5 minute read

Lankerenhof

Next Article
Fruittuin van West

Fruittuin van West

Lankerenhof maakt het hennen én hanen naar de zin

Bedrijfsgegevens De Lankerenhof - Voorthuizen

Advertisement

Arbeid | Chris en Marjanne Borren, 2 zorgmedewerkers Areaal | 6 ha zandgrond Veestapel | 6000 opfokhennen en 1000 haantjes Afzet | Bleieren, verpakkingsstation Eicom Extra | experiment met dubbeldoelkippen www.lankerenhof.nl Met een innovatief stalconcept en voer uit de eigen regio kiezen pluimveehouders Chris en Marjanne Borren vol overtuiging voor producten met een eigen verhaal. Voor producten met meerwaarde. Een volgende stap is het opfokken van dubbeldoelkippen en haantjes.

TEKST NIELS HEINING | FOTO’S FAMILIE BORREN

Een uitloop vol beschutting, waar de legkippen actief in rondscharrelen, daar wordt je vrolijk van. Chris en Marjanne Borren hebben dan ook hard gewerkt aan een plek waar de kip gelukkig is. In 1999 schakelden ze om naar biologisch, in 2007 bouwden ze een innovatieve pluimveestal volgens een nieuw systeem dat specifiek tegemoetkomt aan de behoeftes van de biologische kip. Chris: “We kozen voor een opfokstal voor 6.000 dieren en een separate leghennenstal voor 6.000 dieren.” Ze wonnen er in 2008 de allereerste Ekoland Innovatieprijs mee.

In de twee stallen heeft elke activiteit zijn eigen ruimte: eten, drinken, slapen en eieren leggen doen de hennen op verschillende plaatsen. Op elke plek zijn de temperatuur en hoeveelheid licht aangepast aan de wensen van de kip. “In onze stallen is veel natuurlijk licht. We kunnen niet eens verduisteren. Veel collega’s zeggen dan dat de kippen elkaar gaan pikken, maar daar hebben wij nooit last van gehad. Je moet dan wel het een en ander veranderen in de inrichting en in het management. Zo gooien wij het voer in het strooisel, waardoor de kippen de hele dag scharrelen en daarvoor beloond worden. Gezonde en blije hennen en hanen. Dat is onze basis.” De uitloop is uiteraard ook een belangrijk onderdeel van het concept. “Legkippen vinden het prettig om buiten te scharrelen en stofbaden te nemen onder de beschutting van bomen en struiken. Onze uitloop is zo aangeplant dat alle kippen zich buiten kunnen uitleven.

CHRIS EN MARJANNE BORREN: Wij zien toekomst in regionale korte ketens.

Foto Niels Heining

Dichtbij de stal, zonder angst voor roofvogels, daar waarschuwen de hanen wel voor.”

De kringloopgedachte past helemaal bij hoe Chris en Marjanne ondernemen. Ze betrekken zoveel mogelijk voer uit eigen streek. En ze zijn gecertificeerd als Erkend Veluws Streekproduct: ze brengen hun eigen eieren op de markt onder de naam Bleieren. “We willen meer dan alleen een bioproduct leveren aan de supermarkt”, zegt Marjanne. “We willen een verhaal vertellen. Je merkt dat er interesse is voor het verhaal achter een product.” Een eigen product in de markt zetten, kost wel heel veel tijd. “Daarom werken we samen met Eicom.” Het streekproduct certificaat betekent dat zoveel mogelijk voer van de Veluwe moet komen. Marjanne: “Dat lukt nog niet, we hebben ontheffing om de granen uit aangrenzende gebieden te halen. We zijn al jaren op zoek naar een akkerbouwer in de regio, om onze mest te ruilen voor voer. Maar vaste afspraken maken is lastig: biologische akkerbouwers telen liever grasklaver dan graan. Dat brengt meer op en is beter voor de bodem.” Chris en Marjanne zien graag meer kringlopen. “We zouden willen samenwerken met pluimveehouders in andere regio’s. De biosector moet stappen blijven maken. Wij zien toekomst in regionale korte ketens, met producten met een verhaal dat afnemers en consumenten begrijpen.”

Een volgende stap is gezet door te gaan werken met dubbeldoelkippen en haantjes. “In de huidige situatie zijn er twee gescheiden systemen: vleeskuikens en leghennen”, legt Chris uit. “De vleeskuikens worden afgemest voor het vlees, de leghennen opgefokt voor het produceren van eieren. En de haantjes zijn nutteloos, die leggen immers geen eieren. De huidige oplossing is om de haantjes op de dag dat ze uit het ei komen te vergassen.” De Lankerenhof wil hier verandering in brengen. “We kunnen niet doen alsof de haantjes niet bestaan”, zegt Marjanne. “Wat ons betreft horen de haantjes bij de hennetjes.” Chris: “Onze haantjes leven 1314 weken lang tussen de leghennen voordat we ze slachten. Ons doel was voor elk hennetje ook een haantje te kunnen houden, maar daarvoor is de consumentenvraag nog niet groot genoeg. We houden nu zo’n 2.000 haantjes op 12.000 hennen. We houden ze in dezelfde stal, maar we maken een aparte afdeling voor de haantjes zodat we ze apart kunnen voeren, gericht op de hun specifieke behoefte.”

Het haantjesvlees brengen Chris en Marjanne ook zelf op de markt onder de naam Haantje de Coq. Hoewel wat duurder ziet Chris voldoende mogelijkheden: “Ons hanenvlees heeft een soort wildsmaak. Je kunt er prachtige gerechten mee bereiden. Omdat het vlees een hogere kostprijs heeft, moet het kwalitatief heel goed zijn. Klanten zijn bijna altijd enthousiast als ze het geproefd hebben.” Hiermee brengt de Lankerenhof niet alleen een extra product op de markt, het hele bedrijf verandert erdoor. “De hanen beïnvloeden de sociale rangorde in de stal en de uitloop. De kippen en hanen vertonen meer natuurlijk gedrag. Zo waarschuwen de hanen voor roofvogels. Wij denken dat de kippen het op de lange termijn beter doen als ze natuurlijk gedrag kunnen vertonen.”

De Souperhen is weer een nieuwe troef. Nog zo’n product dat de maatschappij bewust maakt van de situatie in de pluimveesector, aldus Chris. “Met de Souperhen brengen wij het vlees van oude legkippen op de markt. Het vlees is wat steviger dan de kipfiletjes die we gewend zijn uit de supermarkt. Je moet ze kort opbakken, net als een biefstukje. Ook als soepkip of in een stoofgerecht zijn de leghennen zeer geschikt. En nog relatief goedkoop ook.” Voor de dubbeldoelkippen werken Chris en Marjanne samen met Odin met een proefkoppel van 250 dubbeldoelkippen. Van het Franse ras Les Bleues. Chris: “In Duitsland wordt dit ras al gehouden als dubbeldoelkip. Wij kijken hoe het proefkoppel het bij ons doet. Odin test of de consument het vlees wil.” Nieuw in Nederland, dus veel zelf uitvinden. “Maar dat is ook heel leuk. Je moet Les Bleues bijvoorbeeld anders voeren, anders worden ze te vet. Wij kunnen het risico nemen, omdat we een afspraak hebben over de afname.“ Werken met Les Bleues past ook weer goed binnen de kringloopgedachte: “We zoeken een ras waarmee we zelf kunnen fokken en dat we kunnen voeren zonder soja, maar met zoveel mogelijk lokaal voer.”

This article is from: