melkgeiten en eigen zuivelverwerking, 250 legkippen, enkele koeien en een varken. Jaarlijks komen hier meer dan 350.000 consu­ menten meegenieten. Met een klein zuigflesje kunnen de bezoekers zelf een lammetje voeren. Erg leuk voor bezoekers en met een perfecte melkprijs voor het be­ drijf! “Onze gouden greep,” lacht boerin Corine. “Ver­ der maken we zelf kaas, zoals Goudse geitenkazen maar ook vloeibare zuivel als geitenyoghurt, kwark, karnemelk, en boter en ijs.” Ook verkopen ze suc­ cesvol geitenvlees. “Vooral de saucijzenbroodjes lopen goed.” En met een aparte groentekwekerij in Heems­ kerk is ook eigen groente in de winkel te koop. Zo’n 30 jaar geleden startten Corine en Willem de Ridam­ merhoeve, de activiteiten zijn langzaam gegroeid. “In de educatieruimte kunnen de kinderen kaas maken, of ze kunnen buiten verdwalen in het doolhof. En er is geitenyoga, waarbij de mensen gewoon tussen de gei­ ten hun yogaoefeningen doen. Dat vinden de dieren heel interessant, ze gaan er lekker naast liggen!” “Bij de start van ons bedrijf deed ik alle activiteiten zelf. Nu het allemaal loopt, is mijn taak meer organisato­ risch. Onze kinderen Tom en Iris zijn nu ook in het bedrijf gestapt.”

16

Willem en zoon Tom zijn erg handig en ontwikke­ len allerlei innovatieve oplossingen. Zoals een zelfrij­ dende afrastering op zonnecellen voor in de wei bij de geiten. Het idee kregen ze door vooral goed te kijken naar hun dieren. “Zodra geiten een stukje vers gras zien, vliegen ze erop af. Elk stuk gras waar ze op heb­ ben gelopen, vreten ze niet meer,” weet Willem. “We zagen dat de randjes bij het hek keurig werden afge­ vreten. Toen dachten we: laten we die situatie nama­ ken.” Tom: “We hebben de afrastering zelf gebouwd. Een set oude autovelgen met buizen ertussen en een

Met een klein zuigflesje kunnen de bezoekers zelf een lammetje voeren. net onder stroom, vormt het rijdend hek van 100 meter breed. Het wordt aangedreven door een 24 volt elektromotor die is aangesloten op een zonnepaneel, Het hek schuift dagelijks een meter of tien op.” Willem vult aan: “De rijsnelheid is aanpasbaar, van 50 centi­ meter tot acht meter per uur. Om ontsnappen langs de zijkant te voorkopen, lopen er uitrekbare afzetlinten mee. Als de geiten naar het net toelopen, detecteert een bewegingssensor hun aanwezigheid en verplaatst de afrastering zich langzaam. Bij hoog gras laat ik ‘m INNOVATIE SPECIAL – 2021  |  EKOLAND


“Door ons zelfrijdende hek verdubbelt de gras­opname van de geiten.” Bedrijfsgegevens Ridammerhoeve - Amsterdam Ar beid  |  Corine Riteco en Willem Dam, Tom en Iris plus medewerkers voor zorg, educatie, winkel en lunchroom (10 VAK) Ar eaal  |  8 ha pachtgrond om de boerderij, 4 ha klaver bij boerderij de Boterbloem en uitwisseling van luzerne en mest met de Stadsboerderij Almere. Eigen groenteteelt in Heemskerk Grondsoort | zand Ve estapel  |  120 witte Saanen melkgeiten plus bijbehorend jongvee, 250 legkippen, enkele Oud-Hollandse koeien en een zeug met biggetje Me lkproductie  |  1165 liter per 305 dagen met 3,65% vet Afzet | de geitenmelk wordt volledig afgezet via directe verkoop; de Ridammerhoeve maakt geitenkaas, dagverse zuivel en ijs voor verkoop in eigen winkel en lunchroom. Tevens eigen verkoop van ­geitenvlees, rund-, kip- en varkensvlees en eieren en eigen groenten uit Heemskerk www.geitenboerderij.nl

langzaam rijden. Staat er minder gras, dan voer ik het tempo iets op.” Het zelfrijdende hek bespaart arbeid maar een groter voordeel is de goede voeropname en de smakelijkheid van het gras. “Het is efficiënter, scho­ ner en voorkomt bovendien wormbesmetting. We zien ook een snellere hergroei, en de grasopname verdub­ belt. Het zorgt voor perfecte stripbegrazing.” Ook de zelf gebouwde grasdrogerij is voedings­ innovatie. De geiten vreten elke dag gedroogd gras als basis van het rantsoen. “Dit geeft een veel kortere veldperiode,” stelt Willem tevreden vast. “Na maaien met een maaikneuzer en één keer schudden gaat het gras de drogerij in, waardoor we in plaats van drie nu wel vijf sneden per jaar halen. En met een veel betere voedingswaarde: 951 VEM en 81 DVE in plaats van de 850 VEM en 68 DVE in ons vroegere kuilgras.” Ook zien ze veel minder clostridium. En een betere kwa­ liteit kazen, mede omdat de boterzuurbacterie die in kuilgras kan zitten, minder voorkomt. Willem en Tom bouwden in 2013 een eigen grasdrogerij naar Oosten­ rijks voorbeeld. “Geiten zijn ontzettend kieskeurige vreters en dit vinden ze lekker. We hebben gezondere geiten, minder uitval, betere kwaliteit van de kaas en een verdubbeling van omega-3-vetzuren in de melk.” Er zijn ook nadelen: “Meer werk tijdens de oogst, EKOLAND  |  INNOVATIE SPECIAL – 2021

stookkosten en opslagruimte.” Voor de opslag is een slimme oplossing gevonden. Dit gaat in ‘slurfzakken’, iets dat Tom in de VS zag tijdens zijn stage. Hij impor­ teerde en reviseerde een oude slurfenpersmachine. Het gedroogde gras in grote zakken geperst, kan buiten opgeslagen worden. Een gezonde omgeving, natuurlijk gedrag en vitale voeding krijgen veel aandacht op het bedrijf. “De stal is uitgevoerd met geitenzolders, om onze gehoornde geiten meer vluchtruimte te geven. Ze kunnen zo ook hun natuurlijke klimgedrag vertonen. Het geeft rust in de stal.” Ze verkopen groente-smoothies van het Am­ sterdamse bedrijf Sapje. “De pulp die overblijft voeren wij weer aan de dieren.” Een melkproductie van ruim 1160 liter per 305 dagen is het resultaat. Wat ze met de Ridammerhoeve willen, bepalen Corine en Willem inmiddels samen met hun kinderen Tom en Iris. De afstemming tussen de verschillende takken op de Ridammerhoeve is groot. “Onze 350 vier­ kante meter zonnepanelen voorzien in een gedeelte van onze energiebehoefte. Onder de zonnepanelen ligt een vloerverwarmingssysteem, waarmee we de panelen in warme tijden koelen. Zo leveren ze meer stroom. En met de ‘opgewarmde’ koelvloeistof verwarmen we het water voor de afwas in ons restaurant en kaasmakerij.” 17


BIOLOGISCH TELEN DOE JE IN DE GROND

Bodem als basis

De bodem en specifiek bodemkwaliteit krijgt steeds meer aandacht. Dat is (bio) logisch. Want een gezonde bodem is de basis voor een geslaagde teelt. Onze minerale bodems zijn het resultaat van verweringsprocessen, met de tijd verdwijnen er ook mineralen. Dit vraagt om onderhoud. TEKST  |  LEEN JANMAAT

B Landbouwkundig gesproken gaat het om de juiste C/N-verhouding.

Foto Dick Boschloo

Wridzer en Jan Willem Bakker

Niet Kerende ­Grondbewerking

18

Ruim drie decennia stikstof uit vaste mest en hulpmeststoffen en koolstof uit vaste mest en oogstresten. Tot ruim 35 cm humushoudend en regenwormen en wortels tot 70 cm op het biologische bedrijf van Jonkman in Lelystad

Foto: Jan Jonkman

Bij Niet Kerende Grondbewerking (NKG) wordt de bodem niet dieper dan 12 centimeter bewerkt. Gewasresten worden dus alleen oppervlakkig ingewerkt. Indien nodig wordt de ondergrond losgemaakt (gewoeld) zonder deze te vermengen met ­andere bodemlagen. Door de bodem niet te keren en minder intensief te bewerken, spaartnde teler het bodemleven. NKG is een middel om de natuurlijke processen zo min mogelijk te verstoren.

ij bodemkwaliteit en de beoordeling ervan gaat het vooral om verhoudingen. Minerale gronden bestaan uit vaste delen ofwel sedimenten, water, lucht, organische stof inclusief humus en bodemleven. Afhankelijk van de grondsoort krijgt soms het water de overhand of andersom de lucht. Zandgronden houden vaak moeilijk water vast met als risico dat de grond snel (te) droog wordt. Het gewas komt dan droog te staan. Zware kleigrond houdt wel water vast, maar kan ook snel verzadigd raken. Teveel water gaat ten koste van de lucht en tekort aan zuurstof zet het bodemleven stil. In het geval van zandgrond is het de kunst om het waterbufferend vermogen te vergroten. Bij zware kleigrond staat afvoer van water (drainage) in dienst van bodemkwaliteit. Als boer kan je de grondslag niet veranderen, wel wat bijsturen. Goede bodemstructuur is altijd nood­ zakelijk. Een verdichte bodem beperkt de wortelgroei en wortels zijn nodig om mineralen op te nemen. Het werken met lichte trekkers en mechanisatie in combi­ natie met bewerkingen onder droge omstandigheden, voorkomt dat de bodem verdicht. Sinds de opkomst van GPS-systemen is het mogelijk om altijd over het zelfde pad te rijden. Biologische akkerbouwers zijn als eerste begonnen met vaste rijpaden en gebruik van GPS op de trekker en machines. Helaas worden de teeltbedden bij de oogst vaak alsnog bereden. Maar in de praktijk heeft dit teeltsysteem zich al wel bewezen. Akkerbouwers die ‘kien’ zijn op hun bodemstructuur kunnen met minder mest toe. Joost van Strien, eigenaar van Zonnegoed, werkt al vanaf 2006 met vaste rijpaden. Maar tijdens de oogst worden de teeltbedden nog wel bereden, de mechani­ INNOVATIE SPECIAL – 2021  |  EKOLAND


Joost van Strien

De grond in goede conditie overdragen aan de volgende generatie Foto: Joris van der Kamp

Compost als allround meststof Bemesting staat vooral in dienst van het bodemleven. Het bodemleven zorgt immers voor omvorming. Wat hierbij vrijkomt, is voedsel voor plant en gewas. TEKST & FOTO’S  |  LEEN JANMAAT

Foto: Jan Jonkman

Mais laat weinig koolstof na en drijfmest bevat relatief veel stikstof. Binding tussen zandkorrels is verbroken door afbraak bindende organische stof.

satie hiervoor ontbreekt nog. Joost stelt zijn bedrijfsvoe­ ring in dienst van de bodemvruchtbaarheid. De grond in goede conditie overdragen aan de volgende generatie is zijn drijfveer. En Joost is al een eindje op weg. In achttien jaar steeg het percentage organische stof van 2,3 naar 2,8. Onbereden teeltbedden, veel compost, vaste mest en een ruime rotatie van 1 op 8 zijn de pijlers waarmee hij de bodemvruchtbaarheid opbouwt. Trek­ ker- en machinewielen staan op breedspoor, een voor­ raad groencompost ligt klaar voor het voorjaar. In relatie tot bodemstructuur en organische stof in de bodem, speelt ook grondbewerking een rol. De trend is steeds ondieper of helemaal niet meer ploe­ gen. Bij Niet Kerende Grondbewerking (NKG) blijft de organische stof in de bovenste toplaag en zorgt het bodemleven ervoor dat dit wat dieper in de bouwvoor terecht komt. NKG heeft meerdere voordelen: naast een meer natuurlijke opbouw van het profiel vraagt het bewerken van de bodem minder trekkracht en dus minder verbruik van energie. NKG functioneert goed bij zogenaamde maaigewassen. Het bereiden van een goed zaaibed voor een gewas zoals uien blijft een op­ gave, zeker als hiervoor een groenmester is ingezaaid. Maar met een goede combinatie van oppervlakkige bewerkingen is veel mogelijk. Wridzer en Jan Willem Bakker van Bakkerbio in Munnekezijl hebben ruime ervaring met NKG. Vader en zoon hebben een bedrijf met vollegrondsgroente­ teelt en vleesvee op 80 hectare Waddenzeeklei. In 2004 is Bakkerbio gestopt met ploegen. Jan Willem heeft er geen spijt van. ”We hebben nog wel een aantal jaren gespit, maar hier zijn we in 2011 ook mee gestopt. Het niet-keren van de grond betekent op ons bedrijf dat het bodemleven meer en meer de overhand krijgt. We zien een betere beworteling, meer volume, meer wormen, geen blauwe grond en minder problemen,’’ somt hij op. EKOLAND  |  INNOVATIE SPECIAL – 2021

