2 minute read

Schone grond voor bollen

GROENBEMESTER ZORGT VOOR GEZONDE GROND EN ONKRUIDVRIJE START VOOR BOLLEN

Veldleeuwerik, patrijzen en heel veel akkervogels. Zoemende insecten. Bollenland vol leven, dat zie je bij John en Johanna Huiberts. Ze planten hun biologische bollen ook onder de zode van pas afgemaaide groenbemester. Met de zelf ontwikkelde onder-zode-planter. “Zo verstoren we de bodem zo weinig mogelijk,” weet John Huiberts. “We werken met de natuur.”

Advertisement

TEKST MARIA VAN BOXTEL | FOTO’S TIM HUIBERTS

Een ‘uitgeputte’ bodem en enthousiasme voor een cursus bodembiologie stimuleerden bollentelers John en Johanna Huiberts om de teeltwijze volledig om te gooien. Op hun bedrijf in Sint Maartensbrug maken ze een nieuw ecosysteem, waarbij de bol centraal staat. “Gewasbeschermingsmiddelen heb ik als biologisch teler niet meer nodig, wel natuur en biodiversiteit.” Huiberts Bloembollen heeft ruim 70 ha, de bloembollen staan op zo’n 35 ha. “De rest van mijn bollenland gaat in vruchtwisseling met biologische boeren uit de buurt. Zo komen de bollen altijd op schoon land.” John en Johanna zijn één van de vier biologische bollentelers en innovatie is nodig voor een teelt zonder middelen. “In de zomer, na de bollenoogst, zaai ik een gemengde groenbemester. Elke plant in ons mengsel heeft zijn eigen positieve invloed. Winterrogge werkt tegen onkruid, klaver en erwten binden stikstof. Klaver verhoogt ook het boriumen zwavelgehalte. Als de mineralenhuishouding in balans is, werkt het bodemleven optimaal en hebben ziekteverwekkers minder kans.” Verder mengt John nog koolsoorten, hennep en Japanse haver bij. Vogels genieten volop van het gewas dat doorgroeit tot een hoogte van circa 1,60 meter. Dat het werkt, ziet ook Herman Vos van de Agrarische Natuurvereniging Hollands Noorden. “Zoveel rode lijst soorten aan akkervogels,” juicht hij. “Dat zie je vooral bij Huiberts Bloembollen.”

“Drie weken voordat we bollen gaan planten, maaien we de groenbemester af op 30 cm.” Een door John ontwikkelde onderzodeplanter tilt de zode op, plant de bollen er onder en legt de zode weer terug. “Hierdoor wordt de bodem zo weinig mogelijk verstoord. De zode geeft ook een natuurlijke bescherming tegen vorst.” Normaal gesproken worden bollenvelden afgedekt met stro, dat in het voorjaar weer verwijderd wordt, en dat is bij Huiberts niet nodig. Want: “In het vroege voorjaar, nog voordat de bollen boven de grond komen, mulchen we de restanten van de groenbemester en onkruiden. Zo hebben de bollen een onkruidvrije start.” John ontwikkelde de mulcher – een aangedreven schijveneg zelf. Machinefabrikant W.N. Kramer produceert en verkoopt de JBM Eco Mulcher nu. De bollen geven sterke planten. “En we voeden de bollen en de groenbemester met een biologische plantversterker: Vitaleaves.” Die maakt natuurgeneeskundige Johanna Huiberts zelf als een soort ‘thee’ van kruidenrijk hooi uit natuurgebied het Zwanenwater, aangevuld met kruiden, zeewier en mineralen. “We weken de eiwitten en mineralen uit het hooi en sproeien het mengsel uit over het land en de bollen. Er zit onder andere veel plantenversterkend silica in.” John en Johanna vertellen aanstekelijk over hun nieuwe aanpak, die ze ook samen met de andere bollentelers van de Coöperatie NLG Holland verder ontwikkelen. De afzet van biologische bollen stijgt, en blijft een uitdaging. “We verkopen ook bollen aan Veld Tulpenwodka. Johanna schreef het tulpenbollenkookboek ‘Eet smakelijke Tulp’ met 35 verrassende recepten. En we werken samen met woon en werkgemeenschap Croon en Berg in Burgerbrug, waar mensen met een beperking onze bollen in hele mooie ‘Bollendoosjes’ verpakken. Daarnaast zou ik graag meer aan gemeenten willen verkopen.”

This article is from: