Gezond Bouwen & Wonen
• Ecowijk op voormalig NS terrein • Pionieren in China • Verticale tuinen
nr. 4, december 2010
Thema: Duurzame stedenbouw
Een gezond binnenklimaat met ‘natuurlijke’ ventilatie Ventileren volgens Systeem C
Natuurlijke toevoer Natuurlijke doorvoer Mechanische afvoer
Duco C System
Duco Comfort System
DucoTronic System
‘Natuurlijk’ energiezuinig ventileren
‘Plug & Play’ met Vraaggestuurde Ventilatie
De ultieme vorm van ‘Natuurlijke’ Ventilatie
Volledig draadloos ventilatiesysteem.
Eenvoudig te installeren Vraaggestuurd
Vraaggestuurd Natuurlijk Ventilatiesysteem ‘VNV’.
Afzuigunit is via RF zender bedienbaar. Deze
Natuurlijk Ventilatiesysteem ‘VNV’. Ideaal voor
Stuurt de luchttoevoer en -afvoer e volledig
vierstandenregelaar is voorzien van een extra
renovatieprojecten. Ventileert op basis van CO2
energiezuinige “niet thuis”-stand. Keuze uit
en RH. Meting aan de bron. Communiceert
automatisch op basis van °C, CO2 C en winst RH. Meting aan de bron. Communiceert draadloos
compleet gamma ZR roosters.
draadloos via Z-wave protocol. Keuze uit
0,06 via Z-wave protocol. Keuze uit compleet gamma winst
compleet gamma ZR roosters.
elektronische toevoerroosters.
e C
0,19
winst
e C
0,07
e
0,21
winst
We inspire at www.duco.eu info@duco.eu - Handelsstraat 19 - 8630 Veurne - Belgium - tel +32 58 33 00 33 - fax +32 58 33 00 44
C
e
0,26 Cwinst
C
C
FIX
T
system
NATURAL COMFORT INSIDE
New !
omfor
system
ronic
system
C
lassic
system
rt
m
m
c
m
DECEMBER 2010
INHOUD 10
14
Stedenbouw
Interview
Het wordt groen ‘achter het spoor’
Pionieren in China
Architect Tjerk Reijenga vestigde zich een jaar geleden in Sjanghai. Van daaruit werkt hij in het Verre Oosten, maar ook nog in Nederland. Tjerk Reijenga aan het woord over de razendsnelle ontwikkelingen op het gebied van duurzaam bouwen in China.
Een nieuwe ecowijk op een voormalig NS-terrein in Amersfoort, dat is een van de groene doelen van de Vereniging Duurzaam Soesterkwartier. Een opmerkelijk initiatief waarbij bewoners zich ervoor inzetten om van deze traditioneel wat problematische buurt een duurzame en leefbare wijk te maken.
20
Stedenbouw
Leren van onze oosterburen In het buitenland zijn aansprekende voorbeelden te vinden van duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Opmerkelijke projecten treffen we onder meer aan in de Duitse steden Stuttgart en Karlsruhe. Wat kunnen we in Nederland leren van de aanpak in het buitenland?
glasaftrek
80
is prachtig
Brandwerend
79
min.
24
Stedenbouw
Stadslandbouw: meer dan een nieuw kunstje Het idee om in eigen stad aan voedselteelt te gaan doen krijgt steeds meer navolging. Vers voedsel hoeft niet van de andere kant van de wereld te komen. Als argument klinkt daarbij al gauw de te boeken klimaatwinst: minder kilometers, minder verwerking en minder verpakking.
En verder… Colofon 5 Editoriaal 5 Marktberichten 6 Recensie 6 Column Martin Dubbeling 17 Multinationals nemen de stad over 18 Column Chris Zijdeveld 23 De levende stad ís een proces 28 Nieuwe energie voor het Noorden 36 Bedrijfsportret: HempFlax 41 Energiezuinige bouwsystemen 44 Bouw & Woonwijzer 48 Agenda 50
32 32 Verticale tuinen
Stedenbouw Met een dunnere isolatieplaat met meer isolerend vermogen Groene gevels maken blij. Ze per dikte kan dunner gebouwd voorzien stedelijke worden, de waardoor in omgeving bestaanvan groen, leveren bijdrage de gebouwen een een goede aan CO2-reductie, werken isoledetaillering gewaarborgd blijft. rend en leveren als habitat voor dieren een bijdrage aan de biodiversiteit. Groene gevels zijn er in diverse varianten. Een overzicht van de mogelijkheden.
Cover: Wagenwerkplaats Soesterkwartier Amersfoort • Foto: Freek den Dulk - Piode bv
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
3
Stedenbouw Dit jaar bestaat de Werkgroep Duurzame
Het themanummer is geen verzameling van
Stedenbouw van de beroepsverenigingen
bekende projecten en verstokte meningen.
voor landschapsarchitecten, stedenbouwkun-
Martin Dubbeling zoekt de vernieuwing en
digen en planologen 25 jaar. In deze periode
snijdt nieuwe onderwerpen en thema’s aan.
heeft deze werkgroep voor en achter de
Zo komen duurzaamheidambities op provin-
schermen aan uiteenlopende adviezen en
ciaal en regionaal niveau, maatschappelijk
publicaties gewerkt. Hoogtepunten waren
verantwoord ondernemen door multinatio-
het verschijnen van het Nationaal Pakket
nals, duurzaam bouwen in Sjanghai en nut
Duurzame Stedenbouw in 1999 en de twee
en noodzaak van proces in duurzame stede-
edities van het voorbeeldenboek duurzame
lijke plannen aan de orde.
stedenbouw in 2005 en 2010. De werkgroep was verantwoordelijk voor de inhoud van deze publicaties. Wij hebben de voorzitter van de Werkgroep Duurzame Stedenbouw en een van de vaste auteurs van ons vakblad, stedenbouwkundige Martin Dubbeling, gevraagd om een evenwichtig themanummer samen te stellen. Hij heeft hierbij de vrije hand gekregen. Het is een bijzonder nummer geworden waarin het hele spectrum en alle schaalniveaus van duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting aan de orde komen.
Een uitgave van Uitgeverij van Westering bv Jaargang 24, nr 4–2010 Hoofdredactie Ir Anne Ubbels
COLOFON Gezond Bouwen & Wonen is een tijdschrift voor mensen die streven naar een gezonde woon- en werkomgeving, in combinatie met respect voor natuur en milieu. Gezond Bouwen & Wonen verschijnt vier maal per jaar.
Gasthoofdredactie Ir Martin Dubbeling
Eindredactie
Elzemarie Karsdorp
Redactieadviesraad:
Wim Berns (Senter Novem), Theo van Es (Gemeente Apeldoorn), Erik Franken (Stichting Passief Huis), Willem Grotenbreg (VIBA), Niels Ruyter (Bouwend Nederland), Martine Straver (Nefit), Truus Sweringa (Oost Flevoland Woondiensten), André Thomsen (OTB), Harm Valk (Adviesbureau Nieman) en Mieke Weterings (Gemeente Den Haag).
Aan dit nummer werkten mee
Elma van Beek, Merel Bijl, Michiel Brouwer, Gaston Dorren, Martin Dubbeling, Clairette Gitz, Kees de Graaf, Niels Kropman, Michaël Meijer, Stefan Netsch, Anne Marij Postel, Fransje de Waard, Chris Zijdeveld
Anne Q Ubbels, hoofdredacteur
Uitgever/Directie Jaap van Westering
Vormgeving en Lithografie Vilarrica bv. Baarn
Advertenties
Uitgeverij van Westering bv telefoon: 035-5423281 fax: 035-5424119 e-mail: sales@gezondbouwenenwonen.nl
Redactie-adres
Uitgeverij van Westering bv Postbus 16, 3740 AA Baarn telefoon: 035-5423281 telefax: 035-5424119 e-mail: redactie@gezondbouwenenwonen.nl internet: www.gezondbouwenenwonen.nl
Druk
Drukkerij van Amerongen, Amersfoort
Abonnementen
Abonnementenadministratie GB&W Postbus 16, 3740 AA Baarn telefoon 035-5423281; telefax 035-5424119 e-mail: abonnementen@gezondbouwenenwonen.nl Abonnement € 59,50 per jaar, los nummer € 15,-. Het abonnement kan op elk gewenst moment ingaan en
wordt automatisch verlengd, tenzij tenminste 2 maanden voor het einde van de jaargang schriftelijk bij de uitgever is opgezegd. Viba-leden ontvangen dit tijdschrift uit hoofde van hun lidmaatschap. (Prijzen incl. 6% BTW). Niets uit deze uitgave mag worden gerepro duceerd door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere methode dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever noch de redactie aanvaardt enige verantwoordelijkheid voor schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan na gebruikmaking van gegevens uit dit blad.
(113) © 2010 GB&W ISSN 0921-4550 Het binnenwerk van dit tijdschrift is gedrukt op elementair chloor- en zuurvrij papier. GB&W wordt naast de reguliere verspreiding toegezonden aan alle Viba leden. Viba, Vereniging Integrale Bio-Logische Architectuur. Correspondentieadres: De Ronde 4 5683 CZ Best e-mail: bestuur@vibavereniging.nl
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
5
RECENsIE Anne Q. Ubbels
Frissere scholen Reacties op en ervaringen met het PVE Frisse Scholen in de afgelopen jaren, hebben geleid tot een
‘Het gebouw en zijn duizend vaders’
vernieuwd Programma van Eisen. Wat is er veranderd? In de nieuwe versie worden specifieke technische termen verduidelijkt en toegelicht. Sommige eisen zijn uitgebreider en duidelijker geformuleerd en de eis voor de emissies en stofverspreiding uit bouw en interieurmaterialen is anders geformu-
‘Het gebouw en zijn duizend vaders’ gaat over De Heren van Ambacht in Vlaardingen, een nieuwbouwproject passend in het oorspronkelijke stedenbouwkundige plan dat Van Tijen in 1955 maakte. Een drieluik waarin de totstandkoming van ontwerp en gebouw uitvoerig en van verschillende kanten wordt belicht.
leerd. Het Programma van Eisen dient als leidraad voor opdrachtgevers van nieuw- en verbouw van scholen (schoolbesturen en gemeenten) bij het realiseren van Frisse Scholen. Meer informatie: www. senternovem.nl/frissescholen
De vooraankondiging van het boek - begin 2010 - gebeurde tegelijk met de introductie van een blog, waarin Martin Liebregts (tekst) en Herman van de Ven (beeld) het verhaal vertellen van de mensen die ervoor zorgen dat het gebouw gerealiseerd wordt. Het gebouw is afgelopen zomer opgeleverd, ongeveer gelijktijdig met het verschijnen van het boek. ‘Het gebouw en zijn duizend vaders’ bestaat uit drie delen. ‘Het ontwerp en zijn ontstaan’ is zeer informatief. Ontwerpoverwegingen en analyses komen uitgebreid aan bod. Er wordt gefilosofeerd over maten, verhoudingen, richting en massa, over textuur, uitstraling, functionaliteit en de samenhang tussen de drie gebouwen. Ook komt het verborgen programma van eisen (ruim en flexibel wonen, gericht op de toekomst) aan bod. De oorspronkelijke gebouwen moesten namelijk worden gesloopt omdat de structuur niet was ingericht op verande-
DGBC Directeur Stefan van Uffelen overhandigt het allereerste permanente BREEAM-NL Nieuwbouw certificaat aan Willy de Pauw en Geert Steppe van WDP.
rende wensen en behoeften. ‘Mensen achter de schermen’ voldoet het meest aan de verwachting die ik had van het boek: mensen aan het woord. Woningstichting, stedenbouwkundige, bouwinspecteur en aannemer vertellen: verhalen over samenwerking en leerpunten, het
Eerste Oplevercertificaat Nieuwbouw uitgereikt
belang van een goede planning/logistiek, lastige afwegingen,
De Dutch Green Building Council (DGBC) heeft op 14 oktober 2010
oplossingen voor slappe grond en de stimulerende werking van
tijdens de Nationale Staalbouwdag het allereerste oplevercertifi-
dit project. ‘Het beeld van de duizend vaders’ omschrijft en il-
caat van BREEAM-NL Nieuwbouw toegekend aan het distributie-
lustreert prachtig alle aspecten van de totstandkoming van het
centrum voor Kühne + Nagel in Tilburg. Het behaalde een score
gebouw. Het is een compilatie van blogs, verzameld vanaf de
van GOOD (Twee sterren). Warehouses De Pauw Nederland (WDP),
aanloop van de oplevering.
die het gebouw ontwikkelde en bouwde, mocht het certificaat in
De aankondiging ‘Alle vaders die een bijdrage hebben geleverd
ontvangst nemen.
aan de totstandkoming van de ‘Heren van Ambacht’ worden
Het oplevercertificaat wordt toegekend aan een daadwerkelijk
hier in beeld gebracht, voor onszelf en voor de toekomst’ had
neergezet gebouw en is permanent geldig. Dit in tegenstelling tot
bij mij een ander beeld opgeroepen: minder analytisch, meer
een ontwerpcertificaat. Dat wordt namelijk toegekend aan een ge-
verhalen. Ook van bewoners en bouwers. Bewoners zijn betrok-
bouwontwerp (dat er dus meestal nog niet fysiek is). Een ontwerp-
ken geweest bij de totstandkoming, maar komen nergens aan
certificaat is níet permanent geldig, maar verloopt als het gebouw
het woord. Zij zijn goed begeleid, maar hoe is het om te horen
is opgeleverd. De reden dat de DGBC dit onderscheid in ontwerp-
dat je woning wordt gesloopt? Waar zijn zij terecht gekomen?
en oplevercertificaat maakt, is het feit dat een duurzaam gebouw-
Wie bewonen nu ‘De Heren van Ambacht’? Welke ideeën zijn
ontwerp (bevestigd met een ontwerpcertificaat) niet per definitie
in het ontwerp opgenomen?
ook leidt tot een duurzaam gebouw. Wijzigingen tijdens de bouw, of na afloop door bijvoorbeeld een gebouwgebruiker, kunnen veel
Het gebouw en zijn duizend vaders: Het verhaal van nieuwbouwproject De Heren van Ambacht in Vlaardingen. Auteurs: Martin Liebregts en Sandra Arts. Uitgever: Aeneas. Verkoopprijs: € 59,-. ISBN-nummer: 9789461040039. Paperback, 224 pagina’s, 210 x 210 mm.
6
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
teniet doen. WDP heeft laten zien dat de ambitie tijdens het ontwerp (ook een GOOD-score) ook bij de oplevering gehaald is.
markt berichten
Subsidieleed Om particuliere woningeigenaren en VVE’s te stimuleren om energiebesparende maatregelen te treffen aan hun woning is een keur aan subsidieregelingen in het leven geroepen. Het is lastig daar goed inzicht in te krijgen. De De eerste prijs: de houten berging van Ingenieursbureau Boorsma BV te Drachten
Houtprijs 2010: De winnaars
termijn en manier waarop de subsidies moeten worden aangevraagd verschillen, evenals de afwikkeling van de trajecten. Bovendien zijn sommige subsidies stapelbaar, mits in de goede volgorde aangevraagd. Kortom: om resultaat te boeken wordt nogal wat van je logistiek en
Tijdens de Nationale Houtdag in de Philharmonie te Haarlem zijn onlangs
creatief denkvermogen gevraagd.
de winnaars van de Houtprijs 2010 bekend gemaakt. In de categorie
Ronduit frustrerend is het dan ook dat sommige subsidie-
‘architectuur’ heeft de jury Houtarchitectuurprijs 2010 de eerste prijs
potjes ineens leeg blijken te zijn. Denk aan de Subsidiere-
toegekend aan: ‘Houten berging’ van Ingenieursbureau Boorsma BV te
geling Duurzame Warmte (voor onder andere zonnecol-
Drachten. In de categorie ‘innovatie’ viel deze eer te beurt aan: ‘Vorm,
lectoren en warmtepompen); deze pot is meestal aan het
verbindingstechnieken en houtmodificatie verkeersbrug bij Sneek’ van
begin van het kalenderjaar meteen leeg. Nu komt daar de
Onix Achterbosch Kunstwerken (OAK) te Leeuwarden. De Houtpublieks-
subsidieregeling voor het maatwerkadvies bij. In 2010 was
prijs is gewonnen door Van Rooijen Architecten bna met hun inzending
hiervoor tien miljoen euro gereserveerd, waarvan dank-
‘Bijgebouw Blom te Vleuten’.
baar gebruik werd gemaakt (gemiddeld 3.300 woningen
De Houtprijs is in 1999 in het leven geroepen om esthetisch, innovatief en
per maand). Medio november resteerde nog dertig pro-
duurzaam houtgebruik te belonen. De prijs wordt om de twee jaar uitge-
cent, goed om 15.000 maatwerkadviezen te subsidiëren.
reikt en kent twee categorieën: Architectuur en Innovatie, dit jaar aange-
En ineens was die pot binnen een week leeg! Dat riekt
vuld met de Publieksprijs. Hoewel het aantal inzendingen (97) groot was,
naar oneigenlijk gebruik? reserveringen? Een overgangs-
plaatste de jury toch een kritische kanttekening. Opvallend was volgens
regeling is er vooralsnog niet. “Het ministerie van Bin-
de jury dat in vergelijking met 2008 minder vernieuwing heeft plaatsge-
nenlandse Zaken (..) is op de hoogte gesteld van de grote
vonden en bijvoorbeeld het aantal projecten met groots en/of krachtig
hoeveelheid aanvragen die hierdoor niet gehonoreerd
houtgebruik met een bijzonder statement is afgenomen. Wel zijn de
kunnen worden en is zich momenteel aan het beraden
inzendingen het bewijs dat er heel verschillende denkwijzen zijn ontstaan
hoe hiermee om te gaan”, aldus AgentschapNL.
in hout, dat er is gewerkt met liefde voor hout, aan grote, maar ook aan kleine opgaven.
Foto Greenprophet.com
Woestijnstroom Wanneer een deel van de Sahara als zonne-energiecentrale wordt ingericht, zou de hele wereld kunnen worden voorzien van woestijnstroom. Enerzijds zijn daar (hoge) investeringen en efficiënte technieken voor nodig, anderzijds kan de centrale werk genereren in landen waar de werkloosheid hoog (en de levensstandaard laag) is. De hoge investeringen zullen grotendeels door buitenlandse bedrijven moeten worden gedaan. Anders dan in de meeste Afrikaanse landen, stimuleert de overheid in Marokko een goede samenwerking tussen buitenlandse investeerders en locale bedrijven. Met als doel om de economische groei en werkgelegenheid te bevorderen en de kennis te vergroten. Op dit moment is zonne-energie duurder dan energie uit olie
opgevangen en geconcentreerd in een buis. Vloeistof in de buis
en gas. Alleen met behulp van subsidie is het betaalbaar (net
wordt daardoor opgewarmd en dient om een turbine aan te
als bij windenergie). Pas op het moment dat olie en gas schaars
drijven. Het voordeel van CSP is dat het ook ’s nachts werkt: de
worden, kan het concurrerend worden. Er wordt dan ook volop
warmte die overdag wordt opgevangen, wordt in tanks opge-
aan gewerkt om de opwekkingen zo efficiënt mogelijk te maken.
slagen. Het transport van de stroom (naar verwachting 400.000
Desertec bijvoorbeeld wil gebruik maken van Concentrated Solar
Volt) moet via een speciaal hoogspanningsnet en/of kabels wor-
Power (CSP), waarbij zonlicht met behulp van spiegels wordt
den gerealiseerd.
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
7
RECENsIE Anne Q. Ubbels
Lezenswaardigheden
erechtshof: G Nen-normen niet algemeen verbindend NEN-normen zijn geen algemeen verbindende voor-
‘Cradle to Cradle Criteria for the Built Environment’ is een praktisch boekje, waarin wordt aangegeven
schiften en hoeven niet gratis te worden verstrekt.
welke toepassingen passen bij verschillende C2C-cri-
16 november gedaan in een zaak die was aangespan-
teria. Eerst wordt C2C in het juiste perspectief gezet.
nen door bouwadviesbureau Knooble. De rechter
Vervolgens zijn de basisprincipes van C2C vertaald
bepaalde dat de voorschriften waarnaar wordt ver-
naar tien criteria, aangevuld met praktisch gereed-
wezen in het Bouwbesluit geen wetten, maar normen
schap. Tot slot wordt de meetbaarheid van C2C
zijn waarvoor het auteursrecht bij de Nederlands
besproken en worden begrippen als ‘C2C energy’
Normalisatie Instituut (NEN) ligt. De normen kunnen
of ‘gebouwen en CO2’ nader gedefinieerd. Een
tegen betaling worden aangeschaft en dat blijft wat
praktisch document voor wie aan de slag wil
het Gerechtshof betreft ook zo. Knooble noemt het
met C2C. € 14,95 (duurzaamgebouwd.nl)
vonnis teleurstellend en onbegrijpelijk. Het bedrijf
Deze uitspraak heeft het Gerechtshof in Den Haag op
heeft besloten in cassatie te gaan. Wordt vervolgd…
Duurzaam en energiezuinig bouwen laat ook promovendi niet onberoerd: In september verscheen ‘Assessment of the Sustainability of Flexible building’. Haico van Nunen startte een onderzoek met de hoofdvraag in hoeverre de milieubelasting van het IFD-today flatbouwsysteem (een bouwsysteem dat rond 2000 is ontwikkeld met industriële, flexibele en demontabele kenmerken) lager is dan de milieubelasting van een traditionele woning. Door milieubelasting te kwantificeren wordt deze zichtbaar gemaakt. In het proefschrift wordt ingegaan op de Verbeterde Factor Methode (Improved Factor Method, IESL), waarbij niet alleen naar technische levensduur wordt gekeken. Ook economische en functionele factoren hebben effect op de termijn waarop onderdelen in een gebouw worden vervangen. Een aanrader voor degenen die zich bezighouden met de kwantificeerbaarheid van duurzaamheid in het algemeen en IFD bouwen in het bijzonder. € 59,95 (Aeneas).
Gulden Feniks Na 25 jaar wordt de Nationale Renovatie Prijs opgevolgd door de Gulden Feniks. De naam verwijst naar het prachtige beeld dat aan de winnaar wordt uitgedeeld en dat de metamorfose symboliseert. Met de naamswijziging zijn nieuwe prijscategorieën én voorwaarden geïntroduceerd. Naast de categorieën Renovatie en Transformatie van gebouwen is er een aparte categorie Gebiedstransformatie. Bovendien wordt de prijs voortaan jaarlijks uitgereikt. De inzending voor de Gulden Feniks is op 1 december 2010 geopend. Projectteams van bijzondere renovatieen transformatieprojecten kunnen tot 31 januari 2011 inzenden. Doel van de Gulden Feniks is het bevorderen van de kwaliteit van renovatie, transformatie en gebiedstransformatie. Bovendien wil de onafhankelijke
Olivia Guerra Santín promoveerde in oktober op ‘Actual energy consumption in dwellings’. Zij onderzocht het
jury met deze prijs hergebruik van de bestaande voor-
effect van energiebesparingregelgeving en van het gedrag van
In het voorjaar van 2011 maakt de jury de genomineer-
bewoners op het werkelijke energiegebruik voor verwarming.
den bekend. De prijsuitreiking is in juni 2011 op Provada
De belangrijkste conclusie is dat de aanscherping van de EPC niet
in de Amsterdam RAI.
lijkt te hebben geleid tot minder energiegebruik voor verwar-
De Gulden Feniks is de enige prijs die exclusief voor de
ming. Verklaringen voor de grote variatie in verwarmingsenergie
bestaande voorraad is. Uniek is verder het karakter van
van recente woningen laten zien dat ongeveer twintig procent
een integrale prijs. Het gaat om duurzaamheid, functi-
verklaard kan worden door de fysische eigenschappen zoals
onele kwaliteit, culturele en maatschappelijke waarde,
aangegeven in de bouwvergunning en ongeveer tien
proceskwaliteit, economische aspecten, innovatie en
procent door bewonersgedrag. Het gedrag van de be-
techniek. Opdrachtgevers, architecten, aannemers,
woners speelt dus een grote rol, evenals de interactie
gemeenten en andere direct betrokkenen kunnen re-
tussen bewoner en gebruikte technologie. Het blijkt
novatie- en transformatieprojecten indienen die zijn
bijvoorbeeld dat huishoudens met handmatige
opgeleverd in de periode van oktober 2008 tot en met
thermostaten en mechanische afzuigventilatie
december 2010. Voor de categorie gebiedstransformatie
zuiniger omgaan met hun energie dan huishou-
neemt de jury de uitgevoerde planonderdelen uit deze
dens met programmeerbare thermostaten en
periode in het licht van de gehele gebiedstransformatie
gebalanceerde ventilatiesystemen. Een helder
in beschouwing.
proefschrift; laten we hier lering uit trekken!
Meer informatie: www.guldenfeniks.nl
€ 45,-- (IOS Press).
8
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
raad onder de aandacht brengen van een breed publiek.
markt berichten
Innovatief Beton Oppervlakte Activering (BOA) Gezien op de Dubodag: Bioclina heeft een nieuwe, innovatieve manier ontwikkeld van comfortabel en zeer energiezuinig verwarmen en koelen vanuit het plafond. Dit wordt gerealiseerd door het fabrieksmatig instorten van capillaire klimaatmatten in een breedplaatvloer. De klimaatmatten bevinden zich een paar millimeter boven de onderkant van de
Plafondverwarming
Plafondkoeling
vloer, waardoor de opwarmtijd erg kort is. Een zeer duurzame, comfortabele en energiezuinige oplossing voor nieuwbouw. ’s Zomers kunnen de klimaatmatten worden ‘gevoed’ met koud water, waardoor het plafond als koelplafond functioneert. De benodigde koelenergie kan bijvoorbeeld via aardcollectoren in de grond bijna gratis aan de omgeving worden onttrokken. Bioclina in betonelement
Nationaal Sustainability Congres:
Duurzaam leiderschap gevraagd Tijd voor duurzaam leiderschap! Dat was het
Trade en biologische producten aanbieden en
• Aanzet tot integrale aanpak van complexe sa-
centrale thema van het Nationaal Sustainability
promoten.
menhangen door (interdisciplinaire) samenwer-
Congres dat op 24 november in Utrecht werd
Technische vooruitgang komt voort uit samen-
king, onder andere in een te ontwerpen cradle
gehouden. Het goedbezochte congres stond in
hang tussen kenniswereld en bedrijfsleven.
to cradle (C2C) kantoor.
teken van de noodzaak om technisch én maat-
Kenniseconomie heeft als hoofdtaak kennisont-
• Creatief leiderschap door progressie volgens
schappelijk te veranderen: sustainable change!
wikkeling te bundelen en te verspreiden. Goed
verwijzing naar bestuurkundige Tesera Amabile
In de New Age wordt in teken van de New Green
voorbeeld doet immers goed volgen. Soms is
(intrinsieke motivatie en creatief denken).
Deal het invoeren van de Duurzame Huishouding
dat niet eenvoudig: het kost veel energie om
• Transparantie in bedrijven om medewerkers
bevorderd. Een aanzet was de ‘duurzame’ huis-
tegen de bestaande (behoudende) orde in te
te overtuigen (Wubbo Ockels).
houdbeurs met 140 marktstandhouders.
gaan. Dan is het goed te realiseren dat duur-
• Duurzaamheid als bindmiddel tussen samen-
Aanleiding voor het congres was de (op)roep
zaam ondernemen op drie niveaus dient plaats
werking opdrachtgever en uitvoerder (ingeni-
naar creatieve en overtuigende leiders met visie
te vinden: via activiteit, volgens strategie en
eursbureau DHV).
en een integraal plan van aanpak. Herstellen
door je missie uit te dragen.
• Transformatie en transitie als maatschappelijk
zij de verbanden van het verstoorde evenwicht
De Stichting Urgenda stimuleert verandering
tijdgeest aanvaarden door uitdagingen aan te
tussen ecologie (kwaliteit; waarden) en econo-
van ’kunnen’ naar ‘moeten’ via creativiteit en
gaan (Anna Chojnucka).
mie (kwantiteit, aantallen; normen) op langere
benadering. Om met de woorden van de psy-
• Enorme investeringen doen om aan een duur-
termijn en houden zodoende de teloorgang
choloog B. Skinner te spreken: ‘van bewust wor-
zame oplossing van nationale energievoorzie-
van de biodiversiteit tegen? Daar is een men-
den via bewustzijn naar gedrag (behaviorism
ning te kunnen voldoen (onder andere dertig
taliteitsverandering en moed voor nodig, die
en conditionering). Ons brein reageert slechts
procent CO2- reductie van Nederland in 2020).
gemeenschappelijk gedragen moet worden.
vijf procent bewust (reflectief gedrag) en 95
• (Politiek) lef en besluitvorming om maat-
“Duurzaamheid in de breedte geschiedt door
procent onbewust (automatisch gedrag). Duur-
schappelijke verrommeling tegen te gaan en
draagvlak te vergroten”, zei spreker Ben Tigge-
zame investeringen zijn meestal lange termijn
gedeeltelijke economische krimp te accepteren.
laar. Van de visie der ‘innovators’ (diepte) naar
visies, een kwestie van lange adem en doorzet-
• Aanzet om tot een gezamenlijk gedragen
verspreiding via hun volgelingen, ‘adaptors’
tingsvermogen.
duurzame samenleving te komen door overtui-
(breedte). Een goed voorbeeld hiervan zijn
Tot slot een greep uit de sessies en discussies
ging van mentaliteitsverandering in denken en
supermarkten die een groter assortiment Fair
over hoe je duurzaam leiderschap kunt invullen:
handelen.
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
9
Ecowijk als verbinding tussen bos en stad
Het wordt groen ‘achter het spoor’ Gaston Dorren
Een nieuwe ecowijk op een voormalig NS-terrein in Amersfoort: dat is een van de groene doelen waar de Vereniging Duurzaam Soesterkwartier zich voor inzet. Een opmerkelijk initiatief, temeer omdat het voortkomt uit de bewoners van deze traditioneel wat problematische wijk. Terwijl de wethouder persoonlijk meekijkt en milieuorganisaties het initiatief belonen met een prijs bouwen de bewoners verder aan een duurzame en leefbare wijk.
10
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
Foto Freek den Dulk - Piode bv
Stedenbouw
Beeld bureau Must
Inrichting Wagenwerkplaats
Schets prioriteiten duurzaamheidsdagen
Wagenwerkplaats
H
et is altijd een bijzonder deel van Amersfoort geweest, het
Er gebeurde nog meer. Het station kreeg een achter-uitgang (eind jaren
Soesterkwartier. Een klassieke ‘achter het spoor’-wijk, waar de rest
negentig) en er kwam een weg over de Wagenwerkplaats naar die uitgang
van de stad niet kwam. Vóór de oorlog gebouwd ten behoeve van de
(rond 2006), zodat het geïsoleerde Soesterkwartier opeens op loopafstand
spoormensen: vlakbij (het lawaai van) het emplacement de Bloemenbuurt
lag van een van dé spoorwegknooppunten van Nederland, met directe
voor de arbeiders, daar net achter voor de ‘witte boorden’ de wat ruimer
intercityverbindingen naar Noord-, Oost- en West-Nederland. Op de
opgezette Rivierenbuurt. Ondanks naoorlogse uitbreidingen vormen die
Wagenwerkplaats betrokken nieuwe bedrijven en organisaties de (deels
nog steeds de kern. Een dorpje op zich, wordt wel gezegd: een kleine
gerestaureerde) gebouwen van de Kern: architectenbureaus, een evene-
vijfduizend huizen met vooral autochtone, gemiddeld niet al te welvarende
mentenbureau, een operagezelschap, een podiumbedrijf, CliniClowns,
bewoners.
zelfstandige kunstenaars... Die werkgelegenheid kwam zeker niet alleen
Begin 2000 sloten de NS de werkplaats waar tot dan toe treinwagons
maar aan de wijk ten goede - zoals het masterplan beoogde - maar
uit heel Nederland werden onderhouden. De banen gingen verloren,
wel gedeeltelijk. Wel vestigde zich, omgekeerd, een deel van de nieuwe
een deel van de gebouwen werd gesloopt. Maar weerwerk was er ook.
Wagenwerkplaats-gebruikers in de wijk - ook een pre.
Een burgerinitiatief vanuit de wijk en Siesta (Stichting industrieel erfgoed in de stad Amersfoort) probeerden zo veel mogelijk te behouden op de
Pionieren
Wagenwerkplaats, zoals het hele 25 hectare grote terrein inmiddels werd
“Sociaal en ruimtelijk zijn de ontwikkelingen op de Wagenwerkplaats
genoemd. Dat resulteerde uiteindelijk in een masterplan waarin een deel
én de toekomstplannen gunstig voor de buurt”, zegt Wouter Schik,
van de markante industriële monumenten (‘de Kern’) inderdaad overeind
landschapsarchitect, wijkbewoner en lid van de Vereniging Duurzaam
gehouden en herbestemd zou worden. Minder dan de activisten hadden
Soesterkwartier (VDS). “Er wordt hier volop gespeeld door de kinderen
gewild, maar meer dan aanvankelijk dreigde.
uit de buurt. Mensen laten er hun hond uit. Door die verbinding met het Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
11
Foto’s Freek den Dulk - Piode bv
meepraten over duurzaamheid O.l.v. Kees Duijvestein (l) en Yvonne Feuerhahn (o)
Willem, Freek en Wouter en de natuur en milieuprijs voor vrijwilligers
Kinderen krijgen les over zonne-energie
Tournesol
station is de Wagenwerkplaats, met zijn sterke historische banden met het
De drie mensen met vier ideeën (straatambassadeurs, zon-op-school,
Soesterkwartier, nu weer echt deel van de wijk geworden.”
windmolen en ecowijk) vonden elkaar, en ze vonden Joke Sickmann. De
“In het begin was het hier overigens wel pionieren”, zegt adviseur duurzaam
wijkactiviste bij uitstek zette zich sinds jaar en dag in voor de gebouwen op
bouwen en VDS-lid Freek den Dulk. Zijn bedrijf Piode, waar het gesprek
de Wagenwerkplaats. “Vandaar de Vereniging Duurzaam Soesterkwartier”,
plaatsvindt, is sinds zeven jaar op de Wagenwerkplaats gevestigd. “De
zegt Den Dulk. “Doe je die dingen afzonderlijk, dan zijn het hobby’s. Samen
nieuwe weg was er nog niet, de verlichting was slecht, het was uitgesproken
krijg je massa, versterk je elkaar en word je een serieuze gesprekspartner
unheimisch. Er is hier toen acht keer ingebroken, bij mijn buren 25 keer. Het
voor de gemeente.”
is hier dramatisch verbeterd.”
Maar de VDS bestaat niet uit dat handjevol mensen. “De vereniging is een mooie mengeling van deskundigheid en betrokkenheid”, zegt Wouter Schik.
Mooie mengeling
“Het zijn niet alleen vakidioten als wij tweeën, maar ook mensen die een
Helemaal los van het bovenstaande ontstonden er in het Soesterkwartier de
kraam willen bemannen, flyers rondbrengen, vergaderingen bezoeken. En
afgelopen jaren diverse initiatieven op milieugebied. In de Roerstraat nam -
ik ben verbaasd wat er allemaal in de vereniging aan knowhow rondloopt.
alweer - een architect, Yvonne Feuerhahn, het initiatief om niet alleen haar
We hebben een websitebouwer, een groenedakenman, een ervaren voorzit-
eigen huis te isoleren, maar ook haar straatgenoten daarvoor te enthousias-
ter, mensen met politieke ervaring, we hebben jou als journalist - kortom,
meren. Dat lukte zo goed, dat ze op het idee kwam per straat zo’n aanjager
van alles. Toen we samen met de gemeente een voorlichtingsbijeenkomst
te gaan zoeken. De ‘straatambassadeur’ was geboren. Dat was één.
hielden over woningisolatie, wisten we honderden mensen te trekken, meer
Een andere Soesterkwartierder, Henry de Gooijer, is al sinds jaar en dag
dan waar ook hier in de stad - dat was echt onze doorbraak, in de wijk en
professioneel bezig met het verbreiden van kleinschalige zonne-energie in
naar de gemeente toe.”
ontwikkelingslanden. Hij besloot zijn activiteiten uit te breiden met lokale initiatieven. Hij geeft op scholen in de wijk lessen over zonne-energie, en
Baugruppen
streeft ernaar om zonnepanelen op de schooldaken te plaatsen. Ook zet hij,
Er ligt dus een terrein van 25 hectare, met een masterplan waarin duurzaam-
met zijn kompanen, geduldig en deskundig stappen in de lange procedure
heid.... nou nee, niet ‘centraal staat’, dat zou beslist overdreven zijn. “Maar
om een windmolen te plaatsen tussen het Soesterkwartier en de A1, op
er is wel een zekere druk om het duurzaam in te vullen, zowel vanuit de
de rand van een bedrijventerrein en een winderige polder. Dat was twee
bewoners als vanuit de gemeente”, zegt Schik. “Niet voor niks is voormalig
en drie.
hoogleraar milieutechnisch ontwerpen Kees Duijvestein hier een keer komen
En dan was er nog het idee voor een ecowijk, bedacht in een meerdaagse
meedenken. En grondeigenaar NS Poort kan het zich toch niet permitteren
brainstormsessie (‘Duurzaamheidsdagen’) over de Wagenwerkplaats. Het
om duurzaamheid te negeren als zusterbedrijf ProRail daar zo serieus mee
idee ontstond doordat het terrein aan één kant aan het bosgebied van de
bezig is.”
Utrechtse Heuvelrug grenst. Bewoners vroegen zich af of hier geen volks-
En er ligt dus de wens van een actieve vereniging om een ecowijk te bouwen
tuinen mogelijk waren, om het terrein open te houden en groen te maken,
op het westelijke deel van de Wagenwerkplaats. Hoe rijp is dat plan eigen-
aansluitend bij het bos. Dat zat er niet in, maar een groene ecowijk leek een
lijk? “We hebben samen met Duijvestein algemene uitgangspunten gefor-
haalbaardere optie, en medebedenker Freek den Dulk besloot zich hiervoor
muleerd”, zegt Den Dulk. “Dat zijn nu nog dromen, enthousiasmerende
in te gaan zetten. Dat was vier.
ideaalbeelden.” “Die zijn in dit stadium ook belangrijk”, vult Schik aan. “Nu
12
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
Stedenbouw
Warmtescan Soesterkwartier
moeten we gaan nadenken om ze concreet te maken. Gelukkig is daar in
zeg maar - in de nieuwe buurt elkaar meer tegenkomen. “Nu gebeurt dat
dit geval ook tijd voor – het traject is sowieso nog lang. Welke dichtheid
vooral via de school”, zegt Schik. “De vriendjes van mijn kinderen wonen
vinden we bijvoorbeeld acceptabel? De gemeente wil een hoge dichtheid,
in het hele Soesterkwartier. En op de Wagenwerkplaats heb je nu al een
maar hoe groen kan het dan worden? En hoe duur mag het worden? Het
speelplaats, er komt binnenkort een verkeerstuintje, men loopt er naar het
zou niet logisch zijn als de rand van de arbeiderswijk een villawijk als het
station. Die ecowijk wordt niet een soort groene franje, maar een deel van
Bergkwartier zou worden. Daar kunnen de mensen uit deze wijk zich niet
de wijk, met mensen uit de wijk. Dat is echt een verschil met bijvoorbeeld
echt mee identificeren. Dat is een stap te ver!”
Eva Lanxmeer in Culemborg: dat is een prachtige en inspirerende wijk, maar
Den Dulk: “Daarom informeren we ons nu. We maken excursies naar soort-
doordat de initiatiefnemers en veel huidige bewoners uit de Randstad en
gelijke projecten in Culemborg, Amsterdam, Wageningen. En wat zo leuk is:
dus vooral van buiten Culemborg komen, mist het een beetje die sociale
de wethouder die over de Wagenwerkplaats gaat, Mirjam Barendrecht, gaat
binding met zijn omgeving. Op dat vlak is het van beperkte meerwaarde.
dan graag mee. We kijken naar wat er gebouwd is, en hoe, maar we vragen
Het is eerder een vreemde eend in de bijt van Culemborg dan een voorbeeld
ook hoe het hele proces gelopen is, hoe het project tot stand is gebracht.”
waar bestaande wijken zich aan optrekken.”
Schik: “Het heeft veel weg van de Duitse baugruppen: groepen mensen die
“Je merkt nu al dat het Soesterkwartier als geheel vooruit is gegaan”, zegt
meedenken over hun eigen toekomstige wijk en zelfs mee opdracht geven
Den Dulk. “Door alle initiatieven en veranderingen van de afgelopen jaren
voor nieuwbouw. Ik zou het geweldig vinden als ik daar ook mijn ideale
is men weer trots op de wijk. Daar kan geen straatbarbecue tegenop. Of
nieuwe woning zou kunnen realiseren. Gemeentes, van hun kant, hechten
beter gezegd: veel van die dingen beginnen juist met een straatbarbecue.”
steeds meer waarde aan betrokkenheid: dat burgers zich niet alleen laten
Duidelijk is dat de Vereniging Duurzaam Soesterkwartier floreert. Het leden-
informeren, niet alleen meepraten, maar ook deelnemen aan het beslis-
bestand groeit. Het aantal straatprojecten voor energiebesparing eveneens.
singstraject en zelfs meeontwerpen. Voor bestuurders is het Soesterkwartier
De ‘straatambassadeurs’ krijgen in het hele land navolging, onder verwijzing
bovendien niet de gemakkelijkste wijk. Als onze vereniging meepraat, snijdt
naar het Amersfoortse model. Veel gemeentes zien deze bottom-up metho-
voor de gemeente het mes aan twee kanten. Tegelijk moet je uitkijken dat je
de als misschien wel het beste middel om juist bij de zo belangrijke, maar
als vereniging niet gebruikt wordt als legitimatie voor de plannen zonder dat
moeilijke verduurzaming van bestaande bouw echt resultaten te boeken.
er veel met je inbreng gedaan wordt - dat lijkt het burgerinitiatief indertijd
“Individuele wijkbewoners voelen zich gestimuleerd om iets te onderne-
wel een beetje te zijn overkomen, toen ze meepraatten over het masterplan.
men”, weet Schik. “Mijn buurman heeft me nota bene erop geattendeerd
Verder willen we als vereniging met de woningcorporatie gaan praten, want
dat op de infraroodluchtfoto van de wijk mijn dak er nogal warmteverspil-
het is ook in hun belang dat deze wijk verder opbloeit. Als corporaties één
lend uitzag. Dus dat heb ik geïsoleerd. Nu komt diezelfde buurman bij mij
schrikbeeld hebben, is het wel een wijk die achteruitgaat en een woningbe-
weer vragen hoe ik dat gedaan heb, want hij wil dat ook gaan doen.”
stand dat onverhuurbaar wordt.”
Twee dagen na ons gesprek krijgt de vereniging een schouderklop. Twee provinciale groene organisaties (Natuur en Milieufederatie Utrecht en IVN-
Geen groene franje
Consulentschap Utrecht) kennen haar de Natuur en Milieu Vrijwilligersprijs
Een van de grote voordelen van de nieuwbouwwensen is dat het beter
2010 toe. Die levert duizend euro op, maar draagt vooral weer bij aan de
mogelijk wordt wooncarrière te maken binnen het Soesterkwartier. Ook
erkenning dat hier iets moois wordt verricht. De ecowijk, de windmolen en
zullen de verschillende groepen - de Bloemenbuurt en de Rivierenbuurt,
de zonnepanelen op school zijn weer een stapje dichterbij gekomen. Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
13
Architect Tjerk Reijenga over pionieren in China
“Duurzaamheid is hier een must” Martin Dubbeling
Architect Tjerk Reijenga is een van de belangrijkste pioniers op het gebied van duurzaam bouwen in Nederland. Met zijn gebouwen laat hij zien dat duurzaam bouwen een duidelijke meerwaarde geeft. Zijn gebouwen zijn zeer functioneel, goed ontworpen en laten niets aan de verbeelding over. Bijna geen gebouw zonder enige vorm van zonne-energie, atria, gebruik van natuurlijke materialen en bovenal een uitstekend binnenklimaat. Tjerk Reijenga heeft zich een jaar geleden in Sjanghai gevestigd. Van daaruit werkt hij in het Verre Oosten, maar ook nog in Nederland. Tjerk Reijenga aan het woord over de razendsnelle ontwikkelingen op het gebied van duurzaam bouwen in China.
D
“
e economische crisis in de bouw halverwege de jaren tachtig was de aanleiding om, na jaren van adviseren op het gebied van energiezuinig bouwen en renoveren bij Woon|Energie,
met BEAR mijn eigen architectenbureau te beginnen. De huidige crisis in de bouw heeft mij doen besluiten om me in China te vestigen. Ik prijs mijzelf gelukkig dat ik kan terugkijken op een aantal De woonbuurt de Groene Kreek in de wijk Oosterheem in Zoetermeer (2005). Met bewoners inbreng zijn hier super zuinige woningen (sommige nul-energie) ontwikkeld in een aantrekkelijke landelijke setting. De retentievijver is in de zomer een bron van speelplezier voor de jeugd.
aansprekende projecten en op de samenwerking met een aantal geweldige medewerkers bij BEAR. Ik ben zeer ingenomen met het gebouw van De Kleine Aarde dat ik samen met Peter Wienberg heb gemaakt, het kantoor van ECN in Petten en de Groene Kreek in Zoetermeer beide met Margret Drok, woningen Langedijk met Lique Tuyl en Marieke Groenewegen en woningen in Etten-Leur en een sporthal in Wageningen met Jordan Blaauw. “Tussendoor was ik vanaf 2000 met regelmaat in China. Zo hebben we in Pingbian een school (deels) gemaakt met bamboe en in Shangri-La een duurzaam kantoor, the Botanical Garden Office, gebouwd met gebruik van actieve en passieve zonne-energie. Vervolgens heb ik samen met Goran Bojcin gewerkt aan een duurzame stadswijk van driehonderd hectare in Changsha,
Foto Ronald Schlundt Bodien KOW
een duurzaam hotel en resort in Kunming en het MOMA zero carbon office in Beijing. Het laatste
14
project, een nieuwe fabriek met productie van traditionele Chinese medicijnen voor Yunnan Baiyao in Kunming, compleet met hoofdkantoor, researchafdeling, kantine, sportfaciliteiten, fabrieken en distributiecentrum, totaal zo’n 240.000 m2, startte in 2007 en is momenteel in aanbouw.
Avontuurlijk “Op een gegeven moment merk je dat je als klein bureau met een twintigtal medewerkers te klein bent voor het grotere werk en om in China aan de slag te zijn. Ik heb daarom eind 2007 aansluiting Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
interview
Tjerk Reijenga: “Ik zou er niet gek van opkijken wanneer China binnen afzienbare termijn een gidsland zou zijn voor de rest van de wereld.”
die KOW in haar bedrijfsvoering en werkwijze wilde integreren en de vestiging van KOW in Sjanghai
Artist impressie BEAR Architecten
Foto Jackie Ho KOW Shanghai
gezocht bij KOW. De meerwaarde uit deze samenwerking bestaat uit de kennis over duurzaamheid
Hoofdkantoor, researchafdeling, fabrieken en distributiecentrum van een fabriek voor traditionele Chinese medicijnen in Yunnan Baiyao (2007)
waardoor ik mijn Chinese projecten makkelijker kon uitvoeren. In 2008 vloog ik zo’n acht keer per jaar naar China en in 2009 is dat frequenter geworden. Er is hier veel werk te doen en het werken is hier avontuurlijk. Soms zat ik wel drie weken per maand in China. Uiteindelijk heb ik alles ingepakt en ben ik eind 2009 naar Sjanghai verhuisd. Overigens kom ik nog wel vier of vijf keer per jaar naar Nederland. Een stap naar het oosten lijkt makkelijk, je vraag een visum aan en je koopt een ticket. Maar het duurt jaren voor je relaties hebt opgebouwd. De cultuur en de manier waarop men Artist impressie BEAR Architecten
met elkaar omgaat en zaken doet is hier echt heel anders. Dat moet je wel kunnen overbruggen. De beste kansen zijn om een Chinese zakenpartner te zoeken of om met een Chinese te trouwen.
Enorme vraag “Duurzaamheid is een must in China. Het land staat voor een enorme opgave om in de komende tien jaar steden te bouwen voor een miljard inwoners. Dit zijn overigens geen steden, maar snel groeiende stedelijke regio’s. China heeft weliswaar voldoende steenkool en arbeid, maar geen olie, staal en hout. Tweederde van het land heeft tekort aan water en de rest van het land stroomt met enige regelmaat over. Er gebeurt heel veel in China en het land kan zich niet veroorloven om stil te zitten en af te wachten. Duurzaamheid staat zeker op de politieke agenda, maar duurzaam bouwen staat hier nog
Nachtimpressie van het nul-energiekantoor in Beijing vooor de Modern Group. Zonwering, daglicht, zonnepanelen en water zijn de keywords (Beijing 2006)
op het niveau van de begin jaren negentig in Nederland, maar er zijn uitschieters en ontwikkelingen gaan hier veel sneller dan in Europa. Duurzaam bouwen en duurzame stedelijke ontwikkeling staat hoog op de politieke agenda. Er is hier een enorme vraag naar kennis en ervaring op dit vlak. Er zijn Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
15
Interview
Masterplan voor het Kangqiao Businesspark in Pudong, Sjanghai.
hier architecten en ingenieurs uit Australië, USA en Europa op afgekomen die allemaal hun kennis en ervaring meebrengen en in allerlei projecten samenwerken. Zo doe ik bijvoorbeeld een project met William McDonough + Partners (C2C) waarbij ARUP de leidende partij is, maar we werken ook samen met bijvoorbeeld DHV, Tebodin, Haskoning en Arcadis. Nederland is hier goed vertegenwoordigd.
Foto Ronald Schlundt Bodien KOW
Eco Cities “Er wordt in China heel veel zonne-energie toegepast, zowel thermisch als photo-voltaïsch. Isolatie en dubbel glas beginnen nu door te dringen, maar is gek genoeg nog niet de standaard. Wel is er in verschillende provincies net weer een nieuwe regel dat zonneboilers moeten worden toegepast voor gebouwen lager dan twaalf verdiepingen. Daarboven is het dak naar verhouding te klein. Aan de andere kant werkt China aan maar liefst 104 Eco Cities. Maar als je ze bezoekt, is er meestal niet veel te zien. Iedere stad maakt namelijk zijn eigen definitie van een Eco City en maar al te vaak gaat het niet veel verder dan veel groen en bloemen. Maar er zijn ook een aantal heel serieuze Eco Cities op een schaal die je in Nederland moeilijk kan voorstellen, namelijk van een miljoen inwoners en meer. Vaak zijn de goede voorbeelden het resultaat van samenwerkingen met andere landen. Zo is Caofeidian Eco City, waar ik bij betrokken ben, een samenwerking van SWECO, uit Zweden, DHV en de WUR. In Tianjin en Nanjing zijn Eco Cities waar Singapore in investeert. TU Delft is met Harbin University betrokken bij Shenzhen en ARUP werkt aan een Eco City bij Beijing. Zo gebeuren hier allemaal dingen gelijktijdig en is het soms moeilijk om op de hoogte te blijven en op het goede moment in te steken. Ik merk dat de Chinezen zelf geen volledig overzicht hebben wat hier allemaal gebeurt.
Foto BEAR Architecten
Pionieren “Ik ervaar het werken in China als pionieren. Projecten zijn gigantisch en de mogelijkheden zijn soms onbegrensd. Ontwikkelingen gaan hier razendsnel en wat ik knap vind, Aziaten zijn in staat om stevige beslissingen te nemen en om ervoor te gaan. Ik merk een enorme inhaalslag in het herwaarderen van cultureel erfgoed en de aanleg van hogesnelheidstreinen gaat in een moordend tempo. Dit stemt Het bezoekerscentrum van De Kleine Aarde in Boxtel (1995). Het eerste Cradle-to-cradle gebouw van Nederland. De binnengang als demonstratie van alle kringloop processen. Voor de eerste keer zijn hier semi-transparante zonnepanelen toegepast.
mij positief als het gaat over duurzame stedenbouw en duurzaam bouwen. De Expo 2010 Better City Better Life was een groot succes en is door tientallen miljoenen Chinezen bezocht. En de boodschap van de Expo zal zeker zijn weerslag krijgen in de Chinese samenleving. Ook al wordt hier elke maand een nieuwe kolencentrale opgeleverd, ik zou er niet gek van opkijken wanneer, door dat hoge tempo en de bittere noodzaak om snel om te schakelen naar duurzame energie, China binnen afzienbare termijn een gidsland zou zijn voor de rest van de wereld.”
16
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
Column
Duurzame Stedelijke Ontwikkeling
Martin Dubbeling
Een paar maanden geleden kreeg ik het aanbod om voor Gezond Bouwen en Wonen een themanummer over duurzame stedelijke ontwikkeling samen te stellen. Dat heb ik geweten. Er zijn genoeg projecten en ontwikkelingen om een hele jaargang van dit vakblad te vullen. Je schrijft uiteraard niet alles zelf en ik ben in de gelukkige omstandigheid dat ik een beroep heb kunnen doen op mijn collega’s bij SAB en op leden van de BNSP+NVTL Werkgroep Duurzame Stedelijke Ontwikkeling, die in het komend jaar 25 bestaat. Kiezen bleek moeilijk en daarom hebben we besloten een groot aantal artikelen doorschuiven naar de eerste uitgave van 2011. Gezond Bouwen & Wonen is een blad dat de vernieuwingen opzoekt en de mogelijkheden verkent om het anders en het meer bewuste bouwen en wonen dichter bij de eindgebruiker te brengen.
“Om mijn vak te
Dit blad komt voor de eindgebruiker op en helpt hem of haar op weg om zelf het heft in handen
duiden vergelijk ik
Amersfoort. Zij nemen zelf het initiatief om hun woonwijk een nieuwe impuls te geven. Architect
het wel eens met dat van een arts, met de stad als mijn patiënt”
te nemen. Een mooi voorbeeld hiervan is het artikel over de bewoners van het Soesterkwartier in Tjerk Reijenga heeft zijn werkterrein naar het verre oosten verlegd en vertelt over duurzaam bouwen in China. Fransje de Waard gaat in op initiatieven om een deel van de voedselproducten weer de stad in te krijgen. Dit is nog maar een greep uit de artikelen in dit themanummer. Ik merk overigens maar al te vaak dat er over het mooie vak stedenbouw veel onduidelijkheid bestaat. Het vak is door veel geheimzinnigheid omgeven. Je bent als stedenbouwkundige een soort mengeling van alchemist en ziener, je duidt de kwaliteiten van locaties op basis van vergeelde kaarten en oude atlassen, je hebt kennis van de ontstaansgeschiedenis van landschappen, dorpen en steden en je hebt de ongrijpbare gave om een samenhangende en hermetische visie op de nabije en de verre toekomst van landschappen, dorpen en steden in woord en in beeld uit te drukken. Om mijn vak te duiden vergelijk ik het wel eens met dat van een arts, met de stad als mijn patiënt. Je stelt samen met je team van coassistenten een diagnose op. Zieke steden moet je soms opereren in het centrum, je legt aan aantal bypasses aan en soms volstaat fysiotherapie. Sommige steden zijn gezond en hebben niet meer nodig dan een facelift of een goed advies over gezond leven en het zuinig omgaan met energie. Maar ach, sommige bestuurders willen niet inzien dat een stad of een regio ernstig ziek is. Neem nou de veelbesproken krimp. Die hebben we echt allemaal van verre aan zien komen. Dat de voorraad niet meer aansluit bij de samenstelling van een afnemende en sterk vergrijzende bevolking is een gewoon een vorm van woningbouw obesitas. Veel gemeenten en marktpartijen hebben simpelweg te veel gebouwd en zich te weinig bekommerd om de condities van de bestaande voorraad en de woonwensen van de vergrijzende samenleving. Ik zie het vak stedenbouw als sleutel naar een duurzame samenleving. Nederland is zo langzamerhand toe aan een strategie op het schaalniveau van de stad en de stedelijke infrastructuur. Alle energiezuinige, passieve, duurzame, bio-ecologische en cradle-to-cradle ontworpen en gebouwde woningen ten spijt, het blijft behelpen. Maar, er is hoop en er is nog genoeg te doen. De fossiele energie die wij besparen met al die warmtepompen, warmte- en koudeopslag en zonnecollectoren valt in het niet bij de energievraag van de nog grotere huishoudelijke apparaten die wij aanschaffen en die vliegreis naar dat congres in een mooi en ver buitenland. We moeten de aandacht verschuiven van energiezuinige woningen naar energieproducerende woonwijken, om maar een voorbeeldje te noemen. Met actieve zonne-energie en hier en daar een
Ir. Martin Dubbeling is stedenbouwkundige en adviseur duurzame stedelijke ontwikkeling. Hij is werkzaam bij SAB in Arnhem en hij is (mede) voorzitter van de BNSP+NVTL Werkgroep Duurzame Stedelijke Ontwikkeling en een van de auteurs van het voorbeeldenboek ‘Duurzame Stedenbouw, The Next Step, Perspectieven en voorbeelden’.
windmolen kunnen we een heel eind komen. Daar hebben we echt geen zoveelste kolencentrale in Delfzijl of een tweede kerncentrale in Borssele voor nodig. Het vraagt om een revolutionaire benadering van de stedelijke energie-infrastructuur en om een frisse kijk op duurzame gebiedsontwikkeling. Gebiedsontwikkeling die er echt toe doet en ons op weg helpt naar een meer duurzame samenleving. Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
17
Multinationals zetten in op leefbare en duurzame steden
Bedrijfsleven neemt de stad over Kees de Graaf
Wat hebben IBM, Audi, Philips, Sony, Shell en Siemens met elkaar gemeen – behalve dat ze grote multinationals zijn? Het antwoord is verrassend: ze Foto NYCDOT, Summer Streets
ontwikkelen een visie op de duurzame en leefbare stad van morgen. Een taak die voorheen voor de publieke stadsplanners was weggelegd, wordt nu overgenomen door dit soort grote bedrijven. Wat zit
De wijken uit deze tijd kennen een vergelijkbare opzet, met bijvoorbeeld
daar achter? Waarom is het voor hun business inte-
bouwen. Primair was de bouw van deze wijken ingegeven door een eigen
ressant om met deze materie aan de slag te gaan? Gezond Bouwen & Wonen ging op onderzoek uit.
grote achtertuinen waarin de arbeiders zelf groente en fruit konden verbedrijfsbelang – het kunnen aantrekken van voldoende arbeiders om de fabrieken draaiende te houden – maar direct in het verlengde lag de wens om een complete leefgemeenschap te realiseren, waar het goed toeven was. Het begrip duurzaamheid was in die tijd nog niet hip, maar de geschiedenis heeft uitgewezen dat veel van deze wijken goed ‘houdbaar’ zijn gebleken.
W
ie teruggaat in de geschiedenis, ziet dat het bedrijfsleven in de
Het zijn nog steeds geliefde plekken om te wonen, vaak op korte afstand van de binnenstedelijke centra gelegen.
negentiende en het begin van de twintigste eeuw nog een belang-
rijke vinger in de pap had bij de aanleg van nieuwe woon- en werkgebie-
Gezonde omgeving
den. We kennen de voorbeelden uit onze eigen dorpen en steden: het
In het buitenland vinden we vergelijkbare voorbeelden, die soms zelfs de
Agnetapark in Delft, Batadorp in Best, het Drentse dorp in Eindhoven,
schaal en vorm aannamen van complete stadswijken. Markant voorbeeld is
tuindorp ’t Lansink in Hengelo. Allemaal aangelegd op instigatie van ‘ver-
Siemensstadt in Berlijn, de naam zegt het al: een stadsdeel dat compleet is
lichte’ fabriekseigenaren als Charles Theodorus Stork en Anton Philips. Zij
opgebouwd rond de bedrijfsgebouwen die hier door Werner von Siemens
schakelden gerenommeerde stedenbouwkundigen en architecten in, zoals
en Johann Georg Halske vanaf 1899 werden neergezet. Stoere, markante
Gerrit Jan de Jongh die het Philipsdorp ontwierp rond 1910 en daarvoor
baksteengebouwen afgewisseld met wit en geel gestucte woningen, losjes
naam had gemaakt als directeur van Gemeentewerken in Rotterdam. Zijn
in het groen gesitueerd. De arbeider moest niet alleen een goede werkplek
plan werd in een tweede fase verder uitgewerkt door Karel de Bazel, ook
hebben, ook na het sluiten van de fabriek was het belangrijk dat hij in een
een vermaard architect uit die tijd. Ook landschapsarchitecten als Leonard
gezonde omgeving kon verblijven, met allerlei voorzieningen (sport, cultuur)
Springer en Louis Paul Zocher leverden bijdragen.
in de directe nabijheid.
18
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
Beleid
Van de stadsbesturen in die tijd hadden de grote bedrijven in die tijd weinig
Big Blue IBM heeft haar concept ‘Smarter Cities’ genoemd en geeft in drie
te duchten; zij konden in belangrijke mate hun eigen plan trekken. Veel
jaar tijd vijftig miljoen dollar uit aan honderd steden om deze ‘smarter’ te
bestuurders waren maar al te blij dat het grootkapitaal investeerde in de stad
maken. Dat begrip smart heeft in dit geval betrekking op allerlei technologi-
en zorgde voor werk, woningen en andere bijkomende zaken.
sche vernieuwingen, die de steden aangenamer maken om in te verblijven. Van smarter money (over andere vormen van financieren) tot en met smart
Minder invloed
grids, waarin de energievoorziening van allerlei stedelijke functies op elkaar
In de ‘moderne’ tijd, na de Tweede Wereldoorlog, nam de invloed van grote
wordt afgestemd.
bedrijven op het stadsbeeld snel af. De economie verschoof van industriële activiteiten naar een dienstenmaatschappij, waarin geen behoefte meer was
Goed voelen
aan gemengde woon/werkgebieden. Multinationals concentreerden zich op
Ons eigen Philips zet met het Liveable Cities Award in op leefbare steden,
de bouw van individuele gebouwen, waarmee de ‘corporate identity’ werd
een begrip dat bijvoorbeeld in een stad als Vancouver de laatste jaren als
geaccentueerd. Woningcorporaties namen de bouw van arbeiderswoningen
leitmotiv in de stedelijke ontwikkeling wordt gehanteerd. De redenatie is
voor hun rekening en zetten in de afgelopen eeuw 2,3 miljoen sociale huur-
simpel maar krachtig: maak steden aantrekkelijk en dierbaar (‘loveable’)
woningen in dit land neer.
voor uiteenlopende groepen om in te wonen, gezinnen met kinderen
Daarom is het des te opvallender dat nu stadsontwikkeling steeds meer in
niet uitgezonderd. Dan verlaten deze groepen ook niet de stad om in
het teken komt te staan van een ‘duurzame’ aanpak, de grote bedrijven
de suburbs te gaan wonen en blijft het sociale ‘weefsel’ van de stad veel
zich weer melden in het debat. Bij bosjes rollen de initiatieven over elkaar
beter intact. Drijvende kracht achter het Philips-initiatief is Katy Hartley,
heen: Shell bouwt een duurzaam technology center in Amsterdam, Philips
sinds 2009 directeur van het Philips Center for Health & Wellbeing. Dit
introduceert het Liveable Cities-project, Sony zet in op de creative city,
kennisinstituut, dat zelf ook uitgebreid onderzoek laat verrichten, heeft
Audi lanceert de Urban Future Award, Siemens zet een City of the Future
drie speerpunten geformuleerd waar de komende tijd kennisontwikkeling
Exhibition and Solutions Center in Singapore neer. Kortom: in twee jaar tijd
en -uitwisseling op zal plaatsvinden: Independent Living (onafhankelijk
krijgt de discussie over duurzame, leefbare en gezonde steden een enorme
leven), Healthy Lifestyle (gezonde levensstijl) en Well-being Outdoors (je
impuls, uit onverwachte hoek.
buiten goed voelen). Bij dat laatste thema wordt nadrukkelijk de relatie met stedenbouw gelegd: ‘de uitdaging is om steden te maken die veilig
Maatschappelijk verantwoord
voelen, met aangename sociale ruimten en een gevoel van gemeenschap’.
Het mag duidelijk zijn dat achter deze initiatieven een welbegrepen eigen-
Dat alles op basis van wat de bewoners van de steden zelf wensen en dus
belang schuil gaat. Wie tegenwoordig als grote onderneming niets doet
niet van bovenaf opgelegd. Oftewel een complete breuk met hoe tot voor
aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en in het verlengde
kort over stedelijke ontwikkeling werd gedacht: veel meer aandacht voor
daarvan aan duurzaamheid, mist al heel snel de boot. Bovendien hopen
de ‘zachte’ kanten van het stedelijk leven en met veel meer oog voor de
deze ondernemingen uiteindelijk meer van hun producten te verkopen door
mensen die daadwerkelijk in die stad leven.
zich een duurzaam imago aan te meten. Het zou de initiatiefnemers bij deze bedrijven echter te kort doen om hiermee de zaak af te maken. Uit de
Weg voorwaarts
professionaliteit die van de diverse projecten afstraalt, blijkt dat er een dieper
Het wordt interessant om de komende tijd te volgen welke nieuwe gezichts-
liggende ambitie is om onze steden daadwerkelijk beter in te richten voor
punten deze initiatieven opleveren. Vervolgens is het de vraag hoe de
toekomstige generaties.
nieuwe kennis ‘landt’ bij die partijen die het in Nederland voor het zeggen
In een tijd waarin de overheid zich steeds verder terug lijkt te trekken in het
hebben wat de inrichting van de steden betreft. De crisis die de vastgoed-
debat over ruimtelijke ordening in het algemeen en verstedelijking in het
sector teistert, komt wat dat betreft op een uitstekend moment: er wordt
bijzonder, is deze private impuls meer dan welkom. Zeker wanneer in deze
alom nagedacht over wat de weg voorwaarts is op het gebied van project-
impuls multidisciplinair wordt gedacht en niet meer – zoals de afgelopen
en gebiedsontwikkeling. In een dergelijke fase van bezinning kan het geen
halve eeuw in de Nederlandse stadsontwikkeling gebruikelijk was – uitslui-
kwaad om de luiken open te gooien en te kijken wat er vanuit aanpalende
tend vanuit sectoren en monofuncties.
sectoren – technologie, mobiliteit, verlichting en ga zo maar door – wordt aangereikt.
Eigen invalshoek
Bijkomend voordeel kan zijn dat duurzame stedelijke ontwikkeling op een
Het interessante aan de verschillende initiatieven is dat ze elk een eigen
nieuwe leest wordt geschoeid. Niet meer denkend vanuit louter duurzame
dimensie van stedelijkheid onder de loep nemen, waarbij ze logischerwijs
materialen en beperking van het energieverbruik, maar veel meer inzettend
hun eigen core business als vertrekpunt nemen. Zo zet autofabrikant Audi in
op thema’s op een hoger schaal- en abstractieniveau. Dan komen ook bij-
op de driehoek van architectuur, stadsontwikkeling en mobiliteit. Elke twee
voorbeeld onderwerpen als lokale energievoorziening en lokale voedselpro-
jaar wordt een aantal architectenbureaus uitgenodigd om in competitiever-
ductie in beeld. En dat alles in een veel vrolijker toonzetting dan die uit de
band visies te ontwikkelen op de stad van de toekomst: ‘der urbane Raum’.
doemfilms van Al Gore en consorten. Duurzaamheid kan ook leuk zijn – dat
De eerste prijs werd dit jaar door architect Jürgen Mayer gewonnen, met een
is een hele verademing.
concept waarin auto’s voortdurend in beweging zijn en daardoor ook geen parkeerruimte meer vragen. De ruimte die daarmee wordt gewonnen, kan teruggegeven worden aan de voetganger.
Meer informatie: www.audi-urban-future-award.com en www.smartercitieschallenge.org www.livablecities.net en www.siemens.com/entry/cc/en/urbanization.htm www.because.philips.com en www.philips-thecenter.org
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
19
Foto›s Stefan Netsch
Baumeistercarré in Karlsruhe. Blik op binnenhof met toegevoegde nieuwbouw en daarachterliggende blokrand.
Duurzame gebiedsontwikkeling en ontwerp in het buitenland
Leren van de oosterburen Niels Kropman en Stefan Netsch
Baumeistercarré (Karlsruhe)
Duurzaamheid in gebiedsontwikkeling en architectonische ontwerpen is in Nederland eerder uitzondering dan regel. In het buitenland zijn echter talloze aansprekende voorbeelden te vinden waaruit blijkt dat duurzame ruimtelijke ontwikkeling uitstekend van de grond kan komen, bijvoorbeeld in de Duitse steden Stuttgart en Karlsruhe. Wat kunnen we in Nederland leren van de aanpak in het buitenland?
20
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
Projecten
D
e afgelopen twintig jaar heeft Nederland in Europa en erbuiten een uitstekende reputatie opgebouwd met hoogwaardige gebiedsontwik-
keling en architectonische ontwerpen. De Nederlandse aanpak in gebiedsontwikkeling en ontwerp staat bekend om zijn sterke conceptuele kracht. Echter, in vergelijking met het buitenland, is in de afgelopen jaren een opvallend verschil ontstaan in de aanpak van projecten. In het buitenland vormt duurzaamheid een belangrijk onderdeel van de gebiedsontwikkeling en architectonische ontwerpen, terwijl we in Nederland moeten constateren
De "landschapstrap" met aangrenzende bebouwing (Ostfildern)
dat duurzame gebiedsontwikkeling en ontwerpen eerder tot de uitzondering behoren dan dat ze regel zijn. Ondanks dat in veel andere segmenten van de Nederlandse maatschappij het begrip duurzaamheid inmiddels een onlosmakelijk onderdeel is geworden van de planvorming en ontwikkeling, is dit binnen de stedenbouw en architectuur nog niet het geval. Dit verschil is des te opvallender als men bedenkt dat het doorvoeren van duurzame maatregelen in de gebiedsontwikkeling en architectonische ontwerpen betrekkelijk eenvoudig is en de mogelijkheden hiertoe al jaren bekend zijn in de vakwereld. Inbreiden, naverdichten gecombineerd met een duurzame kwaliteitsverbetering voor de omgeving waarbij duurzame en energiebesparende maatregelen in het ontwerp worden opgenomen, is buiten Nederland al vele jaren gebruikelijk. De naoorlogse groei van de bevolking gecombineerd met het enorme aantal benodigde nieuwe woningen en een veranderende woonwens leidden
Vermenging van de oude kazernes met de nieuwbouw in Ostfildern
in Nederland tot een enorme woningbouwopgave, uiteindelijk resulterend in de Vinex-wijken. Deze grootschalige stedelijke uitleglocaties, met als voornaamste functie wonen, vormden de Nederlandse oplossing teneinde de bouwopgave te realiseren. In tegenstelling tot het buitenland kwam duurzame ontwikkeling hierbij nauwelijks van de grond. Nu grootstedelijke uitleglocaties in Nederland niet langer meer mogelijk zijn, kunnen we ons afvragen: wat kunnen we leren van de aanpak in het buitenland?
Scharnhauser Park in Ostfildern Het Scharnhauser Park in Ostfildern (nabij Stuttgart) omvat het ontwikkelen en transformeren van een Amerikaanse kazerne tot een duurzame woonwijk. Naast het bouwen van energiezuinige woningen met lokale
Impressie woningbouw (Karlsruhe)
energieproductie door kleinschalige centrales en een uitstekende ovverbinding wordt er ook veel aandacht besteed aan de openbare ruimte. Er is voor gekozen om centraal in de woonwijk een soort park te ontwik-
Baumeistercarre in Karlsruhe
kelen in de vorm van een zogenaamde Landschaftstreppe (vrij vertaald een
De Baumeistercarre is ontwikkeld dichtbij het centrum van de stad
landschapstrap) waarbij gebruik is gemaakt van de natuurlijk aanwezige
Karlsruhe. De stedelijke structuur van deze woonwijk bestaat uit stedelijke
hoogteverschillen. Het park bestaat uit een multifunctioneel ingerichte
blokken. De binnenkant van de blokken is in het verleden vaak gebruikt
openbare ruimte waarbij duurzame ruimtelijke ontwikkeling de doelstel-
voor bedrijvigheid, maar door het wegtrekken van de bedrijven lagen de
ling was. Bij het ontwerp van de wijk is er bewust voor gekozen om het
binnenterreinen de laatste jaren braak. De reürbanisatie van de steden
nabijgelegen bestaande rioolstelsel, waar de nieuwe wijk op zou moeten
en de achteruitgang van de kwaliteit van de stedelijke omgeving waren
aansluiten, zo min mogelijk te belasten. Het loskoppelen van de watersys
aanleiding om de bestaande hoogstedelijke structuur van een kwaliteits-
temen waarbij het ‘grijze water’ wordt gescheiden van het ‘bruine water’
impuls te voorzien en door inbreiding nieuwe woningen toe te voegen
zorgt voor een aanzienlijke afname van de belasting op het bestaande
aan de bestaande woningvoorraad. Doelstelling hierbij was dat de stede-
rioolstelsel. Daarnaast zorgen deze maatregelen voor een behoorlijke kos-
lijke omgeving en nieuwe woningen moesten voldoen aan de moderne
tenreductie. De treden van de trap bieden voldoende ruimte om te worden
woonwensen.
ingericht als wadi’s. Deze wadi’s zijn vervolgens rechtstreeks verbonden
Er is voor gekozen om in de binnenkant van de woonblokken nieuwe
met het watersysteem van de omliggende nieuwe woonwijk. De sloten en
woningen te ontwikkelen. Tegelijkertijd is de stedelijke omgeving, de
de wadi’s in de woonwijk vormen hierdoor één geïntegreerd en verbonden
buitenkant van de stedelijke blokken, van een kwaliteitsimpuls voorzien.
watersysteem dat in staat is piekneerslag te verwerken door het bevorde-
In totaal zijn er 53 woningen in het blok ontwikkeld, bestaande uit zowel
ren van de infiltratie van het water.
appartementen als rijtjeshuizen. Het ambitieniveau voor de woningen en Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
21
Projecten
Dragonerkaserne, bouwgroep B44 (Karlsruhe)
Dragonerkaserne, bouwgroep Weststadt (Karlsruhe)
de omliggende openbare ruimte bestond uit het realiseren van voldoende
flexibele ontwikkelconcepten waardoor in de binnenstad gebouwd kan
(woon)ruimte (zowel binnen- als buitenshuis), gelegen in een groene,
worden naar de individuele wens van de toekomstige bewoners en tegelij-
verkeersvrije openbare ruimte van hoogwaardige kwaliteit. De openbare
kertijd op duurzame wijze wordt geanticipeerd op de hedendaagse trends.
ruimte is op duurzame wijze ingericht en het watersysteem bestaat uit wadi’s en andere waterinfiltratie bevorderende maatregelen om de vaker
De les
voorkomende piekneerslag beter te kunnen afvoeren. De watermaatre-
Wat kan Nederland nu leren als het gaat om de ontwikkeling van duur-
gelen zijn zo ontworpen dat deze meervoudig ruimtegebruik mogelijk
zame woonwijken? De woonwensen zijn aan het veranderen en er is
maken. Zo dienen de wadi’s als speelterreinen en fungeren de sloten als
in toenemende mate sprake van een reürbanisatie van de steden. Voor
wandelpaden in drogere tijden.
veel mensen is het wonen in het groen niet langer de belangrijkste reden om ergens te wonen, maar de aanwezigheid van cultuur-, onderwijs- en
Dragonerkaserne in Karlsruhe
sociale voorzieningen gecombineerd met een uitstekende bereikbaarheid.
De voormalige Dragonerkaserne in Karlsruhe huisvest twee uitstekende
Daarnaast is er een toenemende noodzaak voor een duurzame ruimtelijke
voorbeelden van succesvol ‘Collectief Particulier Opdrachtgeverschap’. De
ontwikkeling die rekening houdt met de hiervoor beschreven trends zoals
bouwgroepen B44 en Weststadt, gevormd door een diverse groep van
de toenemende regenval door de klimaatverandering.
gezinnen, eenpersoonshuishoudens en ouderen, hebben gezamenlijk hun
Uit de beschreven initiatieven komt naar voren dat de belangrijkste sti-
woonruimten ontworpen en zijn tevens als ontwikkelaar opgetreden. Het
mulans voor duurzame ontwikkeling de kostenreductie is die hiermee
voordeel van een dergelijke samenwerking is dat iedere groep, gezin of
behaald kan worden. Dit geldt zowel voor overheden als voor particulieren.
bewoner zijn eigen wensen aan zijn woning kan doorvoeren en hierbij
Daarnaast voorzien nieuwe samenwerkingsvormen en ontwikkelingsver-
niet afhankelijk is van anderen (zoals projectontwikkelaars). Het resultaat
banden in de vraag van particulieren om hun individuele woonwensen
van het ‘Collectief Particulier Opdrachtgeverschap’ is dat er binnen één
te faciliteren binnen een collectief. Het loskoppelen van rioolsystemen,
gebouw meerdere typen woningen worden gerealiseerd die geschikt zijn
het op duurzame wijze inrichten van de openbare ruimte of het optimaal
voor diverse groepen in de samenleving. Hierbij kan worden gedacht aan
benutten van bestaande stedelijke gebieden door middel van een duur-
bijvoorbeeld gezinswoningen en seniorenwoningen op de begane grond
zame ruimtelijke inrichting waarbij een gebiedsgerichte aanpak wordt
en een- en tweepersoonshuishoudens op de overige etages. Het grootste
gehanteerd, zijn naast duurzaam ook kostenreducerend. Maar waarom
pluspunt voor de deelnemers aan een dergelijk opdrachtgeverschap is het
heeft deze trend zich dan niet in Nederland ontwikkeld? Een verschil met
financiele voordeel. Doordat het collectief de rol van ontwikkelaar op zich
het buitenland is dat de gemiddelde woontijd veel langer is, waardoor
neemt, hoeft het rendement dat een ontwikkelaar normaal gesproken wil
er een lagere acceptatiegraad is voor een terugverdientijd van tien tot
halen op zijn investeringen niet te worden betaald.
vijftien jaar. Hierdoor is er ook meer animo om te investeren in duurzame
In samenwerking met de gemeente heeft B44 gekozen voor stedelijke rij-
energiemaatregelen.
tjeshuizen en Weststadt heeft gekozen voor zestien verschillende woning-
In Nederland moet het besef worden ontwikkeld, bij overheden en par-
typen binnen het plangebied. De rijtjeswoningen bestaan in eerste instan-
ticulieren, dat duurzame ruimtelijke ontwikkeling perfect geschikt is om
tie uit een casco van twee betonnen muren waartussen de invulling en
lagere energiekosten of kostenbesparingen te realiseren. Tegelijkertijd
de variatie van typen vrij is. Het door Weststadt ontwikkelde appartemen-
zal de acceptatie voor de terugverdientijd verbeterd moeten worden. Het
tencomplex is ontwikkeld met dezelfde variatie en flexibiliteit voor ogen.
buitenland laat namelijk zien dat duurzame ruimtelijke ontwikkeling dan
Deze vorm van opdrachtgeverschap sluit goed aan bij de hedendaagse
uitstekend van de grond kan komen.
trends, zoals reurbanisatie, veranderende woonwensen en verandering
Stefan Netsch werkt als docent ruimtelijke ordening aan Hogeschool Rotterdam en als stedenbouwkundige bij SAB in Amsterdam. Niels Kropman werkt als planoloog bij SAB in Amsterdam.
van samenstelling van huishoudens. Dit vraagt namelijk om innovatieve
22
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
Column
De invloed van de stedenbouwkundige
Chris Zijdeveld Het is raar gesteld met stedenbouwkundigen. Hun ontwerpen bestaan eeuwenlang en ze hebben een grote invloed op het welzijn van de bewoners, het ruimtebeslag ten koste van de natuur en de milieubelasting van de wijk. Maar ik heb zelden meegemaakt dat ze daarop worden beoordeeld. Hun ontwerpen worden regelmatig bejubeld, maar de relatie met het eindresultaat wordt zelden gelegd. En als er weer een slecht leefbare wijk is gebouwd, wordt de naam van de verantwoordelijk steden-
“Een opdracht zonder randvoorwaarden kan leiden tot wijken die niet deugen of minder geslaagd zijn”
bouwkundige zelden nog genoemd. Ook voor stedenbouwkundigen gelden waarheden van het kaliber: ‘inspraak zonder inzicht leidt tot uitspraken zonder uitzicht’. Ik probeer hiermee plastisch aan te geven dat ook stedenbouwkundigen werken op basis van een opdracht. Een opdracht zonder randvoorwaarden kan leiden tot wijken die niet deugen of minder geslaagd zijn dan ze hadden kunnen zijn als de opdrachtgever duidelijke eisen had gesteld en zijn verantwoordelijkheden had genomen. Meer dan eens heb ik een opdrachtgever die mij vroeg of ik “de stedenbouwkundige eens onder handen wilden nemen” er op gewezen dat dit alleen effect heeft als dit gebeurt met een duidelijk mandaat namens die opdrachtgever. Eén van de aspecten waarvan de invloed chronisch onderschat wordt is de dichtheid waarin wordt gebouwd. Bij moderne woonwijken (Vinex) is een tendens naar absurd lage dichtheden, waarschijnlijk op basis van de ongefundeerde aanname dat dit leidt tot groene wijken. Niets is minder waar. De dichtheid waarin wordt gebouwd bepaalt het draagvlak voor voorzieningen op loopafstand en bepaalt ook het draagvlak voor openbaar vervoer. Bij hogere dichtheden zijn winkels, scholen en openbaar vervoer op loop- of fietsafstand mogelijk. Een wijk met hoge dichtheden kan in die zin een hoge woonkwaliteit opleveren. U wilt getallen? Het is zonder meer mogelijk om een wijk te bouwen met dichtheden van meer dan vijftig woningen per hectare, die nog steeds groen oogt en voldoende draagvlak oplevert voor die voorzieningen, terwijl de gemiddelde dichtheid in sommige Vinex woningen tot rond de dertig (of zelfs daaronder) kan dalen. Ondanks die lage dichtheden beleven de bewoners van Vinex wijken hun wijk niet altijd als ‘groen’. Ik geloof dat een rapport onder leiding van Winsemius dat een poosje geleden vaststelde. Dat komt omdat bij het ontwerp veel groen wordt verspild als middenbermgroen, afscheidingsgroen tussen fietspaden en rijweg en allerlei andere versnipperingen. Als in plaats daarvan de stedenbouwkundige opdracht krijgt om groen in concentraties aan te leggen die met elkaar zijn verbonden, dan kunnen hooglijk gewaardeerde groene wijken ontstaan met dichtheden van meer dan vijftig woningen per hectare. Nog erger is het gesteld met de wijze waarop stedenbouwkundigen oog hebben voor het microklimaat. De grootste weerstand tref ik steeds weer aan tegen het aspect zonneoriëntatie. Als stedenbouwkundigen zo ontwerpen dat woningen en andere gebouwen op het zuiden worden georiënteerd, kan in de zomer heel gemakkelijk oververhitting worden voorkomen en kan de zon in de winter een waardevolle bijdrage leveren aan de verwarming. Het nevenvoordeel van min of meer zuid oriënteren lijkt zelfs helemaal onbekend. Min of meer oost - west lopende straten worden ook in de winter door de laag staande ochtend- en avondzon bereikt, terwijl de middagzon uiteraard toegang heeft. Noord - zuid lopende straten ontvangen in de winter alleen wat zond rond het middaguur en zijn dus significant somberder, maar dat schijnt bij ontwerpers nauwelijks door te dringen. Integendeel. Ik heb al heel wat drogredenen gehoord van stedenbouwkundigen om niet zon georiënteerd te bouwen. Het zou niet kunnen in hogere dichtheden (onzin). Het zou leiden tot primitieve en ruimteverspillende strokenverkaveling (verwijtbare onwetendheid). Het zou leiden tot eentonige en weinig gevarieerde architectuur (onwetendheid of onwil). Neemt u dus vooral uw verantwoordelijkheid. Geef stedenbouwkundigen geen blanco opdrachten,
Ir. Chris Zijdeveld vervulde en vervult meerdere bestuursfuncties die te maken hebben met milieu, energiebesparing en duurzaamheid. Hij is directeur van Bureau Duurzame Toekomst.
maar geef ze randvoorwaarden mee. En als u dat vergeten bent, maar toch nog een duurzame wijk of stadsdeel wilt, neem ik ze graag onder handen. Maar wel uit uw naam en met een deugdelijk mandaat.. Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
23
Inboerende burgers en de verduurzaming van de stad
Stadslandbouw: meer dan een nieuw kunstje Fransje de Waard
Stadslandbouw – een paar jaar terug klonk het nog als absurditeit, iets uit de categorie ‘stadse fratsen’. Of voor de Derde Wereld. Inmiddels zingt het idee om in eigen stad aan voedselteelt te gaan doen echter onmiskenbaar rond. Vers voedsel hoeft niet van de andere kant van de wereld te komen en zelfs niet uit een anoniem plaatsje elders op het eigen continent. Als argument klinkt daarbij al gauw de te boeken klimaatwinst: minder kilometers, minder verwerking en minder verpakking.
D
e bezorgdheid om het klimaat lijkt momenteel de grootste aanjager voor westerse stadslandbouw te zijn. Dat is niet onterecht, want de gangbare landbouw- en voedselsector is een
grootverbruiker van fossiele brandstoffen. Maar zonneklaar blijkt daar al uit, dat klimaatverandering op zich het probleem niet zozeer is. De landbouw zelf moet op de schop, want zonder goedkope aardolie is die in de bestaande vorm domweg onmogelijk. Op miljoenen hectares buiten de stad zal er dus het nodige moeten veranderen. Intussen komt er daarbinnen op vierkante meters een vliegwiel op gang, waarmee de stedelijke samenleving zich integraal begint te vernieuwen. In talloze steden steken inwoners de handen uit de mouwen en de spa in de grond om straks hun eigen boontjes te kunnen doppen. Elders steken zij de koppen bij elkaar om plannen te maken voor eetbare parken, groenstroken en binnenterreinen. En hier en daar steekt een enkeling met een landbouwkundige opleiding zijn energie in het schrijven van een businessplan en het zoeken naar investeerders voor een eigentijdse stadsboerderij. Natuurlijk stuit men daarbij vroeg of laat op barrières en blinde vlekken. Gif in de grond, bestemmingsplannen, onbegrip, gebrek aan kennis, een wankele sociale organisatie. Toch zijn er inmiddels wel degelijk ‘good practices’ te vinden.
Vormen van stadslandbouw Stadslandbouw is een paraplubegrip, dat talloze vormen en schaalniveaus omvat. Aan de ene kant gaat het om hightech en high-input concepten als energieproducerende en kringloopsluitende tuinbouwkassen en varkensflats. Aan de andere kant oogst de eerste de beste stedeling kiemgroentes van eigen vensterbank. Daartussen vinden we potjes met kruiden op het balkon, bakken met fruit en groente op het dak, druivenstruiken en vijgenbomen in geveltuintjes, slaplantjes in achtertuinen, en
24
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
Stedenbouw
De oogst is nabij in een moestuin aan de Parmenidesstraat, Geuzenveld, Amsterdam.
Foto BuitenRuimte voor Contact
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
25
Vrijwilligers richten de verplaatsbare NatuurSUPERmarkt in op een
Aanplant Foodscape Westenberg Hof in
bedrijfsterrein in Eindhoven. Foto Ellen_EHV.nl
Haagse Schilderswijk. Foto Urbaniahoeve.org
Sitopia Met haar boek ‘Hungry City - How Food Shapes Our Lives’ zette de Londense architect Carolyn Steel de geschiedenis van de verhouding tussen agrarische en stedelijke ontwikkeling op de kaart. Niet toevallig hebben beide hun oorsprong in hetzelfde gebied (Mesopotamië) en tijdperk (zo’n 10.000 jaar geleden). Historisch waren zij namelijk organisch met elkaar verbonden, waarbij de groei van de stad werd begrensd door de capaciteit van de ommelanden om de inwoners ter plekke van vers voedsel te voorzien. Met de industrialisering, te beginnen met de intrede van de trein als vervoermiddel, werd de intrinsieke band tussen de grond van de producent en de mond van de consument echter het slachtoffer van het mondiale verkeer van grondstoffen en voedingsmiddelen. Parallel daaraan raken inmiddels groeiende aantallen stedelingen wereldwijd in hoog tempo vervreemd van hun dagelijkse voedsel en bedreigt de verschuiving naar westerse eetpatronen rechtstreeks de productiecapaciteit van de aarde op afzienbare termijn. In haar onderzoeksproject Sitopia (‘voedsel-plek’) richt Steel zich op de toekomst. Zij werkt onder meer in Den Haag en Groningen samen met uiteenlopende publieke en private partijen, om opnieuw vorm te geven aan die eerdere verbindingen. Voedsel belichaamt bij uitstek de relatie tussen mens en natuur en door het zijn centrale plek weer terug te geven, heeft ook de stad als levend, cultureel ecosysteem een toekomst.
26
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
– buiten het privédomein – buurtmoestuinen, pluktuinen, schooltuinen, gezamenlijk beheerde landjes en ook winstgevende teeltbedrijven met directe lijnen naar de stedelijke consument. Tot halverwege de vorige eeuw was land- en tuinbouw dichtbij de uitdijende stad geen uitzondering, maar regel. Nu zijn er weer plekken zoals stadsboerderij Caetshage, onderdeel van de ecologische nieuwbouwwijk Lanxmeer in Culemborg. Ted en Boudien Phillips beheren op 2,5 hectare onder meer een gedeelte tuinbouw, waaruit zij wekelijks biologische groenteabonnementen leveren en twee maal per week in de winkel verkopen. Vanuit hun eerdere sierteeltbedrijf verzorgen zij daarnaast een flink perceel met bloemen. Met de komst van vier drachtige schapen is ook het onderdeel veehouderij gestart. Boer en boerin bouwen hier tevens aan een educatief aanbod. Leerlingen van een vernieuwende basisschool werken wekelijks een dagdeel mee en de boerderij is inmiddels ook het decor voor een dagdeel buitenschoolse opvang. Zorgboerderij Caetshage, die onder dezelfde stichting valt, is al even multifunctioneel. In een proeftuin met bijzondere groenten, in de winkel en het openbaar groen leert een aantal Wajongers praktische vaardigheden en worden mensen met een zorgvraag begeleid. Ten slotte komen in Theehuis Caetje alle betrokkenen, vrijwilligers, wijkbewoners en andere bezoekers elkaar vroeg of laat tegen achter thee en taart uit eigen tuin. In deze context is voedsel niet meer dat assortiment ingenieus verpakte artikelen van onbekende herkomst, dat per strekkende meter in de supermarkt ligt. De verbindingen zijn van menselijke proporties en dat wordt steeds meer als waarde herkend. Op stadsboerderij De Kemphaan in Almere is dat al niet anders. Elk weekend komen er vele honderden mensen op de boerenmarkt af en gaan de hamburgers van de biologisch-dynamisch gehouden koeien als warme broodjes over de toonbank. Traditioneel is agrarisch Nederland producent en exporteur van bulkgoederen en parallel daaraan vormden we zelf een culinair ontwikkelingsland. Daar komt nu verandering in. Het maakt ons inmiddels wel degelijk uit wat er op ons bord ligt, hoe het smaakt, waar het vandaan komt en hoe het tot stand is gekomen. Vraag en aanbod van streekproducten nemen een hoge vlucht. Een stap verder ligt dan de nieuwe dynamiek van inboerend burgerschap: stedelingen nemen een deel van hun voedselvoorziening in eigen hand.
Stedenbouw
Diversiteit aan wortels uit het ‘hutspotveld’ van Vrij Groen, Leiden. Foto Paul van Steijn
Green GuerilLa-activisten Door een nieuwe bril bezien herbergt de stedelijke ruimte nogal wat loze meters en twijfelachtig kijkgroen waar ook voedselgewassen zouden kunnen groeien. Dat punt is in geuren en kleuren gemaakt door ‘Green Guerilla’-activisten. Voortgekomen uit de New Yorkse ‘community gardening’-beweging Foto Naturalis
brengen zij de revolutie door het simpelweg planten van zaden en stekken in de openbare ruimte. Als hun ‘seed bombs’ de oerknal van de hedendaagse stadslandbouw hebben afgegeven, dan verschijnt er inmiddels een regenboog aan individuele pioniers, die lokaal expertise ontwikkelen in het cultiveren van nieuwe verbindingen tussen stedelingen en hun leefomgeving, voedsel, gezondheid - en buurtgenoten. Dat laatste aspect biedt de rijkste perspectieven. Het gezamenlijk beheren van
Uitzicht op de Leidse biodiversiteitstuin Vrij Groen vanaf de toren van Naturalis.
groene plekken, vooral voor het telen van groente, fruit en kruiden, blijkt een gouden sleutel voor het slechten van sociale barrières. Publieke en private partijen met een integrale blik zien daardoor spin-offs ontstaan, die langs sectorale benaderingen tot nu toe een utopie zijn gebleven. Woningcorporatie Ymere liet het binnenterrein van de Parmenidesstraat in de Amsterdamse ‘Tuinstad’ Geuzenveld in 2009 opdelen in moestuintjes, die Foto Shirley Brandeis
bewoners individueel gingen beheren. Verschillende groepen migranten, die vaak op het platteland geboren zijn, buigen zich met hun Nederlandse buren over elkaars groentebedden. Al doende leert men van elkaar, eet men van elkaar en groeit de zorg voor de eigen leefomgeving. Een ander Amsterdams voorbeeld: jonge, creatieve onderzoekers van de Doetank brengen scholieren in contact met bewoners van woonblokken, die vanwege hun ouderdom of fysieke handicap op de begane grond wonen, maar het onderhoud van hun achtertuin niet aankunnen. Samen leren
De aanleg van een buurtmoestuin in de Reimerswaalbuurt, Osdorp, Amsterdam.
zij er groentes telen. Informeel loopt men al vooruit op eigentijdse routes voor de oogst; via twitterende thuiskoks naar buurtdiners? Rond duurzame bulkproductie spelen bulk-belangen, maar een verse, gezonde en gezamenlijke maaltijd uit de wijk is een kwestie van ‘mondige’ burgers, vaardige begeleiders – en ook van bouwers en ontwikkelaars. Want op al die wachtende bouwterreinen valt natuurlijk wel wat te kweken. Bietjes voor de buurt bijvoorbeeld, en draagvlak voor integrale plannen voor daarna.
Fransje de Waard (De Waard Eetbaar Landschap) is landbouwkundig ingenieur, auteur van het boek ‘Tuinen van Overvloed’ en pionier van de Nederlandse permacultuur.
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
27
Foto Michiel Brouwer
Berlijn oktober 2010
Van technisch project naar duurzaam proces
De levende stad Ăs een proces Elma van Beek en Michiel Brouwer
In een duurzame stad staan het gebruik en de gebruiker centraal. Deze benadering vraagt een andere manier van plannen. De rol van ontwikkelende partijen in zowel de publieke als de private sector verandert. De persoon komt centraal te staan in het planvormingsproces, meer dan de partijen. Want personen kunnen voelen en denken, een partij niet.
28
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
stedenbouw
Lineaire benadering van de kwantitatieve bouwopgave Bron ELMA stedenbouw
H
et duurzaam ontwikkelen van een gebied geldt tot nu toe als een complexe ingenieursopgave. ‘Duurzaam’ associëren we met termen
als ‘CO2-neutraal’ en ‘energiezuinig’, met een goed functionerend water systeem en een veilige en gezonde woonomgeving. In deze optiek betekent duurzaam ontwikkelen het optimaliseren van alle ontwerplagen in een stedenbouwkundig concept. Vanuit deze technische invalshoek heeft duurzame stedenbouw zich Foto Elma van Beek, ELMA stedenbouw
vooral ontwikkeld in stedelijke uitleggebieden. De technische opgave ging gepaard met het kwantitatieve programma. Zo beschreven de VINEX en de Nota Ruimte elk een opgave van een miljoen woningen om te voorzien in de woonbehoefte van een statistisch vastgestelde, anonieme doelgroep. Een duurzame opgave kenmerkt zich echter juist door zijn kwalitatieve uitgangspunten: oog voor planet, people en prosperity, voor aarde, welzijn en welvaart. Het planvormingsproces speelt hierbij een cruciale rol. Dat proces komt in beeld bij het beantwoorden van een gewetensvraag:
De bouwfase kan bij een groot project jaren lang duren (Almere Homeruskwartier)
Wat is de waarde van een woning die energie opwekt of een CO2-neutraal kantorenpark, als niemand er gaat wonen of werken? Voor wie bouwen we? Realiseren we wel de juiste gebouwen? En: Doen we dat op de best mogelijke locatie? Het antwoord op die vragen reikt verder dan een m.e.r.procedure, locatiekeuze- of haalbaarheidsonderzoek.
Duurzaam proces start met ambitie Ieder duurzaam proces van gebiedsontwikkeling start daarom met een ambitie om kwalitatief meerwaarde te creëren voor de stad. Dit kan door met nieuwe projecten in een kwalitatieve behoefte te voorzien, dus te bouwen voor de werkelijke vraag. Daarnaast kan dit door nieuwbouw op een strategische plek te realiseren, waar die een bestaand probleem mee helpt op te lossen. Ten slotte is het anticiperen op veranderingen in de toekomst een mogelijkheid voor het creëren van meerwaarde. De focus van het ontwikkelingsproces verschuift van de techniek naar de persoon en van de (beleids)instrumenten naar de gebruikers. Dit is een eerste stap van de overgang van de gebouwde omgeving naar een levende stad.
Gezamenlijk doel: de levende stad Die levende stad functioneert als een organisme, dat is opgebouwd uit een grote diversiteit van netwerken en systemen. Daarnaast biedt de levende stad de bewoners bescherming en laat ze in hun waarde. De mensen voelen zich er betrokken en krijgen optimale ruimte voor ontplooiing. Zo draagt de wisselwerking tussen de mens en het systeem bij aan het creëren van waarde. Voor betrokkenen zijn ruimtelijke veranderingen altijd ingrijpend. Tegelijkertijd is een groot aantal partijen met uiteenlopende belangen
Cyclische benadering van een nieuw project als kans voor bestaande bebouwing
betrokken. Wanneer we die verschillende belangen anders benaderen,
Bron ELMA stedenbouw
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
29
Foto Elma van Beek, ELMA stedenbouw
Stedenbouw
Gezamenlijke planontwikkeling leidt tot meer creativiteit
Organisch proces van de levende stad Bron ELMA stedenbouw
komt een gezamenlijk doel in beeld: de projectontwikkelaar wil een zo
de openbare ruimte. Initiatieven komen in de bestaande stad nu steeds
hoog mogelijke vastgoedwaarde realiseren, de historische kring wil dat
meer vanuit bewoners of gebruikerscollectieven. Het is dan de uitdaging
de identiteit van de plek beleefbaar is, de winkeliersvereniging wil zoveel
voor de gemeente om beleidsruimte te maken voor het faciliteren van
mogelijk klanten, de gemeente wil dat de locatie een waardevolle bijdrage
zulke onverwachte en verrassende initiatieven. Een groot voordeel is dat
levert aan de stad en de omwonenden willen in een levendige, prettige
gezamenlijke planontwikkeling, met alle partijen als gelijkwaardige part-
buurt wonen.
ners, tot meer creativiteit leidt.
Om dat gezamenlijke doel te kunnen bereiken, moet iedereen die bij dit
Dit vraagt een andere rol van ontwerpers. Zij bouwen geen nieuwe ruimte,
proces betrokken is, zich kunnen identificeren met de ontwikkelingen.
maar veranderen de bestaande ruimte. Dat lijkt logisch en niet nieuw, maar
Ieder op zijn eigen en unieke manier.
deze notie verandert het hele planningsproces. De scope van de planvor-
Dat vraagt aanpassing van het bestaande planvormingsproces. In het nieu-
ming verlegt zich naar de beheer- en gebruiksfase, waarvan de oplevering
we proces zal de nadruk verschuiven naar samen gedragen ambities en
van het gebouw of openbare ruimte een feestelijke opmaat is. Het plan-
passie voor een leefbare en duurzame ontwikkeling: het bijdragen aan de
proces draagt dan bij aan de levende stad. Dit betekent dat ook de inhoud
levende stad en het creëren van meerwaarde in de leefomgeving. Dit levert
van het plan verandert. Het utopische vergezicht als statisch ontworpen
een gemeenschappelijke koers op maar geen gemeenschappelijke eind-
einddoel verdwijnt. Hiervoor in de plaats komt een ontwikkelingsplan dat
beeld. En dat heeft grote gevolgen voor alle partijen. Ieders rol verandert.
functionele eisen stelt en ruimte blijft geven aan de creativiteit van anderen en veranderende inzichten. De stedenbouwkundige of architect krijgt hier-
Ruimte voor de persoon
bij de rol van katalysator in het ontwerpproces, van ruimtelijke integrator
Een open planning vanuit ambities is mogelijk door ons meer te richten
van ambities en aanjager van nieuwe creativiteit.
op personen dan op partijen. Personen kunnen gepassioneerd raken, in opstand komen, weerzin voelen, de zin inzien van een vernieuwende
Voor een duurzame ruimtelijke ontwikkeling is een verdergaande verschui-
ontwikkeling. Personen kunnen zich identificeren met de verandering.
ving van de focus nodig van eindplannen naar ontwikkelingsstrategieën.
Partijen kunnen dat niet. Redeneringen vanuit partijen benadrukken
De kwantitatieve opgave verandert in een kwalitatieve behoefte. Eigen
rationeel overdachte afwegingen in het belang van organisatiedoelen.
initiatief en persoonlijke verbondenheid met de omgeving zullen daarbij
Vertegenwoordigers van die partijen nemen standpunten van die partij in.
steeds meer de basis voor ruimtelijke ontwikkeling zijn. Daarbij zullen naast
Voor duurzame veranderingen in de directe leefomgeving is niet meer de
gemeente en ontwikkelaar ook anderen de eerste aanzet geven, het pro-
partij van belang, maar de persoon. De persoon die er leeft, met passie, die
ject financieren of het beheer van de ruimte op zich nemen. Gezamenlijk
wil bijdragen aan zijn omgeving. Daarvoor is het creëren van ruimte voor
zijn de afgevaardigden van de partijen in een continu proces om waarde
eigenheid en beslissingsruimte cruciaal. Het is aan de gevestigde partijen
te creëren en zo de stad tot leven te wekken. Deze levende stad daagt
om die ruimte te bieden.
mensen uit om zich optimaal te ontwikkelen. Het proces van ruimtelijke
De gemeentelijke rol is tot nu toe overwegend die van initiatiefnemer,
ontwikkeling staat in deze duurzame stad ten dienste van het gebruik en
planvormer, schepper van juridische condities, inrichter van de openbare
de beleving van de mensen, nu en in de toekomst.
ruimte, handhaver en beheerder. De rol van de projectontwikkelaar heeft zich de afgelopen decennia sterk ontwikkeld van financier en coördinator van de bouw-uitvoering naar initiatiefnemer, planvormer en aanlegger van
30
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
Stedenbouwkundigen Elma van Beek (ELMA stedenbouw) en Michiel Brouwer (MBDSO) zijn beiden gespecialiseerd in duurzame stedenbouw en ruimtelijke ontwikkeling, en zijn lid van de BNSP+NVTL Werkgroep Duurzame Stedelijke Ontwikkeling.
• Duurzaam modulair waterdicht gevel-systeem voor binnen en buiten • Vervangt het buitenspouwblad • Isolerend en geluidwerend • Beperkt water en energiegebruik • Module 100% ABS en voldoet aan C2C • Luchtverbetering en binding fijn stof + CO2 • Vrije keuze beplanting • Lage onderhoudskosten • Levenduur > 30 jaar • 10 jaar garantie
Xeroflor® daktuinen vegetatiedaken waterberging Modulogreen® gevelbegroeiingen groenvoorzieningen geluidwerend groen fijnstof oplossingen
Onze nieuwste gevelbeplating.
www.modulogreen.nl
10256
Mostert De Winter bv T (0184) 67 68 40 F (0184) 67 68 50 info@mostertdewinter.nl www.mostertdewinter.nl
Groene gevel systemen van Mobilane
DGMR. Meer dan werken alleen. Kijk voor vacatures of stages op www.dgmr.nl
WallPlanter
Kenmerken van de Groene Gevel systemen WallPlanter - Bewezen gevelsysteem: al 6 jaar zonder inboet - Direct Groen - Weinig onderhoud LivePanel - Geschikt voor binnen- en buitenwanden - Optimale waterverdeling door speciaal substraat - Geintegreerd irrigatie en drainage systeem - Geluid- en warmte-isolerende eigenschappen DGMR heeft vestigingen in Arnhem, Den Haag, Drachten en Sittard.
LivePanel
Meer informatie Broekweg 3, 3956 NE Leersum E: info@mobilane.nl • I: www.mobilane.nl T: 0343 - 42 08 65 • F: 0343 - 47 79 39
Vertikale à verticale Foto’s Mobilane
Burgemeester Hilde Claes van Hasselt plant de vertikale tuin in
Groene gevels staan steeds meer in de belangstelling
Verticale tuinen
Mobilane LivePanel Leersum
Anne Marij Postel
Groene gevels maken blij. Ze voorzien de stedelijke omgeving van groen, leveren een bijdrage aan CO2-reductie, werken isolerend en leveren als habitat voor dieren een bijdrage aan de biodiversiteit. Groene gevels zijn er in diverse varianten en er zijn verschillende bedrijven die deze verticale tuinen aanleggen. Een overzicht van de mogelijkheden.
32
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
Toepassing van Mobilane WallPlanter-systeem in Rotterdam
Product
Subsidie en fiscale regelingen
Foto’s Sempergreen
Ondernemers die investeren in gevelbegroeiing kunnen een beroep doen op de MIA- en VAMIL-regelingen. Een aantal gemeenten verstrekt subsidie op de aanleg van groene gevels.
Sempergreen Flexipanel
G
roen is helend. Dat wist Nebukadnezar al in de zesde eeuw voor Christus, zo gaat het verhaal. Die liet voor zijn bruid Amytis, die heimwee had naar thuis - een groen berggebied – zijn stad
Babylon verfraaien met ‘hangende tuinen’. Weelderig groen hing langs de stadsmuren vanaf terrassen met struiken, bomen en planten. Een ingenieus irrigatiesysteem voedde de tuinen met water uit de Eufraat. Of dit klassieke wereldwonder echt bestaan heeft, is niet zeker, maar tot de verbeelding spreekt het nog steeds. Groene gevels maken blij. Wellicht verklaart vooral dát de huidige trend in geveltuinen – die veel verder gaat met klimop of blauwe regen begroeide gevels. Opeens zijn er heel veel aanbieders van verticale tuinen. Na het groendak is ook de groengevel een volgroeid concept. Er is technisch steeds meer mogelijk, tegen een redelijke prijs. Net als groendaken hebben ook groene gevels allerlei fijne eigenschappen. Ze voorzien beide de stedelijke omgeving van groen dat niet alleen een bijdrage levert aan CO2-reductie, maar ook fijnstof afvangt en de bouwschil isoleert, zowel thermisch als wat betreft geluid. Als habitat voor dieren als vlinders, hommels en vogels leveren ze een bijdrage aan de biodiversiteit. Groendaken kunnen een belangrijke rol spelen in de waterhuishouding door hun waterbufferend vermogen. Dat is wat lastiger met groen aan de gevel. Vochtregulerend zijn groengevels zeker en ook hebben ze gunstige akoestische eigenschappen. Het esthetische aspect van groene gevels werkt natuurlijk veel sterker dan bij groendaken. Waar groendaken vooral gezien worden door bovenburen, stralen groengevels iedere passant tegemoet.
Onderhoud Over het onderhoud zijn de Nederlandse bedrijven het eens. Het hangt er maar net vanaf wat je poot in je verticale tuin. Daarmee is het niet veel anders dan bij een tuin op maaiveld. Bodembedekkers vergen weinig onderhoud. Ook slim gekozen vaste planten – noordgevels vragen om andere beplanting dan die op het zuiden – beperken het onderhoud. Wie eenjarigen wil, zal vaker een geveltuinman moeten laten komen. Een geveltuin met gras kan ook: maar dat moet worden gekortwiekt. Bij modulaire systemen kunnen elementen indien nodig afzonderlijk worden vervangen. Op de constructie wordt meestal een duidelijke garantie afgegeven. De leveranciers raden onderhoudscontracten aan voor het groen; bij henzelf of geselecteerde partners. Een bedrijf als Mostert De Winter – dat gewend is op hoogte te werken – komt graag zelf.
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
33
Foto’s Copijn
Copijn Wonderwall Sportplaza Mercator Amsterdam
Opzomeroptie Bedrijfsleven en overheden hebben groene gevels dan ook al een tijdje in de smiezen als opzomeroptie. Pas nog stemde de gemeenteraad van Den Haag in met een motie om de grijze gevel van station Den Haag Centraal te voorzien van beplanting. Veel goedkoper dan dat gebouw M dat Rem Koolhaas had ontworpen (voorlopig uitgesteld) om het stationsgebied op te waarderen. De hangende tuin zou een icoon voor de stad moeten worden. In Rotterdam is net ‘de grootste groene gevel van Europa’ onthuld. De klimop op de vijfduizend vierkante meter grote gevel van een parkeergarage moeten even veel fijnstof gaan wegfilteren als tweehonderd bomen. De gemeente Rotterdam, die eerder voorop liep met het stimuleren van groene daken, subsidieerde bij wijze van pilot deze groengevel. Ronduit spectaculair is het Sportplaza Mercator in Amsterdam (De Baarsjes) waar niet alleen het dak, maar ook de gevels vrijwel geheel zijn beplant. Maar niet alleen dergelijke prestigieuze grootschalige projecten kennen verticale tuinen. Ook voor de particulier is een groengevel een optie.
Groenegevelsystemen in Nederland Tuin- en landschapsspecialist Copijn was een van de eersten die in Nederland verticale tuinen aanlegde. Het bedrijf ontwikkelde in navolging van Blanc haar WonderWall voor het Sportplaza Mercator, met (prefab)panelen met doek op een PVC-achtergrond. Deze panelen hebben een damwandprofiel als drager. Een andere speler op de markt is Mobilane, dat al een aantal jaren gevelgroen plaatst op basis van het WallPlanter-systeem. Een nieuwe ontwikkeling is LivePanel, dat inmiddels is geïnstalleerd in onder meer Hasselt (B). LivePanelpanelen (0,6 bij 1 meter) worden gemonteerd in een aluminium frame. Het plantmateriaal wordt door kleine gaatjes in de voorzijde van de panelen aangebracht waarna het zich kan wortelen in substraatkokers. Mostert de Winter levert Modulogreen-panelen in verschillende afmetingen. Deze recyclebare kunststof panelen (gevuld met een substraat van natuurlijke materialen) zijn niet vlak, maar hebben iets geschubde bakjesvormige openingen onder een hoek. In de schubben kunnen planten meer rechtop worden gepoot (wat de keuzemogelijkheid in beplanting vergroot) en zo kan ook rechtstreeks hemelwater worden opgevangen, wat leidingwater scheelt. Het bedrijf profileert deze oplossing – de panelen worden waterdicht en dakpansgewijs aangebracht – vooral als optie ter vervanging van het buitenspouwblad bij nieuwbouw. De ach-
34
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
terconstructie bestaat uit in de bouw standaard toegepaste aluminiumprofielen, gemonteerd op thermisch onderbroken muurklemmen. Ook montage op hout (houtsketelbouw) is mogelijk. Achter de panelen kan isolatie worden aangebracht. Net als de andere aanbieders wijst Mostert de Winter ook op toepassingsmogelijkheden bij renovatie. Volgens het bedrijf is het systeem, met een maximale trekbelasting van 75 kg/m2) op negen van de tien bestaande gevels toe te passen. Modulogreen is ook leverbaar met een voorgekweekte begroeiing in de module. Sempergreen (Living Wall) installeert eveneens modules in verschillende maten; de grootste daarvan is ook geschikt voor toepassing op geluidsschermen of als tuinomheining. Dit bedrijf kiest heel nadrukkelijk níet voor een substraatvulling, omdat dit te snel zou eroderen. Sempergreen is van oorsprong een kwekerij van vegetatiematten en levert ook de Living Wall aan als voorbegroeid element, na vier maanden kwekerij. Op muren wordt ter bescherming tegen vocht standaard een EPDM-laag aangebracht. Voor nieuwbouwprojecten biedt het bedrijf een concept aan inclusief isolatielaag. Het bedrijf Greenface houdt het simpel en hangt plantenbakken op in gaaskorfelementen. Dit systeem is toegepast aan de gevel van de Rotterdamse parkeergarage Westblaak.
Product
Foto’s ©Mostert De Winter bv Modulogreen® gevelsystemen
De nieuwe trend in gevelbegroeiing is modulair en niet grondgebonden. In Nederland zijn er diverse aanbieders. Hier Modulogreen-panelen van Mostert de Winter.
Grondgebonden Hoe werkt het? Grofweg zijn er twee typen groene gevels: grondgebonden en niet-grondgebonden. Tegen de gevel geplante blauwe regen en klimop zijn klassieke voorbeelden van de eerste variant. De aanplant daarvan kost niet veel, maar het resultaat vraagt geduld. Het duurt even voordat de klimplanten boven zijn. Klimop kan met zijn wortels voegen beschadigen wanneer deze uit kalkmortel bestaan. De wingerd (die zich met zuignapjes aan de gevel hecht) kan minder kwaad. Alle gevelklimmers moeten worden teruggesnoeid zodat ze geen schade aanbrengen aan goten en daklijsten. In een moderne versie worden klimplanten over een klimconstructie langs de gevel geleid. Het bedrijf Mostert de Winter, dat al decennia lang ervaring heeft met de aanleg van daktuinen, maar zich steeds meer ook met gevelbeplanting bezighoudt, realiseerde een aansprekend project tegen een bestaande kantoorgevel in Dordrecht. In vier jaar tijd klommen wingerd en blauwe regen tot twintig meter hoog langs een constructie van RVS-kabel en blind in de gevel gemonteerde RVS-nokken.
Niet-grondgebonden In de niet-grondgebonden variant – de verticale tuin of ‘levende muur’ – wortelt de beplanting niet op het maaiveld, maar in tegen de muur ‘gestapelde’ containers, bakken of panelen. Groot voordeel is dat er veel meer variatie mogelijk is in beplanting en dus in patronen en kleur op de gevel. In technisch opzicht is de niet-grondgebonden variant ingewikkelder dan de traditionele gevelbeplanting. Er zijn sterkere constructies nodig, die ook de gevelbelasting doen toenemen. Water en voeding komen van bovenaf door de druppelleidingen van een irrigatie-installatie die vaak naar wens zelfs met sensoren en webbased kan worden uitgevoerd. De Franse botanicus Patrick Blanc realiseerde al in 1988 een muur volgens dit principe. Inmiddels heeft hij veel navolging gekregen. Ook in Nederland zijn er tal van aanbieders die gebuik maken van onderling iets verschillende technieken, voor toepassing zowel binnen als buiten, voor bestaande én nieuwe gebouwen. Blanc poot zijn planten in verticaal gemonteerde panelen met dikke lagen polyestervilt, dus zonder aarde. De panelen hebben een achterwand van PVC en worden als spouw voor een muur geplaatst. Ook Nederlandse aanbieders leveren varianten op dit systeem en hebben het principe daarbij doorontwikkeld. Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
35
Duurzaamheid als regionale identiteit
Nieuwe energie voor het Noorden Kees de Graaf
Het noorden van Nederland kent een lange traditie als energieproducent: na de eerste generatie van turf en de tweede generatie van olie en gas wordt er nu volop gewerkt aan een derde generatie. Te weten duurzame energie, al dan niet lokaal opgewekt en ingepast in een netwerk van producenten en afnemers. Twee belangrijke initiatieven van de laatste tijd zijn ‘Energy Valley’ en ‘Grounds for Change’. Welke ambities gaan hierachter schuil? En welke resultaten voor de dagelijkse woon- en leefomgeving kunnen we optekenen? Gerrit van Werven (Energy Valley) en Klaas Jan Noorman (ProDO Consult) leggen uit.
H
ij is medeoprichter en directeur van Energy Valley: Gerrit van Werven.
er factoren zijn die dat hebben veroorzaakt? Het ene is weer het gevolg
Samen met een aantal founding partners, waaronder de noordelijke
van het andere. Zo heeft het besluit om de Gasunie te verzelfstandigen
provincies, enkele grote steden, kennisinstituten en ondernemingen, stond
geleid tot grote investeringen in het Gasrotonde-concept. Maar ook de
hij in 2003 aan de wieg van deze netwerkorganisatie. Het doel van Energy
bouw van drie grote centrales in Eemshaven is belangrijk. We hadden één
Valley is tweeledig, zo geeft Van Werven aan: het bevorderen van de regi-
centrale voorzien, maar ineens werden het er drie. Verder ontwikkelen
onale economie en het verduurzamen van de energievoorziening. “Deze
bepaalde energiesoorten zich veel onstuimiger dan gedacht, zoals groen
doelen vullen elkaar nadrukkelijk aan. Overigens kunnen onze projecten
gas, offshore wind en warmte/koudeopslag. Het helpt allemaal mee.” De
ook betrekking hebben op conventionele energie, maar de toekomst is
resultaten zijn dan ook daar: hoogwaardige werkgelegenheid ontstaat
gericht op allerlei vormen van duurzame energieopwekking. Want zowel
(ook als spin-off), er wordt een bijdrage aan de klimaatdoelstellingen gele-
de olie- als de gasvoorraad zijn over enkele decennia eindig.” Een derde
verd en de kennisontwikkeling is volop in gang gezet. Van Werven over
belangrijke activiteit is gericht op kennisontwikkeling en -overdracht, als
dit laatste aspect: “Toen we begonnen werkten aan de Hanzehogeschool
bron van innovatie. Al met al wordt zo een nieuw economisch fundament
en de Rijksuniversiteit nauwelijks mensen op energiegebied. Inmiddels zijn
onder Noord-Nederland gelegd, aldus de Energy Valley-directeur: “Een
dat er een paar honderd.”
Amerikaans gezegde luidt: ‘every region needs business’. In Rotterdam is dat de haven, hier is dat de energie.”
Niet geprofileerd Een laatste wapenfeit: het recente regeerakkoord wijst het noorden als
Grote investeringen
speerpuntregio aan voor duurzame energieontwikkeling. Dat is uiteraard
De resultaten van zeven jaar Stichting Energy Valley zijn indrukwekkend,
fraai, maar wat merken we in onze dagelijkse woon- en leefomgeving van
met investeringsprogramma’s in de orde van grootte van 25 miljard euro
Energy Valley? “In eerste instantie hebben we ons gericht op provincies,
over vijf jaar. Omvang en tempo hebben Gerrit van Werven zelf ook ver-
gemeenten, bedrijfsleven en kennisinstituten. We hebben ons bewust
rast: “Toen we begonnen maakte ik een inschatting van ons programma,
niet geprofileerd naar het grote publiek”, zegt Van Werven hierover.
maar veel mensen zeiden toen: dat lukt nooit. Het bedrag dat ik toen voor
“Bovendien wilden we eerst resultaten boeken. En die worden nu snel
ogen had, is echter een fractie van wat er werkelijk is losgekomen. Of
zichtbaar in die omgeving. Kijk naar alle bouwactiviteiten die plaatsvinden,
36
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
energie
Gerrit van Werven: “Waar energievoor ziening eerst volgend was, wordt het veel meer leidend”
naar de windmolens die in de Eemshaven klaar liggen om offshore te
moment – 2005 – was daar nog weinig over bekend, maar nadat we met
worden gebracht. Mensen hoeven dat niet met Energy Valley in verband te
een aantal mensen bij elkaar hadden gezeten kregen we al snel in de gaten
brengen, maar wij kennen de rol die onze stichting daarin heeft gespeeld.”
dat we hier een interessant thema bij de kop hadden. Besloten is om dat
Voor de komende jaren staat een verdere ‘inbedding’ van Energy Valley op
voor Noord-Nederland uit te werken.”
de agenda, zo sluit Gerrit van Werven af: “De kunst is om de grote inves-
Noorman pakt twee afbeeldingen erbij om het principe te duiden: “In het
teringen die nu plaatsvinden in bijvoorbeeld groen gas en offshore wind op
verleden haalden we de energie voornamelijk uit de ondergrond en zagen
te schalen en uit te bouwen. Denk daarbij ook bijvoorbeeld aan de ontwik-
we daar in de gebouwde omgeving, behoudens wat elektriciteitsmasten en
keling van nieuwe technologie, bijvoorbeeld op het terrein van smart grids:
-draden, weinig van terug. In de toekomst wordt dat beeld compleet omge-
slimme, lokale energienetwerken. In dat proces willen we het MKB in het
draaid: de energiehuishouding legt dan een veel groter beslag op de ruimte.
noorden een grote rol geven. En uiteindelijk zal ook de consument merken
Denk aan zon, wind en biomassa. Maar ook de ondergrond blijft nodig,
dat energie een andere rol speelt in zijn of haar omgeving. Projecten als
bijvoorbeeld voor geothermie en CO2-opslag. Daarmee wordt de ruimte in
Grounds for Change zorgen ervoor dat de energievoorziening veel meer
al haar drie dimensies het speelveld van de nieuwe energiehuishouding.”
sturend wordt in de manier waarop we onze leefomgeving inrichten. Waar energievoorziening eerst volgend was, wordt het veel meer leidend. Dat is
Systeemverandering
een interessant perspectief.”
Dat juist Noord-Nederland voor de uitwerking werd gekozen, lag volgens Noorman voor de hand: “In de geschiedenis is dit al heel lang een ener-
Ruimte en energie
gieproducerend gebied. Van de eerste generatie – de turf – via de tweede
Het bruggetje is geslagen: aan Klaas Jan Noorman de vraag om Grounds
generatie – olie en gas – naar straks de derde generatie energie: duurzaam.
for Change nader te duiden. Noorman, bioloog van huis uit en eigenaar
Het landschap in dit gebied is duidelijk gevormd door deze energiewin-
van adviesbureau ProDO Consult, maakte van nabij de geboorte van dit
ning, kijk bijvoorbeeld naar de veengebieden. Je mag verwachten dat de
initiatief mee: “De Gasunie was een aantal jaar geleden voorzitter van de
winning van duurzame energie evenzeer de ruimtelijke inrichting gaat
International Gas Union en liet in dat kader een aantal special products
bepalen. Helemaal wanneer je beseft dat Nederland invulling moet geven
ontwikkelen. Een daarvan was de relatie tussen energie en ruimte. Op dat
aan afspraken die in Europees verband zijn gemaakt. Daarin wordt onder Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
37
Klaas Jan Noorman: “Het moet fundamenteel anders en wel vanaf nú”
meer bepaald dat de CO2-uitstoot met tachtig procent omlaag moet. Dan
verbinden gaat: niet alleen ruimtelijk en programmatisch, maar ook tus-
red je het niet meer met een aanpassing van bestaande systemen. Het
sen mensen en organisaties. Tijdens een charrette gaat het er soms stevig
moet fundamenteel anders en wel vanaf nú.”
aan toe en komt het behang van de muur, maar het eindresultaat is altijd
Een totale systeemverandering, dat is volgens Noorman nodig om energie
inspirerend. Er is nog niet één charrette mislukt.”
de leidende rol in de ruimtelijke inrichting te geven die Gerrit van Werven
En de resultaten werken door in beleid, zo geeft Noorman aan: De pro-
al aanduidde. “Het gaat om een ontwerpopgave, maar net zo goed
vincie Drenthe heeft het gedachtegoed van Grounds for Change als basis
om een institutionele, financiële en juridische opgave”, legt hij uit.’ Om
genomen voor haar integrale programma ‘Klimaat en Energie’ en een
daarmee voeling te krijgen en Grounds for Change uit de academische
eigen structuurvisie voor de ondergrond ontwikkeld. De eerste projecten
sfeer te halen, zijn op diverse locaties ‘charrettes’ georganiseerd. Oftewel
worden nu ook opgeleverd, zoals de bouw van 48 woningen in Borger-
tweedaagse sessies waarin deelnemers uit meerdere disciplines gezamen-
Odoorn met een negatieve epc, als je dat al zou kunnen uitrekenen. Die
lijk een bepaald concept – bijvoorbeeld de energieleverende wijk – hebben
woningen leveren dus netto energie op.”
uitgewerkt. En dat vervolgens presenteren aan bestuurders.
Toch zit volgens de ProDO Consult-eigenaar de grootste winst niet op woningniveau. “Technisch is daar al heel veel mogelijk. De grote winst zit
Behang van de muur
hem in een gebiedsgerichte aanpak en een symbiose van allerlei functies”,
Noorman is enthousiast over de uitkomsten van de charrettes. “In de
vertelt Noorman. “Neem een nieuw gebied als Meerstad in Groningen. Dat
eerste ronde van Grounds for Change hebben we, bij wijze van wenkend
moet mede de energie gaan leveren voor de bestaande woongebieden in
perspectief en voorzien van voorbeelden, de nieuwe ruimtelijke structuur-
de stad. Alleen zo kan Groningen haar doelstellingen van klimaatneutrale
kaart van Noord-Nederland gemaakt. Maar dan is het de vraag: hoe laat je
stad in 2025 halen. Maar dat geldt voor alle steden en regio’s in dit land:
het landen in de praktijk? Grounds for Change is niet van iemand of van
kijk waar in jouw omgeving kansen voor energiewinning en -verbindingen
een organisatie: het is een open source-aanpak, waar iedereen zijn voor-
liggen en stem daar de inrichting van de ruimte op af.”
deel mee kan doen. De charrettes hebben daar enorm aan bijgedragen. De energiewereld en de ruimtewereld – voorheen strikt gescheiden – ontmoeten elkaar en moeten gezamenlijk aan het werk. Dat blijkt een prima methode om verschillen in taal en cultuur te overbruggen. Er ontstaat chemie. Ook in die zin is Grounds for Change een project dat vooral over
38
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
Meer informatie: Energy Valley: www.energyvalley.nl Grounds for Change: www.provincie.drenthe.nl/klimaatenenergie De publicatie ‘Grounds for Change, op zoek naar nieuwe energielandschappen’, met bijdragen van ruim 20 auteurs, is vanaf eind januari 2011 verkrijgbaar bij de provincie Drenthe. Dit boek wordt op 28 januari gepresenteerd op het symposium Duurzaam DNA Drenthe in de Tamboer in Hoogeveen.
Duurzaam isolatiemateriaal van natuurlijke hennepvezel voor de bouwsector en de doe-het-zelver. HempFlax Isolatie wordt in matten van verschillende dikte geleverd. HempFlax Isolatie is geschikt om daken, muren en vloeren te isoleren tegen warmte, kou en geluid. Hempflax Isolatie is het alternatief voor conventionele isolatiematerialen.