H

et gebruik van compost dient meerdere doelen. In de vollegrond kunnen de doelen worden op­ gesplitst:

• Aanvoer organische stof/ verhogen organischestofgehalte. • Verbeteren van bodemstructuur, beworteling en waterbufferend vermogen. • Aanvoer van mineralen voor lange en korte termijn. • Voorkomen winderosie/ onkruidonderdrukking. • Versterken van het bodemleven (ziektewering). Door gebruik van organische meststoffen ontstaat humus, waarmee ook koolstof in de bodem wordt vastgelegd. Maar teveel koolstof toevoegen heeft ook nadelen. Om te verteren heeft koolstof stikstof nodig. Ook hier gaat het om de juiste verhoudingen. Een beetje drijfmest uitrijden bij het inwerken van stro helpt de vertering op gang. Landbouwkundig gesproken gaat het om de juiste C/N-verhouding. Een (te) hoge C/N-verhouding zorgt voor verstarring, plantenresten blijven lang onverteerd in de bodem. Veel stikstof (lage C/N) in de bodem leidt tot afbraak, de bodem valt dan uiteen en verliest zijn samenhang. Hoe de stikstof zich beweegt in de bodem hangt af van de omstandigheden. In de bodem komt stikstof met name voor in ammoniumverbindingen. In dat geval

Mest als Kans Het proefveld Mest als Kans maakt onderdeel uit van de vruchtwisseling op het landbouwbedrijf Arenosa van de familie van Geffen in Lelystad. Het gewas dat er staat is dus afhankelijk van de gewaskeuze en rotatie. De bodem is een kalkhoudende zavelgrond met circa 1,7 procent ­organische stof. Afhankelijk van de bemestingsstrategie is het organische-stofgehalte in de twintig onderzochte jaren wat toegenomen. Aan zowel de bodem als de gewassen zijn metingen gedaan. Afhankelijk van het gewas zijn er aanvullend ook kwaliteitsbepalingen gedaan van het ­geoogste product.

19


Schema Ekoland

De kostbare balans van koolstof en stikstof

Bemesten met compost is iets voor de lan­ gere termijn. Uit het proefveld Mest als Kans bij landbouw­bedrijf Arenosa in Lelystad blijkt dat de compost­veldjes meer tijd nodig hebben om tot goede opbrengsten te komen. Na twintig jaar onderzoek kan worden geconcludeerd dat op termijn de beste op­ brengsten worden gehaald met meststoffen die zowel het gewas voeden alsook de bodemvruchtbaarheid ­opbouwen: potstalmest en GFT-compost in combi­ natie met drijfmest.

verbindt stikstof zich met waterstof. In een zuurstof­ loze omgeving ontstaat echter ammoniak. Ammoni­ umverbindingen worden in de bodem onder zuurstof­ rijke (aerobe) omstandigheden omgezet in nitraten. Is de bodem zuurstofarm (anaeroob) dan ontstaat het vluchtige ammoniak. Zonder zuurstof zal de bodem op termijn steeds armer worden aan stikstof. Voor grondgebonden glastuinbouw vormt (groen) compost vaak de basisbemesting. Vaal wordt deze compost afgenomen van composteerbedrijven. Maar het glastuinbouwbedrijf Bioverbeek bereidt ook haar eigen groencompost op locatie. Het omzetten van de compost besteedt Bioverbeek uit aan de loonwerker, maar het composteerproces wordt nauwkeurig ge­ volgd met als doel de gewenste kwaliteit compost te maken. Ook tijdens de teelt dienen de broers Verbeek compost toe onder het gewas. Naast compost werkt het bedrijf nu ook met zelfgemaakte Bokashi. Beide meststoffen staan in dienst van bodemvruchtbaarheid in combinatie met bodemgezondheid. Naast bemes­ tende waarde versterkt compost ook de ziektewerend­ heid van de bodem.

Compost

20

“De trend is steeds ondieper of helemaal niet meer ploegen.”

Bokashi staat tegenwoordig in de belangstelling. Deze vorm van organische mest is niet direct met compost te vergelijken. De onderliggende processen verschillen van elkaar. Een reden om compost te ge­ bruiken is, dat deze meststof geen nadere omzettingen vraagt en planten er direct in kunnen wortelen. Boka­ shi, dat is ontstaan onder anaerobe omstandigheden, zal eerst nog omgezet moeten worden door het aan­ wezige bodemleven. Voor zowel compost als Bokashi stelt Skal eisen bij gebruik. Zo wordt groencompost uit bermmaaisel en groenresten (houtsnippers) aange­ merkt als A-meststof.

Bemesting met bokashi

INNOVATIE SPECIAL – 2021  |  EKOLAND



OP DE VIJFSPRONG IS ALLES MET ELKAAR VERWEVEN

De zorgboerderij

als minimaatschappij Een knap staaltje sociale innovatie en een échte boerderij. Met ruimte om naar eigen talent en mogelijkheid bij te dragen. De Vijfsprong is een minimaatschap­pij waarin alle aspecten van het leven bij elkaar komen: wonen, leren, werken en rekening houden met elkaar. TEKST  GEERTJE SCHLAMAN  | FOTO’S MIRJAM GANZEVLES Samen koeien halen

D

e Vijfsprong begon in 1984 als zorgboerderij op drie hectare. Er kwam een koe bij, en nog één. En zo groeide het door. Inmiddels is het een grote onderneming: een gemengd biologisch-­ dynamisch bedrijf met melkvee, tuinbouw, een kas, een natuurvoedingswinkel, eigen zuivelverwerking en een grote zorgtak. De volledige melkproductie (300.000 liter) wordt verwerkt op het eigen erf. Deels in de kaasmakerij tot ‘het goud van De Vijfsprong’, deels in de verse zuivelbereiding en regionaal afgezet. Daar is Guus van Imhoff, de ondernemer van de boer­ derijtak, oprecht trots op. Met een beetje krachtvoer is het bedrijf bijna zelfvoorzienend. Na hun opleiding zochten Guus van Imhoff en Brigitta Hogeboom een plek om samen te boeren. “We zagen een vacature van zorgboerderij De Vijfsprong. We hebben gesol­ liciteerd. Op 1 januari 2014 06:00 uur was ik hier aan het melken.” De eigendomsconstructie van De Vijfsprong is bijzonder en innovatief. Al het eigendom is onder­ gebracht in twee stichtingen: Stichting Urtica en Stichting De Vijfsprong. De zorgtak en de gebouwen vallen onder Stichting Urtica. Stichting De Vijfsprong is eigenaar van het landbouwbedrijf, inclusief de zuivelproductie en de winkelverkoop. Ze huurt de

22

gebouwen van Urtica. De landbouwtak pacht circa 80 hectare landbouwgrond; 40 hectare van Natuurmo­ numenten en de rest van Stichting BD Grondbeheer. Stichting Urtica beheert een echte zorginstelling met een behandelkliniek op locatie. Zo is bewust een structuur gecreëerd die de opvolging binnen het ­landbouwbedrijf financieel eenvoudiger maakt.

“Cliënten kunnen écht meedraaien op het bedrijf en een goede ­bijdrage leveren.”

Bijzonder is verder dat alle werkzame personen in loondienst zijn van een van de twee stichtingen. Dit geeft met name de landbouwtak een stabiel in­ komen en waarborgt de continuïteit van het bedrijf. Het maakte het ook mogelijk dat Brigitta en Guus hier als jonge boeren konden instromen. Dat het stichtings­ bestuur boven hen hangt is wel even wennen geweest, maar belemmert hen niet. “Het laat ons echt volledig vrij in onze bedrijfsvoering, dat is wel erg fijn”, zegt Guus. Het eerste waar hij mee aan de slag ging in 2014 was de veestapel antibioticavrij maken. De melkkoeien worden nu gehouden in een bijzondere stal, een zo­ genoemde serre-heuvelstal: “Eigenlijk een betonnen heuvel waar je stro opgooit. Waterbakken aan de ene kant, het voer aan de andere kant. De mest valt samen met de stro eraf, wat goed is voor de mestkwaliteit.” De boerderij heeft (natuur)grasland voor zowel bewei­ ding als hooiland en enkele hectares graanteelt. INNOVATIE SPECIAL – 2021  |  EKOLAND


De stal in

Bedrijfsgegevens De Vijfsprong - Vorden Ar beid  |  Het ‘landbouwteam’ bestaat uit kaasmaakster Ria Klein Bramel, zuivelverwerker Willem Beekman, winkelbeheerders Brigitta Hogeboom en Daisy Gyselinck en landbouwer Guus van Imhoff. Zij werken nauw ­samen met het zorgteam van Zorgstichting Urtica en de zorgvragers Ar eaal  |  80 ha in pacht, waarvan: 40 ha grasklaverland, 10 ha bloemrijke graanakkers en 30 ha natuurgrasland Grondsoort | zand Teelten | grasklaver, granen, groenten Ve estapel  |  50 melkkoeien, jaarlijks 300.000 liter melk, 100 kippen en 4 varkens Afzet | boerderijwinkel en lokale natuurvoedingswinkels en DistrEko, de lokale groothandel en Odin www.urticadevijfsprong.nl

Boerenondernemer zijn op De Vijfsprong vraagt wel een goede afstemming tussen de verschillende teams, vertelt Guus: “De melk bijvoorbeeld wordt intern verkocht aan stichting de Vijfsprong en samen bepalen we de marktprijs. Dat kan lastig zijn.” Een goede samenwerking met de zorgtak is essentieel. Zorgvragers helpen mee op het landbouwbedrijf, de zuivelverwerking en de winkelverkoop. Met name de boerderij, inclusief de tuinderij, en de zuiveltak zijn arbeidsintensieve onderdelen. Er is echt veel werk te doen. Dit biedt een ruime mogelijkheid voor dagbeste­ ding. “Maar wij zien het werk van de zorgvragers niet als dagbesteding, maar als een leerbedrijf”, stelt Guus. “Cliënten kunnen écht meedraaien op het bedrijf en een goede bijdrage leveren.” Met de combinatie van boerderij en zorgvoorziening bestaat op De Vijfsprong dan ook al veel ervaring. “Dit was één van de eerste zorgboerderijen in Neder­ land”, zegt Brigitta. De zorgtak is niet iets erbij, maar voegt echt iets toe aan het boer zijn, vindt Guus: “Zorgvragers moed en zelfvertrouwen geven, dat is wel iets erg moois. Boeren alleen is saai. Dit is meer. De Vijfsprong is een sociale plek waar mensen werken, leren en doorstromen. Laatst vroeg ik een jongen: ‘Rij die trekker eens een stukje deze kant op alsje­ blieft?’ ‘Ik?! Op die trekker?’, kreeg ik toen aarzelend terug. Eenmaal gedaan was hij daar super trots op en blij mee. Dat blijft toch héél mooi en dankbaar om te zien.” De multifunctionaliteit van De Vijfsprong EKOLAND  |  INNOVATIE SPECIAL – 2021

biedt zorgvragers veel om te leren en in door te groeien. Dit kan in de boerderijwinkel, de kaasmakerij of bij de koeien. Of zelfs met het opzetten van een eigen project, zoals een rijdende kippenstal. Guus: “De werkleider van de zorgvragers en ikzelf bespreken samen het werk. De werkleider deelt dit dan in voor de zorgvragers.” ­Deze manier van werk indelen verzekert dat het werk dat de zorgvragers uitvoeren ook écht nuttig is. “We zijn bijna te succesvol, mensen stromen veel en snel door.” De boerderijwinkel wordt door Brigitta gerund. Zij maakt daarbij keuzes in het assortiment naast de eigen biologisch-dynamische producten van de boerderij. “Niet voor alle biologische producten hebben we plek in de winkel. Ik let daarom bewust op waar producten vandaan komen en hoe deze geproduceerd zijn. Zo kies ik wel voor bananen. Maar niet voor grapefruit uit Zuid Afrika.” Net als veel andere plekken op het ‘landgoed’ van De Vijfsprong is ook de winkel een mooie, fijne plek met een knusse, warme uitstraling. Méér dan gewoon een winkel: het is ook een plek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, zowel zorgvragers als bezoekers. De winkel biedt ook ruimte voor initi­ atieven en kleine exposities van klanten en cliënten, zoals zelfgemaakte kaarten en viltwerken. Zorg en landbouw zijn op De Vijfsprong met elkaar en met alle aspecten van het leven verweven. Samen wordt met zorg al het werk gedaan. Daar krijgt ieder­ een voldoening en energie van! 23


DE GRAASBOERDERIJ WERKT MEE MET DE NATUUR

Sierd Deinum:

“Spelen met

draadjes en koetjes” Koeien met een uitgekiend strip-graas-systeem zelf het gras laten ophalen. Afkalven in het voorjaar. Met de natuur meewerken – zo boeren ze op De Graasboerderij. TEKST  KEES VAN VELUW  | FOTO’S MARCEL VAN KAMMEN

“O

ns bedrijf was superinten­ sief totdat de MKZ-crisis toesloeg. Daarna móest het an­ ders”, blikt Sierd Deinum terug. Samen met zijn vrouw Joke Ensing en dochter Welmoed exploreert hij biologisch melkveebedrijf De Graasboerderij. Hoe hij anders ging boeren? “We zijn gaan werken aan gezonde koeien en een gezonde bo­ dem. Steeds meer de natuur het werk laten doen. In 2000 schakelden we om naar biologisch. In 2004 begon­ nen we met stripgrazen, vooral omdat de kosten van krachtvoer, kunstmest en loonwerker stegen. En we verschoven het afkalven naar het voorjaar.” Daardoor loopt de stijgende voederbehoefte van de lacterende koeien parallel aan de groeien­ de kruidenrijke graslanden. “Elke melk­ veehouder weet dat niets beter gaat dan melken in de lente en de zomer. Je werkt dan helemaal mee met de natuurlijke rit­ mes van lactatie en grasgroei.” Het beweidingssysteem is omgebouwd naar stripgrazen. Volgens Sierd is dat ‘spelen met draadjes en koetjes’. Het resul­ taat: “We voeren geen graan, zijn geheel antibioticavrij, gebruiken geen kracht­ voer.” En: “We verdienden echt goed. Vijf tot acht cent kostprijsreductie is met Pure Graze mogelijk. We konden er een tweede bedrijf bijkopen waar een stagiair met zijn

24

De familie Deinum- Ensing Vlnr. Welmoed, Joke, Regina en Sierd

vriendin, eerst in maatschap, nu zelfstan­ dig, met ons op boeren. Ik hou ervan om jonge mensen te coachen.” “Met Herefords begonnen we negen jaar geleden”, zegt Joke. “We noemen het graasvlees. We wilden contact met de burger, dus onder het motto ‘Zet je tempel maar open’ verkopen we nu voor min­ stens 50.000 euro per jaar vlees aan huis.” De graslanden worden gedeeltelijk inge­ zaaid met een zelf samengesteld mengsel op basis van het Pure Graze saladebuffet. Er groeit onder andere cichorei, duizend­ blad, smalle weegbree en kamille. Op­ brengsten van 10.000 kVem/ha zijn geen uitzondering. De hergroei gaat zeer snel als door stripgrazen de weide niet hele­ maal kort gegeten wordt. Een nieuwe me­ thode van graslandvernieuwing is inge­

Welmoed verzet de draad

zet: vanaf de eerste snee blijven om de 20 meter 5 meter brede stroken van gras en kruiden staan. Een eigen vorm van mozaïek-maaien. Het gras en de kruiden gaan bloeien, geven bescherming aan weidevogels, , en produceren zaad. Zo zorgt de natuur voor graslandvernieuwing. En ge­ zonde koeien. Joke: “De veearts zegt: Ik kom hier vier keer per jaar omdat het wettelijk verplicht is, maar ik heb hier nooit wat te doen.” Een buitenpotstal is er ook gekomen. Heel goedkoop en de melkkoeien liggen er graag. De gier wordt keurig opgevan­ gen in de mestput en later weer gebruikt. Ook zijn op het land honderd walnoot­ bomen aangeplant. Een innovatie die dochter Welmoed inbracht: in en rondom een mobiel hok lopen een paar honderd legkippen achter de melkkoeien aan. De kippen pikken de mestflatten leeg en verspreiden de mest keurig over het gras­ land. De laatste innovatie is de Erfkazer: van 500 liter eigen melk per keer maakt mobiele kaasmaker Henk van der Schoor kaas. De kaas wordt naast het vlees, de eieren en andere aangekochte producten verkocht in de boerderijwinkel, die erg goed loopt. Laat de natuur maar werken daar in Sondel. www.graasboerderij.nl / www.graasvlees.nl

INNOVATIE SPECIAL – 2021  |  EKOLAND


Voordat Ecofields in 2006 begon met het afmesten van stierkalveren, was het gebruikelijk om overtollige biologische stierkalveren in de gangbare mestkalverhouderij af te zetten. Bart Boon vond een betere oplossing. TEKST  KEES VAN VELUW  | FOTO’S DICK BOSCHLOO

STAL MET STRO HOUDT WEERSTAND OP PEIL

Biologisch afmesten van stierkalveren H

oewel ook in de gangbare kalverhou­ derij de laatste jaren grote stappen zijn gezet op gebied van dierenwelzijn, is het gangbaar laten afmesten van bi­ ologische stierkalveren een gat in de biologische keten. Bij een bezoek aan de BioFach verbaasde de toen nog gangbare kalverhouder Bart Boon zich hier al over: “Hier was alles biologisch, behalve kalfs­ vlees. Er moet een markt voor zijn.” Voor deze ambitieuze stap vonden Bart en zijn vrouw Marina de inspiratie en kracht vooral in hun christelijke overtuiging, vertellen ze. Voor het succesvol biologisch afmesten van stierkalveren moest Bart de kalverhouderij opnieuw ontdekken. Sim­ pel gezegd: “Bij het mesten van kalveren breng je jonge dieren uit verschillende kuddes met al hun kleine griepjes en ziek­ tes samen. Dan gaat de weerstand eruit en de antibiotica erin. Dat werkt natuurlijk niet op een biologisch bedrijf.” De afgelopen jaren heeft Ecofields met zijn tien medewerkers de opfok en het afmesten goed ontwikkeld: inclusief weidegang zijn de kalveren slachtrijp in

EKOLAND  |  INNOVATIE SPECIAL – 2021

tien tot elf maanden. De ervaring leert dat een systeem met stro goed werkt om de kalverweerstand op peil te houden. “Van de sterk ammoniakhoudende lucht in een gangbaar stalsysteem met roosters wordt een klein griepje twintig keer erger”, weet Bart. Stro is warm en fris en het bindt ammoniak. Ook de gangbare houderij werkt inmiddels met een mestband of luchtwassers. Wat de kalvergezondheid ook ten goede komt is het biologische rantsoen. “Wij geven veel ruwvoer, een rantsoen met maximaal 40 procent krachtvoer. We maken een eigen kracht­ voermix van aardappelen, lupine en ande­ re eiwitrijke gewassen, veelal geteeld in de omringende natuurgebieden. We werken graag samen met natuurorganisaties, in totaal op wel ongeveer 200 hectare.” Het afleveren van slachtrijpe kalve­ ren lukt met zo’n rantsoen alleen met kruislingen of dubbeldoelrassen. De experimenten om de juiste opfok- en afmestmethode te vinden, vereiste veel ervaringskennis, afstemming en investe­ ringen. “Na zeven jaar raakten we uit de rode cijfers.”

Ecofields heeft met geduld en een kwa­ liteitsgerichte benadering een goede afzet opgebouwd. Op het erf is een eigen slage­ rij geopend, uitzonderlijk in Nederland. Dit maakt een betrouwbare levering aan vaste afnemers zoals slagers, restaurants, horeca en grootkeukens mogelijk. “Wij mesten zo’n 1500 dieren per jaar af. Ze worden geslacht in Veenendaal. De kar­ kassen worden in onze eigen slagerij extra lang afgehangen en verwerkt, zodat we een optimale vleeskwaliteit kunnen garanderen bij optimale vierkantsver­ waarding.” De goede vleeskwaliteit weten de klanten te waarderen. Creativiteit naar klanten - bijvoorbeeld met sappige kerst­ rollades of kalfskroketten en frikandellen in grote diepvriesverpakkingen - is er voor afnemers zoals het Openluchtmuse­ um in Arnhem. Inmiddels heeft Bart ook een biologische wijngaard opgezet. En is hij in samenwerking met andere produ­ centen van streekproducten een Farmaca­ demie gestart. Daar leren afnemers zoals horecapersoneel het verhaal achter de producten kennen. Met geloof, wilskracht en ervaring, naast flinke investeringen en ondernemerschap, is het Bart Boon gelukt om een zwarte bladzijde in de ­biologische melkveehouderij (gedeeltelijk) om te slaan. www.ecofields.nl

25


“ WE WERKEN HONDERD PROCENT ANTIBIOTICAVRIJ”

Koe weerspiegelt gezondheid

Melkveehouders Irene, Jan Dirk en zoon Peter van de Voort stopten in 2004 helemaal met het gebruik van antibiotica voor hun Jersey melkkoeien. Dit lukte de zelfkazers alleen door heel goed waar te nemen hoe de dieren en alle onderdelen van het bedrijf in balans blijven. Hun totaalaanpak, met versgemalen en pensgericht voeren, levert een uniek en puur product op: de Remeker kaas. Met een natuurlijke korst een goedlopend product in speciaalzaken.

Bedrijfsgegevens De Groote Voort - Lunteren Arbeid |  Jan Dirk en Peter van de Voort, Irene van der Marel en medewerkers Areaal |  40 hectare huiskavel plus 35 hectare pacht op afstand Melkproductie |  5.100 kg melk per koe met 6% vet en 4,15% eiwit Kaasmakerij |  alle eigen melk wordt als rauwe melk verwerkt tot boerenkaas, de Remeker en Olde Remeker Afzet |  speciaalzaken, boerenmarkten en verkoop aan huis. www.remeker.nl

Jan Dirk en Peter

TEKST  MARIA VAN BOXTEL  | FOTO’S  DICK BOSCHLOO

M

elkveehouders Jan Dirk en zoon Peter van de Voort maken boerenkaas van Jerseymelk onder de naam Remeker. Jan Dirk’s vrouw Irene van der Marel is mede aanjager van de vernieu­ wingen op het bedrijf. Voor de Jersey melkkoeien gebruikte Jan Dirk jaarlijks voor ongeveer een kwart van de dieren antibiotica. Dat werd niet minder. “Wat we ook probeerden om de middelen stapsgewijs naar beneden te brengen, het werkte niet.” Dus be­ sloten de veehouders om goed te gaan kijken. Irene: “Nu werken we honderd procent antibioticavrij. Dat vereist het afpellen van alle toevoegingen en inputs op de boerderij, om beter te kunnen waarnemen hoe de dieren, het land en de melk gezond blijven.” Mest, voer, huisvesting, diergezondheid, fokkerij: alles op het bedrijf is aangepakt. De koeien en de kaas ziet Jan Dirk als de spiegel van het bedrijf. Aan het gedrag en aan de mest van de koeien ziet hij of ze in balans zijn. “Onafhankelijk veevoeradviseur Dirk Zaaijer heeft ons geleerd echt naar koeien te kijken en ze op pens­ niveau te voeren. Mest moet volkomen verteerd en zalfachtig zijn en niet ruiken.” Toch was het stoppen met antibiotica niet makkelijk. “Dat lukt alleen door het bedrijf als geheel in balans te krijgen. Vertrouwen in de oplossing is essentieel.” 26

Sturen in rantsoen. Zalvige mest, dat gaat niet van­ zelf. “Wij krijgen zulke mest door snijmaïs en kracht­ voer uit het rantsoen te laten en vers gemalen graan te voeren,” stelt Jan Dirk resoluut vast. “We voeren verschillende producten, geplet in onze eigen graan­ molen: gerst, haver, rogge en triticale. En een toevoe­ ging van kruiden en tapioca. Door het pletten breekt de korrel open, het iets vochtige binnenste met alle enzymen wordt bereikbaar voor vertering.” Peter vult aan: “We kunnen per dag bijsturen. Zo kunnen we het graanrantsoen aanpassen aan het suikergehalte in het gras. Als de mest te dun is, voeren we extra koolhydra­ ten: maïskorrels, gerst of rogge. Als de mest te dik is, gebruiken we minder gerst en malen fijner. Onze koeien INNOVATIE SPECIAL – 2021  |  EKOLAND


Foto: De Groote Voort

Moeder en kalf naar huis brengen Irene en Jan Dirk

reageren veel beter op dit verse rantsoen naast de weidegang.” Het geplette graan wordt samen met het kuilgras gemengd in de voermengwagen en dan uitge­ reden voor het voerhek. Sinds ze op de Groote Voort voeren op pensniveau, hebben ze geen last meer van kalverdiarree en van E. coli in de melk. De wakkerheid van de koeien nam ook toe door de snijmaïs in het rantsoen te vervangen door GPS-triticale, merkten Jan Dirk en Irene al eerder. “De koeien zitten boordevol energie en grazen dag en nacht tot in de verste uithoe­ ken van het weiland. Dat scheelt ons veel maaikosten.” Natuurlijke kaaskorst. In 2006 liet de Groote Voort een nieuwe, stal bouwen. De vier-rijen ligboxenstal werd aan de ene kant uitgebreid met een ruime potstal met een halfronde vorm. Dat biedt goede vluchtwegen, waarna ze de koeien niet meer onthoornen. Hierdoor zien de ondernemers dat de boter en daarmee de bo­ terolie lekkerder is. “Het wordt minder snel ranzig, en dus kunnen we het nu goed voor de kaaskorst ge­ bruiken.” De kaas met natuurkorst was de volgende innovatie. “Onze kaasmaaksters Maria van Maanen en Annet Hardeman kwamen met het idee boterolie te gebruiken om de kazen te beschermen.” Dit verving de plastic kaaskorst, want door insmeren met boterolie blijven de kazen ook prima houdbaar. “Bij het kaasma­ ken komt een klein laagje boter bovendrijven, dat we altijd op onze boterhammen smeerden,” lacht Irene. “We moeten dan met ons hele gezin en de medewer­ kers flink dooreten. Als we het niet opkregen, maakte ik er al boterolie van.” Kaasmaakster Maria probeerde eerst een enkele kaas, ingesmeerd met een washandje. Inmiddels krijgen alle kazen een natuurkorst en is een nieuw kaaspakhuis ingericht op natuurlijke bewa­ ring. Ook voor de winning van voldoende boterolie EKOLAND  |  INNOVATIE SPECIAL – 2021

“De boterolie blijkt invloed te hebben op de rijping van de kaas. De smaak wordt nog iets zachter en smeuïger.”

van de goede kwaliteit investeerden de veehouders in nieuwe machines zoals een centrifuge en een karn. “We winnen nu extra boterolie uit de kaaswei. Heel veel werk, we zijn bijna weer klaar voor de uitvin­ ding van het plastic!” Peter is vooral tevreden met de smaak: “De boterolie blijkt invloed te hebben op de rijping van de kaas. De smaak wordt nog iets zachter en smeuïger. Het vochtgehalte blijft ook ietsje hoger. Bovendien kun je de korst nu gewoon eten.” De kost­ prijsverhoging van ongeveer drie euro per kilo kaas door de boterolie, is verkoopbaar ook omdat de uit­ straling van de kaas is aangepast. “De echtheid van de kaas moest beter uit de verf komen. Nu hebben we een natuurlijk uitziende kaaskorst. Alles van het bedrijf en het seizoen is nu terug te vinden in de kaas, het is he­ lemaal puur.” Dat past uitstekend bij de speciaalzaken, waar de Groote Voort de meeste kazen aan verkoopt. Extra grond. Voor de groei van het bedrijf lieten de maten burgers mee-financieren. “Onze Remeker Landcoöperatie koopt met de leden, grond aan. Die verpachten ze aan ons. Zo houden we ruimte voor andere investeringen.” Peter ziet ook kansen in de tweede locatie, de Engelenhoeve, onlangs gekocht en gepacht van de gemeente Ede aan de rand van die stad. “Daar gaat ons jongvee heen en we gaan er dag­ verse zuivel maken. Allereerst kefir, onze rauwmelkse kefir is op originele wijze geproduceerd, met het kefirplantje. En ik zie veel bezoekers voor ijs.” Irene ziet dat haar man en zijn zoon een neus hebben voor uitvindingen en innovatieve rariteiten. De kunst is dan op het juiste moment goed waar te nemen en een beslissing te nemen. Vaak op intuïtie. “Onderzoekers noemen het soms ervaringskennis. Wij noemen het gewoon doen.” 27


Innovatie

stimuleert biologische boeren,

Biologische boeren vernieuwen hun bedrijfsvoering en veranderen daarbij vaak radicaal van systeem. Precies die innovaties zijn nodig bij de gewenste omslag naar kringlooplandbouw. TEKST  ANDRÉ WOONING  | FOTO DICK BOSCHLOO

B

oeren innoveren. Dat doen ze al eeuwenlang, sinds de eerste jagers-verzamelaars zich in nederzettingen vestigden. De eerste boeren beschermden velden met wilde gewassen tegen wilde dieren. De ontwikkeling van de landbouw kreeg verder een impuls door klimatologische veranderin­ gen. Door te wieden en van elders verkregen zaad te planten, startten mensen met akkerbouw. Weer later begonnen boeren actief met bodembewerking, ontdekten ze het belang van bodemvruchtbaarheid en rotatie, legden ze de eerste irrigatie- en draina­ gestelsels aan en deed de mechanisatie zijn intrede. Steeds weer zochten boeren naar manieren om pro­ ductieverhoging of kostenverlaging te realiseren. En vonden ze een antwoord op veranderende vragen vanuit de maatschappij. Dankzij deze innovatieve houding is de voedselproductie enorm gestegen en is voedsel voor consumenten beschikbaar tegen lagere prijzen dan ooit. Maar de keerzijde zien we nu ook: de landbouw loopt de laatste decennia steeds meer tegen zijn grenzen aan. Dat zien we in nutriëntenoverschotten, verslechterende bodem en waterkwaliteit, afname van biodiversiteit in zowel plant- en diersoorten, ­verschralende natuur en landschappelijke kwaliteit, en zelfs klimaatverandering. Waarbij de voedselpro­ blematiek zich vergroot: zowel honger als obesitas. En de lage voedselprijzen geven zowel lage boerenin­ komens als ongekende schaalvergroting. Voortgaan op de oude voet is geen optie. We moeten op zoek naar radicaal andere productiewijzen, om ook in de toekomst de mensheid van voedsel te kunnen voor­ zien. Om bij te dragen aan de daarmee gepaard gaan­ de grote maatschappelijke uitdagingen. Dat vraagt om grote innovaties in de landbouw. 28

biologische boeren stimuleren

innovatie INNOVATIE SPECIAL – 2021  |  EKOLAND


Missies vereisen samenwerking, vaak multidisciplinair en sector-overstijgend.

Grofweg zijn er twee soorten innovaties. De incrementele innovatie komt vaak voort uit een praktisch probleem waar ondernemers in hun eigen bedrijfsvoering tegenaan lopen. Uit die zoektocht ontstaat een oplossing die op het eigen bedrijf zeer bruikbaar is. Pas later volgt de vraag of de bedachte oplossing rendabel is en of die innovatie eventueel kan worden opgeschaald of doorverkocht. De tweede vorm van innovatie, de radicale innovatie, geeft ge­ heel nieuwe producten en diensten, waarvoor soms pas later het maatschappelijk nut blijkt. De uitvin­ ding van de PC door IBM was zo’n innovatie. Zelfs de eigen medewerkers twijfelde aan het nut voor grote groepen consumenten. Deze radicale in­ novaties komen meestal voort uit een creatief proces, waar ondernemers vooral denken vanuit marktkansen. Biologische land­ bouw is ook een radicale systeeminno­ vatie, die uiteraard gebruik maakt van heel veel incrementele innovaties. Volgens TNO zijn missies de beste manier om innovaties te stimuleren. Missies zijn concrete, ambitieuze maar haalbare doelen met een duidelijk tijd­ pad. Een klassiek voorbeeld: het Apolloproject van de Amerikanen uit de jaren ‘60. “Wij willen een mens op de maan en weer vei­ lig terug voor 1970”1. Missies vereisen samenwer­ king, vaak multidisciplinair en sector-overstijgend, om radicale oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen te vinden. Vaak leveren missies interes­ sante en onverwachte spin-offs op. Een nieuw land­ bouwbeleid is ook zo’n missie. Minister Schouten kiest in haar visiedocument Landbouw, natuur en voedsel, waardevol en verbonden2, voor een omslag naar kringlooplandbouw, te realiseren in 2030. Met het realiseren van kringlooplandbouw vermindert de uitstoot van broeikasgassen, verbetert de biodiver­ siteit en worden ketens op zo klein mogelijke schaal gesloten. De minister besteedt daarbij veel aandacht aan bewustwording van de consument. En aan het aanpassen van de regelgeving. Ook de klimaattafels en rapporten die antwoord bieden op de stikstofcri­ sis3 formuleren de opgaven van de landbouwsector in concrete missies met meetbare doelstellingen voor emissiereductie, koolstofvastlegging en energieop­ wekking. De omslag naar kringlooplandbouw vergt een andere manier van innoveren. Kringlooplandbouw is geen blauwdruk, het is veel meer een gezamenlijke zoektocht van boeren, maar ook van betrokken bur­ EKOLAND  |  INNOVATIE SPECIAL – 2021

gers, bedrijven en onderzoekers. Een zoektocht naar het optimaal combineren van ecologische principes en moderne technologie, met nieuwe partnerschap­ pen, nieuwe verdienmodellen en nieuwe maatschap­ pelijke diensten4. Vooral biologische boeren zijn natuurlijke partners in deze zoektocht. Zij hebben de afgelopen decennia veel kennis en ervaring opgedaan op het gebied van nutriëntenkringlopen, het efficiënt omgaan met hulpbronnen, het samenwerken met de natuur, het stimuleren van biodiversiteit en het di­ recte contact met consumenten. Biologische boeren hebben veel te bieden aan in­ novatief denken en doen. De kennis die deze boeren hebben ontwikkeld, is hard nodig in de omslag naar kringlooplandbouw. Maar is het ook zaak om door te gaan. Stilstand is immers achteruitgang. Als gezegd is de omschakeling naar biologische landbouw op zich al een radicale systeeminnovatie. Deze innovatie is gebaseerd op agro-ecologische uitgangspunten, zo­ als inpassing in het lokale ecosysteem en natuurlijke kringlopen, een gezonde bodem, weerbare gewas­ sen en dieren. En de maatschappelijke milieukosten ­worden in de prijs van het product doorberekend. Veel innovaties in de biologische landbouw zijn te­ gelijk incrementele innovaties. Deze zijn gericht op concrete bijdragen aan de bescherming en verbete­ ring van de gezamenlijke leefomgeving. Het is een uitdaging voor de agrarische sector – inclusief de biologische sector – om in de toekomst meer radicale innovaties te realiseren en daarbij te leren van andere sectoren. Denk aan een verregaande integratie van landbouw, natuur en stad. Met daarbij een sterke in­ tegratie van de diverse sociaal-maatschappelijke ge­ ledingen en de landbouw. Dit houdt een paradigma­ shift in: van landbouw naar voedsel en van voedsel naar voedselsysteem. Dit soort radicale innovaties creëer je niet alleen: het vraagt (keten)samenwer­ king, creativiteit, tegenspraak, durf en denken vanuit ­kansen. Een open houding en communicatie dus. De biologische sector innoveert graag mee. André Wooning is voorzitter van Stichting Innovatie Biologische Landbouw Meer lezen? 1. TNO: De staat van Nederland Innovatieland, Missies en ‘nieuw’ ­m issiegedreven beleid, Den Haag, 2018. 2. M inisterie van LNV: Landbouw, natuur en voedsel, waardevol en verbonden. Nederland als koploper in kringlooplandbouw, Den Haag, 2018. 3. N aar een ontspannen Nederland, Berno Strootman en Jan Willem Erisman, 2021. En Kennis- en Innovatie Agenda Klimaat, landbouw en landgebruik, Achtergrondnotitie Klimaattafel, 2018. 4. Wageningen Universiteit: Kringlooplandbouw: een nieuw perspectief voor de Nederlandse landbouw (longread), www.wur.nl/nl/show-longread/Kringlooplandbouw-een-nieuwperspectief-voor-de-Nederlandse-landbouw.htm

29


Jaco Burgers

Roy Michielsen

Theo Heijboer (l)

ERF POSITIEF OVER STROKENTEELT OP GROTE SCHAAL

Strokenteelt bevordert biodiversiteit

I

n de praktijk innoveren en de ken­ nis en ervaringen delen: dat is de keuze van ERF. Directeur Jaco Burgers: “De biologische sector moet zich blijven ontwikkelen, en wij delen graag onze er­ varingen. Zien doet geloven.” ERF startte met stroken­teelt op basis van zichtbaar goede resultaten. “In 2013 begonnen we met bloemenstroken in onze erwtenteelt. Langs de rand en ook om de 250 meter midden door het veld. Uit monitoring door het Louis Bolk Instituut bleek een goede onderdrukking van de luizenpo­ pulatie. Dat zagen we ook in het veld.” Via hun netwerk kwamen ze ook met de WUR in gesprek. “Wageningen ex­ perimenteerde al op kleine schaal met stroken­teelt. Toen zijn wij dat groot­ schalig gaan doen in de praktijk.”

“De aardappelen in het referentieveld moesten eind juli gebrand worden, in de zes meter stroken ruim twee weken later.” In 2016 maakten Roy Michielsen, Theo Heijboer en Jaco Burgers – in samen­werking met Dirk van Apeldoorn van de WUR – een teeltplan voor in­ 30

Een geslaagd experiment met bloemenstroken dwars door een erwtenperceel gaf een reductie in luizenpopulatie en zette ERF op het spoor van de strokenteelt. Enkele jaren ervaring op 42 hectare strokenteelt geeft goede resultaten, dus volgde in 2020 uitbreiding met ruim 60 hectare stroken plus ruim 5 ha agroforestry, met smallere stroken. Want: “Op zes meter zie je echt een verschil en een exponentiele toename van nuttige insecten.” TEKST  NIELS HEINING & MARIA VAN BOXTEL  | FOTO’S KLAAS EISSENS & DICK BOSCHLOO

novatieve strokenteelt. Op een perceel van 42 ha langs de A6 teelt ERF zes ver­ schillende gewassen in stroken van 6, 12 en 24 meter plus een ‘monocultuur’ van 48 meter. Hoewel je je teeltplan met stro­ ken meer vastlegt, zijn variaties binnen gewas­groepen goed mogelijk. De strook­ breedte varieert van 6 tot 24 meter omdat onderzoekers zeggen ‘smallere stroken geven meer effect’. ERF werkt samen met onderzoekers van Wageningen UR en Louis Bolk Instituut aan monitoring van de strokenteelt. Dat leverde veel gegevens over de aanwezige nuttige insecten en de kwaliteit en kwantiteit van de producten. Roy: “De monitoring wordt steeds ge­ avanceerder. Eerst met een ‘stofzuigertje’, toen met vallen en nu met camera’s om realtime te volgen en met drones om de

bladmassa te meten.” En met eigen waar­ nemingen. “Zelfs de kruipende en lo­ pende insecten zijn één week na de oogst terug in de geoogste strook.” Om de landbouwmachines optimaal te kunnen blijven gebruiken wilde ERF in eerste instantie geen smallere stroken dan 12 meter. Daar kwamen ze van terug. “Op zes meter zie je echt een verschil en een exponentiele toename van nuttige insecten. De praktische nadelen van be­ mesten en beregenen in smallere stroken vereist een slim ontwerp en soms nieuwe technieken en machines, maar het is in­ teressant genoeg om wel naar zes meter te streven”. En: “Stroken geven minder vraatschade. Al was de muizenschade in de peen door de naastgelegen gras-klaver strook in 2019 wel aanzienlijk.” INNOVATIE SPECIAL – 2021  |  EKOLAND


Strokenteelt

Bedrijfsgegevens ERF BV - Lelystad Ar beid  |  14 fte; 1 directeur, 1 bedrijfsleider, 2 assistent bedrijfsleiders, 7 medewerkers en 3,5 administratieve ondersteuning. Aangevuld met ZZP’ers en seizoenswerkers Areaal |  1594 ha verspreid over de ­Flevopolder Teelten |  18 akkerbouw- en vollegrondsgroentegewassen Afzet |  groothandel. ERF participeert in BioBrass en Beetz www.erfbv.nl en www.hemus.nu

ERF participeert in de ontwikkeling van innovatieve kennis. Ze puzzelen ­samen met onderzoekers om in de stroken­teelt de juiste gewassen af te wis­ selen. Jaco: “We hebben nieuwe kennis nodig. Welke gewassen kan je goed naast elkaar telen, welke gewassen versterken elkaar? Boven de grond hebben wij dan nog praktijkervaring en kunnen we onze boerenkennis inzetten. Zo is een strook gras-klaver naast de peenstrook handig als je oogstwagens naast de peenstrook wil laten rijden. Maar in de grond is het nog een black box. Hoe gaan we stroken­ teelt bemesten? Wij voeden nu vooral de bodem, en niet het individuele gewas. En hoe gaat de druk van bodemziekten door­ werken?”

“Het extra werk bleek reuze mee te vallen. Het ontwerpen vooraf kost vooral wat extra tijd.” Theo Heijboer vult aan: “Beregenen is nog lastig. Of we zijn te laat of we berege­ nen alles met een haspel. In ons nieuwe perceel hebben we in 2021 druppelbe­ vloeiing neergelegd.” Ook bemesting is een uitdaging. In 2020 voegde ERF een perceel met 60 ha strokenteelt toe met EKOLAND  |  INNOVATIE SPECIAL – 2021

Bloeiende akkerranden

alleen stroken van 6 meter. De innovatie ‘meer integratie van landbouw en na­ tuur’ gaat nog verder. “Door op 5 ha een agroforestry-systeem toe te voegen met heggen, bouwen we voort op het principe: hoe meer diversiteit, hoe minder schade.” Strokenteelt blijkt nauwelijks extra werk – behalve dan in de ontwerpfase. “Al had­ den we het nooit gedaan zonder GPS.” Sinds 2006 werken Jaco Burgers en zijn enthou­siaste team samen met andere Flevolandse bio-bedrijven. Stichting ERF bezit 100 procent van de aandelen van ERF BV en beheert en pacht de reservegronden in Flevoland. Als zelfstandig commercieel bedrijf, zonder steun van overheden. De restgronden liggen vaak aan Flevolandse stadsranden en worden op afroep afge­ staan voor stadsuitbreiding. “Onze gron­ den liggen verspreid door de hele polder, ruim 70 blokken en soms ver uit elkaar.” Hoewel het bedrijf qua areaal langzaam

krimpt, gaat ERF door met innoveren en demonstreren. Naast ERF is daarom Stich­ ting Hemus opgericht, met als doel om verder te experimenteren met de integratie van Landbouw, Natuur en Wonen. Om zowel de biodiversiteit verder te vergroten én tegelijk een rendabele bedrijfsvoering op praktijkschaal te realiseren. De op­ gedane kennis wordt actief gedeeld. Roy Michielsen: “Naast onze strokenteelt ligt sinds 2017 een demoveld waarop een groot aantal potentieel robuuste aardappelrassen gemonitord worden samen met telersver­ eniging BDEKO. In het praktijkperceel telen we het phytophthora-gevoelige ras Ditta. De resultaten vergelijken we ook met de strokenteelt. De aardappelen in het referentieveld moesten in 2019 eind juli ge­ brand worden, in de 6 meter stroken ruim twee weken later.” ERF krijgt veel positieve reacties op het biodiverse landschap dat ze bieden. “Niet alles hoeft in euro’s bij te dragen. We krijgen veel reacties zo van ‘dat is mooi’ en ‘wie is daar bezig?’. Ook delen we de kennis die we opdoen graag met de sector. We geven veel rondleidingen, mas­ terclasses en een training strokenteelt. Van de deelnemers gingen al zo’n 20 onderne­ mers zelf met strokenteelt aan de slag. Mijn verwachting was een of twee ondernemers, dus leuk dat het zo doorzet.” 31


FAMILIE OVERESCH DOET WAAR ANDEREN OVER PRATEN: DE KRINGLOPEN SLUITEN

Overesch Ecologische Landbouw:

Dé kringloopboeren “We willen het voer voor onze varkens zoveel mogelijk zelf telen. Daarom kozen we bewust voor een gemengde bedrijfsvoering.” Jan Overesch voegt ook biologische reststromen van de humane consumptie toe aan het brij­ voer, wat uniek is in de biologische varkens­ houderij. Kringlopen sluiten: Overesch Ecologische Landbouw doet niet anders.

Bedrijfsgegevens Overesch Ecologische Landbouw - Raalte Arbeid | Jan, Mariet en zoon Rick Overesch, schoonzoon Rudy Horstman en werknemers in bedrijf en winkel Areaal | 35 ha zandgronden in eigendom en 150 ha in pacht, veelal natuurbeheer Veestapel | 115 zeugen van het Nederlands Landvarken x GY met Piétrain, jaarlijks 2.600 vleesvarkens en Brandrode z­ oogkoeien Teelten | granen (ook oergranen als spelt), aardappelen, pompoenen, artisjokken, suikermais, broccoli, spitskool, a ­ sperges en kruiden Afzet | 2.400 varkens VION/de Groene Weg en 200 via ­directe verkoop www.overesch.nl

TEKST  MARIA VAN BOXTEL & GEERTJE SCHLAMAN FOTO’S  JAN OVERESCH

Z

e wonnen de Ekoland Innovatieprijs in 2019: Jan, Mariet en zoon Rick Overesch, en schoon­ zoon Rudy Horstman, eigenaren van biologischdynamisch bedrijf Overesch Ecologische Landbouw. De bekroonde innovatie: zoveel mogelijk sluiten van kringlopen op hun gemengde bedrijf met varkens en akkerbouw. Het bedrijf begon in 1980 met 9 hectare grond in eigendom. Op dit moment is dat 35 hectare in eigendom en in totaal 150 hectare in beheer. “We pachten van vier verschillende landgoederen in de regio en van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Landschap Overijssel”, vertelt Rick. “Het vraagt goede

32

afstemming. De percelen die we beheren moeten mi­ nimaal vier hectare groot zijn. Dan loont het om er voor om te rijden.” Als natuurorganisaties met jouw agrarische bedrijf in zee willen gaan, zegt dat wel iets. Rick verklaart: “Wij boeren in harmonie met de natuur. Daar hebben de natuurorganisaties vertrouwen in. Wat wij bieden is natuurgericht beheer. Met een diversiteit aan planten, groenten en graansoorten halen we goede biodiver­ siteitsdoelen. Veel percelen pachten we langdurig, al hebben de contracten looptijden van zes of zelfs maar INNOVATIE SPECIAL – 2021  |  EKOLAND


Rick en Jan in de 'Mooiste modderpoel van Nederland" in 2019

een jaar.” Jan kiest bewust voor dit type bedrijfs­ voering: “Wij wilden graag een gesloten kringloop. Daarom kozen we voor een gemengde bedrijfsvoering. Gemengd kost meer tijd, maar past beter in de kring­ loopgedachte. We voeren nu geen mest meer af.” En ook de varkens blijven op eigen bedrijf. “Wat hier geboren wordt, blijft op het bedrijf. En zelfvoorzienend zijn we bij voorkeur ook met voer.” Momenteel is dat voor 65 procent gelukt. “Voor 100 procent eigen voer hebben we 300 hectare nodig, nog 100 hectare extra”, lacht Jan. Vitale en weerbare varkens. “Varkens zijn heel ge­ schikt om reststromen uit de humane consumptie te voeren.” Omdat biologisch gecertificeerde reststromen niet gescheiden werden verwerkt, was dat geen optie. “We konden er niets mee, maar nu de stromen ge­ scheiden worden verwerkt, wél“, zegt Jan enthousiast. De varkens krijgen een brijvoer, een deel komt van de bereiding van sojamelk en een deel (tarwezetmeel) van de productie van granen. Het brijvoer maken ze zelf. De vleesvarkens zijn er dol op. “Vanzelfsprekend”, volgens Jan, “mensen eten toch ook niet altijd droog voer? De pap is een heerlijke afwisseling.” Dat is te zien als de motoren voor het transport van het brijvoer beginnen te draaien. Dan beginnen de varkens eerst enthousiast te knorren en vervolgens vreten ze gulzig. De circa 115 zeugen zijn sinds 1985 van eigen aan­ fok. Een mix van het Nederlands Landvarken x GY met Piétrain. De eigen fokkerij levert jaarlijks circa 2.600 vitale en weerbare varkens. “We selecteren be­ wust op diergezondheid, rustige zeugen met goede moedereigenschappen. Dat het varken het goed aan­ kan. Dat is prettiger voor de varkens en voor ons”, zegt Rudy. “We laten de varkens weerstand opbouwen. Bijvoorbeeld door mest uit de kraamhokken te ver­ spreiden bij de dragende zeugen. Dit bevordert de aan­ maak van antistoffen die de jonge biggen via de biest binnenkrijgen.” Alle stro is van eigen teelt. “En met de strorijke mest van de varkens voeden we onze akkers.” Overesch stimuleert ook biodiversiteit, vervolgt Rick. De familie heeft bloemenranden en houtwallen aan­ gelegd en teelt een diversiteit aan gewassen. “De zwa­ luwen vinden onderdak in de varkenstallen. Door het strooien van vaste mest, compost en diverse groene maaisels weten we dat het bodemleven is toegenomen. Met een gezondere bodem willen de planten beter groeien.” Daarnaast experimenteert Overesch met de mestgift om het effect op flora en fauna te bekijken. Jan: “De kennis die wij opdoen, delen we met onze groep natuurboeren, en omgekeerd. Biodiversiteit wint erbij. Want biodiversiteit is eigenlijk de zuurstof van het leven.” Verbetering van de bedrijfsvoering of van het dierenwelzijn – de familie Overesch blijft gespitst op innovaties. De laatste vernieuwing: acht ‘hutjes’ in de wei als verblijf voor zeugen met biggen. “Best een bij­ zonder experiment voor zo’n grootschalig bedrijf als EKOLAND  |  INNOVATIE SPECIAL – 2021

