5 minute read

Minister Carola Schouten

DEMISSIONAIR MINISTER CAROLA SCHOUTEN OVER INNOVATIE

Systeemverandering van de voedselketen

Advertisement

Demissionair minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ziet grote kansen in innovatie voor de verduurzaming van de landbouw. Een beweging waarbij de biologische landbouw de gehele landbouw inspireert naar een systeemverandering in de voedselketen. Ekoland sprak met haar: “De inspirerende verhalen van uw innovatieprijswinnaars laten zien dat het kan.”

Welke innovaties in de landbouw helpen volgens u bij een werkelijke omslag naar een toekomstbestendige en klimaatbestendige landbouwsector? En hoe zouden deze innovaties volgens u moeten worden gestimuleerd? “Innovatie is een belangrijke pijler in de transitie naar duurzame landbouw. De Nederlandse land en tuinbouw is altijd koploper geweest op het gebied van productie, kennis en innovatie. Onze boeren en tuinders vertellen over heel de wereld hoe zij werken. Dat doen kringloopboeren nu ook in Nederland; zij lopen voorop in kennis en innovatie. Ik hoop dat duurzame Nederlandse boeren straks over de hele wereld kunnen vertellen hoe zij blijven ondernemen in een veranderende toekomst. Een heel mooi voorbeeld vind ik bijvoorbeeld de “coloradokever klapper” die recent in het nieuws was. Een mechanische wijze om een plaag te bestrijden zonder middelengebruik. Dit is niet alleen goed voor de biologische landbouw, maar draagt bij het verminderen van middelengebruik en is daarmee een mooi voorbeeld van innovatieve ontwikkelingen. Ik wil dan ook dat onze landbouw een voorbeeld blijft. Op alle vlakken, van bodembeheer tot vierkantsverwaarding, zijn we afhankelijk van innovatie. Daarnaast kan ook digitalisering een belangrijke rol spelen voor een duurzame landbouw en voedselketen en voor een robuuste natuur. Zo kunnen sensoren en precisiebemesting boeren, telers en tuinders helpen om hun stikstofuitstoot te monitoren en te beheersen. Nationale en internationale datauitwisseling en eherkenning van boeren kunnen beter inzicht geven in meststromen. Om daar te komen moet alles in beweging komen: de boer, de keten, de markt, de consument én de overheid. De risico’s mogen immers niet enkel op

het bord van de boer komen, die al voor vele maatschappelijke opgaves staat. De sleutelbegrippen zijn gedeelde verantwoordelijkheid en gedeeld leiderschap. Zo stimuleren we elkaar om de nodige innovaties te maken.”

Als u denkt vanuit kansen, welke -wellicht radicale - systeeminnovaties zou u willen stimuleren? “Verduurzaming van de landbouw, zoals kringlooplandbouw, natuurinclusieve landbouw en biologische landbouw zijn op zichzelf is al een veelomvattende systeeminnovaties. Daar zit een voedseltransitie eigenlijk aan vast. Ons huidige voedselsysteem heeft een negatieve impact op het milieu, de maatschappij en dierenwelzijn. Zonder aanpassing in dat systeem, ervaart de landbouw onvoldoende prikkels om de transitie naar duurzamere landbouw te maken. Ik zie veel interessante en vooruitstrevende voedselinitiatieven in het land, van korte ketenverkoop tot acties om voedselverspilling tegen te gaan. Maar de grote opgave ligt toch in de systeemverandering van de voedselketen. Naar mijn idee beweegt die markt nog te langzaam mee en stimuleren zij nog onvoldoende de vraagzijde naar duurzame producten. Het is belangrijk dat consumenten duurzame producten willen en kunnen kopen. Ook liggen er kansen bij de verwerkende industrie om meer met duurzame producten te gaan werken. Die transitie naar een duurzame toekomst is alles behalve makkelijk en vraagt een lange adem, maar de inspirerende verhalen van uw innovatieprijswinnaars laten zien dat het kan. Ik hoop dat hun ervaringen zowel boeren als andere ketenpartners stimuleren in duurzame landbouw te investeren.”

Om die innovaties tot stand te kunnen brengen: wat verwacht u van de biologische sector? “Wat mij betreft is biologische landbouw een heel goed voorbeeld van duurzaam ondernemen. Al jaren zijn biologische boeren pioniers op dit vlak. Ik weet hoe zwaar het soms ook voor hen is, zij betalen leergeld om risico’s te nemen en zien investeringen vaak pas na jaren terug. Met het opstellen van een nationale strategie voor biologische productie en consumptie werken wij ook aan het versterken van deze sector. Balans tussen aanbod en vraag is hierbij cruciaal, zodat er een verdienmodel blijft bestaan met een duurzame toekomst. Ook blijft het nodig om van elkaar te leren, samen te werken en innovatieve oplossingen te blijven ontwikkelen. Met de BoertotBord strategie geldt dit voor de hele keten.”

Welke concrete wijzigingen op beleid, wet en regelgeving zouden volgens u nodig zijn om ruimte te bieden aan innovaties en de biologische sector? “Omschakeling naar biologische landbouw is een heel goed voorbeeld van een van de mogelijkheden om bij te dragen aan de transitie naar een duurzame toekomst. Momenteel werken we zoals gezegd aan een nationale strategie voor biologische productie en consumptie. Hierbij kijken we o.a. naar aanbod, vraag en innovatie/onderzoek. Het is goed dat dit onderwerp ook hoog op de agenda van de EU staat, want het internationale aspect is voor onze landbouw van groot belang. Er zijn diverse instrumenten om de omschakeling naar duurzame landbouw, waaronder biologische landbouw, te stimuleren, zoals het nationale Omschakelprogramma duurzame landbouw en het Nationaal Strategisch Plan (NSP), die in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt opgesteld. Het kabinet en de provincies zullen bij het opstellen van het NSP bekijken hoe biologische landbouw het beste meegenomen kan worden.”

Hoe en welke ruimte zou het beleid speciaal kunnen bieden aan nieuwe en jonge ondernemers in de sector? “Ik wil graag dat jonge boeren kansen blijven zien voor een toekomst in de landbouw. Dat is misschien lastig met alle opgaves die op jullie bord liggen. Nu kan een overname of een bedrijf oprichten ook juist een kans zijn om duurzame landbouw te bedrijven. Ik kijk hoopvol naar jonge ondernemers die dat lukt. Ook maatschappelijke steun en erkenning spelen hierbij een rol. We vragen veel van de Nederlandse boer, maar dat ziet de boer niet altijd terug in de prijs voor zijn producten. Het ‘Bedrijfsovernamefonds voor startende boeren en tuinders’ (voorheen het Jonge Boerenfonds) geeft jonge ondernemers financiële ruimte bij het starten of overnemen van een bedrijf. Het is in deze tijd van grote transitie belangrijk om dat perspectief te bieden. Ik verwacht dat de financiële partijen ook meer mee gaan in deze transitie en het voor (startende) boeren mogelijk maken meteen te investeren in een duurzame toekomst.”

En tenslotte: Bij welke beleid staat u te juichen? “Wat een leuke vraag. Ik zou zeggen, beleid dat positieve initiatieven stimuleert. Dat samenwerking binnen de keten mogelijk maakt en laat zien dat het kan. Beleid waarmee we zowel de boeren als de tuinders een toekomstperspectief geven. Dan zult u mij zeker horen juichen!”

This article is from: