5 minute read
Dé kringloopboeren
Overesch Ecologische Landbouw: Dé kringloopboeren
“We willen het voer voor onze varkens zoveel mogelijk zelf telen. Daarom kozen we bewust voor een gemengde bedrijfsvoering.” Jan Overesch voegt ook biologische reststromen van de humane consumptie toe aan het brijvoer, wat uniek is in de biologische varkenshouderij. Kringlopen sluiten: Overesch Ecologische Landbouw doet niet anders.
Advertisement
TEKST MARIA VAN BOXTEL & GEERTJE SCHLAMAN FOTO’S JAN OVERESCH Bedrijfsgegevens Overesch Ecologische Landbouw - Raalte
Arbeid | Jan, Mariet en zoon Rick Overesch, schoonzoon Rudy Horstman en werknemers in bedrijf en winkel Areaal | 35 ha zandgronden in eigendom en 150 ha in pacht, veelal natuurbeheer Veestapel | 115 zeugen van het Nederlands Landvarken x GY met Piétrain, jaarlijks 2.600 vleesvarkens en Brandrode zoogkoeien Teelten | granen (ook oergranen als spelt), aardappelen, pompoenen, artisjokken, suikermais, broccoli, spitskool, asperges en kruiden Afzet | 2.400 varkens VION/de Groene Weg en 200 via directe verkoop www.overesch.nl
Ze wonnen de Ekoland Innovatieprijs in 2019: Jan, Mariet en zoon Rick Overesch, en schoonzoon Rudy Horstman, eigenaren van biologischdynamisch bedrijf Overesch Ecologische Landbouw. De bekroonde innovatie: zoveel mogelijk sluiten van kringlopen op hun gemengde bedrijf met varkens en akkerbouw. Het bedrijf begon in 1980 met 9 hectare grond in eigendom. Op dit moment is dat 35 hectare in eigendom en in totaal 150 hectare in beheer. “We pachten van vier verschillende landgoederen in de regio en van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Landschap Overijssel”, vertelt Rick. “Het vraagt goede afstemming. De percelen die we beheren moeten minimaal vier hectare groot zijn. Dan loont het om er voor om te rijden.”
Als natuurorganisaties met jouw agrarische bedrijf in zee willen gaan, zegt dat wel iets. Rick verklaart: “Wij boeren in harmonie met de natuur. Daar hebben de natuurorganisaties vertrouwen in. Wat wij bieden is natuurgericht beheer. Met een diversiteit aan planten, groenten en graansoorten halen we goede biodiversiteitsdoelen. Veel percelen pachten we langdurig, al hebben de contracten looptijden van zes of zelfs maar
een jaar.” Jan kiest bewust voor dit type bedrijfsvoering: “Wij wilden graag een gesloten kringloop. Daarom kozen we voor een gemengde bedrijfsvoering. Gemengd kost meer tijd, maar past beter in de kringloopgedachte. We voeren nu geen mest meer af.” En ook de varkens blijven op eigen bedrijf. “Wat hier geboren wordt, blijft op het bedrijf. En zelfvoorzienend zijn we bij voorkeur ook met voer.” Momenteel is dat voor 65 procent gelukt. “Voor 100 procent eigen voer hebben we 300 hectare nodig, nog 100 hectare extra”, lacht Jan.
Vitale en weerbare varkens. “Varkens zijn heel geschikt om reststromen uit de humane consumptie te voeren.” Omdat biologisch gecertificeerde reststromen niet gescheiden werden verwerkt, was dat geen optie. “We konden er niets mee, maar nu de stromen gescheiden worden verwerkt, wél“, zegt Jan enthousiast. De varkens krijgen een brijvoer, een deel komt van de bereiding van sojamelk en een deel (tarwezetmeel) van de productie van granen. Het brijvoer maken ze zelf. De vleesvarkens zijn er dol op. “Vanzelfsprekend”, volgens Jan, “mensen eten toch ook niet altijd droog voer? De pap is een heerlijke afwisseling.” Dat is te zien als de motoren voor het transport van het brijvoer beginnen te draaien. Dan beginnen de varkens eerst enthousiast te knorren en vervolgens vreten ze gulzig.