Foto Joost van Manen

In de ‘hutjes’ in de wei verblijven de zeugen met biggen

“Gemengd kost meer tijd, maar past beter in de kringloop­ gedachte.”

het onze”, zegt Rick. En ze zijn nog iets nieuws gestart: niet meer ploegen, ofwel Niet-kerende grondbewer­ king (NKG). Nieuwe machines moeten zorgen dat de ploeg in de schuur kan blijven staan. Jan legt uit: “Door te ploegen gooi je de bovenste vruchtbare laag van de bodem geheel door elkaar. Op onze zandgrond wil je een goede draagkracht, en de capillaire werking behou­ den. Met ploegen gooi je de wormengaten dicht.” De familie heeft plezier in het uitproberen; daar hoort ook een beetje spanning bij. Rudy: “Met NKG hebben we komend voorjaar meer tijd nodig om voor te bereiden en te zaaien. Afwachten hoe dat loopt.” Blije varkens, blije boeren, blije mensen. Ook bur­ gers zijn van harte welkom bij Overesch. Vanaf de weg is de modderpoel voor de varkens goed te zien. Een ruime skybox geeft een prachtige blik in de varkens­ stallen. Via wandelpaden en online kunnen bezoekers meekijken. “Heel belangrijk,” stelt Jan, “dat de consu­ ment ziet waarom een biologisch product duurder is.” Hij ziet de afzet in de directe regio graag groeien. Het bedrijf investeerde in een gloednieuwe boerderijwin­ kel met uitgebreid assortiment; tevens afhaalpunt van de Ekoplaza webwinkel. Vanwege de relatief afgelegen locatie weer een gedurfde stap. Maar innovatief on­ dernemen is ook een kwestie van durven, dat laat de familie Overesch duidelijk zien. “Er zit nog heel veel groei in de regionale afzet”, verklaart Jan. Want: “Als er meer biologisch wordt gekocht, kunnen er meer be­ drijven omschakelen. Zo zorgt de consument voor een echte omslag in de landbouw.” 33


VOOR EEN GEZOND EN LEVENDIG PLATTELAND – EEN BUITENGEWOON INGENIEURSBUREAU

Een voorbeeld van onze projecten: AANVRAAG SUBSIDIE INNOVATIE POP3: NATUURLIJK GENOEGEN, VRIJLOOPSTAL EN HOOIDROGERIJ; AARDAPPELTELERS FLEVOLAND, COLORADO BEETLE CATCHER WWW.LANDCO.NL


NATUURGERICHT GEMENGD BEDRIJF MET CONSUMENT-LEDEN

Via koelcellen levert Veld & Beek verse zuivel, kaas, groente, brood en vlees aan een consumentenkring in de stad. Jan Wieringa zag de mogelijkheden van deze vernieu­ wende aanpak en greep zijn kans om boer te worden.

Leden financieren mee “W

ij hebben hele trouwe klanten, die ons natuurgerichte bedrijf een warm hart toedragen”, zegt Jan Wie­ ringa. “En we geven gemak: 24 uur per dag en 7 dagen in de week kan je zelf je boerderijproducten afhalen.” Zo verklaart hij het succes van zijn directe verkoop aan de consument via zelfbedieningskoelcel­ len. Een bijzondere vinding! Jan komt niet uit de landbouw, maar had toch de droom om boer te worden. Met doorzettingsvermogen en oog voor vernieuwing bouwde hij een bijzonder bedrijf op. Veld & Beek heeft biologisch melkvee, ossen in natuurgebieden, tuin­ bouw, akkerbouw en zuivelverwerking. Alle producten worden rechtstreeks ge­ leverd aan een vaste consumentenkring van 3300 gezinnen: zuivel, vlees, brood en groente en fruit. Hoe werkt het unieke systeem met de zelfbedieningskoelcellen? Heel simpel. Vijf koelcellen staan op afhaalpunten die goed bereikbaar zijn. Leden krijgen er een sleutel van. Ze halen dan zelf verse zuivel, zoals melk, yoghurt, room, boter en kaas, groente, brood en vlees op. Bestellen hoeft

EKOLAND  |  INNOVATIE SPECIAL – 2021

niet, klanten houden in de app van Veld & Beek bij wat ze hebben meegenomen. Het bedrijf heeft er weinig werk aan: het blijft beperkt tot verse producten bijvullen en via automatische incasso betalingen in­ nen. En solide en betrouwbaar systeem, zegt Jan. “Natuurlijk krijg je pas een sleu­ tel als je lid bent.” Doordat alle producten van de boerderij rechtstreeks aan de leden worden verkocht, kunnen de acht ven­ noten leven van de boerderij. Veld & Beek werkt nu aan financiering van grond door de leden. Slechts 14 ha is in eigendom, maar een veelvoud daarvan, ruim 400 hectare, pacht Veld & Beek van Gelders Land­ schap, Natuurmonumenten, De Hoge Veluwe en Staatsbosbeheer. Omdat de huiskavel op zeer droogtegevoelige grond ligt, begonnen ze afgelopen jaar met agroforestry. “We hebben 2 ha ingeplant om ervaring op te doen en we gaan de hele huiskavel inplanten. Uit onderzoek blijkt het voordeel van agroforestry: de productie van akkerbouwgewassen en grasland tussen de bomen neemt iets toe ten opzichte van landbouw zonder

TEKST  MARIA VAN BOXTEL FOTO’S  DICK BOSCHLOO

bomen. Daarnaast is er de opbrengst van de bomen.” Omdat er dus geen nadelen zijn voor de boer heeft Jan grote plannen. “Ik laat onderzoeken of er in heel Europa meer regen zou vallen en de gemiddelde temperatuur zou dalen als alle boeren in de EU agroforestry zouden toepassen. Volgens mij is het een voordeel voor alle boeren. Ik wil dan ook voorstellen dat boeren alleen GLB steun krijgen als ze agroforestry toepassen.” Veld & Beek laat de oude voerderhaag alvast doorgroeien. De melkstal werkt met de innovatieve en nog weinig toegepaste co-pulsatie­ techniek. “Het melkt sneller en geeft minder uierproblemen.” Een graszaad­ mengsel met zes grassen, zes kruiden en zes klavers zorgt tegelijkertijd voor een gevarieerd menu voor de dieren en voor passende natuur. Jan en de andere boeren-vennoten van Veld & Beek blijven innoveren. Duurzaam energie- en water­ gebruik, ook in de zuivelverwerking met slimme technieken, maakt het bedrijf milieuvriendelijk. Veld & Beek is zowel in de bedrijfsvoering als bij de afzet grens­ verleggend. www.veldenbeek.nl

35


ZELFPLUKBOOMGAARD MIDDEN IN AMSTERDAM

Fruittuin

van West

D

oor de toegangspoort kom je als bezoeker eerst langs een winkel en horecavoorziening, dan openbaart zich het kronkelende pad door de Fruittuin van West. Hier mag je zelf fruit plukken en eieren rapen. En half Amsterdam doet enthousiast mee, vertellen Wil en Lisan Sturkenboom over hun multifunctionele zelfplukfruittuin in AmsterdamWest. Voordat ze naar de hoofdstad verhuisden, waren ze fruittelers in Dronten. Wat bewoog hen om hun vertrouwde Warmonderhof boomgaard te verkopen voor een gedurfd nieuw avontuur in de hectiek van de stad? Het antwoord van Wil klinkt overtuigend een­ voudig: “Ik wilde nog eens echt iets anders doen voor mijn vijftigste.” Het idee voor deze gewaagde stap rijpte bij Wil en Lisan meer dan tien jaar geleden. In 2010 zijn ze met verscheidene gemeenten gaan praten over de mo­ gelijkheden voor een zelfplukboomgaard in combinatie met andere publieksfuncties. Uiteindelijk kwamen ze met de gemeente Amsterdam tot een overeenkomst. “Een directe connectie met de gemeente, dat was voor mij wel erg belangrijk en fijn”, zegt Wil. “Amsterdam reageerde toen en nog steeds heel snel, zodat wij bij­ voorbeeld niet acht weken op antwoord hoeven te wachten. In ruil daarvoor bieden wij een mooie plek voor de omringende wijken en denken wij mee met de gemeente. Zo hebben we sinds enige tijd een hanen- en

Foto Bernard Faber

Wil en Lisan Sturkenboom Bezoekers mogen zelf versgelegde eieren rapen tussen de scharrelende kippen bij de Fruittuin van West. Het nieuwe bedrijf in Amsterdam van fruittelers Wil en Lisan Sturkenboom is een aantrekkelijk publieksbedrijf met zelfpluk, boerderijwinkel, horecavoorziening en dieren. ”In het weekend zijn de eieren snel op.” TEKST  ISMAËL BEARZATTO  | FOTO’S FAMILIE STURKENBOOM

36

Bedrijfsgegevens Fruittuin van West - Amsterdam Ar beid  |  Wil en Lisan Sturkenboom; plus circa 40 betaalde arbeidskrachten (in totaal buiten de ondernemers 10 fte) Ar eaal  |  16 ha grond in erfpacht 4 ha fruitboomgaard met kippen en varkens, 2 ha winkel, ­horeca, parkeerplaats, wandelpad, 6 ha weiland met 14 Hereford koeien, 2 ha natuurweide en 2 ha natuur Bodem | klei, 25% afslibbaar, pH 7; organisch stofgehalte varieert van 3% tot 6% op de verschillende eilanden van de fruittuin Bemesting | kippen en houtcompost (biomeiler) Afzet | boomgaard zelfpluk Aanvullende ondernemingen  |  o.a. csa Pluk, zorgverlening, kaasmakerij, Warmonderhof opleiding stadslandbouw Activiteiten | tentoonstelling, agroforesty-proef, boerderij­educatie, festivals, workshops, concerten, theater, bruiloften www.fruittuinvanwest.nl

INNOVATIE SPECIAL – 2021  |  EKOLAND


kippenasiel. Naar een opvangplek voor deze afgedankte dieren is in Amsterdam verassend genoeg veel vraag.”

“Ik wilde nog eens echt iets anders doen voor mijn vijftigste.”