De verwerking van HempFlax Isolatie is schoon en stofarm Het materiaal wordt
goed verdragen en veroorzaakt geen jeuk. HempFlax Isolatie is een kwaliteitsproduct met een hoge isolatiewaarde.
HempFlax Isolatie kenmerkt zich door uitstekende technische eigenschappen en voldoet aan de Europese technische toelatingseisen (ETA05/0037) en DIN-normen.
Hennepvezel neemt goed vocht op en verdeelt dit waardoor een optimale vochtregulatie ontstaat. Omdat hennepvezel geen eiwitten bevat heeft het materiaal geen chemische behandeling tegen motten en kevers nodig.
met 15 procent polyestervezel. Als brandwerend middel is soda toegevoegd.
HempFlax Isolatie wordt geleverd in standaardafmetingen van: 625 x 1200 mm 580 x 1200 mm 1000 x 2000 mm en in standaarddikte van:
HempFlax Isolatie zorgt voor een mensvriendelijk en gezond klimaat in huis.
240 mm, 220 mm, 200 mm, 180 mm, 160 mm, 140 mm, 120 mm, 100 mm, 80 mm, 60 mm, 50 mm, 40 mm en 30 mm. HempFlax Isolatie kan op aanvraag in een afwijkende dikte worden geleverd.
HempFlax Isolatie bestaat voor 85 procent uit hennepvezel en is versterkt
De échte natuurlijke isolatie
Daken, gevels, vloeren, hsb-elementen en passiefhuizen kunnen met PAVATEX houtvezel-isolatieplaten snel én eenvoudig worden geïsoleerd. Ideaal voor nieuwbouw én vooral voor renovaties! De drukvaste én flexibele PAVATEX houtvezel-isolatie biedt, naast bescherming tegen de kou, een unieke bescherming tegen de zomerhitte, heeft een uitstekende geluidsisolatie, is dampdiffusie-open en reguleert de vochtigheidsbalans van de constructie. Aan PAVATEX worden geen vervuilende producten toegevoegd en de platen worden gebonden met het houteigen lignine. Dus PAVATEX is zowel natuurlijk in samenstelling als in kleur! PAVATEX, voor aangenamer en gezonder wonen, het hele jaar door!
thermische isolatie in de winter
bescherming tegen zomerhitte
geluidsisolatie
brandveiligheid
diffusieopen
ecologie/ cradle to cradle
duurzaam bouwen/ swiss made CO² reductie
www.pavatex.nl - Pavatex Benelux b.v. - Telefoon +31 (0)53 433 17 69
Zwitserse houtvezelisolatie Materialen uit de natuur
uniek: passieve vloerverwarming Comfortabel energiezuinig energiezuinig gezond betaalbaar betaalbaar
Sinds die man hier was hoeven ze mij niet meer van de bank te jagen.
Mooi schoon, licht, sterk en handig isolatiemateriaal, ook die stevige bodemfolie is een uitkomst.
Thermoskussen
Bodemfolie Telt met Rc=3,8 zeer hoog mee bij het energielabel Het TONZON vloerisolatiesysteem met Thermoskussens heeft zo’n bijzondere werking, dat het kan worden beschouwd als een passieve vorm van vloerverwarming. De Thermoskussens blokkeren het warmteverlies naar onderen vrijwel volledig. De vloer kan daardoor eindelijk de warmtestraling accumuleren die het van het plafond ontvangt en warmt daarmee de lucht onderin de kamer op. De vloer is altijd warmer dan voorheen, ook onder meubels en zelfs langs de randen. Huisstofmijten krijgen daardoor nauwelijks nog een kans waardoor de allergeenconcentratie significant lager wordt. De mandragende folie op de bodem stopt de verdamping van vocht volledig en vormt daarmee een ideale basis voor natuurlijke ventilatie en andere ventilatiesystemen. 40
TONZON BV I P/b 1375 I 7500 BJ Enschede Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
I KvK 06044102 I tel. 053-4332391 I www.tonzon.nl
Bedrijf
Hempflax, hennepteelt en -producten in regionaal collectief
Hennep: een duurzaam alternatief Clairette Gitz
Hennep is een materiaal dat eeuwenlang werd gebruikt tot de anti-narcoticawet in 1930 een einde maakte aan de teelt van deze plant. Het Groningse bedrijf HempFlax zet de hennepteelt nu opnieuw op de kaart. Hennepteelt uit duur足zame landbouw leidt tot innovatieve biologische producten die ook op het gebied van duurzaam bouwen hun nut bewijzen.
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
41
I
n de jaren negentig kwam Ben Dronkers in aanraking met de industri-
hennep specifieke eisen stelt aan het planten en oogsten, voldeden de
ële toepassing van hennep. Hij raakte gefascineerd door de ecologische
bestaande agrarische machines niet. De oogst van de hennep wordt ook
mogelijkheden en in 1993 richtte hij in Oude Pekela het bedrijf HempFlax
door HempFlax gedaan, omdat hiervoor speciale machines moesten wor-
op. Ben Dronkers had hierbij als doel het gewas weer op een duurzame
den ontwikkeld.
wijze te laten floreren, eerst in Nederland en vervolgens ook in de rest van
Er wordt nog steeds veel tijd aan onderzoek en ontwikkeling besteed om
de wereld. Hij startte met de aanplant van 140 hectaren in samenwerking
machines geschikt te maken voor de taaie, vezelige stengels van de hennep-
met lokale boeren in Groningen in een oud veenkoloniaal gebied, waar het
plant. Werktuigbouwkundigen komen daar niet aan te pas. “Het aanpas-
van oudsher groeide.
sen gaat volgens een bottom-up proces. Boeren zijn altijd zelfvoorzienend
De Veenkoloniën in Zuid-Oost Groningen was een uitgestrekt hoogveenge-
geweest en zij zijn omringd door handige mensen. Ze passen de machines
bied dat vanaf de zeventiende eeuw is ontveend en in cultuur gebracht. De
dus zelf aan”, vertelt Mark Reinders, zelf een boerenzoon.
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) bevorderde de cultivering van de hennepplant. Behalve hout was hennep het belangrijkste onderdeel van
Van boer tot consument.
de scheepsbouw. Voor een gemiddeld zeilschip was ongeveer 21 kilometer
De fabriek van HempFlax is gevestigd in Oude Pekela en het teeltgebied
touw nodig en honderden vierkante meters canvas. (chanvre ( Fr. ) betekent
bevindt zich binnen een straal van vijftig kilometer. In de fabriek vindt de
cannabis.)
productie van grondstoffen, halffabricaten en eindproducten van de vezel-
De anti-narcoticawet van 1930 maakte een einde aan de hennepteelt en
hennep en ook vlas plaats. In 2010 was er duizend hectare hennepteelt en
er werden voornamelijk nog suikerbieten, graan en aardappels verbouwd.
verwerkte HempFlax 8.000 ton hennepstro, 1.500 ton vlasstro- en 350 ton
Hennepteelt vormt echter een goede aanvulling en past in de teeltrotatie,
brandnetels.
omdat het de bodemstructuur verbetert voor een volggewas. Voor de hui-
HempFlax vormt het begin van een duurzame industriële keten omdat zij
dige teelt worden geen pesticiden, insecticiden of fungiciden gebruikt en
herwinbare natuurvezels uit de duurzame landbouw verwerken en hiermee
er wordt organische mest toegepast zodat het gebruik van kunstmest bijna
innovatieve biologische producten ontwikkelen. Het bedrijf geeft inhoud
overbodig wordt.
aan het begrip agrificatie. Herwinbare vezels nemen de plaats in van synthe-
Cannabis Sativa L, oftewel hennep, behoort tot de oudste veredelde gewas-
tische vezels, die uit fossiele grondstoffen worden gewonnen. Ontbossing
sen. De hoge, houtachtige plant kent verscheidene variëteiten. De genees-
wordt tegen gegaan door het hennephout als grondstof toe te passen
krachtige variëteit met psychoactieve stof is het meest bekend, maar een
voor papier in plaats van hout. “Als de mogelijkheden van de duurzame
andere variëteit levert vooral vezel, hout en zaad. Deze vormt de grondstof
landbouw worden uitgenut vermindert de toename van CO2 in de atmos-
voor HempFlax. De zeer sterke vezel wordt ook gebruikt voor textiel en
feer. Het is wel noodzakelijk dat meer bedrijven deze herwinbare vezels
papier en het zaad bevat hoogwaardige olie. Tegenwoordig worden de
gaan toepassen in hun producten, zodat ook de consument bewuster kan
onderdelen van de cannabisplant toegepast in tal van industriële producten.
kiezen.” Deze uitspraak is een van de ‘mission statements’ van het bedrijf.
De adjunct directeur van HempFlax, Mark Reinders, heeft de herinvoer van de teelt van dichtbij meegemaakt, omdat zijn vader in 1994 een van de eer-
De verwerking
ste henneptelers was. Hij vertelt: “Hennep is een snel groeiend gewas dat in
De verwerking van hennepvezel gebeurt als volgt: Eerst ‘roten’ de stelen
honderd dagen al de hoogte van vier meter bereikt. De oude veengronden
na het maaien op het veld. Hierbij worden de stengels op de akker ach-
hebben de juiste grondstructuur om goed te doorwortelen.”
tergelaten zodat de bastvezels door regen en dauw worden losgemaakt.
Nadat de hennepteelt in 1930 verboden werd, is men in China het gewas
Vervolgens worden de balen geperst en opgeslagen in Oude Pekela. De
wel blijven verbouwen, maar op primitieve wijze. De verdere technische
primaire scheiding om de bastvezel van de houtkern van de stengel te ont-
ontwikkeling van oogst- en verwerkingsmachines werd gestopt. Omdat
doen, vindt plaats in de fabriek op een ‘scheidinglijn’ met een lengte van
42
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
Bedrijf
77 meter. De verwerkingslijn scheidt niet alleen de bastvezel van het hout, maar ook het blad, zaad en stof dat overblijft. Zo ontstaan de vijf grondstoffen voor de biologische hennepproducten. Hennephout wordt toegepast als stalstrooisel en als strooisel in kooien voor kleine huisdieren. De vezel dient als grondstof in de productie van speciaal papier, zoals vloeipapier, en in geperste vorm wordt hij gebruikt in de automobielindustrie om er onderdelen zoals deurpanelen en dashboards van te vervaardigen. Het materiaal wordt onder meer toegepast in een elektrische auto en er is een elektrische scooter ontwikkeld met een carrosserie van hennepvezelcomposiet. De carrosserie is licht, duurzaam en zelfs zo sterk dat hij na een valpartij onbeschadigd blijft. Hennepvezel en hennephout
in hennep als isolatiemiddel want de woningeigenaar bespaart niet alleen
worden samen verwerkt tot papier en bouwmateriaal. Al deze producten
energie, maar bij de productie ervan komt geen CO2 vrij (er wordt zelfs
kunnen verscheidene malen worden hergebruikt of na gebruik worden
CO2 vastgelegd). Bovendien is het een regionaal product, want het wordt
gecomposteerd. Stof, een restproduct bij de verwerking van hennep, wordt
verbouwd op eigen bodem, zodat de energie voor het vervoer van het pro-
al toegepast als compost.
duct ook minimaal is. De Natuur- en Milieufederaties doen onderzoek naar het marktpotentieel van hennep en naar de knelpunten die een succesvolle
Producten voor de bouw
toepassing van dit materiaal in de weg staan. Ze zoeken bouwprojecten
In Duitsland werd tot 2008 subsidie gegeven bij het toepassen van natuur-
om het toe te passen.
lijke isolatiematerialen. HempFlax levert vezels aan het Duitse bedrijf Hock
Economische, sociaal-culturele en ecologische aspecten spelen een rol bij
waar er thermo-hennep van wordt gemaakt, dat als matten en rollen
duurzame ontwikkelingen. HempFlax zorgt voor werkgelegenheid door in
geleverd wordt voor het isoleren van daken, muren en vloeren. HempFlax
een van oorsprong agrarisch gebied de teelt te bevorderen van een gewas
Isolatie veroorzaakt een aangenaam binnenklimaat door de vochtreguleren-
dat daaropvolgend ter plaatse industrieel wordt verwerkt. Het biologisch
de eigenschappen (dampdiffuus) en is zowel koude als warmte regulerend.
geteelde gewas verbetert de grond, bevordert biodiversiteit en reduceert
Er zijn ook producten ontwikkeld zoals leemplaten voor de afbouw die wor-
de C02 in de lucht, het ecologische aspect. En als de werkgelegenheid
den toegepast bij dampopen bouwen. Hemcrete, samengesteld uit hennep-
toeneemt, ontwikkelt het sociaal- culturele klimaat vanzelf mee. Dan is de
hout, kalk en PLA ( een polymeer op basis van ma誰s), is een bouwelement,
cirkel weer rond waarbij een huidige generatie regionaal mogelijkheden
dat zelfs CO2 absorbeert. Het is geschikt voor houtskeletbouw.
schept voor een volgende generatie.
Het project Henneptohouse (H2H) is opgericht door de Natuur- en Milieufederaties van Drenthe en Groningen om hennepisolatie als duurzaam bouwproduct in noord Nederland te promoten. Zij zien toekomst
Bronnen: Provinciale Milieufederaties, www.limetechnology.co.uk, www.Hempflax.com en het vierde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP4).
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
43
Bedrijven leveren een bijdrage met nieuwe bouwsystemen
Energiezuinige woningbouw mainstream? Niels Kropman en MichaĂŤl Meijer
IQ woning Foto Ballast Nedam
44
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
Foto’s Coöperatieve Vereniging Q
Energie
Q Woning Baarn
De woonconsument krijgt langzaamaan steeds meer keuze in het aanbod van energiezuinige woningen. Daarmee lijkt de markt, die eerst beperkt leek tot vooroplopende idealisten, nu open te gaan voor de ‘gemiddelde’ woningzoekende. Natuurlijk speelt de portemonnee mee in de afwegingen van de consument. Waar besteden de aanbieders naast de prijs nog meer aandacht aan en hoe worden de woningen aan de man gebracht?
I
n Nederland zijn vele kleine duurzame bouwprojecten gerealiseerd of in ontwikkeling. Het gaat vaak om vooruitstrevende projecten waar vanuit ‘Collectief Particulier Opdrachtgeverschap’ bij-
voorbeeld zo’n twintig woningen in samenhang gerealiseerd worden. De voorbereidingstijd is lang bij deze projecten en het proces is intensief. Deze werkwijze wint aan aandacht, maar spreekt het overgrote deel van de woonconsumenten niet aan. De vraag naar energiezuinige woningen lijkt echter door de aanhoudende aandacht voor het klimaatprobleem, de stijgende energieprijzen en de invoering van energielabels toe te nemen. In het zogenaamde Lente-akkoord streven de Neprom, NVB en Bouwend Nederland gezamenlijk een energiezuiniger bouw na. Steeds meer bouwbedrijven brengen nu woningbouwconcepten op de markt die rekening houden met het energiegebruik.
Internet De plaats bij uitstek waar bouwbedrijven hun energiezuinige woningbouwsystemen presenteren is het internet. Hier start de woonconsument vaak zijn zoektocht naar informatie of er wordt naar verwezen in advertenties. Zo is ook de informatie voor dit artikel opgezocht, maar dit artikel biedt geen uitputtend overzicht van energiezuinige woningbouwconcepten. Om de energieprestaties van de concepten te vergelijken, wordt gebruik gemaakt van de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC). De EPC-norm wordt vrijwel overal vermeld. Dit cijfer wordt ook hier gebruikt ter vergelijking. Het is immers ook de EPC-waarde die in 2020 al naar nul gebracht moet zijn. De vernieuwende woningbouwconcepten gevonden op internet zijn niet allen afkomstig van één
Climate Ready-woning Volker Wessels Vastgoed tracht een comfortabel leefklimaat te combineren met een minimaal energieverbruik in haar Climate Ready-woning (www.climateready.nl). De basisuitvoering van deze woning is energiezuinig (tien procent onder de huidige EPC-norm), comfortabel en voorbereid op de toepassing van duurzame en energiezuinige installaties. De bewoners hebben hierbij de flexibiliteit om naast de standaard installaties gebruik te maken van aanvullende energiezuinige maatregelen die de mate van duurzaamheid verder verhogen. De standaardwoning beschikt over vloerverwarming, een zuinige HR-ketel, ventilatie middels zelfregulerende gevelroosters en hoogwaardige isolatie. Bij de bouw past Volker Wessels tevens FSC hout toe. De standaard uitvoering van de Climate Ready woning kan worden aangevuld met een warmtepomp, PV-cellen, zonneboiler, douchewarmtewisselaar en CO2-gestuurde ventilatie. Als de consument al deze opties kiest komt een EPC-waarde van nagenoeg nul, wat staat voor klimaatneutraal, in beeld.
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
45
Dura Vermeer brengt onder de naam Pre Choice System (www.pcs-duravermeer.nl) een bouwconcept op de markt dat is gericht op een snelle, betrouwbare, duurzame en rendabele woningbouw. Het PCS bouwconcept sluit aan op de nieuwste wensen van opdrachtgevers en maakt zoveel mogelijk gebruik van duurzame toepassingen zoals warmtepompen, zonneboilers en wadi’s. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van de Dubo-lijst en zijn afvalbeperking, afvalscheiding en verantwoorde materiaalkeuze mogelijk. In de PCS-hybride woning past Dura Vermeer de jongste ontwikkelingen in groen en energiezuinig bouwen toe op het gebied van materialen, isolatie, warmte en koude opslag en vraaggestuurde ventilatie. De PCS-hybride woning is onderdeel van het PCSconcept en biedt een combinatie van energiebesparing en duurzaam energiegebruik waarmee een EPC-waarde van 0,4 behaald kan worden.
Foto Coöperatieve Vereniging Q
PCS Hybride-woning
Q Woning
enkel bouwbedrijf. Er zijn ook samenwerkingsverbanden van kennisinstellingen of groepen bedrijven uit de bouwbranche die een concept beheren, al dan niet met een speciale stichting. In dit artikel komen de bouwsystemen, die met name afkomstig zijn van grotere bouwbedrijven, aan bod waar ook duidelijk naar de kostenkant van de bouw gekeken is. De ontwikkeling van kant en klare bouwconcepten en nieuwe samenwerkingsverbanden binnen de bouwbranche duidt op een broodnodige verandering in de bouwsector. Iets wat professor Hennes de Ridder van de TU Delft en directeur van het Kenniscentrum Bouwprocesinnovatie nastreeft met het ‘Living Building Concept’. Via de website van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen geeft De Ridder uitleg. “De manier waarop aannemers, architecten, projectontwikkelaars en opdrachtgevers nu werken is versnipperd. In de regel gaat een opdrachtgever met een architect in de arm naar de aannemer met de laagste offerte. Als je een auto koopt, ga je ook niet met een auto-ontwerper naar de garage. Je zou de bouwwereld in moeten richten volgens het reguliere marktdenken”. Een dergelijke omslag betekent volgens De Ridder dat de architect niet meer werkt voor de klant, maar voor de aanbieder. De klant maakt een keuze uit een pakket van standaard bouwoplossingen. Inbegrepen is de mogelijkheid om een contract af te sluiten voor regelmatige aanpassing van het gebouw aan de veranderende wensen en behoeften van de gebruikers. Het
W&R Groenwoning Door BAM Woningbouw is de W&RGroenwoning (www.w-en-r.nl) ontwikkeld waarbij een hoog comfort met lage energielasten de doelstellingen zijn. De kern van dit concept wordt gevormd door duidelijkheid, zekerheid, kostenreductie, een korte ontwikkeltijd en een goede prijs-kwaliteitverhouding. Woningen ontwikkeld onder dit concept voldoen nu al aan de energieprestatienormen voor 2015, bevatten geen storingsgevoelige apparatuur en maken volledig gebruik van beproefde technieken. Zonnepanelen, een warmteterugwinningdouche, natuurlijke of mechanische ventilatie, 3-laags glas, ‘Slim’ vat en extra gevelisolatie zijn voorbeelden van de toe te passen technieken. Een W&R-Groenwoning heeft hierdoor lage woonlasten en veel wooncomfort. Door de optimalisatie van isolatie en techniek kan een EPC-waarde van 0,32 bereikt worden. De BAM biedt tevens een W&R-Passiefwoning (EPC 0,31) aan en een bouwconcept speciaal gericht op de renovatie van bestaande gebouwen waarbij onder andere aandacht uit gaat naar het vaak complexe renovatieproces.