De circa 115 zeugen zijn sinds 1985 van eigen aanfok. Een mix van het Nederlands Landvarken x GY met Piétrain. De eigen fokkerij levert jaarlijks circa 2.600 vitale en weerbare varkens. “We selecteren bewust op diergezondheid, rustige zeugen met goede moedereigenschappen. Dat het varken het goed aankan. Dat is prettiger voor de varkens en voor ons”, zegt Rudy. “We laten de varkens weerstand opbouwen. Bijvoorbeeld door mest uit de kraamhokken te verspreiden bij de dragende zeugen. Dit bevordert de aanmaak van antistoffen die de jonge biggen via de biest binnenkrijgen.” Alle stro is van eigen teelt. “En met de strorijke mest van de varkens voeden we onze akkers.” Overesch stimuleert ook biodiversiteit, vervolgt Rick. De familie heeft bloemenranden en houtwallen aangelegd en teelt een diversiteit aan gewassen. “De zwaluwen vinden onderdak in de varkenstallen. Door het strooien van vaste mest, compost en diverse groene maaisels weten we dat het bodemleven is toegenomen. Met een gezondere bodem willen de planten beter groeien.” Daarnaast experimenteert Overesch met de mestgift om het effect op flora en fauna te bekijken. Jan: “De kennis die wij opdoen, delen we met onze groep natuurboeren, en omgekeerd. Biodiversiteit wint erbij. Want biodiversiteit is eigenlijk de zuurstof van het leven.”
Verbetering van de bedrijfsvoering of van het dierenwelzijn – de familie Overesch blijft gespitst op innovaties. De laatste vernieuwing: acht ‘hutjes’ in de wei als verblijf voor zeugen met biggen. “Best een bijzonder experiment voor zo’n grootschalig bedrijf als het onze”, zegt Rick. En ze zijn nog iets nieuws gestart: niet meer ploegen, ofwel Nietkerende grondbewerking (NKG). Nieuwe machines moeten zorgen dat de ploeg in de schuur kan blijven staan. Jan legt uit: “Door te ploegen gooi je de bovenste vruchtbare laag van de bodem geheel door elkaar. Op onze zandgrond wil je een goede draagkracht, en de capillaire werking behouden. Met ploegen gooi je de wormengaten dicht.” De familie heeft plezier in het uitproberen; daar hoort ook een beetje spanning bij. Rudy: “Met NKG hebben we komend voorjaar meer tijd nodig om voor te bereiden en te zaaien. Afwachten hoe dat loopt.”
Blije varkens, blije boeren, blije mensen. Ook burgers zijn van harte welkom bij Overesch. Vanaf de weg is de modderpoel voor de varkens goed te zien. Een ruime skybox geeft een prachtige blik in de varkensstallen. Via wandelpaden en online kunnen bezoekers meekijken. “Heel belangrijk,” stelt Jan, “dat de consument ziet waarom een biologisch product duurder is.” Hij ziet de afzet in de directe regio graag groeien. Het bedrijf investeerde in een gloednieuwe boerderijwinkel met uitgebreid assortiment; tevens afhaalpunt van de Ekoplaza webwinkel. Vanwege de relatief afgelegen locatie weer een gedurfde stap. Maar innovatief ondernemen is ook een kwestie van durven, dat laat de familie Overesch duidelijk zien. “Er zit nog heel veel groei in de regionale afzet”, verklaart Jan. Want: “Als er meer biologisch wordt gekocht, kunnen er meer bedrijven omschakelen. Zo zorgt de consument voor een echte omslag in de landbouw.”
Foto Joost van Manen
In de ‘hutjes’ in de wei verblijven de zeugen met biggen