Veelzijdigheid is de kern van hun bedrijfsopzet. De Fruittuin van West is heel veel meer dan een boomgaard zoals Wil en Lisan in Dronten hadden. Zo scharrelen er kippen onder de bomen, struin er een aantal varkens rond, biedt de boerderijwinkel een ruim assortiment en eten bezoekers een fruitgebakje in het restaurant. Agroforestry test Wil uit op de slechtste stuk grond, waar een harde laag in de bodem zit. Daar is op een ‘hügel’, een soort rug, een combina­ tie van pruimen, herfstframbozen, wilgen en aardap­ pelen geplant. Deze gewascombinatie moet optimaal gebruikmaken van het beschikbare licht en water, maar is ook bedoeld om de grond open te breken. “We willen een mooiere bodemstructuur”, verklaart Wil. Ook de kippen spelen een belangrijke rol in de boom­ gaard. Kippen bemesten namelijk direct de fruitbomen en -struiken maar ze ‘eten’ ook plagen weg. “In Dron­ ten werkten we al met kalkoenen, dat ging vrij goed.” Naast de activiteiten die Wil en Lisan zelf runnen, biedt hun bedrijf ruimte aan andere ondernemers. “Als ze in het grote plaatje passen, zijn andere bedrij­ ven welkom.” Alle takken op de Fruittuin versterken elkaar. Gevestigd zijn Pluk, een CSA-tuin met meer dan honderd abonnees; een zorgboerderij; een kaasmakerij

en zelfs een pop-up museum. “Het is zo mooi om te zien, zoveel enthousiaste mensen met verschillende ach­ tergronden op ons bedrijf. Door de grote diversiteit aan activiteiten is er voor iedereen wat te doen”, zegt Lisan. Een les die Wil en Lisan graag delen: ga echt als ondernemer te werk bij het opzetten van een vernieu­ wend bedrijf zoals de Fruittuin van West. In maart 2014 werd de eerste boom geplant. Daarna duurde het nog een jaar of drie voordat er winst werd gedraaid. Lisan: “In deze periode hebben we veel geleerd. We hebben ook best veel leergeld betaald. Veel dingen doe je voor het eerst, veel dingen zijn uniek. Starten met een zelfpluk­ tuin, een boerderijwinkel en horeca. Het opbouwen van binding met je klanten vanuit de buurt is uiterst belang­ rijk. Die klanten een reden bieden waarom ze speciaal naar jou toe zouden moeten komen, dat is nogal wat.” EKOLAND  |  INNOVATIE SPECIAL – 2021

In dit digitale tijdperk is het, zeker voor een stads­ boerderij, belangrijk om een goede website te heb­ ben. “Op dit moment hebben wij een tweewekelijkse nieuwsbrief die naar drieduizend abonnees verstuurd wordt. 40% leest de nieuwsbrief ook, wat best veel is”, aldus Lisan. Wil vult aan: “Beginnen met een goed bedrijfsplan is erg belangrijk. Dat merkten wij vooral tijdens onze gesprekken met de gemeente. Bij een heel maatschappelijk georiënteerd bedrijf zoals wij voor ogen hadden, moet je met een goed verhaal voor de dag komen. Ook om de andere partij ervan te kunnen overtuigen dat je in staat bent het plan van A tot Z uit te voeren. Natuurlijk hielp het enorm dat ik hiervoor de Warmonderhof boomgaard heb gerund. Het ver­ trouwen in mijn vakmanschap was er al.” Naast de publieksfuncties wordt ook de vermark­ ting van de producten innovatief aangepakt. Wil: “Het grootste deel van ons fruit wordt zelf geplukt door klanten uit de buurt. De verschillende soorten en cultivars hebben we daarom ook uitgezocht op een zo jaarrond mogelijk aanbod van plukbaar fruit.” Er is geïnvesteerd in een divers palet aan fruitbomen. Bi­ ologisch geteeld en bemest door eigen kippen. “Zoiets kan je alleen doen met een realistisch terugverdien­ model dat de gemaakte kosten dekt. Je maakt bijvoor­ beeld geen jam van je meest hoogwaardige fruit.” Na vijf jaar blijkt het bedrijf stabiel. En maken de Am­

sterdammers op speelse wijze kennis met de landbouw terwijl ze gezonde en vitale producten kopen. Zowel de ecologische als de economische aspecten van de bedrijfsvoering zijn op orde. Wil: “Het gaat goed met onze bomen en kippen maar ook met onze klantenba­ sis en de verkoop. We gaan zeker nog veranderingen doorvoeren de komende jaren, maar grote ingrepen zijn niet meer nodig.” Wil en Lisan bouwden de Fruittuin van West samen op. “Het is leuk om dit met zijn tweeën te doen”, zegt Wil. “In Dronten deed Lisan er nog werk naast en was de boomgaard veel meer mijn ding.” Lisan voegt toe: “Wil is voornamelijk druk met de bomen en de kip­ pen, ik houd mij meer bezig met de boerderijwinkel en de horeca. Zo hebben we allebei onze eigen inbreng in het bedrijf.”

37


INNOVATIEVE STAL EN VERNIEUWENDE MERKPRODUCTEN

Lankerenhof maakt het hennen én hanen naar de zin

Met een innovatief stalconcept en voer uit de eigen regio kiezen pluimveehouders Chris en Marjanne Borren vol overtuiging voor producten met een eigen verhaal. Voor producten met meerwaarde. Een volgende stap is het opfokken van dubbeldoelkippen en haantjes. TEKST  NIELS HEINING  |  FOTO’S FAMILIE BORREN

E

en uitloop vol beschutting, waar de legkippen actief in rondschar­ relen, daar wordt je vrolijk van. Chris en Marjanne Borren hebben dan ook hard gewerkt aan een plek waar de kip gelukkig is. In 1999 schakelden ze om naar biologisch, in 2007 bouwden ze een i­ nnovatieve pluimveestal volgens een nieuw systeem dat specifiek tegemoet­ komt aan de behoeftes van de biologische kip. Chris: “We kozen voor een opfokstal voor 6.000 dieren en een separate leghen­ nenstal voor 6.000 dieren.” Ze wonnen er in 2008 de allereerste Ekoland Innovatie­ prijs mee.

Bedrijfsgegevens De Lankerenhof - Voorthuizen Arbeid | Chris en Marjanne Borren, 2 zorgmedewerkers Areaal | 6 ha zandgrond Veestapel | 6000 opfokhennen en 1000 haantjes Afzet | Bleieren, verpakkingsstation Eicom Extra | experiment met dubbeldoelkippen www.lankerenhof.nl

38

In de twee stallen heeft elke activiteit zijn eigen ruimte: eten, drinken, slapen en eieren leggen doen de hennen op ver­ schillende plaatsen. Op elke plek zijn de temperatuur en hoeveelheid licht aange­ past aan de wensen van de kip. “In onze stallen is veel natuurlijk licht. We kunnen niet eens verduisteren. Veel collega’s zeg­ gen dan dat de kippen elkaar gaan pik­ ken, maar daar hebben wij nooit last van gehad. Je moet dan wel het een en ander veranderen in de inrichting en in het ma­ nagement. Zo gooien wij het voer in het strooisel, waardoor de kippen de hele dag scharrelen en daarvoor beloond worden. Gezonde en blije hennen en hanen. Dat is onze basis.” De uitloop is uiteraard ook een belangrijk onderdeel van het concept. “Legkippen vinden het prettig om buiten te scharrelen en stofbaden te nemen on­ der de beschutting van bomen en strui­ ken. Onze uitloop is zo aangeplant dat alle kippen zich buiten kunnen uitleven. INNOVATIE SPECIAL – 2021  |  EKOLAND


Foto Niels Heining

CHRIS EN MARJANNE BORREN:

Wij zien toekomst in regionale korte ketens.

Dichtbij de stal, zonder angst voor roof­ vogels, daar waarschuwen de hanen wel voor.” De kringloopgedachte past helemaal bij hoe Chris en Marjanne ondernemen. Ze betrekken zoveel mogelijk voer uit eigen streek. En ze zijn gecertificeerd als Erkend Veluws Streekproduct: ze bren­ gen hun eigen eieren op de markt onder de naam Bleieren. “We willen meer dan alleen een bio-product leveren aan de supermarkt”, zegt Marjanne. “We wil­ len een verhaal vertellen. Je merkt dat er interesse is voor het verhaal achter een product.” Een eigen product in de markt zetten, kost wel heel veel tijd. “Daarom werken we samen met Eicom.” Het streekproduct certificaat betekent dat zoveel mogelijk voer van de Veluwe moet komen. Marjanne: “Dat lukt nog niet, we hebben ontheffing om de granen uit aangrenzende gebieden te halen. We zijn al jaren op zoek naar een akkerbouwer in de regio, om onze mest te ruilen voor voer. Maar vaste afspraken maken is las­ tig: biologische akkerbouwers telen liever grasklaver dan graan. Dat brengt meer op en is beter voor de bodem.” Chris en Marjanne zien graag meer kringlopen. “We zouden willen samenwerken met pluimveehouders in andere regio’s. De bio-sector moet stappen blijven maken. Wij zien toekomst in regionale korte ke­ tens, met producten met een verhaal dat afnemers en consumenten begrijpen.” Een volgende stap is gezet door te gaan werken met dubbeldoelkippen en EKOLAND  |  INNOVATIE SPECIAL – 2021

haantjes. “In de huidige situatie zijn er twee gescheiden systemen: vleeskuikens en leghennen”, legt Chris uit. “De vlees­ kuikens worden afgemest voor het vlees, de leghennen opgefokt voor het pro­ duceren van eieren. En de haantjes zijn nutteloos, die leggen immers geen eieren. De huidige oplossing is om de haantjes op de dag dat ze uit het ei komen te vergas­ sen.” De Lankerenhof wil hier verande­ ring in brengen. “We kunnen niet doen alsof de haantjes niet bestaan”, zegt Mar­ janne. “Wat ons betreft horen de haantjes bij de hennetjes.” Chris: “Onze haantjes leven 13-14 weken lang tussen de leghen­ nen voordat we ze slachten. Ons doel was voor elk hennetje ook een haantje te kunnen houden, maar daarvoor is de consumentenvraag nog niet groot genoeg. We houden nu zo’n 2.000 haantjes op 12.000 hennen. We houden ze in dezelfde stal, maar we maken een aparte afdeling voor de haantjes zodat we ze apart kun­ nen voeren, gericht op de hun specifieke behoefte.” Het haantjesvlees brengen Chris en Marjanne ook zelf op de markt onder de naam Haantje de Coq. Hoewel wat duurder ziet Chris voldoende mogelijk­ heden: “Ons hanenvlees heeft een soort wildsmaak. Je kunt er prachtige gerechten mee bereiden. Omdat het vlees een hogere kostprijs heeft, moet het kwalitatief heel goed zijn. Klanten zijn bijna altijd enthou­ siast als ze het geproefd hebben.” Hiermee brengt de Lankerenhof niet alleen een ex­ tra product op de markt, het hele bedrijf verandert erdoor. “De hanen beïnvloeden

de sociale rangorde in de stal en de uit­ loop. De kippen en hanen vertonen meer natuurlijk gedrag. Zo waarschuwen de hanen voor roofvogels. Wij denken dat de kippen het op de lange termijn beter doen als ze natuurlijk gedrag kunnen vertonen.” De Souperhen is weer een nieuwe troef. Nog zo’n product dat de maatschappij bewust maakt van de situatie in de pluim­ veesector, aldus Chris. “Met de Souperhen brengen wij het vlees van oude legkippen op de markt. Het vlees is wat steviger dan de kipfiletjes die we gewend zijn uit de supermarkt. Je moet ze kort opbakken, net als een biefstukje. Ook als soepkip of in een stoofgerecht zijn de leghennen zeer geschikt. En nog relatief goedkoop ook.” Voor de dubbeldoelkippen werken Chris en Marjanne samen met Odin met een proefkoppel van 250 dubbeldoelkip­ pen. Van het Franse ras Les Bleues. Chris: “In Duitsland wordt dit ras al gehouden als dubbeldoelkip. Wij kijken hoe het proefkoppel het bij ons doet. Odin test of de consument het vlees wil.” Nieuw in Nederland, dus veel zelf uitvinden. “Maar dat is ook heel leuk. Je moet Les Bleues bijvoorbeeld anders voeren, anders worden ze te vet. Wij kunnen het risico nemen, omdat we een afspraak hebben over de afname.“ Werken met Les Bleues past ook weer goed binnen de kringloop­ gedachte: “We zoeken een ras waarmee we zelf kunnen fokken en dat we kun­ nen voeren zonder soja, maar met zoveel ­mogelijk lokaal voer.”