46
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
Passief, actief en energie nul wonen De begrippen passiefhuis, actiefhuis en energie nul woning circuleren veelvuldig op internet. Hierbij een beknopte greep uit het aanbod. De Nieuwenhuis Groep en SelektHuis richten zich op de particuliere bouwer met de Energie Nul Woning (www.energienulwoning.nl) en halen een EPC waarde van 0,19 met hun meest energiezuinige variant. Villa Nova Bouw BV brengt het Isomax passiefhuis (www. isomax.nl) op de markt dat een EPC waarde van 0,4 haalt. VDM Wonen BV levert passief- en actiefhuizen (www.vdm.nl/woningbouwconcepten.ashx) en richt zich ook op de renovatie van woningen en het gebruik van geprefabriceerde onderdelen. De TU Eindhoven brengt met toeleveranciers, architecten en bouwbedrijven het House of Tomorrow Today (www.actiefbouwen.eu) onder de aandacht. Het doel is energieleverende woning met een comfortabel binnenklimaat te bouwen, waarvan al enkele voorbeelden gerealiseerd zijn. Op het gebied van passief bouwen zijn ook Stichting PassiefBouwen (www.passiefbouwen.nl) en Stichting PassiefHuis Holland (www.passiefhuis.nl) actief. Deze stichtingen stimuleren het passief bouwen in Nederland. Marktpartijen en overheden zijn vertegenwoordigd in deze stichtingen. Bij PassiefBouwen wordt niet de EPC norm gehanteerd, maar de PHPP rekenmethode die oorspronkelijk afkomstig is van het Passivhaus Institut uit Duitsland. PassiefHuis Holland besteedt veel aandacht aan de renovatie van woningen tot passiefhuis. Een laatste interessant samenwerkingsverband is de Coöperatieve Vereniging Q. Zij presenteert de Q woning op haar website www.qforyou.entix.nl. In de vereniging zijn ontwikkelaars, aannemers, constructeurs, timmerfabrieken, installateurs, groenbedrijven, een bank, architecten en een flink aantal toeleverende bedrijven vertegenwoordigd. Het uitgangspunt is dat negentig procent van de Q-Woning uit vernieuwbare grondstoffen bestaat en ruim onder de huidige EPC normen gaat.
Energie Foto’s Anne Q Ubbels
W&R Groenwoning
W&R Groenwoning
gebouw wordt hierdoor een levend organisme. In deze fase verkeren de op internet gevonden bouwconcepten nog niet. Ze lijken wel een eerste stap hier naartoe te zetten. Of deze stap op tijd komt om de huidige crisis in de bouw te keren, is de vraag.
Samenhang Een grootschalige toepassing van deze nieuwe bouwconcepten en -systemen in woningbouwprojecten of door particulieren betekent een flinke bijdrage aan een energiezuiniger stad. Maar kunnen er ook nadelen aan kleven of kansen gemist worden? Wat zijn bijvoorbeeld de precieze gevolgen wanneer er wijkjes verrijzen of herontwikkeld worden vol passief- of actiefhuizen? In beide gevallen kan dit nieuwe eisen aan de energie-infrastructuur van deze wijken of de stad stellen. Van passiefhuizen is bekend dat deze een flinke elektriciteitsvraag kunnen hebben en wanneer actiefhuizen goed functioneren, kan er bijvoorbeeld ’s middags juist een flink overschot aan elektriciteit ontstaan. De vraag is wie er bij deze ontwikkelingen voor zorgt dat er in deze wijken een elektriciteitsnet komt te liggen dat een grotere vraag of juist overschotten goed kan verwerken en bovenal de elektriciteitsvraag slim uit kan wisselen (smart grid). Wanneer een gemeente bovendien zou verlangen dat een wijk energieneutraal is, moet er bijvoorbeeld ook een windmolen op een dergelijk net aangesloten kunnen worden, wat de nodige investeringen en kennis vraagt. Op het gebied van de uitwisseling van warmte en koude liggen er ook veel kansen in de bestaande stad en dit soort wijkontwikkelingen. Vooral wanneer er slimme combinaties tussen de functies wonen, werken en detailhandel worden gemaakt. Ook dit vraagt om een netwerk voor de uitwisseling van deze energiestromen. De kans is groot dat in de energiezuinige wijken en rond de energiezuinige woningen veel ondergrondse ruimte gebruikt gaat worden door de energievoorzieningen en -infrastructuur. Dit maakt het onder andere moeilijk om ruimte te vinden voor straatbomen in deze wijken. De roep om een samenhangende ontwikkeling en ontwerp dient zich aan. Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat een wijk waar alle woningen op de zon georiënteerd worden ook gezamenlijk een logische verkaveling en een aantrekkelijk stadsbeeld krijgen? Een andere vraag is hoe standaard woningbouwconcepten en geprefabriceerde woningen niet, net als de zo verfoeide cataloguswonin-
IQ woning De IQ woning van Ballast Nedam (www. iq-woning.nl) richt zich op een verregaande industrialisering van het bouwproces. De IQ woning krijgt de eigenschappen en het uiterlijk van een traditioneel gebouwde woning, maar heeft voordelen op het gebied van bouwsnelheid, kwaliteit en comfort. De prefabricage draagt bij aan het beperken van (geluids)overlast in de wijk waar gebouwd wordt, sterk verbeterde arbeidsomstandigheden, aanpasbaarheid van de woning en CO2 reductie tijdens de bouw en het gebruik van de woning. Een IQ woning is met slechts vier vrachtwagens naar de bouw te krijgen. De woningen kunnen worden uitgerust met een individuele warmtepompinstallatie, een warmteterugwinsysteem en CO2 gestuurd ventilatiesysteem. Daarbij worden ze voorzien van vloerverwarming en -koeling en zeer goede isolatie. Er is hierdoor weinig energie nodig om de woningen te verwarmen of te koelen. De IQ woning heeft hiermee een EPC van 0,32.
gen, een verlies aan identiteit van woongebieden opleveren doordat overal hetzelfde type woning verschijnt. Op alle websites van de bouwconcepten staat wel aangeven dat er veel architectonische en creatieve vrijheid is voor indeling van de woning en de gevelafwerking. Desondanks is er ook nu een goed ontwerp nodig om een samenhangend geheel van de wijken te smeden waar deze woningen ontwikkeld worden. Er is ondanks de goede bijdrage van de bouwbedrijven nog een belangrijke rol weggelegd voor de gemeente en de stedenbouwkundig ontwerper in het ontwikkelen van de energiezuinige stad.
Michaël Meijer werkt als docent ruimtelijke ordening aan Hogeschool Rotterdam en als landschapsontwerper en planoloog bij SAB in Arnhem. Niels Kropman werkt als planoloog bij SAB in Amsterdam. Zij zijn lid van de BNSP+NVTL Werkgroep Duurzame Stedelijke Ontwikkeling.
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
47
RUBRIEKSADVERTENTIES Per regel (43 mm, kapitaal: max. 25 tekens, onderkast: max. 35 tekens) € 7,50exclusief 19% BTW. Minimaal 4‑regels, uitsluitend op jaarbasis voor 4 nummers (min. € 120,- exclusief19% BTW). Tekst wijziging per nummer mogelijk. Nieuwe advertenties en wijzigingen opsturennaar: Uitgeverij van Westering Bart van Ommeren telefoon: 035 - 54 23 281 telefax: 035 - 54 24 119 bart@gezondbouwenenwonen.nl
Aannemers VEERDONK EN MULDER BOUWBEDRIJF Goed in duurzaam ambachtelijk verbouw- en restauratiewerk Leemptstraat 34, 6512 EN Nijmegen T: 024-3222925 www.veerdonk-mulder.nl kantoor@veerdonk-mulder.nl
Adviesbureaus ANNE UBBELS ENERGIE EN DUURZAAM BOUWEN Advisering nieuwbouw en bestaande bouw. Hoofdredactie GBW en Kennisbank DuBo. Tel: 06-11277755 edb@anneubbels.nl Viba lid Boom Onderzoek en advies in bouwen, stedebouw en installaties Delft/Maastricht Tel: 015-2123626 / 043-3560398 www.boomdelft.nl Group4Wellness-LHM B.V. Metingen, advies, producten en projectbegeleiding voor vitaliteitverhogende woon enwerkomgevingen volgens bouwbiologische richtwaarden. Tel: 020-6704352 info@group4wellness.com Viba lid/SVE lid/DGBC lid Nederlandse instituut voor bOuwbiologie en Ecologie bv Advies- en onderzoeksbureau voor milieuvriendelijk en gezond bouwen Tel: 035-6948233 info@nibe.org Viba lid/Viba expo
Architecten Acanthus, ir. Piet Tuin Organische architectuur Kromsteeg 4, 5331 AK Kerkdriel Tel: 0418-634306 www.ArchitectenbureauAcanthus.nl Viba lid/Viba Expo
48
Archi Service BV Renz Pijnenborgh ‘s-Hertogenbosch Bio-Ecologisch architect Tel: 073-6415709 www.archiservice.nl Viba lid Architectuur design bna viba www.Architectuur-Design.nl Architectonisch Dynamisch Vormgeven Westwal 48, 5211 DC ‘s Hertogenbosch AM.deVrieze@Architectuur-Design.nl Viba lid/Viba Expo Eco-design Architectuur Met meerwaarde voor mens en milieu Ir. Sjap Holst, architect Viba/BNA De Raadstraat 1, 5666 EA Geldrop Tel: 040-2863792 www.arTchitecture.nl Grotenbreg Architecten Architectenbureau voor duurzame architectuur en stedebouw Rhienderinklaan 21, 7232 DB Warnsveld Tel: 0575-527478 www.grotenbreg-architecten.nl Viba lid/ Viba expo Architecten- en ingenieursbureau Kristinsson Prof.ir. Jon Kristinsson Milieuvriendelijke ontwerpen, ontwikkelingen en onderzoeken Noordenbergsngl. 10, 7411 SE Deventer Tel: 0570-615035 Fax: 0570-611606 www.kristinsson.nl Viba lid/ Viba expo
Groendaken EKOGRAS DAKBEGROEIING Ook ‘Doe-het-zelf’ pakket leverbaar www.ekogras.com info@ekogras.com Tel: 0418-512927, Zaltbommel Viba lid
Inspectiebedrijven De Woonbioloog-LHM B.V. De Werkbioloog-LHM B.V. Inspecties en metingen van woon en werkomgevingen conform bouwbiologische richtwaarden o.a. straling, licht, water en luchtkwaliteit. Tel: 020-6704352 info@dewoonbioloog.nl Viba lid/SVE lid/DGBC lid
Interieurarchitecten Atelier Jan Franssen Geeft vorm aan duurzaam wonen en werken Hoenveldsestraat 5-a, 6665 NB Driel Tel: 026-4437583 Fax: 026-3705786 info@atelierfranssen.nl www.atelierfranssen.nl
Isolatiematerialen Goldshell Duurzame vloerisolatie met geselecteerde waddenschelpen Reitdiepskade 21, 9974 PJ Zoutkamp Tel: 0595-447141 Fax: 0595-401414 info@goldshell.nl www.goldshell.nl ISOSCHELP Onkwetsbare vloerisolatie voor gezond/droog binnenklimaat Fuchsialaan 12, 4401 HV Yerseke Tel: 0113-571249 Fax: 0113-573774 info@isoschelp.nl www.isoschelp.nl Isovlas Oisterwijk b.v. Warmteaccumulerend, vochtregulerend en verwerkingsvriendelijke Isolatie en dakelementen Postbus 348, 5060 AH Oisterwijk Tel:013 52 10 858 Fax: 013 52 10 862 info@isovlas.nl www.isovlas.nl
ORIO architecten bna Ecologische en Organische Gevoelsarchitectuur Tel: 0346-551173 info@orioarchitecten.nl www.orioarchitecten.nl VIBA lid/Strobouw Nederland/Owaze VORTEX ARCHITECTEN BNA Duurzame architectuur en renovatie: wonen en werken. Groningen Tel: 050 312 14 00. www.vortex-architecten.nl
Vancouver, Canada
WPP Kol architekt BNA scholen - woningbouw - kantoren G. Noodtstraat 4, 6511 SW Nijmegen Tel: 024-3607751 Fax: 024-3607693 scholen - woningbouw - kantoren wpp.kol@planet.nl Viba lid
Bouwmaterialen Groenebouwmaterialen.nl De ecologische online bouwmarkt; Isolatie, wandverwarming, leem, natuurverf, hout, enz. www.dubomat.nl Isolatie, hout, pleisters, leem, verf, terracotta tegels, wandverwarming, kurktegels, vloerbedekking, Isocell
Coolsingel, Rotterdam
Kom naar dé daktuinspecialist van Nederland. Groen op niveau van tramhalte tot skyscraper...
www.daktuinen.com
Gezond Bouwen & Wonen 4-2010 VanVliet 1-4.indd 1
26-03-2010 17:36:06
bouw & Woon wijzer WARMTEPLAN B.V. Renovatie: Isofloc, geblazen cellulose-isolatie Homatherm Q11 houtvezel binnen isolatieplaat Homatherm Q11 leemstucplaat Homatherm Twindak, buitendaks Pro clima winddichting Pro clima variabele damprem Nieuwbouw en prefabricage: Swelite I-liggers Homatherm Flex isolatieplaten uit cellulose- en hout Homatherm Q 11 koudebrugonder brekende beschotplaten Pro clima winddichting en vochtregulering Sprayplan+ akoestisch esthetische spuitcellulose Tel: 0575-564805 www.warmteplan.nl info@warmteplan.nl
Kachels (accumulerend) Tigchelaar Tegelkachels Bouwt het warme hart van uw huis Haedstrjitte 26, 9008 SR Reduzum Tel: 0566-602171 Fax: 0566-601971 www.tigchelkachels.nl info@tigchelkachels.nl
keukens
Natuurverven
DE NIEUWE KEUKEN... ... natuurlijk mooi én duurzaam. Bernhagen Natuurkeukens Traay 196-198 3971 GV Driebergen-Rijsenburg Tel: 0343-755006 Fax: 0343-755007 www.natuurkeukens.nl
Aglaia natuur- en Beeck mineraalverven www.natuurlijk-kleurrijk.nl info@natuurlijk-kleurrijk.nl Tel: 06 - 41852557 (VIBA expo) FarvoCOLOR bv natuurverven Tel: 0511-425628 Fax: 0511-421396 info@farvocolor.com www.farvocolor.com Viba lid/ Viba expo
Leembouw Livingearth Company Leemstucwerk met LivingEarth leemstucprodukten, leembouw, warmtewanden met leem, Stucco Lustro en Tadelakt Tel. 035-685 4008 www.livingearth.nl Sebunga leembouw Na-isolatie, warmtewanden, leemkachels, leem, kalk en tadelact stucwerk Tel; +31-(0)6-53581928 info@sebunga.nl sebunga.nl Viba lid / Viba expo Trepein Leembouw advies-projektontwikkeling-levering- uitvoering-herstel Tel: 033-4701598 Fax: 033-4701914 www.trepeinleembouw.nl info@trepeinleembouw.nl Viba lid
Riolering TWEBO TUBES B.V. ENSCHEDE Duurzame PP-leidingsystemen Postbus 1360, 7500 BJ Enschede Tel: 053-4340205 Fax: 053-4340415 Viba lid/ Viba expo
Warmtemuren WARMTEPLAN B.V. Comfort Vite prefab wandverwarming Eco-Brick massieve wandverwarming Stukiso voorzet wandverwarming Tel: 0575-564805 www.warmteplan.nl info@warmteplan.nl
WEM wandverwarming Drie systemen één principe. wem@wandverwarming.nl wandverwarming.nl
Water BrinkVos Water BV Individuele Behandeling Afvalwater Kiwa gecertificeerde IBA systemen o.a. Helofytenfilters. Tevens zwem-, vijver- en regenwaterhergebruik. Tel: 0522-482090 Fax: 0522-480777 info@brinkvoswater.nl www.brinkvoswater.nl
Winkels www.WOONWINKELATRIUM.nl Biologisch bouwen en wonen Arnhem, Nijmegen www.VANBINNEN.com Natuurlijk wonen Rotterdam
Advertenties
Recreatiecentrum "Ter Spegelt" Eersel
Rozenbogerd 2 - 5301 KD Zaltbommel Tel. 0418 - 512 927 - Fax. 0418 - 515 277
www.ekogras.com Tevens leverbaar als DOE-HET-ZELF pakket Gezond Bouwen & Wonen 4-2010
49
agenda
JANUARI t/m 6 februari Expositie Balans-dimensies van duurzaamheid Plaats: ABC Architectuurcentrum, Haarlem www.architectuurhaarlem.nl
6 januari VIBA-café Recyclicity, hoe transformeren we steden tot ecosystemen? Plaats: SVE, Den Bosch www.vibavereniging.nl
11 t/m 14 januari Vakbeurs Infra Tech Plaats: Ahoy, Rotterdam www.infratech.nl
20 januari Symposium Dag kunstlicht, Hallo daglicht Plaats: Evoloun, Eindhoven www.hallodaglicht.info
FEBRUARI
17 t/m 22 januari Beurs BAU 2011 Plaats: München www.bau-muenchen.com
19 februari Studie- en demodag Transitie is noodzakelijk Plaats: Gemeentehuis Kruibeke (België) www.vibe.be
3 februari VIBA-café Groene stedenbouw, verbreding van de wateropgave Plaats: SVE, Den Bosch www.vibavereniging.nl
19 t/m 21 januari Studiereis Innovation Tour London www.duurzaamgebouwd.nl
MAART 3 maart
7 t/m12 februari
26 januari Congres Bouw en renovatie van schoolgebouwen Plaats: Hotel de Reehorst, Ede www.bouw-instituut.nl
26 januari Congres Dag van de lightrail Plaats: Hilton, Rotterdam www.bouw-instituut.nl
Beurs Internationale Bouwbeurs 2011 Plaats: Jaarbeurs Utrecht www.bouwbeurs.nl
Viba Café Stad van de zon Plaats: SVE, Den Bosch www.vibavereniging.nl
8 t/m 10 februari
17 maart 2011
Beurs Bouw & ICT-beurs Plaats: Jaarbeurs, Utrecht www.bouw-en-ict.nl
Congres Bouwen met Leem Plaats: MADE center, Tilburg www.sbr.nl
17 februari
31 maart
Informatiedag Binnenmilieuprofiel bestaande woningen Plaats: Van der Valk Hotel, Houten www.isso.nl
28 januari Congres Duurzaam DNA Drenthe Plaats: Tamboer, Hoogeveen www.ateliermooidrenthe.nl
Congres Energiemanagement 2011 Plaats: Dekker, Zoetermeer www.yeon.nl
www.gezondbouwenenwonen.nl Advertentie
“Leverancier van
natuurlijke
en
olatie aan en voor na-is m e st sy ls rm e Natureth oleerde geve e van ongeïs jd zi en n n i b de
stucmaterialen isolatie-systemen”
Stukie van Technostuc
© 2010
Technostuc is gespecialiseerd in afwerkings- en isolatieproducten voor een aangenaam en gezond binnenklimaat. Leem en kalk, en ook houtvezelisolatie, voorkomen schimmel, reguleren de luchtvochtigheid en zijn duurzaam. Oude materialen voor moderne en gezonde oplossingen.
conluto
quick-mix
tubag
natureflex
Voor meer informatie: Technostuc systemen - Robing Design b.v. - T: +31 (0)53 433 03 60
Kijk op: www.technostuc.nl
naturetherm
©
ng met:
in samenwerki
n onder wone tie voor gez
binnenisola
diffutherm
Nature therm
sono
wem
conlino
Verstand van stucwerk
SAB adviesgroep is een onafhankelijk ontwerp- en adviesbureau dat zich richt op vraagstukken met betrekking tot stedenbouw en ruimtelijke ordening. Met haar brede kennis en ervaring wil SAB een bijdrage leveren aan de inrichting van de openbare en private ruimte. Kwaliteit en haalbaarheid staan hierbij voorop. SAB is zich nadrukkelijk bewust van de verantwoordelijkheid die zij draagt bij het inrichten van de ruimte. Vanuit dit bewustzijn streeft SAB ernaar de publieke en private markt in Nederland te voorzien van creatieve ontwerpen en onafhankelijke adviezen, die in elk opzicht realistisch en doordacht zijn. Adviezen waaruit respect blijkt voor natuur, cultuur en leefomgeving. SAB wil zo zorgvuldig mogelijk met de inrichting van de ruimte omgaan. De werkwijze van SAB is gebaseerd op drie kernwaarden: gedegenheid, flexibiliteit en betrouwbaarheid. In een wereld die steeds complexer wordt, wil SAB creatieve en kwalitatief hoogstaande oplossingen bieden. Oplossingen, die met de tijd meegaan en zo een brug vormen tussen het hedendaagse erfgoed en de toekomstige inrichting en ordening van de ruimte om ons heen.
www.sab.nl Amsterdam | Arnhem | Eindhoven
adviseurs in ruimtelijke ontwikkeling
Nuon WoonOptimaal
Energiezuinig en comfortabel wonen.
Nuon WoonOptimaal helpt u met het energiezuinig maken van woningen. Dit start met een maatwerkadvies en loopt door tot en met de realisatie van de juiste energiebesparende maatregelen, inclusief de nazorg. Daarmee zorgen we er samen met u voor dat uw bewoners energiezuinig, gezond en comfortabel kunnen wonen.
Nuon helpt. Stimuleren betrokkenheid bewoners.
Wijkgerichte aanpak.
Met een speciaal ontwikkeld
Een complete aanpak, gericht op
communicatietraject vergroot Nuon
kopers en huurders, samen met
de betrokkenheid van bewoners.
gemeenten en woningcorporaties.
Advies op maat.
Uitvoering in één hand.
Ons maatwerkadvies geeft u een
Nuon coördineert de uitvoering
helder inzicht in het rendement van
van maatregelen door gespecia-
energiebesparende maatregelen.
liseerde bedrijven om de kwaliteit te kunnen waarborgen.
Meer weten? Kijk op www.nuon.nl/professionelewoningmarkt of bel 020 892 02 18.