39


DOORNIK NATUURAKKERS: FLORA, FAUNA EN EXTENSIEVE GRAANTEELT IN HARMONIE Van kinds af aan wilde Louis Dolmans boer worden. Met Doornik Natuurakkers werd die droom werkelijkheid. De natuurgerichte percelen met oude granen van het bedrijf zijn een paradijs voor bijzondere akkervogels, bestuivende insecten en zeldzame planten. “Ik ben een blij mens.” TEKST  ISMAËL BEARZATTO  |  FOTO’S  WIM WILMERS & LOUIS DOLMANS

Toevluchtsoord van boerennatuur

V

oor Louis Dolmans is de natuur een grote inspiratiebron. Hij ob­ serveert en trekt er lering uit. “De traditionele agrarische natuur met haar talrijke karakteristieke planten en insec­ ten wil ik terugbrengen”, vertelt hij. “Het is belangrijk om te zorgen voor alles wat leeft.” Zijn bedrijf Doornik Natuurakkers combineert teelten op harmonieuze wijze met natuurbeheer. En Louis besteedt daarbij veel aandacht aan robuuste ele­ menten zoals brede akkerranden, heggen, bomen en struiken; deze laatste zowel op als om de akkers. Ruimte bieden aan al­ lerlei soorten kleinere en grotere fauna is haalbaar als er jaarrond voldoende voed­ sel-, nest- en schuilplekken aanwezig zijn, weet hij. “Ik wil in feite samenwerken met de natuur.” Dat brengt hij bijvoorbeeld in praktijk bij het beheer van de akkerran­ den, dat hij anders doet dan gebruikelijk. Hij probeert de randen te ontwikkelen op basis van samenhangen. “Om uiteindelijk

40

Bedrijfsgegevens Doornik Natuurakkers - Bemmel Ar beid  |  Louis en Corrie Dolmans, mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, loonwerk Ar eaal  |  36 ha akkerland en 74 ha weiland en natuur Grondsoort | lichte klei Teelten | oude graanrassen in wisselteelt met bijvoorbeeld lupine Afzet | lokale molenaars en bakkers www.doorniknatuurakkers.nl

weer een natuurlijke zadenbank met ak­ kerkruiden tot bloei te laten komen, die de teelt van gewassen ondersteunt.” Dat betekent niet alleen rekening houden met de planten, vervolgt Louis, maar ook met de vogels en insecten. En beslist niet te vergeten, het bodemleven. Hij laat de begroeiing van de randen overlopen in de percelen met gewassen; er zijn dus geen scherpe grenzen. “En ik wil alleen de na­ tuurlijke akkerkruidenflora, die van hier dus. Het verschralen van akkerranden is zo nooit een doel op zich.”

Niet verstoren, maar juist bevorderen van natuurlijke processen en cycli staat centraal op Doornik Natuurakkers. Dit heeft tot gevolg dat er al een respectabel aantal zeer zeldzame rode-lijst-soorten op het bedrijfsareaal gevonden is. “Bioloog Peter Verbeek, een vriend van mij, heeft bijvoorbeeld de naaldenkervel en de ak­ kerboterbloem aangetroffen. Twee uiterst zeldzame soorten.” Louis’ grootste passie ligt bij de akkervogels. Sinds 2010 hebben op zijn terrein een kleine zestig verschil­ lende soorten akkervogels gebroed, waar­ INNOVATIE SPECIAL – 2021  |  EKOLAND


Ik wil samenwerken met de natuur. Als je het vertrouwen hebt, dan red je het. Ondanks zijn ervaring en netwerk was het voor Louis niet simpel om Doornik Natuurakkers te realiseren: “Men kende mij en wilde meewerken, maar het was nog een hele klus om mijn droom goed vertaald te krijgen.” De zakelijke con­ structie: Stichting Doornik Natuurakkers ontvangt een vaste, lump sum vergoeding voor het beheer. “Ik houd heel goed bij wat ik doe en hoe ik dat doe, zodat ik er ook van kan leren. Op basis van overeen­ gekomen activiteiten en kwaliteiten dien ik mijn rekening in. Tweemaal per jaar lopen de parkorganisatie en ik een inspec­ tieronde om te kijken hoe alles er bij staat. Zo nodig spreken we aanpassingen af voor het beheer van volgend jaar.” Deze innovatieve beheerconstructie is voor beide partijen interessant. Louis levert een dienst aan de lokale overheden: een recreatief landschap met hoge natuur­ waarden. De overheden krijgen een mooie en betaalbare invulling voor een deel van hun park. Producten verkoopt Louis aan lokale afnemers. Zowel het ene als het an­ dere voor redelijke prijzen, zegt hij. Allerlei soorten speciale graanrassen worden geteeld op Doornik Natuurak­ kers. Onder andere Limburgse risweit EKOLAND  |  INNOVATIE SPECIAL – 2021

zijn akkers: “Voor de geselecteerde rassen ga ik tegen de oogsttijd met een sikkel op zoek naar de planten die naar mijn beste weten de juiste kenmerken hebben.” Naast het telen van graan, plant Louis steeds meer bomen op zijn land. Marc Shepard, Amerikaans boer en ecoloog en auteur van het boek ‘Herstellende Land­ bouw’, is hiervoor een grote inspiratie­ bron. Het waarnemen en begrijpen van de natuur, de kern van diens gedachtengoed, is ook voor Louis het vertrekpunt. In november 2015 bezocht Shepard Neder­ land voor een congres en kwam toen ook op Doornik Natuurakkers rondkijken. “Daarna ben ik nog meer houtachtige ele­ menten gaan toevoegen. Zoals twee rijen notenbomen die door een van de graan­ akkers lopen en drie rijen fruitbomen aan de randen.” Bomen wortelen dieper dan graan en maken zo dieper in de bodem gelegen nutriënten vrij. De bomen pro­ duceren noten en vruchten, maar dienen ook als habitat voor vogels en insecten. Flora en fauna en akkerbouw versterken elkaar op Doornik Natuurakkers.

Dorsen met ­stokken voor de beleving

Rups koninginnenpage doet zich tegoed aan venkel

Zwarte Emmer

Foto: Louis Dolmans

Sinds 2010 is Louis Dolmans boer. Voor die tijd werkte hij als onderzoeker, manager en zelfstandig adviseur bij diverse overheden. “Vanaf mijn kinderjaren is het mijn droom geweest om boer te worden. Om dit bedrijf vele jaren later te kunnen realiseren, heb ik gelukkig mijn werkerva­ ring goed kunnen gebruiken.” Maar hoe rolde hij precies in het boeren­ bestaan? “Mijn geluk was dat rond 2008 verscheidene lokale overheden met plan­ nen bezig waren voor een groene buffer tussen Arnhem en Nijmegen. Dat werd uiteindelijk Park Lingezegen: een agrarisch en recreatief landschap, waarin bewoners kunnen recreëren en tot rust komen. Toen het plan hiervoor nog in de conceptfase verkeerde, maakte ik mijn eigen plan voor de inbedding van een agrarisch bedrijf binnen het nieuwe parklandschap.”

en zwarte emmer. Veel van deze granen zijn uiterst zeldzaam. De zaden verzamelt Louis vanuit zaadbanken of via bevriende graanboeren. Hij vermeerdert de zeld­ zame zaden zelf. “Dit komt van vijf-entwintig korrels af,” merkt hij op, terwijl hij wijst naar een heel veld spelt van Hoosterhof. De opbrengst van deze gra­ nen ligt tussen de 1,5-3 ton per ha, want het gaat om een extensief teeltsysteem. De granen vermarkt Louis tegen vooraf overeengekomen prijzen. “Ik zit zowel aan tafel met de molenaar als met de bakker. Uiteraard zoveel mogelijk uit de buurt.” De bakkwaliteiten van de granen is ver­ rassend goed, hun natuurlijke karakter is uniek en er wordt op een de ambachtelijke bakwijze brood van gebakken. Teza­ men moet dit leiden tot een acceptabel verdienmodel voor alle partijen. Voor Louis is een goede verstandhouding met de bakkers en molenaars erg belangrijk. Prettig samenwerkend: zo wil hij graag zaken doen. “Als je het vertrouwen hebt, dan red je het.” Louis verbouwt de speciale graanrassen niet alleen, hij voert ook selectie uit op

Foto: Louis Dolmans

onder vijftien rode-lijst-soorten, zoals patrijs en veldleeuwerik.

41


Kees en Connie tussen de groenbemester

De ruime nieuwe stal

KEES EN CONNIE STEENDIJK KIEZEN VOOR DE INDIVIDUELE PLANT

De Korenschoof

Kees en Connie Steendijk telen gewassen op zeer zware kleigrond op Noord-Beveland. Ze maken gebruik van zorgvuldig geselecteerd zaaizaad en creëren daarvoor een optimale omgeving. Daarbij hoort ongeploegde en onbereden grond. TEKST  KEES VAN VELUW  | FOTO’S GEERTJE SCHLAMAN & NIELS HEINING

G

emengd bedrijf De Korenschoof wijkt af van het algemene advies en gebruikt slechts 25 procent (40-50 kg/ha) van de aanbevolen standaard hoeveelheid (200 kg/ha) zaaizaad voor hun graange­ wassen. Voor een optimale ontkieming selecteren de eigenaren Kees en Connie Steendijk het zaad en ‘schonen’ ze het zelf. Ze gaan zogezegd voor de ‘individuele plant’. Het idee is dat je met veel minder zaad een hogere opbrengst kunt genere­ ren doordat de plant optimaal gebruik maakt van licht en voedingsstoffen. Voor een optimale groeibodem is er minimale grondbewerking, bij voorkeur niet ge­ ploegd. Zoals Kees met een twinkeling in zijn ogen vertelt: “Niet ploegen, niet woe­ len, geen brandstof, ik vind het helemaal geweldig!” De ‘individuele’ plant heeft bij granen meer potentie omdat de plant alleen staat, minder concurrentie ondervindt en daar­ om uitstoelt, legt Kees uit. Trots laat hij een groeicurve zien van een graanplant.

42

Een een bos van 64 graanstengels uit één zaadje. Normaal groeien er uit een zaadje twee stengels. De laatste jaren haalt hij ongeveer 9 ton bakwaardige biologische tarwe van een hectare. In het buitenland wordt deze techniek van zaadselectie, weinig zaad zaaien en uitstoelen ook in de rijstteelt gebruikt. In India brengt dat in twee oogsten tot 17 ton rijst per hectare op. In samenwerking met een bakker hebben Kees en Connie een eigen brood gemaakt: het Korenschoofje. Te koop in hun boerderijwinkel. Kees past het rijpadensysteem toe. “Onder de trekkersporen waren de uien altijd kleiner”, licht Kees toe. “Al onze grond ligt direct rondom de boerderij, ik hoef niet over de weg en daarom kan ik 4,2 meter breed werken. Alle bewerkingen gaan op die afstand.’’ In 2000 namen Kees en Connie de boerderij over. Vijf jaar later werd De Korenschoof biologisch. In rijpa­ den innoveert Kees verder. Zo werkte hij met andere telers mee aan een elektrische

werktuigendrager die ook ruggenteelt via rijpaden mogelijk moet maken. “Onbere­ den grond is prachtig, vol lucht en wor­ men”, zegt Kees enthousiast. “Afgelopen jaar is bijvoorbeeld niets aan de bonen gedaan, en zie, de beste bonen van Zee­ land! Ik heb geen ploeg meer. Alleen voor uien vraag ik af en toe mijn buurman om te ploegen.” Met een biologische geitenhouderij breidden de Steendijks in 2016 hun bedrijf uit. Dat kwam voort uit ‘stoeien met het bouwplan’, legt Kees uit. “We werken hier op zware klei, wat goede vruchtbare grond is, maar waarop niet alle gewassen het goed doen. Grasklaver is arbeidstech­ nisch interessant en je kunt het omzetten naar melk. We kozen voor geiten omdat biologische geitenmelk al een tijdje in de lift zit.” Zo zijn Kees en Connie opgescho­ ven naar het ideaal van de kringloopland­ bouw: het gemengde bedrijf. www.dekorenschoof.com

INNOVATIE SPECIAL – 2021  |  EKOLAND


Innovatie in de biologische sector: een podium voor pioniers

Innoveer ook! Vind bij ons je cursus, coach, workshop training of adviseur

Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door de provincie Flevoland en de EU. Europees Fonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.

Het grootste biologische leeraanbod op één website

www.bioacademy.nl

Stichting Innovatieprijs Biologische Landbouw

W

IN

VATIEPR I

JS

2008

NO

SCH

OU

GI

L

O

D

B

BIO

INNOVATIEPRIJS BIOLOGISCHE LANDBOUW E LAN

Zoek je werk of wil je opvolgen op een biologisch bedrijf?

Landgilde verbindt mensen die willen werken in de biologische landbouw

Bevordert en steunt vernieuwing in de biologische sector www.landgilde.nl


EKOLAND INNOVATIEPRIJS biologische landbouw JS

IN

VATIEPR O I N 15E EDITIE

B

L

OU

BIO

W

Meld jezelf of 2020 je collega aan via O GI D S CHE LAN www.ekoland.nl

SCH

D

B

L

GI

OU

W

IN BIO

O

VATIEPR I

JS

NO

E LAN

Het vakblad Ekoland reikt jaarljiks de Ekoland Innovatieprijs uit. Aan biologische boeren en tuinders die inspireren met slimme innovaties of een samenhangende aanpak. Aanmeldingen welkom!

Meer info & aanmelden www.ekoland.nl/innovatieprijs


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.